TIEN JAREN „de UITKIJK" „Pygmalion". De Onnooze ZATERDAG 4 NOVEMBER 1939 figure» schilt niet ing van Sc0'tts Sun- toont de kolonel P»c d t Eduard Verkade "r,,t DE FAMILIE HARDY VOOR HET ENGELSCHE KONINGSPAAR. ,WIE HEEFT MADELEINE GEKUST Een vroolijk, maar al te doorzichtig filmpje. NICK CARTER VERFILMD. BROADWAY MELODY 1940. LEWIS STONE ALS PRESIDENT DER VEREENIGDE STATEN. ALDOUS HUXLEY BIJ METBO- GOLDWYN-MAYER. Een film met Noël—Noël. C. B. ALICE BRADY Het Avant-guarde-theater, dat uit de beweging der Film liga voortkwam. Een groot verlies voor de filmkunst. ALICE BRADY t ,,'T SAL WAERACHTIG WEL GAEN". In een nieuw kleed. In het Haagsche Studio-theater zagen wij deze week de Amerikaansch-Engelsche fi.m „Pygmalion", gemaakt onder regie van Anthony Asquith en Leslie Howard, met Wendy Hiller in de rol van Eliza Doolittle en Leslie Howard in die van prof. Higgins. De meest interessante zijde aan deze film is natuurlijk een vergelijking te kunnen maken met de Nederlandsche filmbewerking van Bernard Shaw s tooneelwerk onder leiding van Ludwig Bamberger. Over het algemeen loopen de opbouw en indeeling van de beide films niet veel uit elkaar, maar het accent ligt hier en daar jji de Angelsaksische film weer anders dan jj! de Nederlandsche filmbewerking. Zoo men in de Nederlandsche film de hoofdfiguur van de film kon noemen Lilly Bouwmeester als Elisa Doolittle met Johan de Meester en Eduard Verkade als prof. ■Higgins en kolonel Pickering op het tweede ,5L in de Engelsch-Amerikaansche film fs Leslie Howard als prof. Higgins de voor- naamste ftguur geworden, de eig PvgmaÜ011' de boetseerder, die uit ee nahe L»ndens»he straatmeid een welopg j beschaafd meisie weet te creeeren en voed, u meisje wc zi n eigen dan verliefd wordt P scheppin^' der verschillende In de harakterteekening^der^^.^ demand met dat rehef.en .g er aan heeft ë^e markante volkstype in tden Jifin onze Nederlandsche film ^Aangezien de fih» Ete"nt °P de phonetica, Zal Engelsch-sprokende film den Neder- i toeschouwer niet datgene kunnen Meden wat hij in de Nederlandsche zal hoo- ren. Voor een groot gedeelte van het publiek zal de ontwikkeling van Eliza Doolittle zich duS alleen manifesteeren in de voortschrij dende civilisatie van het straatmeisje, in zo0verre zich deze uit in manieren en geba- ren manifesteert. Wendy Hiller weet in dit opzicht een alleszins aannemelijke evolutie in haar spel te leggen, dat zeker wel zoo natuurlijk schijnt als in ons Nederlandsch product- Doch als figuur van het tweede plan heeft zij niet de gelegenheid gekregen Lilly Bouwmeester zoo uitvoerig geboden om het innerlijk gemoedsleven te open- De Amerikaansche film draait, gelijk we zeiden, voornamelijk om de figuur vanP Higgins. e» wie Leslie Howard kent, weet bij voorbaat op dit g bijzonders - 'rijgen, ie Johan de Meester heerschts, het spel van WDe°nke5dezal Bernard Shaw zelf meer behagen hebben geschept m t Amerikaansch- Engelsch product, omdat dit zich veel meer aansloot bij den geest van zijn stuk, terwijl de Nederlandsche film ook nog zoo iets als een interpretatie was van zijn kijk op de menschen. Wie eens een kijk wil krijgen op den invloed van de persoonlijke opvattingen van „„ifrip oeuvre, verzuime regisseurs op een zelfde o „Pygmf(lion" de gelegenheid met om ook. u te gaan zien. De leden der filmfamilie Hardy, t.w. de Metro-Go ld wyn-Mayer acteurs Lewis Stone, Fay Holden, Mickey Rooney, Judy Garland en Cecilia Parker