BIJ 'N HAAGSCHE BENOEMING. JF - J&ftS v Philips Gloeilampen. I NEUZEN- VREUGD i V* DONDERDAG 7 JULI 1938 De candidate een katholiek dus Eigenaardige praktijken bij de afdeeling Onderwijs en liberaal fatsoen. v. Geelkerken en De Marchant naar Indië. Een rumoerig afscheid. O. L. VROUWE-KERK TE VEERE, Dividend 1937-38 11 pet. (v.j. 18}) op de gewone en 7 pet. (8}) op de pref. aandeelen. ORDENING OOK IN HET BOUW BEDRIJF GEWENSCHT* Een te veel aan aannemers. Vergadering Ned. Aannemersbond te Amsterdam. A. VAN WIJHE-SMEDING f De bekende schrijfster te VHertogen- bosch overleden, I m ■Mg ■|i'» mm w m n Hv* -v mMMi UIT DE PERS. ALG. NEDERL. PLUIMVEETEELT VEREENIGING. In de jongste Raadsvergadering te 's Gra- venhage kwam aan de orde de benoeming van een gemeentelijke onderwijs-inspectrice. Bij de voorbereiding van deze benoeming door de afdeeling Onderwijs blijkt het weer eens een keer eigenaardig te zijn toegegaan en het is goed, dat mr. De Jong daarop lil den Raad de aandacht heeft gevestigd. Onder de sollicitanten was er een, die door haar werk, bevoegdheden en kwalitei ten als het ware geknipt was voor deze functie, maar laten we dit er% terstond bijvoegen zij was katholiek. Ondanks haar bekwaamheden werd zij door de afdeeling Onderwijs bij voorbaat uitgeschakeld en niet eens voor een per soonlijke kennismaking opgeroepen. De heer De Jong vroeg nu in den Raad de benoeming aan te houden en deze can didate alsnog tot een persoonlijk bezoek uit te noodigen. Wethouder v. d. Bilt wilde daar niets Vfeii weten. Zijn bezwaren tegen deze candidate waren, dat zij niet practisch bij het lager onderwijs was werkzaam geweest, niet aan het hoofd van een onderwijsinrichting had gestaan en dat zij te jong was. Merkwaardige bezwaren zijn het, die de wethouder aanvoerde om deze sollicitante, waarvan hij zou moeten erkennen, dat zij meer in haar mars had dan een der andere candidaten, zelfs zonder oproeping voor na dere kennismaking te passeeren. Het is, voor zoover wij weten, thans de eerste maal, dat voor de benoembaarheid van een gemeentelijk onderwijsinspecteur of -inspectrice de eisch wordt gesteld, dat de candidaten bij het lager onderwijs moeten werkzaam zijn geweest en aan het hoofd van een onderwijsinrichting moeten hebben ge staan. Althans er zijn gemeentelijke onder- wijsinspecteurs aan te wijzen, die aan dezen eisch niet voldoen. Bij hun benoeming heeft men dat gemis aan deze speciale ervaring blijkbaar niet gevoeld. We kunnen dit be zwaar van den wethouder dan ook niet ac« cepteeren, te meer wijl het deze sollicitante aan algemeene onderwijservaring niet ont brak, al heeft zij die dan ook niet bij het gewoon lager onderwijs opgedaan. Het niet aan het hoofd van een school hebben gestaan schijnt geen beletsel te zijn geweest voor andere sollicanten om tot een nadere kennismaking te worden uitgenoo- digd. Althans, zooals mr. De Jong in de Raadsvergadering mededeelde, hadden van de 17 opgeroepenen er 8 ook nimmer een leidende functie bij het onderwijs vervuld. Een ander bezwaar van den wethouder was dat van den leeftijd. De sollicitante is namelijk 31 jaar oud. Wanneer men 30 jaar is, is men reeds be noembaar tot Kamerlid en wordt men dus al oud genoeg geacht om het Nederlandsche volk mede te helpen besturen. Volgens on zen liberalen wethouder is men dan echter nog te jong om gemeentelijk onderwijsin specteur van Den Haag te worden! Nu is het mogelijk, dat de wethouder be doelde dat van iémand van 31 jaar wel eens nog niet voldoende gezag en persoonlijk overwicht kan uitgaan om de functie van inspecteur of inspectrice bij het onderwijs te