Q HET DRIETAL VOERT EEN ECHTEN OORLOG EEN VERIJDELDE EXECUTIE 0 0 DE PRESIDENT EN HET VARKEN. DINSDAG 12 MAART 1940 PRINS BERNHARD. AUTOBOTSING. MOTORRIJTUIGEN VAN NEDER- LANDERS MET BUITENLANDSCH DOMICILIE. DE HANZE IN HET BISDOM HAARLEM, ZESTIG JAAR GETROUWD. EEN HONDERDJARIGE. JONGEN VERDRONKEN. VAL MET DOODELDK GEVOLG. VLIEGVELD VAN SEMARANG GEOPEND. INSTELLING LEENINGFONDS. De toepassing der voorgestelde regeling. ARBEID IN WASSCHERIJEN EN STRIJKINRICHTINGEN. fietsrijder door auto GEGREPEN. VISSCHERIJ-VOORSCHRIFTEN. DR. COLIJN. LEON SENF TACHTIG JAAR. L.T.B. KRING BLOEMBOLLENSTREEK bevloeiingswerken ltp celebes. NIEUWE TEXTIELFABRIEK. urm: Gistermorgen heeft Z.K.H. Prins Bernhard tijdens het bezoek aan gedeelten van het Zuidfront van de vesting Holland, o.a. de gemeente Klundert bezocht. Na in het renaissance-stijl gebouwde raad huis, dat uit het jaar 1621 dateert en door Prins Maurits aan de burgerij van Klundert werd geschonken, te hebben bezichtigd, zette de Prins zijn tocht naar Willemstad voort. Drie gewonden. Gisteravond om half zeven zijn op den Lemmerweg tusschen Jellesloot en Welle- brug onder de gemeente Doniawerstal de auto van den heer Van den B. uit Huizum en de auto van den heer B. uit Sneek met el kaar in botsing gekomen. De auto van den heer Van den B. vervoerde de familie Sch uit Huizum, t.w. twee dames twee heeren en een kind. Vermoedelijk is de auto van den heer B., die uit de richting Lemmer kwam, bij het passeeren geslipt, waardoor de wagen kan telde. De andere wagen reed daarop tegen een boom. Drie van de inzittenden werden gewond, een dame kreeg een bekkenfrac tuur. De overige kregen minder ernstig letsel. Alle gewonden werden naar het zieken huis te Sneek overgebracht. Beide wagens werden zwaar gehavend. Het komt den laatsten tijd herhaaldelijk voor dat Nederlanders, die hun domicilie in het buitenland hebben, doch bij het uitbre ken van den oorlog in Nederlandschen mi litairen dienst zijn opgeroepen, gedurende hun verblijf hier te lande een motorrijtuig aanschaffen. Dit geschiedt veelal met de be doeling, gedurende de verlofdagen hun gezin of familie in het buitenland te gaan be zoeken. De A.N.W.B. vestigt er de aandacht op, dat dit in de meeste gevallen groote moeilijk heden met zich meebrengt. Meestal hebben de belanghebbenden nog een domicilie in het buitenland, met het gevolg, dat zij geen ge bruik mogen maken van een in Nederland afgegeven grensdocument voor dat land. Om teleurstelling te voorkomen raadt de A.N.W.B. hun, die in deze omstandigheden verkeeren aan, zich met een van de verkeers- bonden in verbinding te stellen voordat zij tot aankoop van een motorrijtuig overgaan Overleg met de verkeersbonden, hoe deze aangelegenheid in elk bijzonder geval het best te regelen is, kan veel moeite en kosten voorkomen. Vrijdag j.l. kwam het hoofdbestuur van den bond van R.K. Middenstandsvereenigin- gen in het bisdom Haarlem in vergadering bijeen. Na de goedkeuring van het maand en financieel verslag, en na het geestelijk kwartiertje van den geestelijk adviseur wer den achtereenvolgens de volgende punten behandeld: nogmaals de inundatie en de middenstand; resultaat over de gevoerde be sprekingen met de federatie tot verbetering van de wolhandel; bedevaart naar Heiloo op Zondag 23 Juni a.s.; actie uitbreiding leden tal; herstelwerkzaamheden nieuw bondsge- bouw; de R.K. bloemisten en de standsorga nisatie; de schadevergoeding inzake de vor dering van dekens door militairen; de borg stellingsfondsen in verband met oester- en mosselvisschers. Na de behandeling der vele ingekomen