Als benzinedistributie komt. AKKERTJE L DE WERKLOOSHEID. BON 4. Het cijfer liep op. DE GROOTE MEERSNOEK IN HET ZEGENVRIJE WATER. VRIJDAG 19 JANUARI 1940 HET SYSTEEM VAN DE REGELING. Toewijzing naar behoefte. Voor erwten en boonen. DE BRAND IN DE BADINRICHTING „DE OTTER". Eigenaar in vrijheid gesteld. VALSCHHEID IN GESCHRIFTE EN VERDUISTERING. BERUCHT RIJWIEI.DIEF AAN GEHOUDEN. AUTO DOOR TREIN GEGREPEN Beidie inzittenden gedood. ra. PROMOTIES RESERVE- OFFICIEREN. DE ONRECHTMATIGE DAAD. VEERDIENST FLAKKEE BRABANT. Er dreigt, we hoorden dat dezer dagen nog eens verzekeren, vooralsnog geen distributie van benzine in het land. Maar niettemin wordt alles in gereedheid gemaakt om klaar te zijn, als de nood onverhoopt aan den man zou komen en de aanvoer van de motor brandstof zou gaan stokken. Hoe de thans ontworpen regeling van een eventueele distributie zal zijn, daarover vertelt deze week „De Auto", het officieel orgaan va-i de K.N.A.C. Het zal een ieder duidelijk zijn, dat bij het vaststellen der grondslagen voor een billijke distributie, een andere maatstaf moet worden aangelegd, dan bij de distributie van levens middelen als b.v. boonen en erwten of suiker of iets dergelijks. Daarbij toch kan men vol staan met een voor een ieder geldende toe wijzing van een bepaalde en gelijke hoeveel heid. Ten aanzien van de verdeeling van den beschikbaren voorraad benzine gaat het een voudige rekensommetje van zooveel kg. sui ker gedeeld door zooveel millioen personen niet op. Om de eenvoudige reden, dat zulk een simpele regeling uiterst onbillijk zou werken; onbillijk zoowel tegenover den ver bruiker als tegenover den automobielfabri kant. Het is misschien noodig dit te verduidelij ken. Iemand die uit hoofde van zijn werk kring dagelijks groote afstanden moet af leggen zou al zeer onbillijk worden behan deld wanneer hij evenveel of even weinig benzine kreeg toegewezen als een ander, die zijn auto slechts weinig voor zakelijke doel einden gebruikt of deze louter voor zijn ge noegen heeft. Een billijke distributie zal dus om te beginnen ter dege rekening moeten houden met aard en omvang van het gebruik dat de automobilist van zijn wagen maakt. En verder zal ook de beteekenis van den werk kring of het bedrijf van den houder van de automobiel voor ons economisch leven daarbij een rol hebben te vervullen. Daarnaast kan niet uit het oog worden ver loren, dat rekening dient te worden gehouden met het benzineverbruik van de verschillende soorten van automobielen, een verbruik, dat wel zeer sterk varieert en van ongeveer 1 liter per 4 K.M. tot 1 liter per 15 tot 20 K.M. Wan neer men zich op het standpunt zou stellen, dat men zich met deze factoren niet zou kunnen bezighouden, zou zulks tot groote on billijkheden leiden. In dat geval toch zou de fabrikant van een kleine, weinig benzine ver bruikende automobiel een aanmerkelijk voor deel genieten tegenover dien van de grootere wagens. De eigenaars van automobielen, welke dus onvoordeelig in het gebruik zijn, zouden dan ernstig in het nadeel komen, Het komt er dus op neer, dat billijkheids halve de benzinedistributie zal zijn gebaseerd op het aantal kilometers dat men, in liters benzine uitgedrukt, den automobilist zal toe wijzen. Hoe zal worden gedistribueerd. Bij de bovengenoemde toewijzing wordt ge bruik gemaakt van de opgave, waartoe iedere automobilist door middel van het bekende rose biljet was verplicht. Op dat biljet moest men opgeven hoeveel K.M. men gemiddeld per maand rijdt, hoeveel het gemiddelde ben zine- en olieverbruik bedraagt en tenslotte tot