nieuwen waterweg.
HET GROOTSCHE WERK VAN DEN
MAANDAG 5 NOVEMBER 1938
Resultaat van uiterste krachtsinspanning
en zelfvertrouwen.
REDE VAN DEN HEER
W. A. ENGELBRECHT
TEN STADHUIZE.
ttJI
ERASMUS
RECHT EN ORDE".
OFFICIEELE ONTVANGST
TEN STADHUIZE.
VEREENIGING „HET WESTEN".
De jaarvergadering.
Lustrumspel van de Rotterdamsche
Studentenlooneelvereeniging.
BRUCKNER'S REOU1EM
De eerste uitvoering in Nederland op liet
concert van het R. K. Gemengd
Koor te Rotterdam.
Propaganda-vergadering afd. O. L.
Vrouw Onbevlekt ontvangen,
KAMER VAN KOOPHANDEL.
ROTTER D. STUDENTENCORPS
EXAMENS ZIEKENVERPLEEGSTER
R'DAMSCH CRISIS-COMITÉ.
OP een wel zeer imponeerende
wijze heeft Rotterdam gisteren
het feit herdacht van het graven van
den Nieuwen Waterweg Na een gran-
diosen intocht met „De Batavier II",
gevolgd door een vloot-eskader, werd
een bezoek gebracht aan de tentoon
stelling, welke een beeld geeft van de
geschiedenis rond den Waterweg.
Dan begaven de gasten zich naar het
stadhuis, waar de heer W- A. Engel-
brecht, voorzitter van de K. van K.,
een rede hield over het grootsche
Werk van den Nieuwen Waterweg, dat
"iet de uiterste krachtsinspanning en
zelfvertrouwen is tot stand kunnen
komen.
Grauwgrijs hingen de wolken, zwaar gela
den, laag over de wateren, toen de Batavier
II zich Zaterdag losmaakte van den stei
ger te Hoek van Holland. Het ranke vaartuig,
dat ongeveer een honderd gasten herbergde
o.w. Hunne Excellenties Jhr. van Kamebeek
en Jhr. van Lidth de Jeude, was getooid met
onze nationale driekleur, welk doek breed uit
waaide door den stevlgen bries. Hoog in top
droeg zij het rood-wit-blauw met drie sterren,
de vlag van den Schout bij Nacht Fürstner,
chef van den Marinestaf, die zich mede onder
de gasten aan boord bevond.
Langzaam trok men het zeegat uit, nage
wuifd door eenlge honderden Hoekenaars, die
nu weer eens getuige konden zijn van een big
en gedenkwaardig gebeuren. Het duurt niet
lang of de Batavier is met haar bekende
snelheid buiten de pieren en in de verte wor
den we reeds gewaar de silhouetten van Hr.
Ma. kruiser „De Ruyter", de twee Z-booten
en de drie onderzeebooten, die in de vroege
vroegte van Den Helder zijn vertrokken, om
de Batavierboot op haar herdenkingstocht
over den Nieuwen Waterweg te vergezellen.
Nauwelijks zijn we het eskader in volle zee
P^seera of de terugtocht wordt aanvaard
en nu gaat het in triomf naar de plaats,
waar zeventig jaren geleden door Z. K. H.
den Prins van Oranje de eerste spade in den
grond werd geBtoken.
De B-vlag seint en het schot van de
kruisen- valt. We zijn op de plaats van den
eersten spadesteek. Jhr. de Beaufort roept den
gasten het welkom toe en staande op het
promonade-dek houdt Minister van Lidth dö
Jeude voor den uucrafoan eon. herdenkings
rede.
Een driewerf hoera stijgt op, ais de Minister
is uitgesproken, gevolgd döor het spontaan
door allen gezongen „Wilhelmus".
Overal waar men passeert zfln de vlaggen
uitgestoken, behalve in Schiedam, welke ge
meente door een zoo ontzettende catastrophe
is getroffen
Te twee uur ligt de Batavier aan de St.
Jobskade en per R.E.T.-autobussen begeeft
hetgezelschap zich dan naar het Gebouw
van den Rotterdamschen Kunstkring, waar de
tentoonstelling is ingericht, gewijd aan de
verschillende verbindingen van Rotterdam
met de zee.
De tentoonstelling.
In onze artikelenreeks Is reeds overduide
lijk naaf voren gekoüïèn hoe vele malen Rot
terdam en het achterland, door verzandingen
zijn gehandicapt, zoodat telkens de zeeweg
moest worden gewijzigd, zuidelijker diende te
worden gelegd, totdat eindelijk de Nieuwe
.Waterweg de verlossing bracht.
Ge expositie brengt duidelijk dezen eeuwen-
langen strijd in beeld. De hoogtepunten laten
zich als volgt verdeelen
gat (tot p^bli%.d00r het BrielSChe zee"
Maas, L^rdtsc"/eirKi]1&1>fS Nieuwe Maas- °ude
zeegat (pl.m. 1740—i8"tM4ngvliet' öoereeache
3. De verbinding dor 'w T
naai en het Goereesche Zeegat ^sao iémT
4. De verbinding door Voonlh
Haringvliet, Volkerak, Brouwersnave^rhé
zeegat (pl.m. 1835-1885). «mvensche
5. De Nieuwe Waterweg (1872—hedP
In de bovengenoemde volgorde zal men i
zaal van den Rotterdamschen Kunstkring
rondgaande (rechts beginnende) een aantal
kaarten, prenten en schilderijen kunnen be'-
zichtigen. Eik tijdvak is als een box ing-e.