stukken werd de bijeenkomst gesloten. De heer en mevrouw H. Gesterman Camphuis, te Apeldoorn, hebben Maandag onder veel belangstelling hun 60-jarige echtvereeniging gevierd. De bruidegom, die oud-referendaris van het ministerie van financiën is, is 88 jaar, de bruid 85 jaar. Bei den genieten nog een goede gezondheid. Bur gemeester jhr. dr. C. G. C. Quarles van Ufford en mevrouw hebben het bruidspaar persoonlijk geluk gewenscht. Te Weert hoopt mevrouw de weduwe J. E. Boersvan den Bosch op 26 Maart a.s. haar honderdsten verjaardag te vieren. Zij werd geboren te Vierlingsbeek en is sedert jaren in pension in het St. Jans Gast huis te Weert. Te Witteveen is gisteravond de zeventien jarige schoenmakersleerjongen Z. Fokkema uit Exloo met zijn fiets te water gerèden en verdronken. De jongen was naar eenige klanten ge weest. Toen hij om negen uur niet bij zijn pa troon was teruggekeerd, stelde men een on derzoek in. Het kanaal werd afgedregd en om elf uur vond men het lijk en de fiets, vlak bij de boerderij van den landbouwer Super, waar de jongen was geweest. Hij is ver moedelijk van het bruggetje voor de boerderij te water gereden. De 82-jarige landbouwer G. Bouten was gisteren in het gehucht Boekend te Ble- rick op een ladder bezigheden aan het ver richten. Hij viel van de ladder, kwam op een deur van een kippenren terecht en was ap slag dood. SEMARANG, 12 Maart (Aneta) Het nieuwe vliegveld van Semarang, Kali Banteng, is vanmorgen geopend" onder zeer groote belangstelling van autoriteiten en de burgerij. Hierbij waren aanwezig twee radio auto's van de militaire luchtvaartafdeeling van Andir, 18 Glenn-Martins, 9 Koolhovens, 3 Lockheeds, 3 Bucker Jungmanns en 1 Miles Hawk. Na een inleidend woord van het hoofd van den provincialen waterstaatsdienst, ir. J. Adriaanse, verklaarde de gouverneur van Midden-Java het vliegveld voor geopend. Hierna werden nog toespraken gehouden door den burgemeester van Semarang jhr. ir. F. E. C. Everts, majoor Versteegh van de K. N.I.L.M. en den voorzitter van de vliegclub Semarang mr. F. van Houten. Oordeel der Eerste Kamer. Volgens het voorloopig verslag der Eerste Kamer over het wetsontwerp tot instelling van een leeningfonds verklaarden verschei dene leden, in beginsel zich er mede te kun nen vereenigen. Wel waren deze leden van meening, dat bij toepassing van de voorge stelde regeling scherp onderscheid zal moe ten worden gemaakt tusschen de extra-uit gaven, veroorzaakt door de mobilisatie, en de gewone uitgaven voor de weermacht. Eenige leden zouden gaarne vernemen, of inderdaad, gelijk zij meenden, de gang van zaken, dat betreft het brengen van de hier bedoelde buitengewone uitgaven, het bud getjaar 1940 rakende, op de begrooting van het fonds, zal zijn als volgt: 1. Eerst worden de uitgaven gedekt door tiet verleenen van een buitengewoon krediet ter verhooging o.a. van den kapitaaldienst van hoofdstuk VIII der Rijksbegrooting 1940, op dezelfde wijze als is geschied ten aanzien van 1939 door verhooging van het buitenge woon krediet voor 1935 van 100 millioen met nogmaals 100 millioen, mede strek kende tot dekking van de buitengewone uit gaven van 1939. Een wetsontwerp tot aan vrage van zulk een buitengewoon crediet voor 1940 zal, is deze gedachtengang juist, derhalve eerlang kunnen worden tegemoet gezien. 2. Daarna worden die uitgaven, na te zijn verevend door de algemeene Rekenkamer waarbij de vraag mag worden gesteld, of dit nog in den loop van 1940 zal geschieden, bij suppletoire begrooting voor het lee ningfonds voor het jaar 1940 naar dit fonds overgebracht. De Staten-Generaal zullen zoo doende pas in den loop van 1940, vermoede lijk pas in 1941, kunnen beslissen, welke uit gaven voor zulk eene overbrenging in aan merking komen. 