hebben van het Engelsche Koningspaar een verzoek gekregen om per soonlijk naar Engeland te komen en op te Sen voor de DePbe. kende impresario Mick Hyams is zelf van Engeland naar Hollywoo gereisd om deze uitnoodiging aan Louis B. Mayer over te brengen® Men hoopt dat overkomst ook in de huidige omstandigheden nog mogelijk zai blijken. LUCHTRACE verfilmd. In de nieuwe Warner Bros. film »TouSd Angels", zullen de luchtraces te Cleveland Let hoogtepunt vormen. De film behandelt het leven van de z.g. „Lucht-engelen" (ste wardessen) in dienst bij de te Ameri kaansche luchtvaartmar chapmen. Ann Sheridan, Gale Page, jane gryan en Jane Wyman zijn de titelrol-vertolksters. Een scène uit de Amerikaansche film „Pygmalion" met Wilfred Lawson als Doolittle, Wendy Hiller als Elisa Doolittle, Scotts Sunderland als kol. Pickering, Leslie Howard als prof. Higgins en Marie Lohr als mrsHiggins. CavLt New-York werde ren werkelijk alle aangek J een^" heden aanwezig. Er werd fooien v°or de sa-dmer gegeven en zef atschappij, wolk" kellners werden door oe de première de film maakte, betaaldhliek tijdens de te Washington floot het p n der Duit scènes, daarin het binnenti -„oergegeven, s'che troepen in België werd wee 6 Eigenlijk is het niet meer dan een niemen dalletje deze Terra-film, geregisseerd door Victor Janson, met Magda Schneider, Albert Matterstock en Hermann Speelmans in de hoofdrollen. Het vroolijke, maar met geestige, wijl al te doorzichtige verhaal verplaatst ons naar Parijs en Londen, de twee wereldsteden, waartusschen de piloot Pasqual met zijn as sistent Maurice al twee millioen kilometer heeft gevlogen zonder noemenswaardige averij. De laatste tochten, waarmede de film zich occupeert, verloopen ook zeer normaal, doch dit wil nog niet zeggen, dat er met de piloten niets gebeurt. Na een millioen en zooveel kilometers te hebben afgelegd is Pasqual getrouwd met een allerliefst en toegewijd vrouwtje (Magda Schneider) en het toeval wil, dat juist de derde verjaardag van zijn huwelijk samenvalt met zijn tweemillioenste kilometer. Hij en zijn vrouw trachten voor dezen verjaardag met een aardige verrassing voor den dag te komen en dit juist leidt tot aller lei verwikkelingen. Het mevrouwtje maakte de reis naar Londen om daar haar man bij zijn aankomst te verrassen. Doch een inter nationale deviezensmokkelaar brengt haar in een moeilijk parket. Nog meer verwikkelingen ontspinnen zich evenwel rond Pasqual, die in een booze ja- loersche bui een vriendin van zijn vrouw, met haar man, die èn romanschrijver en ge vangenisdirecteur blijkt te zijn, in een zeer moeilijk parket brengt. Aan het eind van het verhaal komt natuur lijk alles op zijn pootjes terecht en blijkt het eenig excuus voor al deze onpleizierigheden „die dumme Liebe" te zijn. Een amusant filmpje, dat om enkele details nog voorbehoud voor volwassenen vraagt. Hoe dikwijls hebben wij ze niet op de sta tionskiosken gezien deze detective-verhalen en vervolgen, met den resoluten kop van Nick Carter op den omslag? Metro-Goldwyn- Mayer zal thans van deze Nick Carter figuur een romantische detective-film ma ken, met den fijnen, langzamerhand van tweede plansrollen op den voorgrond tre denden Walter Pidgeon als hoofdfiguur. Rita Johnson is het meisje, en in de entourage speelt o.m. Donald Meek, een der merk waardigste karakterspelers van heel Holly wood: een schuchtere, afwezige, vriendelijke en oriderdanige verschijning. De tot