tri
n
©ijlden Woorden
DINSDAG 6 DECEMBER 1938
STADSFLITSEN.
DE KOOPMANSBEURS.
PREVENTORIUM TE HOEK VAN
HOLLAND.
Over monumenten en stand
beelden.
R. K. STAATSPARTIJ.
('t Gebouw spreekt).
DE 18de EEUWSCHE DOOPS
GEZINDE KERK.
GEMEENTERAAD.
GEM. ARBEIDSBEURS.
HOLL AND - AMERIKA LIJN.
VOOR ONZE OUDE
KOOPMANSBEURS.
ONDER WIJSVOORDRACHTEN.
Een brevet van mr. Brevet.
VERHUUR HAVENTERREIN.
Protest tegen de statuten
wijziging.
ALLAN CO.
Voornaamste bepalingen der
nieuwe statuten.
MAATS CHAPPELIJK HULP-
BETOON, m
Overzicht der uitlceeringen.
TOURNEE FRANCIS ALPHEN.
VRIJ-ENTREPOT.
15»
VAN DEN WEGH
Het standbeeld van Erasmus was Iets
unieks in heel Europa, toen het door de Rot
terdammers als hun hulde aan een grooten
stadgenoot werd onthuld.
Maar wat lag dien ouden Rotterdammers
nader aan het hart, de gedachte, een stand
beeld of monument op te richten of iets neer
te zetten, dat den hoogelijk bewonderde
steeds in de herinnering zou doen blijven?
Hier schuilt een principieel verschil, nade-
maal er landen zijn, waar het monument of
het standbeeld in de eerste plaats komt en
dan pas de persoon, voor wien het bestemd
is. De menschen daar zijn dol op met monu
mentale en ze zoeken naarstig naar persoon
lijkheden, die voor een monumentale huldi
ging in aanmerking komen.
Het lijkt ons toe, dat men ten onzent Eras
mus wilde gedenken en er slechts toevallig
toekwam, een standbeeld op te richten. La
ter werden andere Rotterdammers op de
zelfde manier geëerd, omdat standbeelden
nu eenmaal in de mode waren gekomen.
Maar het ging waarschijnlijk toch niet van
harte. Want de Rotterdammers hebben altijd
den naam gehad, dat ze hun standbeelden
en ook hun monumenten verwaarloosden.
Meer dan dertig jaar geleden werd er in
den raad over geklaagd, dat het standbeeld
van Van Hogendorp wel totaal vergeten
leek. Over het algemeen is het tegenwoordig
weinig beter. Wel heeft men, tijdens de
werkzaamheden op het plein, voetstuk en
hek een beetje opgefrischt, maar de man
zelf ziet er weer ontoonbaar uit. Een lang
verwelkte krans hangt hem nog steeds om
den hals. Het ding wekt 't vermoeden op, dat
de oude vrijhandelaar een uitstapje naar
Honoloeloe heeft gemaakt en daar op de
bekende manier met bloemslingers werd
gehuldigd. Gijsbregt Karei schijnt er zijn
vergeten-zijn wat mee te willen opvroolij-
ken, met de herinnering aan die goede
dagen
Voelen wij Rotterdammers in ons nart
eigenlijk niet veel meer voor een practische
daad? In daden zijn we steeds sterk geweest,
vooral indien er eenig nuttig effect uit zou
voortkomen. En daarom lijkt het G. J. de
Jongh-monument wel aan onze idealen te
beantwoorden. Het is iets, dat een functie
vervult, niet alleen die der herinnering, maar
tevens die van een oogenstreeling en boven
dien, verschaft de mogelijkheid tot een
oogenblik verpoozing.
Dat heeft de Rotterdamsche jeugd ook
steeds in het Calandmonument gewaardeerd,
al stond den ontwerper er van niet bepaald
de gedachten voor oogen, dat het bassin
's zomers als zeestrand zou worden gebruikt
en de rand beschouwd zou worden als een
plek, vanwaar men rustig het gewoel op
Cooisingel en Calandplein kon gadeslaan. De
politie waakte trouwens steeds voor de
waardigheid van het monument en verdreef
geduldig de spelenden en de rustenden.
Maar dit Calandmonument, ofschoon geen
standbeeld, getuigt toch ook weer, dat we
niet veel hart bezitten voor dergelijke
scheppingen. Misschien wel, omdat we er in
ons hart van overtuigd zijn, dat een echt
monument iets moet hebben van den toren
van Babel en tot in onzen laag hangenden
wolkenhemel moet reiken.
De speelgoed-dingetjes, die hier en daar
in onze stad verspreid staan, zijn werkelijk
weinig indrukwekkend. Op een pleintje als
de Nieuwe Markt vallen de geringe afme
tingen van het Vrijheidsmonument nog niet
zoo erg op. Maar nu het Calandplein steeds
meer door de contouren van modernen hoog
bouw zal worden beheerscht, wordt het Ca-
land-monument er letterlijk door dood
gedrukt.
Ook om aesthetische redenen is het dus
maar goed. dat het verplaatst wordt. En in
derdaad, die plek aan de Veerhaven lijkt
nog niet zoo slecht gekozen.