vervullen. Maar als dat zoo is, dan was er juist alle reden geweest om deze sollici tante tot nadere kennismaking uit te noodi gen, teneinde zich daarvan te kunnen over tuigen. Om een sollicitant op dergelijke kwaliteiten te toetsen, dient toch de per soonlijke kennismaking op de eerste plaats! De bezwaren tegen deze sollicitante aan gevoerd zijn niet steekhoudend en als iemand zich bij deze benoemingskwestie in de kaart heeft laten kijken, dan is het wel de wethouder van onderwijs geweest. De Raadsoverzichtschrijver van het „Va derland" heeft dit waarschijnlijk ook ge voeld en om den liberalen wethouder te 6auveeren, draait hij de rollen om. Niet de wethouder maar de heer De Jong is de zondebok. Wij laten zijn poging om hatelijk en ve nijnig te zijn hier volgen: De heer De Jong heeft weer zijn oude methode gevolgd en getracht, nadat h'j zijn zin niet had gekregen in de commissie voor onderwijs, dien in den Raad door te drijven. Het is hem weer niet gelukt; ster ker, het is, gelukkig, een geduchte neder laag voor hem geworden, want hij heeft alleen zijn politieke groep meegekregen, zoodat zijn voorstel tot aanhouding van de benoeming van de inspectrice van het gem. lager onderwijs slechts 8 stemmen kon verwerven. De eerst voor- gedragene, een hoofd van een openbare uloschool hier ter stede, heeft op vijf na alle stemmen verkregen, zoodat er van het achttal opposanten dus 3 op haar ge stemd moeten hebben. Zijn beschermelinge, voorzichtig aange duid als nr. 38 der sollicitantenlijst, heeft hij geen dienst bewezen met zijn optreden; hij heeft haar deugden en bekwaamheden zoodanig in de hoogte gestoken, dat het uiterst pijnlijk voor haar moet zijn en tevens lastig bij eventueele andere solli citaties, dat ze niet op de voordracht is gekomen niet alleen, maar dat ze ook niet uitgenoodigd is tot een mondeling onder houd, dat de eerste stap naar een plaats op de voordracht pleegt te zijn. Uit het antwoord van den wethouder zou men kunnen afleiden, na de opsomming van alle acten en studies tot aan de Sorbonne toe van de dame in quaestie, dat ze eigen lijk eenerzijds te knap, anderzijds niet ervaren genoeg voor de functie is en daar bij te jong. De omschrijving welke de heer De Jong van haar heeft gegeven, omvatte ook haar werkkring en dit te meer maakt het pijnlijk, omdat er in dezen werkkring niet zoo heel veel personen zijn, zoodat het voor degenen, die de kaart van het land kennen, een klein kunstje is, om, ook de bevoegdheden en studies wetende, de per soon in quaestie uit te vinden. Dat had haar protector haar in elk geval dienen te besparen. Maar in zijn kippedrift om maar weer wat naar zich toe te halen, heeft de Roomsche kemphaan dit heele- maal vergeten. Men zou kunnen lachen om de potsierlijke voorstelling van zaken, alsof het mr. De Jong is, die de belangen van de betrokken sollici tante heeft geschaad, als het stukje geen diepe verontwaardiging wekte door zijn banale scheldpartij tegen ons katholieke raadslid. Als het tegen de katholieken gaat, schij nen de liberale heeren hun fatsoen niet te kunnen houden. Dan komen goede manieren er blijkbaar niet meer op aan: „het zijn im mers maar Roomschen!" Tegenover hen is alles geoorloofd. En dan zijn er nog katholieken, die zich op het liberale blad, dat hun geloofsgenoo- ten zóó behandelt, abonneeren en er mee in him zak loopen te pronken! Dat is misschien wel het meest ergerlijke van alles. „Mijnheer Kruize vertelde mij gisteren, dat mijn hoofd en gezicht klassiek waren. Wat verstaat men eigenlijk onder klassiek?" „Alles wat oud is V' Men meldt ons uit Den Haag: In verband met