TIEN JAREN „FIGARO" IN ONS LAND.
DE TWEEDE OEVER
VERBINDING.
ROUSSEL EN LOBOS.
MAANDAG 25 NOVEMBER 1935
TWEE EERSTE UITVOERINGEN
TE ROTTERDAM.
KERTHU WANNE-
VOETBAL-ONGEVAL.
LEO PICCIÓLUS TWEEDE
LUSTRUM.
HERDENKING TE ROTTERDAM.
MOTORFIETS GESTOLEN.
ITALIAANSCHE OPERA.
DE NIEUWE SONATE VAN PIJPER.
HILLEGERSBERG.
PRENTEN- EN FOTOVERZAMELING
R. K. S. V. „DE PIONIERS
VLAARDINGEN.
Beantwoording vragen van het
gemeenteraadslid mr. Dutilh.
CONCLUSIE COMMISSIE TER
BESTUDEERING.
B. en W. hebben op de vraag van het ge
meenteraadslid mr. Jacq. Dutilh inzake de on
zekerheid betreffende de twee verbinding tus-
schen de beide rivieroevers (deze vraag werd
inmiddels door ons gepubliceerd) het navol
gende onder de aandacht van den Raad ge
bracht.
Gelijk by de beantwoording van de vragen
ter zake van het raadslid, den heer J. de Bruin,
werd mefiegedeeld, was de commissie in zake
een tweede vaste oeververbinding over de
Nieuwe Maas, aan welker beoordeeling het
tunnel- en brugplan ter onderlinge verge
lijking was onderworpen, nog met haar onder
zoek bezig. De instelling van deze commissie
was door den Minister van Waterstaat a.i.
wenschelyk geoordeeld in verband met de om
standigheid, dat na de verschijning van het
door dr. ir. Emmen ontworpen plan van een
hooge overbrugging twijfel was ontstaan of
een tunnel wel de beste oplossing zou geven
en in het bijzonder het belangrijke verschil
in de door de ontwerpers geraamde bouwkos
ten de vraag had doen rijzen, of aan een hang
brug niet de voorkeur boven een tunnel zou
moeten worden gegeven. B. en W. achtten
het in het stadium, waarin deze aangelegen
heid toenmaals verkeerde, niet raadzaam
nadere mededeelingen te doen en waren van
oordeel, dat daaivoor in elk geval het resul
taat van de overweging van de commissie be
hoorde te worden afgewacht.
De commissie heeft inmiddels op 30 October
j.l„ na afsluiting van het eerste deel van
haar taak, rapport omtrent de voorloopige
resultaten van haar onderzoek ter kennis van
B. en W. gebracht.
Voor de bestudeering van dit belangrijke
vraagstuk heeft de commissie zich gesplitst
in verschillende sub-commissies teneinde te
rapporteeren omtrent de onderscheiden daar
bij betrokken vraagpunten. Nadat de rappor
ten van de sub-commissies, waarin de voordee-
len en de bezwaren van een oeververbinding
door middel van een tunnel en een brug tegen
over elkander werden afgewogen, waren uit
gebracht, heeft de commissie in pleno zich
omtrent het door haar in te nemen standpunt
beraden. Zij is daarbij onder meer tot de con
clusie gekomen, dat een keuze tusschen brug
en tunnel eerst door haar zou kunnen worden
gedaan, wanneer de werkelijke kosten van een
en ander bekend zouden zijn. De in de ontwer
pen van Gemeentewerken en van dr. ir. Em
men voorkomende cijfers konden in dezen
niet als basis dienen, omdat zjj uiteraard
slechts op ramingen berusten. De commissie
achtte het daarom wenscheiyk, dat door het
houden van een proef-aanbesteding voor beide
plannen een inzicht in de werkelijke kosten
van een tunnel en brug zou worden verkre
gen. Aangezien bij de door ir. Emmen ont
worpen brug op vier banen voor automobielen
met daarnaast accommodatie voor rijwielen
en voetgangers is gerekend, was de commissie
van oordeel, dat het ter verkrijging van een
zoo zuiver mogelijke vergelijking van de kos
ten van een tunnel tegenover die van een
brug, gewenscht zou zijn, dat mede een aan
bieding wordt gevraagd voor een tunnel met
dezelfde capaciteit als die van de brug, ter
wijl voorts een inschrijving ware te openen
voor een vierbanige tunnel, waarvan voorloo-
pig de helft wordt ingericht voor verkeer van
wielrijders en voetgangers. De commissie
stelde zich namelijk op het standpunt, dat op
lossingen, welke niet tevens een voorziening
voor voetgangers en rijwielen bieden, buiten
beschouwing kunnen worden gelaten.
B. en W. hebben zich met de conclusie van
de commissie gereedelijk kunnen vereenigen
en hebben onder dagteekening van 4 Novem
ber j.l. aan den Minister van Waterstaat ver
zocht tot het houden van de voorgenomen
proefaanbesteding toestemming te verleenen.
Op 12 November d.a.v. is van den Minister
bericht ontvangen, dat hij daaraan goedkeu
ring hecht, waarna B. en W. ter voorbereiding
van de proefaanbesteding in de Nederlandsche
Staatscourant en in „de Ingenieur een be
kendmaking met de eischen hebben doen op
nemen, (welke bekendmaking ook door ons is
overgenomen).
