Kinderen zooals ze zijn prmsessbrmd MÊÊÊË De Amerikaansche vrouw. KONINGIN ELISABETH. NIEUWJAARSKAART. Over oude en nieuwe horloges. Wm HEB Rapporten wel en wee. HET NIEUWE JAAR. I NIEUWE BOEKEN. DONDERDAG 24 DECEMBER 1936 IWllllllllB JEUGDLECTUUR KERSTMIS DiER MIDDELEEUWEN. Een bundeltje oude prenten en tejesteu. Een medewerker chrijft ons: Met belangstelling las ik in „De Maasbode" van Zondag 13 December het artikel „Is de Amerikansche vrouw mooier"? Al ben ik geen dameskapper of schoonheids-instituut manager, zoo heb ik toch, toen ik den vorigen zomer in de Veraenigde Staten vertoefde, niet alleen naar luchtkrabbers en ,,hot dog stands" gekeken, doch ook naar vrouwen en meisjes, waarvan men er in dit land van rond 130 millioen inwoners, uit den aard der zaak, heel wat tegen komt. Dat de Amerikaansche vrouw heel vee) zorg aan haar kapsel besteedt, kan ik ten volle beamen. Het is verbluffend zooveel werk als ze daar van maken; de beauty parlours moeten er bepaald heel lucratieve bedrijven zgn. In Hollywood zag ik, doordat net de straatdeur open stond, een schoonheidswinkel, waar misschien wel twee dozijn vrouwen on der van die reusachtige helmen zaten, om zien te laten permanenten. Misschien denkt men, omdat het in Hollywood was, dat het filmster ren waren. Maar dit was toch niet zoo. Het waren overwegend bedaagde dames, waar onder werkelük verschillende antiquarische exemplaren. Maar vooral ook de jonge meisjes, besteden heel veel zorg aan haar coiffure. De meiskes gaan, keurig gekapt, naar school, de nageltjes netjes geverfd, terwijl de eene wat meer rouge op haar lippen schildert dan de ander. Als regel schminken en poeieren de Amerikaan sche vrouwen zich echter lang niet zoo sterk, als b.v. de Parisiennes, die formeele schilde rijen van haar gelaat maken. Kleeden doet de Amerikaansche vrouw en het Amerikaansche meisje zich zeer smaak vol. Ook door de week zien ze er op z'n Zon- dagsch uit. Of de Amerikaansche vrouw mooier is dan de Europeesche, zou ik niet durven zeggen. Het ras is, zooals in het vorig artikel ge zegd, als gevolg van den internationalen aard van het Amerikaansche volk, ongetwij feld mooi. Wel viel het mij, vooral in de groote steden, als New York en Washington op, dat de mooiste meisjes op de kantoren zitten en in de winkels en warenhuizen achter de toon bank staan. „Het Amerikaansche meisje" zie je dan ook voornamelijk des morgens vóór ne genen, onder lunchtijd in de tea-rooms en drug-stores, waar ze een geweldig gebruik van maken en des middags na vijven. Dit is ech ter geen specifiek Amerikaansch verschijn sel, doch gaat waarschijnlijk voor de meeste landen op. Als uitvloeisel van de samenstelling van het ras, is de Amerikaansche vrouw een tikje minder fijn van manieren dan de vrouw in de Westersche landen van Europa. Trouwens het beele Amerikaansche volk maakt den indruk, dat het hier en daar in zijn manieren, nog wel een beetje kan worden bijgevijld en af geschaafd. Groote heeren ontvangen je soms in hun kantoor met hun beenen op hun schrijftafel. In Amerika zie je verder vele keurig gekleede en perfect gekapte meisjes en vrouwen gapen, zonder de hand voor den mond te houden. Er bestaat een Ameri kaansch grapje, dat op dit euvel den vin ger legt. Het verhaal is als volgt: Een dame staat in een vollen wagen van den subway, den ondergrondschen spoorweg. Een heer