het vertrek van de heeren Van Geelkerken en graaf De Marchant et d'Ansembourg naar Indië had de N.S.B. gis teravond in het Willem de Zwijgerhuis aan de Zeestraat een vergadering belegd, waarin ook beide genoemde heeren aanwezig waren. Na afloop der vergadering zijn beiden in een open auto naar het station Hollandsche Spoor gereden, terwijl vele N.S.B.'ers tracht ten den wagen te volgen. Zij werden daarin echter door de aanwezige politie verhinderd. Op het perron van het station waren zeer vele geestverwanten bijeengekomen om van de heeren Van Geelkerken en d'Ansembourg afscheid te nemen, hetgeen op zeer luidruch tige wijze met tal van ovaties geschiedde. Ook de leider der N.S.B. ir. Mussert, was bij dit afscheid aanwezig. Toen de boottrein, waarmede de heeren naar Genua reizen, was vertrokken, stroom den de vele N.S.B.'ers weder uit het stations gebouw en vormden ze groepen op het Sta tionsplein en den Stationsweg. Een sterke politiemacht was hier echter aanwezig, die de menschen sommeerde door te loopen. Toen hieraan niet werd voldaan, heeft de politie hen met den gummistok ver spreid. De heer Mussert had inmiddels zijn wagen opgezocht, waarmee hij is weggereden. Bij de charges der politie zijn zoover be kend, twee personen licht gewond en wel iemand uit de Alberdingk Thijmstraat, die beweert van iemand uit het publiek een stomp met een boksbeugel op zijn hoofd te hebben gekregen en iemand uit de Hendrik van Deventerstraat, die een kneuzing van den schouder opliep. Beiden zijn door den Geneeskundigen Dienst naar het ziekenhuis aan den Zuidwal gebracht, doch konden na verbonden te zijn, huiswaarts keeren. In de omgeving van het station bleef het nog geruimen tijd rumoerig. Zij moet eertijds een groot koor met omgang hebben gehad. De Zeeuwsche correspondent van de „N. Rott. Ct." schrijft: Tijdens graafwerk ten behoeve van de rioleering, welke te Veere wordt aangelegd, zijn daar gisteren achter de bekende Groote of Onze Lieve Vrouwekerk fundamenten blootgekomen, welke de tot nu toe geldende opvatting van de bouwgeschiedenis van het gothische bouwwerk omverwerpen, en het bewijs schijnen te vormen van een twee jaar geleden opgeworpen stelling. Uit de funda menten en de vloertegels, waarop men ge- stooten is, blijkt in.l. dat op deze plaats en in de nabijheid van de tegenwoordige drie- beukige hallenkerk, opgetrokken uit bak steen, destijds een groot koor met omgang heeft gestaan. De algemeene opvatting was dat dit koor wel was ontworpen, doch dat het nooit was uitgevoerd. In een artikel in het Oudheidkundig Jaar boek van 1936 is Frans Vermeulen, verbon den aan het rijksbureau voor monumenten zorg, aan de hand van oude kerkrekeningen en op grond van een architectonische recon structie tot de hypothese gekomen, dat in 1543 een groot koor met omgang was vol tooid. De thans ontgraven fundamenten vor men een bevestiging van zijn veronderstel ling. De algemeen geldende opvatting kwam steeds in botsing met den plattegrond van Veere van omstreeks 1560 van Jacob van Deventer, waarop de Onze Lieve Vrouwe kerk weergegeven was met een zelfde hoogte en lengte van het schip. Men was veelal ge- heigd te onderstellen dat de kunstenaar ge fantaseerd had, doch de heer Vermeulen meende daaruit te mogen afleiden dat het koor in dat jaar nog bestond. Op grond van de nieuwe vondsten, die vermoedelijk nog verder ontgraven zullen worden, kan men de bouwgeschiedenis van de Veersche kerk ongeveer als volg constru- eeren: Het bestaande baksteenen koor moet kort na 1570 zijn gebouwd, nadat door een of andere oorzaak het in 1543 voltooide koor met omgang te