Heeid
Allereerst worden vertoond eenige kaarten,
welke betrekking hebben op den toestand van
de Rijn- en Maas-Delta voor en na den St.
EUzabethsvloed, welke ramp van .overwegen
den invloed is geweest op het verzanden van
den Maasmond of het Brielsche
volgens zijn te zien een aantal
nÓ^6"1 waai'uit op te maken valt dat
Noordelijke vaargeul in den Brielschen Maas-
O, „erft 4;
tegenwoordige Nieuwe Waterweg. Het daarop
zS ingtdeelte is gewijrJ aan het Brielsche
het fi-m Ön geheel Hierin is opgenomen
het schilderij van A. Wiliaerts van 1633, zijn-
en gezicht op den Briel en de beide ba-
ns. Dit stuk wordt geflankeerd door een
zeer fraai gekleurde Maaskaart van Quack
en door de interessante zgn. Postkaart met de
daarbij behoorende prenten van denzelfden,
°P welke laatste kaart de in 1663 tusschen
Rotterdam en Hoek van Holland ingestelde
Post- en zeetijdingen-dienst is afgebeeld. Ver
schillende teksten verduidelijken deze uitge
beelde diensten.
Voortgaande aanschouwt men enkele
schetskaarten, welke blijken? recente onder
zoekingen van den Gemeente-Archivaris Mr.
H- C. Hazewinkel, gemaakt zijn in 1695 door
«enige door de Stad Rotterdam naar het
eiland Voome gezonden landmeters, die tus
schen Zwartewaal en Hellevoetsluis opme
tingen hebben gedaan met het oog op het
reeds in dien tijd opgekomen plan een kanaal
te graven.
Daarop volgen de kaarten uit de eerste
helft der 18e eeuw, waarop verschillende ver
beteringsplannen voorkomen o.a. liet plan tot
doorgraving van den Hoek van Holland vari
.Cruquius.
De overheid begint in dien tijd meer aan
dacht te besteden aan den toestand der .rtvia-.
ren. In dit kader moet men ook het doorgra-
vingsplan van Cruquius beschouwen, hoewel
het de bedoeling was ook de scheepvaart
daarvan te laten profiteeren.
Teruggaande langs den linkerwand, ziet
men de verbeteringsplannen voor de Nieuwe
en de Oude Maas uit de tweede helft der 18e
eeuw,.
De volgende afdeelingen zijn gewijd aan de
plannen en 't totstandkomen van het Voorn-
sche Kanaal en tot het graven van een kanaal
door Goeree, alle uit ongeveer het midden
der 19e eeuw.
Het overige gedeelte der tentoonstelling
bevat kaarten en foto's, waaruit het voort
schrijden van de werken aan den Nieuwen
Waterweg is te zien en tenslotte eenige gra
fieken, gewijd aan de kosten en den diepgang
van den Nieuwen Waterweg en de daarin bin
nengekomen tonnage.
Het hoofdmonument aan het einde van de
zaal vertoont o.a. de portretten van
Caland, Thorbecke en van Rflckevorsel, pre
sident der Kamer van Koophandel 1838-1864;
één der beide oorspronkelijke oorkonden, te
Hobk van Holland in 1866 geteekend; een
aquarel van het feestgebouw en den in het
bezit van H. M. de Koningin ztjnden kruiwa
gen en spade, welke op 31 October 1866 heb
ben dienstgedaan.
Er is zooveel mogelijk naar gestreefd ori-
gineele kaarten en teekeningen te verkrijgen.
Voorts zijn enkele portretten opgenomen,
n.l. van den Inspecteur-Generaal over 's Lands
rivieren C. Briinings, Koning Willem I, Schout
bij Nacht I. S. May en Ir. W. F. Leemans.
Midden in de zaal zijn opgesteld een aantal
modellen van o.m. een baggermolen, zandzui
gers, onderlo3ser, zeesleepbooten (ook dat
van de Zwarte Zee), lichtschip.
Bij het inrichten van de tentoonstelling is
uitgegaan van de gedachte, dat naast een, zij
het friet volledige, dan toch historisch zooveel
mogelijk verantwoorde verzameling van de
verbindingen met de zee, moest worden ge
geven.
Nadat deze tentoonstelling door den bur
gemeester mr. P. Droogleever Fortuyn voor
geopend was verklaard en de gasten een
rondgang hadden gemaakt, begaf het gezel
schap zich naar het stadhuis.
In de groote burgerzaal, waar zich nog
vele andere genoodigden hadden vereenigd,
heeft'de voorzitter van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Rotterdam de heer
W. A. Engelbrecht een rede uitgesproken,
waaraan wjj het navolgende hebben ontleend.
