OORLOGSHANDELSVERDRAG MET ENGELAND. MMaT n wTv. UAAG BIJ DEN GROND. OVEREENSTEMMING OVER DE VOORNAAMSTE KWESTIES. DE VERJAARDAG VAN PRINSES BEATRIX. ,E.E.N SPANNEN D LD-WEST VER HAA De kwestie der slagkruisers WOENSDAG 7 FEBRUARI 1940 De vertraging van onze schepen in de controlebases. VAL MET DOODELIJKEN AFLOOP. irPH De terugkeer van de „Reiger DE „LAERTES' OP DE THEEMS. Receptie op het Nederlandsch gezantschap te Rome. JUBILEUM HOOFDSTATIONS CHEF SOMERS. ONTPLOFFING aan boord VAN DE „CERONIA". fïet motortanlsschip in de Duins. PRINS BERNHARd. Rropaganda van officieele zijde VOOR HET KIND. Een nieuw affiche. KOSTWINNERSVERGOEDING VOOR GEMOBILISEERDEN. MEISJE TE MAASTRICHT VERMIST. n het „R.K- Bouwblad" uit J- B. onder dit •chrift "zijn begrijpelijke verontwaardiging •r een „prijsvraag", door „De Telegraaf" ir eenigen tijd uitgeschreven. lij schrijft o.m. ,De altijd op effectbejag uitzijnde redactie üm „De Telegraaf" heeft het noodig gevon- §|n om een prijsvraag uit te schrijven, waarin <*n der meesterwerken van Rodin in verband Tdt gebracht met de meest klein-burger- ;e opvattingen omtrent den inhoud van een nstwerk. JZij had dan de geestigheid om de vraag llen „Wat denkt de „denker" van Rodin de lezers vlogen er op af om hun burger ij 'mswijsheden uit te kramen, f-Tientallen mappen met honderden ant- jorden kwamen, volgens het ba, si de jury zat urenlang °ver eze sam^n bundelde onbenulligheden ge ogen om naai r en geweten een uitspraak te doen. Het 7 ni Hat men inderdaad een :urv nlijkste is wel, aai u - nd om aan dien onzin mee te doen en dat n ee hq Ofit dewer arin de volgende personen zitting namen et d D ?rof. Huib Luns, Henriëtte van Eyck, )n he - tori van Duinkerken, dr. G. W Ovinx 1 me squino, jhr. D. C. Röell en Th. van de Ven- ee, p, agent van politie. s pro Dr Qvink heeft zijn uitverkiezing te wijten otheie, n bet feit, dat hij de veertigduizendste be- u.wei4 eker was, terwijl de agent van politie er hieJei nnelijk bijgesleept is om te doen zien hoe :schljr pulair die goeie „Telegraaf toch wel ge- con- jht is. be^°; Deze menschen hebben dan gezamenlijk de n «kroningen toegekend. Hoe hoogs aand de a e®niet prijzen beloonde antwoor5eh J blijkt 'r "*?e!uidelijk uit de met den vierden prijs be- /-Je» nvpr 7. n vpr- :roonde uitspraak „Hij peinst over ztjn ver- f-"- open dubbeitjes 1" t den Het woord „verzopen" w°fdt dan l^ bf en aeskeurige dagblad ten deele met stippel- z'n jes aangeduid, doch desondanks vond zongjeb f -cwaardige inzen- halda selectiejury dit een pnjs banaüteiten> '0rpS~ vaagde men de Heurmarsch van Cho- Z en de bekende rhapsod* L«t heeft aangerand en die het aan eVCnI merken voor een deel ongenietbaar maken, was ^clKe J pet banale geintje leef_ daar men, al l^steren^' bannen. lende *let uit z'n gedachten kan^ as de Indertij e m r dgn pjiksem nipt auteur van „Jantje die c ura gaat" en van „Moeder damaar tot lp ln 1 be- iet water" niet bekroond. n der- laten .'elijke waardeering van het kleinburgerlijke laten ,enjK.e W B n on culturpelp die is men nu dan bij monde ,g tureele n en Voormannen gekomen- s- i zoo Andere inzendingen van sentl- be- mentaliteiten tot diePzl"n ?b®den met pro pagandistische strekk a s. „Egoïsme rijke en winstbejag hebben jd het goede en edele deze wat de mensch als s'c 0 s heeft mee^ idige gekregen, vernietig ensch keer e oris- rug Overigens werd deze inzending, die arig- rug.... uverige t plaatsen et is ln elk geval van ei..