opvolgster van Deanne Durbin ge kozen Gloria jean Schoonover heeft haar triomfalen intocht gehouden in haar geboor testad Scranton. Heel de stad was uitge- loopen, de burgemeester hield een welkomst rede en ten slotte werd ze tot koningin van de kolenmijnen gekroond. Scranton ligt in een rijke mijnstreek. De jeugdige „Queen Coal" zong bij wijze van dank enkele liedjes. De verfilming van het tooneelstuk „Gol den Boy", dat ook hier te lande is gespeeld, geschiedde door Rouben Mamoulian. De rol van den bokser werd vervuld door den jongen filmacteur William Holden, een nieuwe ontdekking, die men bij het dilettan- tentooneel heeft weggehaald en met een °°ntract van zeven jaar aan Hollywood ver- bo 'nden. Metro-Goldwyn-Mayer's nieuwe groote „mu sical" zal thans niet alleen voor den eersten keer Fred Astaire en Eleanor Powell in een film samen brengen, doch ook den bekenden excentric dancer George Murphy. De mu ziek is van een der meest geliefde song-com ponisten uit den laatsten tijd, Cole Porter, die ook de songs voor Born To Dance en Rosalie gemaakt heeft. Na een langdurig debat tusschen de direc teuren van Metro-Goldwyn-Mayer, naar de afloop waarvan heel Hollywood om Pres- tige-redenen benieuwd was, is besloten om Lewis Stone de rol te laten spelen van het huidige staatshoofd der Vereenigde Staten in de nieuwe film naar Damon Runyon's tooneelstuk A Call On The President. Nie mand zal zich tenslotte over deze beslissing verwonderen wanneer men aan het voor name, strenge en toch zoo vriendelijk» ge zicht van Lewis Stone, den oud-officie1^va» het Amerikaansche leger en „père noble uit zoovele Familie-Hardy-films, denkt. De oorspronkelijke muzikale begeleiding van de marine-film ,,'t Sal waerachtig wel gaen", waarvan kortgeleden de proefvoor- stelling in Batavia plaats vond, is om ver schillende redenen niet doelmatig gebleken, zoodat na rijp beraad besloten werd haar ge deeltelijk te vervangen. Woensdagmiddag 24 October had in het Astoria-theater te Batavia de eerste voor stelling plaats van deze propagandafilm in haar nieuwe kleed en al aanstonds kan wor den gezegd, dat het haar meer dan ten goede is gekomen. De nieuwe muzikale illustratie is geheel aangepast aan de verschillende beelden van de film en verhoogt op vele momenten de verbeeldingskracht. Van deze verklaring werd ook nog ge bruik gemaakt om op sommige punten den verklarenden gesproken tekst ietwat uit te breiden, aldus Aneta/A.N.P. Alle copieën van deze meer dan 2200 me ter lange film, die thans in omloop worden gebracht, zijn voorzien van den nieuwen ge luidsband, welke omwerking door het jonge bedrijf der Aniffilm in drie dagen tijd tot stand werd gebracht. De openbare voorstellingen zullen in het begin van November vrijwel gelijktijdig te Batavia en te Soerabaja aanvangen, terwijl deze film hoogstwaarschijnlijk in dat tijd vak evenzoo in Nederland in circulatie zal komen. Op dringend radiotelefonisch verzoek uit Nederland, waar klaarblijkelijk groote be langstelling voor deze marinefilm bestaat, is de eerste voor openbare vertooning gereed gekomen copie per vliegtuig daarheen ge zonden. De Engelsche moralist en romanschrijver Aldous Huxley heeft een contract met Me tro - Goldwyn - Mayer geteekent voor het schrijven van het scenario van het sinds jaren voor verfilming overwogen tooneel-- stuk Pride And Prejudice, waarin vermoe delijk Robert Donat en Norma Shearer de hoofdrollen zullen spelen. Margaret