voor één dubbeltje
DE KINDERJAREN VAN
DE „TIMES".
SLACHTOFFERS VAN
RASSENHAAT.
SAAR-FILM.
economische aspecten.
De vierde stand?', die vaak de
„eerste stand tvas".
DE MAN, DIE VOLHOUDT.
Joodsche bekeerlingen te
Londen.
PRIESTERS NIET VRIJ VAN
MILITAIREN DIENST IN BRAZILIË.
WRIJVING TUSSCHEN AMERIKANEN
EN DUITSCH FRONT.
Wm>,
Vanaf heden tol en met 19 Januari.
7s pond koffie
2 pak Goudbron beschuit
1 pond Goudschekaas 20 plus
Va pond Edammerkaas 40 plus
2 ons bloedworst
1 Va ons Haagsche leverworst
1 pot zure bommen
1 groote ontbijtkoek
1 pot pindakaas
Va pond choc, hagelkorrels
2 ons zeebanket
2 pak maizena
2 pak aardappelmeel
1 Va pond tarwebloem
1 Va pond grove Bassein rijst
1 l/a pond grove Valencia rijst
Va flesch bessensap
1 '/a pond groene erwten
1 pond pruimen
Va pond tutti frutti
1 pond vijgen
1 pak soepgroenten
6 stukken huishoudzeep
3 pak zeeppoeder
2 pak Goudbron lucifers
1 pond stijfsel
4 zakjes blauw
2 tubes kachelpasta
5 pond soda
2 stukken Lavendelzeep.
ABATTOIR-ARBEIDERS IN HONGER
STAKING.
FRAUDE TE BRUSSEL MET
SCHILDERIJEN. 1
Barmat, naar Brussel genoodigd,
wenscht van zijn vrijgeleide geen
gebruik te maken.
Duitschers en Hollanders. Moeilijk
heden van den terugkeer.
(Van onzen redacteur).
ROOSEVELT'S WERKDAG.
TOEN ROOSEVELT REDACTEUR WAS
HET RAADSEL VAN DE
GALAPAGOS-EILANDEN,
DE XVIe YSERBEDEVAART.
PRIJSDALING IN RUSLAND?
Onze Londensche correspondent schrijft ons:
De „Times" bestaat 150 jaren; zij hseft dit
ïeit in een feestnummer herdacht; zij is door
heel de pers geestdriftig gehuldigd, en zij h« eft
een boek het licht doen zien, waarin zij haar
geschiedenis beschrijft, die de geschiedenis is
niet alleen van de Times-met-een-hoof iletter,
maar ook die van de times-met-de kleine-
letter.
Dit blad is het grootste van Engela.id. Bo
vendien is het 't grootste ter wereld. De groot
heid van een blad meet men evenmin naar
zijn oplage af als de grootheid van een man
naar zijn lengte.
Het is een afgezaagdheid te beweren, dat
de „Times" niet alleen een nationaal dagbad.
maar een nationale instelling is. Hei is er
niet minder juist om. Zij is niet de eeruge na
tionale instelling van dien aard. „Pui.ch" is
er ook een. En „Lloyds Register" ook. Het is
moeilijk zich voor te stellen, dat E.-.gelsnd
bestaan heeft zonder Lloyds Register, zonder
Punch en zonder de Times.
Haar honderdvijftigsten verjaardag heeft de
„Times" gevierd door haar „archieven" open
te „werpen". In drie deelen zal de geschiede
nis van het blad, die voor een groot deel de
geschiedenis van Engeland is, verteid .wor
den. Het eerste deel is verschenen.
De pers wordt in Engeland genoemd of
noemt zichzelf, hetgeen op hetzelfde neerkomt
de „Fourth Estate", de Vierde Star.d. Dit
heeft haar niet belet vaak de Eerste Stand te
zijn. Maar het heeft zeer lang geduurd, eer zij
eenigen stand kreeg en toen in 1785 de „Times",
die de eerste drie jaren nog hoogdravend
„Daily Universal Register" genoemd werd, het
levenslicht aanschouwde, had zij zeer zeaer
nog in het geheel geen stand of stand-ng;
John-Walter I die behalve een b,ad een
dynastie stichtte, heeft trouwens weinig ge
daan om zijn „Register" eenige stanaing te
geven. Hij had een drukkerij, en besloot dus
als bijwerk een krant uit te geven, zooals
sommige wijnhandelaren nog wat extra-geld
maken door ook azijn te verkoopen. De jour
nalistiek, thans een van de edelste beroepen
ter wereld, was toen een der onedelste hand
werken. Sir Walter Scott heeft tot zijn levens
beschrijver Lockhart gezegd: „Uw betrekking
tot eenige krant zou een schande zijn. Ik zou
liever jenever verkoopen aan arme menscnen
en hen zóó vergiftigen".
