HET MYSTERIE JEROEN BOSCH
DE RECHTSCHE OVERWINNING
VAN 1933.
m
DONDERDAG 23 JULI 1936
EEN MEESTER OP DE SCHEIDING
DER TIJDEN.
SCHEEPSONGEVAL TE HOEK VAN
HOLLAND.
NOODTOESTANDEN IN SLAGERS-
EN GROSSIERSBEDRIJF.
BURGERLIJKE STAND.
VLAARDINGEN.
HILLEGERSBERG.
KANOVAARDERS TE WATER.
SCHOONHOVEN,
WAAROM NICARAGUA DEN
VOLKENBOND VERLAAT.
Vrees voor Europeesche
verwikkelingen.
door
PROF. DR. J. A. A. MEKEL.
COSAS DE ESPANA.
De legende van Gil Robles' fameuze
taktiek en zijn ietwat egoïstisch
aandoend ideaal.
GEBED VOOR VEILIG VERKEER.
SEMINARIE VOOR SCANDINAVISCHE
LANDEN.
londensch schip in bazels
„ZEEHAVEN".
VERKEERSVLIEGTUIG VER
ONGELUKT.
Vermeer van Delft bracht de openbaring
van een zoet geheim: de wereld en de mensch
heeft bij hem iets van het paradgs. Het iq of
hij na-proeft een heerlijkheid, die verloren
ging en een voorsmaak geeft van een op aarde
ongekende verlustiging. Het ondoorgrondelijke
in dezen meester heeft niets prikkelends en
niets dat verontrust: men ondergaat het als
een weldaad.
Ook Jeroen Bosch heeft zijn mysterie: zijn
ontoegankelijk wezen is vol duisternis. Hoe
zeer over zijn tijd de kennis toenam, hij blijft
een raadselachtige figuur met wien niemand
goed weg weet. Men heeft een grappenmaker
van hem willen maken vol snaaksche grollen
en een vervaarlijk moralist, die niet ophield
zijn trjdgenooten 's mensehen Vier Uitersten
voor te houden. Men heeft een spotter in hem
willen zien, onaantastbaar boven de tribulatiën
van het leven en een gekwelde temidden van
een bezeten wereld. En intusschen houdt hij
niet op ons te intrigueeren, zooals de Fran-
schen zeggen en blikt zijn wonderlijke ver
schijning ons vreemd en duister aan.
„Heel deze kunst vereischt opheldering,
ondanks de duidelijkheid van haar gedaante",
zegt dr. G. J. Hoogewerff in „Elsevier" van
deze maand, (waar hg erop wijst dat Bosch
een Brabander is, onmogelijk te vereenzelvigen
met de „Frühhollander" en alleen uit beslist-
zuidelijke wezenstrekken te verklaren).
Met dat al kan men niet zeggen, dat de
confrontatie met het werk van Bosch, waar
onder enkele uitgelezen meesterstukken op
deze tweede groote tentoonstelling in het
Museum Boymans te Rotterdam, die „ophelde
ring" gemakkelijk maakt. Eenige algemeene
overwegingen dringen zich op.
Bosch wortelt met- zijn werk nog in de
middeleeuwen en de bijna uitsluitend religieuse
kunsttraditie van die periode. Maar hij komt
niet tot een zoo verheven vergeestelijkte uit
drukking als in het werk der oudere Vlaam-
sche meesters, noch tot de innigheid van
eenigszins naïef gevoel bij de Noord-Neder-
landsche tijdgenooten. Eenerzijds is er in zijn
visie meer van de aarde en wendt hij zich naar
een meer volksche voorstelling, anderzijds is
er in hem een barsche trek, die hem juist van
het gemeenzame verwijdert. Deze ontzaglijk-
sterke persoonlijkheid droeg het hart hoog en
ook in het schijnbaar populaire bewaart hij
afstand.
In de wijdingsvolle „Geboorte" uit het
Museum te Keulen zijn deze elementen ver-
eenigd. Er is een zekere strengheid in deze
nobele figuren; ook de St. Joseph, die bij de
primitieven niet zelden een gemoedelijke inter
pretatie vond, is hier een fijne ascetische ver
schijning. Os en ezel, waarmee kleinere mees
ters soms zoo kennelijk geen raad wisten en
die soms een soort komische noot gaan vor
men, hebben hier met een uiterst kiesch ge
voel voor verhoudingen hun eigen plaats ge
kregen in den aandachtigen kring rond het
Kind. Enkel de scherp-gesneden kop van den
herder, die zoo bijna opdringerig met zijn
vreemden glimiach boven de ingetogen groep
van het voorplan verschijnt, brengt het ver
halende en ook wel anecdotische element, dat
Bosch nimmer geheel verloochende.
Waar dat de overhand neemt, lijkt de zuiver-
religieuse bezieling tevens aan kracht te heb
ben ingeboet De aangrijpende Kruisdraging
uit Weenen in haar .fonkelende kleur heeft als
hoofdmoment het woelen van een- menigte,
met een ontzagwekkend meesterschap samen
gedrongen op dit smal paneel. Er „gebeurt"
zooveel in die warreling van doorleefde
koppen en alsof het niet genoeg was spelen
zich op den voorgrond nog drukke scènes af
met de mede-veroordeelden, waarvan er een
aan den voet van een boom haastig biecht
bij een monnik, terwijl een gerechtsdienaar
hem daartoe nauwelijks den tijd laat en hem
stevig bij den schouder vat. En in dit gedrang
van opgewonden menschen strompelt schuw
en klein de Christus voort onder het ontzag
lijk kruis, met iets zieligs in zijn wezen, dat
de werkelijkheid van dit gebeuren op het
godsdienstig plan geweld schijnt aan de doen.
