Als benzinedistributie komt.
AKKERTJE
L
DE WERKLOOSHEID.
BON 4.
Het cijfer liep op.
DE GROOTE MEERSNOEK
IN HET ZEGENVRIJE
WATER.
VRIJDAG 19 JANUARI 1940
HET SYSTEEM VAN DE
REGELING.
Toewijzing naar behoefte.
Voor erwten en boonen.
DE BRAND IN DE BADINRICHTING
„DE OTTER".
Eigenaar in vrijheid gesteld.
VALSCHHEID IN GESCHRIFTE EN
VERDUISTERING.
BERUCHT RIJWIEI.DIEF AAN
GEHOUDEN.
AUTO DOOR TREIN GEGREPEN
Beidie inzittenden gedood.
ra.
PROMOTIES RESERVE-
OFFICIEREN.
DE ONRECHTMATIGE DAAD.
VEERDIENST FLAKKEE
BRABANT.
Er dreigt, we hoorden dat dezer dagen nog
eens verzekeren, vooralsnog geen distributie
van benzine in het land. Maar niettemin
wordt alles in gereedheid gemaakt om klaar
te zijn, als de nood onverhoopt aan den man
zou komen en de aanvoer van de motor
brandstof zou gaan stokken.
Hoe de thans ontworpen regeling van
een eventueele distributie zal zijn, daarover
vertelt deze week „De Auto", het officieel
orgaan va-i de K.N.A.C.
Het zal een ieder duidelijk zijn, dat bij het
vaststellen der grondslagen voor een billijke
distributie, een andere maatstaf moet worden
aangelegd, dan bij de distributie van levens
middelen als b.v. boonen en erwten of suiker
of iets dergelijks. Daarbij toch kan men vol
staan met een voor een ieder geldende toe
wijzing van een bepaalde en gelijke hoeveel
heid. Ten aanzien van de verdeeling van den
beschikbaren voorraad benzine gaat het een
voudige rekensommetje van zooveel kg. sui
ker gedeeld door zooveel millioen personen
niet op. Om de eenvoudige reden, dat zulk
een simpele regeling uiterst onbillijk zou
werken; onbillijk zoowel tegenover den ver
bruiker als tegenover den automobielfabri
kant.
Het is misschien noodig dit te verduidelij
ken. Iemand die uit hoofde van zijn werk
kring dagelijks groote afstanden moet af
leggen zou al zeer onbillijk worden behan
deld wanneer hij evenveel of even weinig
benzine kreeg toegewezen als een ander, die
zijn auto slechts weinig voor zakelijke doel
einden gebruikt of deze louter voor zijn ge
noegen heeft. Een billijke distributie zal dus
om te beginnen ter dege rekening moeten
houden met aard en omvang van het gebruik
dat de automobilist van zijn wagen maakt. En
verder zal ook de beteekenis van den werk
kring of het bedrijf van den houder van de
automobiel voor ons economisch leven daarbij
een rol hebben te vervullen.
Daarnaast kan niet uit het oog worden ver
loren, dat rekening dient te worden gehouden
met het benzineverbruik van de verschillende
soorten van automobielen, een verbruik, dat
wel zeer sterk varieert en van ongeveer 1 liter
per 4 K.M. tot 1 liter per 15 tot 20 K.M. Wan
neer men zich op het standpunt zou stellen,
dat men zich met deze factoren niet zou
kunnen bezighouden, zou zulks tot groote on
billijkheden leiden. In dat geval toch zou de
fabrikant van een kleine, weinig benzine ver
bruikende automobiel een aanmerkelijk voor
deel genieten tegenover dien van de grootere
wagens. De eigenaars van automobielen,
welke dus onvoordeelig in het gebruik zijn,
zouden dan ernstig in het nadeel komen,
Het komt er dus op neer, dat billijkheids
halve de benzinedistributie zal zijn gebaseerd
op het aantal kilometers dat men, in liters
benzine uitgedrukt, den automobilist zal toe
wijzen.
Hoe zal worden gedistribueerd.