staat op en biedt haar zijn plaats aan. Dat heeren zoo iets doen, is in Amerika schijnbaar een streep aan den balk. De dame ia dan ook aangenaam verbaasd en zegt tegen den galanten ridder: „Dank U, ik kan merken dat ik met een heer te doen heb"Waar op de heer antwoordt: „Waarom zou ik niet galant zijn. Toen ik U net zag gapen met uw hand voor uw mond, begreep ik direct, dat ik met een dame te doen heb". Óver het algemeen heeft de jonge Ameri kaansche vrouw iets aantrekkelijks. Ze is niet verlegen, makkelijk in den omgang, maar een beetje blasé. De algemeene ontwikkeling is mager. Je ziet de kinderen eiken morgen met heele pakken boeken naar school gaan, maal ais je in gezelschap bent en eens nagaat wat ze feitelijk kennen, dan is het niet vee). Op vallend is het groote aantal jonge vrouwen, dat nog de school bezoekt. Het Amerikaansche meisje is vrij in haar manieren en durft meer dan haar West-Euro. peesche zuster. Ook in haar kleeding. Ik wil zeker niet generaliseeren en ben er diep van overtuigd, dat er ontelbare goede, degelijke kinderen aan de andere zijde van de „big pond" wonen. Maar als men sommige dingen vooral in de badplaatsen in Florida en Cali- fornië ziet, dan voelt, men toch, dat daar een mentaliteit leeft, die wij gelukkig niet ken nen. Het dragen van mannenbroeken door vrou wen, neemt in Amerika ook meer en meer toe. Niet alleen in de badplaatsen, doch ook in de steden. Vooral in Hollywood is de mode van „pants" dragende vrouwen algemeen, in een plaatsje op Long Island, werd een meisje van negentien jaar, die in een mannenbroek In de kerk verscheen, door den pastoor ver wijderd. Ze moest met geweld uit de kerk worden gezet, zoodat er harde woorden vielen. Het; kind liep naar de politie en het geval kwam in de kranten, mèt het portret van het meisje. Dat was een jong meisje. Maar in Holly wood zag ik in een kerk aan den Sunset Bou levard, een schoone van bij de veertig, die in „pants" in de Mis kwam. Ik moet zeggen, ze was erg „devoot". Ze stak bij drie beelden een kaarsje op.' (Van onzen Londenschen correspondent). Bijgaande hoorn van overvloed zal als Nieuwjaarskaart om weg te sturen wel vol doen. maar ook als naamkaart h*« «en intiem diner. Tnaschen de uit soepel lint geknoopte strik wordit in beide gevallen een los kaartje, waarop de goede wènach of de naam van den gast komt, gestoken, vooa- het laatste op ieder bord een hoorn te leggen, waardoor de tafel iets fleurigs krijgt. Om uit te voeren wordt op zwaar ivoorkar- ton de hoorn, waaruit de fantasie-bloemen vallen, eerst geteekend, daarna met plakkaat verf gekleurd. De bloemen zijn bont. lila of paars, geel, blauw, rose enz., met felgroene blaadjes. De hoorn zelf wordit bij de gestip pelde gedeelten uitvloeiend zilver en blijft voor 't overige wit. Na het kleuren het geheel zuiver uitsnij den en de kleur van den strik kiezen in over eenstemming niet de kleur van één bloem. De oude Aziatische volken, zeker ook de Chineezen. hadden al lang voor onze jaartel ling instrumenten, om den loop van den tijd aan te wijzen. De zonnewijzer, waarbij de slagschaduw van een staaf door het draaien van de aarde over een sobaalverdeeliiig loopt is misschien wel het oudste, uurwerk. Omstreeks 100 v. Chr. was het al in China bekend. Verder zijn ook de waterwerken, waarbij Een paar toiletjes voor loge of stalles. Rechts: een vlierhleurige casak