DE BLIJDSCHAP DER
KINDEREN GODS.
De gestolen brandkast
teruggevonden.
Wijlen van Eerbeek.
ROTTERDAM.
WOENSDAG 15 DECEMBER 1937
HENGELEN
TE WATER GERAAKT.
r AANRIJDING.
BURGERLIJKE STAND
SCHEEPVAART
KETHEL.
HET FAILLISSEMENT VAN EEN
EFFECTENKANTOOR.
SPECIALE NACHTMIS IN DE
EENDRACHTSKAPEL.
HOOGER ONDERWIJS.
Het grootste gedeelte van de
9000 is verdwenen.
ZES ARRESTANTEN.
ONGEVAL IN DE HAVEN.
HULDIGING VAN DEENSCH
ZEEMAN.
■Maakte zich bijzonder verdienstelijk-
bij de redding der Van Heutsz-
passagiers.
SPAARBANK TE ROTTERDAM.
HET LAATSTE BOEK VAN DEN
OVERLEDEN AUTEUR.
De roman van den kleinen nering
doenden middenstand.
Stagnatie in de bouwerij aan
de Meent.
Ontruiming van een pand, wegens
gevaar voor instorting.
PLECHTIGE UITVAART PASTOOR
VINCENT JANSEN O.P.
De plechtige vespers en metten.
TOONEELWEDSTRIJD
AMICITIA".
„MUTUA
De personeelvereeniging „N. H. M."
speelt4 „Vrouwenkrijg".
MOETEN DE STADSDUIVEN
VERHONGEREN
Klaaglied van het Duivenvrouwtje.
CALVET KWARTET.
ROTTERDAMSCHE KEGELBOND. 1
BURGERLIJKE STAND.
De hengelaarsvereeniging De Amateur
heeft Zondag j.l, haar jaarlijksch Kerstcon
cours gehouden in de Delftsche Schie. De
prijzen zyn toegekend als volgt: 1 T. de Bruijn
2 L. Overheul, 3 J. Oekekloen; 4 C. Plooij Jr.;
5 L. Gordijn; 6 J. Mackaij; 7 E. van Leeuwen,
S N. Plooyer, 9 C. Overheul, 10 Jac. C. Geel,
11 C. Nels, 12 N, van Leeuwen, 13 J. Schell,
14 Th. Mackaij, 15 J. v. d. Gaag, 16 W. Huis-
kens, 17 D. Klaasen.
Dinsdagmiddag omstreeks 6.20 uur geraakte
de 57-jarige H. J. B. op de Lange Haven al
hier te water; doordat zijn brilleglazen nat
waren geworden door de regen, waardoor zyn
gezicht belemmerd werd, was hij van den weg
af geraakt. De 20-jarige Th. Feyen sprong
onmiddellijk gekleed te water tn smaakte nee
genoegen de man te redden. Ocgenschijnhjk
had de man van dit onvrijwillige bad geen
nadeelige gevolgen ondervonden.
Dinsdagmiddag omstreeks 5.20 uur had ten
aanrijding plaats op de Westvest. De 31-la-
rige wielrijder P. H. H. wilde aldaar een ge
voor hem rijdende wielrijders passeeren, juist
op het oogenblik, dat hij zelf door een auto
werd ingehaald. Ten gevolge hiervan werd hij
door de auto, welke werd bestuurd door den
25-jarigen G. Gh. B. aangereden, waardoor
hij kwam te vallen. Het rijwiel werd licht be
schadigd. Persoonlijke ongelukken hadden wet
plaats.
Aangifte van 1114 December
GEBOREN: Sara C., dochter van J. J. van
Dokkum en G. Bruijn, Galileistraat 76
Gerrit, zoon van J. Vreeswijk en P. J. den
Herdér, Zeestraat 19 Cornelia J. A., dr.
van J. Rehermann en C. J. A. van Straaten,
Middelhamisschestraat 43 Johan H., zoon
van C. Eggelmeijer en J. v. Put, Prof. Kam.
Onneslaan 179 Robert G.. zoon van G. P.
Koudenburg en H. J. Jongkee, J. van
Avennesstraat 55 een als levenloos aan
gegeven kind van C. W. J. Martens en B.
van Roon, Dr. Noletstraat 1.
OVERLEDEN: D. J. C. v. d. Heijden, 70 jr.
echtgenoote van H. J. Lindemann. Dr. Nolet
straat 1 B B. v. d. Graaf 58 jaar, Dr.
Noletstraat 1 B. L. Weidler 73 jaar, wed.
van G. Vermeulen, Nieuwe Haven 225 A.
Vrijenihoek 75 jaar, wediuwe van H. Kloos,
Burg. Knappertlaan 59.
SCHIEDAM, 13 Dec. Vertrokken: Grieksch
s.s. Eugena Cambani, ledig naar Stettin; Let-
landsch s.s. Daugava, ledig naar Gdynia;
Grieksch s.s. Carras, ledig haar Galveston;
Zuid-Slavisch s.s. Trepca, ledig naar Bueno3
Aires.
SCHIEDAM, 14 Dec. Aangekomen: s.s.
Clairy, ledig van Bordeaux om te dokken in
de Wiltonhaven.
FEESTAVOND ST. CECILIA.
