TIEN JAREN „de UITKIJK"
„Pygmalion".
De Onnooze
ZATERDAG 4 NOVEMBER 1939
figure» schilt niet ing van Sc0'tts Sun-
toont de kolonel P»c d t Eduard Verkade
"r,,t DE FAMILIE HARDY VOOR HET
ENGELSCHE KONINGSPAAR.
,WIE HEEFT MADELEINE
GEKUST
Een vroolijk, maar al te
doorzichtig filmpje.
NICK CARTER VERFILMD.
BROADWAY MELODY 1940.
LEWIS STONE ALS PRESIDENT DER
VEREENIGDE STATEN.
ALDOUS HUXLEY BIJ METBO-
GOLDWYN-MAYER.
Een film met Noël—Noël.
C. B.
ALICE BRADY
Het Avant-guarde-theater, dat
uit de beweging der Film
liga voortkwam.
Een groot verlies voor de filmkunst.
ALICE BRADY t
,,'T SAL WAERACHTIG WEL
GAEN".
In een nieuw kleed.
In het Haagsche Studio-theater zagen wij
deze week de Amerikaansch-Engelsche fi.m
„Pygmalion", gemaakt onder regie van
Anthony Asquith en Leslie Howard, met
Wendy Hiller in de rol van Eliza Doolittle
en Leslie Howard in die van prof. Higgins.
De meest interessante zijde aan deze film
is natuurlijk een vergelijking te kunnen
maken met de Nederlandsche filmbewerking
van Bernard Shaw s tooneelwerk onder
leiding van Ludwig Bamberger.
Over het algemeen loopen de opbouw en
indeeling van de beide films niet veel uit
elkaar, maar het accent ligt hier en daar
jji de Angelsaksische film weer anders dan
jj! de Nederlandsche filmbewerking.
Zoo men in de Nederlandsche film de
hoofdfiguur van de film kon noemen Lilly
Bouwmeester als Elisa Doolittle met Johan
de Meester en Eduard Verkade als prof.
■Higgins en kolonel Pickering op het tweede
,5L in de Engelsch-Amerikaansche film
fs Leslie Howard als prof. Higgins de voor-
naamste ftguur geworden, de eig
PvgmaÜ011' de boetseerder, die uit ee
nahe L»ndens»he straatmeid een welopg
j beschaafd meisie weet te creeeren en
voed, u meisje wc zi n eigen
dan verliefd wordt P
scheppin^' der verschillende
In de harakterteekening^der^^.^
demand met dat rehef.en .g
er aan heeft ë^e markante volkstype
in tden Jifin onze Nederlandsche film
^Aangezien de fih» Ete"nt °P de phonetica,
Zal Engelsch-sprokende film den Neder-
i toeschouwer niet datgene kunnen
Meden wat hij in de Nederlandsche zal hoo-
ren. Voor een groot gedeelte van het publiek
zal de ontwikkeling van Eliza Doolittle zich
duS alleen manifesteeren in de voortschrij
dende civilisatie van het straatmeisje, in
zo0verre zich deze uit in manieren en geba-
ren manifesteert. Wendy Hiller weet in dit
opzicht een alleszins aannemelijke evolutie
in haar spel te leggen, dat zeker wel zoo
natuurlijk schijnt als in ons Nederlandsch
product- Doch als figuur van het tweede
plan heeft zij niet de gelegenheid gekregen
Lilly Bouwmeester zoo uitvoerig geboden
om het innerlijk gemoedsleven te open-
De Amerikaansche film draait, gelijk we
zeiden, voornamelijk om de figuur vanP
Higgins. e» wie Leslie Howard
kent, weet bij voorbaat op dit g
bijzonders - 'rijgen, ie Johan de Meester
heerschts, het spel van
WDe°nke5dezal Bernard Shaw zelf meer
behagen hebben geschept m t Amerikaansch-
Engelsch product, omdat dit zich veel meer
aansloot bij den geest van zijn stuk, terwijl
de Nederlandsche film ook nog zoo iets als
een interpretatie was van zijn kijk op de
menschen.
