HET VRAAGSTUK DER VACCINATIE. DINSDAG 31 OCTOBER T939 60-jarig professiefeest Mère M. Alphonsine. van MAN GEWOND LANGS DEN WEG GEVONDEN. SIMULATIE OM AFGEKEURD TE WORDEN. MISLEIDENDE DRUKWERKEN VERSPREID. MINISTERIEEL BEZOEK. NAAR DE MISSTE. GOUDEN KLOOSTERJUBILÉ. Minister Van den Tempel tegen direeten dwang. Epidemieën-gevaar in oorlogstijd. DE HARINGV1SSCHERIJ DE POSITIE DER ANTI REVOLUTIONAIREN. Medefleelingen van dr. Colijn. De leide der ban dieten slaagt er in te ont vluchten Hij zwemt v-erde- (WORDT VERVOLGD) BRUGGENBOUW TE LEIDEN. Spoorweghavenbrug in den weg LeidenDen Haag eindelijk vervangen. MOTORRIJDER BOTST TEGEN AUTO. De aanvoerder is er niet bij i'.opiiritihl opera mundi. Misschien 4 November a.s. hoopt de eerw. Mère M. Alpbonsine O.S.U. (in de wereld Elisa Pee- ters geb. te Bleriek L.) haar zestigjarig professiefeest te vieren in 't klooster der Eerw. Zusters Ürsulinen te Eysden, L. De talrijke oud-pensionaires van Eysden zuilen het mére M. Alphonsine niet aan belang stelling laten ontbreken. Bijna heel haar leven heeft de nu 33- jarige voor haar leeftijd nog krasse fees- telinge in 't klooster der ürsulinen te Eys den doorgebracht Hoe graag ze ook naar de Missie ware ge gaan, ze bleef onafgebroken in Eysden, waar ze tot heden toe nog met vreugde en welge moed lessen in vreemde talen geeft, 't Is haar lust om onder de kinderen te zijn. Haar missieijver is ook nog onverflauwd. Ze is ook nog secretaresse van ,,'t gebeden- verbond voor de beKeering van Israël.' In den oorlog van 1914'18 maakte Mère Al phonsine zich zóó verdienstelijk voor de arme Belgische vluchtelingen, voor de sol daten, voor briefwisseling van de zoo zwaar getroffenen dat de Belgische staat haar ra dien oorlog een decoratie zond. In ziekenhuis overleden. Gistermorgen is op den rijksweg te Ten Boer een man gevonden, die ernstig gewond bleek te zijn.. Zijn fiets lag op eenigen af stand. Uit een ingesteld onderzoek bleek, dat het de 52-jarige gehuwde N. M. uit Woltersum was. Men vermoedt, dat de man met zijn fiets gevallen en door een auto is aange reden. Later op den dag is M., die naar het academisch ziekenhuis te Groningen was overgebracht, aan de bekomen verwondin gen overleden. De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep van S. G., die door het ge rechtshof te Amsterdam wegens oplichting is veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf. Deze G. stelde zich in verbinding met jongelui, die een oproeping hadden ontvan gen voor de keuring voor den militairen dienst, en trachtte hen dan over te halen door simulatie een afkeuring te verkrijgen. Zoo had hij in April 1937 aan zekeren L. „lessen" gegeven, hoe deze doofheid aan het eene oor en hardhoorigheid aan het andere moest simuleeren. Samen zijn zij daarop naar een neus-, keel- en oogarts gegaan, Vfaar L. zijn rol zoo goed speelde, dat na afloop van het onderzoek de arts een verklaring afgaf, dat de adspi- rant-dienstplichtige doof, althans hardhoo- rend was. De Hooge Raad zal in deze zaak op 27 November arrest wijzen. Op 14 Juni, den dag van de gemeente raadsverkiezingen heeft in Heemstede een politieke partij propaganda gemaakt door het verspreiden van pamfletten in groote gele enveloppen, die zoo waren bedrukt, dat sommige geadresseerden den indruk kregen, werkelijk een brief te ontvangen. Wegens het verspreiden van op postzegels gelijkend drukwerk, moest zich veertien dagen geleden woor den Haarlemschen kan tonrechter het 38-jarige raadslid W. de T., uit Heemstede verantwoorden Een boete van zes gulden, subsidair één dag hechtenis, werd tegen hem geëischt. De kantonrechter wees gisteren schrifte lijk vonnis en veroordeelde den verdachte tot een boete van 10 