KONING EDWARD VIII VAN ENGELAND.
Als" prins van Wales was koning
Edward ongemeen populair.
LONDEN, 21 Januari (VAN ONZEN CORRES-
DENT). Hedenavond om zes uur komen beide
huizen van het Engelsche parlement bijeen om den
eed van trouw tegenover den nieuwen koning Edward
VIII af te leggen.
3"fj
DINSDAG 21 JANUARI 1936
HET POPULAIRE VORSTENPAAR.
BUITEN EN BOVEN DE STANDEN.
DE TROON EEN SYMBOOL.
ROUWSTEMMING IN
LONDEN.
„DE KONINKLIJKE HANDELS-
REIZIGER".
DE PRINS YAN WALES WORDT
HEDEN TOT KONING
GEPROCLAMEERD.
DE LAATSTE UREN VAN DEN
KONING.
Ontroerende smart van zijn gemalin.
Hij zal den naam dragen van
Edward VIII.
HET PARLEMENT HEDEN
BIJEENGEROEPEN.
■Mmm
zou heenkomen. Edward, die reeds menig
prerogatief had moeten prijsgeven, nam ten
aanzien van 't recht der Kroon op de benoe
mingen van peers een bijna onverzoenlijk
standpunt in, en ofschoon hij, met 't strenge
constitutioneele bewustzijn dat hem nimmer
verliet, tenslotte gezwicht zou zijn voor den
wil zijner verantwoordelijke ministers, moest
gevreesd worden dat de crisis, hoe het ver
loop ook zijn mocht, de verhouding tusschen
den troon en de natie niet zou verbeteren.
Al die moeilijkheden waren onopgelost, toen
George V Koning werd. Zelden besteeg in
vredestijd een man onder zoo unfaire qmstan-
digheden den troon. Wij zullen een gedocumen
teerde biografie van den overleden souverein
moeten afwachten om te weten hoe en wat hij
deed in die zeer moeilijke dagen, hij die
nóch de ervaring, nóch de menschenkennis,
nóch de zeldzame takt van zijn vader scheen
te bezitten. Maar één ding weten wij nu reeds,
daar wij het uit de gebeurtenissen kunnen
afleiden ondanks de unfairheid van Asquith,
die den nieuwen Koning een horde liberale
peers thuisstuurde, ondanks den burgeroorlog,
die in Ierland gromde, ondanks de steeds
dreigender wordende sociale conflicten, had
George V vóór de wereldoorlog uitbrak, het
prestige van Troon en Kroon reeds aanmer
kelijk versterkt.
In enkele jaren tijd waren de Koning en de
Koningin populair geworden in den besten zin
des woords. De nationale conflicten waren
grootendeels onopgelost, maar de souverein
was er, beter dan zijn voorganger, in geslaagd
zich boven die conflicten te stellen. Edward
was niet geheel vrij geweest van de Duitsche
traditioneele opvattingen van 't koningschap;
George bleek geheel doordrongen te zgn van
de modem-Westersche opvattingen, volgens
welke niet alleen de constitutie, maar ook de
logica den Koning in ieder politiek geschil
met zijn ministers in de laatste instantie iri
het ongelijk stelt.
Het is mogelijk dat de zeer netelige proble
men, welke bij den dood van Edward VU op
oplossing wachtten, aanleiding tot veel grooter
moeilijkheden zouden gegeven hebben, indien
de Koning was blijven leven. Edward was
hetgeen van een man die naar de zeventig
liep, geen verwondering kon baren eenigs-
zins ouderwetsch van gedachtensfeer gewor
den. Zijn regeeringsperiode noemt men het
..Edwardian" tijdperk, maar dit belet niet
dat hij zelf steeds van top tot teen een „Vic
torian" en géén „Edwardian" is geweest. Zijn
zoon daarentegen stond geestelijk geheel in
den nieuwen tijd, en zag de constitutioneele
vraagstukken, welke aan de orde waren, ver
moedelijk geheel anders.