met ingeweven bloemen van dezelfde tint en een strass.cein tuur; links: een bruin fluweelen avondblouse met roode noppen mn strass-knoopen. door langzame stijging van den. waterspiegel een dravertje langs een schaalverdeeling naai' boven schuift en de zandlooper al in de vroeg ste tijden door de langstaarten gebruikt. In tegenstelling met deze staande of han gende. in ieder geval vrij groote uurwerken, zijn de draagbare dito's, nu onder den naam van horloge hekend, van veel jonger datum- Pas aan 't eind van de J5de eeuw werden ze voor 't eergit gemaakt on heetten toen naar den vorm el of ui. In Frankrijk heeft de horloge-Industrie al vroeg gebloeid. In de 16e eeuw werden daar zakuurwerken gemaakt., die maar één wijzer hadden en waarvan de zilveren plaat met 24 uren was gemerkt (dit Is dn# ook geen nieuw tje!) De kast. is dikwijls van bergkristal in koper gevat. Soms zijn deze horloges in kruisvorm, die net als de ronde en ovale aan een ketting om den hals werden gedragen. Ook zijn er minia tuurhorloges, als „edelsteen" op een ring ge monteerd, gemaakt. Nadat Christiaan Huygenk in 1856 liet eer ste volkomen betrouwbare slingeruurwerk had gebouwd, vond hij negen jaar later de z.g.n. onrust uit, waardoor de goede con structie van een zakuurwerk mogelijk werd. De Lodewijk XV stijl met de drukke krul- vormige ornamenten had ook invloed op het uiterlijk van de horloges, die rijk gegraveerd 'net edelsiteenen en mtniatuursohilderingeri werden versierd en waar op de wijzerplaat cl ik wij ia beweegbare poppetjes waren aange bracht. Pas ln 1840 werd door twee Fransohen het eerste remontoir horloge gemaakt, dat door draaing aan een knopje boven aan de kaat kpn opgewonden worden. Daarvóór moest een horloge al tijd opengedaan word enom het met een los sleuteltje op te winden, Toen in den loop van de 17e eeuw het vest als heerenkleedingaituk in óe mode kwam, ging het horloge naar een der zakjes. Wel werd het toch aan een lange ketting, die met het andere eind aan de kleeding' was vastge maakt of aan een korte, loshangende gedra gen. Aan deze kettingen hing het sleuteltje «n gouden of zilveren snuisterijen, z.g.n. bre- logneg. Behalve natuurlijk de verbeteringen in het uurwerk zelf aangebracht, werd de vorm nog al eens gewijzigd. Met Uitzondering van de uiterst kleine hor loges op de ringen, waren over het algemeen de zakuurwerken vroeger veel groote,r en dik ker dan latei'. De dameshorloges uit de vorige eeuw daarentegen zijn wel groot, maar plat. Aan de buitenissigheden ontbreekt het ook op dit gebied hlét. Zoo moest een horloge soms op een wandelstok dienst doen, of het uurwerk had dan vorm van een klein boekje i met de wijzerplaat op bet plat en Mary Stuart 1 bezat o.a. een horloge, waarvan die 'kast als een klein zilveren verguld doodshoofd was be werkt. Maar dergelijke dingen waren natuur lijk niet algemeen. Voor de dames ls bet dragee van een horlo ge altijd moeilijker geweest dan voor de hee. ren, die er in hun vest zoo'n goede bergplaats voor hebben. Het polshorloge heeft eindelijk een bevre digende oplossing' voor iedereen gebracht. In lady Cynthia Asquith's boek „Life of the Duchess", dat in 1828 verscheen, wordt verteld, dat de tegenwoordige Engelsche ko ning toen nog prins Albert de vrouw, die zijn koningin zou worden, het eerst ont moette, toen zij vijf jaar oud was. „Het meisje", schrijft