HET VRAAGSTUK DER VACCINATIE.
DINSDAG 31 OCTOBER T939
60-jarig professiefeest
Mère M. Alphonsine.
van
MAN GEWOND LANGS DEN WEG
GEVONDEN.
SIMULATIE OM AFGEKEURD TE
WORDEN.
MISLEIDENDE DRUKWERKEN
VERSPREID.
MINISTERIEEL BEZOEK.
NAAR DE MISSTE.
GOUDEN KLOOSTERJUBILÉ.
Minister Van den Tempel tegen
direeten
dwang.
Epidemieën-gevaar in oorlogstijd.
DE HARINGV1SSCHERIJ
DE POSITIE DER ANTI
REVOLUTIONAIREN.
Medefleelingen van dr. Colijn.
De leide
der ban
dieten
slaagt er
in te ont
vluchten
Hij zwemt v-erde-
(WORDT VERVOLGD)
BRUGGENBOUW TE LEIDEN.
Spoorweghavenbrug in den weg
LeidenDen Haag eindelijk
vervangen.
MOTORRIJDER BOTST TEGEN AUTO.
De aanvoerder is er niet bij
i'.opiiritihl opera mundi.
Misschien
4 November a.s. hoopt de eerw. Mère M.
Alpbonsine O.S.U. (in de wereld Elisa Pee-
ters geb. te Bleriek L.) haar zestigjarig
professiefeest te vieren in 't klooster der
Eerw. Zusters Ürsulinen te Eysden, L. De
talrijke oud-pensionaires van Eysden zuilen
het mére M. Alphonsine niet aan belang
stelling laten ontbreken.
Bijna heel haar leven heeft de nu 33-
jarige voor haar leeftijd nog krasse fees-
telinge in 't klooster der ürsulinen te Eys
den doorgebracht
Hoe graag ze ook naar de Missie ware ge
gaan, ze bleef onafgebroken in Eysden, waar
ze tot heden toe nog met vreugde en welge
moed lessen in vreemde talen geeft, 't Is
haar lust om onder de kinderen te zijn. Haar
missieijver is ook nog onverflauwd.
Ze is ook nog secretaresse van ,,'t gebeden-
verbond voor de beKeering van Israël.' In
den oorlog van 1914'18 maakte Mère Al
phonsine zich zóó verdienstelijk voor de
arme Belgische vluchtelingen, voor de sol
daten, voor briefwisseling van de zoo zwaar
getroffenen dat de Belgische staat haar
ra dien oorlog een decoratie zond.
In ziekenhuis overleden.
Gistermorgen is op den rijksweg te Ten
Boer een man gevonden, die ernstig gewond
bleek te zijn.. Zijn fiets lag op eenigen af
stand.
Uit een ingesteld onderzoek bleek, dat het
de 52-jarige gehuwde N. M. uit Woltersum
was. Men vermoedt, dat de man met zijn
fiets gevallen en door een auto is aange
reden. Later op den dag is M., die naar het
academisch ziekenhuis te Groningen was
overgebracht, aan de bekomen verwondin
gen overleden.
De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad
heeft geconcludeerd tot verwerping van het
cassatieberoep van S. G., die door het ge
rechtshof te Amsterdam wegens oplichting
is veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf.
Deze G. stelde zich in verbinding met
jongelui, die een oproeping hadden ontvan
gen voor de keuring voor den militairen
dienst, en trachtte hen dan over te halen
door simulatie een afkeuring te verkrijgen.
Zoo had hij in April 1937 aan zekeren L.
„lessen" gegeven, hoe deze doofheid aan het
eene oor en hardhoorigheid aan het andere
moest simuleeren.
Samen zijn zij daarop naar een neus-, keel-
en oogarts gegaan, Vfaar L. zijn rol zoo goed
speelde, dat na afloop van het onderzoek
de arts een verklaring afgaf, dat de adspi-
rant-dienstplichtige doof, althans hardhoo-
rend was.