welke categorie van gebruikers men be hoort. Voor de laatste opgave was bij het biljet een aanwijzing gevoegd, vermeldende de verschillende soorten van categorieën en de onderverdeeling daarvan. Aan de hand van deze door den automobi list zelf gedane opgaven, zal worden vastge steld voor hoeveel kilometers hem benzine zal worden toegewezen. Uiteraard is daarvoor een grondslag vastgelegd overeenkomende met 850 K.M. per door den Minister vast te stellen tijdvak voor wat de personenauto's betreft en 400 K.M. voor de motorrijwielen, terwijl voor de bedrijfsauto's geen vaste grondslag bestaat. Wanneer tot distributie zal moeten worden overgegaan, zal het van den beschikbaren voorraad afhangen, welk percentage van dien grondslag voor een be paald tijdvak kan worden aangeschaft. Uiter aard Zijn door het bureau dat de distributie regelt verbruiksnormen vastgesteld voor de verschillende merken en typen automobielen. Het zal een ieder duidelijk zyn, dat het percentage tevens afhankelijk zal zijn van de categorie waartoe men behoort, en dat de eene categorie dus beter bedeeld zal worden dan de andere. Zoo op het oog ziet deze regeling er vrij ingewikkeld en verre van eenvoudig uit. La ten wij hopen, dat het allemaal echter nog wel zal meeloopen. Het eenige wat thans niet valt te zeggen is, waarop men zal kunnen rekenen. Maar iedere automobilist kan in elk geval voor zichzelf, aan de hand van zijn eigen opg-ve nagaan, tot welke categorie hij behoort en met hoeveel kilometers men voor hem op het distributiekantoor vermoedelijk rekening heeft gehouden. Speciale regelingen. Terwijl men voor wat de motorrijtuigen betreft, thans gereed is, blijven er daarnaast nog speciale maatregelen ter verdere uitwer king over. Bedrijven, welke benzine voor drijfkracht of andei szins gebruikerlj hebben onlangs reeds gelegenhei ge "r^sen opgave te doen van hun verbruik, op a aarrnede bij de toewijzing van benzine rekening kan worden gehouden. Daarbij behoeven zie uiteraard geen moei lijkheden voor te doen zoolang het bedrijven betreft, welke geregeld benzine gebruiken. Iets anders is echter, dai men ook rekening moet houden met zoogenaamde seizoenbe- /irijven, zooals bijv. in den landbouw, waarbij alleen in bepaalde vekén of maanden van het \.ar «ie landbouwwerktuigen in gebruik zijn Bij de invoering van dé distributieregeling zal men dus bij de verdeeling van den be schikbaren voorraad in bepaalde tijden ook rekening met deze gevallen moeten houden. En dan is er tenslotte nog het vreemde lingenverkeer. Daarvoor zal men nog een aparte regeling moeten maken. Of en zoo ja in welken geest men daarvoor een oplossing heeft gevonden, is ons niet benend. Identiteitskaarten en zegels. Het zal den automobilist natuurlijk in teresseeren om te weten, op welke wijze men de administratieve zijde var dit distributie- vraagstuk heeft opgelost. (Dezer dagen publi ceerden we daar reeds een en ander over uit een aanschrijving aan de hoofden van po litie Red. Msb.) Iedere automobilist, die in het bezit is van een motorrijtuigenbelastingkaart het be wijs dus dat hij zijn automobiel gebruikt en daarvoor ook motorrijtuigenbelasting betaalt zal op vertoon van deze kaart binnenkort een zoogenaamd identiteitsbewijs kunnen verkrijgen. De kosten da"-van bedragen 0.75 per stuk. Het is de bedoeling, dat de uit den verkoop dezer bewijzen /erkregen baten zullen worden gebruikt om de uit de distri butieregeling voortvloeiende kosten te be strijden. Op die identiteitsbewijzen zal worden aan gegeven in welke c. egorie men is onderge bracht en volgens