CONTRACT-BRIDGE.
m liot
m
PHILATELISTISCH ALLERLEI.
m
ft
8^11#
m. m.
IqH
ALLERLEI.
DAMRUBRIEK.
SCHAAKRUBRIEK.
fel
HET SCHOONE NIPPON.
DINSDAG 14 NOVEMBER 1939
HET UITKOMEN IN HET
ALGEMEEN.
HH HH
mzw/ï'
IP §P
SHRIS- tipwiiiwi i t' i*
Redacteur: P. A. KOETSHEID,
Vrouw Jannestraat 2b Rotterdam.
1˧ '§m mm m
W iHf
mm
if M mm
f«
Een niemve reeks, de derde, van
z.g. nationale parken-zegels.
(Vervolg).
In ons vorig artikel zijn wij begonnen met
het uitkomen (voorspelen) tegen een Zonder-
troef-contract te bespreken en we willen dit
thans vervolgen.
Wanneer wij twee of drie kleuren hebben
van gelijke lengte en waarvan de z.g. kleine
kaarten ongeveer dezelfde waarden hebben,
terwijl geen Aas aan het hoofd staat, is het
aan te raden, van die kleur uit te komen,
waarin de hoogste honneur zit, niet alleen is
de kans op vrij spelen dan grooter, maar te
vens is de kans een stopkaart tegen een sterke
kleur van den Leider in handen te houden
dan ook grooter. Bijv. wanneer men heeft
H-8-6-5, V-8-6-5 of B-8-6-5, dan kome men
met de kleur uit, waarin de Heer zit.
Wanneer men te kiezen heeft tusschen twee
goede vierkaarten van gelijke lengte, dan
geve men de voorkeur aan die kleur, die de
hoogste waarde heeft. De reden hiervoor is
dat, wanneer de tegenstanders een biedbare
of bijna biedbare hooge kleur hebben, zij deze
gewoonlijk zullen bieden, voordat zij Zonder-
troef bieden. Hebben zij zulks niet gedaan,
dan is het vrij waarschijnlijk dat zij geen
sterke hooge kleur hebben.
Het kan voorkomen, dat men een lange
kleur in handen heeft, maar geen rentrant. Die
lange kleur kan het Aas missen, maar verder
een sequence van H-V-B met twee of drie
kleiner kaarten hebben. Men komt dan na
tuurlijk met den Heer uit; de Leider echter
zal zoo lang mogelijk het Aas aanhouden, ho
pende dat de maat van den speler, wanneer
het oogenblik daar is dat het Aas ingezet
moet worden, geen kaart meer in die klem-
zal hebben om, wanneer deze aan slag komt, er
in na te spelen en dat de voorspelende tegen
stander geen rentrant zal hebben. Heeft de
maat het Aas, dan zal het onnoodig zijn te
zeggen, dat deze direct met dat Aas moet
overnemen om zijn maat niet te blokkeeren.
Doet hij dit bij den eersten slag, dan geeft
hij daarmede tevens inlichting dat hij slechts
twee kaarten in die kleur heeft, dus niet kan
wachten tot den tweeden slag, m.a.w. hij neemt
de kaart met het Aas over op het oogenblik
dat hij nog twee kaarten in de gespeelde
kleur in handen heeft, zoodat hij direct in de
zelfde kleur kan nakomen. Door het voor
spelen van den Heer weet hij immers dat V-B
daar achter zitten met een zeker aantal kleine
kaarten en dat hij dus moet trachten die klem
vrij te spelen. Tevens geeft hij zijn maat daar
mede de gelegenheid nauwkeurig uit te re
kenen, hoeveel kaarten van die klem bij de
tegenpartij zitten.