De Hooge Raad zal in deze zaak op 27
November arrest wijzen.
Op 14 Juni, den dag van de gemeente
raadsverkiezingen heeft in Heemstede een
politieke partij propaganda gemaakt door
het verspreiden van pamfletten in groote
gele enveloppen, die zoo waren bedrukt, dat
sommige geadresseerden den indruk kregen,
werkelijk een brief te ontvangen.
Wegens het verspreiden van op postzegels
gelijkend drukwerk, moest zich veertien
dagen geleden woor den Haarlemschen kan
tonrechter het 38-jarige raadslid W. de T.,
uit Heemstede verantwoorden Een boete
van zes gulden, subsidair één dag hechtenis,
werd tegen hem geëischt.
De kantonrechter wees gisteren schrifte
lijk vonnis en veroordeelde den verdachte
tot een boete van 10 gulden, subsidair vijf
dagen hechtenis, verbeurdverklaring van de
in beslag genomen drukwerken en vernieti
ging van de clicbé's op gronden, ontleend
aan het algemeen belang.
In zijn vonnis overwoog de kantonrechter
o.a., dat door de op de zegels voorkomende
beeltenis van het hoofd van een vrouw, de
waardeaanduiding. het woord zegel, alsmede
de grootte geheel overeenkwam met den
vorm en de grootte van postzegels.
Het verweer van den verdediger achtte de
kantonrechter te falen, omdat de afdruk als
drukwerk was te beschouwen, daar zij op de
enveloppen zijn gedrukt.
Bij oppervlakkige beschouwing gelijken
deze drukwerken op postzegels en twee ge
tuigen hebben het dan ook daarvoor aan
gezien. Bovendien heeft een postbeambte er
een stempel op gedrukt.
Daar het ten laste gelegde wettig en
overtuigend was bewezen, werd verdachte
veroordeeld.
Aangezien het hier een principieele zaak
betreft, zal de verdachte van dit vonnis in
hooger beroep gaan.
De Minister van Defensie, de heer Dijx-
hoorn heeft gisteren in gezelschap van zijn
adjudant kapitein mr. H. j. Kruis en van den
waf rnemenden chef van de afdeeling II B.
van het departement van Defensie kapitein
K. van Rijn. een bezoek gebracht aan de cen
trale onderwijsinrichting te Breda.
Op 31 October vertrokken per s.s. „Piria-
polis" vanaf Antwerpen naar Noord-Brazilië
de paters A. Hoogeboom S.C.J., Aeg. van
Will S.C.J, en J. Theuws S.C.J.; naar Ar
gentinië de paters J. van der Burg S.C.J.,
L. Snijders S.C.J., A. Commandeur S.C.J.
en broeder Viannev Rommers S.C.J.
In het St. Leonardus-gesticht te Oss her
dacht Zuster Martina haar vijftigjarig kloos-
terjubilé. Zondagmorgen werd in de kloos
terkapel door rector dr. van Welie 'n plech
tige H. Mis opgedragen, waarna de gouden
jubilaresse haar kloostergelofte hernieuwde.
In den ouderdom van 85 jaar is te Bussum
overleden de eerw. zuster Isidora van de
Congregatie der Zusters van O.L. Vrouwe
van Amersfoort.
Zuster Isidora is meer dan veertig jaar
onderwijzeres geweest aan de R.K. Bewaar
school van Mariënburg te Bussum.
Hedenmorgen vond de plechige uitvaart
en begrafenis plaats op het R.K. Kerkhof te
Bussum.
Verschenen is de memorie van antwoord
aan de Tweede Kamer inzake het wetsont
werp tot vaststelling van nieuwe bepalingen
betreffende de inenting tegen pokken. Het
volgende is daaraan ontleend:
Daar de minister van Sociale Zaken zich
volkomen kan vereenigen met de strekking
van dit door een vorige regeering voorbereid
wetsontwerp, heeft hij met groote voldoening
vernomen, dat het beginsel van het ontwerp:
wettelijk geregelde drang tot inenting, in
zóó belangrijke mate instemming heeft ge
vonden. Bij de waardeering voor den arbeid
der staatscommissie, waarvan dit ontiyerp 'n
vrucht is, sluit hij zich gaarne aan.