Deze jeugdige Finsche Kerthu Wanne heeft
onmiskenbaar zeer goede violistische hoe a-
nigheden, maar ze had toch beter gedaan me
nog wat te wachten om op tournee te gaan
voor het geven van recitals. Haar techniek
is goed ontwikkeld, geeft haar geen zwarig
heden, pols en armbeweging zijn soepel en
sierlijk, de streek ferm en bewust. Haar
program is zeer afwisselend en goed gekozen,
maar haar spel geeft nog een onbevredigend
gevoel. Men mist erin nog te veel karakter,
zelfbewustheid en warmte. Gevolg van nog
niet los-zijn van schoolschheid. Onevenwichtig
heid ook doet haar spel zoo verschillend van
waarde zijn. Er zijn oogenblikken van spon
taneïteit, van warme, gevoelvolle voordracht,
waarby haar toon vol zang is. Maar deze
momenten beteekenen nog te weinig in een
program, dat een paar uren in beslag neemt.
Het Adagio uit de Sonate in G-moll van
Eccles (in de bewerking van Salmon) speelde
ze met groote toewijding en veel gevoel. Bach
daarentegen miste den gewenschten stijl,
strakheid en adel.
Na de pauze deed zij zich in nummers van
kleinen omvang zoo in een eigen compositie
„Souvenir" kennen als de violiste, aan wie
charme niet ontbreekt en die gevoelig weet
te schakecren. Haar reproducties hebben
echter nog niet die hoogte bereikt, waar steeds
van kunstzinnigheid en innerlijke bewogenheid
sprake is. De kern is er en voortdurende ont
wikkeling ervan zal haar spel belangrijk in
waarde en diepte doen winnen. Een opvallende
eigenaardigheid is, dat, wanneer er van eenlge
onzuiverheid sprake was dat steeds voorkwam,
als de violiste op de e-snaar speelde.
Astrid Joutseno was de volgzame en beschei
den soms tè bescheiden secondante aan
den vleugel. Als ze zich meer geeft en haar
schijnbare angstvalligheid weet te overwinnen,
zal haar spel niet alleen aan gloed winnen,
maar ook aan het samenspel meer relief
geven.
G.
Aline v. Bdrentzen speelt Schumann.
Dat Alb. Roussel, ondanks zijn reeds ge
vorderden leeftijd een actieve figuur is, wiens
compositorische talenten voortdurend nog
merkwaardige aspecten doen opengaan, kon
men ervaren by de zeer knappe verklanking-
van zyn vierde symphonie, waarmede het
Rott. Philh. Orkest weder een verbluffend
staal van activiteit maar ook van artistici
teit gaf.
Daar de voleindingsdatum van deze com
positie natuurlijk later valt dan die van zyn
ook hier gespeelde derde symphonie (niet
vorig seizoen, maar reeds eerder!) valt
het op, dat de vierde Juist een muziek brengt,
die zooveel meer „verklart" aandoet; de com
ponist iflkt hier eer verjongd van geest dan
rijker aan technische ervaringen, hoewel
juist in dit opzicht weder van een groote
rijpheid kan gesproken worden. Deze muziek
is volkomen doorzichtig in den goeden zin
des woords het werk dartelt van „Musi-
zierungsfreundigkeit", de symphonie klinkt
(zooals men dat typisch uitdrukt) als een
klok.
Het eerste deel bestaat uit een lento en
een allegro; wat den bouw hiervan betreft,
zjj opgemerkt, dat de thema's (die hierin ge
hoord worden) reeds gelanceerd zijn in het
lento, om op muzikanteske wijze te worden
uitgewerkt in 't allegro; wat in 't lento mo
gelijk nog wat donker kon aandoen, werd in
,'t allegro volkomen klaarheid: alle zwaarte-
gevoel bleek daar opgeheven. In het 2e deei
merkt men bjj den componist een streven om
het ensemble zoowel als de afzonderlijke
partijen zoo harmonieus en melodieus moge
lijk te doen klinken en spelen: elk instrument
krijgt op zijn beurt de mooiste kansen en
de bespeler krijgt ten volle gelegenheid zich
hierin te verlustigen. Als in één vaart ge
schreven lijkt het derde deel (scherzando),
dat op weelderige wijze een rijkdom van
harmonieën brengt in een luoiede themabe
werking. De finale biedt tenslotte een blij
spel van pikante thema's, kostelijk tegen
elkaar uitgespeeld, die aan het slot stijgen
tot een prachtige climax.
Even vitaal en frisch als het werk zelf
was ook de première onder Flipse, die door
het publiek terecht hartelijk gehuldigd werd,
doch zijn orkest volledig in de langdurige
ovatie Het deelen. Een joyeuze inzet van het
vierde Zaterdagmiddagconcert.
Villa Lobos, wiens chöros No. 8 in zijn uit
stekend geslaagd uitvoering aan het Doele-
zaal-publiek eenig idee kon geven over de
muzikaliteit van dezen componist (van wien
in ons land tot nu toe niets gespeeld werd)
is ongetwijfeld een talent, die goed weet, hoe
hij voor orkest moet schrijven; zijn eenige
zwakheid lijkt ons, dat hij zich niet vol
doende heeft weten te matigen in de hoeveel
heid noten, die après-tout niet alle nood
zakelijk blijken, om zijn bedoelingen bij de
uitvoering te realiseeren. Flipse, als gerouti
neerd partituur lezer, heeft dit oogenblikke-
lijk kunnen zien en de Nederlandsche pre
mière daarom zóó geregeld, dat de overdaad
op schrift geen overmaat voor 't gehoor werd.