In de zaal van het café De Vriendschap
hield gisteravond het R. K. Meisjeszangkoor
een goed geslaagden feestavond,
i De presidente mej. G. van Winden opende
c8e bijeenkomst, terwijl de verdere leiding van
den avond berustte bij den dirigent, den heer
L. J. Lansbergen. Een vroolijk programma,
lguke voordrachten, tractatie en tot slot een
tombola zonder nieten, vormden de onderdee-
len van het program.
Hoogst voldaan gingen allen naar huia.
Rest ons nog te vermelden, dat de dames
Dora Ruijs en Corrie Lansbergen aan het kla
vier de feeststemming verhoogden.
Gistermiddag is door den Officier van
Justitie m<r. J. S. Lake en den Rechter Com
missaris mr. G. R. W. Kymell een huiszoe
king verricht in het kantoor van de effectem-
fi. V. en S. De rechterlijke macht was ver
gezeld van den commissaris van politie dér
2de af deeling P. J. Roszbach en een inspec
teur van het bureau Centrum. Op last van de
autoriteiten werden archief en administratie
in beslag genomen en naar het politiebureau
aan de Witte de Withstraat overgebracht.
De effecten-firma V. en S. was eenige
maanden geleden reeds in staat van faillis
sement verklaard en bij onderzoek ingesteld
door den curator mr. Naayen en een accoun
tantskantoor is een tekort vastgesteld van
ruim twee honderd duizend guilden welk te
kort niet voldoende kon worden opgehel
derd. Men kon niet opgeven waar het groot
ste gedeelte van het passief was gebleven.
Bij een nader ingesteld onderzoek bleek,
dat de administratie nagenoeg niet was bij
gehouden en derhalve in een deplorabelen
toestand verkeerde.
Tijdens het verhoor konden de firmant
en diens procuratiehouder geen voldoende
opheldering geven, waarom zij voorioopig
in verzekerde bewaring gesteld.
Aangezien het geruimen tijd zal Icosten
om den loop der zaken te reconstrueeren
de administratie verkeerde sedert 1930 in
de grootste wanorde en toen bleek er reeds
een tekort van 60.000 te zijn kunnen op
't oogenblik geen verdere inlichtingen wor
den verstrekt.
Bit jaar zal er voor allen, die door hun
oeroep daartoe nooit in staat waren, gelegen
heid zijn de Nachtmis bij te wonen. Alle
geëmployeerden (vrouwelijke en mannelijke)
uit het hotel-, café- en restaurantbedrijf,
spoor- en tramwegpersoneel, P. T. T.-
personeel, politie-beambten en verpleegsters,
allen kunnen het a.s. Kerstfeest ook kerkelijk
vieren, door te gaan naar de Nachtmis, welke
speciaal voor hen wordt opgedragen.
Met toestemming van den H. E. Deken van
Rotterdam, zal, op initiatief van den weleerw.
heer A. Trouwborst, geestelijk adviseur van
den Ned. R. K. Bond van Hotel-, Café- en
Restaurant Geëmployeerden „St. Antonius",
afd. Rotterdam, in samenwerking met de
organisaties van spoor- en tramwegpersoneel
en P. T. T.-personeel afd. Rotterdam in den
nacht van Vrijdag 24 op Zaterdag 25 Decem
ber a.s. een speciale Nachtmis, aanvangende
2.30 uur, worden opgedragen in de Kapel van
het Allerheiligst Sacrament: Eendrachts-
straat.
ROTTERDAM, 14 December. Geslaagd voor het
candidaatsexamen economische wetenschappen de
heer J. van Prooyen.
ROTTERDAM, 14 December. Geslaagd voor
het doctoraal examen in de handelswetenschap
pen (staatkundig-economische richting) de hee-
ren T. Wierda en H. Nathans; voor het candl-
daatsex&men economische wetenschappen, de
heeren G. J. Wirtjea en I. E. Batenburg.
De ten nadeele van de Coöperatie
„Vooruitgang", gevestigd aan den Nieu
we Binnenweg, gestolen brandkast met
9000 gulden, is gisteren door de politie
teruggevonden, op het moment dat men
bezig was de kast op te laden. Het groot
ste gedeelte van het geld is echter ver
dwenen. De politie heeft zes arrestaties
verricht.
Zooals wij hebben medegedeeld is in den
nacht van Vrijdag op Zaterdag j.l. ingebroken
bij de Coöperatie „Vooruitgang" gevestigd
aan den Nieuwe Binnenweg. Een klein mo
del brankast met een inhoud van 9000 gulden
werd op een vrachtauto geladen en zoo reed
men met den buit weg. De vrachtauto werd
des morgens onbeheerd in een straat aan
getroffen, maar de brandkast was verdwenen.
In deze brandkast zaten een ijzeren geld
kistje, waarin geborgen een bedrag van
4500 aan bankpapier en 1500 aan specie,
benevens eenige trommels, waarin loonzak
jes zich bevonden met een inhoud van totaal
f 3000, en tenslotte enkele administratieve
bescheiden.
Na het eerst ingestelde onderzoek, oor
deelde de politie het nuttig in den nacht van
Maandag op Dinsdag een chauffeur, in dienst
van de „Vooruitgang", den 39-jarigen T. M.
van zijn bed te lichten. Gebleken was, dat
deze inlichtingen had verstrekt aan den
49-jarigen L. B., die een rijwielstalling heeft
aan de Lange Torenstraat, en deze had er
op zijn beurt met enkele „zware jongens"
over gesproken, n.l. den 32-ja-rigen reiziger
H. D. en den 42-jarigen bankwerker A. D„
een broer van den eerste, beiden goede be
kenden van de politie. Vooral van A. D. wist
men, dat hij een berucht inbreker was.