Met de leden, die zich in bovengenoemden
geest hebben geuit, is de minister van oor
deel, dat de bestaande toestand op het gebied
var inenting, die naar zijn meening veel
te lang heeft voortgeduurd, niet langer mag
worden bestendigd. Evenzeer is hij het eens
met de uitspraak, dat de indirecte dwang,
zooals wij dien vroeger hebben gekend, niet
opnieuw kan worden ingevoerd. Wat daaren
tegen het stelsel van den direeten dwang be
treft, aan welk stelsel volgens sommige le
den de toekomst zou moeten zijn, kan de
minister zich niet bij deze leden aansluiten.
Ook indien de oorzaak van de encephalitis
post vaccinationem zou komen vast te staan,
zou de minister, indien met het thans voor
gestelde stelsel bevredigende resultaten wor
den verkregen, niet tot wijziging van dit stel
sel in dat van den direeten dwang willen
overgaan. Nadere overweging van dit vraag
stuk zou evenwel geboden zijn, indien het
thans ontworpen stelsel niet bevredigend zou
werken.
De leden, die bestendiging van den be-
staanden toestand bepleiten, brengen in het
bijzonder naar voren, dat door de verbeterde
hygiënische maatregelen het gevaar voor
pokken zeer veel geringer is geworden en
dat, mocht er zich onverhoopt weer eens
een enkel geval van pokken voordoen, de
lijder daaraan dadelijk kan worden geïso
leerd. Afgezien van de vraag of uitsluitend
door deze maatregelen een pokkenepidemie
in rustige tijden steeds zou worden bedwon
gen welke vraag de minister op grond
van hetgeen door de Staatscommissie in haar
verslag is medegedeeld ontkennend zou wil
len beantwoorden wenscht hij er de aan
dacht op te vestigen, dat aan het betoog van
de hier aan het woord zijnde leden in de te
genwoordige tijdsomstandigheden weinig
overtuigende kracht kan worden toegekend.
Wie heeft zekerheid, dat thans, indien zich,
wat in het geheel niet tot de onmogelijkhe
den moet worden geacht, in het buitenland
een ernstige pokkenepidemie zou voordoen
en de pokken niet met een enkel geval,
doch op groote schaal zouden worden geïm
porteerd, steeds het treffen van de noodige
hygiënische maatregelen en meer in het
bijzonder de tijdige isolatie van elk verdacht
geval aangenomen nog dat dat terstond
als zoodanig zal worden herkend mogelijk
zal zijn?
Evenmin heeft op den minister indruk ge
maakt het betoog, dat de vaccinatie gevaar
lijk is, welk betoog wordt geleverd met een
beroep op de door de staatscommissie ver
zamelde cijfers betreffende gevallen van en
cephalitis post vaccinationem beneden den
leeftijd van twee jaar Daarbij wordt even
wel niet voldoende aandacht geschonken aan
het belangrijke feit, dat geen van deze ge
vallen doodelijk is verloopen. Daartegenover
staat het betrekkelijk groote aantal geval
len van encephalitis post vaccinationem met
doodelijk verloop, indien de eerste vaccinatie
boven ae twee jaar heeft plaats gevonden.
Nu is van de voorgestelde regeling de ver
mijding van het gevaar van eerste inenting
op la teren leeftijd een even belangrijk ele
ment als de bescherming in het algemeen
tegen de pokken. Het is immers aan te ne
men, dat men, indien zich een pokkenepi
demie voordoet, op groote schaal zal over
gaan tot het vaccineeren van nog niet ge-
vaccineerden, ook indien deze reeds op den
voor de eerste vaccinatie minder gunstigen
leeftijd zijn.
