2&r£muw
&VAUW
(O/
MXANÜJG 4 DECEMBER 1939
DE
ZEE GEEFT TERUG,
WAT ZIJ NAM.
Lijk van een vlieger
aangespoeld.
ERNSTIG ONGEVAL.
LUCHTPOSTVERBINDING OP
NEDERLANDSCH-INDIË.
UITVOER EIEREN NAAR
DUITSCHLAND.
BRAND TE DELFT.
EEN
WELKOME
BEZOEKER
NATURALISATIE EN DE
DUITSCHE SCHOOL.
BRANDKAST UIT KANTOOR
GESTOLEN.
Recherche arresteert vijf
verdachten.
Tevens oude inbraak opgehelderd
DE LAATSTE DAG OP HET EEUWIGE IJS.
De missionaris, gewend aan het vliegen in de
Poolstreken, had niet bijzonder veel moeite ge
had, om de Dlaats te vinden, die men hem had
aangeduid. Én ae commandant had de voorzorg
genomen, een groote, roode vlag bij de tent op
het ijs uit te spreiden.
Zoodra de vliegende missionaris de roode plek
ontdekte, wist hij, in den goeden koers te heb
ben gevlogen en hij zocht naar een geschikt lan
dingsterrein. Ook hieraan had de commandant
gedacht. Terwijl Knauw en de twee officieren
op jacht waren, liet hij een flink gedeelte van
het ijs zoo effen mogelijk maken en het haastig
aangelegde vliegveldje markeeren met een aan
tal zakken, wier inhoud op het ijs opgestapeld
was.
Het duurde dan ook niet lang, of de vlieg
machine vloog laag boven het kamp en de mis
sionaris maakte zich op, haar volgens de regelen
der kunst neer te zetten. Doordat hij meermalen
landingen op sneeuw en ijs had gemaakt, aar
zelde hij nauwelijks en spoedig raakte zijn ma
chine den grond. Knauw merkte tot zijn verba
zing, dat ze niet op kajaks stond, maar op wie
len, groote zware rubberwielen, die het vlieg
tuig op de sneeuw deden dansen, tot het einde
lijk tot rust kwam en met een draai stopte. Hij
rende er heen en was de eerste, die de vliegen
den missionaris begroette, toon deze uit den
cockpit stapte. Ze waren oude kennissen en
Achter den ijsrug vonden zij wat bescherming.
Knauw sprak hem zoo trotsch als een pauw in
het Engelsch aan. Hij glorieerde bij de verbazing
van den blanke, wiens lange baard grappig op
en neer ging, terwijl hij vroolijk lachte.
Er volgde een korte, hartelijke begroeting van
den commandant van de „Nautilus" en hierna
werd de vliegende missionaris door de anderen
verwelkomd. Er was inmiddels weinig tijd voor
een nadere kennismaking, aangezien de vliegen
de missionaris weer zoo gauw mogelijk wilde
opstijgen, teneinde de drie vluchten snel te kun
nen volbrengen.
De commandant wees zijn vrouw, een offi
cier en drie leden van de bemanning als eersten
aan. Knauw zag ze een-voor een verdwijnen,
na van ieder een hand te hebben gehad. Wel
sprak niemand het uit, maar er kon nog heel
wat gebeuren en zoolang heel de expeditie niet
behouden op het veilige eiland zou zijn, moest
men er rekening mee houden, dat men elkander
wellicht niet meer zou zien.
De vliegende missionaris stapte als laatste in,
na den motor aangeslagen te hebben en de
schroef in beweging te hebben gebracht. Knauw
lette er op, hoe hij alles deed. De vorige maal
was hij dermate verbaasd geweest over den vlie
genden wagen, dat het niet tot hem doorgedron
gen was, hoe deze precies werkte. Aan boord
van de onderzeeboot hoorde hij onder meer ook
het een en ander over vliegmachines en lucht
schepen en hij vroeg zich af, of hij ook eens
zoo'n prachtige uitvinding der blanken zou kun
nen en mogen besturen. Hij begreep overigens,
hoe moeilijk dit was, nam zich voor, er alles
over te leeren.
De eerste reddingspoging verliep vlot en de
tweede eveneens. Omdat hij er op aandrong,
werd het Knauw toegestaan, te blijven tot de
vliegende missionaris voor de derde maal terug
zou komen, om de laatste schipbreukelingen op
te nemen.
