HET WARE LEVEN
van Rudolf Valentino.
„Johann Strauss
ONZE KONINKLIJKE
MARINE.
Hij verliet Italië na een
armoedige jeugd.
DRIE VROUWEN EN VERDI.
„MEISJE VOOR DAG EN
NACHT".
ZATERDAG 2 DECEMBER 1939
Charley Chaplin's geboortehuis
DE „BEER BARREL POLKA".
EEN CIGARETTEN-MEISJE
NAAST GARBO.
„DAS HERZ EINER KöNIGIN".
SONJA HENIE LEERT MICKEY
ROONEY KUNSTRIJDER.
DE OORLOG VERANDERT EEN
SCENARIO.
Een familie roman-film.
EEN FILM VOOR VISSCHERS.
BETTY COMPSON WEER OP HET
WITTE DOEK.
De grootste held van het witte doek, wiens
overlijden in de Vereenig.de Staten ongeveer
als een nationaal verlies werd gevoeld, de
onvolprezen volgens sommigen althans
Rodolfo Guglielmi, zooals hij eigenlijk heette,
heeft een graftombe, waarover sagen de ronde
doen. Elk jaar zou er een dame in het zwart
verschijnen, die snel een krans legt, even in
gepeins
verzonken staat en dan weer ver
dwijnt, om vervolgens het jaar daarop weer
precies het zelfde te doen. Ze is zwaar
gesluierd en tot nu toe zou het zelfs aan de
zoo nieuwsgierige en doortastende Ameri-
kaansche journalisten niet gelukt zijn, vast
,te stellen wie ze is. Dergelijke geheimzinnige
'verhalen doen nog steeds de ronde bij hen,
voor wie „Rudi" onvergetelijk is. Het weder
in roulatie' brengen van enkele zijner succes
volle films heeft misschien de huidige gene
ratie filmliefhebbers ziCh. doen afvragen, wat
men toch in 's hemels naam in den man zag,
maar onder zijn oude getrouwen bevestigden
ze zijn roem.
Wanneer men Rudolf Valentino vergelijkt
met acteurs als Clark Gable en Gary Cooper,
komt hij er niet bepaald voordeelig af, althans
als kunstenaar. Maar het kan niet worden
ontkend, dat hij de verpersoonlijking was van
de romantiek. Gable zoowel als Cooper
spelen uitstekend. Ze zijn echter wel een
beetje te Amerikaansch zakelijk. Wanneer
we bij de hedendaagsche artiesten van het
witte doek zouden zoeken naar een soort
gelijke figuur als Rudolf Valentino, dan zou
het eerst de Franschman Charles Boyer in
{je gedachten komen. Voor velen zal dit
inmiddels een beleediging ten opzichte van
den Franschman lijken.
Bij een beoordeelmg van Rudolf Valentino
eischen de eerlijkheid en een onbevooroor
deelde waardeering, dat men den tijd in
aanmerking neemt, waarin hij naar voren
kwam en de behoefte van het toenmalige
filmpubliek. Rudolf Valentino's grootste
kracht was misschien wel, dat hij in zijn
rollen geloofde en ze met overtuiging en
overgave speelde. Hij gaf er in, wat hij geven
kon en zooals men het vah hem verlangde,
zooals het ook in die dagen zelfs onder
ontwikkelde lieden, zeer zeker in het buiten
land, aanvaardbaar werd geacht. t
Hij was inmiddels de eerste „fatale man
en werd in zijn later genre slechts door
Rudolf Valentin0 in >,De Zoon van den
Sheik".
vrouwen overtroffen. In werkelijkheid Is hij
minder fataal geweest, dan zijn vereersters
veronderstellen. Zeker drie kwart van het
geen in de talrijke levensbeschrijvingen van
hem is neergeschreven, moet als onwaar
worden beschouwd.
In Italië, waar men nog steeds erg trotsch
op Rodolfo Valentino is, heeft men gebruik
gemaakt van zijn zooveeiste, weinig geloof
waardige biografie, om eens voor goed en
duidelijk vast te stellen, wie en wat Guglielmi
eigenlijk was.