Het is niet de bedoeling, dat de burge
meester als propagandist voor de vaccinatie
zal optreden. Zijn taak is slechts er voor te
zorgen, dat de ouders een objectieve uiteen
zetting van den geneeskundige krijgen om
trent aard en omvang van het pokkengevaai
zoowel op jeugdigen als op lateren leeftijd.
Het daarbij medegedeelde moet voor zich
zelf spreken. Aan de ouders moet woiden
overgelaten, daaruit de passende conclusie
te trekken.
Naar aanleiding van de gevraagde raming
van de kosten merkt de minister op, dat het
bezwaarlijk is, deze met groote nauwkeurig
heid te geven. Een voorzichtige raming is
gekomen tot een bedrag van ten hoogste
30.000 per jaar.
Ten aanzien van het vraagstuk van de
bevordering der revaccinatie en van dat der
inenting van de militairen, wacht de regee
ring het tweede verslag der staatscommissie
af.
Het ligt voor de hand, dat het tot stand
komen van de thans voorgestelde regeling
slechts geleidelijk een einde zal maken aan
den thans ook uit militair oogpunt zoo on-
bevredigenden immuniteitstoestand van onze
bevolking. De tijdsomstandigheden hebben de
urgentie van de voorgedragen regeling nog
vergroot. Thans loopt de immuniteitstoestand
elk jaar in belangrijke mate achteruit.
De minister hecht er aan, in verband met
het bovenstaande mede te deeien, dat het
verhoogd gevaar voor pokken (en andere
besmettelijke ziekten) in de tegenwoordige
omstandigheden zijn bijzondere aandacht
heeft, mede naar aanleiding van een daar
over op zijn verzoek uitgebracht advies van
den gezondheidsraad.
Gisterochtend is door de haringschepen
weer veel haring gevangen. De mocoriogger
SCH 19, schipper C. De Graaf, ving uit de eer
ste 30 netten 10 last haring en verzocht assi
stentie van andere loggers, om bij het scheep
halen van het restant der netten behulpzaam
te zijn, daar deze eveneens vol haring
zaten.
Zaterdagochtend j.l. toen de loggers de
vleet vanwege het ruwe weer niet konden
halen, heeft het flink gespookt. Schipper C.
den Heyer, van den binnengekomen motor-
logger SCH 121 deelde mee een zware zee
te, hebben, overgekregen, waardoor, de
scheepsooot is stukgeslagen en de haring wel
ke zich in de krebben bevond, gedeeltelijk is
weggespoeld. Ook hebben eenige schepen
vleetschade opgeloopen.
In de voortgezette vergadering van hi-
Centralen-Convent der A.R. Partij werd na
de rede van dr. Colijn een gedachtewisseling
gehouden, waarbij o.m. oud-minister mr. ie
Wilde het woord voerde De heer de Wilde,
had er, volgens het verslag van de Standaar 1
behoefte aan te zeggen, dat er tusschen ham
en Dr. Colijn geen verschil van gevoelen
heeft bestaan ten aanzien van het financieel
beleid van het 4e kabinet-Colijn In April
en Mei zag spr aankomen, dat het eindcijfer
der begrooting 1940 zou uitgaan boven dat
van de begrooting 1939. Daardoor zag spr
zich genoopt af 'e treden Hij kon de ver
antwoordelijkheid daarvoor niet dragen. Var
harte heeft spr toen gehoopt, dat dr. Colijn
wel zou slagen in hetgeen spr niet kon ge
lukken.
Naar aanleiding van een gemaakte opmer
king, merkte mr. de Wilde op, dat dr. Colijn
als Minister van Algemeene Zaken de al°°-
meene leiding van het beleid beter het ft
kunnen verzorgen, dan in de periode 193 5—
1937 mogelijk was. Dr. Colijn is de eerste ge
weest om te komen met voorstellen tot ap
proviandeering.
