voor één dubbeltje DE KINDERJAREN VAN DE „TIMES". SLACHTOFFERS VAN RASSENHAAT. SAAR-FILM. economische aspecten. De vierde stand?', die vaak de „eerste stand tvas". DE MAN, DIE VOLHOUDT. Joodsche bekeerlingen te Londen. PRIESTERS NIET VRIJ VAN MILITAIREN DIENST IN BRAZILIË. WRIJVING TUSSCHEN AMERIKANEN EN DUITSCH FRONT. Wm>, Vanaf heden tol en met 19 Januari. 7s pond koffie 2 pak Goudbron beschuit 1 pond Goudschekaas 20 plus Va pond Edammerkaas 40 plus 2 ons bloedworst 1 Va ons Haagsche leverworst 1 pot zure bommen 1 groote ontbijtkoek 1 pot pindakaas Va pond choc, hagelkorrels 2 ons zeebanket 2 pak maizena 2 pak aardappelmeel 1 Va pond tarwebloem 1 Va pond grove Bassein rijst 1 l/a pond grove Valencia rijst Va flesch bessensap 1 '/a pond groene erwten 1 pond pruimen Va pond tutti frutti 1 pond vijgen 1 pak soepgroenten 6 stukken huishoudzeep 3 pak zeeppoeder 2 pak Goudbron lucifers 1 pond stijfsel 4 zakjes blauw 2 tubes kachelpasta 5 pond soda 2 stukken Lavendelzeep. ABATTOIR-ARBEIDERS IN HONGER STAKING. FRAUDE TE BRUSSEL MET SCHILDERIJEN. 1 Barmat, naar Brussel genoodigd, wenscht van zijn vrijgeleide geen gebruik te maken. Duitschers en Hollanders. Moeilijk heden van den terugkeer. (Van onzen redacteur). ROOSEVELT'S WERKDAG. TOEN ROOSEVELT REDACTEUR WAS HET RAADSEL VAN DE GALAPAGOS-EILANDEN, DE XVIe YSERBEDEVAART. PRIJSDALING IN RUSLAND? Onze Londensche correspondent schrijft ons: De „Times" bestaat 150 jaren; zij hseft dit ïeit in een feestnummer herdacht; zij is door heel de pers geestdriftig gehuldigd, en zij h« eft een boek het licht doen zien, waarin zij haar geschiedenis beschrijft, die de geschiedenis is niet alleen van de Times-met-een-hoof iletter, maar ook die van de times-met-de kleine- letter. Dit blad is het grootste van Engela.id. Bo vendien is het 't grootste ter wereld. De groot heid van een blad meet men evenmin naar zijn oplage af als de grootheid van een man naar zijn lengte. Het is een afgezaagdheid te beweren, dat de „Times" niet alleen een nationaal dagbad. maar een nationale instelling is. Hei is er niet minder juist om. Zij is niet de eeruge na tionale instelling van dien aard. „Pui.ch" is er ook een. En „Lloyds Register" ook. Het is moeilijk zich voor te stellen, dat E.-.gelsnd bestaan heeft zonder Lloyds Register, zonder Punch en zonder de Times. Haar honderdvijftigsten verjaardag heeft de „Times" gevierd door haar „archieven" open te „werpen". In drie deelen zal de geschiede nis van het blad, die voor een groot deel de geschiedenis van Engeland is, verteid .wor den. Het eerste deel is verschenen. De pers wordt in Engeland genoemd of noemt zichzelf, hetgeen op hetzelfde neerkomt de „Fourth Estate", de Vierde Star.d. Dit heeft haar niet belet vaak de Eerste Stand te zijn. Maar het heeft zeer lang geduurd, eer zij eenigen stand kreeg en toen in 1785 de „Times", die de eerste drie jaren nog hoogdravend „Daily Universal Register" genoemd werd, het levenslicht aanschouwde, had zij zeer zeaer nog in het geheel geen stand of stand-ng; John-Walter I die behalve een b,ad een dynastie stichtte, heeft trouwens weinig ge daan om zijn „Register" eenige stanaing te geven. Hij had een drukkerij, en besloot dus als bijwerk een krant uit te geven, zooals sommige wijnhandelaren nog wat extra-geld maken door ook azijn te verkoopen. De jour nalistiek, thans een van de edelste beroepen ter wereld, was toen een der onedelste hand werken. Sir Walter Scott heeft tot zijn levens beschrijver Lockhart gezegd: „Uw betrekking tot eenige krant zou een schande zijn. Ik zou liever jenever verkoopen aan arme menscnen en hen zóó vergiftigen". Dit verklaart, waarom de journalistiek ano niem bedreven werd. Het blad van John Walter 1 was niet beter dan een der acht andere ochtendbladen die in 1785 te Londen verschenen. Met een oplage van ongeveer 1500 per dag, en bitter weinig advertenties, was het aangewezen op de gun sten der machtigen. Tien jaren lang ontv'ng Walter 300 per jaar van de Schatkist als „bélooning voor de (gevoerde) politiek", het geen wil zeggen, dat hij paragrafen opnam waarvan de machthebbers wenschten, dat zij zouden worden gepubliceerd. Ook in anderen vJfr'm ontving hij steün van overheidswege, maar al die steun tezamen was nog onvoldoen de 'om het blaadje in leven te houden, en de ontbrekende fondsen werden bijeengebracht do»' wat men tegenwoordig chantage zou noemen. Een scandaleus bericht werd tegen betaling van een „suppression fee" weggelaten; verscheen het wel, dan kon het den volgenden dag tegengesproken worden tegen betaling van een „contradiction fee". De immoraliteit van deze methode werd slechts verzacht door haar algemeenheid. Alle kranten immers pasten haar toe. Zij waren niets anders dan oe eom- mercieele ondernemingen van drukkers, en niet gelijk in onzen tijd in papier en drukinkt belichaamd idealisme. John Walter II was een veel grooter man dan zijn vader. Hij was de eigenlijke grondlegger van de „Times", zooals wij haar kennen. Een groot koopman, een groot organisator en boven dien een zeer rechtschapen man die de „Times' opbeurde uit het slik, waarin het Engelsche dag- bladwezen vastzat. Van het eerste oogenblik af schudde hij alle regeeringsprotectie af. Hij maakte de „Times" tot wat zij steeds gebleven is: een onafhankelijk dagblad. Aldus grond vestte hij in zekeren zin het onafhankelijke dagbladwezen. Dit groote werk volbracht hij gedurende de Na poleontische oorlogen. Toch is niet hij de „neid van het eerste deel der „Times"-geschiedenis maar de.man, dien hij enkele jaren na Water loo benoemde, tot verantwoordelijk hoofdre dacteur en leider: Thomas Barnes. Hij is de eerste geweest in de reeks dei „Times"-hoofdredacteuren; zijn voorgangers im mers hadden geen eigenlijke leiding en verant woordelijkheid gehad. Twintig jaren lang is hij hoofdredacteur geweest. Het was onder zijn leiding, dat hoofdartikelen de beteekenis begon nen te krijgen, die zij sindsdien op elk gebied zouden behouden; schrijvers van den eersten rang schaamden zich niet meer hun krach tet aan een dagblad te wijden. Staatslieden en politici moesten de „Times", die een „macht' begon te worden, ontzien. Zij was voorat een politieke macht; in die zeer bewogen tijden was het de politiek, welke voornamelijk de belangstelling had van Thomas Barnes, die eerst radicaal was en verwoed voorstander van reform, maar later naar de Tories overhelde en zich sterk genoeg voelde om dezen de voor waarden te dicteeren, waaronder zijn blad hen steunen zou. Nooit is de naam van dezen grboten hoofdre dacteur, den pionier der Engelsche, zoo niet der wereldjoumalistiek, in zijn blad afgedrukt' geweest, behalve bij zijn dood in Mei 1841 Hiervan werd melding gemaakt in een bericht van anderhalven regel. Toen hij stierf was de positie van de „Times' onaantastbaar; het blad heerschte souverein onder de dagbladen van Londen. Het was bo vendien een politiek arbiter geworden, de grondlegger van het nieuwe Conservatisme dat de Whigs verpletterend verslagen had, en een der grootste machten in Engeland. Het was ge worden wat het steeds gebleven- is: een natio nale instelling. WASHINGTON, 8 Januari (V.D.) De republi- fceinsche senator voor Michigan, Arthur Van- denberg, heeft gisteren in den senaat een wets ontwerp ingediend, waarbij het departement van de schatkist wordt verzocht, een muntstuk «er waarde van 3 dollarcent te laten slaan en in circulatie te brengen. Dit wetsontwerp wordt elk jaar opnieuw door den senator ingediend, doch heeft nog nooit voldoende ondersteuning gekregen, om in be handeling te komen of aangenomen te worden. (Van onzen correspondent.) Londen, 5 Januari 1935. De Catholic Guild of Israel en Aartsbroeder schap van Gebed zendt ons een mederieeling toe, waaruit blijkt dat zien onder de Joodsche uitgewekenen uit Duitschland, welke in Enge land een toevlucht gevonden hebben,- verschei den bevinden, die tot de Kathulieke Kerk be hooren. Joodsche organisaties in Engeland hebben veel gedaan om