3. Bij de sub 2 bedoelde suppletoire be grooting zal tevens worden voorgesteld, de daarbij genoemde en gespecificeerde uitga ven te doen dekken door toekomstige mo- bilisatieleeningen. Is, zoo spraken de hier aan het woord zijn de leden, de tevoren gegeven schets juist, dan was bij hen de vraag gerezen, of bij de sub 3 bedoelde suppletoire begrooting tevens zullen worden aangewezen de heffingen, waaruit de rentedienst dier mobilisatie- leeningen zal worden gedekt. Is dit niet het geval, dan zouden dezen leden gaarne ver nemen, wanneer zulks dan zal geschieden, ook echter, indien dit wel het geval is, komt huns inziens de aanwijzing van deze heffingen wel zeer laat na het doen van de uitgaven, die thans reeds dagelijks ten be drage van circa 1.7 millioen worden ge daan. De leden, hier aan het woord, keur den zulks af. Zij achtten het in het belang van het bedrijfsleven en van de particulie ren, dat deze zoo SDoedig mogelijk hunne bedrijven, resp. hunne particuliere uitgaven zouden kunnen voegen naar de nieuwe of verzwaarde heffingen. Zij betreurden, dat bij den hierboven ge- schetsten gang van zaken de instelling van het leeningfonds niet mede zal kunnen strek ken tot het geven van een beter inzicht om trent den druk, welken de buitengewone uit gaven voor de Nederlandsche volkshuishou ding medebrengen. Veel beter hadden zij het daarom geacht, indien de buitengewone uit gaven naar haar geschat bedrag voor een ge heel jaar bij suppletoire begrooting op de normale rijksbegrooting werden gebracht en daarbij tevens de middelen tot dekking wer den aangewezen. Mochten onverwacht de buitengewone omstandigheden nog in den loop van 1940 ophouden te bestaan, dan zou bij nadere suppletoire begrooting eene dien overeenkomstige verlaging van de gevoteer de buitengewone uitgaven en van de toege stane heffingen tot dekking kunnen worden voorgesteld. Dit zou, naar de meening van de hier aan het woord zijnde leden, aan het financieel regeeringsbeleid en aan de con trole daarop van de zijde van de Staten-Ge neraal ten goede komen. Zooals de zaak thans is geregeld, gaat, zoo meenden deze leden, het bedrijfsleven onge stoord zijnen gang, zich onbewust, welke las ten het bedreigen. De Minister van Sociale Zaken heeft aan hoofden of bestuurders van wasscherijen en strijkinrichtingen in alle gemeenten des Rijks vergund, dat gedurende de tijdvakken van 26 tot en met 30 Maart 1940, van 29 April tot en met 4 Mei 1940 en van 14 tot en met 18 Mei 1940 in hun onderneming door de aldaar werkzame arbeiders in afwijking van het bepaalde in de artikelen 23 en 24 der Arbeidswet 1919 onder bepaalde voor waarden arbeid wordt verricht als volgt: Op 26, 27, 28 en 29 Maart, 29 en 30 April, 1, 3, 14, 15, 16 en 17 Mei 1940 gedurende ten hoogste 9% uur per dag en op de Zaterdagen 30 Maart, 4 Mei en 18 Mei 1940 gedurende ten hoogste 6% uur per dag. Zwaar gewond opgenomen. Gisteravond te kwart over 7 reed de heer v. d. H. uit Zaandam met een vrachtauto op den Rijksweg Amsterdam—Amersfoort. Even voor de Karnemelksloot onder Naar- den zag hij, hoe een man plotseling van het rijwielpad kwam en vlak voor de auto over stak. Remmen noch uitwijken konden een aanrijding voorkomen. De man werd tegen den grond geslingerd en moest met zware inwendige kneuzingen in deerniswekkenden toestand naar de Gerardus Majella-stichting te Bussum worden overgebracht. Het slacht offer is de 25-jarige