Over de Millioenennota en de Memorie van
Antwoord van het huidige Kabinet heeft spr
zich verheugd. Deze staatsstukken zijn var-
dien aard, dat zoowel dr. Colijn als spr. deze
geheel kunnen onderschrijven.
Als spr. eenige grief had tegen het vijfde
kabinet-Colijn, dan was het, dat er mede
deelingen werden gedaan ten aanzien van
de leerlingensohaal en de zorg voor de ouden
van dagen. Doch ook deze zaken zijn door
het huidige kabinet alweer terzijde gestel:,
Voor ons blijft er ook in dezen tijd in je
Positie, waarin we staan, een heerlijke task
Onze roeping is te werken aan de moreel 3
weerbaarheid van ons volk.
Antwoord van dr. Colijn.
In de beantwoording van de verschillen ie
sprekers sloot dr. Colijn zich allereerst aar.
tij de opmerking van mr. de Wilde, dat we
ons niet moeten laten leiden door rancune
Wij hebben tot taak de belangen van or.s
land en volk te dienen. Over verguizing mo'!
men maar niet spreken De historie zal wc!
haar woord er over spreken, wie in de ach
«er ons liggende periode goed hebben gezien
er wie een onjuisten kijk hebben gehad.
Als spr gezegd heeft, dat hij onder ae
nuidige omstandigheden geen bezwaar heeft
tegen het kabinet-De Geer, waarin ook twee
s' ciaal-democraten zitting hebben, dan heef
spr. met „huidige omstandigheden" bedoeld
den tijd, sinds ook voor ons land oorlogsge
vaar aanwezig is.
Spr. deelde voorts mede, dat er onder het
4e kabinet-Colijn reeds eenstemmigheid e-
stond om voor het geval oorlogsgevaar zou
dreigen ook ministers in het Kabinet op te
nemen uit partijen, die nog niet in het Ka
binet vertegenwoordigd waren, zoo noodig
door de benoeming van ministers zonder por
tefeuille.
Ten aanzien van de R. K. Staatspartij
merkte spr. op, dat het zoo jammer is d u
bannen als baron van Wijnbergen, jhr vin
Nispen tot Sevenaer en dr Kooien, zoo w;i-
nig invloed in de partij hebben. Anders z->u
simenwerking zooveel gemakkelijker zijn.
Over de C. H. behoefde spr. in zijn rede
niet veel te zeggen, omdat de A.R. en C..H.
ten aanzien van het financieel beleid eén
waren.
Samenwerking met de sociaal-democraten
achtte spr. alleen dan mogelijk, als gebleken
is, hoe deze zich zouden houden, indien, na
dezen oorlog, nogmaals een revolutionnaire
De voorgevel van het kasteel Vinnelas te Madrid, dat tot verblijf van generaal
Franco werd ingericht.
schok door de wereld zou gaan. Zoolang zuiks
niet gebleken is achtte spr. samenwerking
niet ge wenscht.
Voor zoover door de liberalen ook de su
prematie van de rede wordt aanvaardt, is er
verwantschap tusschen hen en de sociaal
democraten.
De samenwerking met vrijzinnigen in de
periode 1933—1937 gaf geen reden tot klacat.
Alles wat mogelijk is onder een rechtseh
Kabinet, zou ook bij mr Oud niet op tegen
stand stuiten. Dat is toen wel gebleken. En
hetzelfde kan van oud-minister Van Lid Mi
de Jeude gezegd worden.
Indien de R.K. hun standpunt herzien,
heeft spr. tegen samenwerking met hen in
het minst geen bezwaar.
Nauwkeurig zal moeten worden toegezien,
dat de bijl niet verder aan den wortel van
den boom gelegd wordt door de sociaal-de
mocraten, zooals in „De Standaard" in een
driestar reeds opgemerkt werd.