In zijn werk geeft Lobos min of meer „bar-
baarsehe" volksmelodieën (die n.l. in een be
paalde streek inheemsch waren, voor „de
cultuur!" er haar intrede deed) in het pri
mitieve rhythme. De opzet, om deze melo
dieën, die nogal eens fragmentarisch opklin
ken, steeds en overal te laten overheerschen,
kon echter niet verhinderen, dat het rhythme
soms wat zwaar werd, hetgeen medebracht,
dat de dirigent bjj de uitvoering voor een
dubbel moeilijke taak stond, die hij noch
tans prachtig volbracht dank zij een hoog
te prijzen reactie van het orkest op alle in
tenties van den leider. Een duidelijke trek in
deze compositie waarin veel en ongewoon
slagwerk dienst moet doen is, dat zjj in
haar groote ensemble-partijen volkomen ge
ïnspireerd is op de groote ensembles van
„Le sacre du printemps" van Strawinsky.
Contrasten zjjn er vele; men valt van de
hevigste explosies in de teederste verstilling,
men beleeft het zwaarste kopergedreun en de
ijlste houtblaas-effecten, men vermeit zich in
pikanterieën en verwerkt de sterkste gelulds-
aanvallen, de twee piano's (uitstekend be
speeld door Aline v. B&rentzen en Marinus
Flipse) gaan volkomen in de orkestrale kleu
ren op of komen op brutale wijze maar gran
dioos naar voren; het ensemble joelt en woelt
of het musiceert in een onbezorgde serenade
stemming.
Er ia dus volop aanleiding, om van gedach
ten te wisselen over de kwaliteiten dezer
muziek als zoodanig. Men zal ze niet „mooi"
vinden. Misschien? Men kan er om lachen.
Waarom? Men zal ze afwijzenNeen! dat
mag niet! Het is in ieder geval iets ge
niaals! En 't is werk met temperament!
Dat het moeilijk, ja zeer moeilijk uit te
voeren is, kan niemand betwisten. Dat de
moeilijkheden by het R. Ph. 0 terdege aan
gedurfd en grootendeels overwonnen werden,
is een compliment voor den ondernemings
geest en paraatheid van het ensemble
Na de pauze speelde Aline van B&rentzen
een Amerikaansche van geboorte, die op elf
jarigen leeftijd al een ,,prix d'excelience" in
haar vingers had, het piano-concert van
Schumann. Ons compliment aan deze fa
meuze artiste, die dit technisoh-zware werk
zonder een enkelen misgreep met overtuiging
en echte muzikaliteit heeft doen klinken. De
ovatie was verdiend.
De Oberon-ouverture diende als finale van
den middag. j
De 24-jarige H. B. uit de Zaadakkerstraat
is bij het voetballen op een terrein aan den
Kreekweg gevallen. Met een gebroken sleutel
been is hij in het ziekenhuis aan den Cool-
aingel opgenomen.
MAIL VERZENDING.
Eerstvolgende verzendingen en
tingen resp. laatste aanbieding ê®.f«rdam.
stukken aan het hoofdpostkantoor te RO
Ned. Indië: 27 Nov. zeepost s.s. Bioajau
Rotterdam 11.- gew. st.. 26 Nov. 20.- agt-
28 Nov. ma.il s.s. Chr. Huygens v. Genua ew
gew. at., 27 Nov. 20- agt.. st.; 27 en oO NOV.
luchtpost via Amsterdam—Bandoeng 1.30 gew.
St.. v. dag 20.- agt. st.; 28 Nov. luchtpost via
Meda.n—Batavia 7.30 gew. st., 20.- agt. st.--6
en 30 Nov. luchtpost via Londen—Singapore 11-40
gew. st., 11.40 agt. st.
Suriname: 29 Nov. mail s.s. Colombia v. Am
sterdam 1.30 gew. st.., 28 Nov. 20.- agt. st.
Aruba, Bonaire, Curasao: 26 Nov. mail s.s.
Majestic v. Southampton 9.30 gew. st.26 Nov.
mail s.s. Majestic v. Cherbourg 19.45 gew. St.,
19.15 agt. st.; 29 Nov. zeepost/mail s.s. Colombia
v. Amsterdam 1.30 gew. st„ 28 Nov. 20.-.
Unie van Zuid-Afrika, Mozambique: 28 Nov.
s.s. Warwick Castle v. Southampton 20.45 gew.
st., 20.- agt. st.; 28 Nov. luchtpost via Kaapstad
—Durban 20.45 gew. St., 20.- agt. st.
Ten nadeele van C. v. A. van de Schiekade
is in de le Mkidellandstraai een motorfiets
gestolen. Het ia een Norton, nr. H. 91077.
Een grandiose ovatie op het tooneel en
een spontane hulde bij den uitgang
van den Schouwburg.
De Maasstad tieeft zich niet onbetuigd gelaten
ter zake van de 10-jarige Nederlandsche
opera-loopbaan van den bariton Leo Piccioli,
een zoo zeldzaam feit by het Italiaansche ge
zelschap, door een vlottende bevolking ge
kenmerkt, dat men het een extra-markeering
waardig keurde.
Wie over de populaire, maar tevens uit
muntende krachten spreekt van den, aan
veel wisselvalligheden blootgestelden, troep
der opera dienende Italianen, heeft het on-
vormijdeiyk over „Piccioli in den barbier!"
als iets, dat moeilijk te overtreffen valt, in
ieder geval een creatie, waarvoor men voor-
loopig zelfs geen betere verlangt. In stad en
provincie, op de planken in z'n tooneelpak en
op het podium in rok is Piccioli steeds en
overal, de acteur en de zanger, die boeit en
verbaast door zyn vitaliteit en temperament.