Zij allen werden gisteren in den loop van
den dag aangehouden, doch men had nu wel
de vermoedelijke daders, doch nog niet de
brandkast.
Gisteren ontving de politie echter een tip,
welke leidde naar een pakhuis aan de Span-
genschekade, verhuurd aan den 26-jarigen
chauffeur W. v. E.
Toen de politie zich daar liet zien, vond ze
v. E. in zijn pakhuis, in gezelschap van den
25-jarigen chauffeur M. van S. Toevallig was
het tweetal juist bezig de brandkast, die keu
rig in een kist was verpakt, op een vracht
auto te laden. Ze werden eveneens aan
gehouden, verdacht van heling. De brandkast,
alsmede eenige gereedschappen, werd in
beslag genomen.
In de brandkast bevinden zich twee van
elkaar gescheiden ruimten. De onderste ruimte
waarin zich het geldkistje met de 9000 be
vond, bleek a la sardine geopend te zijn. Het
kistje met geld was verdwenen.
De bovenruimte is echter nog intact geble
ven en van politiezijde is men begonnen deze
open te breken.
Eenige van de zes arrestanten hebben een
bekentenis afgelegd, doch de anderen blijven
volhouden niets van het zaakje af te weten.
Gistermiddag is de 65-jarige havenarbei
der IJ. Slump, wonende Hilledijk op het in
de Waalhaven liggende Zweedsche s.s. „Nar
vik", bij het kolentremmen bekneld geraakt
tusschen den knijper, bak en wand. De man
kneusde eenige ribben en is per politieboot
3 naar het bureau van de rivierpolitie ver
voerd en vandaar met den G. G. D. naar het
Ziekenhuis aan den Coolsingel.
In de directiekamer van de firma Vinke
Co. aan de Leuvehaven, had Maandag de
huldiging plaats van een Deensch zeeman.
Door den heer H. Klein, vertegenwoordiger
van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij
te Amsterdam werd, namens den raad van
bestuur dier mij., een fraaie prismakijker uit
gereikt aan den heer A. H. Jensen, 2en stuur
man van het Deensche s.s. „Gertrude Maersk",
als blijk van erkentelijkheid voor het moedige
gedrag van den heer Jensen bij het in veilig
heid brengen van passagiers en opvarenden
van het m.s. „Van Heutsz" der K.P.M. in den
nacht van 1 op 2 September jl. te Hongkong.
Men zal zich herinneren, dat in dien nacht
Hongkong werd getroffen door een bijzonder
zwaren typhoon, die in de stad en aan de ln
haven liggende schepen ontzaglijke schade
toebracht.
De wind bereikte snelheden van meer dan
160 mijlen per uur. Het m.s. „Van Heutsz"
geraakte ln dit noodweer op drift, kwam eerst
in aanvaring met het s.s. „Gertrude Maersk",
daarna met een 2-tal andere schepen en toen
opnieuw met de „Gertrude Maersk". Bij deze
laatste aanvaring kwamen de schepen langszij
van elkaar te liggen en waar de „Van Heutsz"
intusschen zwaar beschadigd was geworden
en het gevaar van zinken niet denkbeeldig
was, besloot de gezagvoerder zooveel mogelijk
passagiers op de „Gertrude Maersk" te doen
overgaan.
De vertegenwoordiger der K.P.M. deed ln
zijn toespraak uitkomen, dat, hoewel een en
ander met groote moeilijkheden gepaard ging
de schepen lagen zwaar te stampen en te
slingeren het toch gelukte een aantal pas
sagiers over te zetten, waarbij de assistentie
van den heer Jensen van zeer veel nut was.
Teneinde meer daadwerkelijk te kunnen hel
pen, stapte hij zelf voor een oogenblik op de
„Van Heutsz" over en toen kort daarna de
schepen weer uit elkaar dreven, had de heer
Jensen geen gelegenheid meer op zijn eigen
schip terug te keeren. De „Van Heutsz" dreef
verder af en strandde op een rots nabij Green
Island, waardoor het schip ln ieder geval
voor zinken werd behoed, doch bleef natuur
lijk de kans bestaan, dat het schip zou stuk
slaan.
Davits en reddingbooten waren dermate
beschadigd, dat slechts enkele booten, en dan
nog met de grootste moeilijkheden, te water
konden worden gelaten. Onder zeer ongunstige
omstandigheden werden toen de honderden
nog aan boord zijnde passagiers en opvarenden
naar den wal overgebracht en het was bij dit
werk, dat de heer Jensen zich bijzonder onder
scheidde. Zonder aarzeling en met inzetting
van zijn geheele persoon, heeft hij onvermoeid
aan boord van het Nederlandsche schip aan
de redding der passagiers medegewerkt en
het was voor een deel aan zijn moedig gedrag
te danken, dat alle passagiers in veiligheid
konden worden gebracht. De uitreiking van
den kijker geschiedde ln tegêuwoordigheid
van den heer Nielsen, inspecteur der Maersk-
Line, den gezagvoerder van de „Gertrude
Maersk", nog twee andere gezagvoerders
van de Maersk-Line, den heer A. Vinke en
den heer P. A. Snijders, chef der Kapiteing-
kamer van de firma Vinke Co.
