1
tINDF
Stel
w
I
boven Kleed vast.
F
n\
1
«fe->
WOENSDAG 24 MEI 1939
>draad
om
E?'J 20N
STR.Ü E> /hêt
D&N KEUS
KOMT
AViclkev
-*>r"
34EZZZ
(NADRUK VERBODEN),
(Wordt vervolgd)',
r -vn
'f VM:
- ,i ''*W A
riET ZÏ/N SCHAAR. NNEET
Miocev 2.XH een \NEG Th &ANEN
Hl) HEEFT NAALD
Hi/ Vliegfns-
VLUG DE M OUVN e/H VA N
DEM REUS AAN ZÜN
NAAi
H'J Gooit een
NEU5 VAN M
DEN REUS
AAlCKE} OP
EEN PRACHT
I DEEDAT H U
ONMIDDEJ.L Ük
GAAT UiTVOE-
REM,
Dcn Re us.
-^[.AflGT erin o/m Den
REUS TE LATEN VALLEN
Die NET V
WPiAi OP
GROND Tufm<
OP DEZE
wÜZE VOL
BRACHT
Z'j rN A^OEl-
LVK"e OP-
DR AC HT.
T jV )X a ,i
«MS
3
NET GR.OOTF FeeSTSN M1PRT hL
VOLKTE 6EVANGEM N E M UN J VAN
DEN REDS ,D it STEN"/<3 VASTQ-EP.ON
P£N MET ±yrs Apem X>E MOLENS
aan Het praaien TIOET BRENGEN
Copyright opera mundi
5PANNE.N 0 wl<->
^^ILD-Wf«;t VERHAAU^r^vvari-
In groote spanning wachtte Betty Wilson
)n de diepe schaduw van het struikgewas,
even voorbij het punt waar de hoofdstraat
van het stadje Hickory Ford een einde nam.
Baar vernam zij hoefslag, en onmiddellijk
daarna weerklonken van uit de hoofdstraat
van het stadje, drie revolverschoten.
Dit was het teeken dat Betty met Tubby
overeen gekomen was, en dat haar beduiden
moest dat de beide mannen, van wie zij zich
De meisjes hielden haar lasso's gereed.
meester wilde maken, recht afreden op de
plaats die door haar en haar Indiaansche
vriendin Lelie bewaakt werd.
Zij gaf Lelie een wenk.
„Houd je lasso gereed!" fluisterde zij.
Beide meisjes namen de lange, in een tros
gerolde, en in lussen eindigende koorden of
riemen ter hand, welke in de handen van
een cowboy zulk een geducht wapen zijn,
maar welke de meeste bewoners van het
Westen, ook de vrouwen, weten te hantee-
ren. De lasso's dienen eigenlijk voor het
vangen van paarden en vee, maar zij kunnen
°ok gebruikt worden om vluchtende vijan
den van hun paarden te rukken.
Lelie en Betty wachtten te voet de nade-
rende ruiters af; haar paarden hadden ech
ter eveneens een rol te spelen. Zoodra Betty
06 beide schelmen, die1 in gestrekten draf
de hoofdstraat kwamen aangereden, in
e gaten kreeg, gaf zij haar paard en dat
Vari Lelie een stoot in de ribben, en dreef
aIdus de jwee (}jeren den weg op. Mike en
gebruik maken. Zij hadden haar lasso's reeds
boven haar hoofden geslingerd, gereed om
ze op het juiste moment te laten schieten.
Ternauwernood hadden de beide ruiters hun
paarden tot staan gebracht, of Betty's lus
gleed over de schouders van Mike. Lelie
miste haar doel al scheelde het niet veel
meer dan een centimeter, maar in het oogen-
blik van verwarring dat volgde, terwijl
Betty de lus aantrok, werd Jake uit het
zadel gelicht door het touw, waarin Mike
gevangen zat.
Een oogenblik fater lagen de beide kerels
op den grond, in het stof van het pad.
Be lus was strak om Mike aangetrokken,
en Jake was buiten adem en maar half by
kennis, tengevolge van den schok die hij
ge regen had toen hij van zijn paard viel.
„Komaan, Lelie!" fluisterde Betty. „Laten
wij en binden alsof zij kalveren zijn die
ge ïan merkt moeten worden! Wij moeten
op een of andere manier in bedwang
hen
houden tot Tubby komt "opdagen".
Snel bonden de meisjes de beide schurken
vóór Jake voldoende op adem gekomen was
om zich teweer te stellen; zij wonden haar
lasso's verscheidene malen om de lichamen
en armen der gevangenen, hun handen ste
vig bindend op hun rug, en nauwelijks wa
ren zij hiermede gereed, of Tubby kwam
aangaloppeeren.
„Goddank!" riep Betty uït met een zucht
van verlichting. Want ofschoon de schelmen
weerloos waren, vielden de beide meisjes
zich niet bijzonder op haar gemak in dit
gezelschap, en zij waren dus blij dat Tubby
niet lang op zich had laten wachten.