De commandant vertrouwde hem een pak toe
met aanteekeningen, hem op het hart drukkend,
er goed voor te zorgen. Hij had hiertoe alle re
den, aangezien het weer langzamerhand veran
derde en de hemel donker werd. Er was een
storm in aantocht. Misschien trok hij voorbij,
maar het kon heel goed, dat de elementen juist
op de plek, waar ze zich bevonden, eens zouden
willen uitrazen. Dan kwam het ijs in beweging
en was hun leven niet zeker. Tevens zou het de
vraag zijn, of de vliegende missionaris in staat
zou zijn, tegen den storm op te tornen en een
landing behoorde wellicht tot de onmogelijk
heden.
Er bestond groote kans, dat ze dan te voet
verder zouden moeten, vluchtend voor de ge
vaarlijke scheuren. De commandant overwoog
dit alles hardop, zoodat ze het allemaal konden
hooren. Nu waren de gehardste mannen achter
gebleven, kerels, die de gevaren rustig onder de
oogen durfden te zien.
De commandant toonde zich heel blij, Knauw
verlof te hebben gegeven, bij hem te blijven.
Ze zouden veel aan hem hebben. Ieder beschik
ten ze over sneeuwschoênen en ze waren er te
vens op thuis, erkenden in Knauw intusschen
volmondig hun meegter.
Die kon spoedig laten zien, wat in hem stak.
De storm bleek het op het kleine groepje ge
munt te hebben, het centrum er van kwam
regelrecht op het wak aan. De wind zwiepte
het water er van op. Met z'n allen keken ze
naar den kabel, die onder een zwaren druk be
gon te trillen en te rekken. Ze zagen de schaduw
van de „Nautilus" flauw in het water afgetee-
kend. Als vastgenageld stonden ze, vreezend,
ieder oogenblik den kabel te zien breken.
Inplaats daarvan verscheen plotseling de boeg
van de onderzeeboot boven het wak uit. Knauw
zag weer de glimmende letters, welke hem tde
eerste maal zoo geheimzinnig hadden toege
schenen. Steeds hooger kwam de „Nautilus"
boven het water uit, als wilde ze zich op het
ijs werpen en daar een toevlucht zoeken. On-
(Nadruk verboden)-
willekeurig weken ze achteruit. En nauwelijks
hadden ze dit gedaan, of daar brak de kabel
met donderend geweld. De „Nautilus" verhief
zich (Opnieuw ettelijke meters, alsof ze steigerde
en zonk daarop geruischloos weg, voorgoed.
Hij zette zich aan het hoofd van het kleine
groepje en zocht een zoo gemakkelijk moge
lijken weg over het besneeuwde ijs, waarover
en sneeuwstorm begon te woeden. Nu werd
het gevaarlijk en het beste was, halt te houden,
naar Knauw uit ondervinding wist. Instinct
matig zocht hij een. ijsrug, die eenigszins be
scherming bood en stelde voor, er in allerijl
een stuk muur op te trekken tegen de wind
richting in. Achter den muur lagen ze tamelijk
beschut. Geduldig wachtten ze uren en uren,
den storm over zich heen razend latend. Knauw
dacht aan den vliegenden missionaris en aan de
vrouw van den commandant. En hij hoopte, dat
het ijs niet zou scheuren. De zee -en de wind
sloegen er onbarmhartig tegen en gingen te keer,
alsof ze niets liever wilden, dan het kleine
troepje blanken en den jongen Eskimo te ver
delgen.
De commandant begon te bidden. Knauw be
greep, dat hij tot zijn grooten Geest sprak. Ook
de Eskimo's kennen een Grooten Geest, die over
leven en dood beslist en in Wiens handen het
lot der menschen berust. En hij sprak de woor
den van den commandant na instemmend met
de andere blanken.
Hun gebed werd verhoord, de storm nam
en met een blij en dankbaar hart zagen ze
wolkenmassa breken en de zon weer te voor
schijn komen. De commandant sprak weer een
gebed en Knauw bad opnieuw weer mee, een
diepe bewondering voelend voor den grooten
Geest. De vliegende missionaris was zi.ln die
naar, dat wist hij en hij nam zich voor, veel
veel meer te weten te komen over den goeden
God der blanken.