Piccioli heeft zich de verdiensten verzameld,
aan het Nederlandsche publiek te kunnen la
ten hooren en zien, hoe men volbloed-opera-
artist kan en moet zijn, zonder aan serieuze
kunstbeoefening te kort te doen, hetgeen niet
by ledereen makkeiyk samen gaat. Hij heeft
het bovendien klaar gespeeld, tien jaar achter
oen aan den troep verbonden te biyven, zon
der vermindering van activiteit cn zonder in
antistieke beteekenis achter op te komen.
Het mag een unicum heeten in de geschie
denis der Italiaansche Opera in Nederland:
een staat van dienst, die zeker biliykte, dat
men er een extra herdenking voor belegde.
Begrypeiyk, dat de zanger voor den hem
gewijden feestavond zjjn glansrol bestemde,
den Figaro, die hjj, naar verluidt, alree 'n
500 maal moet hebben gezongen, maar die nog
steeds uitmunt door frissche en vieve voor
dracht en een spel zoo beweegiyk als kwik
zilver naar den aard van den vrooiyken en
ooiyken barbier, geroutineerd in het opknap
pen van nog andere zaakjes dan het verwjj-
deren van baardstoppels en wat dies meer zy.
En dat „dies meer" omvat in deze komi
sche, romantische geschiedenis, met echt
onwêer 'tot slot, heel wat.
En niet voor de eerste maal hielp hij aldus
den Almaviva van Luigi Fort uit den brand.
Wie dezen licht-gevooisden tenor nog pas
bewonderde toen hy ln de kalme sfeer van een
omroep-studlo al zjjn beschikbaren moed kon
samenrapen, blijft zich er over verwonderen,
dat hij na zooveel jaren oefening toch nog
maar weinig voortgang blijkt gemaakt te
hebben in het beheerschen van zijn planken
koorts zelfs ondanks de stage aanmoediging
van het hem zeer genegen publiek. Zijn mooie
stem. zoo uiterst geschikt voor de partij, zou
deze stellig heel wat meer relief kunnen ge
ven als hy een zekere traagheid bij o& uit
voering van de sierlijke notenfiguren in deZe
partituur zou overwinnen; voorts ook als zjjn
techniek hem beter in staat stelde, „door te
zingen" als de toon eenmaal aangestemd is
en als hij ook eens wat aandacht ging be
steden aan het nuanceeren, al naar de spel-
omstandigheden dit eischen.
Eenige reserve in de goedkeurende appre
ciatie lijkt ons mede noodig voor Nunu San-
chioni, wier Leila ons nog in de herinnering
lag maar die als Rosina haar Ceylonsche
creatie niet in de schaduw stelde. Ietwat ruw
klonk het nu en dan wel en de scherpe puntjes
bleven ditmaal niet steeds bedekt. De inge
legde aria uit Lakmé kwam er nog het best af.
Vittoria Baldo (voor Bartolo) zorgde met
Gregoria Melnik (voor Basilio) volgens het
gebruikelijke recept voor de komische noot.
Beiden kunnen zingen zoowel als speler: ge
knipte krachten dus voor het werk van den
Sevilliaanschen barbiergeschiedenis. Er is Za
terdagavond geen enkele kans onbenut geble
ven, om te doen, wat in het belang van deze
opera gewenscht kan geacht worden. Mel
nik vooral had ook voor een opvallend goe
de „kop" gezorgd, terwijl overigens zjjn fi
guur in alle opzichten bekjjkwaardig mocht
geacht worden.
Het wordt op den duur wel moeilijk, altijd
om dezelfde grappen te lachen, maar het
publiek speelt dat toch klaar. Met zyn laster-
arla had Melnik natuurlijk als voorheen 'n
soort succes fou. Hij deed dan ook wel erg
z'n best.
En Luisa Squarzina, die ook wel gauw aan
haar 10e seizoen toe is, knapte als vanouds
heel verdienstelijk de Berta-partij op.
Onder leiding van Vincenzo Marini kweet
het orkest zich behoorlijk van zyn taak en
de koorzang was alweer in de puntjes.
Voor het eerst in dit seizoen kwam er weer
een en ander voor den dag van het vroeger
reeds gebruikte eigen decor. Hadden we mis
schien daaraan de onmenscheiyk, lange entre-
acte in het eerste bedrijf te danken?
Voor de pauze werd de jubilaris, die bij zjjn
entree tooneel een ovatie had gekregen en voor
zijn groote aria extra met applaus was geho
noreerd, flink in de bloemetjes gezet. Een
drietal kransen en 'n zestal bouquetten werden
hem aan de voeten gelegd. Namens de Opera
directeur huldigde mej. Honstede Piccioli als
steunpilaar der onderneming en wenschte hem
met het zeldzame Jubilé geluk. Ook namens
de directie van den Grooten Schouwburg bood
zij een bloemenhulde aan. Van de galerjj-vrien-
dlnnen en vrienden kwam mede een vertegen
woordigster tea toonecle om geschenken, o. a.
een rooktafel, te offreeren.
Het publiek klapte van voldoening, dat Pic-
ciole zoo'n goede beurt maakte. Het was, als
of men wilde laten hooren: zie nu toch eens,
hoe goed wy 't met jc voor "hebben!"
De jubilaris haalde een papiertje voor den
dag en las niet veel nadrukkelijkheid zjjn
Nederlandsche dankbetuiging; „ik dank l?
voor uw vriendschap en de mooie ontvangst
van vanavond; 't is voor mjj een groot piei-
zier en daarom ben ik erg geëmotieneerd. Ik
ben u zeer dankbaar en noem Holland mijn
tweede vaderland. Ik dank u van harte en
tot ziens!"