S. uit Diemen. Met afwijking van bestaande voorschriften is het volgende bepaald aangaande verschil lende visscherijen: De weervisschers zijn tot 15 April 1940 slechts verplicht voor elk dagtij dat zij de weer niet bevisschen, de fuik te verwijderen en de horde in het fuikgat ten minste 50 cM. op te schorten. Toegestaan wordt tot 15 April te visschen met wulkenvischtuigen anders dan op een in uitsluitend gebruik gegeven plaats; tot 15 April, wulken, gevangen, anders dan op een in uitsluitend gebruik gegeven plaats te be houden. Het is toegestaan tot 1 April de wulkenvis- scherij uit te oefenen en tot dien datum wul ken bij zich te hebben of in een vaartuig, bun of kaar voorhanden te hebben. SUMNER WELLES IN LONDEN. Na zijn bezoeken aan Mussolini, Hitler en Daladier, is mr. Sumner Welles Zondag j.l. in Londen aangekomen. Bij zijn aankomst op het vliegveld Heston icaren sir Alexan der Cadogan en gezant Kennedy, teg begroeting aanwezig. De gesloten tijd voor het visschen in de Zuid-Hollandsche stroomen met het spiering- drijfnet de vischzegen, den hengel, 't schut- want met een maaswijdte kleiner dan 88 m.M. en wargarens met een maaswijdte klei ner dan 75 m.M. in 1940 zal ingaan 21 April. Aan visschers, die in het bezit zijn van een daartoe strekkende vergunning van het districtshoofd en hun medevisschers wordt toegestaan in het tijdvak van 16 t/m 30 Maart 1940 in de in die vergunning te noemen wa teren en daarbij nader te stellen voorwaar den met een vischzegen te visschen. Met afwijking van het voorgeschrevene in het eerste lid van artikel 7a van het bijzon der visscherij reglement voor de afgesloten Zuiderzee is bepaald, dat het in het belang van de uitoefening van de visscherij, behou dens het bepaalde in de volgende leden van genoemd artikel in 1940 verboden zal zijn te visschen met eenig vischtuig van 1 April tot'31 Mei. Un. Press seint uit Londen d.d. 11 dezer; Naar wij vernemen komt dr. Colijn, naar verwacht wordt. Dinsdag per vliegtuig uit Parijs naar Londen. Volgens kringen komt hij in zijn functie van presi dent van de bondscommissie voor sociale problemen en heeft zijn bezoek geen poli tieke strekking. Zondag heeft de bekende kunstschilder Leon Senf te Schoórl zijn tachtigsten ver jaardag gevierd. Leon Senf is meer dan vijftig jaar artistiek leider geweest van het atelier der konink lijke Delftsche aardewerkfabriek „De porce- leyne fles", te Delft. Bey.alve het decoreeren van Delftsch blauw, w.o. vele jubileum- en jaarborden, vervaardigde hij veel bouw- aardewerk, o.a. voor het vredespaleis, het ge bouw van de steenkolenhandelsvereeniging te Rotterdam, den schouwburg te Haarlem en het depr'tement van koloniën. Ook als lithograaf en etser heeft hij bekendheid ver- worven. Onder leiding van den heer Th. F. van Rijn, te Lisse, kwam de Kring Bloembollen streek in ,,De Nachtegaal" te Lisse bijeen. In zijn openingswoord wierp de voorzitter een terugblik op hetgeen de vroegere R. K- patroonsvereeniging gedaan had, terwijl hij speciaal dank bracht aan Prof. Cleophas om het begrijpen van de belangen en vooral de mentaliteit van de bollenkweekers.. Spreker wees nog op de vruchtbare samenwerking, die tusschen de organisaties in het bloem bollenvak bestaat, doch sprak er zijn leed wezen over uit, dat met een organisatie die samenwerking slechts facultatief is. Tot voorzitter van den Kring werd daar na met algemeene stemmen gekozen de heer j W. A. Lefeber, Lisse, die de leiding over nam. De kring-contributie werd bepaald op 50 cent per lid. Bij de behandeling der voorstellen van de diverse af deelingen kwam