Dat reeds zeer spoedig na Edwards dood de
internationale vraagstukken 'n scherper vorm
begonnen aan te nemen, kan een coïncidentie
geweest zijg; velen evenwel beschouwen het
als een bewijs dat Edwards persoonlijk pres
tige jarenlang een crisis had voorkomen. Dit
prestige bezat de opvolger niet; van zijn bio
grafen zullen wjj vernemen, of hij ook de
diplomatieke takt en het scherpe inzicht van
zijn vader miste. Het groote Agadir-conflict
had plaats een maand na George's kroning, en
weinige maanden nadat de Koning en zijn
neef, de Duitsche Keizer, het monument voor
hun grootmoeder, Koningin Victoria, voor
Buckingham Palace onthuld hadden. Er is
zeer weinig bekend omtrent de persoonlijke
verhouding tusschen de beide neven; dat de
Keizer voor George even bang was als voor
zijn oom „Bertie", en dat hij even hartelijk
't land aan hem had. kan men bezwaarlijk
aannemen. Even onwaarschijnlijk is het dat
de Koning poogde de „makelaars"-rol in Eu
ropa te spelen, welke zijn vader met zooveel
beleid vervuld had, maar het blijft voorloopig
een voorwerp van politieke speculatie of de
gebeurtenissen van 1910 tot 1914 een anderen
loop gehad zouden hebben, indien de matigen
de invloed van den pacifistischen Edward VII
zich op het continent had kunnen doen gelden.
Het eenige wat wij omtrent Koning George's
rol tot aan het uitbreken van den oorlog met
zekerheid kunnen zeggen, is dat hij in die
weinige jaren trjds erin slaagde t koning
schap een hyper-modem aanzien te geven,
en het hierdoor zoozeer te versterken dat het
zelfs tegen de gevolgen van een verloren
oorlog bestand zou geweest zijn.
Het is in onzen tijd niet voldoende, dat een
Koning constitutioneel boven de partgen staat,
hg moet ook staan buiten en boven de klassen
en standen. Er moet geen stand zijn die met
eenig recht den Koning kan monopoliseeren.
Er mag geen bijzondere solidariteit merkbaar
zijn tusschen den Koning en de aristocratie.
De vermaken van den adel en den rijkdom
mogen niet de exclusieve vermaken van den
Koning zjjn. Geen klasse van burgers moet
ooit met eenigen schjjn van reden de gedachte
in zich voelen opkomen: hij is niet mijn Ko
ning maar de Koning van hen, die voornamer
en rijker zijn dan ik; hij staat niet aan het
hoofd van het volk, maar aan het hoofd van
een deel van het volk, en tot dat deel behoor
ik niet. Van mijn nooden, wenschen en gedach
ten heeft de Koning geen begrip, of tenmin
ste geen ander begrip dan dat hetwelk hove
lingen hem gelieven bg te brengen. De jacht
is de sport der Koningen, en de adel en de
rijkdom jagen mee, maar in de sporten, waar
in het volk opgaat, stelt de Koning geen
belang.
Deze Koning nu stelde belang in alles wat
't volk betrof. Geen genadige belangstelling
vanuit 'n hemelhooge hoogte legde hij aan den
dag, maar een ware, natuurlijke, diep-gevoelde
belangstelling. Hij was de Koning van iederen
onderdaan. Hij bezocht de mijnwerkers in de
mijnen en de voetballers op 't voetbalveld. Hij
vertoonde zich overal waar het volk zgn leven
leefde, zijn arbeid verrichtte, zijn gepaste ge
noegens najoeg. Thans lijkt dit zoo gewoon en
eenvoudig, maar 'n jaar of zestien geleden was
't iets opzienbarend nieuws. Zijn onderdanen
begrepen niet aanstonds de beteekenis van dat
nieuws. Zij waardeerden, maar begrepen niet
de voortdurende, en toch zoo on-ostensieve
bedrijvigheid van den Koning, van diens ge
malin, en later van de koninklijke prinsen en
prinsessen. Eerst na eenige jaren begon men te
beseffen hoezeer door die moderne opvatting
van 't koningschap de positie van de Kroon,
als voornaamste orgaan der Britsche staats
inrichting, versterkt was.
Het huidige Engelsche koningsschap herin
nert nog slechts in weinig opzichten aan dat
van dertig jaren geleden, ofschoon de consti
tutioneele positie van den souverein slechts
weinige veranderingen ondergaan heeft,
George V heeft de monarchie gemoderniseerd;
hij heeft haar aangepast aan den nieuwen tijd,
hij heeft haar aannemelijk gemaakt voor
iederen onderdaan.