„ Vler h_ beneden de „geest,|™ d der verzopen dub beitjes geplaatst- J zorgde de jury de rangorde der wa r e. De zevende P™nnaar ^^^^maol Denker (die t^jvens door Rodmheeemaoi niet als de -}f nkf maar als d d'eènïee en 1 werd bedoeld) zit te piekeren over de entree ibri- gelden en z°° gaat dan de stroom van zin- door loos geleuter door. De eerste prys werd toe- 1 tot gekend aan hem die den Denker „brrr" deed iood denken, hetgeen overigens geen gedachte is, jaar doch slechts een gevoel van walging uit- iren drukt. Inderdaad lijkt mij dit de eenige in zending welke een prijs waard is. Indien de vah juïy-dan maar zoo inzichtrijk is om te er- ere- kennen dat deze weerzin zich ook tot hen en hun lachwekkend bedrijf keert. Wat de Denker, die een Dichter is, denkt, behoeven wij hier niet uit te knobbelen maar dat Auguste Rodin dit prijsvraag-gedoe diep zou gekrenkt heben, daarover behoeft geen twij fel te bestaan. Maar hij is dood en aldus heeft men vrij spel. Het is grof en beschamend. eeft ih en im, len, een ilen lar- af- ïet 10- ït" en e- nd e- le, el Onze Londensche financieele correspondent meldt: Zooals wij de vorige week berichtten, kon den vele Nederlandsche schepen na korte vertraging in de Britsche contrabande-con trolebases de reis naar Nederland voortzetten. Andere booten blijven echter aanmerkelijke vertraging ondervinden en naar ons uit op merkingen uit Nederland ontvangen, blijkt, schijnt men in sommige Nederlandsche krin gen geneigd, den toestand zoo somber moge lijk in te zien. „Te bevoegder plaatse" is zelfs naar ons wordt bericht aan den Haagschen parlemen tairen redacteur van een Amsterdamsch blad verklaard, dat „tot dusverre geen enkel Ne- derlandsch schip minder dan vijf dagen in de Britsche controlebases is gebleven". En dat, terwijl wij dc booten met name noemden, die met slechts één dag vertraging konden door reizen. Alleen t.a.v. de Oostplein was dat in zooverre onjuist, dat dit schip wel vergun ning kreeg om de reis voort te zetten, doch hiervan nog geen gebruik kon maken in ver band met schrde, welke net had opgeloopen. Zooals gezegd, hebben vele Nederlandsche schepen nog met lange vertragingen te kam- Pen in Duins. In sommige gevallen duurt het dagen vóór de contrabande-controlecommissie te Londen, die iederen dag zitting houdt, een bepaalde scheepslading in behandeling neemt. Volgens Britsche verklaringen komt dat hoofdzakelijk hierdoor, dat de commissie eerst met deze behandeling aanvangt, wanneer zij het geheele scheepsmanifest in handen krijgt en de duur van deze behandeling hangt weer af van den spoed waarmede eventueele ge- eischte garanties uit Nederland, hetzy van de Nederlandsche regeering, hetzij van Ne derlandsche firma's, binnenkomen. Volgens onzen zegsman zou men ook in Den Haag vaak ze..' langzaam te werk gaan, waar het betreft inlichtingen te geven over de uiteindelijke bestemming van ladingen, waarover de contrabandecommissie hier moet beslissen. Van Britsche zijde heeft men sedert den oorlog vele belangrijke importen in Neder land sterk zien toenemen, hetgeen volgens haar alle aandacht rechtvaardigt ten aanzien van de uiteindelijke bestemming van den verderen invoer van bepaalde goederen. Zooals reeds eerder gemeld, verwacht men, dat de vertraging, welke d schepen thans nog aan de controlebases oploopen, verder zal kunnen worden verminderd als gevolg van het NederlandschEngelsch oorlogshandels verdrag, dat op het punt van afsluiting zou staan. In ieder geval is over de voornaamste handelskwesties tusschen beide regeeringen thans overeenstemming bereikt. In het met België reeds practisch tot stand gekomen oorlogshandelsverdrag is een sy steem van declaraties door Belgische impor teurs opgenomen, hetwel ten doel heeft, de vertragingen voor, Belgische schepen verder te verminderen. Hoewel dit systeem blijkbaar niet in het verdrag met Nederland zal voorkomen, zul len, naar ons wordt verklaard, met Nederland toch zoodanige regelingen worden getroffen, dat daarvan een bespoediging van het con trole-onderzoek mag worden verwacht. In den nacht van Maandag op Dinsdag is de 33-jarige dienstplichtige J. W. L. uit Nijme gen, in zijn legerplaats te Beek (L.) ziek aangekomen. Toen hij zich naar bed wilde begeven, viel hij van de trap, waarbij hij verschillende verwondingen en een hersen schudding opliep. Het slachtoffer werd naar het ziekenhuis Calvariënberg te Maastricht vervoerd, waar de man Dinsdagmiddag is overleden. MÉfiS 18 liet St. Franciscus-Gasthuis te Rotterdam werd verrijkt met een nieuwe centrale keuken, welke op moderne ivijze is ingericht. 