Hij werd geboren to het Jaar 1895, op den
zesden Mei, in het stadje CasteUaneta. zijn
vader was daar veearts. Zijn moeder heette
Maria Gabriella Berta Barbm Dn iaatste
moet speciaal naar voreh W01 ei^ Sebraoht,
omdat een barones Sarah Veskaja, <Jie be
weert, Rudolf Valentina van zijn jeugd af
gekend te hefcu-n, van hem zegt, dat hij 2ijn
pseudoniem na am in verband met bet feit,
dat zijn moeder Valentina d'Atognolia heette.
De kleine Guglielmi werd gedoopt met de
namen Rodolfo, Pietro, Filiberto, Raffaele.
Vader Guglielmi stierf in 1906 aan de malaria
toen Rodolfo dus elf jaar oud was. Hij llet
moeder en kinderen vrijwel in armoede
achter: Rodolfo had een ouderen broer en
een jonger zusje. Het gezin verhuisde naaf
de stad Taranto en daar werd het vergulde
armoede. Vrienden van den gestorven vader
stelden echter belang in Rodolfo en door
hun bemiddeling kreeg hij een plaats in het ontvluchten
opleidingsinstituut „Sapienza" te Perugia, dat
zich speciaal ontfermt over weezen lalt de
kringen der Italiaansche veeartsen, die hier
toe bij leven een jaarlijksche premie betalen.
Rodolfo's vader was in Maart gestorven en
reeds in Juni kon deze van Taranto naar
Perugia reizen.
De jeugdige Rodolfo werd als het ware
weggezonden, omdat zijn moeder hem niet
te eten kon geven, hem evenmin kleeden kon.
Hij was werkelijk te veel en daarom aan
vaardde zijn moeder de bemiddeling der oude
vrienden, ofschoon ze buitengewoon van haar
kinderen 'hield en van Rodolfo het meest.
Hij bleef drie jaar te Perugia, waar hij zich
speciaal op de studie der techniek zou toe
leggen. Het was het vurige verlangen van
zijn moeder, dat hij het diploma van een
technische school zou behalen. Hij toonde
een middelmatige intelligentie en leergierig
heid, zakte langzamerhand af en zijn moeder
besloot, hem maar naar huis te laten komen.
Inmiddels zon ze echter op middelen, ten
einde haar zoon toch een behoorlijke opvoe
ding te geven en ze meende er een gevonden
te hebben in een gratis plaats op een machi-
nistenschool te Venetië.
Hiertoe moest echter een examen worden
afgelegd en wat penibeler was, de gegadigde
behoorde persoonlijk naar Venetië te komen
en zich aan den directeur van de school te
presenteeren. Op dit oogenblik bezat Rodolfo
niets anders dan het uniform, dat hij op
school droeg. Op de meeste Italiaansche
kostscholen en opleidingsinstituten werden
reeds lang voor het fascisme uniformen
gedragen.
Ze nam een kloek besluit en schreef naar
den directeur van „Sapienzaof deze toe
stond, dat Rodolfo zijn uniform zoo lang
mocht houden, opdat hij zich netjes gekleed
te Venetië zou kunnen vertoonen. De brief
van de bezorgde moeder wordt nog steeds
in het archief van het opleidingsinstituut
bewaard.
In October 1909 tijgt Rodolfo als jongen
van veertien jaar naar Venetië, gestoken in
een spiksplinternieuwe uniform. De goed
hartige directeur van het instituut gaf hem
bovendien een dikken winterjas mee, aan
gezien het in de laatste weken van die maand
in Venetië volgens Italiaansche begrippen
aardig koud kan zijn.