den nood van de uit Duitsch land verbannen of geviuente Joden te lenigen; zij verwachten evenwel en zeker met ge heel ten onrechte dat men van Katholieke zijde hulp zal verleenen aan diegenen die, of schoon Joden van afkomst of ras, katholieken naar het geloof zijn. Deze opvatting is juist Op de Joodsche or ganisaties rusten geen andere moreeie ver plichtingen, dan die welke zij jegens geloofs- genooten hebben, of meer in het algemeen ten opzichte van die Joden, die de Joodsche ge meenschap trouw gebleven zijn. Ofschoon het waar is, dat de Katholieke Joden Duitschland niet hebben moeten verlaten wegens hun ge loof, doch omdat rassenhaat hun belette in hun vaderland te blijven, behooren zij geheel en al tot de katholieke gemeenschap en op officieelen Joodschen steun kunnen zij geen aanspraken doen gelden. Hun positie is zeer moeilijk Betrekkingen in Engeland kunnen zij meestal niet krijgen, aangezien de Britsche regeering er nooit in toegestemd heeft de voor buitenlanders gel dende arbeidsbepalingen te verzachten ten be hoeve van uitgewekenen uit Duitschland. Ge poogd moet worden voor hen een werkkring in het buitenland te krijgen, maar hiermede gaan in elk individueel geval vier tot zes weken gemoeid, en de meesten dier vluchte lingen zijn volkomen onbemiddeld, daar hun niet vergund is geworden hun bezittingen met zich te voeren. De Catholic Guild of Israel, samenwerkend met de Catholic Council for International Relation richt een oproep om hulp tot ge- loofsgenooten. Zij wekt dezen op katholieken uitgewekenen gastvrijheid te verleenen tegen de geringst mogelijke vergoeding. Zij vraagt om giften, waardoor de beide organisaties in staat gesteld worden in de eerste nooden der nieuw-aangekomenen te voorzien. Deze oproep moet vele katholieken in En geland zeer onaangenaam treffen. Men wist dat een aantal Duitsche Katholieken van niet Joodschen bloede de wijk naar Engeland ge nomen had, omdat hun veiligheid, in verband met hun anti-Hitier gezindheid bedreigd werd. Wat men hier niet wist was, dat katholieken, die zich met de politiek in Duitschland niet ingelaten hadden, de wijk hadden moeten nemen alleen omdat zij van Joodsche afkomst waren. Algemeen verkeerde men in de klaar blijkelijk- onjuiste meening, dat de regeering te. Berlijn bjj het sluiten van een Concordaat bepaalde beloften had afgelegd met betrekking tot Joodsche katholieken. In het orgaan der „Catholic Guild" kon men niet lang geleden lezen: „Toen de Heilige Stoel met Duitschland onderhandelde over een Concordaat, vroeg zij waarborgen voor de rechten van gedoopte Jo den, en voor de rechtvaardige en menschwaar- dige behandeling van ongedoopten". .Van hoogerhand is in Engeland steeds er naar gestreefd den uittocht van Duitschers naar dit land zoo gering mogelijk voor te stellen, opdat niet de indruk verwekt zou worden dat de toestand ginds van dien aard was, dat duizen den hun heil in de vlucht moesten zoeken. Hierdoor immers had in Londen zekere ont stemming verwekt kunnen worden tegen Duitschland hetgeen de regeering steeds heeft willen vermijden. Dat een, zij het slechts klein, deel der uitgeweken Duitsche Joden tot de katholieke gemeenschap behooren, moet een schok geweest zijn voor hun Engelsche geloofs- genooten, die zich niet ervan bewust waren, dat buitenlandsche katholieken hier vruchteloos op hulp wachtten. i RIO DE JANEIRO, 8 Januari. (V.D.) De Braziliaansche minister van oorlog heeft In een verklaring medegedeeld, dat priesters in Brazilië eveneens aan den dienstplicht zijn on derworpen en geen vrijstelling van militairen dienst zullen krijgen. SAARBRUECKEN, 8 Januari (UN. PRESS). Tusschen eenige ter deelneming aan de volks stemming naar hier gekomen Amerikanen en de leiding van het Duitsche Front heerscht een zekere ontstemming. Naar wij vernemen, beklaagt de uit Seattle komende Amerikaansche, mevr. Eyerdam, zich erover, dat het Duitsche Front weigert haar de reiskosten ten bedrage van 400 dollar terug te geven, hoewel