Lokwood, May Whitty en Paul Lukas in de film Een vrouw ivist te veel" (Capitol en City, Rotterdam Noël-Noël in de Fransche filmklucht „De Onnoozele" In „De Onnoozele" speelt de Fransche ko miek Noël-Noël de rol van een mislukke ling, Nicolas, die, om in zijn onderhoud te voorzien, viooltjes verkoopt voor het nacht café ,,Le prince Igor" op Montmartre. Daar ontmoet hij Lisette, die ook bloemen verkoopt en zooals dat nu eenmaal gaat, er ontstaat genegenheid tusschen beide levens verschop pelingen. Nicolas wordt op zekeren dag aan gezocht in „Le prince Igor" bloemen aan de klanten te verkoopen. Nicolas neemt het aan bod met beide handen aan, niet vermoedend, dat in de bouquetjes, die hij aan den man moetb rengen, verdoovende middelen zijn ver stopt, die zoodoende onopvallend aan de klanten geleverd worden. Van dat oogentolik af blijft Nicolas m dienst van Igor's bende, die zich niet alleen met het smokkelen van verdoovende midde len onledig houdt, maar ook op andere on wettige manieren geld verdient. Nicolas is zich daarvan niet in het minst bewust en deze onwetendheid, die hij het onnoozele af is, redt hem in alle moeilijke sitaties, wan neer de politie achterdocht gaat koesteren, maar telkenmale ontwapend wordt door Ni colas' nieveteit. Alles gaat goed tot een der bendeleden zich te buiten gaat aan „kidnap ping" en Nicolas vraagt op de kinderen te passen. Nicolas wordt nu kindermeisje in een leegstaand huis in een der Parijsche buiten wijken en heel spoedig zijn de ontvoerde kin deren aan hem gehecht. Als „De Onnoozele" dan op een avond naar het hoofdkwartier gaat, door geldgebrek gedwongen, merkt hij tot zijn ontsteltenis, dat „Le prince Igor" door de politie, die eindelijk op het spoor der ben de is gekomen, wordt belegerd. Dan eerst komt hij achter het eigenlijke wezen van zijn opdrachtgever en hij haast zich terug naar het huis om de kinderen veilig aan de ouders terug te brengen. Hij moet daarbij nog strijd leveren tegen Igor, maar geholpen door Li sette, lukt het hem, den bendeleider, vastge naaid in zijn eigen kleeren aan de politie uit te leveren. Het behoeft wel geen betoog, dat de dankbare ouders „Den Onnoozele", die nog niet zoo onnoozel was, zoodanig te be- loonen, dat hij samen met Lisette een bloe- menzaak kan beginnen. Het type van den onnoozelen en onhandi- gen man, die uiteindelijk door zijn tekortko mingen overwint, heeft in de filmwereld reeds vele vertolkers gehad, als bijv. Harold Lloyd, Buster Kaeton, Harry Langdon en van meer recenten datum de Engelsche komiek Formby. In vergelijking tot dezen laatsten is Noël- Noël overtuigender. Hij acteert minder na drukkelijk en met minder gebaren dan zijn Engelsche collega en is daardoor als het type, dat hij moet verbeelden, meer aannemelijk. Vermoedelijk komt dit voor een goed deel op rekening van den regisseur, Malarice Cam- mage, die de heele film door van zijn goede leiding blijk geeft. Hij maakte een amusante film, vlot van tempo, origineel van verwikke lingen en beheerscht van spel, een van die films, die geen pretentie hebben, maar ten slotte beschaafder amusement blijken te zijn -dan vele grootsch-opgezette en duur gelan ceerde rolprenten. Albert Matterstock en Magda Schneider in de Terra-film „Wie heeft Madeleine gekust (Luxor, Rotterdam In den zomer van het jaar 1929 stond op de Prinsengracht te Amsterdam, op eenige passen afstands van de Leidsche Straat, de City-Bioscope te huur, een van die