Groot was de teleurstelling, toen hij voor
de machinistenschool werd afgekeurd, alvo
rens hij aan het examen had kunnen deel
nemen. De doktoren vonden 'hem te smal van
borst. Naar het opleidingsinstituut kon hi;
niet terug. Naar vrijwel vast staat, had men
daar meer dan genoeg van hem, aangezien
hij een lastig en opvliegend karakter had
De goedhartige directeur had hem met een
verlicht hart naar Venetië gestuurd, vandaar
waarschijnlijk de nieuwe uniform en de jas.
Opgeruimd staat netjes, zal hij hebben
gedacht.
Uit een anderen brief van moeder Guglielmi
blijkt overduidelijk, dat ze zelf inzag, ten
aanzien van den studie-aanleg baars lieve-
lings niet veel te hopen te hebben. Om zijn
geringe vorderingen vreesde ze, hem uit de
„Sapienza" gezet te zien. Ook daarom had
ze hem naar Venetië gestuurd
Ze betreurde natuurlijk ten zeerste de
vergeefs uitgelegde reisgelden ze had
Rodolfo diens ouderen broer Albert mee
gegeven en zaïg weinig kans, hem te
Taranto aan het lyceum te laten studeeren,
waar Alberto flinke vorderingen maakte.
Rodolfo kwam naar huis terug en daar
bleek alras, dat hij een te onrustige natuur
bezat, om te probeeren, het een of andere
diploma te verwerven. En na enkele jaren
van nietsdoen en verveling besloot hij, naar
Amerika te trekken, zooals zoovelen te
Taranto en omgeving hadden gedaan.
Hij gaat niet als machinist, maar als dood
gewoon passagier derde klas naar 't beloofde
land en daar doet hij als de meeste Italiaan
sche immigranten. Hij neemt allerlei baantjes
aan, is o. a. zelfs een oogenblik tuinman en
belandt tenslotte in het filmbedrijf. Van dien
af aan is de waarheid omtrent Rodolfo
Guglielmi's leven Uiterst moeilijk vaat te
stellen. Hij zelf is er niet meer om te getui
gen, wat waar is of niet. De enkele vrouwen
uit zijn omgeving beschikten over een
wonderbaarlijke fantasie en de Hollywood-
sche reclame-agenten hebben deze fantasie
nog eens extra uitgesponnen.
Maar ten aanzien van de jeugd van Rudolf
Valentino weet men in Italië met absolute
zekerheid, dat ze heel onopvallend was en
met de grootste beslistheid spreekt men er
tegen, dat Rodolfo zioh reeds te Venetië heeft
doen kennen als een groot veroveraar van
vrouwenharten, zooals enkelen zijner levens
beschrijvers de wereld willen doen gelooven
Evenmin was hij er de afgod van de in de
luxe hotels van het Lido resideerende Engel-
sche ladies. De stakkerd telde toen immers
n°g slechts veertien jaren
Niemand zag in die dagen in hem den „lady
killer" en hij zelf was er zioh evenmin van
bewust. Hij ging niet naar Amerika met
grootsche plannen in het hoofd, maar een-
voudig, omdat hij er zich een bestaan wilde
verwerven en vol verlangen was, de armoede
ofwel „nera miseria", zwarte misère, zooals
de Italianen <jit uitdrukken, voor goed te
Jeannette MacDonald en Lew Ayres in Broadway Serenade". (Arena, R'dam)
Wij hebben in tijden geen Italiaansche film
gezierf' en al zal deze Verdi-film niet het
peil aangeven, waarop de huidige Italiaansche
filmproductie zich bevindt, zij wordt door
deze bijkomstige omstandigheid toch interes
sant genoeg om haar eens te gaan zien.