Bij de bovengenoemde toewijzing wordt ge
bruik gemaakt van de opgave, waartoe iedere
automobilist door middel van het bekende
rose biljet was verplicht. Op dat biljet moest
men opgeven hoeveel K.M. men gemiddeld
per maand rijdt, hoeveel het gemiddelde ben
zine- en olieverbruik bedraagt en tenslotte
tot welke categorie van gebruikers men be
hoort. Voor de laatste opgave was bij het
biljet een aanwijzing gevoegd, vermeldende
de verschillende soorten van categorieën en
de onderverdeeling daarvan.
Aan de hand van deze door den automobi
list zelf gedane opgaven, zal worden vastge
steld voor hoeveel kilometers hem benzine
zal worden toegewezen. Uiteraard is daarvoor
een grondslag vastgelegd overeenkomende
met 850 K.M. per door den Minister vast te
stellen tijdvak voor wat de personenauto's
betreft en 400 K.M. voor de motorrijwielen,
terwijl voor de bedrijfsauto's geen vaste
grondslag bestaat. Wanneer tot distributie
zal moeten worden overgegaan, zal het van
den beschikbaren voorraad afhangen, welk
percentage van dien grondslag voor een be
paald tijdvak kan worden aangeschaft. Uiter
aard Zijn door het bureau dat de distributie
regelt verbruiksnormen vastgesteld voor de
verschillende merken en typen automobielen.
Het zal een ieder duidelijk zyn, dat het
percentage tevens afhankelijk zal zijn van
de categorie waartoe men behoort, en dat de
eene categorie dus beter bedeeld zal worden
dan de andere.
Zoo op het oog ziet deze regeling er vrij
ingewikkeld en verre van eenvoudig uit. La
ten wij hopen, dat het allemaal echter nog
wel zal meeloopen. Het eenige wat thans niet
valt te zeggen is, waarop men zal kunnen
rekenen. Maar iedere automobilist kan in elk
geval voor zichzelf, aan de hand van zijn
eigen opg-ve nagaan, tot welke categorie hij
behoort en met hoeveel kilometers men voor
hem op het distributiekantoor vermoedelijk
rekening heeft gehouden.
Speciale regelingen.
Terwijl men voor wat de motorrijtuigen
betreft, thans gereed is, blijven er daarnaast
nog speciale maatregelen ter verdere uitwer
king over.
Bedrijven, welke benzine voor drijfkracht
of andei szins gebruikerlj hebben onlangs reeds
gelegenhei ge "r^sen opgave te doen van hun
verbruik, op a aarrnede bij de toewijzing
van benzine rekening kan worden gehouden.
Daarbij behoeven zie uiteraard geen moei
lijkheden voor te doen zoolang het bedrijven
betreft, welke geregeld benzine gebruiken.
Iets anders is echter, dai men ook rekening
moet houden met zoogenaamde seizoenbe-
/irijven, zooals bijv. in den landbouw, waarbij
alleen in bepaalde vekén of maanden van het
\.ar «ie landbouwwerktuigen in gebruik zijn
Bij de invoering van dé distributieregeling
zal men dus bij de verdeeling van den be
schikbaren voorraad in bepaalde tijden ook
rekening met deze gevallen moeten houden.
En dan is er tenslotte nog het vreemde
lingenverkeer. Daarvoor zal men nog een
aparte regeling moeten maken. Of en zoo ja
in welken geest men daarvoor een oplossing
heeft gevonden, is ons niet benend.
Identiteitskaarten en zegels.
Het zal den automobilist natuurlijk in
teresseeren om te weten, op welke wijze men
de administratieve zijde var dit distributie-
vraagstuk heeft opgelost. (Dezer dagen publi
ceerden we daar reeds een en ander over uit
een aanschrijving aan de hoofden van po
litie Red. Msb.)
Iedere automobilist, die in het bezit is van
een motorrijtuigenbelastingkaart het be
wijs dus dat hij zijn automobiel gebruikt en
daarvoor ook motorrijtuigenbelasting betaalt
zal op vertoon van deze kaart binnenkort
een zoogenaamd identiteitsbewijs kunnen
verkrijgen. De kosten da"-van bedragen
0.75 per stuk. Het is de bedoeling, dat de uit
den verkoop dezer bewijzen /erkregen baten
zullen worden gebruikt om de uit de distri
butieregeling voortvloeiende kosten te be
strijden.