kleine volksbioscoopjes, dat zijn publiek zag overloopen naar de grootere, maar vooral comfortabeler filmpaleizen, die voor iets meer geld een uitgebreider en meer gevarieerd programma wisten te brengen. Zoo kwam de City-Bioscope in handen van een combinatie, die het mogelijk achtte een avant-garde theater in Amsterdam te exploi- teeren, in den geest van de „Studio des Ursulines" of de „Studio '28" in Parijs. De tiiden waren er rijp voor. „Filmliga", een organisatie van filmliefhebbers, die beu waren van het gebruikelijke bioscoops programma, had twee jaren lang met succes gewerkt, niet alleen in Amsterdam, maar ook in talrijke onderafdeelingen door het geheele land. Er waren films geïmporteerd, die door de bioscoopsexploitanten genegeerd werden, er waren besloten voorstellingen georganiseerd, waarin de leden kennis kon den nemen van het onafhankelijke filmwerk in het buitenland, terwijl in het vereeni- gingsorgaan, „Filmliga" scherpe, niets ontziende critiek geleverd werd op de talrijke smaakbedervende films en op de fouten en tekortkomingen van het filmbedrijf en de filmexploitatie. Door deze actie waren de oogen van vele geregelde bioscoopsbezoekers geopend voor de ongekende mogelijkheden van het filmmateriaal en voor de ongeweten schoonheden van het bewegende beeld en er was een vast contingent filmenthousiasten gevormd, dat niet meer uit gewoonte naar de bioscoop ging, maar met critischen zin en onderscheidingsvermogen uitkeek naar de betere film. Rekenend op deze kleine schare ware filmvrienden werd 9 November 1929 de oude „City-Bioscope" omgedoopt in „De Uitkijk" en had Nederland zijn eerste avant-garde theater. De onderneming stond los van de Liga-beweging, die nog enkele jaren haar werkzaamheden voortzette en uiteraard, wanneer het noodig was, haar belangstelling voor de nieuwe stichting toonde in een onpartijdige critiek op de uitgebrachte programma's. Zoo lezen, wij in het Novembernummer van het tijdschrift „Filmliga", als reactie °P de eerste voorstellingen „Dit blijkt althans, dat men in het jaar 1929 in Amster dam komt om een film te zien en niet om een koorddanser of een omvallende Ford. Men is gekomen in een milieu, dat overhaast moest worden overgenomen van een totaal anders geaarde onderneming men is geko men in een pijpenla, die zóóveel comfort mist dat zelfs de romantiek van de zaak daarvoor geen voldoende vergoeding biedt; men is gekomen in een oud bioscoopje, zónder Norico, zonder variété, zonder orgel met de menschelijke stem en zonder con sumptie voor billijke prijzen. Men is gekomen en voorloopig is dat voor ons voldoende Als daarentegen het tweede programma aan minder hooge eischen voldoet, schrijft hetzelfde blad onomwonden„Voor dit programma en de wijze, waarop het opge diend wordt, zou elke bioscoop in onze stad zich te schamen hebben. Alleen een grondige koersverandering kan dit theater voor fluit- protesten van onze zijde behoedenZoo de afval loozend die andere theaters niet wilden hebben, is het de beste troef in de handen van onze tegenstanders een bioscoop van tien jaar terug in plaats van tien jaar vooruit" Zoó, met vallen en opstaan, zoekt het eerste avant-garde theater zijn vorm en het vindt dien in korten tijd. Naast belangrijke premières, als de vertooning van Dreyer's „Jeanne d'Arc", waarmee geopend werd en' het werk van Nederlandsche filmers worden reprises gebracht van in de filmhistorie als mijlpalen der cinematographie