De film behandelt in groote trekken het
leven van den beroemden componist uit de
vorige eeuw en neemt natuurlijk tegelijker-
tijl de gelegenheid waar, fragmenten uit
Verdi's beroemdste opera's ten gehoore te
brengen. Zooiets is altijd een gevaarlijke
onderneming, want ten eerste stelt het de
allerhoogste eischen aan een film, wanneer
zij de grootheid van een historischen persoon
wil uitbeelden en ten tweede vormen opera
fragmenten doode plekken in een film, welke
alleen door een heel knap regisseur geca
moufleerd kunnen worden. Deze film van
Carmine Gallone behandelt vrij fragmenta
risch eenige gebeurtenissen uit den aanvang
van Verdi's loopbaan. Zij beschrijft zijn hu
welijk met Margherita Barezzi de dochter
van zijn beschermer, den dood van zijn twee
kinderen en dien van zijn vrouw op den
avond dat zijn eerste opera wordt opgevoerd
en als een baksteen valt. Gesteund door de
zangeres Giuseppina Strepponi weet Verdi
zich over deze slagen van het noodlot heen
te zetten en weer aan het werk te gaan.
Er ontstaat iefde tusschen beide menschen,
maar Verdi voelt zich gebonden door de ge
lofte, aan zijn eerste vrouw gedaan op haar
sterfbed, van niet meer te zullen trouwen.
Giuseppina verlaat hem dan en gaat naar
Parijs, waarheen Verdi haar volgt. Hier ziet
hij een opvoering van „La dame aux came-
lias", die hem later zal inspireeren tot de
opera „la Traviata". Teruggekeerd in zijn
geboortedorp Busseito wordt hij door den
vader van Margharita ontslagen van zijn
gelofte en hij trouwt met Giuseppina. Dan
volgen jaren van opgang, waarin „la Tra
viata", „il Trovatore", „Don Carlos" en „Rj-
goletto" tot opvoering komen. In één van
die opera's zingt de jonge zangeres Theresina
Stolz en deze wordt de derde vrouw, die een
rol in Verdi's leven zal spelen, zij het ook
een platonische en inspireerende rol.
Bijna even fragmentarisch als de geschie
denis hier verteld wordt, is de verfilming
geworden. Er is geen sprake van een geslo
ten geheel, zooals er ook geen sprake is van
een stelselmatige ontwikkeling van een ka
rakter. De feiten worden weergegeven, maar
de geestelijke achtergrond van deze feiten
wordt ons onthouden. Zoo werd de film
interessant voor muziekliefhebbers, die Ben-
jamino Gigli en Maria Cebotari in verschil
lende opera-fragmenten kunnen hooren zin
gen en voor hen, die zich interesseeren voor
het leven van groote mannen, mits zij acht
tien jaar of ouder zijn.
C. B.
Op het mistroostige Pownall Terrace in
Lambeth, Zuid-Londen, de armenwijk, waar
de Lambeth Walk ontstond, staat te midden
van een rij gelijksoortige huizen het geboorte
huis van Charley Chaplin. Het is nummer 3,
werd in 1880 gebouwd. Chaplin woonde er
jaren lang met zijn moeder en bracht er het
eerst verdiende geld thuis, -toen hij in een
reizende troep variété-artisten werkte. Een
gedeelte van de huizenrij is afgebroken, ten
behoeve van den bouw van een grooten
bioscoop. De heele rij werd verkocht, maar
Charley Chaplin wist een optie op zijn
geboortehuis te verwerven. Telkens als hij
in Londen is, komt hij een bezoek aan het
oude huis brengen. Er woont nog een oude
buurvrouw in, een zekere Mrs. Phelps, die
zich kan herinneren, dat de Ohaplins van
Kennington Road op Pownall Terrace
kwamen wonen.
De beroemdste schlager van dezen herfst,
de Poolsche „Skoda Lasky", alias „Beer Bar
rel Polka" ook reeds als Hollandsch soldaten
lied onder den titel „Rats, Kuch en Boonen"
geliefd^ zal men „verfilmd" kunnen zien in
een der tien nieuwe liedjes in de nieuwe
Marx Brother's film „Een dag in het circus",
welke Metro-Goldwyn-Mayer gemaakt heeft.
Chico Marx, de piano-virtuoos met zijn be
faamde vingertrucs, speelt hem aansluitend
op een harp-solo van den dwazen Harpo
Marx.