Heeft de eerste uitkomer een rentrant die
twijfelachtig is en alleen gemaakt kan worden
wanneer de Leider zal snijden, dan doet hij
verstandig den Leider te doen denken, dat hij
geen rentrant heeft en bijv. na den tweeden
slag over te gaan in een andere kleur, ten
minste wanneer hij van zijn maat het signaal
hoo-laag heeft gekregen, dat in dit geval een
duidelijk verzoek is in die kleur door te spe
len, hetgeen vrij zeker, het bezit van het
Aas bij dien maat aangeeft en tevens de ge
legenheid om nog in die kleur te spelen. Door
het overgaan in een andere kleur zal de Lei
der wellicht het Aas uitspelen, denkende dat
geen rentrant meer aanwezig is; hij zal zich
dan daarna laten verleiden tot snijden en
wellicht heeft de eerste speler dan gelegen
heid zijn vrijgespeelde kaarten nog te ma
ken. Nu zal men zeggen, dat een goede spe
ler als Leider niet zoo dom zal zijn daar in
te vliegen, maar men speelt niet altijd tegen
zulke goede spelers en bovendien kan de Lei
der wel eens gedwongen zijn zoo te spelen,
teneinde zijn contract te maken door den be
doelden snit te probeeren.
Wanneer men moet uitkomen van een vijf-
of zeskaart met Aas-Heer of lager aan het
hoofd en geen rentrant, dan is het 't beste
met een lage kaart uit te komen. Culbertson
raadt zelfs met Aas-Heer-Boer aan het hoofd
van een vijf- of zeskaart volgens den regel
van elf uit te komen.
Heeft men een of meer rentrants in handen,
dan doet men zeker het beste volgens den regel
van elf uit te komen, tenzij men een zeskaart
heeft met A-H-B aan het hoofd of een zeven-
kaart met A-H, want dan is'de kans groot dat
men deze kleur direct kan vrijspelen.
Heeft de maat geboden, dan ontstaat de moei
lijkheid dikwijls voor den speler die het eerst
uit moet komen, of hij in de kleur van zijn
maat of in zijn eigen lange kleur moet uitko
men. Doet hij het eerste, dan zal hij in de mees
te gevallen door zijn maat met verwijten over
laden worden, doch dat moge voor hem geen
beletsel zijn om het spel te spelen, zooals het
'naar zijn inzicht gespeeld moet worden. Het
kan immers het geval zijn dat het in het voor
deel is eerst zijn eigen kleur te spelen, b.v. deze
kleur vrij te spelen, en eerst daarna de kleur
van den maat aan te spelen en men zou wel
dwaas wezen dit dan niet te doen- Natuurlijk
zijn de omstandigheden, waaronder geboden
wordt, somwijlen maatgevend. Heeft de maat
in de eerste biedronde gepast en, nadat daarin
Zondertroef geboden is door de tegenpartij, in
eens een kleur doen hooren, dan zal dit duiden
op een lange kleur en daar hij eerst paste, te
vens op een gemis aan topkaarten, dus ren-
'trants. In zulk een geval zal het zeker wen-
schelijk zijn de kleur zoo spoedig mogelijk aan
te trekken om de mogelijkheden te scheppen
deze vrij te spelen, terwijl een mogelijke ren
trant dan nog aanwezig is. Maar even zoo noo-
dig kan het zijn in eigen hand een kleur trach
ten vrij te spelen en dan mist de maat volko
men het recht daarover boos te zijn. Trouwens
boos worden is in het spelen minstens even zeer
af te keuren als verkeerd spelen. Dit neemt niet
weg dat men in zulke gevallen zoo nauwkeurig
mogelijk zou moeten nagaan, wat de beste te
kiezen weg zal zijn.
Een voorbeeld moge dit tcelichten
Zuid West Noord Oost
1C? p. 2 2
3 «f» p. 3 P-
3 ZT p. p. p.
West heeft A-10-9-7-3 10-8-4 O 10-6
V-B-6. Met wat zal West nu uitkomen De
Ruiten die zijn maat geboden heeft, of zijn eigen
lange Schoppen De inlichtingen die het bie
den gegeven heeft, zijn: in Schoppen geen, alleen
dat Zuid door zijn Zondertroef-bod waarschijn-
Ik zal u deze parachute voor halven
Ïrijs verkoopen. Het is een model, dat niet
oo goed bevalt.
lijk te kennen heeft gegeven, dat hij daarin een
stopkaart heeft. In Harten heeft Zuid geboden,
want hij heeft er in geopend, maar hij heeft niet
herboden, doch Noord heeft die Harten in de
eerste ronde niet, maar in de tweede ronde wel
gesteund. Vermoedelijk heeft Zuid dus een vier-
kaart in Harten en Noord een driekaart, het
geen beteekent dat Qost ook een driekaart heeft,
want West heeft zelf een driekaart in Harten.