gronde was gegaan. Nadat men de oostzijde van het dwarspand geheel had dichtgemetseld, is het koor vervangen door een hiertegen opgetrokken driebeukige hallenkerk, welker noordbeuk, de kerk van de Schotsche natie, in 1631 door een muur van de middenkerk werd gescheiden en in 1832 werd gesloopt. NAAR wij vernemen zal door com missarissen der N.V. Philips Gloeilampenfabrieken aan de jaar- lijksche algemeene vergadering van aandeelhouders worden voorgesteld over' het boekjaar 1937-38 uit te kee ren een dividend van 11 pet. op de gewone aandeelen en 7 pet. op de preferente aandeelen. Ongetwijfeld zal het dividend-voorstel van Philips Gloeilampenfabrieken voor velen een groote teleurstelling vormen, dit nog te meer, daar het vorig jaarverslag zich over de toe komst niet ongunstig uitliet. Wij lezen daarin het volgende: „De omzetten van het concern over de eer ste vier maanden van het boekjaar 1937-1938 zijn zoowel in aantallen als in geld na uit schakeling van den devaluatie-invloed we derom belangrijk hooger dan over de over eenkomstige periode van het verslagjaar. De nieuwe radio-apparaten-serie is zeer gunstig ontvangen en, onvoorziene omstandigheden voorbehouden, mogen wij aannemen, dat de omzet-stijging zich ook verder zal voortzet ten." Dit optimisme in het laatste jaarverslag werd nog versterkt in de algemeene vergadering van aandeelhouders, welke 13 October 1937 te Eind hoven werd gehouden. Practisch gesproken was toen reeds de helft van het boekjaar, dat 30 April' 1938 is geëindigd, verstreken. Op deze vergadering werd toen speciaal de aandacht ge vestigd op de geringe conjunctuurgevoeligheid van het concern. „Een groot gedeelte van den omzet ligt op het gebied van artikelen van dagelijksch ge bruik, met name de gloeilampen.. Verder ligt het afzetgebied verspreid over een groot aan tal landen, resp. over alle werelddeelen, welke omstandigheid de conjunctuurgevoeligheid van het concern vermindert. Voor die artikelen, waarvan de afzetmogelijkheid afhankelijk is van den algemeenen welstand, bijv. onze radio apparaten, hebben wij er naar gestreefd de con junctuurgevoeligheid van het concern te ver minderen door het treffen van speciale voor zieningen, welke voor een aanzienlijk bedrag onder verschillende hoofden in de balans voor komende, gezamenlijk kunnen worden be schouwd als een conjunctuur-reserve." Tenslotte deed toen Dr. A.. F. Philips nog de volgende mededeeling over den gang van zaken: „De gang van zaken tot en met September 1937 is overeenkomstig de mededeeling in het jaarverslag zeer bevredigend te noe men. In de laatste weken is in enkele landen een lichte terugslag merkbaar, terwijl over het geheel genomen ookvoor deze weken de resultaten nog belangrijk beter zijn dan verleden jaa r." Het behoeft geen nader betoog, dat aan de hand van deze mededeelingen het thans te de- clareeren dividend wel zeer teleur stelt. En de tweede helft van het afgeloopen boekjaar moet dan ook wel zeer slecht geweest zijn, wil het de gunstige resultaten van de eerste zes maan den, waarop hierboven werd gewezen, geheel te niet doen. Ook de bewering, dat het Philips-concern weinig conjunctuurgevoelig is, zullen wij thans maar met het bekende korreltje zout accep teeren. Trouwens, de resultaten en dividenden over de laatste jaren vormen hiervoor evenmin een afdoend bewijs. Dividend Boek- Eexpl.