Op die identiteitsbewijzen zal worden aan
gegeven in welke c. egorie men is onderge
bracht en volgens v eiken grondslag men zijn
aantal kilometers uitgedrukt in liters
benzine krijgt toegewezen. Zoodra dan
voor een bepaalde periode het percentage
benzine zal zijn bekend gemaakt, dat men
voor zijn categorie gerekend naar de basis-
hoeveelheid kan koopen, zal men aan het
postkantoor, waarbij men staat ingeschreven
zegels moeten aanschaffen, welke recht geven
op de daarop aangegeven hoeveelheid liters
benzine.
Van heden, 19 Januari tot en met Donder
dag 15 Februari zal bon 4 van de rijksdistri
butiekaart recht geven op het koopen van
een half pond bruine boonen, witte boonen of
andere gekleurde boonen, capucijners of
grauwe erwten.
Naar wij vernemen is de heer B., exploi
tant van het restaurant van de badinrich
ting „De Otter" te Loosdrecht in vrijheid
gesteld.
Naar men zich zal herinneren is de heer
B. in verband met den brand, welke Eersten
Kerstdag in de badinrichting „De Otter" te
Loosdrecht heeft gewoed, op vermoeden van
brandstichting, dienzelfden dag gearresteerd
en ter beschikking van den officier van
justitie te Utrecht gesteld
Een 38-jarige boekhouder, die in de pe
riode van 1936'39 bij een fabriek te Wou-
brugge drie wissels heeft getrokken, waar
onder hij den naam van zijn directeur heeft
gezet, en ook nog ongeveer 4 mille uit de
kas nam, is door de Haagsche rechtbank
veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf.
De directeur van den rijksdienst der werk-
loosheidsverezekering en arbeidsbemiddeling
deelt de volgende resultaten mede van de
verzameling door het centraal bureau voor
de statistiek van de voorloopige gegevens
over de week van 27 tot en met 30 December
1939.
Arbeidsbemiddeling.
Op 30 December 1939 waren bij de organen
der openbare arbeidsbemiddeling ingeschre
ven 345.551 werkzoekenden (329.505 mannen
en 16.046 vrouwen.
Hiervan waren 271.025 (259.989 mannen
en 11.036 vrouwen) werkloos en waren
58.734 personen door overheidshulp tewerk
gesteld bij cultuurtechnische en administra
tief daarmede gelijkgestelde werken. Blijk
baar waren er dus 15.792 personen als werk
zoekenden ingeschreven, die in het vrije be
drijf werkten, doch ander werk zochten.
Werkloosheidsverzekering.
In de week van 27 t.m. 30 December 1939
waren bij gesubsidieerde vereenigingen met
vverkloozenkas aangesloten 592.406 personen,
waaronder 75.395 landarbeiders.
Van de 517.011 verzekerden buiten de land
arbeiders was het werkloosheidspercentage
24.1 (in de vorige verslagweek van 4 t.m. 9
December 1939 was dit percentage 19.1).
Voor de 592.406 verzekerden, met inbegrip
van de landarbeiders, was het werkloosheids
percentage 26.5 (vorige verslagweek 18.2).
In de overeenkomstige verslagweek van
December was het werkloosheidspercentage
voor alle verzekerden in de laatste jaren als
volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de
percentages, indien de landarbeiders buiten
beschouwing worden gelaten): 1932 33.5
(32.4); 1933 37.4 (32.7); 1934 33.8 (32.4);
1.935 39.5 (36.7); 1936 33.7 (32.3); 1937 32.2
(29.9); 1938 35.8.(32.5); 1939 26.5 (24.1).
Uit de bij den Rijksdienst der werkloos
heidsverzekering en arbeidsbemiddeling be
kende voorloopige cijfers kan worden opge
maakt, dat in 1939 de werkloozenkassen bij
een gemiddeld aantal leden van 585.000 in
het totaal aan bijdragen van de leden ont
vingen 7.700.000 gld.
Ten laste van het Rijk en de gemeenten
ontvingen de kassen in het totaal aan subsi
die 10.200.000 gld.
Aan haar werklooze leden keerden de kas
sen in het totaal uit 13.200.000 gld.
De som der reserves der werkloozen kas
sen, die op het einde van 1938 14.800.000 gld.
bedroeg, steeg tot 20.000.000 gld. op het ein
de van 1939.