Dit verklaart, waarom de journalistiek ano
niem bedreven werd.
Het blad van John Walter 1 was niet beter
dan een der acht andere ochtendbladen die in
1785 te Londen verschenen. Met een oplage
van ongeveer 1500 per dag, en bitter weinig
advertenties, was het aangewezen op de gun
sten der machtigen. Tien jaren lang ontv'ng
Walter 300 per jaar van de Schatkist als
„bélooning voor de (gevoerde) politiek", het
geen wil zeggen, dat hij paragrafen opnam
waarvan de machthebbers wenschten, dat zij
zouden worden gepubliceerd. Ook in anderen
vJfr'm ontving hij steün van overheidswege,
maar al die steun tezamen was nog onvoldoen
de 'om het blaadje in leven te houden, en de
ontbrekende fondsen werden bijeengebracht
do»' wat men tegenwoordig chantage zou
noemen. Een scandaleus bericht werd tegen
betaling van een „suppression fee" weggelaten;
verscheen het wel, dan kon het den volgenden
dag tegengesproken worden tegen betaling van
een „contradiction fee". De immoraliteit van
deze methode werd slechts verzacht door haar
algemeenheid. Alle kranten immers pasten
haar toe. Zij waren niets anders dan oe eom-
mercieele ondernemingen van drukkers, en
niet gelijk in onzen tijd in papier en
drukinkt belichaamd idealisme.
John Walter II was een veel grooter man dan
zijn vader. Hij was de eigenlijke grondlegger
van de „Times", zooals wij haar kennen. Een
groot koopman, een groot organisator en boven
dien een zeer rechtschapen man die de „Times'
opbeurde uit het slik, waarin het Engelsche dag-
bladwezen vastzat. Van het eerste oogenblik af
schudde hij alle regeeringsprotectie af. Hij
maakte de „Times" tot wat zij steeds gebleven
is: een onafhankelijk dagblad. Aldus grond
vestte hij in zekeren zin het onafhankelijke
dagbladwezen.
Dit groote werk volbracht hij gedurende de Na
poleontische oorlogen. Toch is niet hij de „neid
van het eerste deel der „Times"-geschiedenis
maar de.man, dien hij enkele jaren na Water
loo benoemde, tot verantwoordelijk hoofdre
dacteur en leider: Thomas Barnes.
Hij is de eerste geweest in de reeks dei
„Times"-hoofdredacteuren; zijn voorgangers im
mers hadden geen eigenlijke leiding en verant
woordelijkheid gehad. Twintig jaren lang is hij
hoofdredacteur geweest. Het was onder zijn
leiding, dat hoofdartikelen de beteekenis begon
nen te krijgen, die zij sindsdien op elk gebied
zouden behouden; schrijvers van den eersten
rang schaamden zich niet meer hun krach tet
aan een dagblad te wijden. Staatslieden en
politici moesten de „Times", die een „macht'
begon te worden, ontzien. Zij was voorat een
politieke macht; in die zeer bewogen tijden
was het de politiek, welke voornamelijk de
belangstelling had van Thomas Barnes, die
eerst radicaal was en verwoed voorstander van
reform, maar later naar de Tories overhelde
en zich sterk genoeg voelde om dezen de voor
waarden te dicteeren, waaronder zijn blad hen
steunen zou.
Nooit is de naam van dezen grboten hoofdre
dacteur, den pionier der Engelsche, zoo niet
der wereldjoumalistiek, in zijn blad afgedrukt'
geweest, behalve bij zijn dood in Mei 1841
Hiervan werd melding gemaakt in een bericht
van anderhalven regel.
Toen hij stierf was de positie van de „Times'
onaantastbaar; het blad heerschte souverein
onder de dagbladen van Londen. Het was bo
vendien een politiek arbiter geworden, de
grondlegger van het nieuwe Conservatisme dat
de Whigs verpletterend verslagen had, en een
der grootste machten in Engeland. Het was ge
worden wat het steeds gebleven- is: een natio
nale instelling.
WASHINGTON, 8 Januari (V.D.) De republi-
fceinsche senator voor Michigan, Arthur Van-
denberg, heeft gisteren in den senaat een wets
ontwerp ingediend, waarbij het departement
van de schatkist wordt verzocht, een muntstuk
«er waarde van 3 dollarcent te laten slaan en
in circulatie te brengen.
Dit wetsontwerp wordt elk jaar opnieuw door
den senator ingediend, doch heeft nog nooit
voldoende ondersteuning gekregen, om in be
handeling te komen of aangenomen te worden.
(Van onzen correspondent.)
Londen, 5 Januari 1935.