Wie eens een kijk wil krijgen op den
invloed van de persoonlijke opvattingen van
„„ifrip oeuvre, verzuime
regisseurs op een zelfde o „Pygmf(lion"
de gelegenheid met om ook. u
te gaan zien.
De leden der filmfamilie Hardy, t.w. de
Metro-Go ld wyn-Mayer acteurs Lewis Stone,
Fay Holden, Mickey Rooney, Judy Garland
en Cecilia Parker hebben van het Engelsche
Koningspaar een verzoek gekregen om per
soonlijk naar Engeland te komen en op te
Sen voor de DePbe.
kende impresario Mick Hyams is zelf van
Engeland naar Hollywoo gereisd om deze
uitnoodiging aan Louis B. Mayer over te
brengen® Men hoopt dat overkomst ook in
de huidige omstandigheden nog mogelijk zai
blijken.
LUCHTRACE verfilmd.
In de nieuwe Warner Bros. film »TouSd
Angels", zullen de luchtraces te Cleveland
Let hoogtepunt vormen. De film behandelt
het leven van de z.g. „Lucht-engelen" (ste
wardessen) in dienst bij de te Ameri
kaansche luchtvaartmar chapmen.
Ann Sheridan, Gale Page, jane gryan en
Jane Wyman zijn de titelrol-vertolksters.
Een scène uit de Amerikaansche film „Pygmalion" met Wilfred Lawson als
Doolittle, Wendy Hiller als Elisa Doolittle, Scotts Sunderland als kol. Pickering,
Leslie Howard als prof. Higgins en Marie Lohr als mrsHiggins.
CavLt New-York werde
ren werkelijk alle aangek J een^"
heden aanwezig. Er werd fooien
v°or de
sa-dmer gegeven en zef atschappij, wolk"
kellners werden door oe de première
de film maakte, betaaldhliek tijdens de
te Washington floot het p n der Duit
scènes, daarin het binnenti -„oergegeven,
s'che troepen in België werd wee 6
Eigenlijk is het niet meer dan een niemen
dalletje deze Terra-film, geregisseerd door
Victor Janson, met Magda Schneider, Albert
Matterstock en Hermann Speelmans in de
hoofdrollen.
Het vroolijke, maar met geestige, wijl al
te doorzichtige verhaal verplaatst ons naar
Parijs en Londen, de twee wereldsteden,
waartusschen de piloot Pasqual met zijn as
sistent Maurice al twee millioen kilometer
heeft gevlogen zonder noemenswaardige
averij.
De laatste tochten, waarmede de film zich
occupeert, verloopen ook zeer normaal, doch
dit wil nog niet zeggen, dat er met de piloten
niets gebeurt.
Na een millioen en zooveel kilometers te
hebben afgelegd is Pasqual getrouwd met
een allerliefst en toegewijd vrouwtje (Magda
Schneider) en het toeval wil, dat juist de
derde verjaardag van zijn huwelijk samenvalt
met zijn tweemillioenste kilometer.
Hij en zijn vrouw trachten voor dezen
verjaardag met een aardige verrassing voor
den dag te komen en dit juist leidt tot aller
lei verwikkelingen. Het mevrouwtje maakte
de reis naar Londen om daar haar man bij
zijn aankomst te verrassen. Doch een inter
nationale deviezensmokkelaar brengt haar
in een moeilijk parket.
Nog meer verwikkelingen ontspinnen zich
evenwel rond Pasqual, die in een booze ja-
loersche bui een vriendin van zijn vrouw,
met haar man, die èn romanschrijver en ge
vangenisdirecteur blijkt te zijn, in een zeer
moeilijk parket brengt.
Aan het eind van het verhaal komt natuur
lijk alles op zijn pootjes terecht en blijkt het
eenig excuus voor al deze onpleizierigheden
„die dumme Liebe" te zijn.
Een amusant filmpje, dat om enkele details
nog voorbehoud voor volwassenen vraagt.