Staat niet de ontwerper van het Suez-
kanaal steeds met welgevallen te kijken,
hoe zijn schepping in groei en bloei toe
neemt? Ja, eigenlijk zou het Calandmonu
ment aan den ingang van de Waalhaven
moeten staan.
Maar daar zouden de bemanningen der
hedendaagsche zeekasteelen dén naald wel
licht nog te iel vinden, om er een kabel aan
vast te maken
We behoeven de standbeelden en monu
menten, die we hebben, niet direct weg te
stoppen. Maar laten we ons een volgend
maal weer eens goed bezinnen. Liever een
flinke gevelsteen dan een petieterig stand
beeld of monument.
Hier sta ik als tevoren met
Een allernaarst gevoel.
Ik sta hier zoo verlaten, en
Ik mis 't gestelde doel.
Ik voel me deerlijk uitgekleed
'k Ben slechts een kale romp.
Ik lijk op een geraamte, ja
Op 'n ouwe steenen klomp.
Toch sta ik op mijn fundament
Zoo recht nog als een kaars.
Moderne revolutiebouw r
Ik lap dien aan mijn laars.
Van kelder tot aan de nok van 't dak
Ben 'k stevig als een fort.
Aan muren en aan balkenlahg
Deed men mij niet tekort.
Zoo'n jarental als ik hier sta
Trotseerde ik, regen, storm.
Trots het allerzwaarst natuurgeweld,
Ik bleef geheel in vorm.
Zoo prachtig, midden in de stad
Was 'k steeds een pronkfiguur.
Voor kenners was mijn uiterlijk
Steeds pracht architectuur.
Helaas! mijn gevelsieraad met
Neptun, Mercurius,
Symbool van mijn prestatie, acn
't Lijk thans bespotting. D"s
Ben ik als handelsstempel thans
Van tempel, stempeloord.
Wie heeft van zoo'n vernedering
Als ik lijd ooit gehoord.
Wanneer ik zoo terugdenk dan
Word 'k koud in merg en been.
Waar is de vroeg're kern van 't volk
Waar zijn ze allen heen,
Die nimmer zonder hoogen hoed
En steeds pontificaal,
In groepen binnentraden in
Mercurius' eerezaal.
Waar zijn de grappenmakers, die
Vol humor, pret en lol
Zoo onder 't zakendoen met graan
Vulde' and'rer zakken vol
Waar zijn de spotters steeds gereed
Met een of andere mop?
Waar zijn die met een korrel mai-
Mikte' op een ieders dop?
'k Zie hier of daar nog in een hoek
Een parapluietje staan,
't Welk later door den eigenaar
Gevonden werd gevuld met graan.
Ik hoor nog steeds het taaltje van
Zoo'n opgeklommen knul,
Die, op de beurs nog niet bekend,
Beschouwd werd als een Sul.
'k Zie ze nog loopen af en aan,
De factors met hun staf,
Met monsterzakken, 'k zie ze gaan,
Mij nad'ren, soms in draf,
Wanneer 't geklingel van mijn bel
En elk naar binnenriep.
Ik zie de straatjeugd op mijn stoep.
Elk van die snaken liep
Te loeren op een peukje, dat
Vóó men mijn huis betrad
Door 'n rooker weggeworpen moest.
Helaasik heb 't gehad!
Thans droom ik van vervlogen eer
Mijn tijd keert nooit weêrom
Geen handel, óók geen hoeden meer.
Werkloozen hebben thans de eer.
Ik treur er daag'lijks om.
Zeer goede resultaten met het ultra-
kortegolf-apparaat.
Op de agenda van de raadszitting van a.s.
Donderdag zijn geplaatst het voorstel tot
het verleenen van medewerking voor straat-
aanleg op een terrein aan den West-Varken-
oordscheweg;
het voorstel tot het aangaan van een
overeenkomst met het Rijk in verband met
den bouw van een nieuwe marinekazerne;
het voorstel tot verkoop van bouwgrond
ten behoeve van arbeiderswoningbouw;
het voorstel inzake het organiseeren van
een tentoonstelling bij gelegenheid van de
opening van den tunnel onder de Nieuwe
Maas.
Het Preventorium van „St. Jozef" te Hoek
van Holland is thans in het bezit gekomen
van een ultra-kortegolf-apparaat.
De voorzitter der vereeniging, dr. Huddle-
ston Slater, schrijft hierover in het maand
blad:
Wie stilstaat, gaat achteruit. Dat heeft
het bestuur zich goed in het hoofd geprent.
Daarom trachten wij voortdurend verbete
ringen aan te brengen in het preventorium,
dat zooals bekend is van een eenvou
dig vacantiekoloniehuis langzamerhand is
omgebouwd tot een sanatorium, dat er zijn
mag.
Dat is niet zoo gemakkelijk geweest. Want
iedereen weet, dat wij het koloniehuis ver
laten en verwaarloosd hebben overgenomen,
toen het als zoodanig niet meer in gebruik
was. Even goed kan iedereen thans zien,
wat wij er van hebben gemaakt.