De Catholic Guild of Israel en Aartsbroeder
schap van Gebed zendt ons een mederieeling
toe, waaruit blijkt dat zien onder de Joodsche
uitgewekenen uit Duitschland, welke in Enge
land een toevlucht gevonden hebben,- verschei
den bevinden, die tot de Kathulieke Kerk be
hooren.
Joodsche organisaties in Engeland hebben
veel gedaan om den nood van de uit Duitsch
land verbannen of geviuente Joden te lenigen;
zij verwachten evenwel en zeker met ge
heel ten onrechte dat men van Katholieke
zijde hulp zal verleenen aan diegenen die, of
schoon Joden van afkomst of ras, katholieken
naar het geloof zijn.
Deze opvatting is juist Op de Joodsche or
ganisaties rusten geen andere moreeie ver
plichtingen, dan die welke zij jegens geloofs-
genooten hebben, of meer in het algemeen ten
opzichte van die Joden, die de Joodsche ge
meenschap trouw gebleven zijn. Ofschoon het
waar is, dat de Katholieke Joden Duitschland
niet hebben moeten verlaten wegens hun ge
loof, doch omdat rassenhaat hun belette in
hun vaderland te blijven, behooren zij geheel
en al tot de katholieke gemeenschap en op
officieelen Joodschen steun kunnen zij geen
aanspraken doen gelden.
Hun positie is zeer moeilijk Betrekkingen
in Engeland kunnen zij meestal niet krijgen,
aangezien de Britsche regeering er nooit in
toegestemd heeft de voor buitenlanders gel
dende arbeidsbepalingen te verzachten ten be
hoeve van uitgewekenen uit Duitschland. Ge
poogd moet worden voor hen een werkkring
in het buitenland te krijgen, maar hiermede
gaan in elk individueel geval vier tot zes
weken gemoeid, en de meesten dier vluchte
lingen zijn volkomen onbemiddeld, daar hun
niet vergund is geworden hun bezittingen met
zich te voeren.
De Catholic Guild of Israel, samenwerkend
met de Catholic Council for International
Relation richt een oproep om hulp tot ge-
loofsgenooten. Zij wekt dezen op katholieken
uitgewekenen gastvrijheid te verleenen tegen
de geringst mogelijke vergoeding. Zij vraagt
om giften, waardoor de beide organisaties in
staat gesteld worden in de eerste nooden der
nieuw-aangekomenen te voorzien.
Deze oproep moet vele katholieken in En
geland zeer onaangenaam treffen. Men wist
dat een aantal Duitsche Katholieken van niet
Joodschen bloede de wijk naar Engeland ge
nomen had, omdat hun veiligheid, in verband
met hun anti-Hitier gezindheid bedreigd werd.
Wat men hier niet wist was, dat katholieken,
die zich met de politiek in Duitschland niet
ingelaten hadden, de wijk hadden moeten
nemen alleen omdat zij van Joodsche afkomst
waren. Algemeen verkeerde men in de klaar
blijkelijk- onjuiste meening, dat de regeering
te. Berlijn bjj het sluiten van een Concordaat
bepaalde beloften had afgelegd met betrekking
tot Joodsche katholieken. In het orgaan der
„Catholic Guild" kon men niet lang geleden
lezen: „Toen de Heilige Stoel met Duitschland
onderhandelde over een Concordaat, vroeg zij
waarborgen voor de rechten van gedoopte Jo
den, en voor de rechtvaardige en menschwaar-
dige behandeling van ongedoopten".
.Van hoogerhand is in Engeland steeds er naar
gestreefd den uittocht van Duitschers naar dit
land zoo gering mogelijk voor te stellen, opdat
niet de indruk verwekt zou worden dat de
toestand ginds van dien aard was, dat duizen
den hun heil in de vlucht moesten zoeken.
Hierdoor immers had in Londen zekere ont
stemming verwekt kunnen worden tegen
Duitschland hetgeen de regeering steeds heeft
willen vermijden. Dat een, zij het slechts klein,
deel der uitgeweken Duitsche Joden tot de
katholieke gemeenschap behooren, moet een
schok geweest zijn voor hun Engelsche geloofs-
genooten, die zich niet ervan bewust waren,
dat buitenlandsche katholieken hier vruchteloos
op hulp wachtten.
i
RIO DE JANEIRO, 8 Januari. (V.D.) De
Braziliaansche minister van oorlog heeft In
een verklaring medegedeeld, dat priesters in
Brazilië eveneens aan den dienstplicht zijn on
derworpen en geen vrijstelling van militairen
dienst zullen krijgen.
SAARBRUECKEN, 8 Januari (UN. PRESS).
Tusschen eenige ter deelneming aan de volks
stemming naar hier gekomen Amerikanen en
de leiding van het Duitsche Front heerscht
een zekere ontstemming.