Maar Noord moet dan wel een driekaart hebben
met Vrouw, Heer of Aas, want anders had hij
er niet in de tweede ronde mede kunnen steu
nen, waaruit al weer volgt dat Oost niet veel
topkracht in Harten kan hebben. In de Ruiten
heeft Oost zeker een sterke vijf- of zeskaart
met minstens 1% topslag aan het hoofd, want
anders had hij deze kleur niet geboden. Zuid
daarentegen moet een stopkaart in Ruiten heb
ben, maar waarschijnlijk geen twee stopkaar-
ten, want hij bood geen Zondertroef bij de eer
ste gelegenheid daartoe over de Ruiten heen,
maar verhoogde de Klaveren. Vermoedelijk
heeft hij dus Ruiten Aas of Heer derde, zoodat
Oost geschat kan worden op A-V-10, H-V-B of
H-V-10 vijfde of zesde. Wat Klaveren betreft,
heeft Noord vermoedelijk een vijfkaart met Aas
of heerZuid verhoogde en heeft dus waar
schijnlijk een vierkaart. Maar West heeft V-B-6,
dus bijna zeker een stopkaart daarin, hetgeen
dus een rentrant beteekent. Het bieden van Oost
duidt op eenige kracht naast zijn geboden Ruiten;
de kans dat deze in Harten of Klaveren ligt, is
gering, gezien het bieden van Zuid en Noord,
dus moet deze nevenkracht wel in Schoppen
liggen. Daarom moet West in Schoppen uitkomen,
want Zuid zal de Ruiten zoo lang tegen houden
tot West geen Ruiten meer heeft en de Ruiten
kunnen dus niet loopen, tenzij Oost Schoppen
Heer heeft en in dat geval zal de Schoppenkleur
vrij gespeeld kunnen worden en de stop in
Klaveren geeft dan de rentrant op de vrij ge
speelde Schoppen.
De kracht van de hand van den maat hangt
natuurlijk, wat het beoordeelen ervan betreft,
af van zijn bieden en wel of hij geopend heeft
met één, zijn kleur herboden heeft, overgeboden,
gedubbeld of nog een andere kleur geboden
heeft. Heeft hij alleen maar een openingsbod
gedaan, dan duidt dit op een vierkaart of op een
zwakke vijfkaart. Het feit echter, dat hij geopend
heeft, duidt op omstreeks drie topkaarten, dus
drie rentrants. Heeft dus de speler, die uit moet
komen, vijf Schoppen met V-B aan het hoofd,
een rentrant in Ruiten en drie Harten, de kleur
waar zijn maat in geboden heeft, dan moet hij
niettegenstaande de drie kaarten van de kleur
van zijn maat tóch in Schoppen uitkomen, want
een der rentrants van zijn maat behoeft dan
maar in Schoppen te zijn om hem in staat te
stellen met zijn Ruiten Heer aan slag te komen
en zijn, dan wellicht vrij gespeelde, Schoppen
af te spelen. Heeft echter zijn maat herboden
of, kwetsbaar zijnde, overboden met een tweebod,
dan moet worden uitgekomen in diens kleur.
Internationale Contract Bridge
regels.
De International Bridge League berichtte ons,
dat de combinatie van Int. Br. League, Portland
Club en Commission Frangaise du Bridge aan
Amerika voorgesteld heeft de wijzigingen in de
bridge regels, die in 1940 zouden in werking
treden, wel vast te stellen, doch niet te publi-
ceeren of uit te geven zoo lang de oorlog zal
duren. Deze drie lichamen zijn, wat de behande
lingen betreft, geheel tot overeenstemming geko
men en wat Amerika betreft, zijn de onderhan
delingen al een heel eind gevorderd, maar zonder
mondelinge besprekingen gaat het langzaam
vooral daar ook de briefwisseling met Amerika
tegenwoordig nogal stagnatie ondervindt. Toch
is het noodig het werk niet stop te zetten en
daarom werd voorgesteld zoo hard mogelijk te
werken om tot een overeenkomst te komen, maar
niets bekend te maken voor dat de internationale
verhoudingen opgeklaard zullen zijn. In de
huidige omstandigheden kan men bezwaarlijk
belangstelling verwachten voor dergelijke ver
anderingen en dan zou het prestige der wet
gevende lichamen slechts geschaad worden door
de uitgifte dier veranderingen, die bovendien
het wezen van het bridgespel niet zullen aan
tasten. Dit is een verstandig besluit en wij
hopen dat men zich daar algemeen aan zal
houden en niet op eigen houtje veranderingen
zal aanbrengen, waarvan men denkt dat zij er
toch wel zullen komen. Zoo hoorden wij dat
in Nederland reeds robber bridge gespeeld wordt
met afschaffing der premies voor vier en vijf
honneurs in één hand. Wij kunnen er niet te
sterk op wijzen dat dit verkeerd is. Bovendien
is het nog lang niet zeker dat bedoelde premies
worden afgeschaft, want in Amerika zijn er
wel vele stemmen vóór, doch in Europa is men
er niet zoo .vóór. Hoe de beslissing uitvalt, is
dus lang niet zeker. Daarom wachte men rustig
af, want anders wordt er zeker verwarring
jesticht.