Onder dezen weidschen titel wordt een
filmpje uitgebracht, dat in opdracht van het
ministerie van Defensie en onder auspiciën
van de stichting „Inef" door de filmfabriek
Polygoon te Haarlem gemaakt is. Het komt
mij voor, dat het een dankbare taak voor
een filmer moet zijn, een instructieve film
te maken over de werkzaamheden, den aaid
en het materiaal van onze koninklijke ma
rine. Dit onderwerp zit vol beweging, vol
filmische objecten, vol suggestieve kanten
en het biedt tallooze mogelijkheden om een
pittige, klare film te maken, die boeit en
tot bewondering stemt en tegelijk het ge
ruststellende gevoel geeft, dat zij beoogt.
De film van Polygoon bezit die kwalitei
ten niet. Zij is .niet overdacht, d.w.z. er ligt
geen klaar exposé aan den grondslag, waar
door defilm een juist begin, de beelden een
logischen leidraad gekregen zouden hebben.
En zij heeft verder niet de mogelijkheden
uitgebuit, die ongetwijfeld in het materiaal
liggen opgesloten. Van onze kruisers, onze
marine-vaartuigen, onze kustartillerie, onze
watervliegtuigen zijn andere, meer sugges
tieve opnamen te maken. Het materiaal
leent zich ervoor, het heeft slechts een
camera-man noodig, die deze mogelijkheden
ziet en ze eruit haalt. Bij dit soort opdrach
ten heeft men in de eerste plaats goede vak
lui noodig, menschen die het filmambacht
verstaan, die de visueele mogelijkheden van
hun onderwerp dóór hebben, die een logisch
draaiboek kunnen maken en iets van mon
tage-effecten afweten, die een camera kun
nen hanteeren en die in een juisten climax
hun film weten te beëindigen. In de Poly
goon-film heeft men maar de drie onbe
zielde en doode sluitingsbeelden te zien, om
te weten, dat iedere inspiratie, iedere geest
drift aan deze film vreemd was. Zij werd
een slordige en onoverdachte uitvoering van
een dankbare opdracht en het zou mij niets
verwonderen, wanneer veel van reeds vroe
ger opgenomen journaalmateriaal in deze
film was verwerkt. De ongelijke kwaliteit
der beelden zou in die richting wijzen.
Bij een vorige gelegenheid (de vertoo
ning van „Van kielplaat tot zeekasteel")
hebben wij gewezen op de onjuistheid der
gelijke opdrachten bij joumaalfabrieken te
plaatsen en wij hebben toen ons bezwaar
igemotiveerd met de opmerking, dat de
cameraman met journaalroutine de persoon
lijkheid mist om een eigen accent in de
film te leggen. Het filmjournaal eischt een
groote mate van objectiviteit en tegelijk een
haastige en dus meestal ondoordachte manier
van filmen, die in de journaals zelf niet zoo
als fouten opvallen, maar die in iedere groo-
tere opdracht aan den dag treden.
Evidenter nog dan bij „Van kielplaat tot
zeekasteel" blijiken in de marinefilm van
Polygoon deze tekortkomingen. Het is te
hopen, dat officieele instanties bij volgende
gelegenheden om opdrachten te geven, niet
den gemakkelijksten weg naar de journaal-
fabriek kiezen, maar zich door zaakkundigen
in deze materie laten voorlichten over onze
onafhankelijke filmers, die bij herhaling
blijk hebben gegeven van een persoonlijk en
gecultiveerd talent.
C. B.
Jacques Deval heeft een aardige comedie
geschreven, die „Soubrette heet en waarin,
evenals in zijn vorige stukken „Mademoisel
le" en „Tovartsj" („Vorstelijke Emigran
ten") een deel van het bedienend personeel
een belangrijke rol speelt.