lady Asquith, die de familie Strathmore goed kende, „maakte zulk 'n diepen indruk, dat, toen zij elkaar ongeveer dertien jaren later terugzagen, hij haar on middellijk herkende." De kansen van den prins moeten bij de eerste ontmoeting evenwel zeer ongunstig gestaan hebben, want de kleine Elizabeth had haar eigen huwelijksplannen gemaakt. Dit op zienbarende feit uit het particuliere leven van Engelands nieuwe koningin wordt thans ont huld door den „Dagboekschrijver" der „Eve ning Standard", die in de eerste jaren dezer eeuw lid was van een cricketclub in Forfar shire, het Schotsche Graafschap, waarin het kasteel van Glamis, het eeuwenoude landgoed der Strathmores gelegen is. Cricket werd in dien tjjd veel op 't landgoed gespeeld, en de graaf van Strathmore had een familieelftal gevormd, bestaande uit hemzelf, zijn broer, zijn zoons en de leden van zijn huispersoneel. Dit elftal speelde tegen de verschillende clubs van 't graafschap .In 1906 speelde de club, waartoe de schrijver behoorde, tegen 't elf tal van den Graaf. Het bezoekende elftal batte, en, terwijl de schrijver op z'n beurt wachtte, kwam 'n zesjarig meisje op heau toe en vroeg: „Weet u wie die man is, die nu bowlt," Hij beleed z'n onwetendheid. „Dat is de man, waarmee ik ga trouwen," zei ze ernstig. 't Meisje is nu koningin van Engeland. Haar uitverkorene was James, de lakei van Gla mis en de beste howler van lord Strathmore's elftal. Elisabeth,„de jongste dochter van den Graaf en de Gravin van Strathmore, kon sommige dingen zeer ernstig zeggen, en haar „waardige" manieren hadden haar onder haar 1 isgenooten den naam „prinses Elisabeth" bezorgd. Zij zou koningin Elisabeth worden. Lady Asquith schreef, dat zjj en haar zes tien maanden oudere broeder David de mooi ste kinderen waren, die zij ooit gezien had. Zjj had donker haar en diep-blauwe oogen en was een „hoogst bevallig, fijn en aantrekkelijk hind", Omtrent haar jeugd en haar opvoeding door een zeer liefhebbende en verstandige moeder hebben wjj eerder reeds een en ander geschre ven, evenals omtrent de wjj ze waarop haar verloving niet den hertog van York tot stand kwam. V Hieraan moet evenwel de bijzonderheid toe gevoegd worden, dat diens eerste huwelijks aanzoek afgeslagen werd. De hertog was troos teloos, en legde zijn moeilijkheden voor aan zijn broeder, den prins van Wales. Deze zocht lady Elisabeth op 't Spijt me, dat ge niet van Bertie houdt", zei hij- „Ik houd wel van hem," antwoordde zij, maar ik ben niet van plan een koninklijk hu welijk aan te gaan alleen omdat men hem aangeraden heeft mij te trouwen." De prins bracht dit over aan zijn broeder, en, aangeziian het duidelijk was, dat de hertog lady Elisabeth piet „alleen" daarom ten hu- iveljjk gevraagd had, kwani de verloving on middellijk tot stand. Maar een op de planken- En daarom niet in echtheid, geluHspontanie'iteit te vergelijken met ,,de" bruid. Wij geven deze reproductie naar een van de scènes van Fritz Hirsch's nieuwe operette „Prinzenhochseit"alleen om den aardigen kijk op de costuums en vooral het bruidstoilet De tweede zoon van koning George huwde dus een commoner. Lady Elisabeth behoorde wel tot den hoogsten adel van Schotiand, maar alleen c)e peers zjjn geen commoners, Run kin deren maken niet deel uit van de peerage. Er vloeide koninklijk bloed in de aderen der bruid, want aen van haar voorouders, sir