Alle correspondentie te richten aan den dam-
redacteur van dit blad.
No. 575 (11 November 1939).
PROBLEEM no. 1780.
A. F. HOOGVELT, Eindhoven.
Ie plaatsing.
Zwart.
PROBLEEM no. 1783.
F. A. BAKKER, Rotterdam.
Ie plaatsing.
Zwart.
Wit.
Zwart- 8, 9, 11/2, 14/5, 17, 21/2, 27, 31,
Wit; 20, 24, 28/9, 33, 38, 41/5, 47.
PROBLEEM no. 1781.
H. M. ROOS, Eindhoven.
Ie plaatsing.
Zwart.
W i t.
Zwart: 2, 8, 11, 13/4, 19, 21/9.
Wit; 34/40, 42/5, 47/50.
PROBLEEM no. 1782.
W. A. D., Batavia.
Ie plaatsing.
Zwart.
Wit.
Zwart: 2, 8/10, 12/4, 17, 19, 23/4.
Wit: 21, 25/6, 28, 30, 32/3, 38, 43/4, 49.
En manlief, hoeveel heb je vanavond
met het pokerspel gewonnen?
Wit.
Zwart: 12/4, 22, 25, 30, 36.
Wit: 23, 29, 32, 40/3, 47.
Waarom mag zwart niet 3035 spelen?
OPLOSSINGEN.
Probleem no. 1753 (A. F. Hoogvelt).
Zwart: 7, 9, 10, 14, 16, 19, 20, 24, 26, dam op 12.
Wit 22, 27/8, 32 34/5, 37/8, 44, 47/8.
Wit 3530, 28-23, 30:19, 27—21, 32:1 (zw. 49:46
gedw.) 1:31, 47—41, 48:37.
Probleem no. 1754 (G. A. Cremer).
Zwart 6, 8, 9, 14, 17, 19, 22, 36.
Wit 25, 28, 30, 32/4, 37, 40.
Wit 2520, 37—31, 34;21, 28:17, enz.
Probleem no. 1755 (J. Scheyen.)
Zwart: 7/10, 13, 16, 18/20. 22/4, 29.
Wit 21, 31, 34/5, 37/8, 40/1, 44/5, 47/9.
Wit 37—32, 35—30, 47—42, 32—28, 34:5A, 5:2,
2:15.
A 34:1, 1:4 en 4:36.
Probleem no. 1756 (Nol Beemer).
Zwart 2, 4, 8/11, 13, 17/9, 25/7.
Wit 20, 28/30, 33/4, 36/7, 40/1, 45, 49.
Wit 29—23, 30—24, 37—31, 40—34, 45:5, 5:6.
Ook wint 29—24, 24—20, 37—32, 34:5, 40:29.
Probleem no. 1757 (W. de Ron).
Zwart 4, 7, 9, 12/4, 16, 18, 20, 29, 35/6.
Wit 26, 30, 32, 38/9, 42, 44/8, 50.
Wit 39—34, 30—24, 32—27, 26:10, 47—41, 48—43,
50—44, 45:1.
OPLOSSERS.
Goede oplossingen ontvangen van: N. A. Aus-
sems, J. Mooren, H. Tinkhof, H. H. W. Borg-
hardt, M. Stols, C. v. d. Weide, allen Rotterdam;
S. Korpershoek, Vlaardingen; F. C. Saraber Sr.,
Delft; J. Blans, Berlicum; F. W. Anten, Utrecht
(nos. 1754); D. V rijenhoek, A. de Groot en W.