In dezen tijd verdient het thetisch zeker
de voorkeur boven het anti-thetisch stand
punt. De thetische uiteenzetting van onze
beginselen dient de hoofdzaak van onze actie
te zijn. Dat geldt ook met betrekking tot de
Christelijke Historischen.
Er zijn in de C. H. Unie zeer zeker bepaal
de stroomingen op financieel en economisch
gebied. Het is jammer, dat er van de Vrij-
A.nti-Revolutionaire Partij in dien kring zoo
weinig is overgebleven.
In de Staten-Generaal moeten onze man
nen, zoolang onze beginselen niet in gedrang
komen, bij het beoordeelen van de voorge
stelde maatregelen een zeer ruim standpunt
innemen.
Als vrucht van ons thetisch optreden moe
ten we natuurlijk bij onze propaganda over
de R.K. spreken. Spr. herinnerde eraan, dat
bij de behandeling van een wijziging van de
Winkelsluitingswet, welke spr. destijds als
minister van Economische Zaken a.i. had te
verdedigen, het de R. K. waren, die met een
amendement kwamen, waardoor men ten
aanzien van de Zondagsrust in strijd kwam
met de A.R. opvattingen
Hoe moet de verhouding zijn tusschen
Kroon en Volksvertegenwoordiging? Dat is
een belangrijke vraag.
Er zijn er, die de opvatting zijn toegedaan,
dat de Volksvertegenwoordiging tot de Re-
gèering mag zeggen: „ga en doe dat!" Deze
opvatting wordt niet alleen in linksche krin-
Bob, de Canadeesche Politieruiter.
De kleeren worden verbrand.
Copyright opera mundi"
1. De aanvoerder der smokkelaarsbende, die uit
stekend de zwemkunst verstaat is intusschen een
heel eind opgeschoten. De laag over het water
hangende rook was hem van groot nut omdat hij
daardoor als door een zwaar gordijn aan de spie
dende oogen der politiemannen onttrokken was.
Het zwemmen met zijn kleeren aan valt echter
niet mee. Hij begeeft zich daarom naar den oever
waar hij zich van het grootste deel zijner boven-
kleeren ontdoet. Hiervan een bundel makend
zwemt hij er mee tot aan de plaats waar de ben
zine op het water brandt en gooit ze er in.
2. Het terugzwemmen naai de
brandende benzine doet hem wel
veel tijd verliezen doch het ver
hoogt zijn veiligheid. Immers als
hij de kleeren op den oever laat
liggen of ze in het meer werpt
zullen zij vrij zeker door de po
litiemannen opgemerkt worden.
De politie zal dan een aanwij
zing hebben dat en in welke
richting hij gevlucht 'is. Even
later zwemt hij verder.
3. Bob heeft zich intusschen naar de plaats begeven waar de gevangen genomen eden
van de smokkelaarsbende door korpora l Leroux en zijn manschappe°en he-
vaakt Als dp aanvoerder der smokkelaars zich onder de gevangenen bovine zgj zjjn
triomf compleet zijn. Weliswaar is Bob e ^'iens het onderhoud, dat bij me den aan-
oerder heeft gehad niet in geslaagd diens ge'aat te onderscheiden, maar ij is er vast
van overtuigd, dat hij hem, wanneer hij onder mannen bevind' aan zijn stem zal
nerkennen. De bandieten worden één voor één door den sergeant °n ervraa,gd zonder
dat deze daardoor bijster veel te weten Er zijn er bij, d'e "peg weigeren te
antwoorden terwijl de antwoorden wan andere duidelijk herkenl^"° leugens zijn. Om
trent hun aanvoerder kan Bob absoluut u t te weten komen- 'erover weigeren zij
allen zonder uitzondering ook maar iets te ze (gen. De sergean die scherp geluisterd
heeft naar het geluid der verschillende stemmen, zegt dat de aanvoerder er niet bij is.
,k klim naar
boven.
De aanvoerder loopt naar zijn
tent.
Bob gaat op onderzoek uit.