De langverwachte wet.
Op 24 Januari 1863, aldus spreker kwam de
wet tot stand, die aan Amsterdam het Noord-
Zeekanaal en aan Rotterdam den Nieuwen
zou geven. Voor de aanneming van
het betreffende wetsontwerp hadden Amster
dam en Rotterdam elkaar krachtig gesteund.
Voor Rotterdam kwam het plan van deh
ingenieur Caland, sedert 1858 eenigszins ge
wijzigd in uitvoering. Gemeentebestuur en
Kamer van Koophandel onzer stad hadden
herhaaldelijk in onderling overleg hierop
aangedrongen.
De Gemeente, aangezocht door Gedepu
teerde Staten op verzoek van den Minister
van Bimienlandsche Zaken, ora in de kosten
van het werk bij te dragen, wees erop, dat,
evenals de spoorwegen, verbetering van den
waterweg een kwestie van Rijkszorg behoor
de te zijn. Op dien grond verzocht zij aan Ge
deputeerde Staten, den Ministér In overwe
ging te geven om van het vragen eener bij
drage af te zien. Mocht echter het maken
der werken afhankelijk Worden gesteld van
het verleenen der bijdrage, dan zou nader
worden bezien, hoe aan het geld te komen.
Het uitbrengen van de hoofden In zee,,
waarin de ingenieurs van dien tfld de groot
ste moeilijkheid zagen, vorderde boven ver
wachting bevredigend, Een commissie van
Amerikaansche ingenieurs ,die omstreeks 1870
dit werk bezocht, rapporteerde daaromtrent:
„The history of the jetty construction at the
Hook.has been one of complete success".
Anders liep het na de doorgraving van den
Hoek van Holland met den vaarweg zelf.
Krachtige uitschuring tot grootere diepte
door de getij-beweging en het afstroomde ri
vierwater vond niet plaats
Op 25 Maart 1874 adresseerden B. en W.
en Voorzitter der Kamer van Koophandel
gemeenschappelijk tot den Minister van Bin
nenlandsche Zaken, erop aandringende, de
verbetering van den Waterweg binnen een
bepaalden niet al te verwijderden tijd te wil-
len verzekeren. Vertrouwen wordt uitgespro
ken in het werk van den bekwamen ontwer-
P.cr- Het denkbeeld der Kamer, om met krach
je6 '^ggermachines de natuur te hulp te ko-
yy6n'. v*n6t in het adres ook steun van B. en
wordt '11 er de overtuiging in uitgesproken
meent'e o?1' wanneer medewerking der ge-
van zooda Van den handelsstand tot bereiking
het Rijkswet beSp0ediSing der voltooiinS van
dewerking te V verel8chte ware' de me'
Op advies van net,'Clam r**et Z0U ontbreken'
ter op 15 April a a v antwoordt de Mims-
de hoofden in zee m" Öat bij Menging van
lengte bereikt hadden niet de °ntworPen
Meter onder gewoon A-A ff" diepte van 5
zou worden bereikt. Buitel vermoedeIijk
JU ftcilt h, v«, 1876 ,",?SÏÏk™,r'8C-
De achteruitgang Van dipplp
in 1876 wordt merkelijke achteruitgang var,
diepte geconstateerd; afzonderlijke vloed, en
ebgeulen hebben zich voor den mond gevormd;
de OD- en afgaande getflbewegmg schuurde
f„ver hetzelfde bodemvlak.
"Jen1 nieuw vertoog der Kamer wordt na
besprekingen met het Gemeentebestuur tot
de Regeertng gericht; waarin zij zonder zich
de Regeetmg ge nordeel uit te spreken over
aan te matigen een ooi ucci r
de methode, volgens welke het plan van den
Waterweg moest worden uitgevoerd toch
meende te moeten wijzen op de mogehjkh id
dat het noodig zou zijn de natuur te hulp
té komén door te baggerèn.
In Mei 1877 kwam toen een wet tot op-
ruiming van ruim 5 millioen. M3 grond ge-
durende 4 jaren-tot stand, terwijl in De
cember van dat jaar een staatscommissie
werd benoemd.
Op 10 Juli 1880 bracht de Staatscommissie
haar eindrapport uit met een plan, uit te voe
ren. ijl S. jaren, dat 30 millioen gulden kosten
Brandweerautoriteiten beraadslagen met de directieleden van Wïlton-Fijenoord en
den burgemeester van Schiedam over de mogelijkheid tot blussching van den
brand op het Grieksche tankschip „Petrakis NomikosLinks burgemeester
Van Haar en.
zou. De open vaarweg zou gehandhaafd blij
ven: meerdere diepte zou door baggeren en
normaliseeringswerken verkregen worden; de
getijbeweging en afstroomend rivierwater zou
den de verkregen diepte onderhouden.
Het verlangde offer werd
gebracht.
De regeering richtte begin 1881 tot onze
gemeente het verzoek om een bijdrage in de
kosten van 10% of 3 millioen gulden.