gulden, subsidair vijf dagen hechtenis, verbeurdverklaring van de in beslag genomen drukwerken en vernieti ging van de clicbé's op gronden, ontleend aan het algemeen belang. In zijn vonnis overwoog de kantonrechter o.a., dat door de op de zegels voorkomende beeltenis van het hoofd van een vrouw, de waardeaanduiding. het woord zegel, alsmede de grootte geheel overeenkwam met den vorm en de grootte van postzegels. Het verweer van den verdediger achtte de kantonrechter te falen, omdat de afdruk als drukwerk was te beschouwen, daar zij op de enveloppen zijn gedrukt. Bij oppervlakkige beschouwing gelijken deze drukwerken op postzegels en twee ge tuigen hebben het dan ook daarvoor aan gezien. Bovendien heeft een postbeambte er een stempel op gedrukt. Daar het ten laste gelegde wettig en overtuigend was bewezen, werd verdachte veroordeeld. Aangezien het hier een principieele zaak betreft, zal de verdachte van dit vonnis in hooger beroep gaan. De Minister van Defensie, de heer Dijx- hoorn heeft gisteren in gezelschap van zijn adjudant kapitein mr. H. j. Kruis en van den waf rnemenden chef van de afdeeling II B. van het departement van Defensie kapitein K. van Rijn. een bezoek gebracht aan de cen trale onderwijsinrichting te Breda. Op 31 October vertrokken per s.s. „Piria- polis" vanaf Antwerpen naar Noord-Brazilië de paters A. Hoogeboom S.C.J., Aeg. van Will S.C.J, en J. Theuws S.C.J.; naar Ar gentinië de paters J. van der Burg S.C.J., L. Snijders S.C.J., A. Commandeur S.C.J. en broeder Viannev Rommers S.C.J. In het St. Leonardus-gesticht te Oss her dacht Zuster Martina haar vijftigjarig kloos- terjubilé. Zondagmorgen werd in de kloos terkapel door rector dr. van Welie 'n plech tige H. Mis opgedragen, waarna de gouden jubilaresse haar kloostergelofte hernieuwde. In den ouderdom van 85 jaar is te Bussum overleden de eerw. zuster Isidora van de Congregatie der Zusters van O.L. Vrouwe van Amersfoort. Zuster Isidora is meer dan veertig jaar onderwijzeres geweest aan de R.K. Bewaar school van Mariënburg te Bussum. Hedenmorgen vond de plechige uitvaart en begrafenis plaats op het R.K. Kerkhof te Bussum. Verschenen is de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer inzake het wetsont werp tot vaststelling van nieuwe bepalingen betreffende de inenting tegen pokken. Het volgende is daaraan ontleend: Daar de minister van Sociale Zaken zich volkomen kan vereenigen met de strekking van dit door een vorige regeering voorbereid wetsontwerp, heeft hij met groote voldoening vernomen, dat het beginsel van het ontwerp: wettelijk geregelde drang tot inenting, in zóó belangrijke mate instemming heeft ge vonden. Bij de waardeering voor den arbeid der staatscommissie, waarvan dit ontiyerp 'n vrucht is, sluit hij zich gaarne aan. Met de leden, die zich in bovengenoemden geest hebben geuit, is de minister van oor deel, dat de bestaande toestand op het gebied var inenting, die naar zijn meening veel te lang heeft voortgeduurd, niet langer mag worden bestendigd. Evenzeer is hij het eens met de uitspraak, dat de indirecte dwang, zooals wij dien vroeger hebben gekend, niet opnieuw kan worden ingevoerd. Wat daaren tegen het stelsel van den direeten dwang be treft, aan welk stelsel volgens sommige le den de toekomst zou moeten zijn, kan de minister zich niet bij deze leden aansluiten. Ook indien de oorzaak van de encephalitis post vaccinationem zou komen vast te staan, zou de minister, indien met het thans voor gestelde stelsel bevredigende resultaten wor den verkregen, niet tot wijziging van dit stel sel in dat van den direeten dwang willen overgaan. Nadere overweging van dit vraag stuk zou evenwel geboden zijn, indien het thans ontworpen stelsel niet