1 Juni 1939 1 Juni 1938
onder- werk- onder- werk-
nemin- gevers ncmin- gevers
gen gen.
contracten in den landbouw is aldus de
12e aflevering van het maandschrift van het
Centraal bureau voor de statistiek, dat bo
venstaande cijfers publiceert mede een
gevolg van de in aantal vrij sterk toegeno
men loonregelingen opgelegd door rijks
arbiters krachtens de landbouwcrisiswet
geving, waarbij meestal de bestaande con-
tractueele loonregelingen worden overge
nomen.
Als verdacht van diefstal^an een dames
rijwiel, Woensdagavond gepleegd ten nadeele
van J. J. G. te Maastricht, is in een logement
aldaar aangehouden de 31-jarige koopman
H. S. uit Enschedé. De man verklaarde de
fiets te hebben gekocht van een hem onbe
kend persoon, die omstreeks 11 uur 's avonds
naar Venlo zou vertrekken. Daarop werd aan
het station aangehouden de 26-jarige paar
denknecht W. uit Venlo. Beiden zullen zich
voor de justitie hebben te verantwoorden.
„De zoon van Haar-in-de-war'.
Nader meldt men ons
De aangehouden koopman S„ bijgenaamd
„zoon van Haar-in-de-war", is reeds meer
malen terzake rijwieldiefstallen veroordeeld.
Hij werd sindsdien geruimen tijd door de
politie in geheel ons land gezocht en stond
herhaaldelijk in het algemeen politieblad
vermeld, doch bleef onvindbaar.
Hij wordt verdacht van vele, in den Achter
hoek van Overijssel, Gelderland en Noord-
Brabant gepleegde rijwieldiefstallen.
Bij zijn verhoor op het politiebureau be
kende hij al vast niet minder dan 25 rijwiel
diefstallen en verduisteringen, gepleegd te
In den dierentuin te Parijs, waar de diverse vogelsoorten zich reeds aan het ijs
wisten aan te passen.
industrie
landbouwbedr.
overige bedrijv.
totaal
22.750 201.900 20.900 134.150
36.700 86-000 26.200 78.700
550 35.000 600 30.350
60.000 322.900 47.700 284.200
Het totaal overeenkomsten (1.660 in 1939
en 1.740 in 1938) daalde iets, voornamelijk
in de groep bouwbedrijven en speciaal van
die contracten waarbij slechts één werkgever
partij is.
De uitbreiding van de invloedssfeer der
Voelt U zich zenuwachtig en
gejaagd, overspannen, Uzelf
tot last en moeilijk voor Uw
omgeving? Neem dan direct
'n"AKKERTJE"engevoelteen
weldadige rust overU komenl
AKKERTJES kalmeeren, door
hun bijzondere samenstelling
als regel reeds binnen een
kwartier het overprikkelde
zenuwstelsel en Ge voelt U
als na'n verkwikkende slaap.
"AKKERTJES" bevatten géén
verdoovende bestanddeelen
en ze zijn niet schadelijk.
tegen hoofdpijn, pijnen, koorts, kou.
Doos: 13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers.
Reel. 3715-5 41
Delden, Vriezenveen, Oss, Nijmegen, Boxtel.
Arnhem, Almelo, Tubbergen, Goor, Oldenzaal,
Enschedé, Deventer, Losser, Groenlo, Neede,
Eibergen, Apeldoorn, Zutphen, Zwolle, Coe
vorden, Wierden en Enter.
Hieruit blijkt, dat deze beroepsdief er een
nog al uitgebreid operatieterrein op na hield
Bij het verleggen van het terrein zijner mis
drijven naar Zuid-Limburg is hij echter niet
bijster gelukkig geweest, want bij den eersten
diefstal den beste had men hem te pakken
Bij het onderzoek verklaarde hij dan ook
aan de politie, niet meer naar Maastricht
te zullen komen. Daartoe zal hij voorloopig
wel geen gelegenheid krijgen, daar hij zich
voor de justitie voor al deze feiten zal hebben
te verantwoorden.