John Lyon, van Forteviot, en later van Glamis was in 1376 gehuwd niet Jean, dochter van koning flobert II van Schotland; zijn zoon en opvolger huwde zijn nicht, die een achterklein dochter van dienzelfden koning was. Deze ko ninklijke afstamming beteekende overigens betrekkelijk wejnig, daar de meeste Schotten van een of anderen koning' afstammen; van veel meer belang was het, dat deze edelvrouw, die een commoner was, den rang kreeg van den prins, dien zjj huwde, in overeenstemming met de Engelsche opvattingen, die het Eben- buertigkeitsbeginsel verwerpen. Nog belangrijker was het, dat de vrouw met wie de hertog van York in het huwelijk trad, alle eigenschappen scheen te bezitten welke een prinses dierbaar maken aan het volk. a>j was zeer schoon en bevallig en is dit ook thans nog. Er is trouwens ge... enkele reden om in den verleden tjjd te blij ven spreken. Zij heeft nooit 'n school be zocht, maar bij bezit een voortreffelijke al gemeens ontwikkeling. Zij spreekt vloeiend Franseh en kan zich ook van andere talen be dienen; geschiedenis en mémoires hebben steeds haar bijzondere belangstelling gehad, en zij is geestdriftig voor litteratuur, in 't bijzonder voor Kipling en Barrie. Zij beoefent muziek, zij schildert, en zoo haar liefhebherijen al geen kunst zjjn, kunst is een van haar groote liefhebberijen Z(j is sportief. Zij speelt goed tennis, rijdt auto, houdt veel van de jacht, maar is boven al een buitengewoon goed danspr. Als meisje was zjj padvindster, en heeft de leiding ge had over de afdeeling Glamis. Als hertogin heeft zjj voor de padvindstersbeweging groote belangstelling behoudend; menigmaal heb ben wjj haar gezien in haar uniform van dis trictscommandante van het padvindsterseorps. Engelands nieuwe koningin is geen merk waardige vrouw oni wat zij kan, maar om wat. zjj is. Men lieeft gezegd, dat zij Engeland ver- ovi' l heeft door haar glimlach .Maar haar veroveringen strekten zich ver uit buiten dit Terwijl ik de middag-thee opschenk, peins ik: „hoe zal het. zjjn, als Marijke daljik thuis 'komt? Zal ze haar vier voor algebra opge haald hebben Zal 't een magere vijl zyn Of zal ze het al tot een zes gebracht heb ben Maar niet al te nieuwsgierig doen, het kan de teleurstelling zoo veel dieper ma ken!,...,.,.. Als ze thuis komt, zegt ze niets. Ik ook niet. Dooh lang hoef ik niet te wachten. En het loyale gebaar, waarmee ze me haar rap- port overreikt, zegt 't me al; ,,'t is in orde", Het rapport is dan ook dik in orde. Gedrag goed, vlijt goed, één 5 bij de vakken, overi gens allemaal zessen, zevens en achten. Be voorrecht kind! Bevoorrechte ouders! „En hoe zijn de rapporten van de anderen?' vraag ik, „Nou, er is er één bij met niets dan drieën en vieren, ook vopr gedrag en vlijt. Dat wordt niets met dat kind", voegt ze er nog achter. „Neen, dat vrees ik ook", beaam ik. „Maar hoe is het met Liesje gegaan?" Liesje van Maarssen is 'n vriendinnetje, dat hard werkt, doch niet best mee kan. ,,'n Acht voor vlijt, maar drie vieren en één drie", is het ant woord, „Arme stakkerd". In dezen tjjd rond Kerstmis, het gebrek aan zon In de weken vóór den koristen dag, doet het 'm ook wel watzjjn we allen wat gauw ontroerd. Doch dit is wel 'n treffend geva) van rap porten- en repetitie-wee. Liesje heeft geblokt als 'n razencje, meerdere malen stond ze op om 4 uur in den nacht, omdat ze dan 't hel