2&r£muw &VAUW (O/ MXANÜJG 4 DECEMBER 1939 DE ZEE GEEFT TERUG, WAT ZIJ NAM. Lijk van een vlieger aangespoeld. ERNSTIG ONGEVAL. LUCHTPOSTVERBINDING OP NEDERLANDSCH-INDIË. UITVOER EIEREN NAAR DUITSCHLAND. BRAND TE DELFT. EEN WELKOME BEZOEKER NATURALISATIE EN DE DUITSCHE SCHOOL. BRANDKAST UIT KANTOOR GESTOLEN. Recherche arresteert vijf verdachten. Tevens oude inbraak opgehelderd DE LAATSTE DAG OP HET EEUWIGE IJS. De missionaris, gewend aan het vliegen in de Poolstreken, had niet bijzonder veel moeite ge had, om de Dlaats te vinden, die men hem had aangeduid. Én ae commandant had de voorzorg genomen, een groote, roode vlag bij de tent op het ijs uit te spreiden. Zoodra de vliegende missionaris de roode plek ontdekte, wist hij, in den goeden koers te heb ben gevlogen en hij zocht naar een geschikt lan dingsterrein. Ook hieraan had de commandant gedacht. Terwijl Knauw en de twee officieren op jacht waren, liet hij een flink gedeelte van het ijs zoo effen mogelijk maken en het haastig aangelegde vliegveldje markeeren met een aan tal zakken, wier inhoud op het ijs opgestapeld was. Het duurde dan ook niet lang, of de vlieg machine vloog laag boven het kamp en de mis sionaris maakte zich op, haar volgens de regelen der kunst neer te zetten. Doordat hij meermalen landingen op sneeuw en ijs had gemaakt, aar zelde hij nauwelijks en spoedig raakte zijn ma chine den grond. Knauw merkte tot zijn verba zing, dat ze niet op kajaks stond, maar op wie len, groote zware rubberwielen, die het vlieg tuig op de sneeuw deden dansen, tot het einde lijk tot rust kwam en met een draai stopte. Hij rende er heen en was de eerste, die de vliegen den missionaris begroette, toon deze uit den cockpit stapte. Ze waren oude kennissen en Achter den ijsrug vonden zij wat bescherming. Knauw sprak hem zoo trotsch als een pauw in het Engelsch aan. Hij glorieerde bij de verbazing van den blanke, wiens lange baard grappig op en neer ging, terwijl hij vroolijk lachte. Er volgde een korte, hartelijke begroeting van den commandant van de „Nautilus" en hierna werd de vliegende missionaris door de anderen verwelkomd. Er was inmiddels weinig tijd voor een nadere kennismaking, aangezien de vliegen de missionaris weer zoo gauw mogelijk wilde opstijgen, teneinde de drie vluchten snel te kun nen volbrengen. De commandant wees zijn vrouw, een offi cier en drie leden van de bemanning als eersten aan. Knauw zag ze een-voor een verdwijnen, na van ieder een hand te hebben gehad. Wel sprak niemand het uit, maar er kon nog heel wat gebeuren en zoolang heel de expeditie niet behouden op het veilige eiland zou zijn, moest men er rekening mee houden, dat men elkander wellicht niet meer zou zien. De vliegende missionaris stapte als laatste in, na den motor aangeslagen te hebben en de schroef in beweging te hebben gebracht. Knauw lette er op, hoe hij alles deed. De vorige maal was hij dermate verbaasd geweest over den vlie genden wagen, dat het niet tot hem doorgedron gen was, hoe deze precies werkte. Aan boord van de onderzeeboot hoorde hij onder meer ook het een en ander over vliegmachines en lucht schepen en hij vroeg zich af, of hij ook eens zoo'n prachtige uitvinding der blanken zou kun nen en mogen besturen. Hij begreep overigens, hoe moeilijk dit was, nam zich voor, er alles over te leeren. De eerste reddingspoging verliep vlot en de tweede eveneens. Omdat hij er op aandrong, werd het Knauw toegestaan, te blijven tot de vliegende missionaris voor de derde maal terug zou komen, om de laatste schipbreukelingen op te nemen. De commandant vertrouwde hem een pak toe met aanteekeningen, hem op het hart