bevredigend zou werken. De leden, die bestendiging van den be- staanden toestand bepleiten, brengen in het bijzonder naar voren, dat door de verbeterde hygiënische maatregelen het gevaar voor pokken zeer veel geringer is geworden en dat, mocht er zich onverhoopt weer eens een enkel geval van pokken voordoen, de lijder daaraan dadelijk kan worden geïso leerd. Afgezien van de vraag of uitsluitend door deze maatregelen een pokkenepidemie in rustige tijden steeds zou worden bedwon gen welke vraag de minister op grond van hetgeen door de Staatscommissie in haar verslag is medegedeeld ontkennend zou wil len beantwoorden wenscht hij er de aan dacht op te vestigen, dat aan het betoog van de hier aan het woord zijnde leden in de te genwoordige tijdsomstandigheden weinig overtuigende kracht kan worden toegekend. Wie heeft zekerheid, dat thans, indien zich, wat in het geheel niet tot de onmogelijkhe den moet worden geacht, in het buitenland een ernstige pokkenepidemie zou voordoen en de pokken niet met een enkel geval, doch op groote schaal zouden worden geïm porteerd, steeds het treffen van de noodige hygiënische maatregelen en meer in het bijzonder de tijdige isolatie van elk verdacht geval aangenomen nog dat dat terstond als zoodanig zal worden herkend mogelijk zal zijn? Evenmin heeft op den minister indruk ge maakt het betoog, dat de vaccinatie gevaar lijk is, welk betoog wordt geleverd met een beroep op de door de staatscommissie ver zamelde cijfers betreffende gevallen van en cephalitis post vaccinationem beneden den leeftijd van twee jaar Daarbij wordt even wel niet voldoende aandacht geschonken aan het belangrijke feit, dat geen van deze ge vallen doodelijk is verloopen. Daartegenover staat het betrekkelijk groote aantal geval len van encephalitis post vaccinationem met doodelijk verloop, indien de eerste vaccinatie boven ae twee jaar heeft plaats gevonden. Nu is van de voorgestelde regeling de ver mijding van het gevaar van eerste inenting op la teren leeftijd een even belangrijk ele ment als de bescherming in het algemeen tegen de pokken. Het is immers aan te ne men, dat men, indien zich een pokkenepi demie voordoet, op groote schaal zal over gaan tot het vaccineeren van nog niet ge- vaccineerden, ook indien deze reeds op den voor de eerste vaccinatie minder gunstigen leeftijd zijn. Het is niet de bedoeling, dat de burge meester als propagandist voor de vaccinatie zal optreden. Zijn taak is slechts er voor te zorgen, dat de ouders een objectieve uiteen zetting van den geneeskundige krijgen om trent aard en omvang van het pokkengevaai zoowel op jeugdigen als op lateren leeftijd. Het daarbij medegedeelde moet voor zich zelf spreken. Aan de ouders moet woiden overgelaten, daaruit de passende conclusie te trekken. Naar aanleiding van de gevraagde raming van de kosten merkt de minister op, dat het bezwaarlijk is, deze met groote nauwkeurig heid te geven. Een voorzichtige raming is gekomen tot een bedrag van ten hoogste 30.000 per jaar. Ten aanzien van het vraagstuk van de bevordering der revaccinatie en van dat der inenting van de militairen, wacht de regee ring het tweede verslag der staatscommissie af. Het ligt voor de hand, dat het tot stand komen van de thans voorgestelde regeling slechts geleidelijk een einde zal maken aan den thans ook uit militair oogpunt zoo on- bevredigenden immuniteitstoestand van onze bevolking. De tijdsomstandigheden hebben de urgentie van de voorgedragen regeling nog vergroot. Thans loopt de immuniteitstoestand elk jaar in belangrijke mate achteruit. De minister hecht er aan, in verband met het bovenstaande mede te deeien, dat het verhoogd gevaar voor pokken (en andere besmettelijke ziekten) in de