Op den onbewaakten overweg bij de Haar
tusschen Woudenberg en Veenendaal, is gis
teren een vrachtauto door een trein gegre
pen, welke uit de richting Veenendaal kwam
De sergeant H. uit Rotterdam, die naast
den bestuurder van den vrachtwagen was
gezeten, werd uit de auto geslingerd en was
op slag dood.
De chauffeur, de soldaat R. uit Wognum
geraakte in de cabine bekneld. Nadat men
hem bevrijd had, bleek dat de man zware
kwetsuren had opgeloopen. Geneeskundige
hulp mocht niet meer baten.
De trein, die 9.37 uur in Amersfoort
moest aankomen, had vrij aanzienlijke ver-
traging.
De vrachtauto werd geheel vernield.
In het klooster te Abshoven-Munstergeleen
(Y.) overleed na een langdurige ziekte de
eerw. Mère Edmunda (in de wereld mej. Ma
ria Görres), die negentien jaar in dit klooster
werkzaam was, o.m. als novicenmeesteres.
Langzaam, ja veel te langzaam kropen de
dagen en weken voorbij. Het was nog lang
niet de eerste Zondag van Juli, waarop vrij
gezel Spencer en ik voor het eerst naar het
zegenvrij water zouden gaan om niet in de
fantasie, maar metterdaad te hengelen.
Het werd 1 Juni, de dag, waarop het groote
vredelievende leger, gewapend met hengel
en haspel, weer voor het eerst in het seizoen
er op uittrok. Welgemoed en vol schoone
verwachtingen zagen wij ze uittrekken naar
buiten, naar hun vischwatertje.Maar wij
zelf bleven achter en moesten nog dertig
dagen wachten tot 1 Juli. Waarom mochten
wij nu eigenlijk niet ook op 1 Juni begin
nen. zooals de anderen, vroegen wij ons zelf
bijna mopperend af. Later zouden wij be
grijpen, dat evenals de vele andere, ook dl»
voorschrift volkomen te billijken is. In deze
laagveen-waterplassen, welke bijna ondéi
den rook van de groote steden liggen, hebben
n.l. in deze periode vele en zeldzame vogels
hun jaarlyksche broedplaatsen. Volkomen
begrijpelijk is het dus, dat in dezen tijd geen
enkele vergunninghouder het zegenvrij wate:
°P mag. want dan zou het wonderlijk spel der
natuur verstoord worden.
Maar de dagen bleven niet stilstaan en
weldra wees de kalender uit, dat het Zater
dag de eerste Juli was. Op dien avond ging
i naar het dak om de weergesteldheid te
observeeren De zon was reeds onder gegaan,
maar prachtig avondrood teekende zich aan
het firmament af en voorspelde een zonni-
gen Zondag.
In huize Spencer
Vroeg in den morgen zaten vrijgezel Spen
cer en mijn persoontje, na de eerste Mis in
de kerk „op de kade" te hebben bijgewoond,
waar wij nog meer sportcollega's aantroffen
en ook eenige postbodes en politieagenten,
aan het ontbijt in Spencer's ouderlijk huis
De moeder van mijn vischmakker had daags
te voren voor een rijk-gedekte tafel gezorgd.
Wij zaten daar knus tezamen in die ouder-
wetsche keuken met de blauwe tegels en de
blinkend-gepoetste koperen kannen. Moeder
Spencer had ook reeds het lunchpakket voor
ons klaargezet. Dankbaar jegens haar gingen
wij zoo stil mogelijk de trap af, want we
wilden haar in haar slaap niet storen en op
gewekt beklommen wij nze ijzeren paardjes
die reeds gepakt waren met hengel en has
pel.
Op weg naar het water.
Langs den kortsten weg verlieten wij de
stad en reden vol verwachting oostwaarts.
Helder stond de zon aan een wolken-vrije
hemel en deed den grijzen nevel over het
groene weiland naast den drukken straatweg
gaandeweg optrekken. Het was nog vroeg in
den morgen en de groote uittocht der stad
was nog niet begonnen. Voor de draaibrug
over een der voornaamste waterverkeerswe
gen van het land moesten wij wachten en
wij hadden alle gelegenheid de machtige
palen te bewonderen, welke later de prach
tige Merwedebrug zouden dragen.