De democratiseering van 't koningschap
ging samen met zijn nationaliseering. 't Huis
van Saksen-Coburg-Gotha was Duitsch, en die
Duitschheid was van den dag, waarop de
eerste Hannoveraan den Engelschen troon
besteeg, herhaaldelijk merkbaar geweest. De
Duitsche invloeden aan 't Hof waren meer
dan 'n eeuw lang sterk; tjjdens de eerste tien
of twintig regeeringsjaren van koningin Vic
toria protesteerde de toen reeds deftige
„Times" krachtig tegen de begunstiging van
Duitschers door de Koningin, maar tot 't einde
van haar leven toe bleven aan 't hof een Duit
sche toon en Duitsche voorkeuren heerschen,
welke veel kwaad bloed zetten. Zelfs Edward
VII brak hiermede niet volkomen. Vooral on
der zijn regeering, toen er een nationaal wan
trouwen tegen Duitschland ontstond, waren
vele leden van 't Koninklijk Huis in de oogen
van het volk verdacht, in weerwil van Edwards
grenzenlooze populariteit. Wanneer George V
niet van den beginne af duidelgk had laten
merken, dat hij onvervalscht Engelschman
was, zonder eenig zwak voor neven en achter
neven van vreemden bloede, dan zou 't Ko
ninklijk Huis bij 't uitbreken van den oorlog
wellicht in een niet zeer benijdenswaardige po
sitie verkeerd hebben. Tegen enkele prinsen
van den bloede bestond trouwens tijdens den
oorlog en zelfs daarna, een levendig wantrou
wen, en dat de Koning eerst in 1917 de huis
order uitvaardigde, krachtens welke de prin
sen, die Duitsche titels droegen, deze moes
ten afleggen (o.a. zgn zwagers, de hertog en
de prins von Teek en de prinsen van Batten-
berg), bewijst dat hiertoe besloten werd onder
den drang der volksmeening. Van grooter be
teekenis voor de nationaliseering van 't Ko
ninklijk Huis, dat herdoopt werd in 't Huis van
Windsor, was, dat de Koning het door de
Hannoveranen uit Duitschland overgebrachte
„Ebenbürtigkeits" beginsel afschafte. Zijn
eenige dochter, prinses Mary, en zgn tweede
zoon, de hertog van York, zijn gehuwd met
Engelschen van niet-koninklgken bloede.
Gedurende den oorlog was de Troon het
symbool zoowel van den overwinningswil als
van de offervaardigheid des volks. De Koning
poseerde niet als nationale held, opperste leger
aanvoerder en opper-patriot; en veel minder
nog als de aanbeden souverein, voor wien de
soldaten zich ongetwijfeld gaarne lieten
mitrailleeren, maar evenals in vredestijd deel
den hij en de Koningin lief en leed met het
volk, levend met en te midden van het volk,
deelnemend aan al zijn werken en al zijn in
spanningen. Niet één soldaat kan een oogen-
blik den indruk gehad hebben, dat hij streed
ten pleiziere van den Koning, of ten behoeve
van een regime, waarvan de Koning de ver
tegenwoordiger was. Een ieder, met inbegrip
van den Koning, streed voor allen. Door hun
eenvoud, hun offervaardigheid, hun echtheid
verwierven de souvereinen zich in de oorlogs
jaren een algemeene toewijding, die bestand
zou zijn tegen de zwaarste nationale tegen
slagen. Het merkwaardige talent van George
V om een up-to date democratisch Koning te
zgn, verloochende zich ook in de oorlogsjaren
niet, en dit droeg meer bij tot bevestiging van
den Troon dan alle mogelijke verhaaltjes om
trent veldheerstalenten en andere min of meer
napoleontische begaafdheden van den Koning,
die deze talenten en begaafdheden ook vermoe
delijk in het geheel niet bezat.
Hoe bemind de Koning en de Koningin
Waren, bleek eerst ten volle na den oorlog;
eerst bij die dagenlange reeks van rondritten
even zoovele triomftochten welke zij door
verschillende Londensche volkswijken maak
ten; daarna bij tal van openbare overwinnings-
en dankzeggingsplechtigheden, maar vooral bij
sociale, sportieve en andere betoogingen,
waaraan de Koning trouw deelnam. Geen over
winning op 't slagveld kan een monarch zoo
populair maken als 't overhandigen van den
beker aan een overwinnend voetbal-team.
't Was na den oorlog, dat de tot mannen
opgegroeide prinsen den Koning bijstonden in
zijn groote taak. Den hertog van York hebben
wij zien golven met een mijnwerkersafgevaar-
digde, enverliezen. Wat kan 't prestige
van het Koninklijk Huis meer versterken dan
het feit, dat een zijner leden verslagen wordt
door 'n man uit het volk. 'n Paar honderd jaar
geleden (in sommige landen enkele tientallen
jaren geleden) zou zulk een man in den Tower
opgesloten zijn.