Dergelijke trekken vinden we bp Bosch,
waar hij zijn stof zoekt in de levens der hei
ligen. De halfnaakte Hieronymus uit Gent,
arm en uitgeteerd voorover liggend in het op
het voorplan donkere landschap, is een groot-
sche verbeelding van verheven ernst. De
samengevouwen handen, de gestrekte armen,
die het groote crucifix omklemd houden, het
voorovergebogen gelaat, verslonden in de be
schouwing van den lijdenden Christus, het is
alles van een hartstochtelijke overtuiging.
Hierin raakte Bosch op zijn wijze aan de hooge
toppen der religieuse verbeelding. Maar als hg
het hem zoo dierbare thema opvat van de
Verzoeking van St. Antonius, lijkt het drama
van den heiligen abt hem soms maar matig
ter harte te gaan. Op het weergalooze altaar
van Lissabon stelt hij ons voor een raadsel.
De heilige wendt zich op het middenpaneel af
van alles wat hem omgeeft, ook van de open
bidkluis vlak voor hem, en onbewogen blikt
hg' den toeschouwer aan, vreemd, gemoedelijk
bijna, als ging hem niets aan van het los
geslagen inferno, dat de kunstenaar met een
huiveringwekkende macht van voorstelling op
riep rond hem heen.
De meestal zoo verachtelijke monnikstypen
op zijn schilderijen, de ontstellende caricaturen
van officieerende priesters (met dierenkoppen
e.d.) zijn meer op te vatten als elementen van
een maatschappelijke satyre, dan als uitingen
van een anti-kerkelijke gezindheid, waarvoor
zij thans zouden gelden. De middeleeuwers
waren daarin ruimer dan wij en zij konden dat
ook zijn. Men vindt iets van hun vrijmoedig
heid toch tot op onze dagen terug in popu
laire voorstellingen van het vagevuur vol pre
laten en kloosterlingen.
De traditie wees Bosch den weg op van de
religieuse kunst, maar in hem worstelde de ge
boren schilder van het volksleven. De bonte
maatschappij van de Zuidelijke Nederlanden
met de markten, de kermissen, de spelen, de
bedevaarten moet het uitgestrekt jachtterrein
geweest zijn van zijn scherpe waarneming. Met
wat een doordringenden blik heeft hij de volks
typen doorschouwd! Onbarmhartig heeft hij de
gebaren en tronies opengelegd en het is niet
veel schoons wat hij vond. Zijn menschen zijn
leelijk, geschonden in hun uiterlijke verschij
ning, maar nog meer verachtelijk in hun
hartstochten. Klaagt hg' aan? Lijdt hij ondei
de ellende, die het schepsel dermate misvorm
de en nederwierp? Hij lijkt een toeschouwer
en die indruk wordt door het tooneelmatige
van zijn voorstellingswijze nog versterkt, een
toeschouwer, wiens hart weinig deel heeft aan
de comédie humaine, maar wiens geest er
des te meer van in zich opneemt. Laat het zijn,
dat hij eenzijdig was gericht op het armelijke,
ladende, dwaze, zondige, ziekelijke en gede
genereerde in de samenleving, hij heeft van die
jammerlijke onderlaag in de maatschappij een
zoo onmeedoogend tafereel opgehangen, dat
men hem daarbij ademloos volgt. Die koppen,
die mimiek, die standen, die handgebaren, zij
zijn van leven overvol; alles loopt, staat, zingt,
schreeuwt en gebaart dooreen in een geladen
activiteit. En telkens weer wordt de aandacht
geboeid door die wonderlijke maskers, waarin
de vindingrijkheid van Bosch zich onuitputte
lijk toont.
En hier naderen we die andere zijde van zijn
ingewikkelde wezen: zijn onmetelijke fantasie,
waarvan de vruchtbaarheid eenvoudig zonder
grenzen was. Naast deze wereld van zijn
observatie, schiep hij er een die niet minder
reëel werd, een wereld van spoken en dui
vels en wangedrochten, die haar weerga ner
gens gevonden heeft. In de visioenen van Bosch
is een heirleger van monsters losgelaten. Mis-
maakten en gebrekkigen, samenvoegingen van
mensch en dier in de zonderlingste ver
groeiingen, hoofden op voeten, wezens met
enkel armen en beenen, neuzen die overgaan
in trompetten, haren als een vreemd gewas
waarin vogels nestelen, armen, die in boom
takken eindigen, menschen met vogelkoppen,
visschen met pooten, met vleugels of als boot
jes opgetuigd, vogels op menschenvoeten en
op schaatsen, monsterlijke insecten en week
dieren, ledematen van bestaande en niet be
staande beesten willekeurig tot weerzinwek
kende wezens bijeengevoegd. Ergens een rijdier
eindigt in een waterkruik en een ruiter op
een soort reusachtige rat laat een langen ge-
schubden staart van den zadel afhangen. En
steeds ontdekt men nieuwe trouvailles in deze
spookwereld, waarin alles leeft en beweegt
en ademt. Want de meest dwaze en gedrochte
lijke creaturen blijven toch „echt"; zij zijn
organische wezens, bezielde monsters van een
onmiskenbare waarachtigheid.
Op het altaar uit Lissabpn is in een over
rompelend visioen de hel opengegaan. Hier
speelt het Antonius-motief een ondergeschikte
rol in een ontzaglijk rijk en verfijnd, maar on
doorgrondelijk schrikgezicht.