"Het schijnt, Tubby", vervolgde zij, toen
de kok naderbij gekomen was, „dat noch
Mike, noch Jake heel veel geld bij zich
heeft. Ik heb mij al afgevraagd waar zij toch
al het geld verstopt kunnen hebben dat door
den verkoop van mijn vee in hun bezit ge-
'us ae twee dieren den weg op. Mi.
ns medeplichtige werden hierdoor
U11 ETPn nlntrolivi rf l^nn Viooc+nn in
ge-
ö^'°ngen plotseling hun beesten in te hou-
be"1' aanSezien zij anders op de beide on-
reden paarden ingestormd zouden zijn.
dit oogenblik moesten Lelie en Betty
Mike Dixon, werd van zijn paard gesleurd.
De zonderlinge stoet zette zich in
bciveging.
raakt is. Maar wacht eens ik zie daar dat
zij extra-taschen aan de zadels hunner paar
den bevestigd hebben! Ik hoop dat zich
daarin het geld bevindt".
„Nu, daar kunnen wij vlug genoeg achter
komen, Betty", antwoordde Tubby, en begaf
zich naar de paarden der beide gevangenen.
„Als je blieft", zei hij, zich tot Betty wen
dend. „Heele bundels bankbiljetten zitten
er in. Je zult ten minste het grootste deel
van je geld terugkrijgen, Betty! En wat doen
we nu? Je bent toch, hoop ik, niet van zins
die schelmen te laten loopen?"
„Ik denk er niet aan", antwoordde Betty
vastberaden. „Zet ze in het zadel, Tubby,
en bind ze vast op de paarden! Wij zullen
hen meevoeren naar de Dennenheuvel
hoeve, en hen daar in handen geven van een
sheriff, die ten minste weet wat hem te
doen staat ofschoon", voegde zij er eerlijk
aan toe, „ik erkennen moet dat het voor
sheriff Roberts nogal een moeilijk geval
was, daar hij ons niet kende".
„Hij had het in geen geval er bij mogen
laten", bromde Tubby, terwijl hij op Mike
toetrad, dezen oppakte en op den rug van
zijn paard heesch, alsof de boef een van die
meelzakken was, die de dikke kok dage
lijks hanteerde. Vervolgens sjorde hij ook
Jake, die weer geheel bijgekomen was, op
zijn paard, en verzekerde zich er nogmaals
van dat de beide gevangenen stevig gebon
den waren. Wiedra zette de vreemde stoet
zich in beweging over het duistere pad.
Voorop reden de beide meisjes die de paar
den van de achter hen aan komende schel
men bij den teugel voerden, en de achter
hoede werd gevormd door Tubby die zien
ondanks den vermoeienden dag, thans in het
zonnigste humeur ter wereld bevond.
Zij moesten dien nacht een bivak opslaan,
want de Dennenheuvel-hoeve lag op aan
zienlijken afstand van Hickory Ford, en na
den zeer langen en vermoeienden en bo
vendien veelbewogen dag dien Betty en
Lelie achter den rug hadden, voelden zij
groote behoefte aan eenige uren- slaap en
rust.
Zij legerden 'in een door rotsen beschut
boschje. Het spreekt vanzelf dat de wacht
gehouden moest worden, want anders had
den de gevangenen, hoe stevig zij ook ge
boeid waren, wellicht toch nog kunnen ont
snappen.
Zij braken kort na zonsopgang op, na ont
beten te hebben van de proviand, die iedere
bewoner van het Wilde Westen meevoert
wanneer hij zich op reis begeeft. Tegen den
middag kwamen de gebouwen van de Den
nenheuvel-hoeve in zicht.
Betty evenwel begroette ze zonder opge
wektheid.
Lelie, die naast haar reed, raadde de ge
dachten van haar Engelsche vriendin.
„Ik weet wat je denkt, Betty", zeide zij
zacht. „Hoe eenzaam en verlaten ziet alles
er uit!"
„Ik denk aan de jongens", antwoordde
Betty. „Aan Tony en Steve en Jack en Fred
en Sam en al de anderen. Die zijn nu over
heel den staat verstrooid! Wat moeten zij wel
van mij denken? Zij weten niet welk bedrog
die Dixon gepleegd heeft."
Zij hielden halt voor de gebouwen der
boerderij, die zulk een verlaten, eenzamen
bijna spookachtigen indruk maakten.
Tubby begon de touwen, waarmee de ge
vangenen gebonden waren, los te maken
ma-ar plotseling hield Betty hem tegen.
„Wij kunnen hier niet blijven, Tubby!"
zeide zij. „Er is geen meubel op de heele
boerderij; geen bed en geen deken, en geen
kruimel voedsel! Er staat ons niets anders
te doen dan naar de stad te gaan."