Hoe dikwijls hebben wij ze niet op de sta
tionskiosken gezien deze detective-verhalen
en vervolgen, met den resoluten kop van
Nick Carter op den omslag? Metro-Goldwyn-
Mayer zal thans van deze Nick Carter
figuur een romantische detective-film ma
ken, met den fijnen, langzamerhand van
tweede plansrollen op den voorgrond tre
denden Walter Pidgeon als hoofdfiguur. Rita
Johnson is het meisje, en in de entourage
speelt o.m. Donald Meek, een der merk
waardigste karakterspelers van heel Holly
wood: een schuchtere, afwezige, vriendelijke
en oriderdanige verschijning.
De tot opvolgster van Deanne Durbin ge
kozen Gloria jean Schoonover heeft haar
triomfalen intocht gehouden in haar geboor
testad Scranton. Heel de stad was uitge-
loopen, de burgemeester hield een welkomst
rede en ten slotte werd ze tot koningin van
de kolenmijnen gekroond. Scranton ligt in een
rijke mijnstreek. De jeugdige „Queen Coal"
zong bij wijze van dank enkele liedjes.
De verfilming van het tooneelstuk „Gol
den Boy", dat ook hier te lande is gespeeld,
geschiedde door Rouben Mamoulian. De
rol van den bokser werd vervuld door den
jongen filmacteur William Holden, een
nieuwe ontdekking, die men bij het dilettan-
tentooneel heeft weggehaald en met een
°°ntract van zeven jaar aan Hollywood ver-
bo
'nden.
Metro-Goldwyn-Mayer's nieuwe groote „mu
sical" zal thans niet alleen voor den eersten
keer Fred Astaire en Eleanor Powell in een
film samen brengen, doch ook den bekenden
excentric dancer George Murphy. De mu
ziek is van een der meest geliefde song-com
ponisten uit den laatsten tijd, Cole Porter,
die ook de songs voor Born To Dance en
Rosalie gemaakt heeft.
Na een langdurig debat tusschen de direc
teuren van Metro-Goldwyn-Mayer, naar de
afloop waarvan heel Hollywood om Pres-
tige-redenen benieuwd was, is besloten om
Lewis Stone de rol te laten spelen van het
huidige staatshoofd der Vereenigde Staten
in de nieuwe film naar Damon Runyon's
tooneelstuk A Call On The President. Nie
mand zal zich tenslotte over deze beslissing
verwonderen wanneer men aan het voor
name, strenge en toch zoo vriendelijk» ge
zicht van Lewis Stone, den oud-officie1^va»
het Amerikaansche leger en „père noble uit
zoovele Familie-Hardy-films, denkt.
De oorspronkelijke muzikale begeleiding
van de marine-film ,,'t Sal waerachtig wel
gaen", waarvan kortgeleden de proefvoor-
stelling in Batavia plaats vond, is om ver
schillende redenen niet doelmatig gebleken,
zoodat na rijp beraad besloten werd haar ge
deeltelijk te vervangen.
Woensdagmiddag 24 October had in het
Astoria-theater te Batavia de eerste voor
stelling plaats van deze propagandafilm in
haar nieuwe kleed en al aanstonds kan wor
den gezegd, dat het haar meer dan ten goede
is gekomen. De nieuwe muzikale illustratie
is geheel aangepast aan de verschillende
beelden van de film en verhoogt op vele
momenten de verbeeldingskracht.
Van deze verklaring werd ook nog ge
bruik gemaakt om op sommige punten den
verklarenden gesproken tekst ietwat uit te
breiden, aldus Aneta/A.N.P.
Alle copieën van deze meer dan 2200 me
ter lange film, die thans in omloop worden
gebracht, zijn voorzien van den nieuwen ge
luidsband, welke omwerking door het jonge
bedrijf der Aniffilm in drie dagen tijd tot
stand werd gebracht.
De openbare voorstellingen zullen in het
begin van November vrijwel gelijktijdig te
Batavia en te Soerabaja aanvangen, terwijl
deze film hoogstwaarschijnlijk in dat tijd
vak evenzoo in Nederland in circulatie zal
komen.
Op dringend radiotelefonisch verzoek uit
Nederland, waar klaarblijkelijk groote be
langstelling voor deze marinefilm bestaat, is
de eerste voor openbare vertooning gereed
gekomen copie per vliegtuig daarheen ge
zonden.