drukkend, er goed voor te zorgen. Hij had hiertoe alle re den, aangezien het weer langzamerhand veran derde en de hemel donker werd. Er was een storm in aantocht. Misschien trok hij voorbij, maar het kon heel goed, dat de elementen juist op de plek, waar ze zich bevonden, eens zouden willen uitrazen. Dan kwam het ijs in beweging en was hun leven niet zeker. Tevens zou het de vraag zijn, of de vliegende missionaris in staat zou zijn, tegen den storm op te tornen en een landing behoorde wellicht tot de onmogelijk heden. Er bestond groote kans, dat ze dan te voet verder zouden moeten, vluchtend voor de ge vaarlijke scheuren. De commandant overwoog dit alles hardop, zoodat ze het allemaal konden hooren. Nu waren de gehardste mannen achter gebleven, kerels, die de gevaren rustig onder de oogen durfden te zien. De commandant toonde zich heel blij, Knauw verlof te hebben gegeven, bij hem te blijven. Ze zouden veel aan hem hebben. Ieder beschik ten ze over sneeuwschoênen en ze waren er te vens op thuis, erkenden in Knauw intusschen volmondig hun meegter. Die kon spoedig laten zien, wat in hem stak. De storm bleek het op het kleine groepje ge munt te hebben, het centrum er van kwam regelrecht op het wak aan. De wind zwiepte het water er van op. Met z'n allen keken ze naar den kabel, die onder een zwaren druk be gon te trillen en te rekken. Ze zagen de schaduw van de „Nautilus" flauw in het water afgetee- kend. Als vastgenageld stonden ze, vreezend, ieder oogenblik den kabel te zien breken. Inplaats daarvan verscheen plotseling de boeg van de onderzeeboot boven het wak uit. Knauw zag weer de glimmende letters, welke hem tde eerste maal zoo geheimzinnig hadden toege schenen. Steeds hooger kwam de „Nautilus" boven het water uit, als wilde ze zich op het ijs werpen en daar een toevlucht zoeken. On- (Nadruk verboden)- willekeurig weken ze achteruit. En nauwelijks hadden ze dit gedaan, of daar brak de kabel met donderend geweld. De „Nautilus" verhief zich (Opnieuw ettelijke meters, alsof ze steigerde en zonk daarop geruischloos weg, voorgoed. Hij zette zich aan het hoofd van het kleine groepje en zocht een zoo gemakkelijk moge lijken weg over het besneeuwde ijs, waarover en sneeuwstorm begon te woeden. Nu werd het gevaarlijk en het beste was, halt te houden, naar Knauw uit ondervinding wist. Instinct matig zocht hij een. ijsrug, die eenigszins be scherming bood en stelde voor, er in allerijl een stuk muur op te trekken tegen de wind richting in. Achter den muur lagen ze tamelijk beschut. Geduldig wachtten ze uren en uren, den storm over zich heen razend latend. Knauw dacht aan den vliegenden missionaris en aan de vrouw van den commandant. En hij hoopte, dat het ijs niet zou scheuren. De zee -en de wind sloegen er onbarmhartig tegen en gingen te keer, alsof ze niets liever wilden, dan het kleine troepje blanken en den jongen Eskimo te ver delgen. De commandant begon te bidden. Knauw be greep, dat hij tot zijn grooten Geest sprak. Ook de Eskimo's kennen een Grooten Geest, die over leven en dood beslist en in Wiens handen het lot der menschen berust. En hij sprak de woor den van den commandant na instemmend met de andere blanken. Hun gebed werd verhoord, de storm nam en met een blij en dankbaar hart zagen ze wolkenmassa breken en de zon weer te voor schijn komen. De commandant sprak weer een gebed en Knauw bad opnieuw weer mee, een diepe bewondering voelend voor den grooten Geest. De vliegende missionaris was zi.ln die naar, dat wist hij en hij nam zich voor, veel veel meer te weten te komen over den goeden God der blanken. Ze rustten even uit. Met enkele zakinstru- menten