v eiken grondslag men zijn aantal kilometers uitgedrukt in liters benzine krijgt toegewezen. Zoodra dan voor een bepaalde periode het percentage benzine zal zijn bekend gemaakt, dat men voor zijn categorie gerekend naar de basis- hoeveelheid kan koopen, zal men aan het postkantoor, waarbij men staat ingeschreven zegels moeten aanschaffen, welke recht geven op de daarop aangegeven hoeveelheid liters benzine. Van heden, 19 Januari tot en met Donder dag 15 Februari zal bon 4 van de rijksdistri butiekaart recht geven op het koopen van een half pond bruine boonen, witte boonen of andere gekleurde boonen, capucijners of grauwe erwten. Naar wij vernemen is de heer B., exploi tant van het restaurant van de badinrich ting „De Otter" te Loosdrecht in vrijheid gesteld. Naar men zich zal herinneren is de heer B. in verband met den brand, welke Eersten Kerstdag in de badinrichting „De Otter" te Loosdrecht heeft gewoed, op vermoeden van brandstichting, dienzelfden dag gearresteerd en ter beschikking van den officier van justitie te Utrecht gesteld Een 38-jarige boekhouder, die in de pe riode van 1936'39 bij een fabriek te Wou- brugge drie wissels heeft getrokken, waar onder hij den naam van zijn directeur heeft gezet, en ook nog ongeveer 4 mille uit de kas nam, is door de Haagsche rechtbank veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. De directeur van den rijksdienst der werk- loosheidsverezekering en arbeidsbemiddeling deelt de volgende resultaten mede van de verzameling door het centraal bureau voor de statistiek van de voorloopige gegevens over de week van 27 tot en met 30 December 1939. Arbeidsbemiddeling. Op 30 December 1939 waren bij de organen der openbare arbeidsbemiddeling ingeschre ven 345.551 werkzoekenden (329.505 mannen en 16.046 vrouwen. Hiervan waren 271.025 (259.989 mannen en 11.036 vrouwen) werkloos en waren 58.734 personen door overheidshulp tewerk gesteld bij cultuurtechnische en administra tief daarmede gelijkgestelde werken. Blijk baar waren er dus 15.792 personen als werk zoekenden ingeschreven, die in het vrije be drijf werkten, doch ander werk zochten. Werkloosheidsverzekering. In de week van 27 t.m. 30 December 1939 waren bij gesubsidieerde vereenigingen met vverkloozenkas aangesloten 592.406 personen, waaronder 75.395 landarbeiders. Van de 517.011 verzekerden buiten de land arbeiders was het werkloosheidspercentage 24.1 (in de vorige verslagweek van 4 t.m. 9 December 1939 was dit percentage 19.1). Voor de 592.406 verzekerden, met inbegrip van de landarbeiders, was het werkloosheids percentage 26.5 (vorige verslagweek 18.2). In de overeenkomstige verslagweek van December was het werkloosheidspercentage voor alle verzekerden in de laatste jaren als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de percentages, indien de landarbeiders buiten beschouwing worden gelaten): 1932 33.5 (32.4); 1933 37.4 (32.7); 1934 33.8 (32.4); 1.935 39.5 (36.7); 1936 33.7 (32.3); 1937 32.2 (29.9); 1938 35.8.(32.5); 1939 26.5 (24.1). Uit de bij den Rijksdienst der werkloos heidsverzekering en arbeidsbemiddeling be kende voorloopige cijfers kan worden opge maakt, dat in 1939 de werkloozenkassen bij een gemiddeld aantal leden van 585.000 in het totaal aan bijdragen van de leden ont vingen 7.700.000 gld. Ten laste van het Rijk en de gemeenten ontvingen de kassen in het totaal aan subsi die 10.200.000 gld. Aan haar werklooze leden keerden de kas sen in het totaal uit 13.200.000 gld. De som der reserves der werkloozen kas sen, die op het einde van 1938 14.800.000 gld. bedroeg, steeg tot 20.000.000 gld. op het ein de van 1939. 