Ze rustten even uit. Met enkele zakinstru-
menten bepaalde de commandant hun positie.
Ze bevonden zich op ongeveer honderd kilo
meter van de plaats, waar het wak had gele
gen. Zonder twijfel was dit door het tezamen-
drijvende ijs dichtgeschoven. De gansche ijslaag
was in voortdurende beweging geweest. Onder
zich hoorden ze de zfe n0S razen.
Zou de vliegende missionaris terugkomen? En
zou hij hen kunnen vinden. Ze waren niet meer
in staat, hem per radio te laten weten, waar
ze zich ophielden. %e roosten er op vertrouwen,
dat de vliegende missionaris den storm had af
gewacht en na het opklaren van het weder zijn
derde poging zpu hebben ondernomen.
Hij zou hen in geen geval aan hun lot over
laten, daarvan waren ze overtuigd. Ze gaven
zich er echter volkomen rekenschap van, dat
het niet mee zou vallen, een paar menschen
te ontdekken in een eindelooze sneeuwvlakte
en dan nog uh een snejje vliegmachine. Ge
lukkig had de commandant de roode doek om
zijn middel gewonden en hij spreidde haar weer
op het ijs uit, haar aan de hoeken met sneeuw-
blokken verzwarend, zoodat ze niet weg kon
waaien.
Ze hielden zich zoo veel mogelijk warm, door
steeds in beweging te blijven en Knauw speur
de naar een spleet, in de hoop, een visch te
kunnen verschalken. Hij was even bedachtzaam
geweest als de commandant en had bij hun
snelle vlucht zijn harpoen gegrepen.
(SLOT VOLGT.)
MOTORRIJDER GESLIPT.
Duopassagier ernstig gewond.
BRANDSPUIT Wilde niet
werken.
Zware brand te Roelofarendsveen.
DOOR EEN AUTO GEDOOD.
MOTOR REED IN OP GROEPJE
JONGELUI.
EXTRA DUURTE-TOESLAG VOOR
MIJNWERKERS.
DUURTETOESLAG IN DE METAAL
INDUSTRIE.
Zaterdagmiddag is bil de Krim in het
Noorden van Texel bij paal 28 het lijk van
via 3-js.rigtn vlieger aangespoeld. Het
droeg een zwemvest van de soort, die met
den mond kan worden opgeblazen, waarop
de naam P. Jo. Mitchell voorkwam.
Da kleeding bestond uit een blauwen
overall met ritssluiting, een vest met lichten
boord en das en voorts twee leeren riemen.
Verder werd een bronzen knoop gevonden,
•waarop een adelaar met kroon.
Het gelaat van den doode was beschadigd,
voor het overige was het lichaam Ongeschon
den; ook het gebit is gaaf.
De dood moet door verdrinking zijn inge
treden.
Het lijk is gekist en naar het gemeente
ziekenhuis van Texel te Den Burg overge
bracht.
Nu de Noordwestenwind pal op de Texel-
sche kust staat, zijn de voorwerpen, welke
uit zee aanspoelen, zeer talrijk. Behalve een
reddingboei van het op een mijn geloopen
en gezonken Japansche stoomschip „Teru-
kuni Maru" spoelden 35 luiken aan. Dan
spoelt er veel hout op het strand, zoowel
mijnhout als baddings. Verder gaf de zee
een aantal kisten thee en oude balen met
rubber terug.
En dan komen er nog mijnen op de kust.
Zaterdagmorgen dreef er een nabij de haven
van Oudeschild, waardoor de boot naar Den
Helder aanvankelijk binnen bleef. Toen de
mijn niet van positie veranderde, is zij door
militairen aan wal gebracht en gedemon
teerd.
Bij het electriciteitsbedrijf te
Groningen.
Zaterdagmorgen om elf uur is bij het ge
meentelijke electriciteitsbedrijf te Groningen
een ernstig ongeluk gebeurd. Bij het plaatsen
van een nieuwen meter ontstond door on
bekende oorzaak kortsluiting, tengevolge
waarvan een gedeelte van de stad Groningen
dat op dit net is aangesloten, stroomloos
kwam.