In „Soubrette" laat hij een zoon van den
industrieel Carrington thuiskomen van een
Europeesche studiereis met zijn jonge Fran-
sche vrouw, die hij in alle stilte te Pari; 3
getrouwd heeft, zoodat zelfs zijn ouders nie's
van dit huwelijk afweten. Vóór hij, bij zijn
thuiskomst, het nieuws kan mededeelen,
hoort hij, dat zijn vader inmiddels op den
rand van een bankroet staat en alle hoop
gevestigd heeft op een spoedige huwelijks
aankondiging van zijn zoon met de rijke
Ray Milland en Olympe Bradna in
„Meisje voor dag en nacht".
Auriol Marsden, teneinde aldus zijn crediet-
waardigheid te vergrooten. Om de situatie te
redden vertelt zoonlief niets van zijn huwe
lijk; officieel verlooft hij zich met Auriol
Marsden, tèrwijl zijn vrouw als Fransch
dienstmeisje in het huis der Carringtons
geëngageerd wordt. In die hoedanigheid doet
zij prachtige dingen. Niet alleen helpt zij
de huishouding op orde, maar zij rege't
moeilijke familiekwesties en weet zelfs de za
ken van den ouden Carrington weer op gang
te brengen. Als dan alle moeilijkheden uit
den weg zijn geruimd, kunnen de jong
gehuwden eindelijk hun geheim prijsgeven.
Het gezelschap Laseur heeft in het vorige
seizoen van dit blijspel een charmante op
voering gegeven, die in alle opzichten boven
de filmrealisatie uitkwam. Wel kan de film
meer laten zien dan er op het tooneel ge
beurt, maar de film volgt een grover en
goedkooper procédé en maakt van het blij
spel met charme een klucht met dubieuse
vergissingen Vooral van de verhouding tus
schen den jongen Carrington en zijn vrouw,
die door buitenstaanders aangezien wordt
voor een galant avontuur van den zoon des
huizes met het Fransche dienstmeisje, heeft
de film nogal profijt getrokken, waardoor zij
haar niveau niet bepaald verhoogde.
Ray Milland en Olympe Bradna spelen
de hoofdrollen in deze door Andrew L. Stone
tradiitioneel-gemaakte film. Voor volwas
senen.
C. B.
Soms is inderdaad, in Hollywood tenmin
ste, de romantiek de wereld nog niet uit. In
drie dagen tijds werd de jonge Alice Eyland
beroemd in de filmkolonie en thans ook bij
de millioenen daarbuiten. Zij liep zelf met
cigaretten in een café tot zij John Powell's
befaamd model voor de Camel-cigarettën
werd, probeerde enkele maanden geleden
haar geluk bij Metro-Goldwyn-Mayer en
terwijl de kansen honderd tegen een zijn
dat zulk een „screen-test" lukt enga
geerde men haar voor een vrij belangrijke
rol naastGarbo in Lubitsch Ninotchka
Paul Hörbiger en Gretl Tlieimer in de Tobis-film „Johann Strauss"
cher Walzer) (Luxor, Rotterdam).
(Unsterbli-
De bekende Duitsche componist Theo
Mackeben, die o.a. de schlager „Nur nicht
aus Liebe weinen" voor de Tsjaikofsky-film
„Er war eine rauschende Ballnacht" schreef,
componeerde ook de muziek voor de nieuw
ste Zarah Leander-film „Das Herz einer
Königin". De regie van deze film is in han
den van prof. Carl Froelich.
Het gebeurde na de gebruikelijke „fuif
waarmee elke film, dit keer de verfilming
van het dappere leven der variété-kinderen
onder den titel Babes in Arms bij Metro-
Goldwyn-Mayer besloten werd. Daar was
alles wat jong is en naam heeft in fümstad.