De oorsprongen van deze diablerieën zijn
aan te Wijzen in de beeldende kunst: in de
sculpturen van de kathedralen, in de gesneden
versieringen van de koorbanken, in de verluch
tingen van de „bestiaires". En niet minder
werden zij beïnvloed door de literatuur: het
volkstooneel, „Tondalus' Visioen" en de boe
ken met gefingeerde reisverhalen. Na den
bijbel was er sinds het midden van de
veertiende eeuw geen boek zoo verspreid
als „Le Livre des Merveilles" van den
ridder Jan van Mandeville. Hij had in een
land, genaamd Bactria, gedrochten gezien van
voren, gelijk een arend en van achteren als
een leeuw, op het eiland Macumaran mannen
en vrouwen met hondekoppen, op een ander
eiland menschen zonder hoofd, zij hadden de
oogen tusschen de schouders en den mond in de
borst. Er waren ook menschen die heelemaal
geen mond hadden, maar een klein rond
gaatje, zoodat zij door een trechter aten!
Het is niet onduidelijk waardoor de ver
beelding van Bosch werd gevoed al over
trof hij veelvoudig de dolste fantasieën
van denkbeeldige reizigers. Maar wat was
hem de ontstellende wonderwereld, die hij
schiep en wat zagen zijn tijdgenooten erin?
Weerklank van de boetpsalmen en het Paree
Domine, heeft men gezegd. En inderdaad is
Bosch van een strakken koelbloedigen ernst in
deze voorstellingen. Op een klein paneel komt
een ventje voor, dat zijn broek verloor en een
trechter draagt in zijn achterste, waaruit
vogeltjes vliegen, waar een ander ventje, dat
uit een ei komt kruipen, weer jacht op maakt.
Dit is echter een grappigheid, die weer eerder
aan navolgers doet denken, bij wie heel de z.g.
strafpredikatie in grollen en dwaasheden uit
eenviel. Bosch is niet vroolijk, hij is droefgees
tig en bedrukt. En ook de satyre en caricatuur
mist de onbekommerde luchthartigheid, waar
van de spotter noodzakelijk iets behoeft wil hij
zijn tweesnijdend zwaard hanteeren. Pe dolle
verzinsels van Bosch lijken niet te rijmen
met den straffen ernst waarmee we ze zien
voorgedragen. Er is daarin iets zorgelijks en
weemoedigs, dat deze „fayzeur de diables"
maakt tot een tragische figuur.
Het is een wijd gebied in uitbeelding van
menschelijk leven, dat Bosch in zijn werk om
spant. Een rijkdom van motieven en reali-
seering is er niet minder in zijn landschap,
dat zich zoo krachtig bij hem ontwikkelt. Het
gaat van het helder en vreedzaam panorama
in den achtergrond van de St. Hieronymus,
tot het geheimzinnig vergezicht rondom den
peinzenden St. Jan en de tafereelen vol be
roering op het altaar van Lissabon met bran
den, schipbreuken, oorlog en verwoesting, als
een wereld in ondergang. JAN N.
De directeur van Boymans meldt ons:
Gedurende de laatste dagen hebben vele
kunstgeleerden de Jeroen Bosch-tentoonstel
ling bezocht. De nestor van de Nederlandsche
kunsthistorici dr. A. Bredius vertoefde er een
ganschen dag en schreef spontaan een enthou
siasten brief, om zijn groote bewondering uit
te spreken voor deze enorme „Leistung", die
hij een „réussite van den eersten rang" noem
de.
Professor Hulin de Loo uit Gent, die meen
de aan één dag voor de tentoonstelling genoeg
te hebben, bleef er vier en kwam gisteravond
nog terug om de nieuw toegevoegde werken
van Jeroen Bosch uit de St. Pieterskerk te
Anderlecht en uit de collectie Franchomme te
bewonderen. Hij trof er Friedlander, die reeds
eenige malen de tentoonstelling bezocht.
Ook werden opgemerkt de heer Kenneth
Clark, hoofddirecteur van de National Gallery
te Londen; prof. Schwarzenski, directeur van
het Stadelsches Kunst Institut te Frankfort
met den conservator dr. Edmund Schilling;
dr. Wilde, conservator van het Kunsthisto
risch Museum te Weenen, in gezelschap van
den bekenden verzamelaar Antoine Graf Sei-
lern. Ook mej. dr. Grete Ring, die zich even
eens speciaal met de Noord-Nederlandsche
primitieven bezighoudt, bezocht meermalen de
tentoonstelling.
Bij de lossing van fruit uit het s.s. „Drecht-
dijk" te Hoek van Holland kwam de bootwer
ker A. v. d. E. tusschen de bak en de ver
schansing en kreeg een been- en armfractuur.
Het slachtoffer werd naar het ziekenhuis te
Rotterdam vervoerd.
fBuiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Regelmatig hoort en leest men van nood
toestanden in verschillende takken van bedrijf,
en dat de hoofden van organisaties alles te
baat hebben genomen, om door de overheid ge
steund te worden.
Buitengewoon zwaar worden de slagers en
vleeschgrossiers door den nood der tijden ge
teisterd.
Zijn er wel bedrijven met zoovele overheids
bemoeiingen en met zoovele lasten en heffin
gen als juist dit der slagers en grossiers,
waardoor voor hen de nood zoo hoog is ge
stegen, dat een algeheele inzinking zeer nabij
is Bij al deze lasten drukt nog de 10 pCt. cri
sisheffing, welke bij den verkoop door slagers
op het publiek niet te verhalen valt.
De koopkracht van het publiek is in die
mate gereduceerd, dat de omzetten der slagers
schrikbarend zijn teruggeloopen, zoodat de
ontvangsten niet toereikend zijn om de terug-
keerende lasten te voldoen, en van inkomsten
voor gezin in 't geheel geen sprake is, wat
velen tot wanhoop drijft.