1 Juni 1939 1 Juni 1938 onder- werk- onder- werk- nemin- gevers ncmin- gevers gen gen. contracten in den landbouw is aldus de 12e aflevering van het maandschrift van het Centraal bureau voor de statistiek, dat bo venstaande cijfers publiceert mede een gevolg van de in aantal vrij sterk toegeno men loonregelingen opgelegd door rijks arbiters krachtens de landbouwcrisiswet geving, waarbij meestal de bestaande con- tractueele loonregelingen worden overge nomen. Als verdacht van diefstal^an een dames rijwiel, Woensdagavond gepleegd ten nadeele van J. J. G. te Maastricht, is in een logement aldaar aangehouden de 31-jarige koopman H. S. uit Enschedé. De man verklaarde de fiets te hebben gekocht van een hem onbe kend persoon, die omstreeks 11 uur 's avonds naar Venlo zou vertrekken. Daarop werd aan het station aangehouden de 26-jarige paar denknecht W. uit Venlo. Beiden zullen zich voor de justitie hebben te verantwoorden. „De zoon van Haar-in-de-war'. Nader meldt men ons De aangehouden koopman S„ bijgenaamd „zoon van Haar-in-de-war", is reeds meer malen terzake rijwieldiefstallen veroordeeld. Hij werd sindsdien geruimen tijd door de politie in geheel ons land gezocht en stond herhaaldelijk in het algemeen politieblad vermeld, doch bleef onvindbaar. Hij wordt verdacht van vele, in den Achter hoek van Overijssel, Gelderland en Noord- Brabant gepleegde rijwieldiefstallen. Bij zijn verhoor op het politiebureau be kende hij al vast niet minder dan 25 rijwiel diefstallen en verduisteringen, gepleegd te In den dierentuin te Parijs, waar de diverse vogelsoorten zich reeds aan het ijs wisten aan te passen. industrie landbouwbedr. overige bedrijv. totaal 22.750 201.900 20.900 134.150 36.700 86-000 26.200 78.700 550 35.000 600 30.350 60.000 322.900 47.700 284.200 Het totaal overeenkomsten (1.660 in 1939 en 1.740 in 1938) daalde iets, voornamelijk in de groep bouwbedrijven en speciaal van die contracten waarbij slechts één werkgever partij is. De uitbreiding van de invloedssfeer der Voelt U zich zenuwachtig en gejaagd, overspannen, Uzelf tot last en moeilijk voor Uw omgeving? Neem dan direct 'n"AKKERTJE"engevoelteen weldadige rust overU komenl AKKERTJES kalmeeren, door hun bijzondere samenstelling als regel reeds binnen een kwartier het overprikkelde zenuwstelsel en Ge voelt U als na'n verkwikkende slaap. "AKKERTJES" bevatten géén verdoovende bestanddeelen en ze zijn niet schadelijk. tegen hoofdpijn, pijnen, koorts, kou. Doos: 13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers. Reel. 3715-5 41 Delden, Vriezenveen, Oss, Nijmegen, Boxtel. Arnhem, Almelo, Tubbergen, Goor, Oldenzaal, Enschedé, Deventer, Losser, Groenlo, Neede, Eibergen, Apeldoorn, Zutphen, Zwolle, Coe vorden, Wierden en Enter. Hieruit blijkt, dat deze beroepsdief er een nog al uitgebreid operatieterrein op na hield Bij het verleggen van het terrein zijner mis drijven naar Zuid-Limburg is hij echter niet bijster gelukkig geweest, want bij den eersten diefstal den beste had men hem te pakken Bij het onderzoek verklaarde hij dan ook aan de politie, niet meer naar Maastricht te zullen komen. Daartoe zal hij voorloopig wel geen gelegenheid krijgen, daar hij zich voor de justitie voor al deze feiten zal hebben te verantwoorden. Op den onbewaakten overweg bij de Haar tusschen Woudenberg en Veenendaal, is gis teren een vrachtauto door een trein gegre pen, welke uit de richting Veenendaal kwam De sergeant H. uit Rotterdam, die naast den bestuurder van den vrachtwagen was gezeten, werd uit de