bepaalde de commandant hun positie. Ze bevonden zich op ongeveer honderd kilo meter van de plaats, waar het wak had gele gen. Zonder twijfel was dit door het tezamen- drijvende ijs dichtgeschoven. De gansche ijslaag was in voortdurende beweging geweest. Onder zich hoorden ze de zfe n0S razen. Zou de vliegende missionaris terugkomen? En zou hij hen kunnen vinden. Ze waren niet meer in staat, hem per radio te laten weten, waar ze zich ophielden. %e roosten er op vertrouwen, dat de vliegende missionaris den storm had af gewacht en na het opklaren van het weder zijn derde poging zpu hebben ondernomen. Hij zou hen in geen geval aan hun lot over laten, daarvan waren ze overtuigd. Ze gaven zich er echter volkomen rekenschap van, dat het niet mee zou vallen, een paar menschen te ontdekken in een eindelooze sneeuwvlakte en dan nog uh een snejje vliegmachine. Ge lukkig had de commandant de roode doek om zijn middel gewonden en hij spreidde haar weer op het ijs uit, haar aan de hoeken met sneeuw- blokken verzwarend, zoodat ze niet weg kon waaien. Ze hielden zich zoo veel mogelijk warm, door steeds in beweging te blijven en Knauw speur de naar een spleet, in de hoop, een visch te kunnen verschalken. Hij was even bedachtzaam geweest als de commandant en had bij hun snelle vlucht zijn harpoen gegrepen. (SLOT VOLGT.) MOTORRIJDER GESLIPT. Duopassagier ernstig gewond. BRANDSPUIT Wilde niet werken. Zware brand te Roelofarendsveen. DOOR EEN AUTO GEDOOD. MOTOR REED IN OP GROEPJE JONGELUI. EXTRA DUURTE-TOESLAG VOOR MIJNWERKERS. DUURTETOESLAG IN DE METAAL INDUSTRIE. Zaterdagmiddag is bil de Krim in het Noorden van Texel bij paal 28 het lijk van via 3-js.rigtn vlieger aangespoeld. Het droeg een zwemvest van de soort, die met den mond kan worden opgeblazen, waarop de naam P. Jo. Mitchell voorkwam. Da kleeding bestond uit een blauwen overall met ritssluiting, een vest met lichten boord en das en voorts twee leeren riemen. Verder werd een bronzen knoop gevonden, •waarop een adelaar met kroon. Het gelaat van den doode was beschadigd, voor het overige was het lichaam Ongeschon den; ook het gebit is gaaf. De dood moet door verdrinking zijn inge treden. Het lijk is gekist en naar het gemeente ziekenhuis van Texel te Den Burg overge bracht. Nu de Noordwestenwind pal op de Texel- sche kust staat, zijn de voorwerpen, welke uit zee aanspoelen, zeer talrijk. Behalve een reddingboei van het op een mijn geloopen en gezonken Japansche stoomschip „Teru- kuni Maru" spoelden 35 luiken aan. Dan spoelt er veel hout op het strand, zoowel mijnhout als baddings. Verder gaf de zee een aantal kisten thee en oude balen met rubber terug. En dan komen er nog mijnen op de kust. Zaterdagmorgen dreef er een nabij de haven van Oudeschild, waardoor de boot naar Den Helder aanvankelijk binnen bleef. Toen de mijn niet van positie veranderde, is zij door militairen aan wal gebracht en gedemon teerd. Bij het electriciteitsbedrijf te Groningen. Zaterdagmorgen om elf uur is bij het ge meentelijke electriciteitsbedrijf te Groningen een ernstig ongeluk gebeurd. Bij het plaatsen van een nieuwen meter ontstond door on bekende oorzaak kortsluiting, tengevolge waarvan een gedeelte van de stad Groningen dat op dit net is aangesloten, stroomloos kwam. Bij de voortzetting der werkzaamheden laaide plotseling een groote steekvlam op, welke de beide monteurs, die met het plaat sen van den meter belast waren, in 't gezicht trof en hen zeer ernstig verwondde. Een derde beambte, die op eenigen afstand stond, werd minder ernstig aan het gelaat ge schroeid. De gewonden zijn de 48-jarige H. D., de 33-jarige W. K. en de 