Tijdens de groote arbeidswoelingen, en
vooral gedurende de algemeene staking van
1926, was de Kroon 't symbool van recht en
orde. Zoo deze Koning de monarchie minder
populair gemaakt had, dan had 1926 vreemde
verrassingen kunnen opleveren. Maar in Enge
land bestaat geen anti-monarchale minderheid,
afgezien van een aantal communisten, die ech
ter evenmin republikein zijn. Het beginsel, dat
de Kroon belichaamt, wordt onvoorwaardelijk
geëerbiedigd door allen. Het is het beginsel
van de saamhoorigheid der Britsche eilanden.
Of George V een „groot" Koning was?
Waarschijnlijk. Hij zou misschien in bijna elke
andere kwaliteit zeer middelmatig geweest
zijn, maar 't „métier" van modern Koning-
zijn heeft hij verstaan gelijk geen ander.
Het geheele Engelsche volk schijnt
te ivahen aan het bed van den
stervenden koning.
LONDEN, 21 Januari (VAN ONZEN COR
RESPONDENT) Van negen uur af was er een
rouwstemming over Londen gekomen. Alle
hoop was opgegeven. Men voelde het einde
naderen. Ondanks de menigte in de straten
van het Westeind, werd het eigenaardig stil.
In de café'3 en restaurants zwegen de mu
ziekkapellen. De eene musick-hall na de an
dere onderbrak de voorstelling.
Het geheele Engelsche volk scheen te wa
ken aan het bed van den stervenden Koning.
Men liep als het ware op zijn teenen, men
fluisterde. Een ieder scheen zich aan zjjn
eigen gedachten over te geven. De oogen van
vele vrouwen waren betraand.
Donkere wolken joegen langs het uitspan
sel. De nacht begon stormachtig te worden en
in den opstekenden storm wachtte men op
hetgeen onvermijdelijk zou worden. Van uur
tot uur het groote machtige Londen in zoo
diepe smart te zien, is een hartverbrekend
schouwspel.
In den loop van den dag is den patient nog
maals zuurstof toegediend. Des morgens wa
ren de behandelende geneesheeren nog van
meening, dat de ongewijzigde toestand van
den koning nog verscheidene dagen zou kun
nen duren, maar een hernieuwd onderzoek van
den patiënt in den loop van den middag stelde
hen in deze verwachting teleur.
Ofschoon het communiqué van half zes zeer
ernstige ongerustheid te Londen en in het rgk
veroorzaakte, had men toen toch nog niet alle
hoop verloren, aangezien bij dergelijke ziekte
processen vaak nog een verbetering volgt op
depressies.
LONDEN, 20 Januari. (R.O.) Toen het bul
letin, waarin meegederV werd, dat het einde
„Napoleon noemde Engeland eens smalend
een volk van winkeliers", zelfs vijftig jaren
geleden nog scheen de prozaïsche handel iets
heel armzaligs te ztjn, vergeleken bij de roman
tiek van hoven. Ondanks de veelzijdige voor
treffelijkheden van wijlen koning Edward, was
deze niet wat men een commercieel man zou
mogen noemen. Koning George is in veel
sterker mate een man van zaken, maar in
commercieel talent overtreft de prins Zijne
Majesteit ver". (Bonar Law).
„De Prins weet dat zonder handel het heele
Britsche Rijk ineen zou storten. Bg gevolg
heeft hij bij de zichzelf opgelegde taak als
Rijksbouwer nooit uit het oog verloren, dat
handel noodzakelijk is". (Townsend).
De prins van Wales, die nog heden tot Koning
van Engeland geproclameerd zal worden, is
vaak de „Koninklijke handelsreiziger" ge
noemd. Zg belangstelling voor de uitbreiding
van den Britschen handel was steeds zeer
groot; in dit opzicht drukte hij de voetstappen
van zijn vader die, als prins van Wales, in
de Guildhall de beroemde rede heeft gehouden,
waarin hij het Rijk aanspoorde zich te wapenen
tegen de steeds scherper wordende concurren
tie van het buitenland. Maar koning Edward
heeft als prins van Wales voor dien handel
actief gewerkt; hij heeft ervoor gereisd. Hij
leerde Spaansch alvorens een bezoek aan
Argentinië te brengen aldus een navolgens
waardig voorbeeld gevend aan niet-koninklijke
handelsreizigers. Het is waar dat de ontwik
keling van den Engelsch-Argentijnschen han
del sinds zijn bezoek de vraag wettigt, of de
prins voor zijn studie van het Spaansch wel
voldoende beloond is.
Zijn belangstelling heeft zich echter niet tot
zuiver commercieele aangelegenheden beperkt.