Het publiek Juichte lang na en de jubilaris
putte zich uit in dankbaarheidsbewjjzen.
Na afloop van de voorstelling had bjj den
Schouwburguitgang, waar de gezelschapsbus
de dames en heeren wachtte, nog een spon
tane huldiging door een aantal „liefhebbers"
plaats. Piccioli kon den auto niet inkomen,
tenzij gedragen op tientallen handen, het
„Lanc zal hij leven" klonk en het duurde
lang eer het afscheid geëindigd was. Het was
aardig.
De zaal was zoo goed als geheel bezet en
ieder der executanten kreeg ruim zijn deel
in den gul geschonken bjjval.
Zaterdag Troubadour.
Een „Zondagsche" Bohème.
Twee opera-avonden achter elkaar; het
was wat gewaagd voor Rotterdam, waar de
luxe niet meer voor 't grjjpen ligt; de op
komst van het publiek viel gisterenavond dan
ook tegen en dat was ontzettend Jammer,
want de Italianen hebben een „Bohème"
gegeven, zóó boeiend, zóó levendig, zoo echt,
als er maar zelden een te hooren en te zien
Is geweest. Zoo'n tusschengezette Zondag
sche opvoering werd welhaast model-werk.
Wat allereerst opviel, was, dat de vier
manneljjke hoofdfiguren zóó buitengewoon
goed „bjj stem" waren.
Men zal misschien even opkjjken van deze
uitdrukking, maar degenen, die de Italianen
meer dan eens in de week beluisteren kunnen,
weten, dat er wel degeiyk verschil geconsta
teerd kan worden, wat trouwens voor de
hand ligt bjj Zuiderlingen, die aan een Hol-
landsche November-gril worden overgelaten.
Terzake! Er klonken dus prachtstemmen.
Sara Scuderi voorop en bovenaan. Wanneer
is zjj ooit minder goed geweest? Ik kan me
geen enkelen avond van deze zangeres her
inneren, waarop eenige matheid kon geconsta
teerd worden. Gisteren echter was ze wel
zoo volop mooi en gaaf, dat deze Mimi-crea
tie heel lang in onze herinnering zal moeten
blijven.
Mafalda Chiorboll was ditmaal Musetta
en ook deze zangeres, die zich al in verschil
lende rollen een goede kracht toonde, was in
Bohème uitstekend op haar plaats. Haar spel
en samenzang met Marchi in de derde acte
was van prima kwaliteit.
Marchi als Marcello heeft zich in den loop
der jaren al zóóveel verdiensten verzameld,
dat het moeiijjk valt, hem nog eens zóó in
de bloemetjes te zetten dat een nieuwe kant
van zjjn talent naar voren zou komen. Volop
doorleefd en tot in finesses natuurljjk is zjjn
werk.
Gaspare Rubino's heldere tenor glansde
heel den avond onverzwakt en bracht be-
grjjpeljjkerwjjze een stemming van uitbun
digheid in alle rangen van de Schouwburg,
maar vooral in de hoogste rijen.
Sardi was Schaunard en met veel attenties
voor details deed hij deze partij tot haar
recht komen.
Costa's geluid in de Collini-rol was zoo hel
der en vitaal als men het nog maar zelden
van hem beleefd heeft.
Baldo, die zich Zaterdagavond in de Bar
bier als een kracht van komische Kwaliteit
Had doen kennen, zorgde om voor de kleine
partyen van Benoit en Alcindoro.
Het ltoor was onberispelijk.
zOo feestscêne in II levendig van regie.
De instrumentale' bijdrage van het orkest
stond op hoog peil: Puccini's prachtig bloe-
semend thema en zijn boeiende motieven
kwamen voortdurend zóó weelderig uit, dat
men alle respect moest bewyzen aan de lei
ding van Ottavio Marini, een der vele diri
genten, waarover de I. O. beschikt en met
wion zjj clezen avond zeer succesvol voor den
dag kwam.
Toen het prachtige kwartet aan 't eind van
III verklonken was, rees er een storm van
applaus los, terwjjl bossen witte bloemen
door de galerjjbezoekers naar Scuderi en Ru-
bino geworpen werden, met zooveel harte
lijkheid, dat een herhaling van het kwartet
niet kon uitblijven.
Toen kwamen er nog heel wat bloemruikers
ten tooneele, zoodat de hoofdpersonen de ar-
men vol kregen.
Het was hun volop gegund.
Het is een prachtige „Bohème" geweest.
J. W.
De Robertson's spelen het werk tc
Rotterdam.
Over de nieuwe sonate voor twee piano's
van Willem Pijper is reeds in dit blad met
een enkel woord geschreven bij de eerste uit
voering te Amersfoort Gisteren was het werk
middenstuk op het programma van het extra
concert, dat de Robertson's gaven voor de
Kamermuziekvereeniging te Rotterdam.