11 De „Reiger" heeft gistermiddag om 12.20 uur gmt. Luxor verlaten, op weg naar Alexandrië. Het Nederlandsche stoomschip „Laertes dat. Zaterdagavond nabij Dover op een mijn liep, doch drijvende bleef, is gistermiddag de Theems opgevaren. Men seint ons uit Rome De Nederlandsche gezant alhier dr. J. B- Hubrecht, heeft in zijn nieuwe woning heden een receptie gehouden in verband met den tweeden verjaardag van H. K. H. Prinses Beatrix. Z. Exc. hield daarbij een toespraak, waar in hij allereerst getuigde van het hartelijk medeleven van alle Nederlanders met de Ko- Men meldt ons uit Amsterdam: Gisteren heeft de heer Somers hoofd stationschef van het goederenstation Riet landen alhier zijn veertigja rig jubileum bij de Nederland sche Spoorwe gen gevierd. Hoewel de heer Somers dit jubileum niet wilde vieren, hebben toch velen in den lóóp van den dag den jubi laris hun ge- lukwenschen aangeboden. goo k*Bmen ter receptie de hoofdinspecteur Berdenis van inspecteurHoofdstatiamehcf klasse ^'en de Somers. ®urÜrteur 2e klasse ir inShoofdinsPectie Amst^, Starin& allen van de h°ersoneel maakten h®m' Vele leden van het „hef en talrijke onderJl °pwachting blj den len gestuurd. Zoo deden ikten hadden firma's, met welke d" °.ok verschei- deS>atig in verbinding staat S"mfT reg zijn ambt. Ult hoofde vanegenen, die niet persoonlijk Men zijn, feliciteerden den heer „wezig koP°rafisch. Somers tCOP deze wijze is dit jubileum t0Ch niet on0pgernerk' voorbijgegaan. Tubby, de joviale kok van de Dennenheu velhoeve was uit zijn humeur. Om te beginnen was het koud en zag het er naar uit, dat het zou gaan sneeuwen. pjj de directie van de petroleum Maat- scRappy \>La Corona" te s Gravenhage is ternanuddag telegrafisch bericht ontvan gen van kaP'tein van het mot .rtanksrhip ceroma - waarin in den nacht van Zon_ daë °P,anda§ een ontploffing IS geschied dat hij Dinsdagavond in de Duins hoopte te srriveeren. Voorts deelde de kapitein nog nader mede, dat de „Leronia' een groot g8i heeft, in zij tank no. 4 en hij bevestigde, dat by de ont_, ploffing memand lichamelijk ietsei heeft be. komen- Z. K- H' Prins Bernhard woonde gisteren de vergadering van den Raad van State bij. Tuhhy ging eens lekker zitten smullen. Bovendien waren de cowboys van de Den nenheuvelhoeve, met inbegrip van de jeug dige, Engelsche eigenares Betty Wilson en haar Indiaansch vriendinnetje Lelie, in het heuvelland, aan den voet van een bergketen, gekampeerd. Het gezelschap bevond zich in een klein bosch, dat Betty aangekocht had om er hout te kappen, dat bestemd was voor winter- brandstof. De cowboys waren op dat oogenblik druk in de weer met het kappen, zagen en op laden van blokken hout en Tubby was knor rig omdat zij niet kwamen opdagen, niet tegenstaande hij het middageten al meer dan een uur klaar had. „Ik begrijp niet waar het met het Wilde Westen heen moet!" mopperde hij. „Cowboys worden houthakkers! In plaats van het vee e verzorgen hakken ze brandhout! Dat zou me enslotte allemaal nog niet zooveel kun nen schelen als ze maar op tijd kwamen eten. In ieder geval heb ik geen zin om nog lan- ger te wachten, ik begin vast!" De daad bij het woord voegende schepte Tubby zich een royale portie warm eten op een groot bor ging met zijn rug tegen een boomstronk zitten en begon op zyn gemak te smullerl- Al etende werd zijn humeur steeds beter en toen hij tenslotte zijn leege