ST. WILLIBR0RDUS
Wfr i
Op de plaats der
verschrikking.
-
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN
2
"r* -
W'jÊÊÊm
V
IÉP
SIM
i
ipi
-
60ste JAARGANG No. 17927
DONDERDAG 29 JULI 1937
VIER BLADEN.
BUREAU: KOEMARKT 4, SCHIEDAM'
TELEFOON INTERCOMM. No. 68085
N.V. NEDERL. VERZEKERING
MAATSCHAPPIJ
CATHARIJNESINGEL 48
UTRECHT - TEL. 12870
SLUIT VERZEKERINGEN
TOT ELK BEDRAG
W 7- -
HH
I - I
mm
xHwdni
iiii
*S3L.
Wat de eerste ooggetuigen
aanschouwden.
BLIKSEM-INSLAG DE
OORZAAK
nadat het vuur zijn vernielend werk had verricht
De ABONNEMENTSPRIJS van de NIEUWE
SCHIEDAMSCHE COURANT bedraagt franco
tij vooruitbetaling:
per week 20 cent; per maand 85 cent; per
drle maanden 2,55.
Êij bezorging franco per post bedraagt de
ftbonnementsprfls per maand 1,10 per drie
baanden 3,—, bij vooruitbetaling. Incasso
kosten worden niet berekend.
Losse EXEMPLAREN ztjn steeds aan one
bureau Koemarkt 4 verkrijgbaar 5 cent per
stuk.
POSTCHEQUE- EN GIRODIENST No. 81440
Utigave van de N.V. de Courant De Maasbode
te Rotterdam.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
LEVENSVERZEKERING - LIJFRENTEN
C O LLE C TI EVE PENSIOENVERZEKERINGEN
DE RAMP DIE DE „FLAMINGO" TROF.
1
WrWilC''i'iiipn
AM
-
gifts
-j&
:s.
ONZE correspondent te Brussel,
die spoedig na de ramp van do
„Flamingo" op de plaats des onheils
aanwezig was, geeft hier zijn vreese-
lijk relaas over den toestand, waarin
hij de slachtoffers aantrof-
Even na het middaguur is de directeur van
de Belgische luchtvaartmaatschappij Sabena,
vergeld van een drietal Belgische piloten,
op de plaats van de ^mp aangekomem Kor
daarop kwam ook het parket uit Brussel ter
plaats,e\. „nnieren onderzocht,
Dadelijk werden de papiere kunnen
welke men nog uit het wrak heeft kunnen
redden. Na enkele minuten werd vastge^
dat zich onder de slachtoffers tien passa
g'ers en vijf ieden der bemanning b^°"dene
Geen der inzittenden ontsnapte dus aan ae
ramp.
«et cms61",, gebeurde zóó snel, dat de in-
moeterf^ in ee£l paar minuten *-Üd
Toen hebben gevonden.
Vloog. d "et toestel tegep den grond sloeg,
dep tm r°mP in stukken en de vleugels wer-
Vlieg.^, al afgebroken. Gedeelten van de
een t ne kwamen wel 50 M. verder in
he' 'eveld terecht. Het geweld, waarmede
kla stel tegen den grond geslagen is, ver-
art het feit dat de lichamen der slacht
offers zoo aanzienlijk verminkt zijn en links
en rechts door het veld zijn geslingerd.
Met betrekking tot de passagiers, die zich
aan boord van het verongelukte vliegtuig
bevonden, weet men dat de heer en mevrouw
Tondreau van Belgische nationaliteit zijn.
Over de oorzaak van de ramp tast men
nog in het duister. Ooggetuigen hebben,
voordat het toestel neerplofte, gezien, dat
een voorwerp uit het vliegtuig viel, dat te
recht kwam op een 1000 M. afstand van de
plaats, waar het toestel is neergekomen.
Gendarmes zijn op zoek gegaan en men vond
een met bloed besmeurde, verbrijzelde ruit.
Men vermoedt dat die ruit door een der in
zittenden werd stukgeslagen. Daarom stelt
men zich de vraag of de ongelukkigen na
de eerste haperingen van de motoren het
ongeluk soms hebben zien aankomen.
De plaats wan het ongeluk is gelegen
rechts van den steenweg Hal Edingen op
400 M. van het spoorwegstation Beert—
Bellingen.