auto geslingerd en was op slag dood. De chauffeur, de soldaat R. uit Wognum geraakte in de cabine bekneld. Nadat men hem bevrijd had, bleek dat de man zware kwetsuren had opgeloopen. Geneeskundige hulp mocht niet meer baten. De trein, die 9.37 uur in Amersfoort moest aankomen, had vrij aanzienlijke ver- traging. De vrachtauto werd geheel vernield. In het klooster te Abshoven-Munstergeleen (Y.) overleed na een langdurige ziekte de eerw. Mère Edmunda (in de wereld mej. Ma ria Görres), die negentien jaar in dit klooster werkzaam was, o.m. als novicenmeesteres. Langzaam, ja veel te langzaam kropen de dagen en weken voorbij. Het was nog lang niet de eerste Zondag van Juli, waarop vrij gezel Spencer en ik voor het eerst naar het zegenvrij water zouden gaan om niet in de fantasie, maar metterdaad te hengelen. Het werd 1 Juni, de dag, waarop het groote vredelievende leger, gewapend met hengel en haspel, weer voor het eerst in het seizoen er op uittrok. Welgemoed en vol schoone verwachtingen zagen wij ze uittrekken naar buiten, naar hun vischwatertje.Maar wij zelf bleven achter en moesten nog dertig dagen wachten tot 1 Juli. Waarom mochten wij nu eigenlijk niet ook op 1 Juni begin nen. zooals de anderen, vroegen wij ons zelf bijna mopperend af. Later zouden wij be grijpen, dat evenals de vele andere, ook dl» voorschrift volkomen te billijken is. In deze laagveen-waterplassen, welke bijna ondéi den rook van de groote steden liggen, hebben n.l. in deze periode vele en zeldzame vogels hun jaarlyksche broedplaatsen. Volkomen begrijpelijk is het dus, dat in dezen tijd geen enkele vergunninghouder het zegenvrij wate: °P mag. want dan zou het wonderlijk spel der natuur verstoord worden. Maar de dagen bleven niet stilstaan en weldra wees de kalender uit, dat het Zater dag de eerste Juli was. Op dien avond ging i naar het dak om de weergesteldheid te observeeren De zon was reeds onder gegaan, maar prachtig avondrood teekende zich aan het firmament af en voorspelde een zonni- gen Zondag. In huize Spencer Vroeg in den morgen zaten vrijgezel Spen cer en mijn persoontje, na de eerste Mis in de kerk „op de kade" te hebben bijgewoond, waar wij nog meer sportcollega's aantroffen en ook eenige postbodes en politieagenten, aan het ontbijt in Spencer's ouderlijk huis De moeder van mijn vischmakker had daags te voren voor een rijk-gedekte tafel gezorgd. Wij zaten daar knus tezamen in die ouder- wetsche keuken met de blauwe tegels en de blinkend-gepoetste koperen kannen. Moeder Spencer had ook reeds het lunchpakket voor ons klaargezet. Dankbaar jegens haar gingen wij zoo stil mogelijk de trap af, want we wilden haar in haar slaap niet storen en op gewekt beklommen wij nze ijzeren paardjes die reeds gepakt waren met hengel en has pel. Op weg naar het water. Langs den kortsten weg verlieten wij de stad en reden vol verwachting oostwaarts. Helder stond de zon aan een wolken-vrije hemel en deed den grijzen nevel over het groene weiland naast den drukken straatweg gaandeweg optrekken. Het was nog vroeg in den morgen en de groote uittocht der stad was nog niet begonnen. Voor de draaibrug over een der voornaamste waterverkeerswe gen van het land moesten wij wachten en wij hadden alle gelegenheid de machtige palen te bewonderen, welke later de prach tige Merwedebrug zouden dragen. Vervolgens passeerden wij de monding van de Vecht bij Muiden. De machines waren in werking en gelijk een stroomende beek be woog zich het Vechtwater zeewaarts Vele be welaarsbootjes waren hier reeds zicht- baai Zij lagen links en rechts van de