Bij de voortzetting der werkzaamheden
laaide plotseling een groote steekvlam op,
welke de beide monteurs, die met het plaat
sen van den meter belast waren, in 't gezicht
trof en hen zeer ernstig verwondde. Een
derde beambte, die op eenigen afstand stond,
werd minder ernstig aan het gelaat ge
schroeid.
De gewonden zijn de 48-jarige H. D., de
33-jarige W. K. en de 43-jarige J. T. P., allen
gehuwd en wonende te Groningen. De beide
eerstgeneomden zijn er het ergst aan toe.
Zij kregen zware brandwonden aan het ge
laat. Laatsgenoemde werd na in het acade
misch ziekenhuis te zijn verbonden, ter ver
dere verpleging naar zijn woning overge
bracht. De beide anderen zijn in het zieken
huis opgenomen.
Door de centrale wordt een onderzoek naar
het ongeval ingesteld.
Protest van Italiaansch blad tegen
Britsche censuur.
Stefani seint uit Milaan; Popoio dTtalia
protesteert tegen een misbruik van de Brit
sche macht, gedocumenteerd door een brief
omslag, met Nederlandsch-Indische postze
gels, van Java per luchtpost verzonden met
de K. L. M. naar een lid van den Italiaan-
schen raad. Deze lijn begint te Batavia en
eindigt tegenwoordig te Napels. Uit een
strook papier met de woorden „Passed by
censor" en het Britsche wapen blijkt dat de
brief de Britsche censuur is gepasseerd.
Het blad voegt hier aan toe, dat daar het
een Nederlandsche luchtlijn is de Britsche
autoriteiten zich het recht hebben aangema
tigd het briefgeheim te schenden. Dit machts
misbruik is op een vliegveld langs deze lijn
geschied, misschien te Singapore. De Ne
derlandsche autoriteiten hebben dit over
hun kant moeten laten gaan overeenkom
stig hun wensch rustig te leven, al is dait niet
im overeenstemming met de hun door de
neutraliteit opgelegde verplichtingen.
Tot zoover het bericht van „Popoio dTta
lia".
Van de zijde der K. L. M. vernemen wij in
dit verband, dat, aangezien de K. L. M. op
de Indiëroute gebruik moet maken van Brit
sche vliegvelden, zij zich moet onderwerpen
aan de maatregelen, welke men daar op een
bepaald oogenblik neemt, ook al betreurt
men deze.
Behoudens onvoorziene omstandigheden
gelden Voor uitvoer van kipeieren naar
Duitschland in het tijdvak 1 tot en met 4
December de volgende franco-grens-prijzen
per 100 stuks: voor D-eieren 4.25; C 4.30
B 4.90; A 5; S 5.05;
Behoudens onvoorziene omstandigheden
gelden voor uitvoer van eendeneieren naar
Duitschland in het tijdvak van 1 tot en met
4 December de volgende franco-grens-prijzen
per 100 stuks: voor eieren beneden 50 kg.
per 1000 stuks 2.50; eieren van 50 tot 54
kg. per 1000 stuks 2.80; van 54—60 kg.
per 1000 stuks 3.20; van 60 kg. per 1000
stuks en daarboven 3.50.
Op het alarm zware uitslaande brand
rukte de Delftsche politie-brandweer Zater
dagavond omstreeks half 12 uit naar de
machinefabriek Reineveld aan den Hoogweg
aldaar. De hooge vlammen die opstegen,
deden in den beginne een brand van groote
afmetingen veronderstellen. Het gevaar
bleek echter in werkelijkheid minder ern
stig te zijn. Een der houten loodsen achter
't eigenlijke fabriekscomplex stond in lichter
laaie. Een belangrijke partij vormen, kisten
en emballage was door onbekende oorzaak
in brand geraakt en was voor de vlammen
een willige prooi.
De brandweer, die het vuur van twee
kanten krachtig bestreed slaagde erin uit
breiding te voorkomen en den brand in een
half uur tijds meester te worden. Verzeke
ring dekt de schade.
bij de Duitsche sol
daten aan 't Weste
lijk front is steeds
de man, die de boe
ken komt verdee-
len, welke voor de
gemobiliseerden ter
beschikking worden
gesteld.