Van ver uit den omtrek kwamen onmid
dellijk -nieuwsgierigen toegestroomd, zoo
dat zich na een paar uur een dichte menigte
op de plaats van de ramp verdrong,
liikp aanblik was afgrijselijk. Onherkenbare
de r!Lf en overal in het veld of tusschen
De nla 7an de machine verspreid,
stort, isdnofialWher h,8t vliegtuig is neerge"
veltjes bevLden zTciaCiltlg-.°P h8U"
een honderdtal l! v dadelijk na de ramp
konden doen dan die niets anders
uitbrandde, E^ige TedVn? "Flaming°"
niet mogelijk. reddmg brengen was
De motoren van het
den grond gedrongen. Ulg Z!jn diep
Het is werkelijk niet moeeliik
der inzittenden de ontploffing en datrna He
schok tegen den grond heeft kunnen oveï
leven.
Ook in het verwrongen metaal van de
Flamingo" liggen nog verbrijzelde lichamen
Men zag het stoffelijk overschot van een
dame men vermoedt van de Nederlandsche
stewa'rdes, dat nog het minst verminkt was
en door de hulpvaardige landbouwers met
in
stroo aan de blikken van nieuwsgierigen
onttrokken werd.
Wij zagen ook nog een klein valies, waar
uit papieren staken en een heerenoverhemd.
De vlammen van de „Flamingo" waren
nog een oogenblik op het tarweveld over
geslagen, dat reeds begon te branden, doch
spoedig hebben boeren dit vuur kunnen
dooven. In dit tarweveld lagen nog ver
minkte lichamen. Een priester, geholpen
door gendarmes en veldwachters zocht het
veld af om ze bijeen te brengen.
Terwijl men de lijken borg, vloog een Bel
gisch militair vliegtuig boven de plaats van
het onheil om foto's te nemen.
De meeste ooggetuigen bevestigden dat zij
de „Flamingo" in moeilijkheden zagen ver-
keeren in de lucht, omdat de machine lager
vloog dan gewoonlijk op deze plaats met de
toestellen van de lijn naar Parijs het geval
is. Zij zagen de machine ineens naar beneden
storten, terwijl een hevige explosie werd
waargenomen. De piloot moet toen reeds ge
dood zijn geweest. In elk geval moet het hem
onmogelijk zijn geweest te trachten het toe
stel normaal te doen landen.
Volgens getuigenis van deskundigen heeft
men zelden een zoo groote verminking van
de lichamen van passagiers van een vliegtuig
meegemaakt als hier het geval is.
Zóó geweldig moet de hitte zijn geweest dat
zelfs verschillende metalen onderdeden van
de machine aan het smelten zijn gegaan. Van
het vliegtuig bleef alleen nog een vormelooze
skelet over. De -antenne van de draadlooze
lag een tiental meters van de machine ver
wijderd. Ruim twee uur na het neerstorten
van het vliegtuig waren er nog gedeelten, die
brandden, ondanks het feit dat men het vuur
met zand trachtte te dooven.
Niet ver van het stadje Hal heeft men
mica-ruiten gevonden en een deken, die de
sporen van brand draagt. Aan de hand hier
van veronderstelt men, dat reeds boven Hal
brand aan boord van het vliegtuig zou zijn
uitgebroken. Belgische piloten blijven voorals
nog de meening toegedaan dat de met elec-
triciteit geladen onweerslueht de ramp zou
hebben veroorzaakt. Dit is ook de meening
van een expert van de Belgische Sabena-
maatschappij.
Men heeft het barograafpapier nog terug
gevonden, waaruit blijkt dat bij het vertrek
uit Brussel op een hoogte van 1000 M. werd
gevlogen. De machine moet daarna in
onweerswolken zijn terecht gekomen.
Op het vliegveld van Brussel-Evere deelde
men mede, dat voor het vertrek van de „Fla
mingo" de machine nog grondig door den
K. L. M.-mecanicien was onderzocht en alles
was toen absoluut in orde bevonden.
Van Sabena-zijde verklaarde men, dat de
vreeselijke verminking van de inzittenden
moet worden toegeschreven aan het feit dat
het vliegtuig geheel uit metaal is vervaar
digd. Dit zou tot gevolg gehad hebben, dat
bij de ontploffing en bij het tegen den grond
slaan de aluminiumbladen waarmede de
machine was bedekt, overal hebben losgelaten,
als messen in de lichamen zijn gedrongen.