de nood in de bol lenstreek sterk tot uiting. Critiek werd uitgeoefend op het dralen van de regeering met haar beslissing om trent de teelt op het opengekomen land. Naar aanleiding van een voorstel Voorhout om te besluiten geen medewerking te ver leenen tot eventueele verdere inkrimpplan- nen ontstond een langdurige discussie, waar uit duidelijk bleek, dat men niets van ver dere inkrimp wilde weten. De heer B Machielse, leeraar aan de R. K. Tuinbouwschool te Beverwijk hield daarna een inleiding over: „Wat te telen op het vrij gekomen bollenland?" Spr. ried aan, aandacht te wijden aan maïs, late aardappelen en andere landbouwgewas sen, daar extensieve teelt van tuinbouwge- wassen veel moeilijkheden en teleurstellin gen zou brengen. BANDOENG, 11 Maart. (Aneta.) Naar Aneta verneemt zullen in April a.s. de Sadang-werken op Celebes worden ge opend. Hierdoor wordt een gedeeltelijke be vloeiing van droge gronden bij Sidenreng mogelijk. Naar Aneta verneemt zal eind van deze maand de textielfabriek van de Algemeene textiel mij. te Oedjoeng Broeng worden ge opend. DRIE ZONDER VREES Peggy Corrigan glimlachte opgewekt, en nogmaals dankte haar erkentelijke vader de vrienden. Dezen hielpen hem vervolgens Pandello, den bandiet, te binden, en in den wagen te deponeeren. „Ik rijd regelrecht met hem naar de naaste stad, jongens", glimlachte Corrigan, terwijl hij en zijn dochter den bok bestegen. „Ik zou die maar erbij nemen, baas", zei Wild, hem de zweep en den revolver ter hand stellend. „Je zult ze misschien wel meer noodig hebben dan wij. Ik en mijn makkers leiden een rustig leven, weetje!" En den Corrigans vaarwel toewuivend, wendde het Onvervaarde Driespan den teugel en reed het steile bergpad af, terug naar de Avontuur. „Het komt mij voor dat het als oorlog klinkt", zeide Wild West, terwijl hij neer- blikte in het dal." Het was vroeg in den morgen, en het On vervaarde Drietal was door den bergpas ge komen, welke voerde naar den kleinen staat van San Jezil. Onder de toenemende kracht van de tro pische zon trokken de nevelen op, en van den kant der bergen hoorde men het geknet ter van geweervuur, en nu en dan het ge donder van een veldkanon. „Er bestaat geen twijfel aan", zeide Alan Fane. „De Jezilianen vechten tegen het volk van Pesaro, zooals gewoonlijk. Dat beteekent dat c'grens gesloten zal zijn, en nu zullen wij waarschijnlijk voor wie weet hoe lang in dat snertlandje opgehouden worden!" „Wel, wel, wel!" zeide Bendigo, de joviale zwarte reus. „Is dat nou niet al te erg ben nen?" Zijn dikke lippen waren in een joviale grijns uitgestrekt van het eene oor tot het andere, en hij begon het bergpad af te dalen met de dubbele snelheid van die, waarmee ij gereisd hadden. „Hei, waarom maak je zoo'n haast, jij groote kokosnoot kop?" riep Wild uit. „Jij niet gezegd hebben daar beneden oor log gevoerd worden?" vroeg Bendigde. „Nou 't zou toch jammer zijn als overwe gen voor wij beneden in dal gekomen ben nen, vind je niet Met de snelheid, waarmee Bendigo zich voortbewoog, bereikten zij weldra den voet van den berg. Op den weg haalden zij afzonderlijke troe- oencolonnes is. die zich alle terugspoedden naar de grens, en nu en dan bolderde een door paarden getrokken kanon voorbij. Niemand schonk eenige aandacht aan de drie vrienden, en niet vóór zij een dorp be reikten. eenige mijlen achter de grens, wer den z!' aangehouden. Een dichte menigte versperde de smalle straat, en een ieder rek te den hals uit om iets te zien van wat vóór- tan gebeurde. Bendigo baande zich een doorweg, en Alan en Wild volgden. Zij zagen een