De Engelsche moralist en romanschrijver
Aldous Huxley heeft een contract met Me
tro - Goldwyn - Mayer geteekent voor het
schrijven van het scenario van het sinds
jaren voor verfilming overwogen tooneel--
stuk Pride And Prejudice, waarin vermoe
delijk Robert Donat en Norma Shearer de
hoofdrollen zullen spelen.
Margaret Lokwood, May Whitty en Paul Lukas in de film Een vrouw ivist te
veel" (Capitol en City, Rotterdam
Noël-Noël in de
Fransche filmklucht
„De Onnoozele"
In „De Onnoozele" speelt de Fransche ko
miek Noël-Noël de rol van een mislukke
ling, Nicolas, die, om in zijn onderhoud te
voorzien, viooltjes verkoopt voor het nacht
café ,,Le prince Igor" op Montmartre. Daar
ontmoet hij Lisette, die ook bloemen verkoopt
en zooals dat nu eenmaal gaat, er ontstaat
genegenheid tusschen beide levens verschop
pelingen. Nicolas wordt op zekeren dag aan
gezocht in „Le prince Igor" bloemen aan de
klanten te verkoopen. Nicolas neemt het aan
bod met beide handen aan, niet vermoedend,
dat in de bouquetjes, die hij aan den man
moetb rengen, verdoovende middelen zijn ver
stopt, die zoodoende onopvallend aan de
klanten geleverd worden.
Van dat oogentolik af blijft Nicolas m
dienst van Igor's bende, die zich niet alleen
met het smokkelen van verdoovende midde
len onledig houdt, maar ook op andere on
wettige manieren geld verdient. Nicolas is
zich daarvan niet in het minst bewust en
deze onwetendheid, die hij het onnoozele af
is, redt hem in alle moeilijke sitaties, wan
neer de politie achterdocht gaat koesteren,
maar telkenmale ontwapend wordt door Ni
colas' nieveteit. Alles gaat goed tot een der
bendeleden zich te buiten gaat aan „kidnap
ping" en Nicolas vraagt op de kinderen te
passen. Nicolas wordt nu kindermeisje in een
leegstaand huis in een der Parijsche buiten
wijken en heel spoedig zijn de ontvoerde kin
deren aan hem gehecht. Als „De Onnoozele"
dan op een avond naar het hoofdkwartier
gaat, door geldgebrek gedwongen, merkt hij
tot zijn ontsteltenis, dat „Le prince Igor" door
de politie, die eindelijk op het spoor der ben
de is gekomen, wordt belegerd. Dan eerst
komt hij achter het eigenlijke wezen van zijn
opdrachtgever en hij haast zich terug naar
het huis om de kinderen veilig aan de ouders
terug te brengen. Hij moet daarbij nog strijd
leveren tegen Igor, maar geholpen door Li
sette, lukt het hem, den bendeleider, vastge
naaid in zijn eigen kleeren aan de politie
uit te leveren. Het behoeft wel geen betoog,
dat de dankbare ouders „Den Onnoozele", die
nog niet zoo onnoozel was, zoodanig te be-
loonen, dat hij samen met Lisette een bloe-
menzaak kan beginnen.
Het type van den onnoozelen en onhandi-
gen man, die uiteindelijk door zijn tekortko
mingen overwint, heeft in de filmwereld
reeds vele vertolkers gehad, als bijv. Harold
Lloyd, Buster Kaeton, Harry Langdon en van
meer recenten datum de Engelsche komiek
Formby.
In vergelijking tot dezen laatsten is Noël-
Noël overtuigender. Hij acteert minder na
drukkelijk en met minder gebaren dan zijn
Engelsche collega en is daardoor als het type,
dat hij moet verbeelden, meer aannemelijk.
Vermoedelijk komt dit voor een goed deel op
rekening van den regisseur, Malarice Cam-
mage, die de heele film door van zijn goede
leiding blijk geeft. Hij maakte een amusante
film, vlot van tempo, origineel van verwikke
lingen en beheerscht van spel, een van die
films, die geen pretentie hebben, maar ten
slotte beschaafder amusement blijken te zijn
-dan vele grootsch-opgezette en duur gelan
ceerde rolprenten.