Vervolgens passeerden wij de monding van
de Vecht bij Muiden. De machines waren in
werking en gelijk een stroomende beek be
woog zich het Vechtwater zeewaarts Vele
be welaarsbootjes waren hier reeds zicht-
baai Zij lagen links en rechts van de brug
aan lange steekstokken gemeerd. De meeste
hengelaars vischten op baars met krabben
aan den paternoster. Een aardig watertje om
te baarzen!
Bij het brugwachterscafetje moest vrijgezel
Spencer nog zijn koker met sigaren vullen.
Maar het aardige dochtertje was blijkbaar
nog slapende of misschien ter kerke en dezen
keer bediende dc baas ons zelf. Dat was een
tegenvaller op dién gedenkwaardigen vroe
gen Zondagmorgen
We reden door naar het visschershuis en
evenals in April hingen hier weer de fuiken
te drogen aan de groenuitgeloopen wilgen-
stokken.
Nico de roeier.
De deur van de houten schuur stond open
en daar verscheen een stoere jongeman, die
zich keurig als Nico, de zoon van den vis-
schersbaas, voorstelde. Nieuwsgierig gingen
wij de schuur in en daar zagen wij van alles
en nog wat: stapels fuiken, waterlaarzen ge
maakt van klompen met hooge lederen been
stukken, dure en goedkoope hengels, olie-
jassen en schepnetten, bekspanners en has
pels, zuidwesters en eierkolen. In het licht
bij het raam lagen op een houten bankje
eenige stopnaaldachtige voorwerpen met klu
wen touw om de netten te repareeren. Het
was niet mogelijk zoo ineens alles op te ne
men, maar dat hoefde ook niet, want op den
duur zouden wij daar wel in thuis raken.
Links van het huis was een met waterplanten
bijna dichtgegroeide vijver en vele tamme
eenden bewogen zich in waggelgang daar
omheen. Ook een dikke vette kater streek
angs onze beenen en maakte het bekende ge
luid.
Naast het huis stonden twee geheel ver
schillende ovens en Nico verklaarde ons kort
en duidelijk, dat de eene dienst deed voor het
rooken van palingen en dat in den andere,
die voorzien was van een grooten ijzeren
ketel de fuiken getaand werden. Ook stond
daar een minstens 100 jaar oude weegschaal.
Drie eikenhouten bunbootjes lagen aan den
wal van een sloot daarnaast gezellig, maar
niet veel anders, dan elders in het land.
„U heeft geen goed snoekweer meegebracht
heeren", zei Nico. Het is veel te helder en
er is „buiten-wind". Hij bedoelde daarmee
wind uit Oostelijke richting. Ondertusschen
wees hij ons het bootje, waarmee wij het
zegenvrij water op zouden gaan, een oud
eikenhouten bootje met een bun, dat al
menige storm had getrotseerd. Een kort ton
kin hengeltje van nauwelijks drie meter
lengte lag in de boot, voorzien van een groo
ten houten haspel, waarop een lange lijn
keurig was gewonden, voorzien van twee
dbbers, kettinkje en dreghaak. Het was
Nico's hengeltje en ik moest al dadelijk con-
st^teeren, dat deze van een heel ander type
was dan de onze. Mijn veronderstelling, dat
wij van dezen uit den aard der zaak gerou-
tineerden visscher nog heel wat konden lee-
ren, werd later door de feiten bevestigd.
Op de Hoofdtocht.
Onze spullen waren nu in de boot en Nico
vroeg: „Zijn we klaar, heeren? dan gaan we".
Een zitplank lag dwars over de schouwing,
waarop vrijgezel Spencer en ik op verzoek
van Nico broederlijk naast elkaar gingen zit
ten, in spanning en afwachting van de din
gen, die cHen dag zouden gebeuren.
Nico, de telg van stoere vaderen, greep met
vaste hand de riemen en het bootje gleed
rustig en gelijkmatig van den wal de haven
uit het snoeken-dorad tegemoet. Wij kwa
men aan het begin van een breeden wel 1000
M. langen sloot en Nico vertelde ons, dat dit
de hoofdtocht genoemd werd. Vele stokken
stonden hier in het water en drijvende kur
ken bewezen ons, dat reusachtige palingfui
ken daaraan bevestigd waren. Voorzichtig
stuurde Nico zijn scheepje daartusschen door
zonder ook maar een te raken en roeide rus
tig verder. In dezen hoofttocht zagen wij
meer kannebladeren en prachtige lelies dan
water
De buitenwind ruischte door de onover
zienbare rietvlakte en wij hoorden en zagen
reeds bij het .begin een rijke vogelwereld.