derste was...,Eb Zie nu ftet resultaat Hoe zal ze zich er oflder houden? Zal de toch zeer korte Kerstvacaptie haar gelegenheid ge ven zich voldoende te ontspannen om na Nieuwjaar werkeljjk met moed weer te be ginnen „Weet u wat 't is met Liesje, mam?" zegt Mar(jke. „Haar moeder maakt d'r zoo zenuw achtig in den repetitie-tjjd, lederen keer zegt ze weer: „denk er om Liesje, dat. je me zoo'n .verdriet doet met die slechte punten", En dan ls het kind zoo dood-zenuwaehtig als ze voor d'r proefwerk zit, dat haar alles ontglipt op het moment, dat ze beginnen moet. Kunt u dat mevrouw van Maarsgen niet eeng zeg gen, mam?" „Wel kindje, dat ia erg moeilijk voor me. Ik kan me niet zoo rechtstreeks bemoeien met de opvoeding van andere oudere. Veel be ter is, dat Liesje zelf het eens tegen haar moeder zegt, laat ze dat eerst eens probee- ren" „O ja, mam, en Jopie ls betrapt bij het spieken. Zoo heeft ze 'n één voor Duitsch." „spieken is ook heel leelijk, schat", zeg ik. „Ju maar, mam, je moet soms wel, als 't Zoo verschrikkelijk veel is! Ik geef hier maar geen antwoord op. Want ik weet geen antwoord. In het zoo moeilijk onderwerp van het volgen van het middelbaar, onderwijs is liet." overladen pregtam wel een zeer urgent probleem. Wat wij er aan kun nen doen ia, medewerking vejieenen aan de actie, die opgezet ia, om een meer redelijke verdeeling van de portie onderwijs voor onze kinderen te verkrijgen. Werkelijk, vele leerlingen van middelbare ril gymnasiale scholen, gaan diep gebukt on der de-zich voortdurend herhalende repetities en de spanning voor het al of niet slechte of minder slechte rapport. Het zijn vooral de minder met verstand bedeelden, die toch heusch de minsten niet zijn in ijver en presta ties, die hieronder zeer en zeer lijden. We mogen wel aannemen, dat excessen als zelf moorden van kinderen in Nederland niet voorkomen; zielemoorden worden er zooda nig toch wel begaan. Onder de vele kinderen die niet kunnen, en de velen, die niet wijlen, zijn overgangs- en grensgevallen, wier lijden werkelijk tragisch is te noemen. Kinderen, wier rapporten-vrees werkelijk erger was dan een der zéér mee levende ouders ooit vermoedde. Kinderen, die zoo leden onder het drie maan delijksch spel van strikvragen dat, proefwerk heet, dat er ernstige zenuwziekten uit voortkwamen. Goddank, dat het volgnummer-stelsel in Ne- derland tenminste grootendeels is afgeschaft- Al is er een zekere stimulans in den ouder lingen wedijver om een goede plaats, de na- deelen verbonden aan het feit van drie maan den lang gebrandmerkt te zijn als de laatste of bijna, de laatste van de klas(of di! feit bij de bewuste leerlingen nu al onverschil ligheid wekt, Of een sterk minder- aardig heidsgevoel, het is bejde ongowenscht en nadeelig voor de karaktervorming) zjjn groo- ter dan de voordeelen, die uit den onderlingen wedijver voortkomen. Al die gevallen doen je dan als ouder wel snakken naar den tijd, die volgens de experts binnen twintig jaar zal komen,dat er geen punten meer gegeven zullen worden voor gewoon huiswerk, noch rapporten meer zul len worden uitgedeeld. Er voor in de plaats zal dan komen een zéér nauw contact van ouders met de paedagogen, een vaak her haalde ouderavond, waar met de meest mo gelijke wederzijdsche welwillendheid het be lang van het kind wordt behandeld. Wie spreekt daar van een utopie? Van ideëele op