Door eigen aanschouwing en studie heeft hij
de verhoudingen in de groote nijverheidscentra,
en in 't bijzonder in die districten, waar de
depressie het hevigst was, leeren kennen, en
al zijn prestige heeft hij aangewend om de
openbare aandacht op het werkloozen-vraag-
stuk te vestigen. Het was op zijn. initiatief ei
met zijn aanmoediging dat in 1919 de fiatloflal'
raad van maatsehappelijken dienst gevormd
werd. Het woningprobleem heeft hij aandach
tig bestude/rd; hij is een overtuigd bepleiter
geweest van de slooping van krot-woningen,
en op zijn eigen bezittingen in Zuid-Londen
heeft hij practisch aangetoond, hoe deze beide
vraagstukken opgelost kunnen worden.
Op velerlei gebied heeft hij door zijn voor
beeld de ontwikkeling van goede en nuttige
zaken bevorderd. De burgerlijke luchtvaart
dankt veel van haar snel toegenomen populari
teit hieraan, dat de prins van Wales bij voor
keur van vliegmachines gebruik maakte in
een tijd, waarin men nog wantrouwend daar
tegenover stond. Hij was een der eerste bezit
ters van een particulier vliegveld, n.l. bg zgn
huis Fort Belvedere, nabij Sunningdale in Kent.
Vele sporten hebben zgn belangstelling. Hij
is een verwoed golfer, een groot vriend van
de jacht, en een kloekmoedig paardrijder. Een
reeks ongevallen, hem omstreeks tien jaren
geleden, toen hij eenige malen uit het zadel
geworpen werd, overkomen, schijnen een
vaderlijke aanmaning ten gevolge gehad te
hebben deze sport niet anders dan met beza
digdheid te beoefenen.
Hg is president geweest van het British
legioen, president (in 1926) van de British
association, en eveneens president van de
Britsche rijkstentoonstelling te Wembley
(1924). Aan ontelbare andere instellingen
heeft hij medegewerkt; zgn activiteit is hoogst
veelzijdig geweest. Bovendien heeft hg groote
reizen over heel het rijk gemaakt, gelijk men
in de hier volgende korte levensbeschrijving
lezen zal.
Edward Albert Christian George Andrew
Patrick David werd den 23 Juni 1894 te White
Lodge, Richmond (Surrey) geboren. De eerste
drie namen zijn familienamen; de laatste vier
zijn achtereenvolgens die van de bescherm
heiligen van Engeland, Schotland, Ierland en
Wales. Zijn grootmoeder, koningin Alexandra,
noemde hem bij voorkeur David.
In 1907 ging hjj als adelborst naar Osbome,
vervolgens (in 1909) naar Dartmouth.
Na de kroning van zijn vader in Juni 1911,
werd hij den 23sten van die maand in het
kasteel van Carnarvon uitgeroepen tot prins
van Wales; hij was de eerste van de 19 prin
sen van Wales, die de investituur in het vor
stendom zelf ontvingen. Kort daarvoor den
10 Juni was hij ridder van den Kouseband
geworden.
In 1913 ging hg naar Oxford, waar hij in
geschreven werd aan Magdalen College.
Bb het uitbreken van den grooten oorlog
as hij Ingedeeld bij de grenadiersgarde. In
November 1914 werd hij behoemd tot adju
dant van sir John French. Uit dien tijd dag-
teekent een beroemd geworden anecdote.
De prins had een gevaarlijker post verlangd,
en lord Kitchener, de minister van Oorlog, had
geweigerd dien wensch te bevredigen.
„Maar zou de nationale geestdrift niet ge
weldig aangewakkerd worden, als ik kwam
te sneuvelen?" riep de prins uit.
„Ja", antwoordde Kitchener droog, „maar
niet als u krijgsgevangene gemaakt wordt."
In Frankrijk kwam hij herhaaldelijk onder
vuur. Later behoorde hij tot den staf van het
Middellandsche-Zee-expeditieleger in Egypte
(1916), en van October 1917 tot Mei 1918 was
hij aan het Italiaansche front. Gedurende de
rest van den oorlog was hij toegevoegd aan
het Canadeesche corps.
In deze jaren werd hij zeer populair in het
leger; de toen opgedane ervaringen hebben
zeker veel bijgedragen, dat hij steeds zulk een
warme belangstelling getoond heeft voor het
lot van oud-strijders. Dezen zijn in hem een
„kameraad" blijven zien. Ook de soldaten der
dominions leerden hem kennen en zoo was,
toen hij deze na den oorlog bezocht, zgn repu
tatie hem reeds lang vooruitgegaan.