Naar aanleiding van bezwaren, te berde ge
bracht in verband met een voorgesteld na
turalisatie-ontwerp', zegt de minister van ju
stitie o.a. in een nota naar aanleiding van
het verslag over dat wetsontwerp
Naar wil voorkomen, behoeft die omstan
digheid, dat de betrokken voorgedragene
(H. K. C. Kasten) één van zijn kinderen in
April 1938 voor betrekkelijk korten tijd op
de Duitsche school te Rotterdam geplaatst
had, niet tot de gevolgtrekking te leiden, dat
deze sedert 27 September 1922 te Rotterdam
gevestigde verzoeker niet als ingeburgerd
zou kunnen worden beschouwd. Hierbij moge
ook in aanmerking worden genomen, dat de
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Rotterdam het naturalisatieverzoek onder
steunt. De Duitsche school voor gewoon lager
onderwijs te Rotterdam geniet krachtens ar
tikel 207 der lager-onderwijswet 1920 ver
goeding uit de Nederlandsche openbare kas
sen. Zij behoort dan ook te voldoen aan de
zelfde wettelijke voorschriften en, wat de
inrichting van het onderwijs betreft (ge
bruik van Nederlandsche leermiddelen, ge
bruik van het Nederlandsch als voertaal
e. d.), aan dezelfde normen als andere scho
len. Het aantal tot de Nederlandsche nationa
liteit behoorende leerlingen der school be
draagt op het oogenblik 25. Daar ook overi
gens niet is gebleken van omstandigheden,
welke aan naturalisatie in den weg zouden
staan, en de gehoorde autoriteiten gunstig
hebben geadviseerd, ziet de minister geen
aanleiding om het voorstel tot naturalisatie
voorloopig terug te nemen, ter fine van na
der onderzoek. Ook hierom niet, wijl voor
melde Kamer van koophandel en Fabrieken
in het belang der haven van Rotterdam
en dus in het algemeen belang een spoe
dige behandeling van de aangelegenheid
heeft verzocht.
Het veer bij Rhenen zal, tenzij de was van
den Rijn blijft aanhouden, in functie blijven.
Siechts zware vrachtauto's kunnen op het
oogenblik niet worden overgezet en moeten
dus, nu de andere veren over den Rijn zijn
gestremd, via de bruggen te Arnhem of
Vianen den stroom passeeren.
Men meldt ons uit Den Haag:
Een week geleden, in den nacht van Vrij
dag op Zaterdag werd ingebroken in het
kantoor van een vernisfabriek aan het Groe-
newegje. De dieven hadden het gemunt op
een brandkast, die zij trachtten open te bre
ken, hetgeen evenwel niet gelukte. Zij laad
den haar daarom op een driewieler, die zij in
de fabriek aantroffen. De brandkast bevatte
behalve een aantal boeken een geldtrommel,
waarin 650 gulden. Na een week speuren, is
de Haagsche politie er thans in geslaagd licht
te brengen in deze zaak.
In den loop van de week zijn vijf personen
in arrest gesteld, die allen in meer of min
dere mate aan deze wel zeer brutale inbraak
hebben deelgenomen.
Toen de recherche dien Zaterdag haar on
derzoek begon, richtte zij allereerst haar aan
dacht op het terugvinden van de bakfiets,
waarop de 200 kilo wegende brandkast moest
zijn vervoerd. Men vond dezen driewieler nog
denzelfden ochtend onbeheerd in de van der
Kunstraat. Een tweede punt van uitgang was
het opsporen van een jongeman, dien het
personeel van de fabriek enkele dagen voor
de inbraak regelmatig aan het Groenewegje
had zien staan, waarbij het was opgevallen,
dat dit jongmensch een bijzondere belang
stelling aan den dag legde voor het exterieur
van de fabriek en de aangrenzende kantoor
lokalen. Aan de -hand van het signalement,
dat de politie van dezen persoon kreeg en
met behulp van het foto-archief kon deze 25-
jarige jongeman nog denzelfden avond wor
den aangehouden. Hij werd aangetroffen in
een café in de binnenstad, waar hij groote
verteringen maakte.
Intusschen werd het Laakkwartier, in
welks omgeving de bakfiets werd gevonden,
scherp in de gaten gehouden. Weer deed het
archief goede diensten. Nagegaan werd, welke
bij de politie bekende personen, die wel eens
meer van de inbraak zouden kunnen vertel
len, hier wonen en zoo werd des Zondags
overgegaan tot de arrestatie van een 31-j ari
sen metselaar.