43-jarige J. T. P., allen gehuwd en wonende te Groningen. De beide eerstgeneomden zijn er het ergst aan toe. Zij kregen zware brandwonden aan het ge laat. Laatsgenoemde werd na in het acade misch ziekenhuis te zijn verbonden, ter ver dere verpleging naar zijn woning overge bracht. De beide anderen zijn in het zieken huis opgenomen. Door de centrale wordt een onderzoek naar het ongeval ingesteld. Protest van Italiaansch blad tegen Britsche censuur. Stefani seint uit Milaan; Popoio dTtalia protesteert tegen een misbruik van de Brit sche macht, gedocumenteerd door een brief omslag, met Nederlandsch-Indische postze gels, van Java per luchtpost verzonden met de K. L. M. naar een lid van den Italiaan- schen raad. Deze lijn begint te Batavia en eindigt tegenwoordig te Napels. Uit een strook papier met de woorden „Passed by censor" en het Britsche wapen blijkt dat de brief de Britsche censuur is gepasseerd. Het blad voegt hier aan toe, dat daar het een Nederlandsche luchtlijn is de Britsche autoriteiten zich het recht hebben aangema tigd het briefgeheim te schenden. Dit machts misbruik is op een vliegveld langs deze lijn geschied, misschien te Singapore. De Ne derlandsche autoriteiten hebben dit over hun kant moeten laten gaan overeenkom stig hun wensch rustig te leven, al is dait niet im overeenstemming met de hun door de neutraliteit opgelegde verplichtingen. Tot zoover het bericht van „Popoio dTta lia". Van de zijde der K. L. M. vernemen wij in dit verband, dat, aangezien de K. L. M. op de Indiëroute gebruik moet maken van Brit sche vliegvelden, zij zich moet onderwerpen aan de maatregelen, welke men daar op een bepaald oogenblik neemt, ook al betreurt men deze. Behoudens onvoorziene omstandigheden gelden Voor uitvoer van kipeieren naar Duitschland in het tijdvak 1 tot en met 4 December de volgende franco-grens-prijzen per 100 stuks: voor D-eieren 4.25; C 4.30 B 4.90; A 5; S 5.05; Behoudens onvoorziene omstandigheden gelden voor uitvoer van eendeneieren naar Duitschland in het tijdvak van 1 tot en met 4 December de volgende franco-grens-prijzen per 100 stuks: voor eieren beneden 50 kg. per 1000 stuks 2.50; eieren van 50 tot 54 kg. per 1000 stuks 2.80; van 54—60 kg. per 1000 stuks 3.20; van 60 kg. per 1000 stuks en daarboven 3.50. Op het alarm zware uitslaande brand rukte de Delftsche politie-brandweer Zater dagavond omstreeks half 12 uit naar de machinefabriek Reineveld aan den Hoogweg aldaar. De hooge vlammen die opstegen, deden in den beginne een brand van groote afmetingen veronderstellen. Het gevaar bleek echter in werkelijkheid minder ern stig te zijn. Een der houten loodsen achter 't eigenlijke fabriekscomplex stond in lichter laaie. Een belangrijke partij vormen, kisten en emballage was door onbekende oorzaak in brand geraakt en was voor de vlammen een willige prooi. De brandweer, die het vuur van twee kanten krachtig bestreed slaagde erin uit breiding te voorkomen en den brand in een half uur tijds meester te worden. Verzeke ring dekt de schade. bij de Duitsche sol daten aan 't Weste lijk front is steeds de man, die de boe ken komt verdee- len, welke voor de gemobiliseerden ter beschikking worden gesteld. Naar aanleiding van bezwaren, te berde ge bracht in verband met een voorgesteld na turalisatie-ontwerp', zegt de minister van ju stitie o.a. in een nota naar aanleiding van het verslag over dat wetsontwerp Naar wil voorkomen, behoeft die omstan digheid, dat de betrokken voorgedragene (H. K. C. Kasten) één van zijn kinderen in April 1938 voor betrekkelijk korten tijd op de Duitsche school te Rotterdam geplaatst had, niet tot de gevolgtrekking