Zijn eerste reis gold Newfoundland en Ca
nada (1919)hij bracht toen tevens een offi
cieel bezoek aan den president der Vereenigde
Staten te Washington. In 1920 reisde hij naar
Australië en Nieuw-Zeeland, zich onderweg
ophoudend in West-Indië, en in 1921 bracht
hij via Malta, waar hij het eerste Maltheesche
parlement opende, een officieel bezoek aan
Indië dat, ondanks de felle Swarajistische
vijandschap, veel bijdroeg tot verbetering der
Anglo-Indische betrekkingen. Over Ceylon,
Singapore en Hongkong begaf hij zich naar
Japan en vandaar huiswaarts.
Zijn volgende rijks-reis gold West- en Zuid-
Af rika (1925) waar hg zoowel door de Boeren
en de inlanders als door de Engelschen harte
lijk ontvangen werd. Van Kaapstad reisde hij
over St. Helena naar Zuid-Amerika, waar hij
vooral in Argentinië groote populariteit ver
wierf, en in hooge mate bijdroeg tot het toe
komstige succes van de Britsche tentoonstel
ling te Buenos Aires, welke hij in 1931 open
de.
In 1927 bezocht hij opnieuw Canada, in ge
zelschap van mr. Baldwin, den eersten minis
ter. Hij woonde de viering bij van den zestig
sten verjaardag der stichting van het Domi
nion.
In Canada is hij bezitter van eën ranch,
waar hij een tijdlang vertoefde.
In 1928 ging hij met zijn broeder, den her
tog van Gloucester, naar Oost-Afrika, maar
hij werd teruggeroepen in verband met de
ernstige ziekte des konings, en legde de 6000
mijlen in 14 dagen af.
In 1930 bezocht hij Oost-Afrika opnieuw.
Aldus heeft hij alle deelen des rijks voor
treffelijk leeren kennen. In de laatste jaren
heeft hij verscheidene particuliere bezoeken
aan het Continent gebracht, ook aan Neder
land, waar hij in 1932 enkele dagen met zijn
jongsten broeder, den tegenwoordigen hertog
van Kent, vertoefde na een reis door Skandi-
navië. Ofschoon hij vaak in Frankrijk ver
toeft, en ook ontspanningsreizen naar Oosten
rijk en Hongarije gemaakt zijn, blijkt uit niets,
dat hij de voorliefde voor een verblijf op het
Continent heeft, welke zijn grootvader zoozeer
kenmerkte.
Als prins van Wales is koning Edward bui
tengewoon populair geweest een populari
teit die de laatste jaren hechter is geworden
naarmate de populaire pers begon te begrij
pen, dat zij den prins belachelijk dreigde te
maken door hysterische verheerlijkingen, wel
ke beter gepast zouden hebben bij een film
ster.
Koning Edward wordt dit jaar 42; hij is
dus ruim twee jaren jonger dan zijn vader
was, toen deze den troon besteeg. Hg is ge
lijk men weet, ongehuwd.
voor koning George vreedzaam naderde, uit
gegeven werd, hebben alle Engelsche zenders
het met een eenvoudige, doch zeer treffende
plechtigheid voor het geheele Britsche rijk uit
gezonden. Na voorlezing van het bulletin ver
zocht een geestelijke het Engelsche volk zich
met hem in gebed te willen vereenigen voor
den koning. Zijn eenvoudig, maar innig gebed
werd gevolgd door het uitspreken van het Onze
Vader, waarna een psalm gezongen werd. De
zenders zwegen daarna, doch bleven werken
ten einde het in angstige spanning wach
tende publiek op de hoogte te kunnen houden
omtrent de volgende bulletins.
Met regelmatige tusschenpoozen herhaalde
de omroeper het bulletin van 9.25 uur he
denavond, in afwachting van het droeve oogen-
blik, waarop hij het Britsche volk zou moeten
meedeelen, dat koning George was overleden.
Nadat door de radio het publiek vernomen
had, dat het einde van den koning naderde,
bewoog zich al spoedig een zwijgende me
nigte in de richting van het Buckingham Pa
lace. Eerbiedig, velen met ontbloot hoofd,
stonden daar minstens 2000 Engelschen op
verdere berichten te wachten.
Ook voor de dagbladgebouwen stonden dich
te menigten belangstellenden te wachten op
het laatste bulletin.
De mededeeling, dat de koning stervende
was, werd onmiddellijk aan alle ministers en
hooge staatsambtenaren toegezonden.