Het is een eerste noodzaak voor onze re
geering de 10 pCt. crisisheffing te doen ver
vallen; dit kan een lichtpunt geven en het be
gin zijn tot leniging van de noodtoestanden in
deze bedrijven.
Rotterdam, S. KADIKS.
Middellandplein 27.
Aangiften van 22 Juli 1936.
BEVALLEN: G. Devilee geb. v. Nieuwenbuizen
z. L. de Werker geb. Nuis d. W. Steen
voorden geb. v. As d. E. M. Dekker geb. v.
Staveren z. H. den Haselaar geb. v. d. Berg
z. H. C. Sonneveld geb. Schreuders d.
S. v. Die geb. Hol d. J. Dekkers geb. Huls-
hoff z. M. Cabooter geb. Gantner d. M. J.
va. Kooten geb. v. Steen z. F. P. M. v. Lier
geb. Verburg d. P. A. v. d. Putten geb. Pen-
nings z. A. C. Vet geb. v. d. Zalm z.
P. v. Drielen geb. Qroeneweg z. L. J. v. d.
Adel geb. Timmers z. M. v. Iiuljk geb. v. d.
Dool z. M. C. H. Vuijk geb. Kamp d.
E. D. Schellen geb. Roepius d.
GEHUWD: A. v. Zanten jm. 36 j. en W. Boer
gesch. vr. 34 j. G. H. Vermaas jm. 26 j.
en L. H. M. Geense jd. 25 j. S. H. Zwaard
jm. 31 j. en P. M. M. v. Ettinger jd. 24 J. B.
de Wit jm. 24 j. en W. N. Leertrouwer jd. 22 j.
C. G. Zack jm. 27 j. en W. M. M. Sinck jd.
25 j. A. J. Kenter jm. 32 j. en C. Ooster-
wijk jd. 21 j. R. Vleemlng jm. 22 j. en J. M.
Gamier jd. 17 j. J. C. Luijendijk jm. 28 1. en
W. v. d. Meijde jd. 24 j. H. C. P. v. Genthem
jm. 23 j. en A. v. d. Korput jd. 20 j. P. A.
Boon jm. 50 j. en T. C. M. Metfer Jd. 42 j.
J. M. J. v. d. Werff jm. 31 j. en J. M. Lange-
veld jd. 28 j. N. Braat jm. 33 j. en E.
Storsbergen jd. 24 j. A. A. Breedveld gesch.
m. 35 j. en M. J. v. Breda gesch. vr. 24 j.
J. L. Okhuljzen jm. 25 j. en H. J. v. Rooljen
jd. 21 j. B. Stekelenburg jm. 21 j. en J. Wol-
ters jd. 19 j. H. Schipper jm. 24 j. en C. de
Wever jd. 22 j. B. C. Griese jm. 35 j. en
J. M. M. Gevaerts jd. 32 j. A. Smit jm. 30 j.
en J. F. v. d. Staaij jd. 30 j. L. Speksnijder
jm. 26 j. en M. Stigter jd. 22 j. M. de Reus
jm. 25 j. en P. S. Koenders jd. 23 j. S. v. Dijk
jm. 26 j. en M. G. Vonk jdi. 25 j. J. Opschoor
jm. 25 j. en J. Jansen jd. 24 j. H. H. v. Oor
schot jm. 24 j. en P. Jagtenberg jd. 25 j. A.
Bakker jm. 23 j. en M. v. 't Bant jd. 22 j.
A. J. v. 't Hoen jm. 22 j. en A. Groothuljzen jd.
20 j. W. Schreij jm. 20 j. en C. ter Stege jd.
19 j, A. W. Oliemans jm. 26 j. en A. W. C.
Wiegmans jd. 21 j. P. va Driel jm. 25 j. en
A. Roodenburg jd. 23 j. J. W. Kurvèrs jm. 19
j. en K. A. v. Dalen jd. 19 j. G. v. d. Reijden
wedr. 49 j. en M. Romeijn wede. 50 j. P. Bont
jm. 24 j. en P. Mes jd. 23 j. G. E. Belfi jm.
29 j. en S. E. Herrewjjn jd. 20 j. C. v. Lopik
jm. 26 j. en A. Bruinsma jd. 25 j. K. Boer jm.
25 j. en J. Spaans jd. 22 j. J. C. v. d. Bosch
jm. 25 j. en J. Kommene jd. 22 j. P. H. Brem
jm. 23 j. en G. Muller jd. 23 j. H. du Crocq
jm. 26 j. en M. E. Herbes jd. 23 j. A. Dub-
beld jm. 29 j. en B. A. H. Wassen jd. 20 j.
W. Eliasberg jm. 27 j. en J. H. v. Leeuwen
jd. 22 j. D. W. v. d. Giessen wedr. 41 j.
en J. H. Stempels jd. 3T j. P. J. Holewijn
jm. 22 j. en F. L. Bevjnders jd. 29 j. B. J.
Koster jm. 31 j. en K. Stouten gesch. vr. 36 j.
J. D. v. Loon jm. 28 j. en W. de Geus jd. 25
j. G. v. d. Merwe jm. 24 j. en J. v. Rossen
jd. 20 j. C. Mulder jm. 22 j. en B. M. Noordzij
jd. 18 j. M. Muntz jm. 22 j. en A. J. Nelisse
jd. 21 jJ. v. Noordt jm. 27 j. en L. T.
v. d. Sluijs jdo 26 j. H. Smit Jm. 28 j. en
J. Mastenbroek jd. 21 j. C. A. Smits Schouten
jm. 20 j. en C. L. Scherpenisse jd. 20 j. J.