De vorige jaren hadden Rotterdam groote
slagen toegebracht door den val van groote
ondernemingeA; de draagkracht der burgerij
was zeer sterk achteruitgegaan.
Overleg tusschen Gemeentebestuur en Ka
mer van Koophandel leidde tot de gemeen
schappelijke overtuiging, dat het verlangde
offer gebracht moest worden.
De Gemeenteraad nam op 28 April 1881
met algemeene stemmen het besluitt aan om
aan het verzoek om de bijdrage als boven
omschreven te voldoen.
De werken aan den Waterweg, die in 1880
waren stilgelegd, werden opgevat en verdere
verbetering vond plaats.
In 1880, 20 jaren na den aanvang van de
doorgraving, kon vastgesteld worden, dat de
toestand in hooge mate bevredigend was.
Voor diepgaande schepen was de Waterweg
geregeld bevaarbaar; steeds meer binnenkom
sten in één tij. Er behoeft practisch niet meer
gelicht te worden.
Steeds heeft voortgaande verdieping van
het vaarwater van Roterdam naar zee plaats
gehad. De wetten van 1908 en 1917 brachten
de diepte successievelijk op 8 M. en '11 M.
onder laag water. Zoowel In 1908 als in 1917
was de gemeente bereid In de verdere kosten
bij te dragen, respectievelijk met maximaal
800.000, en met 1 2/3 millioen gulden, ter
wijl in 1917 de handel van de bijdrage der
gemeente een derde voor zijn rekening nam.
De grootte der zeeschepen nam tot heden
steeds toe en zoolang de uiterste grens daarin
niet bereikt is, kan de Waterweg nog niet ge
acht worden voltooid te Zfln. De open vaar
weg van Caland zal echter gehandhaafd blij
ven; hij wordt door geen andere in de scha
duw gesteld.
De economische betcekenis.
De laatste vijftig jaren hebben wel aange
toond, welke economische beteekenis een wa
terweg, die in bevaarbaarheid voor geen an
dere behoeft onder te doen, voor stad en land
bezit.
Voor -de scheepvaart bestond steeds gele
genheid tot ontplooiing, daartoe ook In staat
gesteld door uitbreiding van havengebied en
handelsinrichtingen, waarbij het gemeente-
stuur van voofuitzlenden blik blijk gaf.
Gedurende de vier oorlogsjaren stond de
scheepvaart vrijwel stil, terwijl daarna na
opleving sedert 1930 opnieuw achteruitgang
ln zeer sterke mate heeft plaats gehad in
verband met de belemmeringen van het we
reldverkeer als gevolg van de economische
verdediging van eigen voortbrengst, waar
toe successievelijk alle landen (noodgedron
gen ook het onze) hun toevlucht meenden te
moeten nemen.
Niet alleen voor in- en uitvoeren van ons
eigen land, waardoor handel en Industrie ook
in onze stad en haar omgeving ontwikkeling
konden vinden, heeft Roterdam open gestaan.
Een belangrijke handel van goederen, die
na invoer in Rotterdam weder voor uitvoer
naar andere landen verhandeld konden wor
den, kwam tot groote uitbreiding.
De ontwikkeling van het Rijngebied na 1870
deed het directe doorvoerverkeer zoowel uit
dit gebied naar overzeesche landen als in
omgekeerde richting sterk over Rotterdam
toenemen.
Reeds werden in 1884 door de koopsteden
aan den Rijn gelegen pogingen aangewend om
te verkrijgen, dat gesubsidieerde stoomvaart
lijnen ook Rotterdam als aanloophaven in haar
vaarplan zouden opnemen. Het best blijkt
hieruit wel, hoe gunstig tusschen den Rfln en
de zee onze havenstad gelegen is.
Voordeelen van het doorvoer-
Verkeer.
In het jaarverslag der Kamer van Koophan
del over 1888 wordt de opmerking gemaakt,
dat men op de voordeelen van het doorvoer
verkeer „niet uit de hoogte moet neêrzien,
zooals dikwijls geschiedt". In de eerste plaats
werd verder op de belangen der losse werklie
den gewezen en op de loonen, die zij met het
overladen van goederen verdienen, dan op
dat van alle anderen, die met handel en
scheepvaart direct of indirect in betrekking
staan. „Als er veel schepen komen", vervolgt
genoemd verslag, profiteeren zij, die levens
behoeften verkoopen aan schepelingen. Ver
diensten ,die vroeger geconcentreerd waren
hij export- en importhuizen, verdeelen zich
nu over eeii groot aantal personen"
?er zeker ls geheel eenzijdige orienteering
«n JL°0,fVOerverkeer niet jui8t te achten en ont-
,enf van eigen handel en industrie van
m,J18, waar°P m het zittingsjaar 26/27
Tl*?™ °ok een gea«ht afgevaar
digde uit Rotterdam, de heer Brautigam
wees, maar steeds zal Rotterdam's handelen
erop gericht moeten blflven een rechtmatig
aandeel in dit verkeer tegenover mededingende
buitenlandsche havens te verkrijgen, waar
toe een vastberaden havenpolitiek, overeen
stemming zoekend met West-Europ. havens
op grondslag van wederkeerigheid noodzake
lijk is.