zulks aan haar beloofd was. Eerst thans is namelijk gebleken, dat zij op gronden van staatsburgerschap niet stem gerechtigd is. Daarop heeft het Duitsche Front verklaard, dat het haar de reiskosten niet ver goeden kan. Mevr. Eyerdam heeft zich thans tot den Duit- schen consul gewend met het verzoek, te haren gunste te interveniëeren. Ook de uit Buenos Aires komende gebroeders Richard en Carlos Immig liggen overhoop met het Duitsche Front Zij zijn erover ontstemd, dat vertegenwoordigers van het Duitsche Front van hen te weten trachten te komen, hoe zij zullen stemmen. De gebroeders verklaren echter, dat zij geenerlei verplichtingen zijn aan gegaan. Anderzijds prijzen zij de vrijgevigheid, waar mede hét Duitsche Front hun niet alleen den overtocht heeft betaald maar ook de verblijf kosten, met inbegrip van de maaltijden. MEXICO, 8 Januari (V.D.) 43 Arbeiders van h"t abattoir in de voorstad Tacubaya bevonden zich gistermiddag reeds 125 uren in honger staking. Zes hunner waren reeds zoo verzwakt, dat zich bloédingen bij hen voordeden. De arbeiders hadden betere arbeidscontracten ver langd, welke echter door do directie, waren geweigerd, waarop zij besloten in hongerstaking te gaan. m Onze Brusselsche corrspondent meldt ons d.d. gisteren. Het parket van Brussel houdt zich sedert eenigen tijd bezig met een vrij duistere zaak, betreffende geknoei met schilderijen. In verband met deze zaak werd aangehouden, aldus „Het Laatste Nieuws" oveF deze affaire, „Alexander Reitzmann, die geboren is te Mos kou op 6 October 1888, maar die de Oósten- rijksche nationaliteit heeft verworven en zich, enkele-jaren geleden, te Brussel heeft bewogen in financieele kringen, en ook èen medewerker was van den beruchten Duitschen financier Julius Barmat. Men Weet, dat deze laatste als ongewenschte vreemdelng uit België werd gedreven. De naam Barmat wordt in verband met deze nieuwe zaak ook genoemd, echter slechts als'van een getuige, maar dan van een getuige, die niet wenscht, dat hij er verder wordt bij betrokken. Inderdaad, verschillende personen Wérden tegen Dinsdag aanstaande uitgenoodigd" zich bij -het gerecht te Brussel te melden; óm te worden ondervraagd nopens het gekqgei van Reitzmann. Onder hen bevindt zich- ook Julius Barmat. Deze had van -het Belgische gerecht een vrijgeleide bekomen voor 7. 8 en 9 Januari, om zich ongehinderd te Brussel te kunnèn' aan melden, op het gerechtshof. Maar Barmat heeft naar wij vernemen, geen zin om te komen, Hij heeft in elk geval laten weten, dat hij geen gebruik van zijn vrijgeleide zal maken. De on derzoeksrechter de heer Mechelynck, zal dus moeten trachten opheldering te verkrijgen zon der J. Barmat. De affaire is er eene van geknoei met schil derijen. Er werd n.l. een klacht ingediend door een Engelsche firma, met name Langton Dou glas Limited, te Londen, tegen Reitzmann. Deze firma was met genoemden Reitzmann te Brussel in relatie getreden en in Maart 1933 had zij hem tien schilderijen toevertrouwd, waardevolle doeken van oude meesters, die een bedrag vertegenwoordigden van ruim 10.000 pond. Reitzmann had verklaard, dat hij in staat was, dé schilderijen - verkoopen en hij had ze in depot gekregen voor dertig dagen. De firma Langton Douglas heeft de schilde rijen echter nooit meer terug gezien en op het oogenblik weet men nog niet. wat Reitz mann er mee heeft aangevangen. Hij zelf zit lntusschen in de gevangenis, verdacht van dief stal, oplichterij en verduistering. Hij was, na de geschiedenis met de Engelsche firma, naar Frankrijk gevlucht, waar hij het zóó bont maakte, dat hij zes verschillende ver oordeelingen opliep, wegens misbruik van ver trouwen, oplichterij, uitgifte van checks zon der provisie, enz. In den loop van het vorige jaar was zijn aanhouding in Frankrijk door het Belgische gerecht gevraagd, die in October j.l. inderdaad plaats vond. Sedert 23 October be vindt hij zich te Vorst. Het komt er dus nu op aan, uit te maken wat er met dé. schilderijen is gebeurd en