D. Speksnijder jm. 21 j. en A. M. Wijnstekers
jd. 22 j. J. Spronk jm. 22 j. en A. P. v.
Wijk jd. 20 j. P. Stigter jm. 23 j. en G.
Houtman jd. 19 j. R. Tinga jm. 27 j. en M.
W. v. d. Bosch jd. 24 j. A. v. d. Voordt
jm. 24 j. en J. Bakker jd. 20 j. J. de Vrifer
jm. 37 J. en C. Witstok jd. 30 J. W. A. v.
Buuren jm. 24 j. en C. H. den Hartog jd. 22 j.
T. Buurveld wedr. 41 j. en J. P. de Korte
jd. 31 j/ W. v. Duijvenbode wedr. 41 j. en
M. v. 't. Hof jd. 33 j. C. de Geus jm. 21 j.
en T. E. L. H. v. Loon jd. 23 j. R. de
Hoog jm. 28 j. en G. Brosky jd 24 j W.
Korfker jm. 24 j. en J. W. Smouter jd. 23 j.
L. J. Kujjs jm. 28 j. en J. C. Alkhoven jd.
30 j. S. Lagendijk jm. 29 j. en E. T. v. d.
Wetering jd. 25 j. J. J. Lussenberg jm. 23 j.
en S. Haas jd. 25 j. T. Monster jm. 25 j. en
J. Verzijde jd. 33 j. G. v. d. Vlies jm. 25 j.
en G. T. Vermeegen jd. 25 j.
OVERLEDEN: N. Pronk wede. v. J. H. W.
v. d. Broek 78 j. C. Groen wedr. v. M. E.
Houtman 60 j. J. Schuitemaker m. van E.
Craus 87 j. J. H. Schell m. van A. C. Danneels
81 j. W. Rijnberg ongeh. m. 31 j. W. G. J.
L. Briede wede. v. J. M. W. Oudenhoven 75 j.
M. M. v. Someren vr. van J. A. Hoek 54 j.
A. v. Nerum wedr. v. J. M. Kuijn 84 j.
L. Gokkes wedr. v. J. Stern 77 j.
Iedere automobilist kan u dadelijk
vertellen, hoeveel kilomeier per
uur zijn wagen haalt, maar slechts
weinigen weien, hoeveel meter
ze wel noodig hebben om met
die vaart te stoppen!
AANBESTEDING.
Bij de gisteren gehouden aanbesteding door
den heer P. Drop, bouwkundige alhier, van
het sloopen van het pand Markt 35 en het
daarop bouwen van een winkelhuis met boven
woning voor rekening van den heer W. Wape
naar, waren ingekomen 6 biljetten, n.l. van:
Joh. v. d. Velde, Vlaardingen 6787; P. On-
derdelinden, Vlaardingen 6660; J. Nieuw-
straten, Vlaardingen 6615; J. v. d. Zwan,
Vlaardingen 6478; A. van Santen, Vlaar
dingen 6410; fa. M. den Hertog, Delft
5788. Gunning aangehouden.
PROTESTEERENDE BEWONERS.
Enkele bewoners van de N. Kerkstraat,
Schied.weg en W. Beukelsz.straat, hebben 'n
adres aan den Raad dezer gemeente gericht,
waarin zij schrijven, dat tot hun groote ver
wondering is gebleken, dat B. en W. vergun
ning hebben verleend aan A. van Olm alhier,
om een deel van het oorspronkelijk in erf
pacht uitgegeven stuk grond als tuin aan den
heer wijlen F. IJzermans, voor de volle 100
pet. te bebouwen en wel met werkplaatsen,
garage en bovenwoningen. Door toestemming
te geven tot bebouwing van het als tuin uit
gegeven stuk grond wordt, aldus adressanten,
een der mooiste bouwblokken van Vlaardin
gen, totaal bedorven.
Zij protesteeren met klem tegen het ver-
leenen van deze vergunning en verzoeken den
Raad dringend, zijn medewerking te willen
verleenen, dat de bebouwing alsnog worde in
getrokken.
Op den Bergschenplas, nabij de Tivolibrug,
is gistermiddag een kano omgeslagen, bemand
met (jen 15-jarigen J. K. te Rotterdam en L.
K. wonende alhier. Eerstgenoemde kon niet
zwemmen. Hij werd gered door den bestuurder
van de ijsco-boot van Schalkwijk, die hem, zij
het ook met een nat pak, behouden op den
wal bracht.
GEMEENTERAAD.
Op Woensdag 29 Juli komt de gemeente
raad in openbare vergadering bijeen.
GESLAAGD.
Te Rotterdam zijn van de openbare U. L.
O. school alhier nog de volgende leerlingen
voor het M. U. L. O. diploma A geslaagd de
heer J. de Bruijn en voor diploma B de heer
J. Möger alhier en verder voor diploma B
de heeren B. Donselaar te Goudriaan en A.
Stuurman te Bergambacht.
Van de Chr. U. L. O. school slaagde voor
diploma A mej. S. Bron.
FRAUDE MET WERKLOOZENSTEUN
De politie heeft tegen een steuntrekkend
ingezetene proces-verbaal opgemaakt ter za
ke van oplichting; het betreft een geval van
het verzwijgen van inkomsten. De fraude is
gepleegd over een tijdvak van ongeveer an
derhalf jaar, zoodat in totaal voor een be
langrijk bedrag te veel aan steun Is genoten.