opgeteekende werken, „Kean met Ivan Mosjoekine, „Variété" van Dupont, de prestaties der Fransche en Duitsche Avant- Garde (René Clair, Feyder, Siodmak) en de hoogtepunten der Russische filmkunst. Hoewel reeds in '29 de eerste geluidsfilms ons land bereiken, weet „De Uitkijk" tot Januari '32 met de producten der zwijgende filmkunst haar programma's te vullen om dan met Clair's „Het Strooien Hoedje" afscheid te nemen van de stomme film en met de Philipsfilm van Ivens een nieuwe periode in te zetten. In Augustus '33 vindt een restauratie van het donkere, oude zaaltje plaats onder de architecten Merkelbach en Karsten en 9 November 1934 wordt het eerste lustrum gevierd met de première van „Man of Aran", de indrukwekkende documentaire van Robert J. Flaherty. Door de komst van de geluidsfilm moest Di Uitkijk haar oorspronkelijke werkwijze op den duur veranderen. De avant-garde, de enkele filmers, die buiten de industrie om hun ondankbare taak verrichtten, hield op te bestaan door de grootere kosten, die thans het film maken met zich mee bracht en waar de meeste filmmaatschappijen hier hun vastc distributie-organen kregen en het bedrijf gesloten werd, werd het onmogelijk op eigen initiatief films op te sporen, die boven de doorsnee industriefilm uitkwamen. Men was afhankelijk van de films, welke hier geïm- Wanneer in Hollywood een filmacteur of -actrice overlijdt en Reuter seint voor den laatsten keer den naam naar alle wind streken, benevens een opsomming van films, die wij grootendeels alweer vergeten zijn, dan spreekt dat lang niet altijd tot ons. Dikwijls is het moeilijk, ons onmiddellijk precies voor den geest te halen, hoe groot porteerd werden, om daarna af te wachten 'hoe de gevraagde huurprijs zou uitvallen, die meestal te hoog werd voor een theater van den beperkten omvang als „De Uitkijk De taak van dit theater beperkte zich thans in hoofdzaak tot het geven van belangrijke reprises, afgewisseld met een enkele premiere van een, niet in de lijn der grootere theaters vallende, film. Dat dergelijke films juist wel pasten in het kader van een avant-garde theater, bewijst de lijst der in den loop der jaren uitgebrachte premières, die o. m. films als „Régie" van E. Gréville, „Die Erde" van Dovsjenko, „Mirages de Paris" van Ozep, „Marie Chapdelaine" van Duvivier, „Peter ïbbetson" van Henry Hathaway, „Bank Holi day" van Carol Reed en „Madeleine van Jean Gremillon omvat. „De Uitkijk" zal 9 November a.s. zijn tweede lustrum vieren en dit zal in alle stilte gebeuren, omdat de tijden niet staan naar uitbundige feestvreugde en ook een beetje, omdat de passende film ontbreekt, die den feestelijken datum in stijl zou moeten accen- tueeren. Maar deze omstandigheid mag niet beletten, dat met een enkel woord het moei lijke en' vaak baanbrekende werk gememo reerd wordt, dat dit theater in deze tien jaren, onder zijn diverse directies tot stand heeft gebracht. „De Uitkijk" werd opgericht als het theater van de goede film en hij is dit gebleven wat dat zeggen wil zal ieder begrijpen, die den middelmatigen stand van de huidige film kent. Het is geen geringe opdracht in dezen tijd van het volledig verindustrialiseerde filmbedrijf, waaruit spaarzaam een goede film en hoogst zelden een superieure film voortkomt, een traditie te scheppen van regelmatig een acceptabel programma uit te brengen, maar wie de imposante lijst der in de tien jaren vertoonde films doorkijkt zal maar hoogst zelden