4. „Ik moet eerlijk bekennen, dat ik er uiets
van begrijp", zegt hij tegen den korporaal. „Ik
evenmin", antwoordt Leroux, „maar zou het niet
mogelijk ziin. dat hii zich nog in het kamp be
vindt?" Bob schudt het hoofd. „Daar twijfel ik
sterk aan, Leroux'zegt hij dan, „doch in ieder
geval zal ik het gaan onderzoeken. Zoolang we
den aanvoerder zelf niet in handen hebben, zijn
we nog niet veel opgeschoten. Van die kerels
daar", vervolgde Bob, op de gevangenen wijzend,
„ben ik niet veel wijzer geworden. Ik ben er van
overtuigd, dat hun chef niet veel loslaat".
(Nadruk verboden)-
5. De sergeant draagt den Kor
poraal dan op de gevangenen
goed te bewaken terwijl hij zich
naar het kamp begeeft om te on
derzoeken of de aanvoerder der
smokkelaarsbende zich daar ver
borgen houdt. „Kijkt u vooral
goed uit uw oogen, sergeant",
waarschuwt de korporaal „ze
hebben daar machinegeweren
zooals U weet." Vervolgens bin
den de politie de bandieten.
6. De aanvoerder der smokkelaars-
bende heeft ten slotte den oever van
het meer weten te bereiken waar het
kamp der bende is ingericht Haastig
begeeft hij zich naar de door hem be
woonde tent. Tijd om uit te rusten
gunt hij zich niet. Snel steekt hij zich
in een ander stel bovenkleeren. pak;
wat etenswaren bijeen en dan zet hij
zijn vlucht voort. Hij besluit de ber
gen in te trekken, hoewel dit voor
hem niet van gevaar ontbloot is.
7. Leroux en zijn manschappen hebben zich
met hun gevangenen op weg begeven naar het
machtige vliegtuig waarmede zij naar 't hoofd
kwartier vervoerd zullen worden. Wanneer zij
jp een plaats aangekomen zijn van waar zij hel
entenkamp duidelijk kunnen zien liggen blijfi
Leroux plotseling staan. Zijn hand boven zijn
>ogen houdend neemt hij het kamp scherp op.
Dan gelast hij dé gevangenen halt te houden
en wenkt een zijner manschappen naderbij te
komen. „Kijk eens goed naar die voorste tent",
zegt hij, „staat daar nu iemand of vergis ik me?"
gen gehuldigd, doch ook wel door R.K. voor
gestaan.
Maar daartegenover staat de A.R. opvat
ting, welke inhoudt: het is de Kroon, die re
geert en het is de Koningin oie de opdracht
tot Kabinetsformatie geeft. Daarom moet
de formateur ook het regeeringsprogram op
stellen. Spr. heeft dat gedaan. Met dat pro
gram ging spr. noar de Souvereine Eerst na
dat op het program de Koninklijke instem
ming verkregen was, werd omgezien naar
ministers, die bereid waren op dat program
zitting in een Kabinet te nemen.
Zoo wordt een Kabinet gevormd naar A.R.
staatsrechtelijke opvattingen.
Bij de vorming van zijn 'vijfde Kabinet
heeft spr. ook drie R. K. uitgenoodigd.
Voorts merkte spr. op, dat het niet in de
eerste plaats gaat om de personen der mi
nisters, doch om het program. En als alle
ministers zich met alle kracht achter dat
program stellen, dan is er een homogeen
Kabinet. Den ouden Pitt zegt spr. na: niet op
de mannen, maar op de maatregelen komt
het aan.
De historie zal uitspraak doen of het in
1937 niet beter was geweest ovet te gaan tot
de samenstelling van een Kabinet op breede
basis.
Dat oud-minister De Wilde eenigszins ver
wonderd is geweest over een tweetal pun
ten in het regeeringsprogram van het 5e Ka
binet-Colijn, kan spr. begrijpen. Maar Mr.