wie. Reitzmann bij zijn knoeierijen behulpzaam is geweest. Uit wat er bekend is, schijnt te blij ken, dat de schilderijen herhaaldelijk gediend hebben als waarborg voor verschillende ope raties, maar dat zij, telkens als zij als waar borg moesten worden gerealiseerd waren ver dwenen. Reitzmann heeft te Brussel, dat is bekend, betrekkingen onderhouden met Julius Barmat, o.m. in eén bank aan de Koningstraat, waar Barmat veel invloed had. Toen tegen Barmat een bevel tot uitwijzing werd. genomen, wist hij een uitstel te bekomen door te verzekeren, dat hij waarborgen bezat, om te bewijzen, dat hij zijn Belgische schuldeischers zou betalen. Als waarborgen Werden tóen weer schilderijen geleverd. Het Belgische gerecht heeft ef échter tenslotte toch een einde aan gemaakt en Bar mat over de grens gezet. Over zijn relaties met Reitzmann is Barmat, naar Reuter meldt, te Amsterdam door de po litie ondervraagd. Hij heeft verklaard dat hij Reitzmann als belanghebbende had betrokken bij de „Vereenigde Handelsonderneming" ge vestigd Keizersgracht, te Amsterdam. Dit ge beurde in 1932 en hij had hem een pak aandee- len in de onderneming verkocht. Rietzmann had echter geen geld, om te betalen maar, al dus Barmat, hij. gaf als waarborg 14 schilde rijen,. die een waarde hadden, volgens de be wering van Reitzmann, van 25.000 dollar. Bar mat kreeg, samen met de schilderijen nog een bewijs van echtheid, dat echter valsch bleek te zijn, want Barmat vernam nadien, dat de schil derijen niet echt waren. Hij wendde zich dan tot Reitzmann. die volhield dat hij te goeder trouw was. Hij maakte zich sterk de schilderijen te Londen te kunnen verkoopen. Daarop werden eenige schilderijen in on derpand gegeven aan een bank te Amsterdam. Later werd een ander deel der schilderijen in onderpand verstrekt om zekere Belgische cre diteuren schadeloos te stellen. In werkelijkheid werden zij onder een anderen naam naar een Belgische bank gezonden, en zoodoende konden zij door een anderen persoon weer worden weg gehaald vóór de crediteuren opdaagden om hun onderpand op te eischen. Barmat kon op die manier eenige weken winnen, doordat hij zijn crediteuren geduld liet oefenen. Zoo staat thans deze verwarde en duistere zaak. De rechter van instructie zal Dinsdag vê'rscheiden getuigen hooren. t Onze Brusselsche correspondent seint ons d.d. 7 dezer nader. De schilderij-affaire te Brussel waarmede ook de financier Barmat zou gemoeid zijn, wordt steeds meer ingewikkeld. Naar thans verluidt, zouden ook uit de col lectie van de Zweedsche dame te Brussel, twee waardevolle schilderijen, waaronder een werk van den in 1637 overleden Franschen schilder Jaques Blanchars, voorstellende een moeder met twee kinderen, zijn verdwenen, door be middeling van Reitzmann, die doorging voor den vertrouwensman van Barmat. Reitzmann zou om dit schilderij afhandig te maken, val- sche wissels hebben in omloop gebracht, van de inmiddels failliet gegane Brusselsche bank, waarvan gezegd wordt, dat zij destijds opera ties voor rekening van Barmat verrichtte. Een andere bekende van Barmat, die thans in Nederland woont, zou met dezelfde dame in relatie hebben gestaan. Zes andere schilderijen kwamen naar Brus sel terug, nadat ze eerst b.a. in Rotterdam waren geweest. Brusselsche bladen beweren, dat Reitzmann en bedoelde andere persoon stroomannen waren van Barmat, die aan zijn schuleischers zou hebben voorgesteld, zijn collectie in pand te geven, waaronder zich ook de verdwenen werken 20uden bevonden hebben. Aanvankelijk werd deze collectie in een bank te Brussel bewaard, maar thans wordt verondersteld, dat zij Earmat, die Eelgie eenigen tijd geleden heeft veriaten, naai Nederland hebben vergezeld. De Engelsche firma Laughton Dóuglass Ltd. uit Londen heeft in Maart 1932, tien oude schilderijen, naar Reitzmann toegestuurd, die links en rechts aan schuldeischers van Barmat in pand zouden gegeven zijn. Het. Is ter wille van deze firma, dat de eerste klacht tegen Reitzmann