De toekomst.
Met uiterste krachtsinspanning en zelfver
trouwen is de Nieuwe Waterweg tot stand
kunnen komen. Ook voor de toekomst mag
niets ongedaan blflven om ln alle richtingen
over onze haven verkeer te behouden en te
ontwikkelen, naarmate internationale arbeids-
verdeellng weder uitbreiding van wereldhan
del bevorderen zal.
In een wereld, die thans nog verstikt is in
stelsels van economisch nationalisme, ver
ward ln internationaal wantrouwen, is het
Voor ons, Rotterdammers, onafhankelijk van
de in het maatschapelflk leven ingenomen
plaats, van het grootste belang in onderling
vertrouwen gemeenschappelijk vast te hou
den aan de grondvoorwaarden, waarop Rot
terdam's leven is opgebouwd en ontwikkeling
te verwachten is.
Moge de ervaring, opgedaan bij 't grootsche
werk van den Waterweg langs Rotterdam
naar zee, steeds in dien zin naar voren wfl-
Zen.
Na deze rede, die met applaus werd be
groet, werden den gasten éenige ververschln-
gen aangeboden, terwfll desavonds door het
Comité van Belangstelling, dat zich uit de
burgerij heeft gevormd aan den commandant
en de officieren van het eskader een maal-
tfld is aangeboden. Onder meer zaten mede
aan tafel aan. Z.Ex. de Minister van Water
staat Jhr. van Lidth de Jeude. Z.Ex de Com
missaris van de Koningin in Zuid-Holland,
Jhr. van Karnebeek, de chef van den Marine
staf, Schout bij Nacht Filrstner, de comman
dant van de marine te Willemsoord, de vice-
admiraal Kruys, de burgemeester van Rotter
dam.
Onder voorzitterschap vair nataris F. L.
Hartong heeft de vereeniging „Het Westen"
Vrijdagavond in café „De Heemiaad" aan den
Nieuwe Binnenweg een algemeene vergade
ring gehouden.
In zfln openingswoord deelde de voorzitter
mede, dat pogingen in het werk zfln gesteld
om te komen tot betere verlichting van het
kruispunt 's-Gravendflkwal-Nleuwe Binnenweg
welk verzoek nog bij de directie van electri
city 1 en openbare werken in behandeling is.
r—- door den secretaris, den heer J. C.
Binkhorst Maaldrink uitgebrachte jaarver
slag, dat onveranderd werd goedgekeurd,
maakte allereerst melding van het voor liet
Westelijk stadsdeel zoo belangrijke feit van
de opening van het nieuwe museum Boymans
Door het schenken van een monumentale
bank gaf de vereeniging uiting aan haar be
langstelling ln het «nieuwe gebouw cn zij mocht
zich door haar voorzitter en secretaris Verte'
genwoordigd zien bfl de officieele opening.
De stadsarchitect, de heer ir. A. van der
Steur gaf in „Ons Huis" een belangwekken
de beschouwing over de wijze, waarop dit
nieuwe museum tot stand kwam.
Met voldoening werd gewag gemaakt van
de medewerking, ondervonden van de ge
meentelijke autoriteiten bij de verzoeken om
verbeteringen, welke de vereeniging noodig
oordeelde.
O.m. werd eindelijk een verkeersregeling
ontworpen voor liet Mathenesserplein, welke
een groote verbetering genoemd mag worden.
Thans wordt nog gewacht op een dergelijke
regeling- voor het Burg Meineszpleln, waar
op reeds in 1933 werd aangedrongen.
Bij een bezoek aan den hoofdcommissaris
van politie Werd diens medewerking verzocht
voor een betere regeling van het verkeer
voor wielrijders, waarbij zoowel deze wegge
bruikers als het snelverkeer gebaat zouden
zfln.
In overleg met de vereeniging „Het Noor
den" werd een nieuwe grens voor het terrein
van werkzaamheden vastgesteld. Door de Rot-
terdamsche Schie als grens aan te nemen,
werd het gebied der vereeniging „Het Westen"
uitgebreid met Blfldorp en de Proveniersbuurt
Vervolgens deed de penningmeester, de
heer B. A. J. Mes, rekening en verantwoording.
Bij een kassaldo van 478.04 sloot déze ln
inkomsten en uitgaven met een totaal van
1699.22.
Met voldoening werd gewag gemaakt, dat
de directeur van het museum Boymans, de
heer D. Hannema, toezegging deed tot een
uitnoodiging aan de leden voor een bezoek
aan het museum, waarbfl de heer Hannema
speciaal artistieke voorlichting zal geven. Ook
een bezichtiging van het Sportfondsenbad is
in uitzicht gesteld.
Bij acclamatie werden de aftredende be
stuursleden, de heeren R. Maathuis en J. C.
Binkhorst Maaldrink herkozen, terwijl de
voorziening in de vacature A. J. ten Hope
werd aangehouden.