De heer Nielsen sprak namens den heer
Jensen en de Deensche Reedertj een hartelijk
woord van dank uit aan het adres van den
raad van bestuur der K.P.M. voor de zeer
op prijs gestelde geste van de K.P.M. en
deed uitkomen, dat de heer Jensen zelf zich
niet bewust was iets bijzonders te hebben
gedaan en dat iedere zeeman van iedere natie
ongetwijfeld in gelijken geest zou hebben ge
handeld.
Inlage in November 1937 3.168.070.15,
1936 2.303.002.89, meer 865.067.26; sedert
1 Januari 1937 29.015.610.80, 1936
21.715.960.48, meer 7.299.650.32; terugbe
taling in November 1937 2.009.759.17, 1936
1.785.704.28, meer 224.054.89; sedert 1
Jan. 1937 23.398.088.19, 1936 21.531.603.17,
meer 1.866.485.02, saldo aan de inleggers
verschuldigd 1937 51.564.948.42, 1936
44.638.368.69, meer 6.926.579.73.
„Beumer Co.", door J. K. van
Eerbeek. G. F. Callenbach,
Nijkerk.
J. K. van Eerbeek was het pseudoniem
voor Meinart Boss, onderwijzer aan de straf
gevangenis te Zwolle en aldaar de vorige
maand overleden,
nog geen veertig
jaar oud. Deze
vroege dood be-
teekent een ver
lies voor de letter
kunde, want Van
Eerbeek werd al
gemeen beschouwd
als een der meest
talentvolle schrij
vers onder de pro-
testantsche jonge
ren.
Indertijd hebben
wij van hem en
kel zijn „Lichting
'18" gelezen, een
merkwaardig boek
alleen reeds als de
wellicht eenige po
ging 'n beeld te geven van de oorlogsgeneratie
in Nederland, die wel niet gevochten heeft
maar langdurig gemobiliseerd is geweest en in
ieder geval onder omstandigheden leefde, die
haar een eigen stempel hebben opgedrukt.
Het boek, dat Van Eerbeek aan zijn „lichting"
wijdde, is in onze herinnering blijven leven
als een onoverzichtelijke schets, een ietwat
chaotisch compendium, met weliswaar prach
tig geschreven brokstukken, maar die door
gebrek aan lijn en compositie toch niet tot
hun recht kwamen in dit kwalitatief zeer on
gelijke geheel. Het was ook de eerste roman
van dezen schrijver.
Daarna heeft hij nog een tweetal boeken
gepubliceerd, die wij niet kennen, maar het
hier te bespreken laatst-verschenen werk
(voor zijn dood) toont wel, dat Van Eerbeèk
krachtige vorderingen had gemaakt en zijn
J. K. van Eerbeek.
talent zich zeer gunstig ontwikkelde. „Beu
mer Co." is een knap en aantrekkelijk
boek, dat ook buiten protestantschen kring
verdient gelezen en genoten te worden. Het
is typisch-Nederlandsch van opzet en uitwer
king, 'hij laat een weinig-opgemerkte sociale
klasse voor ons leven en in den held hebben
we een figuur met zooveel waarachtigheid en
levenswarmte geteekend, dat we na de lezing
van het verhaal nog dagenlang in de gedach
ten met hem bezig zijn als met een goeden
bekende, die onze vriendschap en ons respect
verwierf.
Albert Beumer is een klein stoffeerdertje
en ondernemer van verhuizingen in Kampen.
Van Eerbeek doet niets anders dan precies
negen opeenvolgende dagen van zijn leven
beschrijven. Er gebeurt in dien tijd feitelijk
„niets bijzonders". Beumer is met zijn com
pagnon op werk uit, hij krijgt werk, zijn
vrouw moet bevallen en gaat naar het zieken
huis, hij wordt bijna het slachtoffer van een
oplichtster, die een nieuw vloerkleed bij hem
weghaalt, hij assisteert als „drager" bij een
begrafenis, hij heeft des nachts met zijn ver-
huisauto een ongeluk, waarbij een kameraad
zware verwondingen oploopt, tenslotte komt
zijn vrouw weer thuis met het kind. Het zijn
alles dingen, die ieder ander in deze omstan
digheden kunnen overkomen, van alle ge
beurtenissen valt er niet één buiten het kader
van het gewone dagelijksche leven. Maar
daar doorheen speelt nog een ander verhaal,
dat met niet meer dan enkele trekjes is ge
teekend: een innerlijke ontwikkeling van
Albert Beumer, een verdieping van zijn ver
vaagd en verwaarloosd godsdienstig besef.
Van Eerbeek heeft bijzonder aandacht ge
schonken aan zijn figuur als vertegenwoordi
ger van een maatschappelijke klasse.
De kleine middenstanderdat is de
man, dien niemand ziet. De arbeiders die
zijn half Holland. En 't kapitaal dat is
de andere helft van Holland. En daar gaat,
dunner dan de schaduw, de middenstander
tusschen.
Zijn adelbrief, dat is het aanzien van het
artikel, dat hij verkoopt. Zijn wieg heeft
tusschen de negotie gestaan. Hij heeft dui
zend keer wat geleerd en tienduizend keer
wat afgeleerdHij heeft de achting
van z'n medeburgers nog, die dateert nog
van de goede tijd, maar hij heeft allang,
om in z'n levensonderhoud te voorzien,
naar allerlei baantjes moeten omzien
De middenstander wordt van z'n plaats
gedrongen. Er komen groote zaken in de
provincie-stadjes. Het warenhuis vjrkoopt
alles.