tegenwoordige omstandigheden zijn bijzondere aandacht heeft, mede naar aanleiding van een daar over op zijn verzoek uitgebracht advies van den gezondheidsraad. Gisterochtend is door de haringschepen weer veel haring gevangen. De mocoriogger SCH 19, schipper C. De Graaf, ving uit de eer ste 30 netten 10 last haring en verzocht assi stentie van andere loggers, om bij het scheep halen van het restant der netten behulpzaam te zijn, daar deze eveneens vol haring zaten. Zaterdagochtend j.l. toen de loggers de vleet vanwege het ruwe weer niet konden halen, heeft het flink gespookt. Schipper C. den Heyer, van den binnengekomen motor- logger SCH 121 deelde mee een zware zee te, hebben, overgekregen, waardoor, de scheepsooot is stukgeslagen en de haring wel ke zich in de krebben bevond, gedeeltelijk is weggespoeld. Ook hebben eenige schepen vleetschade opgeloopen. In de voortgezette vergadering van hi- Centralen-Convent der A.R. Partij werd na de rede van dr. Colijn een gedachtewisseling gehouden, waarbij o.m. oud-minister mr. ie Wilde het woord voerde De heer de Wilde, had er, volgens het verslag van de Standaar 1 behoefte aan te zeggen, dat er tusschen ham en Dr. Colijn geen verschil van gevoelen heeft bestaan ten aanzien van het financieel beleid van het 4e kabinet-Colijn In April en Mei zag spr aankomen, dat het eindcijfer der begrooting 1940 zou uitgaan boven dat van de begrooting 1939. Daardoor zag spr zich genoopt af 'e treden Hij kon de ver antwoordelijkheid daarvoor niet dragen. Var harte heeft spr toen gehoopt, dat dr. Colijn wel zou slagen in hetgeen spr niet kon ge lukken. Naar aanleiding van een gemaakte opmer king, merkte mr. de Wilde op, dat dr. Colijn als Minister van Algemeene Zaken de al°°- meene leiding van het beleid beter het ft kunnen verzorgen, dan in de periode 193 5— 1937 mogelijk was. Dr. Colijn is de eerste ge weest om te komen met voorstellen tot ap proviandeering. Over de Millioenennota en de Memorie van Antwoord van het huidige Kabinet heeft spr zich verheugd. Deze staatsstukken zijn var- dien aard, dat zoowel dr. Colijn als spr. deze geheel kunnen onderschrijven. Als spr. eenige grief had tegen het vijfde kabinet-Colijn, dan was het, dat er mede deelingen werden gedaan ten aanzien van de leerlingensohaal en de zorg voor de ouden van dagen. Doch ook deze zaken zijn door het huidige kabinet alweer terzijde gestel:, Voor ons blijft er ook in dezen tijd in je Positie, waarin we staan, een heerlijke task Onze roeping is te werken aan de moreel 3 weerbaarheid van ons volk. Antwoord van dr. Colijn. In de beantwoording van de verschillen ie sprekers sloot dr. Colijn zich allereerst aar. tij de opmerking van mr. de Wilde, dat we ons niet moeten laten leiden door rancune Wij hebben tot taak de belangen van or.s land en volk te dienen. Over verguizing mo'! men maar niet spreken De historie zal wc! haar woord er over spreken, wie in de ach «er ons liggende periode goed hebben gezien er wie een onjuisten kijk hebben gehad. Als spr gezegd heeft, dat hij onder ae nuidige omstandigheden geen bezwaar heeft tegen het kabinet-De Geer, waarin ook twee s' ciaal-democraten zitting hebben, dan heef spr. met „huidige omstandigheden" bedoeld den tijd, sinds ook voor ons land oorlogsge vaar aanwezig is. Spr. deelde voorts mede, dat er onder het 4e kabinet-Colijn reeds eenstemmigheid e- stond om voor het geval oorlogsgevaar zou dreigen ook ministers in het Kabinet op te nemen uit partijen, die nog niet in het Ka binet vertegenwoordigd waren, zoo noodig door de benoeming van ministers zonder por tefeuille. Ten aanzien van de R. K. Staatspartij merkte spr. op, dat het zoo jammer is d u bannen als baron van Wijnbergen, jhr vin Nispen tot