Het driedeelig, van bouw uiterst gecompli
ceerde werk, dat met een helder E-dur-
accoord begint, laat in het allegro aperto (le
deel) na een typisch Pjjperscl- motief 'n zeer
zangrijk, in dit geval dus sterk contrastee-
rend thema hooren, dat in groote vaart een
groote hoeveelheid zeer varieerende bewerkin
gen ondergaat, welke op een ijl en vluchtig-
aandoende slotmaat uitloopen. Het 2e deel,
een grave, brengt eenige oogenblikken rust in
de beweging en helderheid in het technische
complex om echter spoedig weder grillig aan
doende figuren te laten optreden, welke zeer
puntig geschreven zijn, doch meer aangeven
dan afwerken. Het meest ingewikkelc e c ee
dezer sonate, een moderato assal gee yper
op z'n best als meester ln de finesses van e
vak Dit 3e deel is geschreven in dubbel
contrapunt, met diverse omkeeringen van het
thema, met het thema in vergrooting en in
verkleining, kortom met de meest interes-
santé uitbuiting van het materiaal. Even nog
treedt een walstempo op en tegen 't slot
grijpt de componist nogmaals naar het the
ma, waarvan hij uitging, om wederom als
naar gewoonte een verrassende finale te
maken.
Ingewijden zouden er plezier aan kunnen
beleven, precies te achterhalen, in welken
muzikalen vorm dit gedeelte is gezet: het sal
niet makkeljjk zijn, dit te bepalen. Dank zij
een meesterljjke vertolking van het zware
werk kon het talrjjke publiek er een goeden
indruk van meenemen
De componist was in de zaal aanwezig en
complimenteerde de pianisten hartelijk.
Mozart's Sonate in d. gr t. had den middag
geopend. Klein werk van Lecuona, Rachma
ninoff en Chopin stond aan het einde van het
programma. Schumann en Brahms sloten het
gedeelte voor de pauze af.
De zaal was prachtig vol. Het applaus on-
bedaariyk.
De sonate van Pjjper wordt morgen voor 't
eerst in den Haag gespeeld
J. w.
Hillegersbcrg, dat zich erop kan beroemen
tot een der oudste dorpen van Zuidholland te
behooren bezit een tamelijk omvangrijk ar
chief, dat pas in den laatsten tijd regelmatig
voor geschiedkundige doeleinden wordt be
studeerd.
Van evengroote, dikwijls van onschatbare
beteekenis is naast het resultaat dezer on
derzoekingen een historisch-topografische
verzameling van teekeningen en prenten.
Oude teekeningen of prenten van Hille-
gersberg zijn er weinig. Men zal zich her
inneren, dat Willem van den Hoonaard, van
1812 tot 1860 schoolmeester te Hillegers-
berg, eeri boekje geschreven heeft over de
geschiedenis van Hillegersberg en Bergschen-
hoek. De platen, die dit werkje verluchten,
zjjn van de „ruïne en kerk te Hillegersberg",
(1824), de „ruïne te Hillegersberg", (1842)
en, naar teekeningen van Jacob Lois, „Het
kasteel te Hillegersberg vóór .1426" en de
„ruïne en kerk te Hillegersberg in 1672".
De teekeningen van J. Kortebrant, die in
den Gids voor Hillegersberg voorkomen,
voorstellende het „Rechthuis en de Kerk
straat", en „Hillegersberg van de Strekkade
gezien", beide van 1755, zjjn nagenoeg de
eenige, die het gemeente-archief van Rotter
dam van dit dorp bezit. Dan vindt men er
nog een penteekening van Van Alkemade in
een van zyn manuscripten, voorstellende de
herberg „de Oranjeboom aan de Koot(sche)
Kade".
Inderdaad is het aantal bekende prenten
zeer gering en laat het zich niet aanzien,
dat er nog in particuliere verzamelingen
voorkomen. Dit is evenwel een reden te meer
om aan de vorming van een topografische
verzameling van prenten en foto's bijzondere
aandacht te schenken.
Velen beschikken ongetwijfeld over foto
grafieën, teekeningen van recenten datum
en prentbriefkaarten, die voor de geschiede
nis van deze gemeente van belang zjjn en
die een juist beeld geven van de onderschei
dene hier gevestigde vereenigingen.
Wjj noodigen hen uit aan ons plan daad-
werkeljjken steun te verleenen en hopen, dat
ook anderen, die aan de totstandkoming van
de prenten- en fotoverzameling kunnen me
dewerken, zich met ons in verbinding zullen
stellen.
CH. v. d. BERG, Conservator.
Caan van Necklaan 208,
Rij3wjjk (Z.H.).
Vrijdagavond j.l. vierde de R. K. Sport-
vereeniging „de Pioniers" haar ,1-jarig be
staan. Deze jonge spruit van t groote voetbal
huisgezin werkt gestadig voort om alle Kath.
voetballers van Hillegersberg en Schiebroek
ln haar elftallen onder te brengen. Het organi-
seeren van dezen feestavond vormde een be-
langrjjk onderdeel van deze actie. En mot
groote vreugde mochten wjj constateeren, dat
ook 'n meer cultureele avond schitterend
slagen kan. Het eerste gedeelte van dezen
avond werd n.l. gevuld met piano, zang en
declamatie, respectievelijk verzorgd door Diny
Holthaus, Cor van Munster en Leon v. d.
Hulst. De voorzitter van de vereoniging sprak
een warm welkomstwoord en de geestelijk
adviseur, kap. Roelvink, sloot met 'n klein
speechje het eerste gedeelte af, hetwelk t>y
de aanwezigen veel waardeerfng; obd'cWfmJI
Na de pauze bracht 'n leuke éénacter de
vroolijke sfeer in de zaal, die tydens het gezel
lig samenzijn haar hoogtepunt bereikte.
DE AFLEVERING VAN HET HUISVUIL
Met den heer A. L. Houweling, pachter van
het vervoer van het huisvuil der gemeente-
reiniging gaat het gemeentebestuur een
nieuwe overeenkomst aan, waarbij de vergoe
ding bepaald wordt op 0,1914 per inwoner
per Jaar. Het vuil zal worden gestort op een
terrein onder Bergschenhoek, ongeveer 7
800 meter buiten de grens der gemeente. De
overlading ln schuiten komt hiermede te ver
vallen.