Niet altijd even genoeglijk als van den
„gerusten landman" rolt het leven van den
Rotterdamschen bouwer heen, als hij er zich
aan waagt panden in de oude binnenstad te
sloopen om er nieuwe neer te zetten. Hij
rekent weliswaar al eenigszins met de moge
lijkheden, op brokstukken van eeuwenoude
fundeeringen te zullen stuiten. Maar werke
lijke pech waarvan het leed nog niet te over
zien is, zooals op het oogenblik aan de Meent
hoek Weste Wagenstraat, valt toch wel bui
ten de meest sombere verwachtingen.
Zooals men weet ligt het gesloopte pand
daar met de achterzijde tegen de Delftsche-
vaart aan. De grond was reeds voor drie
kwart hei-klaar gemaakt, terwijl aan de wa
terzijde een dubbele houten wand was ge
maakt, om het indringende water te weren.
Plotseling zijn er echter twee obstakels ge
komen. Het eerste obstakel kwam van de
Meentzijde, waar op eens langs en door de
kunstwerken van de hefbrug-met-de-trapjes
het grond- en vaartwater in zoo sterke mate
binnendrong, dat binnen enkele uren de ge
heele bouwput onder water stond. IJlings is
men aan 't schoren moeten gaan terwijl een
groote pomp werd gerequireerd om den put
zoo goed mogelijk droog te leggen.
Het andere obstakel kwam aan de tegen
overliggende zijde, een oud pand in de Weste-
Wagenstraat, w. arin de caféhouder J. J.
Luyt zijn bedrijf uitoefent. De bloot geko
men zijmuur bleek in die mate bouwvallig,
dat hij dreigde door te breken, wat instor
ting van het geheele pand ten gevolge zou
hebben. Men dacht door vlug te schoren hier
nog veel te kunnen redden, maar niettemin
heeft de bouwpolitie een onderzoek inge
steld en de algeheele ontruiming van het
pand moeten bevelen. Het pand zal nu eerst
moeten worden gerestaureerd, alvorens in den
bouwput met de fundeering van het nieuwe
pand kan worden begonnen, aangenomen,
dat men er in dien tijd in geslaagd is 't bin-
nenstroomende water zoo te keeren, dat het
voor dë nieuwe fundeering geen gevaar op
levert.
Het „Katholiek Comité van Actie
Voor God" schrijft ons
Het kenteeken van allen, die hef
tot de volkomer liefde Gods ge
bracht hebben, is een buitenge
woon en onverstoorbare blijgees
tigheid, een zóó verrassende,
duurzame, ongedwongen en kin
derlijke vroolijkheid, dat de kin
deren dezer wereld, die vol voor-
oordeelen in een gezelschap van
zulke zielen raken, zelfs ergernis
gevoelen.Wie hen ooit gade
sloeg, erkent ook aan hun uiter
lijk, dat hunne gedragingen niet
afhanger van de hen omringende
wereld, maar dat ze voortspruiten
uit de diepte van hun gemoed. En
hun ziel wordt niet licht meer
door stormen beroerd, daar zij
hun leven gegrondvest hebben op
een bodem, waartegen de elemen
ten niets vermogen, op God. Van
God hebben zij niets te duchten
met zich zeiven zijn zij in het
reine„waarom zouden zij dan
niet vrodijk wezen?"
H. Thomas.
Wanneer iemand van een andere klasse:
een boer, een arbeider of een ambtenaar,
pardoes in het bestaan van een kleinen za
kenman gezet werd, zou hfj zich geen raad
weten. De kleine zakenman is zijn eigen
reiziger; hij is zijn eigen verkooper; hij is
zijn eigen boekhouder; hij is zijn eigen.
loopjongen.
En zelfs op de dag, dat hij z'n vrouw
uit het ziekenhuis moet halen, is hij nog te
laat.
Tot zulke algemeene digressies laat de
schrijver zich echter slechts bij uitzondering
verleiden. Zijn visie op den kleinen midden
stand ligt allereerst geteekend in den aan-
doenlijken Albert Beumer zelf, het ploeterend
en opgejaagd mannetje, dat van uitputting
inslaapt op den vloer, waar hij een zeil legt,
en met zijn auto oprijdt tegen een boom als
hy is weggedommeld boven zijn stuur. „Hij
was eigenlijk pas zichzelf, als hij haast had",
en hij had altijd haast. Hij is immers tot zijn
eigen loopjongen'toe, al mag dat niet zoo
naar buiten blijken. Voor het uiterlijke blyt
hij de zelfstandige burger en kleine onderne
mer en dit moeilijke dubbel-leven bree
oorspronkelijke harmonie van dit bes aan. y
kent het verre ideaal van correc en g -
tensvol zakendoen, maar om 7j' - J.
plekje te handhaven zijn z n eindelooze moei
ten niet meer genoeg en nam hy de gewoonte
aan van ontelbare vlotte slimmigheidjes. Hy
steekt zich in zijn „Zondagsche C. A.-klee-
ren" als hij op een vrachtje uitgaat, maar hij
geneert zich voor de zwarte doodbiddersjas,
die hij aan moet trekken als drager van de
begrafenis-onderneming, „Hij liep er zoo
moeilijk in de rijHet was hem of hij
iets van zichzelf naar het graf droeg. Zijn
trots van burgermanZijn vader had in
het drukst van het seizoen met zes knechten
gewerkt."