is. uitgesteld. Het parket zet het" onderzoek voort.' Völklingen, 7 Januari 1935. De man hief den rechterarm in de hoogte en wuifde met zijn wijsvinger. „Hier an der Saar wird Weltgeschichtë ge- macht!" zei hij trotsch. Ik liet mijn oogen langs zijn winkelvoorraad dwalen; een belangrijke hoeveelheid stoffen, hemden, tricotgoederen en wat een goede manufacturen zaak alles nog bevat. Hij mag gelijk hebben met zijn bewering, maar hij schijnt er zich niet van bewust, dat die wereldgeschiedenis hem wel eens een flinken economischen strop zou kunnen bezorgen. En terwijl hij mij in een wijdloopig betoog het belang der volksstemming schildert als had ik er nog geen letter over geschreven verval ik in een gepeins over het typische ver schil, waarmee Duitschers en Hollanders op po litieke vraagstukken reageeren. Zou een deel van Nederland voor het probleem gesteld wor den, waarmee 800.000 mensehen zich hier dag en nacht bezig houden, dan kon men er zeker van zijn, dat alle kranten maandenlang hoofd artikelen- .zouden brengen, waarin de econo mische consequenties eeners beslissing haarfijn werden uitgepluisd. Ik wil niet zeggen, dat men hier voor de economische zijde van het geval geen oog heeft, verre van dat. Maar dit geschiedt zoo met ieder onderdeel van de Saarkwestie en duidt op zich zelf met op iets bizonders. Het economische probleem staat hier niet In het middelpunt, zooals dat bij ons men kan dit mooi of leelijk vinden zonder, twijfel het geval zou zijn, het wordt hier zelden om zijns zelfs wil behandeld, doch meestal onderge schikt gemaakt aan propaganda voor de poli tieke idee. Daarom wordt het ook steeds door een ge- kleurden bril bezien: in de voorstelling der ééne partij zal het Saargebied door een aansluiting bij Duitschland economisch ten ondergaan, in de andere voorstelling zal het er een opbloei door beleven. Van alle vraagstukken, die zich in en om het Saargebied voordoen, is het economische voor den objectieven bescnöuwer verreweg het meest interessant. -■ Het is in den werkeltjken. zin van het woord een „probleem", een ingewikkeld complex van nog niet opgeloste vraagstukken, waarin onbe vooroordeelde studie een weg kan wijzen, maar waarin zooals in alle economische proble men de practijk uitkomst zal moeten bren gen. In de vele gesprekken met voormannen van verschillende richting, bij de bestudeering der talrijke geschriften en brochures, heb ik aan het economische vraagstuk bizondere aandacht geschonken, omdat het misschien mèt de emigratie waarsehijnlijk tot de weinige zal behooren, die na 13 Januari zuilen voortbe- saan, ja, omdat het zich dan eerst tot volle gel ding komen en vermoedelijk op de toekomstige verhouding tusschen Frankrijk er. Duitschland zeer sterk inwerken zai. Het is niet mogelijk in het raam van de korte flitsende belichting van toestanden, roeeningen, verhoudingen, die deze „Saar-film" wil geven dit economische vraagstuk recht te doen: ik kan er slechts den ruwsten omstrek van aan. ven. Tevoren wil ik echter op het belang van dit aspect der Saarkwestie wijzen: wie zich in teresseert voor de structureele gevolgen, die de moderne tol- en barrière-politiek schept, en voor de moeilijkheden, die het verlaten of ver anderen dezer politiek in de toekomst onver mijdelijk moet geven, vindt in het saargebied sprekend een up-to-date studie-materiaal. De economische moeilijkheden, waarvoor het Saargebied zich zal gesteld zién bij een terug keer naar Duitschland, vloeien voort uit den overgang van het Fransche' in het Duitsche tol- gebied, die dan tevens zal plaats hebben en die met één slag allerlei gegroeide marktverhou dingen dreigt te veranderen. Voor het eerst .sinds 1871 zal bet Saargebied door een tolgrens gescheiden Worden van Elzas- Lotharingen, waarmee het economisch geheel en al is samengegroeid. Voor het eerst sinds 1918 zal het zich afwendén van dé Fransche markt, waarop het was ingesteld, zal het de binhenlandsche concurrentie in Duitschland komen vergrooten. Niet