CHR. GYMNASTIEKVEREENIGING
De Chr. Gymnastiekvereeniging die on
langs alhier is opgericht, heeft op haar ver
zoek van B. en W. behoudens nadere goed
keuring door den raad, gedurende enkele uren
per week de beschikking verkregen over het
Gemeentelijk gymnastieklokaal.
GEVONDEN VOORWERPEN
Als gevonden zijn aangegeven een loupe,
een zilveren armband en een dop van een
auto-wiel. Inlichtingen op het politie-bureau.
BOTERMARKT.
Op de Woensdagmorgen gehouden Boter
markt werd besteed voor Goeboter 0.75 en
voor Weiboter 0.70 per pond. Handel zeer
vlug.
EIER VEILINGEN.
Waaggebouw: Aanvoer 4500 eieren. Kipeie
ren 3,203,60; eendeieren 2,70 per 100
stuks.
Lopikerstraat. Kipeieren 3,103,60, eend
eieren ƒ2,903 per 100 stuks. Handel vlug.
BURGERLIJKE STAND
GEBORE.'N Elizabet, zoon van J. C.
Klijmij en van A. W. van Dam. Francis-
dus G. J., M., zoon van W. J. Groenen en
van L. M. L. Douven. Antonia M., C.,
dochter van L. van Trierum en van J. Scha-
gen. Hendrik W., zoon van B. Scheij-
grond en van C. v. d. Velden. Johanna,
C., M., dochter van C. C. Kalmeyer en van
A. G. Braakhuis.
Onze Geneefsche correspondent schrijft ons:
De regeering van Nicaragua, die op 26 Juni
telegrafisch het lidmaatschap van den volken
bond opzegde, heeft thans den tekst toegezon
den van het besluit van den president van Ni
caragua van 2 Juli, dat de redenen voor deze
opzegging van het lidmaatschap vermeldt.
De regeering van Nicaragua verklaart vol
strekt niet te „miskennen het verdienstelijke
en belangrijke werk, dat deze instelling door
haar bemoeiingen ter verzekering van den
universeelen vrede en gerechtigheid heeft vol
bracht", doch zij meent toch van, het lidmaat
schap van den volkenbond te moeten afzien,
omdat „de kwesties, die thans in den boezem
van den volkenbond worden behandeld, vol
komen vreemd zijn aan de duurzame belangen
der Amerikaansehe staten en onder de bevol
king van Nicaragua de vrees hebben doen ge
boren worden in buitenlandsche belangenge-
schillen te worden betrokken".
Dezelfde vrees voor de gevolgen, die bg
het uitbreken van een Europeeschen oorlog
hieruit zouden kunnen voortvloeien voor de
Amerikaansehe staten die lid van den vol
kenbond zijn, heeft, zooals men weet, de ge
delegeerden van Chili en tal van andere La-
tgnsch-Amerikaansche staten in de volken
bondsvergadering ertoe bewogen den eisch te
stellen, dat bij de komende hervorming van
den volkenbond althans de sanctiesverplich
tingen van art. 16 van het volkenbondsver
drag, ook ten aanzien van de economische en
financieele sancties, zullen komen te verval
len voor die staten, die door hun geografische
ligging geen rechtstreeksche belangen bij het
geschil hebben. Indien Frankrijk, sovjet-Rus
land en de kleine entente ook in September,
zooals zg in het begin van deze maand gedaan
hebben, dezen Zuid-Amerikaanschen eisch voor
onaannemelijk verklaren, is het te vreezen, dat
vrijwel alle Zuid-Amerikaansche staten het
voorbeeld van de Midden-Amerikaansehe repu
blieken Guatemala, Honduras en Nicaragua
zullen volgen en den volkenbond zullen ver
laten.
„Dat is mijn crediteuren-kaart. Ik moet
zorgen dat ik uit de buurt blijf van die aan
gemerkte plaatsen, wanneer ik uitga."
Zou na den val der monarchie voor Spanje
een periode aanbreken van vrijheid en wel
vaart, van rust en orde Niemand die ook
maar de geringste kennis van Spaansche
toestanden bezit, kan dit in ernst hebben
geloofd. Indien er in Spanje een linksche
eenheid had bestaan, had zich misschien zoo-
al geen tolerante en in den letterlijken zin
van het woord liberale, dan toch een stabie
le regeering kunnen vormen. Maar zulk een
eenheid bestond niet.
Tegen de monarchie had alles wat links
georiënteerd was gestreden onder één vlag
en de voorloopige regeering der republiek,
bestaande uit twaalf ministers, telde onder
haaf leden drie socialisten en verder republi
keinen van allerlei soort en kleur, radicalen
en separatisten. Een eenheid vormde deze re
geering dan ook in geen enkel opzicht, het
geen spoedig genoeg zou blijken. De socia
listen en de linksche republikeinen hadden
gaarne gebruik gemaakt van de hulp der
radicalen en der conservatieve republikei
nen, al was het slechts om vele stemmen voor
de republiek te winnen, die anders waar
schijnlijk verloren zouden zrjn gegaan. Kon
niet iedereen, konden niet ook de katholieken
veilig stemmen op de republikeinen, want
gingen niet mannen als Alcala Zamora en
Miguel Maura des Zondags braaf naar de
kerk En ook de in economisch opzicht con
servatieve Spanjaarden, de middenstanders
en de kleine kapitalisten en renteniers, ook
zij behoefden niet bevreesd te zijn hun repu-
blikeinsche sympathiën bij de verkiezingen
om te zetten In daden, want, ook al zouden
nu misschien eenige socialisten tot de nieuwe
regeering toetreden, de aanwezigheid van
mannen als Lerroux, Maura, Zamora en an
deren stond er hun toch borg voor, dat de
republiek een nette, behoorlijke, burgerlijke
republiek zou worden, een republiek waarin
voor trotsche grandes en adellijke nietsnutters
geen plaats meer zou zijn, een republiek die
eenieder zijn vrijheid zou waarborgen, maar
waarvan de regeering natuurlijk geen marxis
tische experimenten uit zou voeren, niet aan
iemand's rechten of, erger nog, aan iemand's
eigendom zou raken.