Naar wij vernemen, beklaagt de uit Seattle
komende Amerikaansche, mevr. Eyerdam, zich
erover, dat het Duitsche Front weigert haar
de reiskosten ten bedrage van 400 dollar terug
te geven, hoewel zulks aan haar beloofd was.
Eerst thans is namelijk gebleken, dat zij op
gronden van staatsburgerschap niet stem
gerechtigd is. Daarop heeft het Duitsche Front
verklaard, dat het haar de reiskosten niet ver
goeden kan.
Mevr. Eyerdam heeft zich thans tot den Duit-
schen consul gewend met het verzoek, te haren
gunste te interveniëeren.
Ook de uit Buenos Aires komende gebroeders
Richard en Carlos Immig liggen overhoop met
het Duitsche Front Zij zijn erover ontstemd,
dat vertegenwoordigers van het Duitsche Front
van hen te weten trachten te komen, hoe zij
zullen stemmen. De gebroeders verklaren
echter, dat zij geenerlei verplichtingen zijn aan
gegaan.
Anderzijds prijzen zij de vrijgevigheid, waar
mede hét Duitsche Front hun niet alleen den
overtocht heeft betaald maar ook de verblijf
kosten, met inbegrip van de maaltijden.
MEXICO, 8 Januari (V.D.) 43 Arbeiders van
h"t abattoir in de voorstad Tacubaya bevonden
zich gistermiddag reeds 125 uren in honger
staking. Zes hunner waren reeds zoo verzwakt,
dat zich bloédingen bij hen voordeden. De
arbeiders hadden betere arbeidscontracten ver
langd, welke echter door do directie, waren
geweigerd, waarop zij besloten in hongerstaking
te gaan.
m
Onze Brusselsche corrspondent meldt ons d.d.
gisteren.
Het parket van Brussel houdt zich sedert
eenigen tijd bezig met een vrij duistere zaak,
betreffende geknoei met schilderijen.
In verband met deze zaak werd aangehouden,
aldus „Het Laatste Nieuws" oveF deze affaire,
„Alexander Reitzmann, die geboren is te Mos
kou op 6 October 1888, maar die de Oósten-
rijksche nationaliteit heeft verworven en zich,
enkele-jaren geleden, te Brussel heeft bewogen
in financieele kringen, en ook èen medewerker
was van den beruchten Duitschen financier
Julius Barmat.
Men Weet, dat deze laatste als ongewenschte
vreemdelng uit België werd gedreven. De naam
Barmat wordt in verband met deze nieuwe
zaak ook genoemd, echter slechts als'van een
getuige, maar dan van een getuige, die niet
wenscht, dat hij er verder wordt bij betrokken.
Inderdaad, verschillende personen Wérden
tegen Dinsdag aanstaande uitgenoodigd" zich
bij -het gerecht te Brussel te melden; óm te
worden ondervraagd nopens het gekqgei van
Reitzmann. Onder hen bevindt zich- ook Julius
Barmat. Deze had van -het Belgische gerecht
een vrijgeleide bekomen voor 7. 8 en 9 Januari,
om zich ongehinderd te Brussel te kunnèn' aan
melden, op het gerechtshof. Maar Barmat heeft
naar wij vernemen, geen zin om te komen, Hij
heeft in elk geval laten weten, dat hij geen
gebruik van zijn vrijgeleide zal maken. De on
derzoeksrechter de heer Mechelynck, zal dus
moeten trachten opheldering te verkrijgen zon
der J. Barmat.
De affaire is er eene van geknoei met schil
derijen. Er werd n.l. een klacht ingediend door
een Engelsche firma, met name Langton Dou
glas Limited, te Londen, tegen Reitzmann.
Deze firma was met genoemden Reitzmann te
Brussel in relatie getreden en in Maart 1933
had zij hem tien schilderijen toevertrouwd,
waardevolle doeken van oude meesters, die
een bedrag vertegenwoordigden van ruim 10.000
pond.
Reitzmann had verklaard, dat hij in staat
was, dé schilderijen - verkoopen en hij had ze
in depot gekregen voor dertig dagen.
De firma Langton Douglas heeft de schilde
rijen echter nooit meer terug gezien en op
het oogenblik weet men nog niet. wat Reitz
mann er mee heeft aangevangen. Hij zelf zit
lntusschen in de gevangenis, verdacht van dief
stal, oplichterij en verduistering.
Hij was, na de geschiedenis met de Engelsche
firma, naar Frankrijk gevlucht, waar hij het
zóó bont maakte, dat hij zes verschillende ver
oordeelingen opliep, wegens misbruik van ver
trouwen, oplichterij, uitgifte van checks zon
der provisie, enz. In den loop van het vorige
jaar was zijn aanhouding in Frankrijk door het
Belgische gerecht gevraagd, die in October j.l.
inderdaad plaats vond. Sedert 23 October be
vindt hij zich te Vorst.