De voorzitter bracht een hartelflk dank
woord aan den heer ten Hope, die wegens ves
tiging in Noordwflk, de vereeniging moest ver
laten en herinnerde vooral aan zfln grooten
strfld tegen de tram. Veel van zfln voorspel
lingen ten aanzien van dit vervoermiddel zfln
thans ln vervulling gegaan.
Bfl de rondvraag bracht de heer A. van
Waart den tegenwoordigen toestand van het
Piet Heinstandbeeld en diens omgeving ter
sprake. Het Bestuur zal de huidige situatie in
oogenschouw gaan nemen.
Nadat de voorzitter nog zijn voldoening had
uitgesproken over de verbetering aan het
Mathenesserplein, maar zijn spijt had uitge
drukt over de situatie van de tram aldaar,
werd de vergadering gesloten.
V)
Ter gelegenheid van het derde lustrum van
het Rotterdamsche Studenten Gezelschap
is in den Grooten Schouwburg door
de leden van de Rotterdamsche Stu
denten Tooneelvereeniging tie première
gegeven van het dezer dagen uitgekomen
tooneelwerk van dr. Garmt Stuiveling „Eras
mus", spel van het humanisme in 6 tafereelen.
Met dit lustrumspel hebben de R'damsche
studenten, wellicht onbedoeld, een alleszins
waardig en merkwaardige afsluiting gegeven
aan de Erasmus-herdenking van dit jaar in
Erasmus' geboortestad Rotterdam.
Deze daad getuigde van moed, evenals
niemand zal ontkennen, dat er moed toe be
hoorde voor den auteur om de zooveel om
streden figuur, die voor tfldgenooten en na
geslacht nog zoo duistere persoonlijkheid, dien
subtielen individualistischen geest, welke
Erasmus was, tot een tooneelfiguur te maken.
Dr. Stuiveling's werk werd alreeds in ons
blad besproken door Vincent Cleerdih. Wfl
kunnen ons daaraan refereeren en volgaarne
na de opvoering van het werk nu te hebben
gezien, 't Is wat grof van behandeling, te
sterk gekleurd, te nadrukkelijk, te gechar
geerd, ja te caricaturaal in menige passage.
Nu wfl het stuk op de planken hebben gezien,
kunnen we begrflpen, hoe de auteur er toe
gekomen is er die kleur aan te geven. In den
bflna uitsluitenden dialoogvorm, waarin het
stuk werd gegoten, zocht dr. Stuiveling naar
middelen om wat leven in het spel te brengen,
eenige verve, eenig contrast in de voor den
gewonen toeschouwer wel wat al te monetone
dialectiek.
In vflf tafereelen het laatste tafereel,
de sterfscène valt hier eigenlijk buiten
worden ons in dit spel vflf markante episoden
uit het leven van Erasmus geschilderd, die
ons in groote lflnen den tragischen ondergang
van dezen langzaamaan door ieder verlaten
geest voor oogen moeten stellen. In zooverre
loopt er door deze tafereelen een sterke, strak
volgehouden lijn, waardoor dit tooneelwerk
zonder dramatische intrige toch van 'n sterke
spanning is geworden. De boeiende wijze,
waarop sommige tafereelen zfln behandeld,
draagt daartoe niet weinig bfl.
Rflkelflk puttend uit de werken, vooral uit
de brieven van Erasmus, heeft Stuiveling
daarbij getracht, tegelijk zoo historisch moge
lijk te blflven. Heel veel van hetgeen wfl
Erasmus op het tooneel hooren spreken, zfln
de eigen woorden van Erasmus geweest. Dit
garandeert evenwel nog geenszins, dat met
deze Erasmiaansche bloemlezing een even
wichtige indruk wordt gegeven van Erasmus'
houding tegenover verschillende problemen,
welke in het tooneelwerk aan de orde worden
gesteld.
Wanneer wfl zoo het geheel overzien, kun
nen wfl niet zeggen, dat Stuiveling zich bij
zonder heeft beflverd om ln het rond Erasmus
opgebouwde tijdbeeld het katholieke denken
met een zekere objectiviteit te behandelen.
Ging Erasmus met het wapen van de spot
te keer tegen de misbruiken, welke in de
kerk van dien tfld bestonden, men krflgt na
zooveel eeuwen wel 'n heel caricatureel beeld
van de katholieke kerk van die dagen, Indien
men niet anders van die kerk laat zien, dan
den zelfkant. Zonder onjuist te zfln, kan men
door deze eenzijdigheid een groote onwaarheid
debiteeren. Dr. Stuiveling heeft ons inziens
wei wat al te gul gewerkt met rollen te
creëeren voor de „stultl monachi", welke
Erasinus dwars, zaten, 'n Ontwikkeld katho
liek zal dit wellicht nog nilhdef sterk opvallen
dan een niet-katholiek. gelijk ons dan ook
na afloop der voorstelling is gebleken. De
eerste weet, dat zij er ook waren, de tweede
gaat onwillekeurig generaliseeren omdat hij
van de katholieke kerk uit dien tfld niet veel
meer te zien krflgt.
Maar deze eenzfldigheid, welke bij de voor
stelling sterk sprak, is natuurlflk niet den
spelers, maar den auteur euvel te duiden.