bord wegge zet had leunde hij behagelijk tegen den boomstronk. thuis zijn loopen we al aardig naar Kerst- De gedachte aan het Kerstfeest deed de tevredenheid van den dikken kok nog toe nemen en het duurde niet lang of hij dutte rustig in. Intusschen hadden de hardwerkende cow boys hun ochtendtaak beëindigd en even later kwamen zij, door paarden getrokken karren volgeladen met blokken hout met zich meevoerend, het kamp binnen. t „Neen maar", merkte een der jon gens zachtjes op, „kijk nu eens naar onzen braven Tubby! Het arme schaap is zoo doodop van zijn werk, dat hij op zijn post in slaap is gevallen!" „We zullen hem een poets bakken!" glimlachte een der cowboys. „We moeten deze blokken hout toch op stapelen om ze te laten drogen en daarom zullen we ze om hem heen stapelen!" De jongens begonnen de stukken hout van den wagen te laden en droegen de langwerpige, platte stuk ken naar de plaats waar Tubby zat te slapen, waarna zij deze in den vorm van een ruwe kooi rond hem opstapelden. Zij begonnen met er aan eiken kant één naast hem te leggen. Vervolgens legden zij er een vóór en een achter hem, dwars over de ondersten. Op die wijze bouwden zij vlug een stevigen en hoogen stapel blokken hout, die er precies uit zag als een kooi, waarin de dikke Tubby rustig zat te snurken. Even later ver scheen Betty Wil son, de jeugdige eigenares van de hoeve en haar In diaansch vrien dinnetje Lelie op het tooneel. „Wat is hier aan de hand?" riep Betty uit toen zij haar cow boys proestend van het lachen bij den stapel hout zag staan. Toen zag zij, dat aan een der zijden van den stapel een stuk papier bevestigd was waarop te lezen stond: „Stil! Geen leven maken alsjeblieft! Maak het slapende monster niet wakker! Het is gevaarlijk als het ontwaakt!" Betty verwijderde zich glimlachend. Zij bemerkte, dat Tubby reeds gegeten had en zij vond het heelemaal niet erg, dat hij er na het eten een poosje zijn gemak van nam. „Kom laat hem met rust!" verzocht zij. „Gaan jullie zelf nu ook maar gauw eten want er is nog 'n heeleboel te doen. Als het eenigszins mogelijk is moeten we probeeren vandaag klaar te komen." De jongens tastten onmiddellijk flink toe want het harde werken in de fris- sche buitenlucht had hen hongerig gemaakt. Na het eten bleven zij nog een poosje zitten praten doch reeds spoedig gaf Tonny Tring het sein om weer aan De jongens stapelden hout rond Tubby op. het werk te gaan. „Laten we dien slaapkop eerst wakker „Eigenaardig", zei hij bij zichzelf, „ik voel me nu lang zoo koud en onbehagelijk niet meer! Het is hier in het kamp eigenlijk nog zoo kwaad niet ook al is het wat laat in het jaar. Als we met ons hout eenmaal weer maken!" fluisterde Tom Tully tegen den jeugdigen voorman van de hoeve. „Ik ben nieuwsgier'S wat voor 'n gezicht hij zal op zetten als hij ziet, dat hij als een vogeltje in een kooitje zit opgesloten!" Een der cowboys liep naar den stapel hout en bootste het geluid van een brullenden beer na. Tubby sprong verschrikt overeind. „Een beer! Een beer! riep hij ontsteld. „Iko! Sprakeloos van verbazing bemerkte hij de stevige barricade van hout waardoor hij geheel ingesloten was. „Gaat dat zien! Gaat dat zien! riep Tom Tully als een rasechte spullebaas. „Wij toonen U hier een buitengewoon zeldzaam wild dier. Vooruit jongens, een eindje achteruit daar! Het voe deren van het dier is niet geoorloofd! Voorzichtig daar! Als je zijn ooren aanraakt bijt hij!" Deze woorden werden met een uit bundig gejuich begroet en deden Tubby zijn stem terugvinden. „Wat moet dat beteekenen?" riep hij woedend. „Noemen jullie dat een grap? Kom, help me er uit! Ik moet den heelen boel nog afwasschen en het fornuis aanmaken voor het avond eten. Kom, doen jullie nu niet zoo kinderachtig en laat me er uit!" „Kom, kom, houd je kalm!" schertste