Het komt er dus nu op aan, uit te maken
wat er met dé. schilderijen is gebeurd en wie.
Reitzmann bij zijn knoeierijen behulpzaam is
geweest. Uit wat er bekend is, schijnt te blij
ken, dat de schilderijen herhaaldelijk gediend
hebben als waarborg voor verschillende ope
raties, maar dat zij, telkens als zij als waar
borg moesten worden gerealiseerd waren ver
dwenen.
Reitzmann heeft te Brussel, dat is bekend,
betrekkingen onderhouden met Julius Barmat,
o.m. in eén bank aan de Koningstraat, waar
Barmat veel invloed had. Toen tegen Barmat
een bevel tot uitwijzing werd. genomen, wist
hij een uitstel te bekomen door te verzekeren,
dat hij waarborgen bezat, om te bewijzen, dat
hij zijn Belgische schuldeischers zou betalen.
Als waarborgen Werden tóen weer schilderijen
geleverd. Het Belgische gerecht heeft ef échter
tenslotte toch een einde aan gemaakt en Bar
mat over de grens gezet.
Over zijn relaties met Reitzmann is Barmat,
naar Reuter meldt, te Amsterdam door de po
litie ondervraagd. Hij heeft verklaard dat hij
Reitzmann als belanghebbende had betrokken
bij de „Vereenigde Handelsonderneming" ge
vestigd Keizersgracht, te Amsterdam. Dit ge
beurde in 1932 en hij had hem een pak aandee-
len in de onderneming verkocht. Rietzmann
had echter geen geld, om te betalen maar, al
dus Barmat, hij. gaf als waarborg 14 schilde
rijen,. die een waarde hadden, volgens de be
wering van Reitzmann, van 25.000 dollar. Bar
mat kreeg, samen met de schilderijen nog een
bewijs van echtheid, dat echter valsch bleek te
zijn, want Barmat vernam nadien, dat de schil
derijen niet echt waren. Hij wendde zich dan
tot Reitzmann. die volhield dat hij te goeder
trouw was. Hij maakte zich sterk de schilderijen
te Londen te kunnen verkoopen.
Daarop werden eenige schilderijen in on
derpand gegeven aan een bank te Amsterdam.
Later werd een ander deel der schilderijen in
onderpand verstrekt om zekere Belgische cre
diteuren schadeloos te stellen. In werkelijkheid
werden zij onder een anderen naam naar een
Belgische bank gezonden, en zoodoende konden
zij door een anderen persoon weer worden weg
gehaald vóór de crediteuren opdaagden om hun
onderpand op te eischen.
Barmat kon op die manier eenige weken
winnen, doordat hij zijn crediteuren geduld liet
oefenen.
Zoo staat thans deze verwarde en duistere
zaak. De rechter van instructie zal Dinsdag
vê'rscheiden getuigen hooren.
t
Onze Brusselsche correspondent seint ons
d.d. 7 dezer nader.
De schilderij-affaire te Brussel waarmede
ook de financier Barmat zou gemoeid zijn,
wordt steeds meer ingewikkeld.
Naar thans verluidt, zouden ook uit de col
lectie van de Zweedsche dame te Brussel, twee
waardevolle schilderijen, waaronder een werk
van den in 1637 overleden Franschen schilder
Jaques Blanchars, voorstellende een moeder
met twee kinderen, zijn verdwenen, door be
middeling van Reitzmann, die doorging voor
den vertrouwensman van Barmat. Reitzmann
zou om dit schilderij afhandig te maken, val-
sche wissels hebben in omloop gebracht, van
de inmiddels failliet gegane Brusselsche bank,
waarvan gezegd wordt, dat zij destijds opera
ties voor rekening van Barmat verrichtte.
Een andere bekende van Barmat, die thans
in Nederland woont, zou met dezelfde dame
in relatie hebben gestaan.
Zes andere schilderijen kwamen naar Brus
sel terug, nadat ze eerst b.a. in Rotterdam
waren geweest.
Brusselsche bladen beweren, dat Reitzmann
en bedoelde andere persoon stroomannen
waren van Barmat, die aan zijn schuleischers
zou hebben voorgesteld, zijn collectie in pand
te geven, waaronder zich ook de verdwenen
werken 20uden bevonden hebben.
Aanvankelijk werd deze collectie in een
bank te Brussel bewaard, maar thans wordt
verondersteld, dat zij Earmat, die Eelgie
eenigen tijd geleden heeft veriaten, naai
Nederland hebben vergezeld.
De Engelsche firma Laughton Dóuglass Ltd.
uit Londen heeft in Maart 1932, tien oude
schilderijen, naar Reitzmann toegestuurd, die
links en rechts aan schuldeischers van Barmat
in pand zouden gegeven zijn.