te leiden, dat deze sedert 27 September 1922 te Rotterdam gevestigde verzoeker niet als ingeburgerd zou kunnen worden beschouwd. Hierbij moge ook in aanmerking worden genomen, dat de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam het naturalisatieverzoek onder steunt. De Duitsche school voor gewoon lager onderwijs te Rotterdam geniet krachtens ar tikel 207 der lager-onderwijswet 1920 ver goeding uit de Nederlandsche openbare kas sen. Zij behoort dan ook te voldoen aan de zelfde wettelijke voorschriften en, wat de inrichting van het onderwijs betreft (ge bruik van Nederlandsche leermiddelen, ge bruik van het Nederlandsch als voertaal e. d.), aan dezelfde normen als andere scho len. Het aantal tot de Nederlandsche nationa liteit behoorende leerlingen der school be draagt op het oogenblik 25. Daar ook overi gens niet is gebleken van omstandigheden, welke aan naturalisatie in den weg zouden staan, en de gehoorde autoriteiten gunstig hebben geadviseerd, ziet de minister geen aanleiding om het voorstel tot naturalisatie voorloopig terug te nemen, ter fine van na der onderzoek. Ook hierom niet, wijl voor melde Kamer van koophandel en Fabrieken in het belang der haven van Rotterdam en dus in het algemeen belang een spoe dige behandeling van de aangelegenheid heeft verzocht. Het veer bij Rhenen zal, tenzij de was van den Rijn blijft aanhouden, in functie blijven. Siechts zware vrachtauto's kunnen op het oogenblik niet worden overgezet en moeten dus, nu de andere veren over den Rijn zijn gestremd, via de bruggen te Arnhem of Vianen den stroom passeeren. Men meldt ons uit Den Haag: Een week geleden, in den nacht van Vrij dag op Zaterdag werd ingebroken in het kantoor van een vernisfabriek aan het Groe- newegje. De dieven hadden het gemunt op een brandkast, die zij trachtten open te bre ken, hetgeen evenwel niet gelukte. Zij laad den haar daarom op een driewieler, die zij in de fabriek aantroffen. De brandkast bevatte behalve een aantal boeken een geldtrommel, waarin 650 gulden. Na een week speuren, is de Haagsche politie er thans in geslaagd licht te brengen in deze zaak. In den loop van de week zijn vijf personen in arrest gesteld, die allen in meer of min dere mate aan deze wel zeer brutale inbraak hebben deelgenomen. Toen de recherche dien Zaterdag haar on derzoek begon, richtte zij allereerst haar aan dacht op het terugvinden van de bakfiets, waarop de 200 kilo wegende brandkast moest zijn vervoerd. Men vond dezen driewieler nog denzelfden ochtend onbeheerd in de van der Kunstraat. Een tweede punt van uitgang was het opsporen van een jongeman, dien het personeel van de fabriek enkele dagen voor de inbraak regelmatig aan het Groenewegje had zien staan, waarbij het was opgevallen, dat dit jongmensch een bijzondere belang stelling aan den dag legde voor het exterieur van de fabriek en de aangrenzende kantoor lokalen. Aan de -hand van het signalement, dat de politie van dezen persoon kreeg en met behulp van het foto-archief kon deze 25- jarige jongeman nog denzelfden avond wor den aangehouden. Hij werd aangetroffen in een café in de binnenstad, waar hij groote verteringen maakte. Intusschen werd het Laakkwartier, in welks omgeving de bakfiets werd gevonden, scherp in de gaten gehouden. Weer deed het archief goede diensten. Nagegaan werd, welke bij de politie bekende personen, die wel eens meer van de inbraak zouden kunnen vertel len, hier wonen en zoo werd des Zondags overgegaan tot de arrestatie van een 31-j ari sen metselaar. Een onderzoek wees uit dat deze man kort voor de inbraak herhaalde malen in het kan toor van de vernisfabriek was