De voorstelling zelve getuigde van zeer
groote toewflding, van zorgvuldige voorberei
ding. De zeer moeilijke rol van Erasmus
vooral, vertolkt door R. van Duiken, werd in
sommige tafereelen zeer mooi gespeeld in
een zeer nadrukkelflken zin om deze figuur
uit te beelden als den fijnen humanist.
Bflzonder geslaagd leek ons ook de Oeco-
lampadlus van J. A. Apon. Overigens bestond
er voor maar weinig medespelers gelegenheid
om bflzonder op den voorgrond te treden,
gezien de schematische behandeling van hun
rollen door den auteur.
Tot 't welslagen van dit lustrumspel droeg
niet weinig bfl de verzorging der decors door
architect Aad Niergever, die voor elk tafereel
een milieu had ontworpen, dat de sfeer van
de handeling zfeer suggestief aangaf
Aan het einde van de voorstelling, welke
door talrflke autoriteiten, o.a. door den bur
gemeester werd bijgewoond, volgden natuur
lijk de gebruikelflke toespraken onder aanbie
ding van de gebruikelflke kransen Voor Eras
mus, den regisseur Gerard Waas, den decor
ontwerper en voor den auteur Stuiveling.
Het publiek toonde zich bfl de voorstelling
zeer geïnteresseerd en beloonde de spelers
met ruimen bijval.
Onder leiding van Nico Verhoeff zal het
R. K. Gemengd Koor te Rotterdam op Vrfldag
13 November a.s. des avonds om kwart oVer
acht in de Döelezaal een concert geven
Op het programma staan de missa „Papae
Marcelli" voor 6-stemmlg gemengd a-cappella-
koor van Palestrina en de „Requiem" in
d-moll van Ant. Bruckner voor 4 st. gem.
koor, aolisten, strijkkwartet, 3 blaasinstru
menten en orgel.
Laatstgenoemd werk, dat in 1849 voltooid
werd, doch eerst 25 jaar geleden voor 't eerst
ln concertvorm werd uitgevoerd, is hier in
Nederland nog niet bekend, zoodat het R. K
Gemengd Kooi ei thans de eerste uitvoering
van zal brengen, zulks ter gelegenheid van de
40ste herdenking van Bruckner's sterfdag.
Solistische medewerking wordt verleend
door José Candel, sopraan, Jo Immlnk, alt.
Corn. v. Munster, tenor en Luciën Lauman,
bas. terwijl de instrumentale begeleiding wordt
verzorgd door leden van het Rott. Philh. Ge
nootschap.
Het koor-ensemble, dét deze uitvoering zal
verzorgen, bestaat uit ruim 250 dames en
heeren.
De heer J. Wilbrink, die in het muziektijd
schrift Cecilia en De Muziek" (var. Aug.:
Sept. 1936) een uitvoerige inleiding In eft ge
schreven op Bruckner'6 „liequlem'; heeft van
den K.R.O. ceh uitnoodiging ontvangen om op
Vrijdag 13 November voor de microfoon een
bespreking van genoemd werk te geven.
si
In de zaal van het gebouw „Atlantic" aan
de We3terstraat heeft de parochieele Kiesver-
eeniging van „Recht en Orde" der parochie
van O. L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen, hare
eerste propaganda-vergadering gehouden. Te
circa kwart voor negen opende de voorzitter,
de heer J. A. Dessing, de goed bezochte verga
dering en heette verschillende Eerw. Heeren
der parochie hartelflk welkom, en speciaal den
spreker van dezen avond, den heer H. E. v. d.
Brule ,Lid van de 2e Kamer der Staten-Gene-
raal.
De heer v. d. Brule zeide zeer gaarne aan de
uitnoodiging te hebben gevolg gegeven.
Het was spr. een genoegen te kunnen zeg
gen. dat het bestuur der kiesvereenlglng van
stonde af aan een groote activiteit aan den
dag heeft gelegd, Die actie heeft spr. gaarne
willen steunen en zal pogen de vergadering iets
voor te leggen van de inzichten, die onze Ka
tholieke Staatspartij tracht tot werkelijkheid
te brengen.
In een uitvoerig betoog sprak de heer v. d.
Brule over de houding van de R. K. Staatspar
tij ten opzichte van het kabinet. Spr. zegt
dat 't bflna niet doenlflk was voor de kath.
fractie het aanpassingsstelsel te volgen.
Komende op de monetaire politiek zegt spr.
dat alle partflen zich hebben afgevraagd, wat
hun standpunt ten deze is. Bfl monde van den
heer Mr. Goseling, den voorzitter der R. K.
Staatspartij is uitdrukking gegeven van hare
zienswflze. De Staatspartij vraagt zich af of
zij in de regeertng voldoende stimulans zal
vinden.
De Kamer gaat aanstonds behandelen de
begrooting, daarbij zal blijken, in hoeverre
samenwerking met het kabinet mogelflk is.
In de komende periode zal er gestreefd moe
ten worden naar wat er van te maken valt.