Aan koningin Maud van Noorwegen werd
een telegram gezonden.
De koningin bevindt zich, tezamen met den
aartsbisschop van Canterbury, aan het sterf
bed.
Italië's medeleven.
ROME, 20 Januari. (R. O.) De koningin van
Engeland heeft een telegram ran de Italiaan
sche regeering gezonden, waarin zij, mede na
mens het geheele hof, haar dank betuigt voor
de belangstelling, door Itaiië betoond voor den
zieken koning.
Zooals bekend, had de Italiaansche ambas
sadeur te Londen van zijn regeering opdracht
gekregen, om zich rechtstreeks met het ko
ninklijk huis in verbinding te stellen en naar
den gezondheidstoestand van den koning te
informeeren.
De geheele Italiaansche pers publiceert uit
voerige telegrammen over de ziekte van den
Engelschen koning en spreekt de hartelijkste
wenschen uit voor het herstel van den souve
rein.
„Welke ook de vijandigheid geweest is of
nog is van zekere Engelsche groepen voor ons
volk," aldus de „Giomale d'Italia", wij kun
nen niet vergeten, dat koning George onze
bondgenoot was in den Europeeschen oorlog
en dat hij steeds was een souverein met groote
hoedanigheden en een ridderlijken geest be
gaafd. en met een diep besef van zijne verant
woordelijkheid."
De „Tribuna" schrijft. „Evenals het fas
cistisch Italië eenige maanden geleden deel
nam aan de vreugde van het Engelsche volk,
toen het 't re»eeringsjubilee van zijn koning
vierde, zoo gevoelt het ook thans de smart
mede en de bezorgdheid van dat volk over de
ziekte van zijn souverein."
LONDEN, 20 Januari. (R. O.) De Duitsche
delegatie van oud-strijders, die op het oogen-
blik in Londen vertoeft, had een telegram
van deelneming gezonden aan den prins van
Wales, in verband met de ziekte van koning
George.
De prins heeft in een telegram daarvoor zijn
dank uitgesproken.
LONDEN, 21 Januari. (R.O.) Toen de lijf
artsen van koning George Maandagavond de
hoop hadden opgegeven, ontboden zij konin
gin Mary en haar kinderen in het vertrék,
waar de koning zijn laatste uren doorbracht.
Urenlang hadden zij in een aangrenzende
zaal van het paleis gewacht op het treurige
nieuws, dat, naar zjj wisten, ieder oogenblik
kon worden medegedeeld.
De koningin ging haar zoons voor door de
deur, welke naar de ziekenkamer leidde. De
familieleden plaatsten zich rond het bed en
blikten naar den stervenden echtgenoot en
vader.
Toen de koning den laatsten adem uitblies,
weende de koningin diep getroffen. Vervol
gens wendde zij zich tot haar oudsten zoon,
den prins van Wales, die van nu af koning
zal zijn. De prins van Wales omhelsde zijn
moeder en allen keken opnieuw naar den
overleden koning.
Koning George is overleden op de wijze,
zooals hij zou hebben gewenscht, te San-
dringham, zijn lievelingsverblijf. Te San-
dringham, waar hij heeft gewandeld, gejaagd
en paard gereden als een gewone Engelsche
landedelman.
De dorpelingen van Sandringham verklaar
den, toen zg het droeve nieuws omtrent hun
beminden vorst vernamen;
„Hij v/as niet alleen een groot koning, maar
hij v/as ook een groot edelman. Het is de
beste dood, welken wij voor hem hadden
kunnen wenschen, omdat hg zonder pijn is
overleden".
Een „U.PJ'-bericht uit Londen geeft van
het afsterven van koning George nog de vol
gende ontroerende beschrijving:
Bij het afsterven van den koning vertoef
den koningin Mary en de prins van Wales
aan de stervenssponde; doch ook de andere
leden der koninklijke familie verwijlden in
gedachten bij den zïeltogenden vader.
De koningin, die zacht weende, hield de
hand van haar gemaal omklemd en luisterde
in angstige spanning naar het htfgen van den
vorst.
Langzaam werd de ademhaling zwakker
en zwakker. Een laatste zucht. Een bange,
ijzingwekkende stilte. De koning was niet
meer.
De lijfarts, lord Dawson of Penn, bpog zich
voor de laatste maal over het lichaam van
den souverein. Daarna wendde hij zich tot
den prins van Wales en zeide: „Zijne Majes
teit de koning is dood".