„Daar had ik niet aan gedacht", antwoord
de Tubby. „Je hebt gelijk. Wij zullen aardig
wat hebben in te slaan in den bazar. Dat is
een echt gezellig werkje voor mij hè?"
Zij wendden dus opnieuw den teugel, en
legden de 20 kilometer naar de ons welbe
kende mijnwerkersstad af,
In de hoofdstraten sloegen de voorbijgan
gers den zonderlingen stoet met nieuwsgieri
ge blikken gade, en tegen dat de reizigers
het bureau van den sheriff bereikt hadden,
werden zij door een heele menigte om
zwermd.
Tubby tilde de gevangenen van hun
paarden en voerde hen het bureau binnen.
Mike Dixon en Jake zagen er afgetobd en
neerslachtig uit; toch zette Dixon onmiddel
lijk weer een grooten mond op.
„Daar zul je meer van hooren, sheriffl"
snauwde hij. „Ik ben Steve Ransome, een
goudzoeker die eenige bekendheid geniet. En
dat is mijn compagnon Fred. Dit meisje en
haar vrienden hebben een of andere onmoge
lijke geschiedenis opgedischt, volgens welke
ik een dief zou zijn. Zij beweren dat ik een
boerderij verkocht en mij het geld toege-
eigend heb. Het berust alles op een vergis
sing, en...."
„Wel drommels nog en toe!" riep de she
riff uit. „Je schijnt te vergeten, man, dat je
nu weer in de stad van den Dennenheuvel
krijgen in denzelfden staat te blijven als den
Dennenheuvel. Naar wat ik gehoord heb,
waren zijnogal bitter gestemd over de
manier, waarop zij behandeld waren of-
Betty gaf den bazaarhouder een
geweldige order.
Mike en Jake werden naar de cellen
gevoefd.
bent. Ik heb zelf de veiling op de hoeve bij
gewoond, en herken jou en je schelmachti-
gen compagnon! Bovendien geloof ik dat er
nog andere beschuldigingen tegen je inge-
oracht zijn. In ieder geval zal ik jullie vast
houden terwijl een nader onderzoek ingesteld
wordt. Sluit hen op in de cellen!" besloot de
sheriff.
„Ziezoo! Dat is dan gebeurd!" zei Betty
met een zucht van verlichting. Zij was blij
het vrachtje afgeleverd te hebben. „O, ja,
sheriff, hier is het geld dat wij bij Dixon en
diens compagnon gevonden hebben. Ik weet
zeker dat het alles van mij is, maar ik zal
het bij u laten totdat deze zaak opgehelderd
is. U heeft zekerniet gehoord van mijn
cowboys?"
„Hm, niet veel dat de moeite waard is,
Miss Betty," antwoordde de sheriff. „Wat
'ik zeggen wil is dat ik niet weet waar zij
eigenlijk heengegaan zijn, maar wél heb ik
vernomen dat zij den staat verlaten hebben.
Men zegt dat zij 't niet van zich konden ver
schoon ik nu natuurlijk begrijp dat u daar-
aan in het minst geen schuld gehau hebt."
„Ik wilde dat ik iets omtrent hen te we
ten kon komen!" hernam Betty. „Ik vind het
een ellendige gedachte allemaal nieuwe jon
gens aan te nemen. De Dennenheuvel zal
nooit meer de oude zijn vóór ik 'Tony en da
anderen terug heb".
Het Engelsche meisje verliet met haar
vrienden het bureau, en de menigte maakte
plaats om haar te laten doorgaan. Velen
wenschten haar geluk met haar terugkeer, en
nu bekend geworden was dat Betty het
slachtoffer geweest was van een geslepen op
lichterij, spraken velen haar woorden van
sympathie toe.
Met Tubby en Lelie begaf Betty zich naar
den grooten bazar, en daar gaf zij den bazar-
houder de grootste order, die deze ooit in
zijn leven opgenomen had. De heele boerderij
immers moest opnieuw ingericht en voor
zien worden: meubelen, bedden, werktuigen
alles werd dus besteld, van spelden af tot
groote wagens toe, en ook natuurlijk een
geweldige hoeveelheid levensmiddelen. Maar
dit laatste geschiedde, zooals vanzelf spreekt,
door Tubby persoonlijk.
„Tubby zal ervoor zorgen dat alles afgele
verd wordt", zeide Betty. „Nietwaar, Tubby?
Want, weet je, Lelie en ik gaan weer weg."
„Toch nietweer op vacantie, Betty?"
stamelde de gemoedelijke kok, en hij keek
heel benauwd.
„Weineen", antwoordde Betty, het hoofd
schuddend. „Niet op vacantie! Wij gaan erop
uit om Tony en al onze cowboys op te spo
ren. Ik zou nooit weer naar den Dennenheu
vel terug kunnen keeren om er te wonen
als ik niet weet dat ook zij er zullen zijn!"