brug aan lange steekstokken gemeerd. De meeste hengelaars vischten op baars met krabben aan den paternoster. Een aardig watertje om te baarzen! Bij het brugwachterscafetje moest vrijgezel Spencer nog zijn koker met sigaren vullen. Maar het aardige dochtertje was blijkbaar nog slapende of misschien ter kerke en dezen keer bediende dc baas ons zelf. Dat was een tegenvaller op dién gedenkwaardigen vroe gen Zondagmorgen We reden door naar het visschershuis en evenals in April hingen hier weer de fuiken te drogen aan de groenuitgeloopen wilgen- stokken. Nico de roeier. De deur van de houten schuur stond open en daar verscheen een stoere jongeman, die zich keurig als Nico, de zoon van den vis- schersbaas, voorstelde. Nieuwsgierig gingen wij de schuur in en daar zagen wij van alles en nog wat: stapels fuiken, waterlaarzen ge maakt van klompen met hooge lederen been stukken, dure en goedkoope hengels, olie- jassen en schepnetten, bekspanners en has pels, zuidwesters en eierkolen. In het licht bij het raam lagen op een houten bankje eenige stopnaaldachtige voorwerpen met klu wen touw om de netten te repareeren. Het was niet mogelijk zoo ineens alles op te ne men, maar dat hoefde ook niet, want op den duur zouden wij daar wel in thuis raken. Links van het huis was een met waterplanten bijna dichtgegroeide vijver en vele tamme eenden bewogen zich in waggelgang daar omheen. Ook een dikke vette kater streek angs onze beenen en maakte het bekende ge luid. Naast het huis stonden twee geheel ver schillende ovens en Nico verklaarde ons kort en duidelijk, dat de eene dienst deed voor het rooken van palingen en dat in den andere, die voorzien was van een grooten ijzeren ketel de fuiken getaand werden. Ook stond daar een minstens 100 jaar oude weegschaal. Drie eikenhouten bunbootjes lagen aan den wal van een sloot daarnaast gezellig, maar niet veel anders, dan elders in het land. „U heeft geen goed snoekweer meegebracht heeren", zei Nico. Het is veel te helder en er is „buiten-wind". Hij bedoelde daarmee wind uit Oostelijke richting. Ondertusschen wees hij ons het bootje, waarmee wij het zegenvrij water op zouden gaan, een oud eikenhouten bootje met een bun, dat al menige storm had getrotseerd. Een kort ton kin hengeltje van nauwelijks drie meter lengte lag in de boot, voorzien van een groo ten houten haspel, waarop een lange lijn keurig was gewonden, voorzien van twee dbbers, kettinkje en dreghaak. Het was Nico's hengeltje en ik moest al dadelijk con- st^teeren, dat deze van een heel ander type was dan de onze. Mijn veronderstelling, dat wij van dezen uit den aard der zaak gerou- tineerden visscher nog heel wat konden lee- ren, werd later door de feiten bevestigd. Op de Hoofdtocht. Onze spullen waren nu in de boot en Nico vroeg: „Zijn we klaar, heeren? dan gaan we". Een zitplank lag dwars over de schouwing, waarop vrijgezel Spencer en ik op verzoek van Nico broederlijk naast elkaar gingen zit ten, in spanning en afwachting van de din gen, die cHen dag zouden gebeuren. Nico, de telg van stoere vaderen, greep met vaste hand de riemen en het bootje gleed rustig en gelijkmatig van den wal de haven uit het snoeken-dorad tegemoet. Wij kwa men aan het begin van een breeden wel 1000 M. langen sloot en Nico vertelde ons, dat dit de hoofdtocht genoemd werd. Vele stokken stonden hier in het water en drijvende kur ken bewezen ons, dat reusachtige palingfui ken daaraan bevestigd waren. Voorzichtig stuurde Nico zijn scheepje daartusschen door zonder ook maar een te raken en roeide rus tig verder. In dezen hoofttocht