Hoe oneindig ver is deze generatie komen
te staan van de voorafgaande! Albert zegt het
tegen zijn vromen schoonvader, niet als ver
wijt, maar als een verontschuldiging:ik
verzeker je, dat wij jongere luitjes anders
zijn dan jullie. En.'et gekke van 't geval
dat isdat jullie geen bril 'ebben,
waar je ons jongere menschen mee zien kan."
Neen, in dit leven van zwoegen en draven, in
deze dagelijksche vechtpartij om een sober
stuk brood voor een groeiend huisgezin, is
geen plaats meer voor al die zachte, stille en
diepe dingen, waarmee de vaderen waren ver
vuld. En met dat spontane volksche gevoel
voor de plastische uitdrukking moet hij be
kennen: „die dingen 'adden zoozeer geen
'andvat voor 'em." Het is op dat oogenblik
maar schijn, want ,,'ier binnen zit 'et toch",
Nadat gisteravond om 6 uur het stoffelijk
overschot van Pater Vincent Jansen O.P.,
vroeger pastoor van de H. Hartkerk aan de
Van' Oldenbarneveltstraat, door de Paters en
Broeders van de „Olde" in ontvangst was ge
nomen en met gezongen gebed volgens den
Dominicaanschen ritus naar 't altaar was ge
leid, werden om half acht de plechtige ves
pers én metten van het Officie der overlede
nen gezongen.
Als agens fungeerde de pastoor der paro
chie, Pater L. D. Oorsprong O.P., als diaken
en sub-diaken resp. de Paters D. v. d. Waart
O.P. en C. Preller O.P. De lessen van de met
ten werden gezongen door de paters T. H.
Hagemans O.P., Pastoor F. Bartel O.P. van
de Provenierskerk en Pastoor Rosartus van
der Linden O.P. van het Steiger. Daarna werd
door de stampvolle kerk het Rozenhoedje mee-
gebeden, waarna de geloovigen langs de lijk
baar schreden en een laatsten groet brachten
aan den overledene.
Vanmorgen had in de kerk van het H. Hart
van Jesus aan de van Oldenbarneveltstraat
de plechtige uitvaartdienst plaats voor Pater
Vincent Jansen O.P., in leven pastoor der
parochie. Deze uitvaartdienst werd om kwart
voor tien voorafgegaan door de plechtige
Lauden, waarbij agens was pastoor L. D.
Oorsprong O.P., geassisteerd door de paters
T. H. Hagemann O.P. en L. Pfeil O.P. als
diaken en sub-diaken.
De H. Uitvaartdienst werd gecelebreerd
door den hoogeerw provinciaal, pater B.
Schaab O.P., geassisteerd door pater J. Sel-
bach O P- als diaken en pastoor A. de Mol
O.P. als subdiaken. Aan een der zijaltaren
werd tevens een H. Mis opgedragen door een
broer van den overledene, pater Th. Jansen
O.Cist., uit Oudenbosch.
Het zangkoor van de Parochie zong de
meerstemmige Requiemmis Van Perosi.
Op uitdrukkelijk verzoek van den overle
dene werd geen lijkrede gehouden, doch
slechts voor de zielerust gebeden.
Vervolgens werd plechtig de absoute ge
geven volgens den Dominicaanschen ritus,
waarna, voorafgegaan door de paters en
broeders en overige geestelijken het stoffe
lijk overschot de kerk werd uitgedragen, om
te worden vervoerd naar het kloosterkerk
hof Albertinum te Nijmegen.
Behalve eenige familieleden en paters van
de pastorie maakten de reis naar Nijmegen
mede vertegenwoordigers van kerk- en arm
bestuur, van de St. Vincentiusvereeniging en
van het Collectantencollege.
De hoogbejaarde moeder van den overle
dene was 's ochtends in de kerk aanwezig.
Als tweede in de reeks van mededingende
vereenigingen in den door de Kon. Erkende
Declamatieclub „Mutua A.micitia" uitgeschre
ven stedelijken tooneelwedstrijd is in „Palace"
de tooneelafdeeling van de Personeelsvereni
ging „N. H. M." voor het voetlicht getreden
met „Vrouwenkryg", naar Bataille de dames
van Scribe en Lecouvé.
In aanmerking genomen, dat men over een
vrij beperkten kring van speelsters en spelers
beschikt, kon o. i. de opvoering in menig
opzicht den toets der critiek doorstaan, al
zou een minder schoolsche en nu en dan wat
primitief aandoende vertaling ongetwijfeld den
executanten beter hebben gelegen. Vol drama
tische bewogenheid de ernst werd wel eens
wat ver doorgevoerd waren vooral vele
scènes tusschen Gravin d'Autreval (Nel
Schrammeijer) en Baron de Montrichard (W.
Remken), maar ook hun ontbrak, evenals den
anderen, de Fransche zwier uit die dagen, wel
eenigszins verkleurd onder het Napoleontische
regiem, maar vooral in hoogere kringen nog
vrij goed in eere gehouden.
in ieder geval gelooven wij wel te mogen
zeggen, dat deze tweede wedstrijdavond een
flink crescendo ten opzichte van den eersten
beteekende.
verklaart hij terecht. Als hij in zijn functie
op het kerkhof in een grafkelder staat, is de
dood geen realiteit: daar doet hij zijn werk,
verdient er wat aan en wandelt opgewekt
naar huis. Maar als hij midden in den nacht
met een vaart van 90 K.M. per uur op het
nippertje aan den dood ontsnapt, danjoelt
hij zich op zichzelf teruggeworpen, staart hij
verwonderd in een groot geheimcUthij in
zijn jachtend bestaan gewoon is voorby te
ijlen:
Wie had daar toch z'n hand bestuurd?