Het. Is ter wille van deze firma, dat de eerste
klacht tegen Reitzmann is. uitgesteld.
Het parket zet het" onderzoek voort.'
Völklingen, 7 Januari 1935.
De man hief den rechterarm in de hoogte
en wuifde met zijn wijsvinger.
„Hier an der Saar wird Weltgeschichtë ge-
macht!" zei hij trotsch. Ik liet mijn oogen langs
zijn winkelvoorraad dwalen; een belangrijke
hoeveelheid stoffen, hemden, tricotgoederen en
wat een goede manufacturen zaak alles nog
bevat.
Hij mag gelijk hebben met zijn bewering,
maar hij schijnt er zich niet van bewust, dat
die wereldgeschiedenis hem wel eens een flinken
economischen strop zou kunnen bezorgen.
En terwijl hij mij in een wijdloopig betoog
het belang der volksstemming schildert als
had ik er nog geen letter over geschreven
verval ik in een gepeins over het typische ver
schil, waarmee Duitschers en Hollanders op po
litieke vraagstukken reageeren. Zou een deel
van Nederland voor het probleem gesteld wor
den, waarmee 800.000 mensehen zich hier dag
en nacht bezig houden, dan kon men er zeker
van zijn, dat alle kranten maandenlang hoofd
artikelen- .zouden brengen, waarin de econo
mische consequenties eeners beslissing haarfijn
werden uitgepluisd. Ik wil niet zeggen, dat men
hier voor de economische zijde van het geval
geen oog heeft, verre van dat.
Maar dit geschiedt zoo met ieder onderdeel
van de Saarkwestie en duidt op zich zelf met
op iets bizonders.
Het economische probleem staat hier niet In
het middelpunt, zooals dat bij ons men kan
dit mooi of leelijk vinden zonder, twijfel het
geval zou zijn, het wordt hier zelden om zijns
zelfs wil behandeld, doch meestal onderge
schikt gemaakt aan propaganda voor de poli
tieke idee.
Daarom wordt het ook steeds door een ge-
kleurden bril bezien: in de voorstelling der ééne
partij zal het Saargebied door een aansluiting
bij Duitschland economisch ten ondergaan,
in de andere voorstelling zal het er een opbloei
door beleven.
Van alle vraagstukken, die zich in en om
het Saargebied voordoen, is het economische
voor den objectieven bescnöuwer verreweg het
meest interessant. -■
Het is in den werkeltjken. zin van het woord
een „probleem", een ingewikkeld complex van
nog niet opgeloste vraagstukken, waarin onbe
vooroordeelde studie een weg kan wijzen, maar
waarin zooals in alle economische proble
men de practijk uitkomst zal moeten bren
gen.
In de vele gesprekken met voormannen van
verschillende richting, bij de bestudeering der
talrijke geschriften en brochures, heb ik aan
het economische vraagstuk bizondere aandacht
geschonken, omdat het misschien mèt de
emigratie waarsehijnlijk tot de weinige zal
behooren, die na 13 Januari zuilen voortbe-
saan, ja, omdat het zich dan eerst tot volle gel
ding komen en vermoedelijk op de toekomstige
verhouding tusschen Frankrijk er. Duitschland
zeer sterk inwerken zai.
Het is niet mogelijk in het raam van de korte
flitsende belichting van toestanden, roeeningen,
verhoudingen, die deze „Saar-film" wil geven
dit economische vraagstuk recht te doen: ik
kan er slechts den ruwsten omstrek van aan.
ven.
Tevoren wil ik echter op het belang van dit
aspect der Saarkwestie wijzen: wie zich in
teresseert voor de structureele gevolgen, die de
moderne tol- en barrière-politiek schept, en
voor de moeilijkheden, die het verlaten of ver
anderen dezer politiek in de toekomst onver
mijdelijk moet geven, vindt in het saargebied
sprekend een up-to-date studie-materiaal.
De economische moeilijkheden, waarvoor het
Saargebied zich zal gesteld zién bij een terug
keer naar Duitschland, vloeien voort uit den
overgang van het Fransche' in het Duitsche tol-
gebied, die dan tevens zal plaats hebben en die
met één slag allerlei gegroeide marktverhou
dingen dreigt te veranderen.
Voor het eerst .sinds 1871 zal bet Saargebied
door een tolgrens gescheiden Worden van Elzas-
Lotharingen, waarmee het economisch geheel
en al is samengegroeid. Voor het eerst sinds
1918 zal het zich afwendén van dé Fransche
markt, waarop het was ingesteld, zal het de
binhenlandsche concurrentie in Duitschland
komen vergrooten.