Naar gelang de middag vorderde en de
onweerslueht van 's morgens plaats had ge
maakt voor een stralende zon, nam de toe
loop van nieuwsgierigen toe. Maar ieder ver
liet met afgrijzen de plaats van het ongeluk.
i v
J t
Slachtoffers van de Flamingo-ramp; v l- nr-: mejM. v d-Laan, de marconist R- Ludekuize, de tweede bestuurder
Geering en de heer N- Nathans-
Het vliegtuig kort voor de ramp
met brandenden motor gezien
Gistermiddag heeft de heer A. Plesman,
directeur van de K. L. M., op het hoofdkan
toor te s-Gravenhage eenige nadere bijzonder
heden medegedeeld omtrent het verloop van
de ramp, voor zoover dat toen bekend was.
De eerste technische deskundige, die zich
naar de plaats van het ongeluk te Hal had
gespoed, was de technische directeur van de
Belgische luchtvaartmaatschappij „Sabena",
de heer Gotschalk, die vergezeld werd door
een K. L. M.-mecanicien, die op het Brussel-
sche vliegveld is gestationneerd.
Volgens de weerberichten, waarover men op
het Brusselsche vliegveld Haaren beschikte,
heerschte er, toen de „Flamingo" na een kort
oponthoud van Brussel vertrok, in de nabij
heid van de Belgische hoofdstad een „depres
sion orageuse", een weersgesteldheid, die de
mogelijkheid van onweer inhield.
Ooggetuigen deelden den heer Gotschalk
mede, dat zij de Douglas-machine nabij Hal
uit een zwarte wolk hadden zien komen,
terwijl de linker motor in brand stond. Onmid
dellijk daarop was het vliegtuig neergestort
en geheel in vlammen gehuld.
Uit deze mededeelingen, welker juistheid de
Belgische experts op dat oogenblik nog niet
kenden controleeren, meenen zij te moeten
afleiden, dat het ongeluk door blikseminslag
verooi zaakt is, al bieden de geheel metalen
Douglas-machines in het algemeen weinig
mogelijkheden voor het inslaan van den blik
sem, omdat de electrische lading zich onmid-
dellijk over het metalen oppervlak gelijkmatig
verspreidt, en al is het in brand vliegen van
een motor door blikseminslag ook iets, dat
uiterst zelden voorkomt.
Inmiddels mag men aannemen, dat de com
missie van onderzoek, die de Belgische regee
ring thans moet benoemen, in samenwerking
met de onmiddellijk naar Brussel vertrokken
Nederlandsche deskundigen, den heer Van der
Heyden, inspecteur van den luchtvaartdienst,
den heer Von Baumhauer, lid van de commis
sie van toezicht op de luchtwaardigheid, den
heer Behage, chef van de werkplaatsen der
K. L. M., en den vliegtuigbestuurder Hondong,
zich een beter gefundeerd oordeel over de
oorzaak van het ongeluk zal kunnen vormen.
Men meldt ons nog uit Hal:
Uit de verdere verklaringen van oogge
tuigen, landbouwers die in de nabijheid van
de plaats des onheils aan het werk waren,
blijkt, dat het toestel op betrekkelijk geringe
hoogte vliegende, naderkwam, toen op een
gegeven oogenblik eenige kleine ontploffin
gen hoorbaar werden en een zwarte rook en
vlammen uit het neerstortende toestel sloe
gen.
Eerst toen het toestel met den grond in
aanraking kwam, volgde de groote ontplof
fing, die het vliegtuig volkomen uiteenrukte
en tot een volslagen ruïne maakte. Tot op
grooten afstand vond men later nog wegge
slingerde brokstukken, terwijl over het ge-
heele aardappelveld, waar het toestel neer
gekomen was, papieren, bagagedeelen en uit
rustingsstukken verspreid lagen.
Het parket, dat zich spoedig naar Hal had
begeven, bestond uit den rechter van instruc
tie Dellois, den eersten substituut van den
Koning, Van den Branden de Reeth en den
griffier Winters.
Uit de getuigenverhooren is wel komen
vast te staan, dat het toestel in de lucht in
brand is gevlogen. Volgens mededeelingen
van de gendarmerie te Hal hebben inwoners
gezien, dat een brandend vliegtuig de plaats
passeerde. Het was hun echter niet mogelijk
de richting van het vliegtuig te volgen.