Maar om niet stil te staan, zorgen wij
voortdurend op de hoogte te blijven van
alle uitvindingen, die gedaan worden. Wij
kijken uit of dat soms iets voor ons is. En
zoó hebben wij den laatsten tijd met be
langstelling de ontwikkeling gevolgd van
een nieuw toestel, dat onschatbare diensten
kan bewijzen bij de genezing van vele pa
tiënten. Het is de ultra-kortegolf, een toe
stel, waarmede een zekere soort straling
wordt uitgezonden, die een sterk genezenden
invloed heeft op verschillende ziektepro
cessen, o.a. op vele gevallen, die bij onze
patiëntjes in Hoek van Holland voorkomen.
Aanvankelijk scheen het, dat men in de
wetenschappelijke wereld niet veel anders
verwachtte van deze nltra-kortegolf dan
reeds met andere stralen werd bereikt. Er
bestond dan ook gedurende enkele jaren
een strijd tusschen de geleerden of het toe
stel, waarmede men deze nieuwe stralen kon
opwekken, wel toekomst zou hebben voor
de behandeling van zieken. Daarenboven
kunnen deze stralen niet worden verkregen
dan met behulp van zeer vernuftige en in
gewikkelde instrumenten, waardoor het toe
stel buitengewoon kostbaar is.
Een en ander heeft echter het bestuur niet
afgeschrikt. Aanvankelijk heeft men nog
eens even de kat uit den boom gekeken.
Maar toen ikzelf over de zeer gunstige re
sultaten kon berichten en onze consulteeren-
de geneesheer van zijn kant de beste gene
zingen kon rapporteeren, heeft het bestuur
niet langer geaarzeld.
Wij hebben door den zuren appel heen ge
beten en het toestel zonder verdere aarze
ling aangeschaft.
Het zal den lezers belang inboezemen ten
minste iets te weten van wat er thans be
reikt kan worden. Dat is in twee woorden
gezegd.
Er bestaan verschillende complicaties,
verergeringen van de ziekten onzer patiën
tjes, die vroeger slechts op den langen duur
tot genezing te brengen waren. Daartoe was
gewoonlijk bedrust van vele weken, soms
zelfs van vele maanden noodig, waardoor
niet alleen de patiënt zelf op zeer harde
proef werd gesteld, maar waardoor ook veel
geld verloren ging, dat anders weer aan
andere patiënten had kunnen worden be
steed. Thans kunnen wij met onze ultra
kortegolf deze complicaties in onnoemelijk
veel korter tijd onder de knie krijgen. Soms
kunnen de verplegingsmaanden tot weken
worden ingekrompen.
En hieruit blijkt weer voor de zooveelste
maal, dat het bestuur niet bang is nu en
dan een groote uitgave te doen, wanneer
het maar kans ziet daardoor meer patiën
ten te kunnen helpen.
Welnu, dat hebben wij zonder twijfel hier
mede bereikt.
En zoo wordt het preventorium telkens
meer vervolmaakt, alles ten bate van de
patiëntjes, die men aan onze zorg wil toe- j
vertrouwen.
Altijd beter! Steeds beter. Dat blijve ons
devies.
Een nieuwe studie van
architect Verheul.
De reeds bejaarde, maar nog zoo vitale
Rotterdamsche architect J. Verheul Dzn..
heeft weer een nieuwe oudheidkundige pu
blicatie over Rotterdam het licht doen zien,
ditmaal gewijd aan de 18de eeuwsche schuil
kerk der Doopsgezinde Gemeente, gelegen
tusschen de Leeuwenstraat en de St. Lau-
rensstraat.
Wat Rotterdam heeft bewaard aan 17e en
18e eeuwsche kerkgebouwen is zeker be
langwekkend: de Schotsche kerk uit 1695, de
oud-katholieke kerk aan de Lange Toren
straat uit 1698, de Synagoge aan de Boompjes
uit 1725, de Luthersche kerk aan den Wolfs-
hoek üit 1735, de Doopsgezinde kerk aan de
St. Laurensstraat uit 1775 en ten slotte de
St. Rosalia-kerk aan de Leeuwenstr. uit 1778.
Langzamerhand heeft de heer Verheul al
deze gebouwen beschreven. En wat er nog
rest zal spoedig aan de beurt komen.
Terwijl de Joden reeds in 1725 van het
stadsbestuur van Rotterdam de vrijheid
kregen om een bedehuis te bouwen, dat
van den openbaren weg zichtbaar was, ge
noten een halve eeuw later de Doopsgezin
den evenals de Katholieken die vrijheid nog
niet en moesten hun kerken nog als schuil
kerk gebouwd worden.
Typische overeenkomst bestaat er tusschen
onze Rosalia en de Doopsgezinde kerk, welke
te midden van twee naast elkaar gelegen
bouwblokken werden getimmerd en beide
door verschillende toegangen bereikbaar
waren. Terwijl onze Rosalia geheel werd
ingebouwd, zoodat ze feitelijk geen buiten
gevel bezit, is de Doopsgezinde kerk althans
nog vrij op een binnenpleintje komen te
staan.