Het bootje gleed voorbij een plas, finaal toe
gedekt met bladeren van waterplanten, waar-
tusschen koeten en eenden kwakend hun
voedsel zochten. Dit was het Spookmeer. Een
bruine kiekendief zagen we daarboven in
eleganten zweefvlucht zijn rondjes maken en
het kleine vogeltje, de rietzanger, hoorden
wij onzichtbaar in het ruischend riet
Wij werden stil temidden van deze wonder
bare wereld en kregen een gevoel van eer
bied en blijheid. Eerbied jegens den Schepper
en blijheid van nog jong te zijn en ten volle
te kunnen genieten van alles wat hier leefde
en groeide.
Met regelmatigen riemenslag gleed het
bootje zuiver evenwijdig met de oevers den
breede tocht door en zonder dat wij er erg
in hadden, draaide Nico het voertuig naar
den kant en zette het vast met een steekstok,
dien hij rustig en met vasten hand in den
veengrond stak.
„Zoo heeren, hier is een schoon plekje, en
we zullen het maar probeeren". We zetten
hengel en haspel in elkaar en Nico gaf aan
wijzing de dobbers op ca. een meter diepte
in te stellen. Hij was ons ijverig behulpzaam
en bekeek met kennersblik onze tuigen met
de opmerking, dat er nog heel wat aan ver
anderd moest worden, om het aan de om
standigheden in het zegenvrij water aan te
passen.
Hij opende den deksel van de bun en daar
in wemelde het van vischjes, voorens, riet-
voorens, bliekjes, zeelt, baars, kroeskarper-
tjes en ook een enkele paling.
Alle zwommen in de kleine ruimte door
elkaar. Het water kon door de openingen van
de bun in en uitstroomen, zoodat een regel
matige waterverversching plaats vond.
De eerste les van Nico.
Nico aasde onze hengels en wij legden ge
woon uit. Toen voorzag hij ook zijn hengel
van aas, en rolde minstens twintig meter lijn
van den houten haspel af, welke hij in groote
onregelmatige kringen op den bodem van de
boot liet neervallen. Even keek hij zoekend
Bij Kon. besl. zijn, met ingang van 15
Januari 194, benoemd en aangesteld, bij het
reserve-personeel der landmacht:
A. bij het wapen der infanterie;
1. tot reserve-kapitein, bij het korps mo-
tordienst, de reserve-eerste-luitenants H. S.
Gonggrijp en J. H. F. Herben, beiden van dat
korps;
2. tot reserve-eerste luitenant:
a. bij het 18de regiment infanterie, de re
serve-tweede-luitenant A. van den Hoek,
van dat regiment;
b. bij het korps motordienst, de reserve
tweede-luitenant J. Israels, van dat korps;
B. Bij het wapen der artillerie:
1. tot reserve-majoor, ter nadere indeeling
door of vanwege den Minister van Defensie,
de reserve-kapitein A. C. M. Steijnis, van het
7de regiment artillerie;
2. tot reserve-kapitein, ter nadere indee
ling door of vanwege den Minister van De
fensie, de reserve-eerste-luitenants C. C.
Staab en mr. J. H. P. V. Haitsma Muiier, bei
den van het 3de regiment artillerie; E. W.
van Wessem, van het 4de regiment artillerie;
mr. H. A. van Geldfer, van het 6de regiment
artillerie; J. H. Velsen en A. L. J. de Groot,
beiden van het 3de regiment artillerie;
3. tot reserve-eerste-luitenant:
a. bij het 5de regiment artillerie, de reser
ve-tweede-luitenant J. Dijk, van dat regi
ment;
b. bij het 6de regiment artillerie, de reser
ve-tweede-luitenant ir. A. Gouka, van dat
regiment;
C. bij den geneeskundigen dienst der land
macht, tot reserve-officier van gezondheid
der eerste klasse de reserve-officieren van
gezondheid der tweede klasse N. Verwey en
J. Kuilman, beiden van den geneeskundigen
dienst der landmacht
Woningkwestie te Hilversum.