gelid met ge weren gewaoende soldaten, en een dikke norsche officier stond naast hen met een ontblooten degen in de hand. Eerst begreep Alan niet wat zij uitvoeren, want zij stonden tegenover een blinden muur. Maar daar werd een deur aan het uit einde van den muur geopend, en drie man- nen kwamen naar buiten. Toen de menigte hen zag, liet zij een norsch en nijdig gegrom hooren. Twee der mannen waren zware kerels in het uniform van gevangeniscipiers, tusschen hen in schreed, met op den rug gebonden handen, een kleine man met zeer bleek ge laat, verschrikte oogen en een grooten knevel. De twee cipiers duwden hem naar het midden van den blinden muur. tegenover het peleton, en één hunner haalde een zwarten doek uit zijn zak. De kleine man keek er naar; vervolgens richtte hij zich recht over eind, en schudde het hoofd. Alans hart was koud in zijn lichaam gewor den toen hij besefte wat voor vreeselijk ding hij bijwoonde. Toen de kleine man zich recht verhief, en weigerde zijn eind met geblind doekte oogen in te gaan, had Alan de vuis- Bendigo wierp den emmer var kensvoer recht in de gezichten van den officier en diens mannen ten gebald, en hij had een snellen blik ge wisseld met zijn makkers. Dezen hadden hem begrepen. Wild West strekte zijn langen arm uit, en nam een grooten sappigen sinaasappel uit den mand van een straatventer, die in de menigte be kneld geraakt was. „Vuurpeloton geweren af!" comman deerde de officier. En de geweren werden aangelegd. „Ik heb nooit van die schurkachtige Jezi lianen gehouden!" teemde Wild West on- neutraal. „Peloton leg aan blafte de officier. En hij begon zijn degen omhoog te heffen om het laatste teeken dat van: vuur!te geven. Wild West trof precies doel met elk vuur wapen, van een pistool tot een houwitser, en ook met een sappigen sinaasappel wist hij raak te keilen. Zijn lange arm ging omhoog en weer om laag, de sinaasappel suisde over de opgehe ven geweren, en kletste met een luid „whop!" met zulk een kracht tegen het ge laat van den officier, dat deze wankelde, zijn degen liet vallen, en ging zitten. De geweren wabbelden onzeker toen de soldaten de hoofden omwendden om te zien wat er met hun officier gebeurd was. Op dit oogenblik viel Bendigo met zulk een belege- ringsram-achtige kracht op den vleugelman aan, dat het heele gelid omviel: één warboel van geweren en soldaten. Alan sprong op den kleinen gevangene toe. Een der cipiers de eenige Jeziliaan, die niet geheel verbijsterd was van verrassing slaakte een kreet en sprong naar voren, terwijl hij een revolver uit zijn gordel rukte. Uit alle macht stootte Alan zijn vuist in het gelaat van den kerel; vervolgens snelde hij toe op den verbouwereerden kleinen man, en sneed met zijn mes de koorden door, waarmee diens polsen vastgebonden waren. „Ren!" schreeuwde hij. „Loop voor je leven!" Maar er was niets, waarheen geloopen kon worden. De straat was, aan weerszijden van het vuurpeloton, versperd door toornige kij kers. De officier sputterde bevelen en wreef sinaasappel marmelade uit zijn oogen. Het peloton poogde zichzelf te ontwarren. De kleine gevangene stond verbaasd en hulpe loos erbij. Maar nu was Wild West aan Alans zijde. „Snel.... den muur op!" hijgde Alan. En Wild slingerde zichzelf met gemak boven op den muur, waartegen de ter dood veroor deelde gestaan had om zijn einde tegemoet te gaan. Hij zette zich schrijlings neer. Alan greep den veroordeelde en hief hem omhoog naar Wild, die hem naar zich optrok. Bendigo en Alan volgden, en terwijl zij zich aan den anderen kant van den muur lieten afzakken, flitste een