SCHIEBROEK.
GEDETINEERD.
De beide verdachten, M. V. en J. D„ w0"
nende alhier, die er van verdacht worden zich
schuldig te hebben gemaakt aan diefstal met
braak ln de woning van de moeder van V.,
zijn gisteren naar het Huis van Bewaring te
Rotterdam getransporteerd.
OVERSCHIE.
AANRIJDING.
Gisterenavond omstreeks half zeven heeft op
den Kanaalweg langs 't Schie-Schiekanaal een
ernstige aanrijding plaats gehad. Een autobus
van de R. E. T. is op een handwagen gereden,
welk ongeval een droevig gevolg had. De
bestuurder van de autobus, de 39-jarige Th.,
wonende te Rotterdam, merkte den hand
wagen. die onvoldoende verlicht was, te laat
op. Daar de handwagen meer links dan rechts
van den weg reed, trachtte de autobusbestuur-
der nog rechts te passeeren en reed daartoe
den berm van den weg op. Hij kon echter den
handwagen niet meer ontwijken; de 34-jarige
M. J-, wonende Simonstraat te Rotterdam,
die achter den handwagen liep, werd tegen de
straat gesmakt.
Dokter Donkersloot en dokter Bremer uit
Overschie waren spoedig ter plaatse en ver
leenden de eerste hulp. Door de Roode Kruis-
auto is het slachtoffer in hopeloozen toestand
naar het ziekenhuis Coolsingel vervoerd. De
autobus werd slechts licht beschadigd.
PROPAGANcDA-AVOND NED. R. K, BLIN
DENBÓND „ST. ODILIA".
„Het Licht inwendig".
Vrijdagavond werd in het R. K. Vereni
gingsgebouw de eerste pro-paganda-avond ge
houden van den Ned. R. K. Bltoderibond „St,
Odilia".
Namens het plaatselijk comité van voorbe
reiding richtte Kapelaan W. v. Berg zich
tot de talryke aanwezigen en zette spreker
in korte trekken het doel van dezen avond
uiteen, n.l. propaganda voor de blindenzorg.
Waar land en gemeente te weinig subsidie
verstrekken, zyn de blinden in ons land. meer
aangewezen op de particuliere liefdadigheid.
Spreker herinnerde er aan, hoe reeds in 1260
de H. Lodewjjk, koning van Frankrijk, te Pa
rijs een hospitaal stichtte voor blinde bede
laars. In de 19e en 20e eeuw is de blinden
zorg in vollen omvang begonnen; in 1912
werd de Ned. Blindenvereeniging opgericht
en in 1920 de R. K. Blinden bond „St. Odilia",
Spreker toonde aan, dat er in ons lancl nog
zoo enorm veel te doen valt voor de blinden
en hoopte, dat de te Vlaardingen gevoerde
propaganda mocht helpen tot meer bekend
heid met dit mooie werk.
Allereerst werden nu eenige bij-filmpjes
vertoond; een bezoek aan Rome, een aardige
teekenfilm en een komische Charlie Ohaplin-
film.
Hierna wa3 het woord aan den heer G. J.
van den Berg uit Rotterdam, voorzitter van
den Ned. R. K. Blindenhand „St. Odilia". Zelf
blind, zette spreker de mooie taak uiteen,
welke „St. Odilia" zich heeft gesteld. De
blinden vragen geen medelijden, maar wel
medeleven; waar medelijden dikwijls neer
drukt, zal medeleven voortstuwen en ophef
fen. „St. Odilia" stelt zich niet ten doel, zich
op te sluiten in een apart blmdenwereldje,
maar zij wenscht de blinden te vormen tot
menschen, die nuttig kunnen zyn voor Kerk
en Maatschappij. Allereerst komt spr. daar
om op voor leerplicht voor de blinde kinde
ren. Het blinde kind wordt niet beschermd
en is analphabeet-zijn in het algemeen erg,
nog veel erger is dit, wanneer men een zin
tuig mist. De blinden zyn niet te baklagen
doch zij zijn in moeilijke levensomstandig
heden gebracht. Geef hun echter de gelegen
heid en zij zullen nuttig worden voor Kerk
en Maatsehappjj.
Spr. vroeg van de Overheid bescherming'
van de hulp aan de instituten, evenals de
Overheid de gewone scholen steunt en helpt.
De statistieken geven voor ons land nog pi.m.
3800 blinden, doch dit aantal is zeker veel
grooter, daar bij volkstellingen niet elke
blindheid opgegeven wordt. Er zijn nog dui
zenden blinden in ons land, die niet in staat
zjjn werk als zienden te verrichten, maar wel
werk van zienden. Men moet daartoe streven
naar vakopleiding, er moet werkgelegenheid
komen vöor de blinden en ook hier moet de
Overheid helpen. Slechts drie plaatsen in ons
land zijn er, waaf de Overheid helpt, n.l. Am
sterdam, Den Haag en Rotterdam; hier zijn
inrichtingen voor blinden. Op het platteland
echter wordt niets gedaan.