Andere ooggetuigen verzekeren den linker
motor van het toestel hevig te hebben zien
rooken. De stationschef van Brages, de plaats
waar de „Flamingo" is neergestort, verklaar
de dat hij zich in het station bevond, toen
het geluid van motoren van een betrekkelijk
laag vliegend vliegtuig zijn aandacht trok. Óp
korten afstand zag hij toen een machine,
waarvan „de staart rookte". Hij dacht een
oogenblik met een reclamevliegtuig, dat met
rook een woord tegen den hemel schrijft, te
doen te hebben, maar al spoedig ging het toe
stel dalen. Plotseling stond het geheele vlieg
tuig in vlammen en viel het midden in het
veld neer. Nauwelijks was het op den grond,
of een hevige ontploffing deed zich gelden.
Toen het vuur was uitgewoed en men het
wrak kon naderen, kon men constateeren,
dat de motoren diep in den bodem zijn ge
drongen. Van de beide vleugels is de be
kleeding verdwenen en steekt het naakte
skelet omhoog. De geheel verwrongen staart,
waarvan het hoogteroer is afgescheurd, is
afgebroken en rust op de rest van den romp.
De verklaringen aan den rechter-commis-
saris Dellois, die met het onderzoek belast is,
stemmen overeen. Landarbeiders ontdekten
het toestel om 10 uur 35, toen het nog boven
Hal vloog. Plotseling zagen zij uit de linker
motor een zwarte rookwolk komen, kort
daarop gevolgd door vlammen. Het toestel
vloog op dit oogenblik lager dan men gewend
is bij de lijntoestellen op Parijs. Men kreeg
den indruk, dat de piloot probeerde te lan
den. Het toestel daalde snel, doch met den
neus naar beneden en viel te pletter op den
grond. Op hetzelfde oogenblik hoorde men
een zware ontploffing en zag men de stukken
naar alle richtingen wegvliegen.
Mededeelingen van den heer,
Behage
De heer Plesman deelde ons gisteravond
mede, dat hij van den heer Behage, chef van
de werkplaatsen der K. L. M., uit Brussel nog
de volgende bijzonderheden omtrent het onge
luk had ontvangen.
Volgens ooggetuigen heeft men de machine
eerst gehoord, terwijl zij nog in de wolken
was met onregelmatig loopende motoren. Op
een gegeven moment werd het vliegtuig zicht
baar en kwam het in glijvlucht uit de wolken,
op een hoogte van ongeveer 300 meter. Daarbij
was de linker motor geheel in rook gehuld en
ongeveer drie kilometer voor de plaats waar
de machine met den grond in aanraking
kwam, sloegen er vlammen uit dien motor.
Het vliegtuig zette zijn glijvlucht voort.
Even voor dat de machine tegen den grond
sloeg, maakte de neus een beweging naar
boven; direct daarna ging het toestel onder
een hoek van zestig graden aan den grond.
Deze manoeuvre wijst erop, dat het hoogteroer
door den brand niet meer functionneerde.
Uit het feit, dat de machine in glijvlucht
daalde, leidde de heer Plesman af, dat er in
de wolken iets moet zijn gebeurd, dat den
piloot deed besluiten tot dalen.
De heer Behage heeft op een afstand van
1200 meter den grond, waarboven de
machine in glijvlucht was, afgezocht en heeft
daar verschillende sporen van materialen ge
vonden, waaruit blijkt, dat de linker vleugel
van het toestel in de lucht reeds in brand
stond. Na de botsing op den grond schijnt
opnieuw een ontploffing te hebben plaats
gehad.
Omtrent de oorzaak van de ramp kon hij
nog geen nadere mededeelingen doen. De
wrakstukken van het vliegtuig kunnen eerst
heden (Donderdag) worden vrijgegeven ter
onderzoek, speciaal wat de motoren betreft.
Heden zal de heer Behage met den chef van
de inotorenwerkplaats van de K. L. M. op
Schiphol, den heer Van Os, die intusschien ook
reeds naar Brussel is vertrokken, de motoren
onderzoeken.
De indruk van den heer Behage was, dat
brand is ontstaan in de achter den vleugel
bij de romp gelegen benzinetank.
Een nadere mededeeling over de oorzaak