geweest. Hij had daar geinformeerd naar een huis, dat te huur stond en dat op dat kantoor te bevragen zou zijn. Maandagavond boekte de politie haar groot- de succes. Motoragenten hielden te circa ze ven uur in de Waldorpstraat een 51-jarigen monteur aan, die een handkar voortduwde. Op deze kar was een groote hutkoffer gela den. Toen men den inhoud onderzocht, vond men de brandkast, die intusschen geen brand kast meer was, maar een klomp ijzer en staal. Men had haar van alle kanten openge broken om de geldtrommel er uit te halen. Blijkbaar was de man op weg geweest naar een stil plekje langs het water, waarin hij de lading van de kar zou hebben kunnen ..zwiepen". Dank zij de oplettendheid van de twee motoragenten, was hem dat niet gelukt. Het viel de politie op, dat deze monteur een zeer dure regenjas droeg. Toen men zijn wo ning onderzocht vond men in een afgesloten koffer o.m. zeven obligaties van 500 gulden en twee obligaties van 1000 gulden. Deze bleken afkomstig te zijn van een inbraak, gepleegd in Juni 1938 in een perceel aan de Stadhouderslaan. Deze inbraak werd destijds gepleegd, toen de bewoners met vacantie uit- stedig waren. Behalve deze obligaties werden toen ontvreemd een aantal sieraden en de re genjas, die de monteur droeg, toen hij werd aangehouden. Deze derde verdachte,'met wiens aanhou ding dus tevens een oude inbraak onver wacht is opgehelderd, woont samen met een 50-jarigen los-werkman, die de laatste 16 jaar een behoorlijk leven heeft geleid, doch die vroeger herhaalde malen met de politie in aanraking is geweest. Hij was destijds een beruchte internationale inbreker en vooral de Duitsche politie heeft hij veel last veroor zaakt. Deze man was vooral op het terrein van inbraken, waarbij het forceeren van brandkasten hoofdzaak was, een specialist. Het was de recherche tenslotte bekend, dat beide mannen in relatie stonden met een 47- jarige vrouw, bij wie zij dikwijls op bezoek kwamen. Toen de politie het huis van deze vrouw doorzocht, werden ijzerdeeltjes gevon den, benevens eerf breekijzer. De ijzerdeeltjes bleken afkomstig te zijn van een brandkast, waarmede dus vaststond, dat de brandkast in deze woning had gestaan en daar was open gebroken. Ook deze vrouw werd aangehou den, doch later in voorloopige vrijheid ge steld, omdat bleek, dat zij met het misdrijf niet veel te maken heeft gehad en tevens, omdat zij hulpbehoevend is. Uit den vriendenkring van beide mannen werd tenslotte nog gearresteerd een 26-jarig los werkman, die reeds dikwijls is veroor deeld. In September' jl. werd hij uit de ge vangenis ontslagen, waar hij twee jaar had moesten doorbrengen wegens een inbraak in de Van Hoogenhoucklaan in Juli 1937, waar bij hij op heeterdaad was betrapt. Alle vijf verdachten zijn in het huis van bewaring opgesloten, Zondagmiddag is de korporaal L. J. N. in de bocht bij het Sint Janskerkhof te Laren (N.-H.) met zijn motorfiets geslipt. De be stuurder liep hierbij slechts lichte verwon dingen op, welke ter plaatse werden ver bonden, de duo-passagier echter, de dienst plichtige w. j, s. sloeg met het hoofd tegen het betonnen wegdek en kreeg een schedel- basisfractuur. xn ernstigen toestand is de on gelukkige naar het Sint Jansziekenhuis over gebracht. Zondagmorgen ontstond in de Dorpsstraat te Roelofarendsveen in het perceel van den heer H. een begin van brand. Door den feilen Oostenwind greep het vuur snel om zich heen. De pas aangeschafte automobiel-brand spuit verscheen weldra ter plaatse, doch kon op onverklaarbare wijze geen water geven. Hierdoor kregen de vlammen gelegenheid over te slaari op het aangrenzende perceel van den heer