Albert Matterstock en Magda Schneider in de Terra-film „Wie heeft Madeleine
gekust (Luxor, Rotterdam
In den zomer van het jaar 1929 stond op
de Prinsengracht te Amsterdam, op eenige
passen afstands van de Leidsche Straat, de
City-Bioscope te huur, een van die kleine
volksbioscoopjes, dat zijn publiek zag
overloopen naar de grootere, maar vooral
comfortabeler filmpaleizen, die voor iets
meer geld een uitgebreider en meer
gevarieerd programma wisten te brengen.
Zoo kwam de City-Bioscope in handen van
een combinatie, die het mogelijk achtte een
avant-garde theater in Amsterdam te exploi-
teeren, in den geest van de „Studio des
Ursulines" of de „Studio '28" in Parijs. De
tiiden waren er rijp voor. „Filmliga", een
organisatie van filmliefhebbers, die beu
waren van het gebruikelijke bioscoops
programma, had twee jaren lang met succes
gewerkt, niet alleen in Amsterdam, maar
ook in talrijke onderafdeelingen door het
geheele land. Er waren films geïmporteerd,
die door de bioscoopsexploitanten genegeerd
werden, er waren besloten voorstellingen
georganiseerd, waarin de leden kennis kon
den nemen van het onafhankelijke filmwerk
in het buitenland, terwijl in het vereeni-
gingsorgaan, „Filmliga" scherpe, niets
ontziende critiek geleverd werd op de talrijke
smaakbedervende films en op de fouten en
tekortkomingen van het filmbedrijf en de
filmexploitatie. Door deze actie waren de
oogen van vele geregelde bioscoopsbezoekers
geopend voor de ongekende mogelijkheden
van het filmmateriaal en voor de ongeweten
schoonheden van het bewegende beeld en
er was een vast contingent filmenthousiasten
gevormd, dat niet meer uit gewoonte naar
de bioscoop ging, maar met critischen zin
en onderscheidingsvermogen uitkeek naar
de betere film. Rekenend op deze kleine
schare ware filmvrienden werd 9 November
1929 de oude „City-Bioscope" omgedoopt in
„De Uitkijk" en had Nederland zijn eerste
avant-garde theater. De onderneming stond
los van de Liga-beweging, die nog enkele
jaren haar werkzaamheden voortzette en
uiteraard, wanneer het noodig was, haar
belangstelling voor de nieuwe stichting
toonde in een onpartijdige critiek op de
uitgebrachte programma's.
Zoo lezen, wij in het Novembernummer
van het tijdschrift „Filmliga", als reactie
°P de eerste voorstellingen „Dit blijkt
althans, dat men in het jaar 1929 in Amster
dam komt om een film te zien en niet om
een koorddanser of een omvallende Ford.
Men is gekomen in een milieu, dat overhaast
moest worden overgenomen van een totaal
anders geaarde onderneming men is geko
men in een pijpenla, die zóóveel comfort
mist dat zelfs de romantiek van de zaak
daarvoor geen voldoende vergoeding biedt;
men is gekomen in een oud bioscoopje,
zónder Norico, zonder variété, zonder orgel
met de menschelijke stem en zonder con
sumptie voor billijke prijzen. Men is gekomen
en voorloopig is dat voor ons voldoende
Als daarentegen het tweede programma
aan minder hooge eischen voldoet, schrijft
hetzelfde blad onomwonden„Voor dit
programma en de wijze, waarop het opge
diend wordt, zou elke bioscoop in onze stad
zich te schamen hebben. Alleen een grondige
koersverandering kan dit theater voor fluit-
protesten van onze zijde behoedenZoo
de afval loozend die andere theaters niet
wilden hebben, is het de beste troef in de
handen van onze tegenstanders een bioscoop
van tien jaar terug in plaats van tien jaar
vooruit" Zoó, met vallen en opstaan, zoekt
het eerste avant-garde theater zijn vorm
en het vindt dien in korten tijd. Naast
belangrijke premières, als de vertooning van
Dreyer's „Jeanne d'Arc", waarmee geopend
werd en' het werk van Nederlandsche
filmers worden reprises gebracht van in de
filmhistorie als mijlpalen der cinematographie
opgeteekende werken, „Kean met Ivan
Mosjoekine, „Variété" van Dupont, de
prestaties der Fransche en Duitsche Avant-
Garde (René Clair, Feyder, Siodmak) en de
hoogtepunten der Russische filmkunst.