Tom. „Maak niet zoo'n spektakel. Ik geloof, dat we hem beter in de kooi kunnen laten, wat zeggen jullie jongens? Als we hem er uit lieten kon hij wel eens gevaarlijk worden! Hoort hem maar eens brullen van woede. Kijkt hoe hij staat te dansen en let op." Tom zweeg en draaide zich snel om. In het kamp hoorde men plot seling een woe dend gebrul en op het zelfde oogenblik zag het troepje lachende cowboys een ko lossalen bruinen beer op zich af komen. „Allemachtig!" riep Tom, die zich haastig achter den dichtst bijzijnden boom in veilig heid stelde. „Ga er van door!" riep Betty dringend. „Loop naar den wagen waarin de geweren bewaard worden." Tubby keek nieuwsgierig door de tralies van zijn kooi en toen hij den grooten beer ontwaarde begon hij te beven. „O, o!" riep hij angstig, „laat me er uit! Toa jongens, geef me een kans om weg te komen! O, o!" De beer kwam steeds dichterbij en bereikte de plaats waar Tubby ge vangen zat. Blijkbaar echter zag hij het menschelijk wezen niet, dat binnen in den stapei hout gevangen zat. Hij liep om den stapel heen en sukkelde achter de cowboys aan, die waren weggehold om hun geweren te halen. Plotseling helderde het gelaat van Tubby op en grinnikte hij. Vervolgens begon hij luidkeels te lachen. „Ha, ha, ha!" schaterde hij. „Het is heuschom je dood te lachen! Ik ben hier volkomen veilig! Zelfs die groote beer kan me hier in mijn kooi niet bereiken. Vooruit beer jaag ze op! Laat ze loopen!" Nadat hij diep adem gehaald had begon hij opnieuw luidkeels te lachten. „Gaat dat zien! Gaat dat zien! Gaat dat zien!" riep hij hardop. „Kijk hoe de bruine beer de onverschrokken dappere cowboys op de vlucht jaagt! Let op hun doodsangst. Ziet hoe alleen Tubby volkomen op zijn gemak is! Ha, ha, ha! Ho ho. ho!" Het was dan ook inderdaad grappig! De cowboys, die zich eerst zoo vroolijk gemaakt hadden, waren absoluut niet meer in de stemming om te lachen. Ze hadden het een gezellige mop gevon- Stil a. u. b. Maak het slapende monster niet wakker! Het is gevaarlijk als het ont tyaakt. Hé, laat met er uit!" riep Tubby nijdig. De beer sukkelde achter de cowboys aan. den om Tubby op te sluiten enthans was hij de eenige in het heele kamp, die niets van den onwelkomen beer te duchten had. De beer bleek een schrander dier te zijn. Hij dacht er niet aan om de cowboys lang achterna te loopen doch begaf zich naar Tubby's keukenwagen waar hij begon rond te snuffelen en zich meester wist te maken van een grooten pot jam! Vervolgens slenterde hij naar den stapel hout, die door de cowboys als een kooi voor Tubby gebouwd was. Het dier ging op den grond zitten, leunde met zijn breeden rug tegen de houtblokken en begon zich met een tevreden gebaar te goed te doen aan de ge stolen lekkernij. Met het geweer in de hand kwamen de cowboys naderbij. Zij durfden echter niet te schieten om dat ze bang waren Tubby te zullen raken. Wel namen zij den dikken kok graag in het ootje doch zij zouden hem voor geen geld van de wereld pijn willen doen! Tubby bleef maar staan grinniken. Hij vond dat hij nog nooit zoo iets grappigs meegemaakt had. Hij wist dat hij in den houtstapel volkomen veilig was. De beer kon met geen mogelijkheid bij hem komen. „Eigenlijk moet ik hen dankbaar zijn!" grinnikte hij. „Het is erg attent van de jon gens om zoo'n keurige schuilplaats voor me te bouwen, ik kan heusch niet anders zeg gen! En kijk dien beer toch eens! Hij stopt ninklijke Familie. Vervolgens besprak Z. Exc. meer in het bijzonder de jongste Kamerrede van den minister van Buitenlandsche Zaken, mr. Van Kleffens, en bracht daarbij speciaal een vijftal punten naar voren niet het minst 'tot geruststelling van hen, die de vrees zou den koesteren, dat Nederland in den oorlog zou kunnen worden betrokken. Tenslotte vroeg hij financieele hulp voor het Algemeen