zagen wij meer kannebladeren en prachtige lelies dan water De buitenwind ruischte door de onover zienbare rietvlakte en wij hoorden en zagen reeds bij het .begin een rijke vogelwereld. Het bootje gleed voorbij een plas, finaal toe gedekt met bladeren van waterplanten, waar- tusschen koeten en eenden kwakend hun voedsel zochten. Dit was het Spookmeer. Een bruine kiekendief zagen we daarboven in eleganten zweefvlucht zijn rondjes maken en het kleine vogeltje, de rietzanger, hoorden wij onzichtbaar in het ruischend riet Wij werden stil temidden van deze wonder bare wereld en kregen een gevoel van eer bied en blijheid. Eerbied jegens den Schepper en blijheid van nog jong te zijn en ten volle te kunnen genieten van alles wat hier leefde en groeide. Met regelmatigen riemenslag gleed het bootje zuiver evenwijdig met de oevers den breede tocht door en zonder dat wij er erg in hadden, draaide Nico het voertuig naar den kant en zette het vast met een steekstok, dien hij rustig en met vasten hand in den veengrond stak. „Zoo heeren, hier is een schoon plekje, en we zullen het maar probeeren". We zetten hengel en haspel in elkaar en Nico gaf aan wijzing de dobbers op ca. een meter diepte in te stellen. Hij was ons ijverig behulpzaam en bekeek met kennersblik onze tuigen met de opmerking, dat er nog heel wat aan ver anderd moest worden, om het aan de om standigheden in het zegenvrij water aan te passen. Hij opende den deksel van de bun en daar in wemelde het van vischjes, voorens, riet- voorens, bliekjes, zeelt, baars, kroeskarper- tjes en ook een enkele paling. Alle zwommen in de kleine ruimte door elkaar. Het water kon door de openingen van de bun in en uitstroomen, zoodat een regel matige waterverversching plaats vond. De eerste les van Nico. Nico aasde onze hengels en wij legden ge woon uit. Toen voorzag hij ook zijn hengel van aas, en rolde minstens twintig meter lijn van den houten haspel af, welke hij in groote onregelmatige kringen op den bodem van de boot liet neervallen. Even keek hij zoekend Bij Kon. besl. zijn, met ingang van 15 Januari 194, benoemd en aangesteld, bij het reserve-personeel der landmacht: A. bij het wapen der infanterie; 1. tot reserve-kapitein, bij het korps mo- tordienst, de reserve-eerste-luitenants H. S. Gonggrijp en J. H. F. Herben, beiden van dat korps; 2. tot reserve-eerste luitenant: a. bij het 18de regiment infanterie, de re serve-tweede-luitenant A. van den Hoek, van dat regiment; b. bij het korps motordienst, de reserve tweede-luitenant J. Israels, van dat korps; B. Bij het wapen der artillerie: 1. tot reserve-majoor, ter nadere indeeling door of vanwege den Minister van Defensie, de reserve-kapitein A. C. M. Steijnis, van het 7de regiment artillerie; 2. tot reserve-kapitein, ter nadere indee ling door of vanwege den Minister van De fensie, de reserve-eerste-luitenants C. C. Staab en mr. J. H. P. V. Haitsma Muiier, bei den van het 3de regiment artillerie; E. W. van Wessem, van het 4de regiment artillerie; mr. H. A. van Geldfer, van het 6de regiment artillerie; J. H. Velsen en A. L. J. de Groot, beiden van het 3de regiment artillerie; 3. tot reserve-eerste-luitenant: a. bij het 5de regiment artillerie, de reser ve-tweede-luitenant J. Dijk, van dat regi ment; b. bij het 6de regiment artillerie, de reser ve-tweede-luitenant ir. A. Gouka, van dat regiment; C. bij den geneeskundigen dienst der land macht, tot reserve-officier van gezondheid der eerste klasse de reserve-officieren van gezondheid der tweede klasse N. Verwey en J. Kuilman, beiden van den geneeskundigen