Sevenaer en dr Kooien, zoo w;i- nig invloed in de partij hebben. Anders z->u simenwerking zooveel gemakkelijker zijn. Over de C. H. behoefde spr. in zijn rede niet veel te zeggen, omdat de A.R. en C..H. ten aanzien van het financieel beleid eén waren. Samenwerking met de sociaal-democraten achtte spr. alleen dan mogelijk, als gebleken is, hoe deze zich zouden houden, indien, na dezen oorlog, nogmaals een revolutionnaire De voorgevel van het kasteel Vinnelas te Madrid, dat tot verblijf van generaal Franco werd ingericht. schok door de wereld zou gaan. Zoolang zuiks niet gebleken is achtte spr. samenwerking niet ge wenscht. Voor zoover door de liberalen ook de su prematie van de rede wordt aanvaardt, is er verwantschap tusschen hen en de sociaal democraten. De samenwerking met vrijzinnigen in de periode 1933—1937 gaf geen reden tot klacat. Alles wat mogelijk is onder een rechtseh Kabinet, zou ook bij mr Oud niet op tegen stand stuiten. Dat is toen wel gebleken. En hetzelfde kan van oud-minister Van Lid Mi de Jeude gezegd worden. Indien de R.K. hun standpunt herzien, heeft spr. tegen samenwerking met hen in het minst geen bezwaar. Nauwkeurig zal moeten worden toegezien, dat de bijl niet verder aan den wortel van den boom gelegd wordt door de sociaal-de mocraten, zooals in „De Standaard" in een driestar reeds opgemerkt werd. In dezen tijd verdient het thetisch zeker de voorkeur boven het anti-thetisch stand punt. De thetische uiteenzetting van onze beginselen dient de hoofdzaak van onze actie te zijn. Dat geldt ook met betrekking tot de Christelijke Historischen. Er zijn in de C. H. Unie zeer zeker bepaal de stroomingen op financieel en economisch gebied. Het is jammer, dat er van de Vrij- A.nti-Revolutionaire Partij in dien kring zoo weinig is overgebleven. In de Staten-Generaal moeten onze man nen, zoolang onze beginselen niet in gedrang komen, bij het beoordeelen van de voorge stelde maatregelen een zeer ruim standpunt innemen. Als vrucht van ons thetisch optreden moe ten we natuurlijk bij onze propaganda over de R.K. spreken. Spr. herinnerde eraan, dat bij de behandeling van een wijziging van de Winkelsluitingswet, welke spr. destijds als minister van Economische Zaken a.i. had te verdedigen, het de R. K. waren, die met een amendement kwamen, waardoor men ten aanzien van de Zondagsrust in strijd kwam met de A.R. opvattingen Hoe moet de verhouding zijn tusschen Kroon en Volksvertegenwoordiging? Dat is een belangrijke vraag. Er zijn er, die de opvatting zijn toegedaan, dat de Volksvertegenwoordiging tot de Re- gèering mag zeggen: „ga en doe dat!" Deze opvatting wordt niet alleen in linksche krin- Bob, de Canadeesche Politieruiter. De kleeren worden verbrand. Copyright opera mundi" 1. De aanvoerder der smokkelaarsbende, die uit stekend de zwemkunst verstaat is intusschen een heel eind opgeschoten. De laag over het water hangende rook was hem van groot nut omdat hij daardoor als door een zwaar gordijn aan de spie dende oogen der politiemannen onttrokken was. Het zwemmen met zijn kleeren aan valt echter niet mee. Hij begeeft zich daarom naar den oever waar hij zich van het grootste deel zijner boven- kleeren ontdoet. Hiervan een bundel makend zwemt hij er mee tot aan de plaats waar de ben zine op het water brandt en gooit ze er in. 2. Het terugzwemmen naai de brandende benzine doet hem wel veel tijd verliezen doch het ver hoogt zijn veiligheid. Immers als hij de kleeren op den oever laat liggen of ze in het meer werpt zullen zij vrij zeker door de po litiemannen opgemerkt worden. De politie zal dan een aanwij zing hebben dat en in welke richting hij gevlucht 'is. Even later zwemt hij verder. 