A. D., allen Den Haag; Th. Jaspers, Gouda
1756).
PROBLEEM No. 1441.
In onze rubriek no. 497 (5 Maart 1938) gaven
we het volgende probleem
Zwart 2, 6, 7, 9, 11/6, 18, 22, 23.
Wit 20, 24, 26, 29, 32/4, 36/9, 42 en 49.
De oplossing was 37—31, 34—30, 42—37, 24—20,
33—28, 37:17, 32—28, 26—21 en 31:4.
De heer A. Berkhof, Rotterdam, deelt ons
mede, dat wit direct een schyf kan winnen met
winnenden stand, n.l. wit 4944, 3328, 39:17,
nu 3731, dreigend 3228, 2621 enz. Op zwart
9—13 wit 32—28, 26—21, 31:22, 34—30 en 38:9. Op
zwart 914 kan 24—20 volgen, maar ook 3228,
26—21, 31:13 (zw. 14—19) 34—30, 38:18, 24—19 en
winnenden stand.
Ja, ja, ik zal mijn oude benzinerekening
wel betalen, als U me maar weer naar be
neden laat.
De tweezetten zijn bestemd voor het
Maas bode-tornooi.
PROBLEEM No. 5934.
L. KLEIN, Budapest.
Mat in twee zetten.
m m -
PROBLEEM No. 5935.
P. O VERKAMP, Rotterdam.
Mat in twee zetten.
Vs//////W
PROBLEEM No. 5936.
J. SCHEEL, Röa i Aker, Noorwegen.
Eerste plaatsing.
Mat in drie zetten.
Japans ministerie van posterijen gaf op
dracht tot de uitgifte van een nieuwe reeks,
de derde, van zoogenaamde nationale
parkenzegels. Het nieuwe kwartet is reeds in
koers en bestaat uit de waarden 2 sen bruin,
met als voorstelling den Kuju-berg, gezien
van het dorp Kuju; 4 s. grijsgroen, waarop
men den Nakadakevulkaan in werking ziet;
de foto is genomen van de zijde van Kasasen-
rigahama; 10 s. rood, de krater van den
Nakadake; 20 s. blauw, de vuurmonden van
den Asoberg, gefotografeerd vanaf het
Kujuplateau.
Naar verluidt, zal Japan, den 15den
November a.s., nog een viertal zegels uit
geven, ter herinnering n.l. aan de stichting
van het internationale Roode Kruis, 75 jaar
geleden.
Zijn nieuwe „gemoderniseerde" frankeer
zegels heeft Japan aangevuld met de waar
den 8 sen violet en 5 yen olijfgroen. Op
laatstgenoemde waarde staat de beeltenis
van een vermaarden hofdignitaris uit de
zestiende eeuw, Kamatari Fujiwara gehee-
ten; op de 8 sen violet het Meiji-heiligdom
te Tokio.
Op de onlangs vermelde vier andere waar
den stonden de.volgende afbeeldingen: een
ouderwetsch Japansch koopvaardijschip op
de sen; de Garambi-vuurtoren van het
eiland Formosa op de 6 sen; Kinkaku-ji, ge
naamd het „gouden paviljoen", in de voor
malige hoofdstad Kyoto, op de 50 sen olijf
groen; op de 1 yen het beroemde bronzen
Boedhabeeld van „Daibutsu" te Kamakura.
De zegels zijn in de regeeringsdrukkerij te
Tokio vervaardigd; ontworpen werden de
vignetten door Teizo Kasori en Masaru
Kimura.
Wij spraken boven van „gemoderniseerde"
zegels: het „moderne" bestaat hierin, dat
Japan er in nieuwe orthographie de waar
den op aangeeft: „1 en" in plaats van „1
yen".
Om nog even op de nationale parkenreeks
terug te komen; met weet, dat met de hooger
vermelde serie dit Japansche emissie-pro
gram nog lang niet is afgewerkt. Aangekon
digd werden immers indertijd zes en dertig
van die zegels.
Den Amerikaanschen philatelisten is dit
blijkbaar een weinig te machtig en er is een
begin van boycot merkbaar geweest tegen
deze Japansche prentjes, welke volkomen
noodeloos werden geacht en naar het heette,
geen ander doel zouden hebben, dan de
regeering te Tokio aan buitenlandsche valuta
te helpen.