Een onderzoek wees uit dat deze man kort
voor de inbraak herhaalde malen in het kan
toor van de vernisfabriek was geweest. Hij
had daar geinformeerd naar een huis, dat te
huur stond en dat op dat kantoor te bevragen
zou zijn.
Maandagavond boekte de politie haar groot-
de succes. Motoragenten hielden te circa ze
ven uur in de Waldorpstraat een 51-jarigen
monteur aan, die een handkar voortduwde.
Op deze kar was een groote hutkoffer gela
den. Toen men den inhoud onderzocht, vond
men de brandkast, die intusschen geen brand
kast meer was, maar een klomp ijzer en
staal. Men had haar van alle kanten openge
broken om de geldtrommel er uit te halen.
Blijkbaar was de man op weg geweest naar
een stil plekje langs het water, waarin hij
de lading van de kar zou hebben kunnen
..zwiepen". Dank zij de oplettendheid van de
twee motoragenten, was hem dat niet gelukt.
Het viel de politie op, dat deze monteur een
zeer dure regenjas droeg. Toen men zijn wo
ning onderzocht vond men in een afgesloten
koffer o.m. zeven obligaties van 500 gulden
en twee obligaties van 1000 gulden. Deze
bleken afkomstig te zijn van een inbraak,
gepleegd in Juni 1938 in een perceel aan de
Stadhouderslaan. Deze inbraak werd destijds
gepleegd, toen de bewoners met vacantie uit-
stedig waren. Behalve deze obligaties werden
toen ontvreemd een aantal sieraden en de re
genjas, die de monteur droeg, toen hij werd
aangehouden.
Deze derde verdachte,'met wiens aanhou
ding dus tevens een oude inbraak onver
wacht is opgehelderd, woont samen met een
50-jarigen los-werkman, die de laatste 16
jaar een behoorlijk leven heeft geleid, doch
die vroeger herhaalde malen met de politie in
aanraking is geweest. Hij was destijds een
beruchte internationale inbreker en vooral de
Duitsche politie heeft hij veel last veroor
zaakt. Deze man was vooral op het terrein
van inbraken, waarbij het forceeren van
brandkasten hoofdzaak was, een specialist.
Het was de recherche tenslotte bekend, dat
beide mannen in relatie stonden met een 47-
jarige vrouw, bij wie zij dikwijls op bezoek
kwamen. Toen de politie het huis van deze
vrouw doorzocht, werden ijzerdeeltjes gevon
den, benevens eerf breekijzer. De ijzerdeeltjes
bleken afkomstig te zijn van een brandkast,
waarmede dus vaststond, dat de brandkast
in deze woning had gestaan en daar was open
gebroken. Ook deze vrouw werd aangehou
den, doch later in voorloopige vrijheid ge
steld, omdat bleek, dat zij met het misdrijf
niet veel te maken heeft gehad en tevens,
omdat zij hulpbehoevend is.
Uit den vriendenkring van beide mannen
werd tenslotte nog gearresteerd een 26-jarig
los werkman, die reeds dikwijls is veroor
deeld. In September' jl. werd hij uit de ge
vangenis ontslagen, waar hij twee jaar had
moesten doorbrengen wegens een inbraak in
de Van Hoogenhoucklaan in Juli 1937, waar
bij hij op heeterdaad was betrapt.
Alle vijf verdachten zijn in het huis van
bewaring opgesloten,
Zondagmiddag is de korporaal L. J. N. in
de bocht bij het Sint Janskerkhof te Laren
(N.-H.) met zijn motorfiets geslipt. De be
stuurder liep hierbij slechts lichte verwon
dingen op, welke ter plaatse werden ver
bonden, de duo-passagier echter, de dienst
plichtige w. j, s. sloeg met het hoofd tegen
het betonnen wegdek en kreeg een schedel-
basisfractuur. xn ernstigen toestand is de on
gelukkige naar het Sint Jansziekenhuis over
gebracht.
Zondagmorgen ontstond in de Dorpsstraat
te Roelofarendsveen in het perceel van den
heer H. een begin van brand. Door den feilen
Oostenwind greep het vuur snel om zich
heen.
De pas aangeschafte automobiel-brand
spuit verscheen weldra ter plaatse, doch kon
op onverklaarbare wijze geen water geven.