alleen voor het Saargebied zelf. ook voor de Fransche en Duitsche volkshuishou dingen in haar geheel moet deze totale econo mische omstelling zwarigheden veroorzaken. Vijf onderdeden van het economische pro bleem (voorzoover dit rechtstreeks het Saar gebied raakt, de kwestie der betalingen wordt dan nog niet eens aangeroerd) zijn daarbij te onderscheiden: het kolenvraagstuk; het ijzer en staal vraagstuk; de bestaanskatisen der klein en middenindustrie; de levensmiddelenvoorzie- ning; de aanpassing van prijzen en loonen aan een ander niveau. Het kolenvraagstuk concentreert zich in de afzetmodlijkheden, die de Saarkolen na den terugkeer tot Duitschland mogelijk zullen on dervinden. Tot nu toe gingen jaarlijks minstens 4 millioen ton kolen uit het Saargebied naar Frankrijk tegen 900.000 ton naar Duitschland. De Fransche mijndiretties lieten 't Zuidduitsche afzetgebied totaal verloren gaan. Blijft Frank rijk deze kolen niet verder afnemen, dan is men vrijwel uitsluitend op de Duitsche markt aangewezen. Deze markt is echter reeds met binnenlandsche kolen overvoerd. Ruimte kan alleen ten koste van het Ruhr-gebied geschapen worden. 4 millioen ton kolen per jaar beteek ent werk voor een kleine 15.000 arbeiders.... Voor de ijzer- en staalindustrie ligt de moei lijkheid anders. Zij betrekt haar grondstof ten ongeveer 3.5 millioen ton erts per jaar voor meer dan 90 pCt. uit bet Minette-gebied in Lotharingen. Wordt het Saargebied Duitsch, dan is het mogelijk, dat de Fransche generale staf „in het belang der landsverdediging" - de Lptharing.sche ertsiagen rijn niét Onuitputtelijk li d'eze ertsleveringèn 'veihfédt; de beruchte jWIirielte sperre". HiSÓfij.veiis en ''jj zei-werken •la'u de Saar zouden dan m den meest li -od iotligen gróiidstofTei.tiuHd aken' De "Lothar i,g ?che" erlsmijneri komen jan echter harer/jjci; voor groote afzetrnoeilijktieden te staan. De afzet-vraag is vo ir de Saa-landsche tjzer- industne minder urgent, omdat zij de laatste jaren in verband met bewapening? weer groote opdrachten uit het Rijk ontvangt eii In Frankrijk kwaliteitsproducten levert,- ,die de overeénkomsige Fransche nijverheid vaak niet vervaardigt. De kléinere en middeiindustrie Is grooten- deels eerst na den oorlog ontstaan. Meestal zijn het zelfstandige fabnekefl - die voor het Saargebied zelf en voot de Fransche markt werken, soms ook kleine docuterondernemin- gen van Duitsche firmas die het Saargebied en Lotharingen als afzetgebied behouden wil den. Vrijwel alle leggen zij zich toe op de pro ductie van verbruiksgoejeren De giss- en keramische industrie slaat met de steen nijverheid op den voorgrond, daarnaast vindt men papier- en cartonnage-, nout- en meu belfabrieken, bierbrouwei yen, voedings- en genotmiddelen- en tabaksindustrie. De textiel- en leernijverheid is vrij onbe'eekenend. Vele dezer kleinere facrieken ioopen eevaar hun Fransche afzetgebied te verliezen en in haar eigen omgev'ng aan de hevige concur rentie der Duitsche industrieën-te worden uit geleverd; De levensmiddelenvoorziening van 't Saarge bied geschiedt thans voor een Delangrijk deel door den Lotharingschen boerenstand, die groote hoeveelheden melk boter, meel vee en vleesch, groenten importeert. Het Saargebied kan na het vervallen der Duitsche- toigrers zijn levensmiddelen-behoeften uit den -Palts en de landelijke omgeving betrekken. Maar voor Frankrijk, dat toch reeds met zijn land- bouwartikelen geen weg weet. zou net verliës van het Saarlandsche afzetgebied een ernstige complicatie beteekenen. Tenslotte blijft dan voor de Saarlandsche volkshuishouding zelf nog het lastige vraag stuk over van de aanpassing der prijzen en loonen in het dure Fransche toigebied aan het lagere Dutsche niveau. Dat juist levensmidde len in Duitschland gestegen rijn, compliceert dé zaak natuurlijk nog. Verlies op voorraden, verlaging van levenspeil, koopkrachtv.erzwak- king, achteruitgang van den middenstand, dit alles staat voor de deur. Zal hét Duitsche Rijk door