Van B. Een inmiddels aan gerukte andere spuit gaf na eenigen tijd wa ter, doch door de stagnatie had de brand middelerwijl zoodanigen omvang aangeno men, dat reeds vijf woonhuizen in vlammen stonden. Alle brandden zoo goed als geheel af, zoodat vijf gezinnen dakloos werden. Zij hebben echter door de medewerking van hun dorpsgenooten tijdelijk onderdak gevonden. Allen waren verzekerd, doch sommigen slechts zeer laag. De inboedels van den heer H. en van den heer Van B. konden nog tijdig worden gered; ze hadden echter veel waterschade gekre gen. De oorzaak moet waarschijnlijk worden gezocht in het ontstaan van een schoorsteen brand. Het bleek, dat de automobiel-brandspuit, welke inmiddels was gerepareerd, niet vol doende benzine bevatte. Zondagavond is te Zurig de tienjarige jongen P. P. de B. door een auto overreden en vrijwel op slag gedood. Het ongeluk ge beurde op korten afstand van het dorp toen de knaap den weg overstak, juist, toen een uit Zurig komende vrachtauto was gepas seerd en van tegenovergestelde zijde 'n per- sonenauto naderde, bestuvwd door een mili- tair, die den jóngen niet meer kon ontwij ken. Een hunner werd ernstig gewond. Zaterdagavond is te Wapeuv®^ een mo torrijder, die door een tegc" Jgger verblind werd, op een groepje jongens en meisjes ingereden. Een zestienjarig meisje is hierbij ernstig gewond, de overigen liepen geen noemenswaardig le'se a&' De jongelui stonden met hun fietsen aan de hand op den weg 'e praten. De motor rijder H., uit Veessen, reed met volle vaart op hen in- De11 letsen en het motorrijwiel werden vermeld. Nadat nel zestienjarige meisje B. ter plaats® gen€eskündige hulp was verleend, is zij naar een Ziekenhuis te Zwolle overge bracht. Zij heeft een hersenschudding en een beenbreuk opgeloopen. De motorrijder en diens broer, die op de duo zat, werden aan hoofd en handen gewond, de overigen zijn eveneens licht gewond. Allen zijn ter Plaatse verbonden en naar hun woningen overgebracht. Met ingang van Januari a.S. In de heden gehouden vergadering van de contactcommissie voor het mijnbedrijf hebben de gezamenlijke directies der Limburgsche steenkolenmijnen meegedeeld, dat met ingang van 1 Januari 1940 naast den bestaanden duurtetoeslag nog een extra duurte-toeslag zal worden uitgekeerd ten bedrage van 5 pet van het loon. Deze regeling zal gelden tot 1 April 1940, den datum, waarop de geldende loonovereenkomst zal zijn beëindigd- Verder werd een nieuwe regeling voor de uitkeering aan gemobiliseerden aangekondigd. De onderhandelingen in de metaalindus trie, gevoerd tusschen de voorzitters van de algemeene, de r K- en de Christel, metaal bewerkersbonden en eenige vertegenwoor digers, daa,rtoe aan'§ewezen door het hoofd bestuur van de metaalbonden, terzake een toeslag °P loonen ter bestrijding van de duurte, zijn voor het jaar 1939 beëindigd. Als resultaat van deze besprekingen is door het hoofdbestuur van den metaalbond be sloten zijn leden te adviseeren in de week, vóór Kerstmis aan de werklieden een extra uitkeering te geven, bestaande uit het uur loon over zeventien uren. De beteekenis hiervan is, dat in die week 35 procent van het weekloon extra zal worden betaald, wat gelijk staat met een toeslag van vijf procent van het loon over zeven weken. Met de werkgevers, waarmede namens den metaal- bond de onderhandelingen zijn gevoerd, is verder overeengekomen, dat indien ge- wenscht, nieuwe besprekingen geopend kun nen worden in de maand Jauari na publi catie van de cijfers over December 1939 van het bureau van statistiek der gemeente Am sterdam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1939 | | pagina 4