Mickey Rooney danste er met Sonja Henie
en deze, vernemende dat Mickey ook wel
eens op de kunst-ijsbaan stond zonder nu
dadelijk een scheeve schaats te rijden, noo-
digde hem uit om op haar privé-kunst-
ijsbaan te komen „lessen" onder haar lei
ding. Mickey, variété-artist en sport-boy bij
uitnemendheid, maakte alras zulke vorde
ringen, dat er hoewel er niet een film
van dien aard op stapel staat reeds ern
stig over gedacht wordt om Andy Hardy op
de ijsbaan te brengen
Conradt Veidt in de ^Zwarte Spion". (Grand Theatre, Rotterdam
De eerste „oorlogs-slachtoffers" in Holly
wood zijn gelukkig nog maar enkele regels
in een manuscript, n.l. van Metro-Goldwyn-
Mayer's Remember, met Robert Taylor en
Greer Garson. Het scenario dateert uiter
aard „van voor den oorlog", maar thans stuit
men bij de verfilming op uitdrukkingen, die
niet zonder meer aldus gezegd kunnen wor
den. Zoo'spreekt Robert Taylor ergens de
vroeger doodonschuldige woorden: „Ik ga
vanavond scheep naar Europa, voor mijn
huwelijksreis". In de studio werd dit veran
derd inZuid-Amerika. Ook de volgen
de zin, door Laura Hope Crews te spreken,
werd geschrapt: „O, ik hou zoo van booten,
I't is zoo'n genot om den oceaan over te ste
ken
E. W. Emo heeft een film gewijd aan de
familie Strauss of eigenlijk aan datgene, wat
de familie Strauss een wereldnaam heeft be
zorgd: de onsterfelijke wals, zooals de film
dan ook in het Duitsch is betiteld. De roman
begint, wanneer de oude Johan Strauss reeds
op het hoogte punt staat van zijn roem en de
moeilijkheid gaat ondervinden om zioh op
die hoogte te handhaven. Hij heeft drie zo
nen, die hij buiten het bohemien-leven van
den kunstenaar opvoedt en die volgens zijn
streng bevel alles mogen studeeren, behalve
de muziek.
Het bloed verloochent zich evenwel niet.
Buiten hun vader om studeeren zij de muziek
en de oudste van hen, Johan Strauss is de
eerste, die er de technische studie aangeeft
en spoedig als componist en clirigent een
grooten naam heeft in Weenen. De tweede is
gewilliger van aard, voltooit zijn studiën,
wordt ingenieur en.... eigenlijk zielsonge-
lukkig. Wanneer hij achter zijn teekentafel
zit, verschijnen er op het papier geen con
structierekeningen maar noten.
Inmiddels sterft de oude Strauss, eigenlijk
heel tragisch in een gevoel van minderwaar
digheid. Johan Jr's roem stijgt steeds hooger,
terwijl zijn broer Josef. de ingenieur, zijn
energie verspilt aan de uitvinding van de
eerste straatveegmachine. Een instrument,
waarmede ieder een grapje maakt, maar dat
daardoor juist ook voor Joset den weg baant
naar de muzikale carrière. Op een Sylvester-
bal speelt Johan met zijn orkest een wals,
welke op de papieren van zijn broer Josef is
gevonden door diens vrouw.
Het nieuwe jaar zet in.met twee Straus-
sen, terwijl- kort daarna ook de jongste van
het drietal het dirigeerbankje bestijgt. Doch
nu ontstaan er tusschen de broers onder el
kaar spanningen, welke tenslotte tot een con
flict leiden. Johan Strauss is de firma naam
geworden en Josef en Eduard zijn daarin de
plaatsvervangers van Johan. Het komt tot
een scherpe woordenwisseling en de muzi
kale firma dreigt te springen als op het psy
chologisch moment hun oude leermeester en
vriend tusschen beide komt en hun voor
houdt, dat zij gedrieën het werk van hun
vader, de onsterfelijke wals, tot heil van de
menschheid moeten voortzetten.
Behalve erg muzikaal blijken de Straus-
sen ook verstandig te zijn. De firmanaam
wordt kortweg veranderd in Strauss zonder
meer. Johan, Josef of Eduard zal niet meer
naar voren worden gebracht. Zoo volbrengen
zij het levenswerk van hun vader, wier
geest blijft voortleven in hun composities.