De Hooge Raad heeft gisteren arrest gewe
zen in een woningkwestie te Hilversum.
De bouwmaatschappij „Indiana" heeft de
gemeente een proces aangedaan ter zake het
onbewoonbaar verklaren van woningen. Het
betreffende raadsbesluit is later voor een
groot gedeelte door de Kroon vernietigd.
„Indiana" stelde, dat het raadsbesluit, dat
in strijd was gebleken met de wet, een on
rechtmatige daad opleverde en vorderde
voor de reehtbank te Amsterdam veroordee
ling van de gemeente, haar bepaalde schade
te vergoeden. Nadat de rechtbank de vorde
ring niet ontvankelijk verklaarde, heeft het
gerechtshof te Amsterdam in hooger beroep
dit vonnis bekrachtigd. Het Hof overwoog
o.m., dat elke daad ter uitvoering van dat
besluit het karakter zou hebben gekregen
van een onrechtmatige daad, maar eenige
daad tot uitvoering van het besluit niet is
gesteld; voorts dat het feit, dat de wet be
roep op Gedeputeerde Staten openstelt, belet
in het nemen door den raad van een besluit
tot onbewoonbaarverklaring een onrecht
matige daad te zien.
„Indiana" kwam van dit arrest in cassatie.
De Hooge Raad heeft thans overwogen, dat
het door „Indiana" aangevoerde cassatie
middel de onrechtmatigheid van de aan de
gemeente verweten handeling niet zoekt in
een inbreuk op een aan „Indiana" :oeko eend
recht, doch in schending van een rechts
plicht door Hilversum. Bij het eerste lid van
artikel 25 der woningwet, zegt de Hooge
Raad verder, wordt aan de gemeente de ver
plichting opgelegd, woningen, welke aan een
bepaalde omschrijving voldoen, bij raadsbe
sluit onbewoonbaar te verklaren. Aan de ge
meente is echter niet opgelegd de rechts
plicht, zich te onthouden van onbewoonbaar
verklaringen van woningen, welke niet on
der de daarin gegeven omstandigheden val
len. Alleen reeds om die reden kan het cas
satiemiddel niet slagen.
De Hooge Raad verwierp op dien grond het
cassatieberoep.
Nico in zijn element.
in het rond en toen volgde een elegante
zwaai met zijn kort tonkin hengeltje. Het
aas vloog aan de lijn door de lucht en in
een grooten boog kwam het heel in de verte,
op een afstand van naar schatting wel 20 M.
op het water terecht, precies daar waar h ij
het wilde hebben.
Vrijgezel Spencer en ik keken zwijgend
elkaar aan en het was ons overduidelijk, dat
wij, die dachten goed met hengel en haspel
te kunnen omgaan, bij Nico vergeleken, nog
maar onnoozele leeken waren.
Zoo begon de eerste vischdag in het zegen
vrij water, waarvan ik nog veel hoop te ver
tellen. J. B. L.
Naar de directie van de reederij Van der
Schuyt te Rotterdam ons mededeelt, is de
veerdienst FlakkeeBrabant, de eenige ver
binding, waarmede in deze ijsperiode nog
regelmatig alle soorten automobielen en
groote vrachtauto's achtmaal per dag van
en naar het eiland Goeree en Overflakkee
overgezet konden worden, gisterochtend,
doordat de veerboot „Van der Schuyt" door
ijsschotsen beschadigd is, tijdelijk gestaakt
moeten worden. De reserve-veerboot „Prin
ses Irne" is via Oordrec-lt door het ijs naar
Dintelsas gevaren, waardoor Flakkee weer
voor het automobielverkeer opnieuw toegan
kelijk is geworden.
Wanneer het ijs in en voor de haven van
Den Bommel kan worden gebroken, zal ook
de daar liggende motorveerboot „Prinses
Beatrix" in den veerdienst FlakkeeBrabant
assistentie verleenen.
Bij den A. N. W. B. is bericht ontvangen
dat het veer AmerongenEek en Wiel weer
normaal vaart van 8 tot 20 uur.
Z. H. Exc. de bisschop van Breda zal Za
terdag a.s. geen audiëntie verleenen.