Steun-comité, dat in Neder land weder in het leven is geroepen. De gezant hoopte de Nederlandsche kolonie nog dikwijls in deze nieuwe woning de zesde welke het gezantschap in den loop der jaren in Rome betrok te kunnen mo gen ontvangen. Na deze rede werd spontaan het Wilhelmus aangeheven. Het Tweede-Kamerlid de heer Bajetto heelt de volgende vragen gesteld aan den minister van defensie 1. Is het waar, dat dezer dagen in een persbijeenkomst, waartoe de uitnoodiging was uitgegaan van den Chef van den Marine staf, mededeelingen zijn gedaan over de Ko ninklijke Marine, welke niet anders be schouwd kunnen worden dan-als een propa ganda voor het z.g. slagkruisersplan 2. Indien de voorgaande vraag in beves tigenden zin moet worden beantwoord, heeft de minister dan aanleiding gevonden te over wegen of het toelaatbaar moet worden ge acht, dat, hangende een over bedoeld vraag stuk door regeering en volksvertegenwoordi ging te nemen beslissing, aldus door een offi cieele, aan het gezag van de regeering onder worpen instantie, getracht wordt invloed te oefenen op de openbare meening Zoo ja, tot welke conclusie heeft deze overweging den minister geleid De centrale propaganda-commissie voor de weldadigheidspostzegels „Voor het Kind" heeft den Amsterdamschen kunstschilder S. L. Schwartz opdracht gegeven een affiche te ontwerpen voor deze postzegels. (Nadruk verboden). Zij durfden niet op het groote dier te schieten. zich gewoon vol met jam! Er blijft niets over voor de jongens! O, o, ik kan niet meer van het lachen!" Tubby liet zich languit op den grond val len en schudde van het lachen! (WORDT VERVCLGD) Het Tweede-Kamerlid de heer Van Sleen heeft aan den minister van Defensie de vql- gende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat door onderscheidene burgemeesters bij het bepalen van de kostwinnersvergoeding aan gemobi- liseerden, die vóór hun opkomst werkloozen- steun genoten, geen rekening wordt gehouden met het feit, dat de steunbedragen met 5 pet. zijn verhoogd, en zoo ja, wil de minister dan het noodige doen, opdat voor bedoelde gemo- biliseerden het vergoedingsbedrag van 17 De cember j.l. op het verhoogde peil worde ge bracht? 2. Bestaat er aanleiding voor de opvatting dat de mobiliSatie-vergoedingsbeschikking in onderscheidene deelen van ons land niet steeds op de juiste wijze wordt toegepast? 3. Is de departementale dienst voldoende ingericht op een vlotte behandeling van de ter zake inkomende verzoekschriften? 4. Is de minister bereid, een meer bevre digende uitvoering van voormelde beschik king te bevorderen door provinciale beroeps colleges in het leven te roepen? Sedert gistermiddag half een wordt te Maastricht het veertienjarig meisje Ivonne H. vermist. Zij heeft de ouderlijke woning met medeneming van eenige honderden gul dens in bankpapier, goud en zilvergeld ver laten. Het signalement van het meisje luidt lang 1,65 m., bleek, ovaal gezicht, blond, kroezend haar; slank postuur. Gekleed in rood-bruine mantel, waarvan de zakken met leer zijn afgezet, rood-bruine jurk met pof mouwtjes of marine-blauwe schooljurk, lichte beige kousen, lage bruine schoenen, blootshoofds of een bruin alpino mutsje op he+ «oofd. Zij heeft een rijwiel van Belgisch model meegenomen. De mogelijkheid, dat zij in Noordelijke richting is vertrokken, wordt niet uitgeslo- ter geacht. Nader vernemen we nog, dat de fiets van het verdwenen meisje is teruggevonden in de rijwielbewaarplaats der Ned. Spoorwegen, zoodat men vermoedt, dat zij per trein Maas tricht heeft verlaten. Het bedrag dat zij bij zich heeft beloopt een som van 450. Omtrent de beweegredenen van haar ver dwijning tast men in het duister. Wel is zij erg avontuurlijk aangelegd en wilde zij graag op eigen beenen staan.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 1