Hoewel reeds in '29 de eerste geluidsfilms
ons land bereiken, weet „De Uitkijk" tot
Januari '32 met de producten der zwijgende
filmkunst haar programma's te vullen om dan
met Clair's „Het Strooien Hoedje" afscheid
te nemen van de stomme film en met de
Philipsfilm van Ivens een nieuwe periode
in te zetten. In Augustus '33 vindt een
restauratie van het donkere, oude zaaltje
plaats onder de architecten Merkelbach en
Karsten en 9 November 1934 wordt het eerste
lustrum gevierd met de première van „Man
of Aran", de indrukwekkende documentaire
van Robert J. Flaherty.
Door de komst van de geluidsfilm moest
Di Uitkijk haar oorspronkelijke werkwijze
op den duur veranderen. De avant-garde, de
enkele filmers, die buiten de industrie om
hun ondankbare taak verrichtten, hield op
te bestaan door de grootere kosten, die thans
het film maken met zich mee bracht en waar
de meeste filmmaatschappijen hier hun vastc
distributie-organen kregen en het bedrijf
gesloten werd, werd het onmogelijk op eigen
initiatief films op te sporen, die boven de
doorsnee industriefilm uitkwamen. Men was
afhankelijk van de films, welke hier geïm-
Wanneer in Hollywood een filmacteur
of -actrice overlijdt en Reuter seint voor
den laatsten keer den naam naar alle wind
streken, benevens een opsomming van films,
die wij grootendeels alweer vergeten zijn,
dan spreekt dat lang niet altijd tot ons.
Dikwijls is het moeilijk, ons onmiddellijk
precies voor den geest te halen, hoe groot
porteerd werden, om daarna af te wachten
'hoe de gevraagde huurprijs zou uitvallen,
die meestal te hoog werd voor een theater
van den beperkten omvang als „De Uitkijk
De taak van dit theater beperkte zich thans
in hoofdzaak tot het geven van belangrijke
reprises, afgewisseld met een enkele premiere
van een, niet in de lijn der grootere theaters
vallende, film. Dat dergelijke films juist wel
pasten in het kader van een avant-garde
theater, bewijst de lijst der in den loop der
jaren uitgebrachte premières, die o. m. films
als „Régie" van E. Gréville, „Die Erde" van
Dovsjenko, „Mirages de Paris" van Ozep,
„Marie Chapdelaine" van Duvivier, „Peter
ïbbetson" van Henry Hathaway, „Bank Holi
day" van Carol Reed en „Madeleine van
Jean Gremillon omvat.
„De Uitkijk" zal 9 November a.s. zijn
tweede lustrum vieren en dit zal in alle stilte
gebeuren, omdat de tijden niet staan naar
uitbundige feestvreugde en ook een beetje,
omdat de passende film ontbreekt, die den
feestelijken datum in stijl zou moeten accen-
tueeren. Maar deze omstandigheid mag niet
beletten, dat met een enkel woord het moei
lijke en' vaak baanbrekende werk gememo
reerd wordt, dat dit theater in deze tien
jaren, onder zijn diverse directies tot stand
heeft gebracht. „De Uitkijk" werd opgericht
als het theater van de goede film en hij is
dit gebleven wat dat zeggen wil zal ieder
begrijpen, die den middelmatigen stand van
de huidige film kent. Het is geen geringe
opdracht in dezen tijd van het volledig
verindustrialiseerde filmbedrijf, waaruit
spaarzaam een goede film en hoogst zelden
een superieure film voortkomt, een traditie
te scheppen van regelmatig een acceptabel
programma uit te brengen, maar wie de
imposante lijst der in de tien jaren vertoonde
films doorkijkt zal maar hoogst zelden een
minder geslaagde première of reprise kunnen
aan wijzen.