De Staatspartij wil streven naar concreti
seering naar wat „Quadragesimo Anno" van
ons vraagt. Zij wil en zal pogen om in de wet
geving van Nederland de richtlijnen, neerge
legd in Q. A. in praktijk te brengen.
Daar onze Staatsparty doet wat zij kan om
de katholieke beginselen uit te dragen en zoo
veel mogelflk tot gelding te brengen, ver
dient zij, dat alle katholieke mannen en vrou
wen krachtig medewerken haren invloed sterk
te maken.
Hebben wfl katholieken in Nederland van
anders denkenden iets cadeau gekregen? Heb
ben wfl niet steeds daarvoor moeten werken
en vechten. Met de N. S. B. zouden wfl veer
tig, vijftig jaar terug zijn. Wfl Katholieken
kunnen van de N. S. B. niets verwachten.
Ondermflnt de politieke eenheid en het is
gedaan met onze sociale beweging. Mgr. Hop
mans heeft nog op N. G. B. vergadering te
den Bosch aangedrongen, onze eenheid te
bewaren. Achter de Staatspartij als één man.
De heer Dessing zelde den heer v. d. Brule
voor zijn uitvoerige rede dank.
Spr. herinnerde de vergadering vervolgens
aan het parool der kiesvereenigingleden wer
ven voor de Staatspartij, 't Heeft spr. getrof
fen dat 600.000 katholieken nog geen lid zfln
van de R. K. Staatspartij. Spr. wekte de ver
gadering krachtig op, voor zoover zij nog geen
lid zfln zich op te geven. Hfl herinnerde ver
volgens nog eens aan de verklaring van Kar
dinaal Pacelli aan Katholieke journalisten,
waarin hij aanspoorde volgzaam te blflven
jegens de Kerkelijke Overheid, opdat het Ne-
derlandsche volk het droeve lot van zooveel
landen om ons heen, bespaard blijve.
De heer Deesing deelde ten Slotte mede, dat
het bestuur plannen overweegt, te komen tot
oprichting van de jongeren-afdeeling.
Na de pauze was er gelegenheid om naar
aanleiding van het behandelde vragen te Stel
len .waarvan door eenigen gebruik gemaakt
werd. Aan het slot van deze welgeslaagde
eerste vergadering heeft de heer Dessing een
woord van dank gesproken tot de leden van
de Propaganda-club en hun dankgezegd, voor
hunne activiteit, 't Was spr. een genoegen te
kunnen mededeelen, dat door de propaganda-
club tot op heden reeds 54 leden werden ge
worven door de Katholieke Staatsparty in de
West-Zeedflksche parochie en 53 abonnemen
ten voor het propaganda-blad „De Opmarsch''
werden genoteerd. Met het zingen van „Aan
U, O Koning der eeuwen" ging de vergadering
uiteen.
De Kamer van koophandel en fabrieken voor
Rotterdam houdt een openbare vergadering op
Dinsdag, 3 November a.s. des namiddags te
2.15 uur in de Raadszaal van het Stadhuis. De
agenda luidt: 1. Concept-adres aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal inzake het wets
ontwerp tot verleging van den werkingsduur
van de Tarief machtigingswet. (D. 191).
2. Concept-adres aan den Gemeenteraad van
Rotterdam inzake het nieuwe Hofpleinplan.
(D. 180).
3. Concept-adres aan B. en W. van Rotter
dam in zake vermijding van lasten op de
scheepvaart bfl de Bergsluls (D 180).
4. Vaststelling van een datum voor de ver
kiezing van een nieuw lid in de vacature-A.
Brandei (D. 123).
De senaat van het Rotterdamsch Studenten
corps heeft zich als volgt samengesteld: R. A.
Thiadens, president; J. P. Crommelin, secre
taris; B G. Cromhoff, penningmeester; R. P.
Mees, vice-president; S. J. van Limburg SU-
rum, 2de secretaris.
Op 27 en 29 October is in het St. Franciscus
Gasthuis ten overs.aan van de rflksgedele-
geerden drs. J. Hekman Jr., H. L. W. van
Beuntngen van Helsdingen, B. C. van der
Nagel en R. J. Wolvius het examen van zie
kenverpleegster afgenomen. Aan de eerw.
zusters Augustinessen M. Magdalena (mej.
W. J. Timmerman) en M. Protasia (mej. C.
A. Borst) en aan de dames M. H. L. Borsten,
Ph. J. G. M. van Enschot, J. M. A. A. van den
Broek, C. J. M. Goeflenbier, M. J. F. Goossens,
A. M. Hammerstein, H. C. J. Melis, E. M. M.
de Vries en Ilonka Zsiska kon het diploma
uitgereikt worden.
Nog werd ontvangen:
M. U. 100; werkl. S.H.V. N.H.B. 12.50,
idem 12.62, idem 12.70, leerl. Nwe. Middelb.
H.sch. 18.16; autogiro bet. maand October
656.05.
Giften kan men overmaken onder duidelijke
vermelding „Rott. Crisis-Comité", op rekening
680 van het Rotterdamsch Crisiscomité van
de fa. Mees Zn. No. 6400, of op gironum
mer 40.