Ook nog in menig ander opzicht vertoonen
deze twee „buren" veel overeenkomst. Zij
zijn beide in dezelfde stijlperiode ontstaan
en danken beide hun ontstaan aan de lief
dadigheid van enkele zeer gefortuneerde
gemeenteleden. Werd onze Rosalia grooten-
deels gebouwd met het geld der bankiers
familie Osy, de Doopsgezinde kerkbouw
werd mogelijk door het vorstelijk legaat
van de Gebrs. Jan en Pieter Bisschop, garen
twijnders, die in het Kromme Hang no. 94,
het tweede huis vanaf de Zijl, een beschei
den winkelhuis bewoonden, doch door vlijt
en zakenkennis een groot vermogen hadden
weten te vergaren. Hoewel zij zeer eenvou
dige menschen waren, hadden zij toch een
kunstkabinet saamgesteld, dat zoowel bin-
nens- als buitenslands groote bekendheid
had verworven.
Toen de oudste der twee broeders in 1771
overleed, liet hij aan de Doopsgezinde Ge
meente, een vermogen na van 215.000 gul
den. Dank zij dit geld kon men er aan gaan
denken een nieuwe kerk te bouwen, waar
van in 1773 de eerste steen werd gelegd en
welke in 1775 kon worden ingewijd.
In zijn boekje heeft de heer Verheul ook
een kort historisch overzicht opgenomen van
het ontstaan en de lotgevallen der gemeente
waarna hij op zijn bekende, nauwkeurige
wijze een gedetailleerde beschrijving geeft
van het kerkgebouw.
Het plan voor de kerk is gemaakt door
Aart Kool Sr., den lateren stadsbouwmeester
en zijn zoon, die nog beter dan zijn vader
vertrouwd was roet de zich toen voltrekken
de verandering van den heerschenden
bouwstijl, nl. de overgang van den Lodewijk
XV- op den Lodewijk XVI-stijl.
Eenvoudig en rustig van buitenarchitec
tuur, zooals bij bouwwerken uit het laatst der
18e eeuw veelal te zien is, zijn de vier kerk
gevels van donker-roode baksteen op hard-
steenen plint opgetrokken en hebben ieder
een vooruitspringend gedeelte, dat het
strakke der gevels op harmonische wijze
onderbreekt.
Het interieur der kerk heeft bij een be
scheiden grondvlak van 12 bij 18 M. een
hoogte van 13 M. Het imponeert bij het
binnentreden niet alleen door de goede ver
houding van lengte en breedte tot hoogte,
maar ook door zijn smaakvolle architectuur.
Tevens verhoogt de fraaie, met zorg uitge
voerde stoffeering door de voornaamste der
stijlvolle kerkmeubelen als: den preekstoel,
het orgel, de wandbetimmeringen en de
bankenrijen, den luister op ongemeene wijze.
Aan het einde van zijn interessant boekje
bespreekt de heer Verheul terloops de vee!
omstreden verhouding van de protestanten
tot de kunst en meent in deze kerk een be
wijs te mogen zien van de stelling, dat de
Protestanten niet zoo afkeerig waren van
kunst bij den uit- en inwendigen bouw en
de stoffeering hunner kerken als veelal be
weerd wordt.
Door de afbraak van oude panden aan het
Roode Zand is tijdelijk een hiaat ontstaan
in de omsluitende bebouwing, waardoor men
thans het kerkgebouw kan zien. Doch het
zal niet meer zoo lang duren of het karakter
van schuilkerk zal weer worden hersteld.
Gevraagde werkkrachten,
Tel. 29100-9.
Afd. voor mannen Fabrieks-, loop- en
fietsjongens, leerling en aank. halfw. kap
pers, sleepbootmatrozen met paspoort, lood-
gietérsjongen, rietmeubelmakersjongen. Ho-
telbedrijf voor div. banketbakkerijen: volon
tairs, leerlingen en 3e bedienden. Voor Am
sterdam: vulpenhouder-reparateurs en
draaiers. Voor Schieforoek: kappersbediende.
Voor Hillegersberg: lakspuiter, bankwerkers,
draaiers. Voor IJsselmonde: halfwas beitsers
en politoerders. Voor Overschie: halfwas
brood- en banketbakker.
Afd. voor Vrouwen: voor psychiatrische in
richting: leerl. verpleegsters minstens 19 jaar
met diploma Mulo of 4-j. huish. school, In
dustrieschool, Vakschool voor Meisjes of in 't
bezit van een daarmede gelijkgesteld diplo
ma. Winkeljuffrouwen bekend met manuiai.
turen, bakkerij, drogisterij, levensmiddelen,
galanterieën enz. Een leidster voor demon
stratie-wagen. Meisjes van 18 jaar voor de
paktafel. Hotelpersoneel: kamermeisjes.