Niet alleen voor het Saargebied zelf. ook
voor de Fransche en Duitsche volkshuishou
dingen in haar geheel moet deze totale econo
mische omstelling zwarigheden veroorzaken.
Vijf onderdeden van het economische pro
bleem (voorzoover dit rechtstreeks het Saar
gebied raakt, de kwestie der betalingen wordt
dan nog niet eens aangeroerd) zijn daarbij te
onderscheiden: het kolenvraagstuk; het ijzer
en staal vraagstuk; de bestaanskatisen der klein
en middenindustrie; de levensmiddelenvoorzie-
ning; de aanpassing van prijzen en loonen aan
een ander niveau.
Het kolenvraagstuk concentreert zich in de
afzetmodlijkheden, die de Saarkolen na den
terugkeer tot Duitschland mogelijk zullen on
dervinden. Tot nu toe gingen jaarlijks minstens
4 millioen ton kolen uit het Saargebied naar
Frankrijk tegen 900.000 ton naar Duitschland.
De Fransche mijndiretties lieten 't Zuidduitsche
afzetgebied totaal verloren gaan. Blijft Frank
rijk deze kolen niet verder afnemen, dan is
men vrijwel uitsluitend op de Duitsche markt
aangewezen. Deze markt is echter reeds met
binnenlandsche kolen overvoerd. Ruimte kan
alleen ten koste van het Ruhr-gebied geschapen
worden. 4 millioen ton kolen per jaar beteek ent
werk voor een kleine 15.000 arbeiders....
Voor de ijzer- en staalindustrie ligt de moei
lijkheid anders. Zij betrekt haar grondstof ten
ongeveer 3.5 millioen ton erts per jaar
voor meer dan 90 pCt. uit bet Minette-gebied
in Lotharingen. Wordt het Saargebied Duitsch,
dan is het mogelijk, dat de Fransche generale
staf „in het belang der landsverdediging" - de
Lptharing.sche ertsiagen rijn niét Onuitputtelijk
li d'eze ertsleveringèn 'veihfédt; de beruchte
jWIirielte sperre". HiSÓfij.veiis en ''jj zei-werken
•la'u de Saar zouden dan m den meest li -od
iotligen gróiidstofTei.tiuHd aken' De "Lothar i,g
?che" erlsmijneri komen jan echter harer/jjci;
voor groote afzetrnoeilijktieden te staan.
De afzet-vraag is vo ir de Saa-landsche tjzer-
industne minder urgent, omdat zij de laatste
jaren in verband met bewapening? weer
groote opdrachten uit het Rijk ontvangt eii In
Frankrijk kwaliteitsproducten levert,- ,die de
overeénkomsige Fransche nijverheid vaak niet
vervaardigt.
De kléinere en middeiindustrie Is grooten-
deels eerst na den oorlog ontstaan. Meestal
zijn het zelfstandige fabnekefl - die voor het
Saargebied zelf en voot de Fransche markt
werken, soms ook kleine docuterondernemin-
gen van Duitsche firmas die het Saargebied
en Lotharingen als afzetgebied behouden wil
den. Vrijwel alle leggen zij zich toe op de pro
ductie van verbruiksgoejeren De giss- en
keramische industrie slaat met de steen
nijverheid op den voorgrond, daarnaast vindt
men papier- en cartonnage-, nout- en meu
belfabrieken, bierbrouwei yen, voedings- en
genotmiddelen- en tabaksindustrie. De textiel-
en leernijverheid is vrij onbe'eekenend.
Vele dezer kleinere facrieken ioopen eevaar
hun Fransche afzetgebied te verliezen en in
haar eigen omgev'ng aan de hevige concur
rentie der Duitsche industrieën-te worden uit
geleverd;
De levensmiddelenvoorziening van 't Saarge
bied geschiedt thans voor een Delangrijk deel
door den Lotharingschen boerenstand, die
groote hoeveelheden melk boter, meel vee en
vleesch, groenten importeert. Het Saargebied
kan na het vervallen der Duitsche- toigrers
zijn levensmiddelen-behoeften uit den -Palts
en de landelijke omgeving betrekken. Maar
voor Frankrijk, dat toch reeds met zijn land-
bouwartikelen geen weg weet. zou net verliës
van het Saarlandsche afzetgebied een ernstige
complicatie beteekenen.
Tenslotte blijft dan voor de Saarlandsche
volkshuishouding zelf nog het lastige vraag
stuk over van de aanpassing der prijzen en
loonen in het dure Fransche toigebied aan het
lagere Dutsche niveau. Dat juist levensmidde
len in Duitschland gestegen rijn, compliceert
dé zaak natuurlijk nog. Verlies op voorraden,
verlaging van levenspeil, koopkrachtv.erzwak-
king, achteruitgang van den middenstand, dit
alles staat voor de deur. Zal hét Duitsche Rijk
door de beloofde maatrtgelèn van werkver
schaffing, door uitvoering van groote open
bare werken, door verbetering in de techni
sche outillagé van den mijnbouw én dé leve
ringen, die daarvoor noodig. zijn. door rijks
bestellingen aan de Saar-industrie de nadee-
len van den overgang weten te neutraliseeren?