3. Bob heeft zich intusschen naar de plaats begeven waar de gevangen genomen eden van de smokkelaarsbende door korpora l Leroux en zijn manschappe°en he- vaakt Als dp aanvoerder der smokkelaars zich onder de gevangenen bovine zgj zjjn triomf compleet zijn. Weliswaar is Bob e ^'iens het onderhoud, dat bij me den aan- oerder heeft gehad niet in geslaagd diens ge'aat te onderscheiden, maar ij is er vast van overtuigd, dat hij hem, wanneer hij onder mannen bevind' aan zijn stem zal nerkennen. De bandieten worden één voor één door den sergeant °n ervraa,gd zonder dat deze daardoor bijster veel te weten Er zijn er bij, d'e "peg weigeren te antwoorden terwijl de antwoorden wan andere duidelijk herkenl^"° leugens zijn. Om trent hun aanvoerder kan Bob absoluut u t te weten komen- 'erover weigeren zij allen zonder uitzondering ook maar iets te ze (gen. De sergean die scherp geluisterd heeft naar het geluid der verschillende stemmen, zegt dat de aanvoerder er niet bij is. ,k klim naar boven. De aanvoerder loopt naar zijn tent. Bob gaat op onderzoek uit. 4. „Ik moet eerlijk bekennen, dat ik er uiets van begrijp", zegt hij tegen den korporaal. „Ik evenmin", antwoordt Leroux, „maar zou het niet mogelijk ziin. dat hii zich nog in het kamp be vindt?" Bob schudt het hoofd. „Daar twijfel ik sterk aan, Leroux'zegt hij dan, „doch in ieder geval zal ik het gaan onderzoeken. Zoolang we den aanvoerder zelf niet in handen hebben, zijn we nog niet veel opgeschoten. Van die kerels daar", vervolgde Bob, op de gevangenen wijzend, „ben ik niet veel wijzer geworden. Ik ben er van overtuigd, dat hun chef niet veel loslaat". (Nadruk verboden)- 5. De sergeant draagt den Kor poraal dan op de gevangenen goed te bewaken terwijl hij zich naar het kamp begeeft om te on derzoeken of de aanvoerder der smokkelaarsbende zich daar ver borgen houdt. „Kijkt u vooral goed uit uw oogen, sergeant", waarschuwt de korporaal „ze hebben daar machinegeweren zooals U weet." Vervolgens bin den de politie de bandieten. 6. De aanvoerder der smokkelaars- bende heeft ten slotte den oever van het meer weten te bereiken waar het kamp der bende is ingericht Haastig begeeft hij zich naar de door hem be woonde tent. Tijd om uit te rusten gunt hij zich niet. Snel steekt hij zich in een ander stel bovenkleeren. pak; wat etenswaren bijeen en dan zet hij zijn vlucht voort. Hij besluit de ber gen in te trekken, hoewel dit voor hem niet van gevaar ontbloot is. 7. Leroux en zijn manschappen hebben zich met hun gevangenen op weg begeven naar het machtige vliegtuig waarmede zij naar 't hoofd kwartier vervoerd zullen worden. Wanneer zij jp een plaats aangekomen zijn van waar zij hel entenkamp duidelijk kunnen zien liggen blijfi Leroux plotseling staan. Zijn hand boven zijn >ogen houdend neemt hij het kamp scherp op. Dan gelast hij dé gevangenen halt te houden en wenkt een zijner manschappen naderbij te komen. „Kijk eens goed naar die voorste tent", zegt hij, „staat daar nu iemand of vergis ik me?" gen gehuldigd, doch ook wel door R.K. voor gestaan. Maar daartegenover staat de A.R. opvat ting, welke inhoudt: het is de Kroon, die re geert en het is de Koningin oie de opdracht tot Kabinetsformatie geeft. Daarom moet de formateur ook het regeeringsprogram op stellen. Spr. heeft dat gedaan. Met dat pro gram ging spr. noar de Souvereine Eerst na dat op het program de Koninklijke instem ming verkregen was, werd omgezien naar ministers, die bereid waren op dat program zitting in een Kabinet te nemen. Zoo wordt een Kabinet gevormd naar A.R. staatsrechtelijke opvattingen. Bij de vorming van zijn 'vijfde Kabinet heeft spr. ook drie R. K. uitgenoodigd. Voorts merkte spr. op, dat het niet in de eerste plaats gaat om de personen der mi nisters, doch