De gebaren, waarmee hij z'n kleeren uit
trok waren die van een stokoud man. En
de o'ogen, waarmee hij z'n eigen huis rond
keek konden die van een vreemde zijn. De
meubels en het behang spraken met heel
andere stemmen tegen hem dan ze tevoren
gedaan hadden. Het was of ze in geenerlei
betrekking tot hem stonden. De dood maakt
alles anders. Wie had er aan 't stuur ge
staan, dacht hij. Als die er niet geweest
was, hoe zou het dan nu met Albert Beu
mer zijn?
In dezen kleinen middenstander uit de
provincie zijn de beste eigenschappen van het
Nederlandsche volk bewaard gebleven. Hij
is ijverig, geduldig, toegewijd aan de zijnen,
hij is van een onuitputtelijke vitaliteit en
wapent zich met een humor, dien we het best
„leukheid" noemen. Hij is kind va* dezen tijd
maar erfgenaam van de deugden, die de va
deren in hun streng en sober leven hebben
vergaard. Neen, het staat hem niet zeer dui
delijk voor den geest wat precies „een bekeerd
mensch" is, om in zijn protestantsche termi
nologie te spreken. Maar hij zal het eens
weten als een oud man het hem zegt en die
bijbelwoorden plotseling zoo'n diepen weer
klank vinden in zijn hart: „Ik wiesch u met
water en Ik spoelde uw bloed van u af en
zalfde u met olie. Ik kwam met u in een
verbond en gij werdt de MijneDat
kan Albert Beumer nu verstaan, omdat er
wat de schrijver noemt die „kleine aardige
geschiedenis" met hem is gebeurd, de verbor
gen daad van zijn overgave: het met zooveel
moeite verdiende bankbiljet, dat in de offer
bus gepropt werd
Het is zeer te bejammeren, dat dit Van
Eerbeek's laatste boek geworden is. Er had
nog veel goeds van hem verwacht mogen
worden, Een brillant schrijver was hij niet en
het tegendeel van een „gemakkelijk" talent.
Maar hij was een ernstig werker die men
schen kon zien en beschrijven in hun karak
ter en omstandigheden. Hij kende ze niet
alleen tot in hun diepere roerselen, maar hij
hield ook van de menschen.
JAN N.
Wie den naam hoort van mej. van Ham
haalt vermoedelijk de schouders op en vraagt:
wie is cSat? Maar zoodra men het heeft over
het Duivenvrouwtje, kent iedereen haar. Ze is
en blijft de zorgzame moeder voor de stads
duiven.
Weer of geen weer, ze trekt erop uit om
de dieren aan een diner te helpen, net zoo lang
tot haar middelen het niet meer gedoogen.
En het fatale oogenblik schijnt langzamer
hand gekomen. In de eerste plaats kan zij
niet meer voldoende voer strooien voor de hon
derden duiven. Van haar zeer bescheiden steun
geld, zondert zij iedere week drie gulden af
om graan te koopen. Sommige particulieren
stoppen haar nu en dan kleine bedragen toe,
maar dit alles blijkt onvoldoende om de dui
ven behoorlijk eten te geven.
Vroeger vond het Duivenvrouwtje in de
bakken van de Beurs nog wel aohterge'a-
ten monsters graan, maar dat is nu zoo,
goed als afgeloopen. Ook andere gevers ia.
ten verstek gaan en zoo heeft zij er lang over
zitten piekeren, of het maar niet beter was
het voederen van de duiven eraan te geven.
Alvorens een definitief besluit te nemen,
heeft zij zich tot Burgemeester en Wethou
ders gewend, verzoekende de duiven te wil
len opvangen. Maar de poging, om op die
manier tot een oplossing te komen, mislukte.
Nu ja, ze ontving een schrijven, van het Col
lege van B. en W., waarin met waardeermg
over haar werk gesproken werd. Maar van.
het opvangen der duiven, zoo heette het, kon
niets komen. B. en W. waren vaji meening,
dat de duiven zich wel in de omgeving zou
den verspreiden om voedsel te zoeken z( 0-
dra het vrouwtje haar dagelyksche voedering
zou staken.
Maar dan verhongeren de duiven, meent
mej. van Ham. En ze vindt, dat Rotterdam
wel wat meer mocht overhebben voor cijn
stadsduiven.
De Gemeente trekt er zich niets van aan,
de Dierenbescherming bemoeit er zich met
mee, en zoo blijft het Duivenvrouwtje alleen
voor haar taak staan, geholpen door een en
kelen dierenvriend, die haar steunt. Maar dat
is slechts een druppel op een gloeiende plaat.
Kunnen groote graanfirma's niet eens da
hand over het hart stryken? Er is toch al
tijd zooveel „opveegsel" dat voor hen geen
waarde meer heeft. De duiven en het Duiven
vrouwtje zouden er gelukkig mee gemaakt
worden.
Calvet en zijn kunstbroeders, Guilevitch,
Pascal en Mas, vier lang samenwerkende en
geroutineerde kwartetspelers, hebben door
hun spel de leden van de Kamermuziekver-
eeniging weer een avond van hoogstaand
muzikaal genot verschaft.