V.D.
Zware dagtaak van Amerika's president.
WASHINGTON, 8 Januari* (R. O.)' De man,
die de gaestelijke vader is van de New Deal,
welke den duur van den arbeidsdag voor tnil-
lioenen werkers heeft vastgesteld op 8 uur,
werkt zelf nog steeds 17 uur per dag.
President Roosevelt v.rdeelt zijn dag als
volgt:
7 uur gewekt wt-den.
7.15 uur. Ontbijten' in bed, acht kranten lezen
en verschillende lingen bespreken met de rond
zijn bed vergaderde leden van zijn „officieele
familie", zooals den directeur der posterijen,
den minister van financiën e.a.
9 uur. Scheren en in overleg met zijn beide
secretarissen de afspraken voor den volgenden
dag vaststellen.
10 uur. .Naar kantoor voor het voeren van
een groot aantal conferenties over diversé na
tionale en internationale problemen.
13 uur. Aan zijn bureau de lunch gebruiken
en het vraagstuk van den dag bespreken met
'déngene. die "hier het naüwst bij betrokken is.
Morgeruhau, dé minister van financiën, ris
steeds op Maandag de gast.
11 uur. Stapels brieven behandelen en nog
meer. conferenties houden,
17 uur. Zwemmen in zijn prlvé-zwembad,
hetgeen des daags zijn meest geliefkoosde be
zigheid Is.
Terug naar het Witte Huis, om daar even
tueel nog vóór het diner een conferentie te
houden.
19.30 uur. Dineeren, waarbij gewoonlijk in
tiemevrienden te gast zyn.
21 uur. Soms het bijwonen van een bioscoop
voorstelling op de tweede verdieping -van het
Witte Huis, alvorens naar zijn bureau terug te
keeren voor het behandelen van de .brieven,
die nog afgedaan moeten worden.
Om over twaalven begeeft de president zich
ter ruste.
Hoe hij zijn concurrenten wist te
verslaan.
WASHINGTON, 8 Januari. (R. O.) President
Roosevelt, die indertijd tóen hij nog aan 'de
Harvard universiteit Studeerde, redacteur was
van liet door deze universiteit uitgegeven
blad, heeft voor een aantal univerSiteits-jour-
r isten die in het Witte Huis waren bijeenge
komen, medegedeeld, .hoe. hij destijds bij het
•verslaan van een voetbalwedstrijd zijn concur
renten wist. te slaan.
toen de jaarlijksche voetbalwedstrijd- tus
schen de Harvard- en Yale, universiteiten we
der zou worden gehouden, was hij vastbesloten
de reporters van de Yale-universiteit in snel
heid van berichtgeving te slaan, alhoewel de
wedstrijd te Yale zou worden gespeeld.
Te dien einde voerde hij een eenvoudige
drukpers met zich mede en terwijl de wedstrijd
aan den gang was, kon hij zijn verslag drukken.
Het resultaat was, dat zijn verslag negen mi
nuten eerder klaar was dan dat zijner conour-
renten.
Een correspondent van dé „Paris Soir" meldt
aan zijn blad,- dat mevrouw Wagner-Bousquet,
wier naam den iaatsten tijd herhaaldelijk ge
noemd is in verband met het drama op de Gala-
pagos-eilanden, onderweg is naar Frankrijk.
Mevrouw Wagner zou voornemens zijn in.
Parijs haar memoires te pubilceeren.
Onze Brusselsche correspondent meldt ons:
De XVIe Yserbedevaart zal in het teeken
staan van een hulde aan drie groote Vlamin
gen: wijlen dr. Alfons van de Perre, katholiek
kamerlid van Antwerpen en vurig strijder
voor het Viaamsch .rechtsherstel; wij een dr.
de Gruijter, die het tponeel in dienst van de
viaamscbe hérlevingsgedachte heeft geplaatst,
en kapelaan Cyriel Verschaeve, den grpoten
dichter en in zekeren, zin ook den. gees;pl|j<ea
iiadsman, tijdens pen oorlog., van dp Vlaam#ch-
'iezinde'soldaten op hei Vserfront.
MOSKOU, 7 Januari (R.O.) Officieel wordt
gehield, dat de afschaffing der broodkaarten
in de sovjet-unie een algemeene prijsdaling
tengevolge heeft gehad.
De prijzen van boter, vleesch, aardappels m
groente zijn- voor een gedeelte 25 tot 50. pet
lager géwordén.