- gereser- gew. pref. jaar. winst afschrijv. veerd aand. aand 1929 42.951 604 25.468.640 21 9 1930 12.780.341 58.427.158 1.000.000 6 6 1931 7.518.390 21.293.570 1.000.000 4 6 1932 8.012.906 1.316.107 1.000.000 6 6 1933/34* 14.185.108 5.584.655 11 1934/35 15.984.108 8 012,871 11 7 1935/36 9.556.668 5'.492.758 6 6 1936/37 24.639.772 6.465.797 3.000.000 18% 8% 1937/38 7 11 16 maanden. Wij zien dus de winsten en het dividend op de gewone aandeelen wel zeer sterk fluctuee- ren. De dikhuiden van den Münchener Dierentuin hebben zich in geslo- ten gelid opgesteld en bedelen bij hun kleine vrienden en vriendin nen om lekkernijen. De reusachtige dieren hebben hier blijkbaar het volste vertrouwen. De Nederlandsche aannemersbond en pa troonsbond voor de bouwbedrijven houdt te Amsterdam, zijn jaar lijksche algemeene ver gadering. De plaatsvervangend voorzitter, de heer G. Elfferich, uit Overschie) opende gisteren de bijeenkomst met 'n rede, waarin hij betoogde, dat 't niet mogelijk is ten aanzien van 't be drijfsleven een optimistischen klank te laten hooren. Spr. illustreerde voorts, dat het bouw vak nog een belangrijk ongunstiger beeld laat zien dan het bedrijfsleven van Nederland in het algemeen. Het aantal gegadigden naar de verminder de hoeveelheid werken is in den loop van de jaren sterk gestegen en bedraagt naar schat ting 35.000. Het spreekt in deze omstandig heden welhaast vanzelf, dat het vrijwel niet mogelijk is loonend werk te krijgen. De con currentie is zoo fel, dat men veelal, als men tegen kostprijs, dus zonder winst, inschrijft, nog niet de laagste is. Onder die 35.000 zijn talloozen, die hun vak niet verstaan, geen behoorlijke begrooting kunnen maken, niet 'of nauwelijks een teekèning kunnen lezen, niet de minste administratieve kennis hebben, kortom, die in de rijen der aannemers niet thuishooren. Teneinde deze euvelen niet nog erger te doen worden en om langzaam aan tot verbe tering te komen, zal er naar gestreefd wor den, aan hen, die in de toekomst werkgever willen worden, normen aan te leggen, waar aan iedereen moet voldoen. In die richting is dan ook gezocht bij de pogingen, welke zul len worden opgezet ter saneering. De Regeering is gevraagd de vestigingswet kleinbedrijf van toepassing te verklaren op het bouwbedrijf. Besprekingen met handelsorganisaties heb ben tot resultaat gehad, dat in werking is ge- In den leeftijd van 47 jaar is, na het onder gaan van een operatie, in het Protestantsche Ziekenhuis te 's-Hertogenbosch, overleden de bekende schrijfster A. van WijheSmeding, letterkundige te Vught. a n t Het is een eigenaardige gewaarwording als men zich toevallig met een bepaalde figuur in de gedachten een avond heeft bezig ge houden en dan den volgenden morgen haar overlijdensbericht vindt. Dat wij aan mevrouw Van Wijhe moesten denken was niet om hetgeen dezer dagen reeds in sommige bladen werd gemeld. Wel stond daar, dat zij een operatie had onder gaan, maar er werd bij gezegd, dat de toe stand bevredigend was en dat er het volgend jaar een nieuw boek van haar zou ver schijnen. De aanleiding tot onze „ontmoeting" in den geest was een andere. In het jongste nummer van „Boekenschouw" heeft pater Dr. J. van Heugten een roman van Alie van Wijhe Smeding als uitgangspunt genomen voor een vruchtbare beschouwing over Nederlandsche vertelkunst en hij heeft het werk van de ge noemde schrijfster daarin vrijwel volledig gevonnist en afgewezen. Onze gedachten gingen terug naar den tijd, dat mevr. Van Wijhe nog enkel Alie Smeding heette en boeken deed verschijnen uit haar geboorteplaats: Enkhuizen. De „Menschen uit 'n stil stadje", die zij in twee deelen be schreef, waren de menschen uit haar jeugd, aan de Zuiderzee, onder den Dromedaris. Het boek was een onmiskenbaar bewijs van groote begaafdheid, in aanmerking genomen, dat het kwam van een beginnend auteur. Het was