vattingen? Van 'n hoera-stemming Juist het geloof aan de vervulling van idealen brengt die vervulling een stapje na der tot de werkelijkheid!! C. DROSMQ. eiland .Zij heeft Australië veroverd, toen zg deze gemeenebest met haar geniaal bezocht ter gelegenheid van de opening' van het par lepientsgebouw te Canberra. Zij heeft Nieuw- Zeeland veroverd, en Jamaica en Mauritius en andere Britsehe koloniën, 't Vorig jaar nog hebben Brussel en Parijs haar gezien, toege juicht en liefgekregen. Zij heeft veroveringen gemaakt onder den grond, want zij is afge daald in kolenmijnen; en zij heeft verkeerd met de landarbeiders en aardappelen gepoot. „Wat de glimlach der hertogin voor 't Brit' sche rijk gedaan heeft, zal blijken in de jaren, die nog komen moeten," heeft de bisschop van Londen van haar gezegd. Maar wat zjj vooral gedaan heeft? Zij heeft den koning George VI gemaakt." Dat is 't grootste werk geweest van eeni- gen der grootste vrouwen, dat zij haar man gemaakt hebben. Hij was schuw, verlegen en teruggetrokken. Een zenuwachtige aandoening was oorzaak, dat hij stamelde. Als kind was hjj zwak en bloedarm geweest. Hij moest beschermd wor- dej tegen slecht weer, en stond steeds onder toezicht van een verpleegster. Toen de oorlog uitgebroken was, en hjj hunkerde naar actie, dwong zijn zwakke ge zondheid hem steeds opnieuw tot werkloos heid, En toch had hjj een sterken innerlijken wil, en dank zij dien wil werd hij de beste sports man van alle zonen van George V. - De vrouw, die hij huwde was een krachtiger persoonlijkheid dan hjj. Misschien ook was zjj alleen maar krachtiger doordat zij 'n vrouw en 'n sublieme vrouw was. Zij was net, die he ezmlfwden ...en ...en Zij was het, die heni zelfvertrouwen schonk, en dat ze-lfvertrouwen deed zijn linksheid, zijn schuchterheid verdwijnen; hij leerde dat pijn lijke gebrek stotteren overwinnen, door dat hjj zijn verlegenheid leerde overwinnen. Hij werd ten volle een man, een rustig en be zadigd man, en oen man, die bljjk gaf veel van de karakterdengden van zijn vader te be zitten. Zijp vrouw leerde hem die deugden ook te beoefenen. Zij maakte oen ander mensch van hem- En samen bezaten zij de gropte deugd der huiselijkheid. Toen de verloving bekend werd, zeide lord Strathniore: „Wü hebben er nooit naar ge streefd in hofkringen te komen, Elisabeth is een engelachtig meisje; de hertog is 'n fijne kerel, en een rein-.lenkend Engelschman, Mijn dochter rookt niet, en doet geen van de ge waagde dingen, die tot den goeden toon van onze dagen schijnen te behooren". In het gezin der Strathmores, er waren tien kinderen, waren de eenvoudige huiselijke deugden gehuldigd- Lady Elisabeth bracht ze mee in 't huwelijk. Koningin Mary hield spoedig zeer veel van haar; tusschen de beide koninginnen heersclit de warmste vriendschap. En koningin Mary Het oude jaar heeft afgedaan, en nu we voer het nieuwe staan, moeten we wee? ten strijde gaan. Het oude braoht cuis slecht en goed. 