De film eindigt met een montage van wer
velende walsende dansparen te midden waar
van het beeld van den ouden Strauss ver
schijnt, glimlachend en eindelijk verzoend
met de gedachte dat zijn jongens dan toch
de voetstappen van hun vader hebben ge
volgd.
In een film, gewijd aan de Wiener Wals,
speelt de muziek natuurlijk een groote rol.
De eene wals na de andere wordt ten ge
hoore gebracht en vertrouwend op de
gründlichkeit, waarmede de Duitsche regis
seurs wel zullen te werk gaan, nemen we
aan, dat wij zoo geleidelijk aan de voor
naamste en meest populaire composities van
vader en zonen Strauss te hooren hebben
gekregen en dat er geen verwarring om
trent het auteurschap heeft plaats gehad.
Want anders zou de voornaamste bedoeling
van de film, een anecdotisch levensverhaal
van de familie leveren, niet tot haar recht
zijn gekomen.
De film is geheel in amusanten stijl ge
houden, een beetje luchtig en gemoedelijk,
zooals men van de Weeners kan verwachten,
die blijkens de film toch ook een heel groote
mond kunnen opzetten. We hebben Paul
Hörbiger nog nooit zoo hooren uitpakken
en we krijgen een beetje meelij met die
arme Dagny Servaes, die als zijn vrouw dit
alles maar lijdelijk moet aanhooren.
Voor achttienjarigen en ouderen.
„Sword fishing" is de titel van een zoo
genaamde short-film, welke door de War
ner Bros binnenkort zal worden uitgebracht
en door Erroll Flynn en den Amerikaan-
schen kampioen-boogschutter werd vervaar
digd. Deze film belooft een bezienswaardig
heid te worden voor de visschers, omdat
deze short het visschen door middel van pijl
en boog tot onderwerp heeft. In Cape San
Lucas in Zuid-Californië werd de film op
genomen.
Jarenlang was de naam van deze eertijds
zoo beroemde actrice verdwenen. Thans zal
zij „come back" maken, uiteraard in een an
der soort rol dan vroeger, in de nieuwe film,
„Not Too Narrow, Not Too Deep", het ver
haal van zeven ontsnapte gevangen uit een
strafkolonie, van wie er in de jungle slechts
drie in leven blijven.
De film Hollywood Cavalcade is voor
vertooning in Amerika in roulatie gebracht.
Liefhebbers van de ouderwetsche gooi- en
smijtfilms volgens hen klassieke prestaties
der filmkunst kunnen zich er door te goed
doen aan prachtige scènes, waarin een record
aantal taarten tegen menschelijke aangezich
ten ploffen. Om dit te doen, werd speciaal
Buster Keaton geëngageerd. Hij slingert er
in totaal 56 stuks in, met feillooze zekerheid.
De gebruikte taarten zijn gemoderniseerd en
van een samenstelling, die gemakkelijker weg
te boenen is. Het hoofdbestanddeel is slag
room. De film werd in kleuren gemaakt en
heeft tot doel, een overzicht te geven van
de geschiedenis van liet Hollywoodsehe film
bedrijf. Er werden 80 verschillende decor»
voor gebouwd voor een gemiddelde filu
gebruikt men zelden meer dan veertig decorw
terwijl er twee millioen dollar aan ten
koste is gelegd. Er werden behalve Buster
Kaeton nog talrijken andere getrouwen opge
roepen, o.a. Chester Conklin, Mc Sennett, de
bekende Keystone Cops en Ben Turpin, de
schele barman. Als extra merkwaardigheid
gebruikte men o. a. een Ford, model 1913,
waarvoor 1350 dollar moest worden neer
gelegd, terwijl een nieuwe wagen niet meer
dan 500 dollar kost.
In Hollywood is overleden Ford Sterling,
eens beroemd als chef van de z.g. Keystone
Cop'.s de politie-agenten, die in ouderwet
sche gooi- en smijtfilms optraden en hun
glorietijd omstreeks 1913 beleefden. Hij
heette eigenlijk George Stitch. Hij speelde
in den laatsten tijd kleinere rollen.
I