„De Uitkijk" heeft een taak, die meer
omvat dan de doelstelling der meeste biosco
pen, zij dient niet louter het amusement,
maar in de eerste plaats de filmcultuur, die
op het oogenblik het meeste baat vindt bij
de vertooning van de pioniersdaden uit een
min of meer verwijderd verleden, van die
films, die om de een of andere reden niet
kunnen verouderen en die men gevoeglijk
tot de klassieken van het witte doek zou
kunnen rekenen. De periodieke reprises van
„Le Million", van „Mayerling" en van ..Die
Dreigroschenoper", van „Ruggles of Red Gap"
en „Trouble in Paradise" vormen in dit ver
band een traditie, waarvan de waarde niet
hoog genoeg aangeslagen kan worden.
In het snelle en gedaclitenlooze leven in
en om het filmbedrijf, in deze wereld van
snel wisselende waarden en stijlen, is traditie
een schier lachwekkend begrip. Dit begrip
tot een levende werkelijkheid te hebben
gebracht is de groote verdienste van „De
Uitkijk", die hierom alleen al. bij dit tien
jarig jubileum, den dank van alle filmvrien
den verdient.
C. B.
en hoe geaard het talent van de(n) over
ledene is geweest.
Maar ten aanzien van Alice Brady, die
thans op den nog zoo jongen leeftijd van
zeven en veertig jaren het tijdelijke met
het eeuwige heeft verwisseld, is het an
ders gesteld. Wij kennen haar en wij zullen
ons haar blijven herinneren.
Alice Brady is een fijne, ranke vrouwen
gestalte geweest. Haar fijnbesneden gelaat
toonde duidelijk een lijden^ maar tevens
bezat het een innige aantrekkelijkheid. En
haar talent reikte tot twee uitersten; zij
heeft ons een scherpen spot te zien gege
ven op een categorie van rijke en verwen
de vrouwen, dwaze schepsels, die geen be
sef hadden van haar eigen, laatdunkende
wreedheid. En daarnaast heeft zij met
groote innigheid en warmte moederfiguren
geteekend, wier leven strijd was, wanhopi
ge, eindelooze, dappere strijd om het
bestaan, strijd om levensmogelijkheid voor
haar gezin, meer dan voor zichzelf....
Er was een groote film, wier naam nog
niet verbleekt is: „In Oud Chicago", waarin
die moederfiguur voor elkeen levend is ge
bleven, al is Alice Brady zelf niet meer. En
een tweede groote film, wier naam elkeen
kent, heet: „Honderd Mannen en een Meisje"
waarin deze zelfde Alice Brady de zottin
speelt, de millioenaire, wier taschje door
Deanne Durbin wordt gevonden. Welk een
contrast tusschen deze twee rollen en welk
een rijk talent, dat zoowel het een als het
andere kan spelen!
En de vertolkster was zeer geliefd. Reeds
geruimen tijd ziek en lijdend, verkoos zij
door te spelen, zich op de been te houden,
werk te verrichten en haar kunst te die
nen. Omringd door louter vrienden, sym
pathie, medelijden en hoogachting verwer
vend, waar zij ging, was zij nog zoo heel
veel voor anderen bovendien.
Nu komt haar laatste film, haar laatste
rol. De 20th. Century-Foxfilm „Young Mr.
Lincoln" zal binnenkort hier te lande wor
den vertoond. Alice Brady's rol daarin is de
mooiste, die wij van haar kennen, een dier
aandoenlijke, zuivere en lieve moederge
stalten, waarin zij heeft geëxcelleerd. Een
nobele rol.
En een nobele vertolkster....
Zij ruste in vrede.
U dacht immer», dat a nog best
vóór die andere auto het kruispunt
kon passeerenl - Maar langs
denkweg moet u dat niet „den-
ken", u moet 't zeker weien!
De Engelsch-A
merikaansche verfilming
van Bernard Shaw.