levendige, kloeke vertelkunst, met een profusie van motieven en figuren. Annie Salomons maakte eens een onder scheid tusschen „gulle" en „zuinige" talenten: auteurs, die moeizaam voortbrengen en die scheppen uit een overvloed. Alie Smeding hoorde bij de „gullen" en dat heeft haar la tere ontwikkeling ook wel bewezen. En toch waren die „Menschen uit 'n stil stadje" niet geheel overtuigend. Het boek was geschreven in een realistischen trant, die bij het verschijnen (in 1920) al verouderd was. Het had verder geen „maat", het be vatte te veel dégoutante bijzonderheden over onbeduidende figuren, het leek maar-raak geschreven zonder keurenden en ordenenden smaak. S 0 f Alie van WijheSmeding f Het merkwaardige was nu, dat na bijna twintig jaar en misschien twee dozijn ro mans, pater Van Heugten in het laatste boek van Alie Van WijheSmeding precies het zelfde (en nog veel meer) moest constatee- ren als ons van dat eerste was bijgebleven. Deze schrijfster heeft geen artistieke ont wikkeling gekendzij had een geenszins al- ledaagschen aanleg, maar zij heeft haar ver mogen niet weten te cultiveeren en op hoo ger plan weten te brengen. En aldus heeft zij zich van die gebreken in den aanvang niet losgemaakt. Zonder wezenlijk gevoel voor het betame lijke heeft Alie van WijheSmeding ruim geofferd aan een ongezond en eenzijdig real isme, dat bij gebrek aan terughouding al lerlei bijzonderheden van het zinnenleven op aanstootelijke wijze etaleerde. Sommige van haar boeken moeten dan ook tot de verboden lectuur gerekend worden. Na haar huwelijk met een predikant kreeg het werk van de schrijfster een meer stich telijke strekking in protestantschen geest. „De Domineesvrouw van Blankenheim", „De Ontmoetingen van Rieuwertje Brand", „Tijne van Hilletje" en dergelijke boeken zijn voor een grooter publiek van volwassenen aanne melijk. Maar ook in haar later werk is een zekere tweeslachtigheid bij dit onevenwichtig en oncritisch talent niet overwonnen. Mis schien heeft zij haar beste bladzijden geschre ven bij de uitbeelding van het kinderleven. Neo-Malthusiaansche propaganda en overheidslichamen. „De R.K. Staatspartij", terugkomend op het congres van gemeenteraadsleden, schrijft o.m.: Ergernis verwekt de directe of indirecte medewerking, welke overheidslichamen en semi-jDverheidslichamen soms geven. Gewezen werd op de beruchte brochure van den Ned-Malth. Bond en op de meer dan schunnige publicaties van het Ned. Humanitair Comité, dat met weerzinwek kende onbeschaamdheid de homo-sexuali- teit propageert. In Hoorn heeft het pu bliek het den Neo-Malth. Bond niet bijster aangenaam gemaakt. De „N. R. Ct.' haastte zich een hoofdartikel te wijden aan „Roomsche terreur". Het heet daarin, dat de bedoeling van den Neo-Malth. Bond voor een groot deel is gericht op bestrij ding van den abortus provocatus. Weet de „N R. Ct." wat de Neo-Malth. Bond doet met zijn pornografische brochure, die niet mag worden verkocht? Die brochure wordt in vergaderingen van den N.-M. Bond getoond met de bijvoeging, dat ze niet mag worden verkocht! Een protest tegen dit pornografisch product en tegen de wijze waarop de bond een strafbaar feit straffeloos poogt te begaan, zal men in de „N. R. Ct." tevergeefs zoeken. Zie lige liberaliteit! De Nederlandsche Posterijen bezorgen het fraais van den N.