Hierdoor kregen de vlammen gelegenheid
over te slaari op het aangrenzende perceel
van den heer Van B. Een inmiddels aan
gerukte andere spuit gaf na eenigen tijd wa
ter, doch door de stagnatie had de brand
middelerwijl zoodanigen omvang aangeno
men, dat reeds vijf woonhuizen in vlammen
stonden. Alle brandden zoo goed als geheel
af, zoodat vijf gezinnen dakloos werden. Zij
hebben echter door de medewerking van hun
dorpsgenooten tijdelijk onderdak gevonden.
Allen waren verzekerd, doch sommigen
slechts zeer laag.
De inboedels van den heer H. en van den
heer Van B. konden nog tijdig worden gered;
ze hadden echter veel waterschade gekre
gen.
De oorzaak moet waarschijnlijk worden
gezocht in het ontstaan van een schoorsteen
brand.
Het bleek, dat de automobiel-brandspuit,
welke inmiddels was gerepareerd, niet vol
doende benzine bevatte.
Zondagavond is te Zurig de tienjarige
jongen P. P. de B. door een auto overreden
en vrijwel op slag gedood. Het ongeluk ge
beurde op korten afstand van het dorp toen
de knaap den weg overstak, juist, toen een
uit Zurig komende vrachtauto was gepas
seerd en van tegenovergestelde zijde 'n per-
sonenauto naderde, bestuvwd door een mili-
tair, die den jóngen niet meer kon ontwij
ken.
Een hunner werd ernstig gewond.
Zaterdagavond is te Wapeuv®^ een mo
torrijder, die door een tegc" Jgger verblind
werd, op een groepje jongens en meisjes
ingereden. Een zestienjarig meisje is hierbij
ernstig gewond, de overigen liepen geen
noemenswaardig le'se a&'
De jongelui stonden met hun fietsen aan
de hand op den weg 'e praten. De motor
rijder H., uit Veessen, reed met volle vaart
op hen in- De11 letsen en het motorrijwiel
werden vermeld.
Nadat nel zestienjarige meisje B. ter
plaats® gen€eskündige hulp was verleend, is
zij naar een Ziekenhuis te Zwolle overge
bracht. Zij heeft een hersenschudding en
een beenbreuk opgeloopen. De motorrijder
en diens broer, die op de duo zat, werden
aan hoofd en handen gewond, de overigen
zijn eveneens licht gewond. Allen zijn ter
Plaatse verbonden en naar hun woningen
overgebracht.
Met ingang van Januari a.S.
In de heden gehouden vergadering van de
contactcommissie voor het mijnbedrijf hebben
de gezamenlijke directies der Limburgsche
steenkolenmijnen meegedeeld, dat met ingang
van 1 Januari 1940 naast den bestaanden
duurtetoeslag nog een extra duurte-toeslag
zal worden uitgekeerd ten bedrage van 5 pet
van het loon. Deze regeling zal gelden tot
1 April 1940, den datum, waarop de geldende
loonovereenkomst zal zijn beëindigd-
Verder werd een nieuwe regeling voor de
uitkeering aan gemobiliseerden aangekondigd.
De onderhandelingen in de metaalindus
trie, gevoerd tusschen de voorzitters van de
algemeene, de r K- en de Christel, metaal
bewerkersbonden en eenige vertegenwoor
digers, daa,rtoe aan'§ewezen door het hoofd
bestuur van de metaalbonden, terzake een
toeslag °P loonen ter bestrijding van de
duurte, zijn voor het jaar 1939 beëindigd.
Als resultaat van deze besprekingen is door
het hoofdbestuur van den metaalbond be
sloten zijn leden te adviseeren in de week,
vóór Kerstmis aan de werklieden een extra
uitkeering te geven, bestaande uit het uur
loon over zeventien uren. De beteekenis
hiervan is, dat in die week 35 procent van
het weekloon extra zal worden betaald, wat
gelijk staat met een toeslag van vijf procent
van het loon over zeven weken. Met de
werkgevers, waarmede namens den metaal-
bond de onderhandelingen zijn gevoerd, is
verder overeengekomen, dat indien ge-
wenscht, nieuwe besprekingen geopend kun
nen worden in de maand Jauari na publi
catie van de cijfers over December 1939 van
het bureau van statistiek der gemeente Am
sterdam.