de beloofde maatrtgelèn van werkver schaffing, door uitvoering van groote open bare werken, door verbetering in de techni sche outillagé van den mijnbouw én dé leve ringen, die daarvoor noodig. zijn. door rijks bestellingen aan de Saar-industrie de nadee- len van den overgang weten te neutraliseeren? V.D. Zware dagtaak van Amerika's president. WASHINGTON, 8 Januari* (R. O.)' De man, die de gaestelijke vader is van de New Deal, welke den duur van den arbeidsdag voor tnil- lioenen werkers heeft vastgesteld op 8 uur, werkt zelf nog steeds 17 uur per dag. President Roosevelt v.rdeelt zijn dag als volgt: 7 uur gewekt wt-den. 7.15 uur. Ontbijten' in bed, acht kranten lezen en verschillende lingen bespreken met de rond zijn bed vergaderde leden van zijn „officieele familie", zooals den directeur der posterijen, den minister van financiën e.a. 9 uur. Scheren en in overleg met zijn beide secretarissen de afspraken voor den volgenden dag vaststellen. 10 uur. .Naar kantoor voor het voeren van een groot aantal conferenties over diversé na tionale en internationale problemen. 13 uur. Aan zijn bureau de lunch gebruiken en het vraagstuk van den dag bespreken met 'déngene. die "hier het naüwst bij betrokken is. Morgeruhau, dé minister van financiën, ris steeds op Maandag de gast. 11 uur. Stapels brieven behandelen en nog meer. conferenties houden, 17 uur. Zwemmen in zijn prlvé-zwembad, hetgeen des daags zijn meest geliefkoosde be zigheid Is. Terug naar het Witte Huis, om daar even tueel nog vóór het diner een conferentie te houden. 19.30 uur. Dineeren, waarbij gewoonlijk in tiemevrienden te gast zyn. 21 uur. Soms het bijwonen van een bioscoop voorstelling op de tweede verdieping -van het Witte Huis, alvorens naar zijn bureau terug te keeren voor het behandelen van de .brieven, die nog afgedaan moeten worden. Om over twaalven begeeft de president zich ter ruste. Hoe hij zijn concurrenten wist te verslaan. WASHINGTON, 8 Januari. (R. O.) President Roosevelt, die indertijd tóen hij nog aan 'de Harvard universiteit Studeerde, redacteur was van liet door deze universiteit uitgegeven blad, heeft voor een aantal univerSiteits-jour- r isten die in het Witte Huis waren bijeenge komen, medegedeeld, .hoe. hij destijds bij het •verslaan van een voetbalwedstrijd zijn concur renten wist. te slaan. toen de jaarlijksche voetbalwedstrijd- tus schen de Harvard- en Yale, universiteiten we der zou worden gehouden, was hij vastbesloten de reporters van de Yale-universiteit in snel heid van berichtgeving te slaan, alhoewel de wedstrijd te Yale zou worden gespeeld. Te dien einde voerde hij een eenvoudige drukpers met zich mede en terwijl de wedstrijd aan den gang was, kon hij zijn verslag drukken. Het resultaat was, dat zijn verslag negen mi nuten eerder klaar was dan dat zijner conour- renten. Een correspondent van dé „Paris Soir" meldt aan zijn blad,- dat mevrouw Wagner-Bousquet, wier naam den iaatsten tijd herhaaldelijk ge noemd is in verband met het drama op de Gala- pagos-eilanden, onderweg is naar Frankrijk. Mevrouw Wagner zou voornemens zijn in. Parijs haar memoires te pubilceeren. Onze Brusselsche correspondent meldt ons: De XVIe Yserbedevaart zal in het teeken staan van een hulde aan drie groote Vlamin gen: wijlen dr. Alfons van de Perre, katholiek kamerlid van Antwerpen en vurig strijder voor het Viaamsch .rechtsherstel; wij een dr. de Gruijter, die het tponeel in dienst van de viaamscbe hérlevingsgedachte heeft geplaatst, en kapelaan Cyriel Verschaeve, den grpoten dichter en in zekeren, zin ook den. gees;pl|j<ea iiadsman, tijdens pen oorlog., van dp Vlaam#ch- 'iezinde'soldaten op hei Vserfront. MOSKOU, 7 Januari (R.O.) Officieel wordt gehield, dat de afschaffing der broodkaarten in de sovjet-unie een algemeene prijsdaling tengevolge heeft gehad. De prijzen van boter, vleesch, aardappels m groente zijn- voor een gedeelte 25 tot 50. pet lager géwordén.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1935 | | pagina 2