om het program. En als alle ministers zich met alle kracht achter dat program stellen, dan is er een homogeen Kabinet. Den ouden Pitt zegt spr. na: niet op de mannen, maar op de maatregelen komt het aan. De historie zal uitspraak doen of het in 1937 niet beter was geweest ovet te gaan tot de samenstelling van een Kabinet op breede basis. Dat oud-minister De Wilde eenigszins ver wonderd is geweest over een tweetal pun ten in het regeeringsprogram van het 5e Ka binet-Colijn, kan spr. begrijpen. Maar Mr. De Wilde was in dat Kabinet ook geen mi nister. Ten aanzien van de wijziging van de leer lingensohaal, deelde Dr. Colijn mede, dat minister Slotemaker de Bruine nooit de mo gelijkheid heeft gezien om op het bedrag van zijn begrooting ad 150.000 009 zooveel te bezuinigen, dat er aan verbetering van da leerlingenschaal iets gedaan kon worden, zonder dat het eindbedrag der begrooting nog zou stijgen. Prof. Schriecke daarentegen was van oordeel, wel iets te kuinnen doen ter verbetering der leerlingensdhaal zonder dat het eindbedrag der Onderwij sbegrootir.g daardoor zou worden verhoogd. We staan, zoo besloot Dr. Colijn, midden ir. de branding en we zijn er nog niet uit. We zullen als A.R. nog heel wat klappen hebben te verwachten. Doch spr. is daarvoor met beducht. Sinas jaar en dag is de spoorweghaven brug aan den Haagweg te Leiden ten Zui den" en Westen van de ipoorlijn Leiden Utrecht, een verkeersobstakel geweest in den meest ruimc-n zjn de° woord,-.. Deze uit de zevenliger ja-en dateerende i rag heeft slechts een rijbr??dte van 3.44 meter, terwijl vroeger over deze orug nog de s toomtram Leiden Den Haag voerde. Sinds jaar en dag zijn er stemmen opge gaan om dit hin lerlijke verkeersobstakel hinderlijk zoowel voor voetganger? als voor rijdend verkeer door aen nieuwe brug 'e vervangen, beantwoordend aan de eischen van het moderne verkeer. Sinds jaar en lag ook zijn er onderhande lingen gevoerd ter verbetering, doch de Ned. Spoorwegen die de brug in eigendom hadden, toonden niet veel toeschietelijkheid, omdat zij geen belang hadden bij de brug, wel bij het waltr overigens maar heel weinig gebruikt. Gemeente Leir'en, rijk en spoorwegen zijn thans evenwel tot overeenstemming geko men. Het rijk ontwerpt en bouwt een nieuwe hefbrug, voorzien van een e'ect, .sche be wegingsinrichting. de doorvaartw.idte be draagt 7.40 M. (als thans),, de hieedte van den rijweg 9 M. en die van het vjetpad 2 M. De nieuwe brug met onderbouw zal bij de gemeente in eigendom en beheei zijn; zij neemt tevens hei onderhoud op zich, als mede de bedien'ng, welke kan worden ge combineerd met de bediening var. de Rijn- Het "rijk neemt van de totale kosten van den brugbouw, hulpwerken en verdere bij komende werken 75 pet voor z rekening; het resteerend éen vierde gedeelte draagt de gemeente, die van de Ned Spoorwegen een bedrag in eens van t 7bUU.— ontvangt, zijnde de Gekapitaliseerde kosten van onderhoud en bediening- die tot. nog toe ten laste-- de Spoorwegen kwamen. Zoowel met oog 0p de verkeersbelangen, ais in verband n et mogelijke prijsstijging hebben B. en W bij den Miriste,- van Wa terstaat alsnog aangedrongen op een spoe dige uitvoering van het werk. M Op den Wittenburgerweg is de mtorrijder van hier tegen een stilstaande auto opge botst M. beliep een rechterbeenbreuk en een zware hersenschudding Na eerste-hulp-ver- leening is M. overgebracht naar het Acad. ziekenhuis te Leiden De motor werd totaal vernield. Totaal overbodig. „Vader heeft een gymnastiek-apparaat gekocht," vertelde moeder, „hij wil toch wat doen voor z'n gezondheid." „Waarom?" vroeg Jantje. „Hij is toch in een levensverzekering."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 4