Huishoudpersoneel: echtpaar, vrouw keuken
meid, man huisknecht, keukenwerkmeisje, 2s
meisjes, meijes alleen, dagmeisjes, voor Gem.
instelling: dienstmeisjes. Kledingindustrie:
naaisters en knipsters voor overhemden, aank.
naaisters voor heeren- en damesmaatwera,
confectienaaister damesjaponnen, confectie-
strijkster (vakkleeding en lingerie), bontstoi-
feersters en stiksters, lingerienaaisters, man
telnaaisters, pompnaaisters, stiebandstiksters,
japonnen- en mantelstiksters, rijksters, hand
werksters en leerlingen, zakkeninzetsters, ma-
chinestiksters en handwerksters broeken
(kleermakersbedrijfKappersvak: bekwame,
en aank. kapsters, wasch- en inkrulmeisjes
Fabriekspersoneel: hoofdjuffrouw voor ban
ketbakkerij, brocheerster' voor drukkerij, fa
brieks-, pak- en loopmeisje», zakkenstopsters,
erwterrverleesters, lompen- en darmenstor-
teersters. Voor wasscherij; strijksters en meis
jes voor allerlei werkzaamheden. Voor Dor
drecht een brocheerster. Voor Deiden: ledei-
stiksters.
Vergadering van de kern.
De kern van de R. K. Staatspartij ver
gaderde Donderdag in het Rosaliahuis. De
kernleider, de heer H. W. P. Lukassen, ga
in zijn openingswoord een kort overzicht van
het dezen winter af te werken programma
aan de hand van het „Maandblad van de
R. K. Staatspartij".
Een der kernleden leidde vervolgens m „De
bestrijding der openbare onzedelijkheid en
de taak der gemeente in dezen, over welk
onderwerp een brochure was verschenen.
De discussie, waaraan algemeen deelgeno
men werd, Fep o. m. over de taak van het
hooger bestuur, rekening te houden bij be
noemingen met het zedelijk gedrag vnn de
voorgedragenen, de autonomie der gemeenten
i.z. voorschriften betreffende handhaving van
goede zeden, gemengde sportbeoefening, o. a.
zwemmen, enz.
Medegedeeld werd tot slot, dat dit jaar de
kern niet meer zal bijeenkomen.
B. en W. bevelen aan voor de benoeming
als tijdelijk leeraar voor bepaalde uren in
het teekenen aan de Kweekschool tot oplei-
ling van onderwijzers(essen) den heer G.
Mebius, op wachtgeld gesteld leeraar; voor
de benoeming als tijdelijk leerares voor be
paalde uren in het teekenen aan het Lyceum
voor Meisjes, mej. H. Rienks alhier
B.% en W. dragen voor ter benoeming als
hoofden van scholen:
a. aan de school voor g .1. o. A No. 40 den
heer T. de Graaf en b. aan de school voor
g. 1. o. A no. 70 den heer J. P- Velthoen,
beiden hoofden op wachtgeld.
Daar ben ik nu mijn leven lang bijna da
gelijks voorbijgeloopen zonder ooit het be
sef te hebben gehad wat een waardevol mo
nument dat was.
De oude Rotterdamsche Koopmansbeurs,
die straks gaat verlaten worden
Dat komt in de eerste plaats omdat ik
zelf niet in den handel ben gegaan, en ik
nooit naar den Beursbengel behoefde te
luisteren. Dat komt ook, omdat wij er als
kinderen nooit hebben mogen trommelen,
zooals eens in 't jaar aan de Amsterdamsche
jeugd gegund wordt.
Later toen er op Oranjedagen door de
kinderen werd gezongen, vielen we al niet
meer in de termen.
Toch is het Rotterdamsche Beursgebouw
ons niet onwelgevallig geweest, want als
wii vroeger eens in 't jaar van de kostschool
op vacantie kwamen en wij aan het Beurs
station uit den trein stapten, was 't het
Beurscarillon, dat ons het eerste blijde wel
kom in onze vaderstad toezong. Ook heb ik
geslachten lang de Rotterdamsche Beurs-
heeren zich langs de Blaak zien spoeden als
de Beursbengel hen nep. Stond er geen
kwartje boete op, als zij te laat kwamen?
Maar verder heeft de Beurs,
schien maar, geen rol gespeeld i j
ven. Ik ben er dagelijks indifferent en_°£"
aandesnlijk voorbij geloopen, zonder e
aan te denken, hoe op dat oogenblik m
schien iemands financieel leven daar kon
worden gekraakt en geknakt.
De eenige, dien ik er van kende was
het beeld van Mercurius aan den buitengevel
B. en W. doen den Raad het voorstel tot
verhuring aan de N.V. Nederlandsche Sun
Olie Maatschappij van een terrein en een
haventalud aan de» Galileïstraat, resp. groot
1000 en 1302 M2„ zulks tot 30 November
1957, tegen 1 per M2. per jaar voor het
eigenlijke terrein en tegen 0.20 per M2.
per laar voor het talud, met gelijktijdige
ontheffing van de N.V. Deutz' Oliehandel
van de huur van bedoelde perceelen.
en die hield altijd heel bedachtzaam zijn
mond.
En nu las ik daar van de week de zeer
erudiete beschouwing van onzen stadgenoot
Mr. Brevet over de wenschelijkheid van het
behoud van dit oude ën straks afgedankte
Rotterdamsche Beursgebouw, en hoe dit als
bouwwerk als een unicum kan gelden in heel
Noord-West-Europa.