Dat de goegemeente, die aldus redeneerde,
bedrogen uit zou komen, had men natuurlijk,
ook zonder over prefetische gaven te beschik
ken, reeds onmiddellijk kunnen voorspellen,
want het afglijden steeds verder naar links,
na een geslaagde revolutie, waarbij rechts
de nederlaag leed, is altijd en was vooral in
Spanje moeilijk tegen te houden.
Reeds zeer kort na de uitroeping der repu
bliek werden Zamora, Maura en Lerroux dan
ook geëlimineerd, de eerste, die men niet als
de anderen aan den dijk kon zetten, op de
meest elegante wijze, n.l. door hem te doen
benoemen tot president der glorierijke Spaan
sche republiek en de beruchte periode van het
„bienio", de tweejarige regeering van Azana
en de socialisten, nam een aanvang.
Het zou belangrijk zijn nader op deze
periode in te gaan, ook met het oog op het
feit, dat de weinig aantrekkelijke en in som
mige opzichten zelfs sinistere figuur van
Azana thans tot president der republiek is
gekozen, doch ik wil hier slechts de hoofd
lijnen van de ontwikkeling der contemporaine
politieke geschiedenis van Spenje schetsen
en bepaal mij er dus toe met in herinnering
te brengen, dat een reactie niet uitbleef en
dat bij de verkiezingen van 1933 de rechtsche
partijen 227 van de 442 zetels v. d. Cortes (de
Spaansche Kamer) verovevden en derhalve de
absolute meerderheid behaalden. Hiervan be
hoorden 112 afgevaardigden tot de Ceda (Con-
federición Espanola de Derechas Autónomas),
welke partij hiermede numeriek de grootste
groep der nieuwgekozen kamer vormde.
De Ceda, de partij van een groot gedeelte
der Spaansche katholieken en in verschil"'"
de opzichten vergelijkbaar met onze
R. K.
Staatspartij, had zeer belangrijk werk "ljn-
nen verrichten en had grooten invloed tun-
nen uitoefenen op het verloop der Spaansche
revolutie (welke zij hoogst waarschijn ij had
kunnen liquideeren), indien haar lei er, Don
José Maria Gil Robles, bereid en in staat was
geweest de behaalde overwinning te benut
ten op de wijze, die zijn kiezer3 van hem had
den mogen verwachten. Bij heeft dit echter
niet gedaan en men overdrijft m.i, niet, wan
neer men zegt, dat deze veel geprezen en
natuurlijk vóór zijn fiasco van 1936! ook
ten onzent dikwijl® h00S opgehemelde lei
der slechts een ridder van de droevige figuur
is gebleken te zij"' aan wiens weifelende hou
ding en schijnbaar handig marchandeeren
misschien méér dan aan eenige andere oor
zaak het te wijten is, dat de rechtsche over
winning van 1933 gevolgd werd door de nog
versch in het geheugen liggende nederlaag
van 16 Februari 1936. Reeds het eerste op
treden van Gil Robles kon weinig bewonde
ring wekken, tenzij dan bij diegenen, die
ouderwetsche en nagenoeg versleten politieke
handigheid als een deugd beschouwen. Wat
was Gil Robles, monarchist of republikein?
Hij wachtte zich wél, vóór de verkiezing
van 1933, ooit uitdrukkelijk en ondubbelzin
nig te verklaren, of hjj de republiek zou steu
nen dan wel behoorde tot de voorstanders van
het herstel der monarchie. Men krijgt veeleer
den indruk, dat hij met opzet een uitspraak
omtrent dit belangrijke punt vermeed, ja, a
hij, zonder dat dit het geval was. de ver
wachting trachtte te wekken koningsgezind
te zjjn om op deze wijze den steun van e
monarchisten en de traditionalisten e ver
werven. Geheimzinnige bezoeken wer en door
den secretaris der partij van Gil Robles ge
bracht aan Fontainebleau, de toenmalige ver
blijfplaats van ex-koning Alfonso en een zeer
groot gedeelte der kiezers, welke hun stem
uitbrachten op de cedisten, alsmede de monar
chistische groepen die met de Ceda vóór de
verkiezingen een coalitie aangingen en die
zeer veel hebben bijgedragen tot de overwin
ning van 1933, meenden terecht, dat Gil
Robles na de verkiezingen zich voor het her
stel der monarchie zou uitspreken. En het
was toen, dat de legende van Gil Robles' tak
tiek geboren werd.
Van den leider der Ceda kan zonder eenige
overdrijving gezegd worden, dat hij gedurende
de periode van 1933 tot 1936 zelden of nooit
handelde, zooals men van hem had mogen
verwachten. Zijn vrienden en volgelingen wis
ten hiervan de verklaring: zijn gebrek aan
initiatief, zijn wankelmoedige houding, zgn
steeds weer toegeven aan de e'ischen der radi
calen, dat alles was slechts het voeren eener
handige taktiek, waarvan de juistheid later
zou blijken en waarvan het anti-marxistische
front eens de vruchten zou plukken. Die
vruchten heeft het inderdaad geplukt in 1936;
als wormstekige producten liggen in de
schaal, die het bedrogen Spaansche volk werd
aangeboden, o.a. de kerken die in de korte
tijdsruimte tusschen 16 Februari en 4 Mei van
dit jaar werden verwoest en verbrand.