kleine hagelbui van ge weerkogels erover heen. Aan den anderen kant van den muur was een binnenplein, waarop een £f0^ervaar_ was varkens te voeren. toen de Driespan en de kleine gevan ene en c e hagel van geweerkogels over den muur kwa men buitelen en fluiten, zette de oude man de twee emmers varkensvoer neer er, ging aan den haal. Hij was geen oogenblik te vroeg. Een se conde, nadat hij uit het gezicht verdwenen was, verscheen het marmeladige gezicht van den officier boven den muur uit, gevolgd door vijf of zes soldaten, elk met een geladen geweer. Nadruk verboden) „Schiet!" bulderde de officier.' „Schiet ze doodallemaal!" „Het zeker jammer bennen al die varkens voer weg te gooien waar zooveel varkens bennen pruttelde Bendigo economisch. Hij nam een emmer op, en wierp den in houd recht in de gezichten van den officier en diens mannen, en Wild deponeerde, met een blijden strijdkreet, den kleinen man op den grond, en wierp den inhoud van den anderen emmer naar den vijand. „Ervan door, idioten!" brulde Alan, die wist dat zijn twee luchthartige makkers hier zouden blijven staan gooien met varkensvoer, terwijl hun vijanden het binnenplein omsin gelden. Alan pakte den kleinen man bij den kraag, en trok hem mee het binnenplein over naai de poort. Wild, die niet gemerkt had dat de kleine man verdwenen was, greep een klein, jankend voorwerp, en h'dde achter Alan aan. Bendigo volgde, brullend van het lachen. „Dat niet de kleine dago bennen, dat een van de varkens bennen die jij beetgepakt hebben!" schreeuwde hij. De poort van de binnenplaats gaf toegang tot het dorpsplein, en daar viel veel te veel voor dan dat Wild zich erom bekommeren kon of hij een varken dan wel een gevangene onder zijn arm hield. Het heele dorp was in rep en roer, en iedereen zocht naar de drie vreemdelingen, die de terechtstelling tegengehouden hadden. Toen deze zichtbaar werden, ging er een gehuil van verbolgenheid en zegepraal op, en soldaten en burgers drongen van alle kan ten op hen aan. Op dit oogenblik kwam een door paarden getrokken stuk veldgeschut met vóórwagen met groote snelheid aangereden. De menigte stoof uiteen voor de galoppeerende paarden, maar dezen hielden hun vaart reeds in, en dit kwam het Onversaagde Driespan goed van pas. Bendigo sprong op den vóórwagen en wierp het lid open. „Hierin met hem!" hijgde hij, en met zijn geweldige hand reikte hij naar Alan, van dezen den kleinen dago over, en s op hem in den wagen. w „Hier, als je blieft!" schreeuwde Wild West, die nog altijd dacht dat hij den gevangene in zijn armen hield. Met een schaterlach greep Bendigo de kreunende big en stopte dit er eveneens in. Het lid klapte dicht, en het kanonspan ver volede ziin weg met een ruk, zoodat Wild nog maar juist op den loop van het kanon kon klimmen. He jeziliaansche officier bereed niet langer het voorste rechterpaard van de bespanning. Hij zat op den grond en keek verbaasd naar den jongen Engelschman, die hem uit het za del gestooten, en zijn plaats ingenomen had. Op het kanon en den vóórwagen werd slag geleverd tusschen Wild en Bendigo eenerzijds en de bedieningsmanschappen anderzijds. Heel lang duurde het gevecht niet; één voor één tuimelden de dagos op den weg, en het paardenspan met zijn kletterend kanon, raas de het dorp uit. Vóór hen strekte zich open land uit tot aan de rivier, welke de grens vormde tusschen San Jezil en den staat Pesaro. „Ik hoop alleen maar dat ze de brug niet opgeblazen hebben," mompelde Alan Fane, terwijl hij zich over den nek van zijn paard boog. (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 4