Er wonen toch nog klassieke geesten in
onze roerige koopmansstad.
De beschouwingen en uiteenzettingen van
Mr. Brevet hebben mij zoo warm gemaakt
voor het behoud van de oude Beurs, dat ik
als ras-Rotterdammer aanstonds met volle
instemming een adres zou teekenen, om dit
merkwaardige gebouw voor afbraak te be
hoeden.
De Rotterdamsche Koopmansbeurs dateert
uit 1720 en werd gebouwd als een open hof
met gaanderijen en werd eerst in 1864, ze
ker met 't oog op de vele regendagen over
dekt en zoodoende tot een hal gemaakt.
Uiterljjk mag het gebouw op geen schoon
heid bogen, vandaar misschien dat de nieuws
gierigheid ons nooit heeft verlokt om er
binnen te gaan. Maar ook hier geldt „omnis
glorie ab intus", „alle schoonheid schuilt
van binnen".
Maar dan moet het gebouw weer in zijn
oorspronkelijken toestand worden terugge
bracht.
Dus de kap er weer af, er een open bin
nenhof van gemaakt, en de open gaande
rijen behoorlijk gestoffeerd.
En wat doen wij er dan mee
Mr. Brevet's idee is om er dan een soort
van Rotterdamsch Forum van te maken.
Een soort van Brink, waar de inwoners
van de stad kunnen samenkomen, elkaar
ontmoeten en onderling kouten en de din
gen van den dag te bespreken.
Misschien denkt Mr. Brevet 't ook als een
soort arbeidsbeurs, die als de man uit het
Evangelie tot hen spreken zal„Wat staat gij
hier den ganschen dag ledig Gaat binnen
in mijn wijngaard."
Of als de klassieke „rostra", een open
baar spreekgestoelte, waar ieder zijn hart
eens kan luchten, het geweten van de stad
Rotterdam dat hooren laat, was er omgaat in
de stad, een soort van gesproken courant.
Misschien dacht Mr. Brevet aan de tradi-
tioneele grappen en grollen van de oude
beursheeren, die van hier uit in de circu
latie werden gebracht.
Aardiger lijkt ons het idee om er een
permanente damesbeurs van te maken, waar
de jonge moeders met hun babywagen en
de oudere dames met hun grootere dochters
heen kunnen trekken om elkaar te ontmoe
ten en connecties aan te knoopen.
Maar eigenlijk is 't toch meer de bedoe
ling om er een soort van passage van te
maken, een levendig va-et-viens. De open
gaanderijen te stoffeeren met aardige win
kelstalletjes, drinkhalletje, boekenetalages,
gelegenheid waar men toilet kan maken
z'n schoenen kan laten poetsen, zich kan
laten scheren.
Misschien zelfs dat de een of andere on
dernemende exploitant wel idee heeft om er
een open-lucht-cafetaria van te maken, wat
zeker heelemaal in den geest van onzen
tijd is, met in den ruimen binnenhof gele
genheid tot dansen.
Alleen zou men uit den gevel den trou
wen Mercurius moeten lichten, die zich nu
niet meer recht op z'n plaats zou voelen,
en de dankbare Blaakbewoners, die hun
eens zoo voornaam standje, waar eens Hil-
debrand het zoete Klaartje Donze ontmoet
te, al zooveel jaren bedreigd zien, zouden
ter waardeering van hun weer oplevende
buurt in de leeg geworden nis een buste
kunnen plaatsen van hun actieven stadge
noot, Mr. Brevet, den man, die ter juister
ure zulk een waardevol brevet heeft geno
men op het oude afgedankte Beursgebouw,
waarvan eigenlijk niemand wist, wat er mee
in de toekomst moest gebeuren.
P. H. H.
In ons nummer van Zaterdag hebben wij 'n
verslag opgenomen van de buitengewone verga
dering van aandeelhouders der H.A.L., waarin
een voorstel tot statutenwijziging werd behan
deld. Dit voorstel houdt o.m. in wijziging te
brengen in het winstaandeel van de houders van
bewijzen van deelgerechtigdhéid. Het bestuur wil
een minnelijke regeling in overleg met het De
partement van Justitie voorstellen.
In verband hiermede lezen wij thans in D. W.
Brand's Effectenblad het volgende:
„Wij willen ons verzetten tegen de wijziging
die men in artikel 38 wil aanbrengen. Dit artikel
behelst de winstverdeeling. Het primaire divi
dend voor aandeelhouders blijft onveranderd
5 pet. Ook de overwinstverdeeling voor directie
en commissarissen blijft onveranderd 10 pet. en
5 pet., maar de 5 pet. die statutair voor de op
richters zijn vastgelegd, wil men zonder meer
laten vervallen, door de geheele resteerende
overwinst ter beschikking van de algemeene ver
gadering te stellen.