Tegen deze laatste bewering is Nippon te
Washington in verzet gekomen. Munebumi
Nakamura van de Japansche philatelisten-
vereeniging, een officieele organisatie, heeft
de Amerikaansche beweringen als boosaar
dige propaganda aan de kaak gesteld. „Tokio
beoogt met zijn „nationale parken"-series
het buitenland in kennis te brengen met de
attracties van Japan, toeristen derwaarts te
lokken en ook de eigen bevolking meer en
meer de schoonheid te doen zien van het
land, waarin zij leven."
Valuta-begeerten en postzegelemissies zijn
twee begrippen, die vaak aan elkaar gekop
peld worden de laatste jaren en gauw, tè
gauw soms, verdenkt de philatelist sommige
regeeringen. Momenteel circuleert weer het
gerucht, dat Duitschland naarstig doende is,
de oude zegels van Danzig te herdrukken,
weshalve een prijsdaling reeds zou zijn inge
treden.
Op vragen, dienaangaande ons gesteld,
moeten we hier antwoorden, dat ook wij
reeds verscheiden malen deze geruchten
hebben opgevangen, doch over geenerlei
gegevens beschikken, welke deze bewerin
gen zouden bevestigen.
Wat Duitschland betreft nog het
volgende; Op de fotopagina van dit blad
publiceerden we onlangs een foto van het
aardige krantenzegel, door de Reichspost uit
gegeven. Dit zegel verscheen in twee waar
den: de 5 pf. geelgroen en 10 pf. roodbruin.
Zooals men weet, zijn in België
onlangs de nieuwe spoorwegzegels van 6 fr.
overdrukt met de waarde 3 fr. Aanleiding
was het regeeringsbesluit, om een porto
vermindering van 50 pot. toe te staen voor
postpaketten, bestemd voor de soldaten.
Na afkondiging van dit besluit, heeft men
gedurende enkele dagen, in afwachting van
de opdrukken, de zegels van 6 fr. gehal
veerd. Die halve postzegels moeten zijn ge
bruikt op 7, 8 en 9 September j.l. Er zouden
er slechts 'n paar duizend van in circulatie
zijn geweest.
Naar echter verluidt, hebben nu ook eenige
pientere philatelisten, een rariteit in het
vooruitzicht ziende, op eigen gelegenheid
een partijtje exemplaren van die 6 fr. zegels
doorgesneden. Vervolgens zijn ze met c'ie
helften op zoek gegaan naar een bereidwil-
ligen postemployé, die de halve zegeltjes
voor hen bestempelde.
Dat is, vermoeden we, een leelijke misre
kening. Die doorgesneden frankeerprentjes
zullen immers alléén op de vrachtbrieven
echt zijn en waarde hebben. Overigens be
waart de Belgische postdienst die vracht
brieven zelf zeer geruimen tijd en het duurt
gemeenlijk drie jaar, voor ze onder het pu
bliek komen.
Sinds 1914, dat is dus 25 jaar lang, oefent
Nieuw Zeeland contróle uit in het mandaat
gebied W e s t-S a m o a, een vroegere
Duitsche kolonie, zooals men weet.
Wij publiceeren in deze rubriek een af
beelding van de vier zegels, welke aan dit
jubilé zijn gewijd. De zegels zijn reeds den
29sten Augustus uitgegeven, doch kwamen
tengevolge van de sindsdien op de overzee-
sche verbindingswegen heerschende ontred
dering, eerst dezer dagen in Europa aan.
De waarden der serie zijn 1 d. rood en
geelgroen: een dorp aan de kust van Samoa;
1 d. bruin en blauw; de kaart van het
mandaatgebied, 2% d. blauw en bruin; in-
landsche danspartij, 7 d. lila en zwartgrijs:
portret van Robert Louis Stevenson, den
Schotschen novellist, die zijn laatste levens
jaren op Samoa doorbracht.
Het inschrift op alle zegels luidt „Western
Samoa 1914—1939".
In Bohemen en Moravië, het
protectoraat dus, werd de nieuwe serie ge
wone frankeerzegels nog aangevuld met de
3 k. paars, groot horizontaal formaat, voor
stellende Zlin.