-Malth. Bond en van het Ned. Hum. Comité bij U thuis in de bus. Laat ons tenminste hopen, da uw kleinere en grootere zoons en dochters de brievenbus niet ledigen. De Arnhem- sche wethouder, de heer Matser, heeft den Minister van Binnenlandsche Zaken ge vraagd, of het semi-overheidslichaam, de Posterijen, medewerking moeten blijven verleenen aan homo-sexueele propaganda! Daartegen zou niets zijn te doen? De „Morgen" stelt hierbij de vraag, wat de Katholieke Kamerfractie op dit punt denkt te doen. Leve Niemöller Wij lezen in de Arbeiderspers: Te Amsterdam heeft de N.S.B. een ver gadering gehouden, met het oogmerk valse politieke munt te slaan uit de Osse affaire. Toen de Algemeen Leider zowel het ka tholicisme als het protestantisme aanviel, riep één der aanwezigen: „Leve Niemöl ler I" en dat was kennelijk de stem van het Nederlandse volk, dat van knechting niet wil weten en evenmin bereid is zich te laten ophitsen tegen de godsdienst door lieden, die zo weinig met ons volkseigen vertrouwd zijn, dat heel hun politieke werkzaamheid het brandmerk der uit heemsheid draagt. Ir. Mussert sloeg dan ook, zonder het zelf te beseffen, puur uit het onderbewuste handelend, de spijker bijzonder raak op de kop, toen hij, kwasi-grappig, antwoord de: „Ik versta u niet Volkomen terecht. Zulk een kernachtig Nederlandse roep moet den Algemeen Lei der als een vreemde, voor hem onver staanbare taal in de oren klinken. treden de zoogenaamde B. S. B.-regeling, wel ke beoogt, dat niet aan „Jan en alleman" ge leverd wordt. In overleg met de architecten is een ont werp samengesteld, houdende de instelling van een register voor het bouwbedrijf, om te voorkomen, dat werk wordt opgedragen aan personen, die er niet voor in aanmerking komen. Het is met groot leedwezen, zoo vervolgde spreker, dat wij telkens moeten constateeren dat de overheid nog niet voldoende doordron gen is van den nood in het bedrijfsleven. Tel kens moet worden opgetreden tegen eigen beheer en tegen pogingen om normaal werk in eigen beheer uit te voeren. Het is bijna om moedeloos te worden, zoo weinig mede werking sommige overheidscolleges betoonen. Ten opzichte van het uitvoeren van werken in werkverschaffing is eenige verbetering ge komen, doordat deze meer dan voorheen worden aanbesteed. In de plaats van ir. W. M. T. Thijssen, die het vorige jaar om gezondheidsredenen moest aftreden, werd bij enkele candidaatstelling tot voorzitter gekozen de heer G. Elfferich. In het dagelijksch bestuur werden be noemd de heeren H. J. Hannink te Enschedé (periodiek aftredend), H. D. Slagmolen te Utrecht en ir. J. J. van der Wal te 's-Gra- venhage. De districtscommissarissen ir. J. J, G. van Hoek te Leiden (Zuidholland-Noord), J. Boonacker te Hilversum (Gooi), H. A. Birza te Groningen (Groningen-stad) en U. W. Krikke te Heerenveen (Friesland) werden herbenoemd, de heer K. Danser te Meppel, werd benoemd tot districts-commissaris voor Drente. Aan de orde kwam vervolgens het rapport van de commissie voor vakopleiding en leer lingregeling in het bouwbedrijf. Na een uitvoerige inleiding komt deze commissie tot de conclusie, dat het noodza kelijk is een leeftijdsgrens vast te stellen, waarop het volle contractloon als regel moet ■worden betaald, met inachtneming van uit zonderingsmogelijkheden. De commissie is van oordeel, dat het aantal jeugdige werk nemers op de bouwwerken aan een regeling moet worden onderworpen. Voor halfwas ar beiders moet een loonschaal worden inge" voerd, waarbij wordt rekening gehouden met leeftijd, vroeger verrichten arbeid in het be drijf en genoten vakschool-opleiding- De commissie stelt voor in de collectieve over eenkomst, regelende de arbeidsvoorwaar den voor het bouwbedrijf, een hoofdstuk op te nemen betreffende jeugdige en onvolsla gen arbeiders. De commissie geeft hiervoor een schema aan. Een aantal afdeelingen was van meening, dat het rapport te laat ter kennis is gebracht van de leden. In verband hiermede werd be sloten het rapport niet in bespreking te bren gen, doch het toe te zenden aan de afdeeiin- gen ter verdere bestudeering- Vervolgens kwam in bespreking een voor stel van de afdeeling Lekkerkerk de B. S, B.