Deze wijziging aan te brengen achten wij een
groot onrecht voor de houders van de bewijzen
van deelgerechtigdheid, waarvan er 1450 stuks
uitstaan. Voor ons ligt zoo'n bewijs en hierop
staat gedrukt, dat ieder bewijs récht heeft op
1/1450ste deel in de overwinst aan oprichters
der Nederlandsche Amerikaansche Stoomvaart
Mij. "toegekend bij artikel 38 der statuten, over
eenkomstig de Acte van Oprichting van 22 April
1873. De Acte van Oprichting van 22 April 1873
hebben wij heiaas niet in ons bezit, maar in de
van „Nierop Baak" van 1882, waarin voor
komen de naamlooze vennootschappen welke
vanaf 1 October 1838 tot 1 December 1882 zijn
opgericht, lezen wij, dat de winstverdeeling als
volgt vastgesteld werd:
„Van de winst wordt vooraf 5 pet. over het
gestort kapitaal uitgekeerd. Het resteerende
wordt verdeeld als volgt: 7% pet. aan de di
rectie; 2V2 pet aan de commissarissen; 5 pet. aan
de oprichters; 85 pet. aan de aandeelhouders.
Commissarissen en directie hebben de bevoegd
heid een gedeelte der 85 pet. af te zonderen tot
het sluiten van leeningen, zoo de geldleeningen
onder toekenning van een aandeel in de winst
gesloten zijn."
Sindsdien is in dit artikel wel eenige wijziging
gebracht wat de winstuitkeering aan directie en
commissarissen betreft en ook hoe de verdeeling
van de overwinst aan aandeelhouders zou zijn,
maar aan de rechten van oprichters, zijnde "de
houders van de bewijzen van deelgerechtigdheid,
heeft men niet kunnen tornen. In de laatste
statuten van 1934 kan men geen enkel artikel
aantreffen op welke wijze men in de rechten van
oprichters wijziging kan aanbrengen. De oprich
ters hebben alleen recht op het bij de Acte van
Oprichting toegestane winstpercentage en an
ders niets.
Wij adviseeren de houders van deze bewijzen
van deelgerechtigdheid zich met klem tegen deze
wijziging in artikel 38, die hun hun overwinst
percentage ontneemt, te verzetten door zich, in
dien aandeelhouders de voorstellen aannemen,
onverwijld tot den minister van Justitie te
wenden.
De directie en commissarissen van de Holland
Amerika Lijn moeten niet vergeten, dat de hou
ders van deze bewijzen van deelgerechtigdheid
ook rechten hebben en men zonder toestemming
van de houders van deze bewijzen hun rechten
niet kan wijzigen, laat staan afnemen. Door ar
tikel 45A. van het Wetboek van Koophandel
worden de houders van deze bewijzen van deel
gerechtigdheid beschermd. Dit artikel luidt:
„Wijziging van een bepaling der akte van op
richting, waarbij aan een ander dan aan aan
deelhouders der vennootschap als zoodanig eenig
recht is toegekend, kan, indiejp de gerechtigde
in de wijziging niet toestemt, aan diens recht
geen nadeel toebrengen; tenzij ten tijde van de
toekenning van het recht de bevoegdheid tot
wijziging bij die bepaling uitdrukkelijk was
voorbehouden."
De Koninklijke Paketvaart Mij. ondervindt
reeds, dat het zelfs niet zoo gemakkelijk is om
haar statuten dermate te wijzigen, dat voor de
houders van de winstbewijzen de winstverdee-
ling ongunstiger wordt. Van vele ontevreden.
houders dezer winstbewijzen heeft de minister
van Justitie requesten ontvangen en wij geven
alle houders van .de bewijzen van deelgerechtigd
heid Holland Amerika Lijn in overweging, om
zoo de aandeelhouders de statutenwijzigingen die
commissarissen voorstellen, en bloc aannemen,
het voorbeeld, gegeven door de houders van de
winstbewijzen Koninklijke Paketvaart Mij., na te
volgen."
In verband hiermede heeft de firma D. W.
Brand op 2 December dan ook onderstaand
schrijven aan de directie en commissarissen van
de N.V. Ned.-Amerikaansche Stoomvaart Mij,
Holland—Amerika Lijn gericht:
Mijne Heeren,
In verband met de morgen te houden buiten
gewone algemeene vergadering van aandeelhou
ders in uw Maatschappij, waarbij een voorstel
tot statutenwijziging met bijbehoorende machti
ging zal worden behandeld, moeten wij als hou
ders en als vertegenwoordigers van een groot
aantal bewijzen van deelgerechtigdheid protes
teeren tegen de wijziging welke commissarissen
voorstellen in artikel 38 aan te brengen.
Deze wijziging n.l. ontneemt aan oprichters
(houders van bewijzen van deelgerechtigdheid),
hun statutair vastgelegd deel in de overwinst.
Wij verzoeken u dan ook beleefgd deze wij
ziging in artikel 38 niet aan te brengen.
Mocht u hiertoe niet wenschen over te gaatï,
dan zullen wij ons alle rechten moeten voor
behouden."
Wout van
Heusden „De Vlieg'- (R'33 Ul Rotterdam in het museum Boymans.)