Volgens bericht uit Finland zal het
aangekondigde zegel van 2 Markka, dat zou
worden uitgegeven ter herinnering aan den
300sten verjaardag van de stichting der
universiteit te Abö, niet voor het volgend
jaar verschijnen. i
MiliM11«n
1
i"mm i
i)iniM">lniim
Een serie ter herinnering aan het 25-jarig
jubilé van Nieuiv-Zeelands controle in het
mandaat-gebied West-Samoa.
Italië heeft zijn jongste pakketpost
zegel van 5 c. voorzien van den rooden op
druk „Somalia Italiana" ten gebruike in
deze kolonie.
Joeg o-S 1 a v i gaf een serie zegels
uit met het nieuwste portret van koning
Peter II. De reeks bestaat uit 13 waarden;
de laagste is 0,25 D„ de hoogste 30 Dinars.
Rusland herdacht den schrijver
Saltykov Stchedrine, bij gelegenheid van den
vijftigsten verjaardag van zijn dood. Vier
herinneringszegels werden den overledene
gewijd. De waarden zijn 15 k. grijsgroen en
45 k. bruinrood, jeugdportret van den schrij
ver, 30 k. donkergroen en 60 k. donker
blauw, Stchedrine op lateren leeftijd. Een
inschrift vermeldt de data 18891939. De
zegels zijn van groot verticaal formaat.
Zweden heeft dezer dagen nog eenige
zegels uitgegeven in het nieuwe „drie
kronen"-type, waarvan onlangs als eerste
waarde de 60 karmijn in koers kwam. De
drie nieuwe waarden zijn 90 lichtblauw,
100 oranje en de 120 lilarose (tanding
12% verticaal).
Zwitserland Pro Juventute-zegels
zullen dit jaar kleederdrachten brengen van
Freiburg, Obwalden en Bazel. Op de laagste
waarde zal de Zwitsersche generaal Hans
Herzog worden afgebeeld, ter gelegenheid
van den 120sten jaardag zijner geboorte.
Hij werd geboren te Aarau den 28sten Octo
ber 1819 en stierf er den 2den Febr. 1894.
PROBLEEM No. 5937
C. S. KIPPING.
Chess, Juni 1939.
Mat in drie zetten.
mm m m
Oplossingen over drie weken. Deze gelieve men
voor Woensdag 29 November aan bovenstaand
adres te zenden.
PROBLEEMOPLOSSINGEN:
No. 5921. 1. g3—g4 enz.
Na i. Ld6 volgt 1Pele5: en na I, Tg6:t,
Lg6:2. Dg6:t?, Ff6.
No. 5922. 1. Dglg7 enz.
1. Le4 faalt dor 1Tf4:, terwijl na 1. Lb2t,
Pc3 voor wit ook niets te bereiken is.
No. 5923. 1. Lf5e6 enz.
Hier worden de inieidingszetten 1. 1. Lh7
en 1. Pef2:f, resp. als volgt gepareerd, i
e7e5, 1Th7; en 1Kf4—g5':
No. 5924. G. v. d. Holst, Zelfmat in tien zetten.
Wit: Kfl, Tg4, Lb7—c7, Pe4—f4; h2.
Zwart: Khl; h3.
Opl.1. Tg5, Kh22. Pe2t, Khl; 3 Pd6t, Kh2;
4. Td5, Khl; 5. Tdlt, Kh2; 6. Pe4t, Khl; 7. Lh2,
Kh28. Tel. Ktl; 9. Pf2t, Kh2; 10. Lg2, h3—g2:±.
Zooals het veelvuldig b(j meerzettige opgaven
van dit genre voorkomt, wordt de auteur door
een, hier zelfs meer, nevenoplossingen teleur
gesteld, die door den een of anderen oplosser toe
vallig of ook wel door goeden speurzin gedreven,
wordt ontdekt.
De fraaiste hiervan geven we het eerst.
1. La5, Kh22. Pd3, Khl; 3. Pf6t, Kh2; 4. Tf4,
Kg3; 5. Lelt, Kh2; 6. La6, Khl; 7. Pf2t, Kh2;
8. Le2, Kg39. Tg4t, Kh2; 10. Tg2t, h3—g2:±.
Nu de andere
1. La5, Lb6 en 1. Ld8 (dit alles komt op
hetzelfde neer), Kh2:; 2. Ph5, Khl; 3. Pd6t (dit
paard kan nog andere willekeurige zetten doen);
4. Te4, Khl; 5. Telt, Kh2; 6. Pe4, Khl; 7 Phg3t,
Kh2; 8. Pe2, Khl; 9. Pf2tt, Kh2; 10. Lg2, h3—g2;±.