een minder geslaagde première of reprise kunnen aan wijzen. „De Uitkijk" heeft een taak, die meer omvat dan de doelstelling der meeste biosco pen, zij dient niet louter het amusement, maar in de eerste plaats de filmcultuur, die op het oogenblik het meeste baat vindt bij de vertooning van de pioniersdaden uit een min of meer verwijderd verleden, van die films, die om de een of andere reden niet kunnen verouderen en die men gevoeglijk tot de klassieken van het witte doek zou kunnen rekenen. De periodieke reprises van „Le Million", van „Mayerling" en van ..Die Dreigroschenoper", van „Ruggles of Red Gap" en „Trouble in Paradise" vormen in dit ver band een traditie, waarvan de waarde niet hoog genoeg aangeslagen kan worden. In het snelle en gedaclitenlooze leven in en om het filmbedrijf, in deze wereld van snel wisselende waarden en stijlen, is traditie een schier lachwekkend begrip. Dit begrip tot een levende werkelijkheid te hebben gebracht is de groote verdienste van „De Uitkijk", die hierom alleen al. bij dit tien jarig jubileum, den dank van alle filmvrien den verdient. C. B. en hoe geaard het talent van de(n) over ledene is geweest. Maar ten aanzien van Alice Brady, die thans op den nog zoo jongen leeftijd van zeven en veertig jaren het tijdelijke met het eeuwige heeft verwisseld, is het an ders gesteld. Wij kennen haar en wij zullen ons haar blijven herinneren. Alice Brady is een fijne, ranke vrouwen gestalte geweest. Haar fijnbesneden gelaat toonde duidelijk een lijden^ maar tevens bezat het een innige aantrekkelijkheid. En haar talent reikte tot twee uitersten; zij heeft ons een scherpen spot te zien gege ven op een categorie van rijke en verwen de vrouwen, dwaze schepsels, die geen be sef hadden van haar eigen, laatdunkende wreedheid. En daarnaast heeft zij met groote innigheid en warmte moederfiguren geteekend, wier leven strijd was, wanhopi ge, eindelooze, dappere strijd om het bestaan, strijd om levensmogelijkheid voor haar gezin, meer dan voor zichzelf.... Er was een groote film, wier naam nog niet verbleekt is: „In Oud Chicago", waarin die moederfiguur voor elkeen levend is ge bleven, al is Alice Brady zelf niet meer. En een tweede groote film, wier naam elkeen kent, heet: „Honderd Mannen en een Meisje" waarin deze zelfde Alice Brady de zottin speelt, de millioenaire, wier taschje door Deanne Durbin wordt gevonden. Welk een contrast tusschen deze twee rollen en welk een rijk talent, dat zoowel het een als het andere kan spelen! En de vertolkster was zeer geliefd. Reeds geruimen tijd ziek en lijdend, verkoos zij door te spelen, zich op de been te houden, werk te verrichten en haar kunst te die nen. Omringd door louter vrienden, sym pathie, medelijden en hoogachting verwer vend, waar zij ging, was zij nog zoo heel veel voor anderen bovendien. Nu komt haar laatste film, haar laatste rol. De 20th. Century-Foxfilm „Young Mr. Lincoln" zal binnenkort hier te lande wor den vertoond. Alice Brady's rol daarin is de mooiste, die wij van haar kennen, een dier aandoenlijke, zuivere en lieve moederge stalten, waarin zij heeft geëxcelleerd. Een nobele rol. En een nobele vertolkster.... Zij ruste in vrede. U dacht immer», dat a nog best vóór die andere auto het kruispunt kon passeerenl - Maar langs denkweg moet u dat niet „den- ken", u moet 't zeker weien! De Engelsch-A merikaansche verfilming van Bernard Shaw.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 3