Tn aansluiting aan het bericht in ons Zondag
ochtendblad laten wij thans nog de voornaamste
bepalingen der statutenwijziging van Allan Co.
V°Hetkapitaal der N.V. bedraagt 1.255.000, ver
deeld in 3000 gewone, 2000 pref. en 20 prioriteits-
aandeelen, alle a 250.
Van het kapitaal zijn bij het van kracht wor
den dezer statutenwijziging geplaatst en volge
stort 1500 gewone aandeelen en alle prioriteits.
aandeelen.
Bij de uitgifte van aandeelen zal aan nouaers
van reeds uitgegeven gewone aandeelen een
recht van voorkeur worden gegeven, tenzij de
directie onder goedkeuring van commissarissen
bepaalt, dat zoodanig recht van voorkeur met ot
slechts ten deele zal worden gegeven.
De vennootschap is bevoegd eigen volgestorte
aandeelen in te koopen tot een bedrag van ten
hoogste een-vierde van het geplaatst maatschap
pelijk kapitaal.
Overdracht van prioriteitsaandeelen kan
slechts geschieden onder goedkeuring van di
rectie en commissarissen.
De directie is bij de oprichting der vennoot
schap gemachtigd geworden een obligatieleening
aan te gaan, groot 750.000 waarvan'ten tijde
dezer statutenwijziging nog ƒ316.000 uitstaat, op
zoodanige voorwaarden als zij in overleg met
den raad van commissarissen het meest in het
belang der vennootschap zoude achten. Zij was
gemachtigd de onroerende goederen, aan de
vennootschap toebehoorende, hypothecair te
verbinden tot zekerheid van de nakoming der
verplichtingen uit deze obligatieleening voort-
spruitende en daarbij toe te stemmen in alle den uitgekeerd.
bedingen, welke bij het vestigen van een eerste
hypotheek gebruikelijk zijn.
Meerdere obligatieleeningen of meerdere be
zwaring van onroerende goederen mogen door
de directie niet worden aangegaan of verricht,
dan met toestemming van den raad van com
missarissen.
De leden der directie en van den raad van
commissarissen worden op een bindende voor
dracht. bevattende twee namen voor elke va
cature, in te dienen door de vergadering van
houders van prioriteitsaandeelen, door de al
gemeene vergadering van aandeelhouders be
noemd.
Van hetgeen van de winst overblijft, nadat
de houders der preferente aandeelen het hun
toekomende hebben ontvangen, wordt eerst zoo
mogelijk uitgekeerd aan de houders van gewone
en van prioriteitsaandeelen 5 pCt. dividend.
Het daarna overblijvende is overwinst en
wordt verdeeld als volgt: minstens 10 pCt. aan
het reservefonds; 7% pCt. aan den raad van com
missarissen; 12% aan de directie zoo slechts één
directeur in functie is en 17% pCt, als de di
rectie uit meer leden bestaat; het resteerende
voorzoover de algemeene vergadering niet be
sluit dit geheel of ten deele als dividendreserve
voor een volgend jaar in de kas der vennoot
schap te houden aan de houders van gewone en,
indien winstdeelende preferente aandeelen zijn
uitgegeven, ook aan de houders van die aan
deelen, te verdeelen in verhouding als bij de
uitgifte van winstdeelende preferente aandee
len zal zijn bepaald.
Het reservefonds mag in het bedrijf gebruikt
worden. Zoodra en zoolang het reservefonds
ƒ200.000 bedraagt, vervalt de verplichte bij
drage tot dit fonds.
Met het alsdan vrijvallende deel der winst
zal door de algemeene vergadering op voorstel
van den raad van commissarissen kunnen ge
handeld worden, zooals de vergadering goed
vindt. Op de prioriteitsaandeelen zal, evenwel in
eenig jaar nimmer meer dan 5 pCt. kunnen wor-
Door den Gemeentelijken Dienst voor Maat
schappelijk Hulpbetoon werd gedurende he#
tijdvak van 2 October tot en met 29 October
j.l. aan werkloozen en armlastigen uitgekeerd
1.776.447.44 (v.j. 1.770.750.56). Over het
tijdvak van 2 Januari tot en met 29 October
jl werd uitgekeerd 19.370.855.64 en voor
hetzelfde tijdvak van het vorig jaar gelden
respectievelijk de cijfers 19.075.140.18 en
543.966.55.
Onder de auspiciën van de concertdirectie
dr. G. de Koos N.V. zal onze landgenoot, de
bariton-zanger Francis Alphen in de maan
den December en Januari a.s. een tournee
door Nederland maken en o.a. op 14 De
cember in de Nutszaal te Rotterdam, 16 De
cember te Groningen, 19 December te Am
sterdam, 19 Januari in Den Haag en 24 Ja
nuari te Utrecht een liederavond geven.
Theo van der Pas zal zijn medewerking
verleenen.
B. en W. doen den Raad het voorstel om
den heer W. S. van de Wetering met ingang
van 9 Februari 1939 eervol ontslag te ver
leenen als administrateur van het Vrij-
Entrepót, zulks onder dankbetuiging voor
de diensten, aan de gemeente bewezen.
A tA
n V