Toen de tijding omtrent het afsterven van
den koning het dorp Dersingham bereikte,
ontblootten allen, die waren samengekomen,
om de laatste berichten omtrent 's konings
toestand te vernemen, eerbiedig het hoofd.
Een diep zwijgen kwam over de menigte, dat
slechts nu en dan werd onderbroken door het
gesnik van vrouwen.
Het overlijdensbericht verspreidde zich in 'n
ommezien over geheel Engeland. In de hotels
en amusementspaleizen verstomde de muziek;
theaters en bioscopen werden gesloten.
Niet alleen een koning is gestorven, doch
een vriend van millioenen en nog eens mil-
lioenen onderdanen van het Britsch impe
rium.
LONDEN, 21 Januari (D. N. B.). De En
gelsche constitutie bepaalt, zooals men weet,
dat de prins van Wales bij den dood van zijn
vader direct koning wordt.
Sedert de dagen van Hendrik VIII wordt
de troonopvolger direct na den dood van den
koning grondwettig diens opvolger.
De prins van Wales zal als koning den
naam Edward VIII dragen. Evenals dat nu
het geval is geweest bij den dood van Ed
ward VII, werd de mededeeling van het over
lijden van den koning getelegrafeerd aan alle
leden der koninklgke familie, die zioh niet te
Sandringham bevonden, zoomede aan alle mi
nisters van de Kroon en de hoofden der
vreemde mogendheden.
Binnen drie dagen na het overlijden van een
koning moet zgn opvolger formeel geprocla
meerd worden.
Volgens een nadere mededeeling zal de prins
van Wales reeds heden, Dinsdag, als Ed
ward VIII officieel tot koning worden gepro
clameerd.
De koninklijke herauten zullen daarbij den
historisohen zin uitspreken; „De koning is
dood, leve de koning
Volgens traditie zal de dood des konings
en de troonsbestijging van den nieuwen koning
van de trappen van de Royal Exchange in
Londen af worden bekend gemaakt.
Edward, Albert, Christiaan, George, Andrew,
Patrick, David is de volledige voormamenrij van
hem, die over de geheele wereld bekend is als
de prins van Wales.
De algemeene deelneming in
Engeland.
LONDEN, 21 Januari. (R.O.) Het bericht
van 's konings dood werd in Londen en de
provinciesteden met groote ontroering ont
vangen. Overal stond het publiek geschaard
om de bulletins met de laatste berichten over
den toestand van den vorst en toen de droeve
tijding verscheen, maakte zich van allen een
algemeene ontroering meester.
In de St. Paulus Cathedral wordt vanmid
dag om 1 uur een rouwdienst gehouden. Het
stoffelijk overschot zal waarschijnlijk worden
opgebaard in de Westminster Abdij.
In het geheele Britsche rgk waaien de
vlaggen halfstok en zullen de oorlogsschepen
zeventig schoten lossen, zijnde het aantal
jaren van het leven des konings.
Behalve de beurs, zullen vandaag ook alle
schouwburgen en bioscopen gesloten zijn. De
sluiting zal zich Waarschijnlijk beperken tot
vandaag en den dag der begrafenis.
Enkele seconden na den dood van den ko-
ning werd de doodstijding naar Londen get^-
legrafeerd.
De minister-president, de minister van btn-
nenlandsche zaken en de lord-kanselier wer
den direct van het overlijden in kennis gesteld.
De admiraliteit deelde het overlijden van
den koning draadloos mede aan alle zich op
zee bevindende schepen.
Om kwart voor één werd het volgende of-
fiqieele communiqué uitgegeven van nummer
tien Downingstreet:
„Overeenkomstig de wet op de troonopvol
ging van 1707 moet het parlement direct
bijeenkomen.
In verband hiermede zijn maatregelen ge
troffen voor de bijeenroeping van het hooger-
en het lagerhuis op Dinsdag 21 Januari".
De bijeenkomsten van de vlootconferentie
zullen waarschijnlijk tijdelijk worden uitge
steld.
Zöodra het droeve nieuws van den dood
des koning was doorgedrongen tot de menigte,
die in het Londensche Westend bijeen groepte,
ontblootten de mannen instinctief het hoofd
en bogen de vrouwen zich voorover, als uiting
van smart en rouw.
Voor het Buckingham Palace stond een.
enorme menschenmenigte te wachten. Veie
vrouwen gaven haar tranen den vrijen loop
en hier en daar hoorde men ook mannen
onderdrukt snikken.
g®'-v £111
Een der laatste opnamen van koning George tezamen met koningin Mary.