De legende van Gil Robles' fameuze taktiek
begon reeds ingang te vinden nog vóór de
verkiezingen van 1933. Vele goedgeloovige kie
zers waren er van overtuigd dat Gil Robles
monarchist was, doch dat hij uit taktische
overwegingen zich eerst openlijk voor het her
stel van het koningschap uit zou spreken, in
dien hij meende dat het gunstige oogenblik
daartoe zou zijn aangebroken. Dat Gil Robles
een dergelijk plan nooit had gekoesterd, bleek
na de verkiezingen toen hg, na met den steun
der monarchisten een groot aantal zetels te
hebben veroverd, zich uitsprak voor het be
houd van den republikeinschen regeerings-
vortn.
Al bewondert men dit eerste optreden van
Gil Robles ook allerminst, politiek verraad in
den letterlijken zin van het woord schijnt men
hem niet ten laste te mogen leggen, daar hij
hoogstens op handige wijze te verwachting
wist te wekken koningsgezind te zgn, doch
dit nooit ondubbelzinnig verklaarde. Wel ech
ter mag en moet men hem verwijten, dat hg
gedurende de periode van 1933 tot 1936 door
zijn weifelende houding, door zijn transigeeren
tegenover de radicalen, door de soms tot krui
perige vriendelijkheid overslaande deferentie,
die hij Lerroux, den leider dier partij, betoonde,
niet alleen zijn doel heeft gemist, doch tevens
voor een groot gedeelte de schuld draagt van
de nederlaag die de rechtsche partgen bg de
jongste verkiezingen hebben geleden.
Gil Robles droomde zich een burgeigke re
publiek, niet te conservatief, doch daarom
vooral toch evenmin marxistisch getint, een
christeigk-democratischen staat, waarin hg de
leider zou zijn van een, de linksche en recht
sche uitersten scheidend, centraal blok en de
spil waarom het politieke leven zou draaien.
Hg meende zijn ietwat egoïstisch aandoend
ideaal het snelst en het gemakkelijkst te kun
nen bereiken door zich los te maken van de
monarchisten, die hem in 1933 hadden ge
steund en door het beoefenen, vooral ten op
zichte van de radicalen, van een politiek van
geven en nemen al spoedig gaf hg veel
meer dan hij nam geheel in den stgi dei-
geijkte politieke methoden. Gil Robles en met
hem zgn partij en de overige rechtsche groe
pen van het Spaansche parlement, hebben
weinig vruchten van deze taktiek geplukt, het
geen ook niet te verwachten was en door
objectieve buitenstaanders nooit vemoow
werd. De radicalen hebben hem gebruikt voor
zoover zij zijn hulp noodig hadden, zonder met
hun beginselen te transigeeren (dat lieten zij
aan de cedisten over!) doch hg werd opzg
geschoven telkenmale als zgn stem gemist
kon worden. Het volgende, slotartikel met
een zeer kort resumé van Spanje's parlemen
taire geschiedenis der laatste drie jaren moge
Gil Robles' houding verduidelijken.
Terwijl het snelverkeer niet alleen in de
Vereenigde Staten, ">aar °veral ter wereld
steeds meer slachtoffers maakt en de overheid
naar middelen zoekt om hieraan een einde te
maken, zijn de Katholieken van Detroit, met
goedkeuring van hun bisschop, een gebeds
actie begonnen voor veilig verkeer, welke
actie zü onder bescherming van St Christof-
fel, den patroon der reizigers, hebben gesteld.
Met goedkeuring van mgr. Gallagher, bis-
a-ttop can Detroit, is het volgende gebed onder
,e weggebruikers verspreid:
„Heilige Maria, Heilige Jozef, bewaar ons
k «n dag. st. Rafael en St. Michael bewaakt
"is pad.
Bidt er beschermt ons, opdat wg ongedeerd
blijven.
Leidt ons naar den Hemel, het doel van
onze reis.
Onze Vader, Weesgegroet, Eere zij den
Vader enz.
St. Christoffel, bid voor ons.
Een Agentia-Fides-bericht uit Rome meldt:
De secretaris van de Propaganda Fide, Mgr.
Costantini, die na 'n kort bezoek pan bet graf
van Kardinaal van Rossum te v-it tem naar
Denemarken is vertrokken- treft daar thans
definitieve beslissingen voor de stichting van
een seminarie, teneinde de opleiding te ver
gemakkelijken van een mlandsche geestelijk
heid uit de Katholieke Mssie van Denemar
ken, IJsland, zweden, Noorwegen en Finland.
Het nieuwe seminarie zal geopend worden
ln Ordrup (Denemarken) in hetzelfde gebouw
waarin
jarenlang het Sint Andreas-College
der jesuieten gevestigd was.
BAZEL, 22 Juli. (A.N.P.). Voor de eerste
maal ln de geschiedenis werd de Rgnhaven van
Bazel direct met zee verbonden. Dezer dagen
is rechtstreeks uit Londen te Bazel het motor
schip „Bernina" aangekomen, dat een lading
van 400 ton suiker aanbracht. Het schip, een
motorschip van 500 ton, is 57 m. lang, 7,5 m.
breed en met 2,7 m. diepgang. Het volbracht
de reis in acht dagen.
BRESLAU, 22 Juli. (D.N.B.). Op een vlucht
van Praag naar Breslau moest een Duitsch
verkeersvliegtuig ten Oosten van Praag nab{|
Chlomek bg Horice een noodlanding doen.
Het vliegtuig werd daarbij vernield. De
bemanning (twee personen) kwam om het
leven.