't Ontbrak ons soms aan levensmoed, yet nieuwe jaar geeft U den raad, vecht dapper, want de tjjd vergaat En eens wordt U als loon gegeven, de dank van God, het eeuwig leven. M. de W. Kr— Een prachtig uitgegeven boekje voor onze kleineren is „Teddy-beer en Peter-Poes vlie gen naar Bereniand", door Bertha Berg-van der Stempel, met plaatjes van Nora Sdinitz» Ier, (J, M. Meulenhoff, aan het Rokin 44, A'dam, Een boek, dat dooi' onze spellertjes, maar ook door ouderen wel genoten zal worden, ia „De school van mevrouw Hippo", een grap pig dierenverhaal door A. S. Beigsma." Ook „Hoe een arm Chineesje keizer werd", door A. van Oordt, zal hij het kleinere goedje erg in den smaak vallen. Beide boeken in de Zon nige jeugdserie hij H. Meulenhoff te A'dam). Voor grootere jongens heeft dezelfde uit gever Harry Wils, „Radio-omroeper en re porter", door Frank van Duin, een verhaal, waarachter een diepe werkelijkheid, al zegt de schrijver in een opmerking, dat het alles maar fantasie is Fantasie is elk geval, dat men graag leest. Voor meisjes heeft hij nog „Willy's offer", door Anna van Gogh-Kaulbactb; voor ouders meisjes, want dit boek gaat weer over de liefde. Maar het is een mooi, en soms Eeer serieus boek, en de schrijfster heeft de ka rakters fijn geteekend. Hoe aeu men opk an ders van haar kunnen verwachten. „De heuvelhoeve", door Anna Sutorius (V. A. Kramers, Rijswijk Z.H.) is een kernge zond en frisch boek, vol eenvoud, vriendelijke huiselijkheid en echte liefde voor de natuur. Het behoort tot de beste boeken, welke we den laatsten tijd voor de jeugd ontvangen hebben. Jongens en meisjes zullen er van ge nieten en in het diepst van hun ziel iets meenemen, wat in onzen tjjd te vaak gemist Wórdt. Tot het beste behoort ook „De kinderen van Kees Populair", door J. M. Selleger-Elout (N.V. Cervice, Den Haag) een fijn gevoelde beschrijving van een eenvoudig fabrieks arbeidersgezin, dat zware zorgen kan ken nen, maar dat toch steeds de ware levens vreugde bewaart door de goedheid en door de opgewektheid van vader. Sef, „de oude vader" en Leen kunnen klassieke figuren worden. Een boek voor jongens en meisjes, maar ook voor volwassenen. Allen zullen dit mooie boek lezen en herlezen. Koningin Elisabeth van Engeland' heeft haar vriendschap nooit anders geschon ken dan aan de beste vrouwen, 't Volk heeft in de maanden, die sinds den dood van George V verlappen zijn, misschien zoo buitengewoon van Edward VII gehouden, omdat het medevoelde met den man, die, nu hij koning geworden was, zoo schrikwekkend alleen en eenzaam was. Men kon niet danken aan de kroning in Mei, zonder te denken aan dien eenzamen troon. Hoe gaarne had men Edward een gemalin gegund. George VI is niet eenzaam. Hij en zijn ko ningin zijn steeds saniepgeweest, zij hebben Steeds kracht gevonden in elkaar, en hoop voor de toekomst in hun kinderen Ouder den titel „Qns is giheberen" werd een klein en smaakvol bundeltje samenge steld met kerstpoëzie uit de Middeleeuwen, teksten van onbekende dichters zooals ze m oude liedboeken voorkomen. Het boekje is zeer kwistig geïllustreerd met fraaie reproducties in kleuren van oude houteneden. De bekende deskundige op het gebied van prentkunst, Jan Poortenaar, heeft het aan trekkelijke materiaal verzameld en toege- lioht. Hij liet ook zijn zorgen gaan over de typografische indeeling van het boekje, dat gedrukt is op de persen van Joh. Enschedé Zonen te Haarlem. De uitgave vormt een deeltje in de „Uilen- reeks" van Bigot Van Rossum N.V. te Amsterdam. Het Katholicisme kan zijn goddelijke zending tn deze wereld niet volledig ontplooien zonder Universiteiten. Ret ls daarom plicht van iedereo-kathnljeli zijn eigen Universiteit naar vermogen te steunen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1936 | | pagina 3