NAAR EEN KLOOSTER VOOR
ZUSTERS AUGUSTIJNEN.
DINSDAG 26 MAART 1940
TOCH EEN VIERDAAGSCHE?
ension
Lr luiksche TENTOONSTELLING
HET gebed TN den raad.
PATER PETERS IN ACTIE
Heeft zoo'n stichting
waarde.
kon worden.
Kan oom Kees me even met
een karwei helpen
Miss Pepper kan ik een dag
vacantie van U krijgen om een
groote wasch te -
doen, ik wil n.l.
i heel netjes op de
rodeo verschijnen. j 7-li
Vandaag niet Lem,
hij heeft vrij om
z'n groote wasch
te doen.
oom
r^g mijnheer Tuttle, U komt zeker naar
die stieren kijken die oom Kees U zou
laten zien. Die heeft nu een vrijen dag
om z'n groote wasch te doen, maar ik
ga wel even met U mee.
Oh miss Pepper mag oom Kees ons leeren
paardrijden r
miss reppor kan oom
even komen helpen
Vandaag heeft
oom Kees vrij af
gekregen.
Dat zal vandaag
met gaan, hij is aan
z'n groote wasch
bezig.
Daar heb je a' zoo'n
schreeuwleelijk.
Die stieren kunnen nex.
gevaarlijk worden.
tt'fi
Als ook Kees die groote
i wasch niet had was
er niets gebeurd. V
Ik maak een iizer heet voor
oom Kees om hem te helpen
z'n sokken te strijken....
oom
Belgische onderscheidingen voor
Nederlanders.
Naar aanleiding vari de in 1939 gehouden
internationale watertentoonstelling te Luik
zijn verschillende onderscheidingen verleend
aan vertegenwoordigers der buitenlandsche
inzenders, o.a. zijn de volgende drie Neder
landers onderscheiden: ir. J. P. van Vlissin-
Een, directeur-generaal van den rijkswater
staat, benoemd tot groot-officier in de Kroon
orde; de heer H. A. Hooft, voorzitter van het
uitvoerend comité voor de Nederlandsche
deelneming aan de tentoonstelling, benoemd
groot-officier 'n de orde van Leopold II
enmr. H. van Romburgh, handelsraad der
Nederlandsche legatie in België, onder-voor
zitter van het uitvoerend com té voor de
Nederlandsche deelneming, benoemd tot
groot-officier in de Kroonorde.
ffrf"*. -1939, King Features Syndicate, Inc., World rights reserved.
ders van Gods rechtmatige verbolgenheid.
Joris Karei Huysmans, de Fransche Con-
ventus, heeft ze zoo prachtig-raak genoemd
„les paratonnerres de Dieu", de bliksem
afleiders van Gods gramschap over deze
wereld.
Zoo'n bliksemafleider wil Pater Peters nu
gaan oprichten. Helpt hem
De jonge vrouwen staan al vol verlangen
gereed om het offer van haar leven te
brengen. Maar zij hebben nog geen tehuis,
geen dak
Spreekt eens met Pater Peters, en het
komt in orde. Wie wil een cel bouwen, een
jonge vrouw het intreden mogelijk maken,
een enkel steentje bijdragen.
Ik denk aan zooveel buitenplaatsen, die
leeg staan; aan heerenhuizen, die onbe
woond blijven. Ze worden meer en meer
geaccepteerd voor sociale doeleinden, kin
dertehuizen, vacantiekolonies, sanatoria.
Waarom ook niet voor dit geweldige
werk?
Pater Peters heeft nog geen geld, maar
wel een giro 380543.
P. H. H.
alles, om ons bijtijds te dekken, behalve met
gebed, dat wij nog het meeste noodig hebben.
Contemplatieve kloosters zijn de voorraad
schuren van gebed, die wij niet kunnen mis
sen, willen wij niet van honger omkomen.
Zij zijn de electrische centrales voor ons
geestelijk leven.
Deze contemplatieve kloosters zijn een
behoefte voor onzen tijd, de eenige redding
nog uit onzen nood. Maurice Brillant zegt
't zoo geweldig „deze wereld, die omhuld
wordt door de dichte, zwarte, roetachtige,
verstikkende en verpestende wolkenpakken
van het kwaad, die haar langzaam, diep en
zeker vergiftigen als een oorlogsgas. Ja, de
ze damp grijpt u om zoo te zeggen stoffelijk
bij de keel.
De wereld zou al lang verloren zijn in
haar liederlijkheid, begraven in haar egoïs
me, haar wreedheid, haar lafheid, haar ge
weld, verstikt in haar kinderachtigen trots,
weggezonken in het drijfzand van haar
jj dele wanen en haar taaie onwetendheid,
vernietigd in het meer van sulfur, zooals de
zondige stedenwanneer daar niet de
tien rechtvaardigen waren voor Sodoma.