dienst der landmacht Woningkwestie te Hilversum. De Hooge Raad heeft gisteren arrest gewe zen in een woningkwestie te Hilversum. De bouwmaatschappij „Indiana" heeft de gemeente een proces aangedaan ter zake het onbewoonbaar verklaren van woningen. Het betreffende raadsbesluit is later voor een groot gedeelte door de Kroon vernietigd. „Indiana" stelde, dat het raadsbesluit, dat in strijd was gebleken met de wet, een on rechtmatige daad opleverde en vorderde voor de reehtbank te Amsterdam veroordee ling van de gemeente, haar bepaalde schade te vergoeden. Nadat de rechtbank de vorde ring niet ontvankelijk verklaarde, heeft het gerechtshof te Amsterdam in hooger beroep dit vonnis bekrachtigd. Het Hof overwoog o.m., dat elke daad ter uitvoering van dat besluit het karakter zou hebben gekregen van een onrechtmatige daad, maar eenige daad tot uitvoering van het besluit niet is gesteld; voorts dat het feit, dat de wet be roep op Gedeputeerde Staten openstelt, belet in het nemen door den raad van een besluit tot onbewoonbaarverklaring een onrecht matige daad te zien. „Indiana" kwam van dit arrest in cassatie. De Hooge Raad heeft thans overwogen, dat het door „Indiana" aangevoerde cassatie middel de onrechtmatigheid van de aan de gemeente verweten handeling niet zoekt in een inbreuk op een aan „Indiana" :oeko eend recht, doch in schending van een rechts plicht door Hilversum. Bij het eerste lid van artikel 25 der woningwet, zegt de Hooge Raad verder, wordt aan de gemeente de ver plichting opgelegd, woningen, welke aan een bepaalde omschrijving voldoen, bij raadsbe sluit onbewoonbaar te verklaren. Aan de ge meente is echter niet opgelegd de rechts plicht, zich te onthouden van onbewoonbaar verklaringen van woningen, welke niet on der de daarin gegeven omstandigheden val len. Alleen reeds om die reden kan het cas satiemiddel niet slagen. De Hooge Raad verwierp op dien grond het cassatieberoep. Nico in zijn element. in het rond en toen volgde een elegante zwaai met zijn kort tonkin hengeltje. Het aas vloog aan de lijn door de lucht en in een grooten boog kwam het heel in de verte, op een afstand van naar schatting wel 20 M. op het water terecht, precies daar waar h ij het wilde hebben. Vrijgezel Spencer en ik keken zwijgend elkaar aan en het was ons overduidelijk, dat wij, die dachten goed met hengel en haspel te kunnen omgaan, bij Nico vergeleken, nog maar onnoozele leeken waren. Zoo begon de eerste vischdag in het zegen vrij water, waarvan ik nog veel hoop te ver tellen. J. B. L. Naar de directie van de reederij Van der Schuyt te Rotterdam ons mededeelt, is de veerdienst FlakkeeBrabant, de eenige ver binding, waarmede in deze ijsperiode nog regelmatig alle soorten automobielen en groote vrachtauto's achtmaal per dag van en naar het eiland Goeree en Overflakkee overgezet konden worden, gisterochtend, doordat de veerboot „Van der Schuyt" door ijsschotsen beschadigd is, tijdelijk gestaakt moeten worden. De reserve-veerboot „Prin ses Irne" is via Oordrec-lt door het ijs naar Dintelsas gevaren, waardoor Flakkee weer voor het automobielverkeer opnieuw toegan kelijk is geworden. Wanneer het ijs in en voor de haven van Den Bommel kan worden gebroken, zal ook de daar liggende motorveerboot „Prinses Beatrix" in den veerdienst FlakkeeBrabant assistentie verleenen. Bij den A. N. W. B. is bericht ontvangen dat het veer AmerongenEek en Wiel weer normaal vaart van 8 tot 20 uur. Z. H. Exc. de bisschop van Breda zal Za terdag a.s. geen audiëntie verleenen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 1