Het is soms moeilijk een strijkkwartet op
juiste wijze in zijn karakter te definieeren,
maar bij het Calvet-kwartet biedt dit geen
moeilijkheid. Nu ook weer, evenals bij vo
rige uitvoeringen, kenmerkte de voordracht
zich bijzonder en bovenal door een op den
spits gedreven raffinement, uiterst verzorg
de finesses en de onberispelijke afwerking
van de allerfijnste details. Zoo hoog zijn deze
kwaliteiten opgevoerd, dat ze wel eens tèn
koste van inhoud en verdieping gaan.
Dit spel is van een voorname beschaving
en van groote intelligentie, maar men ont
komt niet aan den indruk, dat deze brillante
techniek, deze phenomenale uiting van vol
maakte afwerking den geest van het werk
wel eens in verdrukking doet komen. Zoo
eischt bijv. het kwartet f gr. t. op- 18 no- I
van den jongen Beethoven, robuster senti
ment en meer gespierde muzikaliteit
Het kleurenpalet van de klankgeving is
hoofdzakelijk in lichte nuances gehouden,
diepe, stralende verven ontbreken er te veel
aan. De toon, welke zij produceeren is van
een lentesfeer, maar men verlangt zoo dik
wijls naar de brandende kleuren van gouden
en bruine herfsttinten. De klank, die meer
malen te glad of te weinig sprekend kan
zijn mist wat in hun Beethoven-reproduc
tie zoo opvallend naar voren komt dat
zielvolle, die sonoriteit, die zoo sterk op den
hoorder kunnen inwerken.
Het Calvet-kwartet heeft een eigen, zeer
bijzonder karakter en verfijning, elegance en
sierlijkheid, en daardoor geeft dit spel een
heel aparte bekoring.
Zoo werd dan ook de reproductie van Ra
vels kwartet f gr. t., waarin juist de ver
fijning van klank en kleur en de sierlijkheid
van lijn en vorm zoo domineeren, van een
wonderlijke schoonheid, teerheid en heldere
doorzichtigheid. Hier bleek weer eens over
duidelijk, hoe landaard en mentaliteit van
grooteren invloed zijn op spel, voordracht en
juist aanvoelen van den geest van een com
positie-
De vier kunstenaars zijn voor hun spel har
telijk gehuldigd. G.
j
De tweede dag der Baulig-competitie werd
Dinsdagavond voortgezet met de navolgende re
sultaten.
HBS 275274 549
't Zuid 250322 672
De Poedelaars 333 334 667
A D 0289 342 631 j
D' O 'P265—276 541
D. O. P. II 287—260 547
V. O. L. niet opgekomen.
In de eindwedstrijden, Donderdag a.s.. ko
men uit: 't Zuid, De Poedelaars en A. D. O.
•tZuid heeft als jonge club wel zeer fraai ge
worpen.
Hoogste werper was F. Korte met 74 en 87,
totaal 161 en die tevens de meeste negens
wierp (9),
Woensdagavond de derde en laatste ronde.
Donderdagavond de eindstrijden.
Aangiften van 14 December.
BEVALLEN: J. W. 't Hooft—Vink <4. H. W.
J Rip—v. fl .Horst z. E. H. Hutjsdens—do
Jong z. J- P- v. Munster—Harton z. M. S,
Verstraten—Nonner z. H. S. v. d. Kruit—
Houdyck 7.. C. P. v. Hulst—schouteren d.
G. v. Loc-hem—de Boed z. c- Kronenberg—
DanUe z. C. Bal—Schermer d. c. v. d.
Struys—Blom z. J. v. d. Houten—Naayen z.
P. H. v. d. HeerlkAndriesen z. c. W. H. Fok
_v. Gardlngen z. T. M. Ellrlng—Servaas d.
M. C. P. Boer—Kroon d. A. E. Hof—Guikink
z. A. J. BlomBordewyk d. w. F. J. Verver
v. d. Wiel z. M. C. Andichonv. d. Ster z.
A. M. v. Alphen—v. Hoydonk d. J. W. de
Jong—Eibers d. A. A. LeeuwenburgGrooten-
dorst d. A- PosthoornDeutekom d. A.
Lake-veld—v. Leeuwen z. G. M. de Groot—Lip
z. J. T. C. NypjesWynants d.
OVERLEDEN: J. H. v. ct. Burg wedr. v. P. F.
C. Jansen 72 J. G. de Vormer wede. v. A.
Kreuk 84 j. P. Stolk wede v. H. J. Withagen
82 j. P- Roos ongeh. m. 51 j. W. Sluys vr.
v. O .Hogenboom 76 J. L. Buitendyk m. v. A.
Dorst 62 j. A. Ploeg m. v. J. Bokhorst 60 J.
J. v. Bodegraven z. 8 d. A. de Geus m. v. 3.
H. Koevoet 71 j. D. J. v. Toor m. v. C. Gleijn»
71 j. J .Resoort vr. v. K. Koller 36 J. P. A.
M. v. Coolwyk vr. v. D. Lagneweg 42 j. A. v.
d. Heiden m. v. M. C. v. Toledo 54 j. L*
Kapsenberg m v. E. C. M. Schippers 74 J. J»
de Jong vr. v. C. HanemaaUer 62 j. J. Netef
wede. v. E. A. Elze 74 j. J. G. E. Eekhoudt
vr. v. F. W. Felmeden 54 j. A. W. Bock m. v»
C. Verburg 77 J. A. Blok sfi.