Hier wordt het overgelaten aan particulie
ren en dan wordt meest geholpen door het ge
ven van aalmoezen. Ook wordt er gezegd, laat
ze maar naar een gesticht gaan, maar dit is
vaak zoo moeilijk, daar ook do blinden graag
vrij willen zijn. Overal, in werkplaatsen, op
kantoren en in fabrieken, kunnen de blinden
werk verrichten, zelfs is bij de rivierpolitie te
Rotterdam een blinde marconist. In de bedrij
ven zijn echter nog maar hoogstens 15 a 20
blinden werkzaam; de rest is aangewezen op
de blindenvakken, mandenmaken, borstelma
ken enz. Hierin valt echter geen brood meer
te verdienen. Het gaat thans meer de richting
uit van moderne vakken; pianostemmen, mas
seur, telefoonbedienen, marconist enz. Propa
ganda is noodig om aan te toonen, dat iemand,
die zjjn oogen heeft verloren, niet achter
hoeft te staan bjj lien, die zien. Spr. vraagt ook
vooral blindenzorg voor het platteland en is
overtuigd, dat de blinden zullen winnen, en de
overheid tenslotte zal beseffen, dat de blinden
geholpen moeten worden, b.v. door het steunen
van bedryven, waarin blinden werkzaam zjjn.
Daarvoor is propaganda noodig. De blinde
moet niet beklaagd worden; hjj moet slechts
werk hebben. De publieke opinie moet zich in
teresseren voor het werk der blinden, teneinde
te komen tot nationale blindenzorg. Vervol
gens gat spr. een kort overzicht vapi het
braille-schrift. „De klop op de deurM van Ir.a
Bouflier-Bakker, omgezet in bmuic-.ohtift. ZOU
vuÏÏen^2 boekdeelen, elk lang 25,breed 35 en
dik 7 c.m. Ben pagina van een krant jn_braille
schrift kost plm. 30 cent.
Hierna werd de propagandafilm vertoond
„Het Licht Inwendig". In deze film, in beeld
gebracht door den heer Jan Hin, maken we
kennis met het leven en streven van den
blinde. Op het witte doek vinden we ons eigen
leven terug, maar soberder en moeilijker. Men
ziet het blinde kind op school, waar het de
noodige kennis opdoet, we zien het spelen en
ravotten, evenals andere kindere. Grooter ge
worden leert het kind zijn vak, we zien hem
werken te Grave, in de werkcentrale, in de
fabriek en op kantoor. In de beide gestichten
te Grave zijn thans 75 jongens en 50 meisjes
onder de 18 jaar, de ouderen, die er zyn, heb
ben geen plaats kunnen vinden in de maat
schappij. Verschillenden hebben alzoo zich een
zelfstandig bestaan veroverd, waarmee het
einddoel van den Kath. Blindenbond is bereikt.
We zien den blinde in den eigen huiselijken
kring, in zijn eigen gezien. Dat de blinde
streeft naar zoo groot mogelijke zelfstandig
heid kunnen we constateeren, wanneer we hem
met zjjn geleidehond zien wandelen. In ons
land worden op het oogenblik proeven geno
men met deze geleidehonden; het welslagen
hiervan kan mede het zoo buitengewoon moei
lijke geleidersvraagstuk tot oplossing brengen.
Het ziende publiek kan hierbij medewerken
door zich in het geheel niet te bem >eien met
blinde en hond. Dat de blinde ook streeft naar
onderling geestelijk contact, kunnen we zien
door hun vergaderingen. In één dezer verga
deringen verklaart de bondsvoorzitter, dat dc
r.K. blinde vertrouwt op God. In dit vertrou
wen wordt de geheele propaganda-aetie onder
nomen.
Dan tenslotte zien we een R.K. Priester,
blind geworden op Borneo, terwijl hij het H.
Misoffer opdraagt. Met dit H. Offer vereenigen
zich de blinden, zij aanvaarden het gemis van
het licht hunner oogen als een offer. We zien
hen ook ter bdevaart trekken naar Strijkhui-
zen in Limburg, naar den St. Odiliaberg. Hier
bidden zij vol vertrouwen op God, vast over
tuigd, dat zij hulp zullen vinuen.
En dan hebben we in deze mooie film ken
nis gemaakt met de blinden in het volle leven,
niet neergedrukt, jnaar vast overtuigd, dat zij
naast de zienden recht hebben op een
in de maatschappij. Geen medelijden, maar
wel medeleven met de blinden en hen helpen
en steunen. Kapelaan v. d. Berg sloot dezen
uitstekend geslaagden avond met een dank
woord aan allen, die tot het welslagen hadden
medegewerkt. Zaterdagmiddag werd de film
vertoond voor een flink aantal schoolkinderen,
terwijl Maandagavond nog een avond voor
volwassenen wordt gegeven. Moge de groote
propaganda-actic van den Ned. R.K. Blinden
bond slagen.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Te bevragen bjj: van den Brink, Ste3'nstr.
11, vulpen; van der Ster, Abr. Kuyperstraat
89, vogel; Zwaneveld. Struyckstraat, hond;
Waardenburg, van Rlebeekstraat 31, huissleu
tel (Lipsmodel)Poot, Prins Hendrikstraat 10,
rijwielplaatje; de Heer, Hofsingel 58, vulpen;
Sey, Spoorsingel 119, ceintuur en handschoen;
politiebureau, tabakspijp en paar kinderwan
tjes; de Ligt, Catsstraat 20, konijn, Geert-
sema, Heemraadstraat 43, rijwielplaatje.
GEEN ST. NTCOLAAS- MAAK
KERSTACTIE.
Er zal, zoowei door de drie Middenstandn-
vcreenigingen hier, als door 'de vereeniging
van Hoogstraatwinkeliers, geen speciale St.
Nicolaasactie worden gevoerd. In plaats daa*w
van zal een Kerstactie worden georganiseerd.