Ook na 1. La5 is nog een andere voortzetting
mogelijk, doch we zullen het hierbij laten. Een
correctie, o,l. niet zoo onwaarschijnlijk, willen
we later steeds gaarne plaatsen.
CORRESPONDENTIE.
D. F. v. E. te R. Ditmaal lukt het u beter.
Th. J. S. te H. Het spijt-ons verzuimd te
hebben u de vorige week als oplosser te ver
melden. Door het nu te doen, hopen we ten deele
onze fout te herstellen.
B. v. O. te A. In uw oplossing van No. 5924
kan zwart p. v. 4Khl, Kg3 spelen, het
is geen heipzelfmat, Zwart zoekt de beste ver
dediging.
GOEDE OPLOSSINGEN.
P. Luijpen, Oudenbosch, alle.
K. Morren en A. Wedemeger, Driebergen, alle,'
F. A. Puts, Haarlem, alle.
H. v. Gaaien, Rotterdam, de tweezetten.
Armand Helmer, Raalte, idem.
D. de Jong, Soestdijk, idem.
A. H. v. d. Linde, den Haag, idem.
E. J. Th. v. Onzen, Arnhem, idem,
dhr. j. Oomen, Teteringen, idem.
Pastorie Grootebroek, idem.
W. Robart, Rotterdam, idem,
Th. J. Schoon, Haarlem, idem
F. J. G. Schrijver, Schiedam, idem.
Th. Drieman, Dordrecht, no. 5921 en no. 5922.
D. F. v. Enthoven, Rotterdam, idem.
a. j. p. Koevoets, Delft, idem.
A-. J. VerheyRotlordnm. idem
Joh. Veldman, Rotterdam, no. 5923.
C. v. d. Weide, Rotterdam, idem.
Th. J. Schoorl, Haarlem, ook nog no. 5919
en no. 5920.
Hoog opgevoerde fantasie.
De man had een lot in de loterij gekocht
en kwam welvoldaan thuis.
„Vrouw," sprak hij, „hierin zit nu onze
groote toekomst."
„Ach," klaagde zij „kon jij je geld nu niet
beter besteden?"
„Wees bedaard... ik heb zelf het geld
gespaard. Als ik win, koop ik een auto."
„En je kan niet eens rijden."
„Dan neem ik natuurlijk ook een chauf
feur."
Jantje heeft meegeluisterd naar de toe
komstplan11611 en roept: „Vader, dan wil ik
naast den chauffeur zitten!"
„We zullen je zien - aankomen," zegt de
vader.
„En ik wil, en ik zèl naast den chauffeur
zitten," dwingt de jongen en zet 'n groote
keel op.
Dan wordt 't vader te kras en woedend
roept hij: „En nou uit de auto, of ik zal
je...."
Zorgen.
Jantje, die pas weer 'n broertje er bij
heeft gekregen, zegt tot z'n vader:
„Kan u den volgenden keer niet 's voor
'n zusje zorgen, want ik zou 't toch verve
lend vinden als later mijn kinderen geen
enkele tante zouden hebben".
O—
Bedenkelijk.
„Ik moet een ar.deren kleermaker zien te
vinden", meende Jansen tot z'n vriend „deze
man, dien ik nu heb, leest mij te veel".
„Leest hij te veel? Hoezoo? vroeg de
vriend.
„Wel, elke brief, dien ik van hem krijg,
begint met de woorden: „zoo juist m'n
boeken inziende
Fijne vacantie.
„Ik heb een fijne vacantie gehad", pocht
Jansen. „Geen hooge pensionprijzen, geen
vaste maaltijden, geen vervelende menschen,
geen fooien. Net zooals ik 't hebben wou!"
„Maar mijn hemel, waar ben je dan ge
weest?" verwondert zich zijn vriend.
„Man, ik ben heerlijk thuis gebleven?"
Zolderopruiming: Nu zie je het zelf Maria,
ik zei je toch, dat je na 'zooveel jaren niet
hierboven moest komen.