En zij zijn met meer dan tien
Lezer, gij weet nu waar gij ze vinden
kunt deze tien rechtvaardigen, deze verbid-
De gemeenteraad van Boxtel heeft afwij
zend beschikt 0p het verzoek van „Brabantia
Nostra de vergatjerjngen te openen en te
Sluiten met gebed.
die zich wijden aan het contemplatieve of
beschouwend leven.
Ook op dit gebied hebben de Augustijnen
een roemrijke traditie.
In den loop der eeuwen mogen zij wijzen
op een imponeerende rij van Zaligen en Hei
ligen voorgekomen uit deze beschouwende
Tweede Orde. 't Was de H. Augustinus zelf
die reeds naast zijn monniken ook de vrou
wen groepeerde in het slotleven. Hij zelf
stond zoozeer op de contemplatie, dat hij
schreef dat alleen de „necessitas caritatis",
de zielzorg, de priesters onder zijn monni
ken voor een tijd uit de contemplatie mocht
wegtrekken.
In de 13de en 14de eeuw kwamen reeds de
groote mystieken naar voren als Rita van
Cassia en Clara van Montefalco. Rita van
Cassia, die door een doorn uit het doornen
kroon van haar kruisbeeld werd verwond en
tot haar dood die wonde in haar voorhoofd
droeg. Rita met het bekende wonder van de
roos, die midden in den barren winter mira
culeus stond te bloeien in den kloostertuin.
Christus liet haar die bloem brengen als
een opbeuring in haar lijden. Ter herinne
ring hieraan wijden de Paters Augustijnen
ieder jaar op haar feest 22 Mei nog rozen,
waardoor vooral voor zieken de meest frap
pante genezingen en gebedsverhooringen
worden verkregen.
En dan Clara van Montefalco, de merk
waardige mystieke, juist als de heilige Rita
nu nog geheel gaaf en onbedorven, zij heeft
het groote wonder ervaren, dat na haar ster
ven in haar hart werd gevonden een vol
maakt gevormd crucifix met Christus, en er
om heen alle folterwerktuigen, die in het
lijdensverhaal voorkomen.
Ook dit is nog volkomen gaaf gebleven en
in Montefalco te zien.
En naast deze twee grooten noemen w:j
dan nog Veronica a Binasco, Catharina van
Pallantia, Josepha Maria a Sancta Agnete.
Magdalena Albricia, Limbania, Lucia Ame-
rina.
Waarom nu een contemplatief of beschou
wend kloosterleven van de zusters Augusti-
ninessen in ons eigen land
Het is de overtuiging aller eeuwen van
christelijk denken, dat alle Apostolaat dat
actief naar buiten gaat, gedragen moet wor
den door het Apostolaat van gebed en boete.
Ik heb dezer dagen weer bezoek gehad,
niet van een missionaris uit Afrika, niet
van een pastoor, die weer een kerk moet
bouwen, niet van een legeraalmoezenier, die
tobt over een militair tehuis, dat ergens in
Nederland nog niet bestaat, maar dezen keer
van een zeer bekend en gevierd volkspre
dikant.
Een man van het woord, en zeker niet de
eerste de beste, maar die nu ook het ideaal
koestert eens de daad te stellen, waarvoor
men respect moet hebben.
Laat ik u voorstellen pater Eusebius Pe
ters, Augustijn.
Hij wil zijn jonge schouders zetten onder
een grootsch plan, het stichten hier te lande
van een contemplatief klooster van Zusters
van de Tweede Orde der Augustijnen.
Of dit hard noodig is hebben wij hier
te lande nog geen kloosters genoeg Ja,
dit is hard noodig, vooral in dezen zwaar
beproefden tijd. Wij gaan u dadelijk zeggen
waarom.
De Nederlandsche Provincie der paters
Augustijnen is sinds het eind der vorige
eeuw hier te lande in een verheugenden
bloei toegenomen. Vroeger hoorden wij en
kel van de paters Augustijnen te Amsterdam,
van het zoogenaamde „Rusland", waar Zon
dags zoo prachtig gezongen werd. Ook te
Utrecht hadden zij vanouds een goede repu
tatie; in Eindhoven kenden zij een eigen
college, een oud huis, nog zonder inter
naat. Thans bedienen de paters Augustijnen
talrijke parochies, mogen zij wijzen op voor
treffelijke onderwijs-instituten, besturen zij
een eigen missie in Zuid-Amerika, en tellen
zij een uitgebreide actieve Derde Orde, die
zich ook aan socialie belangen wijdt. Maar
één schakel in deze keten van geestelijk
leven ontbrak nog, het herstel in Nederland
van een Tweede Orde, van kloosterzusters,
Na hun Paaschcommunie vereenigden Aalmoezenier en militairen zich „ergens in
Nederlandaan een gezamenlijk ontbijt, waar de inwendige mensch versterkt