De Wilde was in dat Kabinet ook geen mi
nister.
Ten aanzien van de wijziging van de leer
lingensohaal, deelde Dr. Colijn mede, dat
minister Slotemaker de Bruine nooit de mo
gelijkheid heeft gezien om op het bedrag
van zijn begrooting ad 150.000 009 zooveel
te bezuinigen, dat er aan verbetering van da
leerlingenschaal iets gedaan kon worden,
zonder dat het eindbedrag der begrooting
nog zou stijgen. Prof. Schriecke daarentegen
was van oordeel, wel iets te kuinnen doen ter
verbetering der leerlingensdhaal zonder dat
het eindbedrag der Onderwij sbegrootir.g
daardoor zou worden verhoogd.
We staan, zoo besloot Dr. Colijn, midden
ir. de branding en we zijn er nog niet uit.
We zullen als A.R. nog heel wat klappen
hebben te verwachten. Doch spr. is daarvoor
met beducht.
Sinas jaar en dag is de spoorweghaven
brug aan den Haagweg te Leiden ten Zui
den" en Westen van de ipoorlijn Leiden
Utrecht, een verkeersobstakel geweest in
den meest ruimc-n zjn de° woord,-.. Deze uit
de zevenliger ja-en dateerende i rag heeft
slechts een rijbr??dte van 3.44 meter, terwijl
vroeger over deze orug nog de s toomtram
Leiden Den Haag voerde.
Sinds jaar en dag zijn er stemmen opge
gaan om dit hin lerlijke verkeersobstakel
hinderlijk zoowel voor voetganger? als voor
rijdend verkeer door aen nieuwe brug
'e vervangen, beantwoordend aan de eischen
van het moderne verkeer.
Sinds jaar en lag ook zijn er onderhande
lingen gevoerd ter verbetering, doch de
Ned. Spoorwegen die de brug in eigendom
hadden, toonden niet veel toeschietelijkheid,
omdat zij geen belang hadden bij de brug,
wel bij het waltr overigens maar heel
weinig gebruikt.
Gemeente Leir'en, rijk en spoorwegen zijn
thans evenwel tot overeenstemming geko
men.
Het rijk ontwerpt en bouwt een nieuwe
hefbrug, voorzien van een e'ect, .sche be
wegingsinrichting. de doorvaartw.idte be
draagt 7.40 M. (als thans),, de hieedte van
den rijweg 9 M. en die van het vjetpad 2 M.
De nieuwe brug met onderbouw zal bij de
gemeente in eigendom en beheei zijn; zij
neemt tevens hei onderhoud op zich, als
mede de bedien'ng, welke kan worden ge
combineerd met de bediening var. de Rijn-
Het "rijk neemt van de totale kosten van
den brugbouw, hulpwerken en verdere bij
komende werken 75 pet voor z rekening;
het resteerend éen vierde gedeelte draagt de
gemeente, die van de Ned Spoorwegen een
bedrag in eens van t 7bUU.— ontvangt, zijnde
de Gekapitaliseerde kosten van onderhoud
en bediening- die tot. nog toe ten laste--
de Spoorwegen kwamen.
Zoowel met oog 0p de verkeersbelangen,
ais in verband n et mogelijke prijsstijging
hebben B. en W bij den Miriste,- van Wa
terstaat alsnog aangedrongen op een spoe
dige uitvoering van het werk.
M
Op den Wittenburgerweg is de mtorrijder
van hier tegen een stilstaande auto opge
botst M. beliep een rechterbeenbreuk en een
zware hersenschudding Na eerste-hulp-ver-
leening is M. overgebracht naar het Acad.
ziekenhuis te Leiden De motor werd totaal
vernield.
Totaal overbodig.
„Vader heeft een gymnastiek-apparaat
gekocht," vertelde moeder, „hij wil toch wat
doen voor z'n gezondheid."
„Waarom?" vroeg Jantje. „Hij is toch in
een levensverzekering."