- regeling (behartiging samenwerking in het bouwbedrijf) voor alle leden verbindend te verklaren. Betreffende hetzelfde onderwerp had ook de afdeeling Hoogezand-Sappemeer een voorstel ingediend. Vrij algemeen voelde men er weinig voor, dat thans een dergelijk besluit wordt genomen. De B. S. B.-regeling bestaat nog slechts een jaar. Het is beter, dat nog eenigen tijd wordt gewacht om te zien of de regeling overal goed voldoet. De verga dering ging ten slotte accoord met een ad vies van het hoofdbestuur, waarbij den le den wordt verzocht de regeling toe te pas sen. Van de zijde van het hoofdbestuur werd medegedeeld, dat er tusschen den bond en den minicier van financiën een briefwisse ling is geweest inzake de omzetbelasting, voorzoover de leden van den bond hiermede hebben te maken. Het resultaat is geweest, dat het bestuur voor een bespreking van deze zaak is uitgenoodigd. Besloten werd de jaurlijksche vergaderin gen voortaan elk jaar in een andere provin cie te houden. De overneming der regeerings- maatregelen. Op de algemeene vergadering van de Alg. Nederlaftdsche pluimveeteeltvereeniging in hotel Noord-Brabant te Utrecht is mr. H. Sannes in verband met zijn 10-jarig voorzit terschap van de vereeniging door tal van- sprekers gehuldigd. Mr. Sannes dankte alle sprekers voor de vriendelijke woorden tot hem gericht. Hoe wel het aanvankelijk in zijn bedoeling lag het voorzitterschap neer te leggen, wilde spr., wanneer zooals is gebleken, de vereeniging er bijzonder prijs op stelt, nogmaals het voor zitterschap aanvaarden. Vervolgens werd het woord verleend aan den heer Wassing, die bij het bestuur in formeerde naar den stand van zaken betref fende de komende nieuwe regeling van de pluimveeteelt in handen van de organisaties. De heer Van Beek waarschuwde tegen de nieuwe regelingen in de andere landbouw bedrijven, waar de boeren niets hebben te zeggen. De voorzitter deelde in de beantwoording van de beide sprekers mede, dat het niet de regeering is, die het initiatief neemt, doch dit moet uitgaan van de bedrijfsgenooten zelf. De regeering, aldus spr., heeft dus niets in den maak, doch wij zijn het die paraat zijn, doch tot heden nog niet met bepaalde voorstellen zijn gekomen. Wij zijn paraat en staan gereed om al datgene te doen, wat noo- dig is om eventueel te komen tot de over neming van de regceringsmaatregelen. Daarna werd een voorstel van den heer Wassing met algemeene stemmen aangeno men, dat luidt als volgtHet bestuur der A. N. P. V. ijvere met alle ten dienste staande middelen er voor, dat bij wijziging in de crisismaatregelen, als in de Troonrede aan gekondigd, het pluimveefokkerijwezen wordt overgegeven aan de organisaties der betrok ken groepen. Na bespreking werd ingetrok ken een voorstel van den heer Lublink, lui dende Het bestuur verzoeke aan de regee ring voor den kleinhandel in eieren een prijs vast te stellen, zoodat de zg. concurrentie- handel op denzelfden voet kan geregeld worden als bij de boerenboter b.v, met dien verstande, dat, indien de prijs der eieren be neden den vastgestelden prijs ligt, de regee ring een toeslag geeft. Hierdoor zouden allo pluimveehouders een steun ontvangen. In het bestuur werden de aftredende be* sluursleden, mr. Sannes en de heeren Ger ritsen en Wolfswinkel herkozen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1938 | | pagina 2