I
Nijmegen in feest
stemming.
WEER OP EEN NIEUW AVONTUUR UIT
HET VLIEGENDE
MEISJE VAN SOMBRERO
MAANDAG 1 APRIL 194Ö
Liin Arnhem—Nijmegen
geëlectrificeerd.
Minister Albarda feliciteert gemeente
bestuur en burgerij.
PLEIDOOI TEGEN DEN EISCH VAN
INTREKKING VAN MONSTER
BOEKJES.
MOBILISATIE-CLUBS.
MEISJE DOOR AUTOBUS GEGREPEN.
Opperbevelhebber heeft bepalingen
vastgesteld.
DE AUTOSNELWEG
AMSTERDAM-UTRECHT
Spoed bij den aanleg.
AUTOBOTSING TE ALBLASSERDAM.
DIENST DER ZUIDERZEEWERKEN.
PfltfiifiG' .'i
rnimnmi'niiiDiiJi1
DE KOLONISATIE VAN POLITIEKE
VLUCHTELINGEN.
SCHIPPERSKNECHT verdronken.
De vroolijke voorjaarszon, waarop zoo ge
rekend was bij de feestelijke opening van
de geëlectrificeerde lijn NijmegenArnhem,
heeft ontbroken op het appèl.
De versiering kreeg daardoor niet de fees
telijke ontplooiing in een lichten wind en
zon, de vlaggen op den Burg. Schaeek
Mathonsingel, die door de verschillende om
liggende gemeenten geschonken waren in de
eigen kleuren en met de wapens erop ble
ven in den motregen slap hangen langs de
witte stokken.
Daar er in het stadhuis vanwege werk
zaamheden niet kon worden ontvangen, re
cipieerde het gemeentebestuur, na het bin
nenkomen van den eersten electrische trein,
in museum Belvoir.
Het welkomstwoord werd hier gesproken
door den burgemeester van Nijmegen den
heer J. A. H. Steinweg. De Nijmeegsche
stedemaagd, aldus spr., heeft zich in feest-
kleedij gestoken, zij wil heden op een van
haar hoogtijdagen aan stadgenoot en vreem
deling toonen, dat zij nog altijd jong en
levenskrachtig is. Deze bijeenkomst danken
we aan het feit, dat deze stad heden weer
een verjongingskuur ondergaat, ten gevolge
van de aansluiting aan het geëlectrificeerde
middennet der spoorwegen. Hoezeer dit feit
in Nijmegen op prijs wordt gesteld, is ge
bleken uit de feestelijke begroeting door de
burgerij-commissie. Vervolgens wendde de
burgemeester zich tot den minister en dank
te hem namens de directie der Spoorwegen,
de Kamer van Koophandel en Fabrieken en
het gemeentebestuur voor de bereidwillig
heid, waarmede hij gevolg had gegeven pan
de uitnoodiging om bij deze plechtigheid
tegenwoordig te zijn. De burgemeester dank
te ook de directie der Nederlandsche Spoor
wegen, die voltallig aanwezig was en den
burgemeester der gemeente Arnhem.
Minister Albarda spreekt.
In zijn antwoord zeide minister J. W. Al
barda o.m.: reeds voor de tweede maal in
dit jaar hebben vele Nederlanders hun oogen
op Nijmegen gericht. Ditmaal niet met be
zorgdheid, zooals in de barre wintersche we
ken, toen geweldige ijsmassa's de stad be
dreigden. Ditmaal is het met blijdschap, om
dat de wensch van de stad in vervulling gaat,
een wensch niet alleen van het stadsbestuur,
maar ook van de burgerij der gemeente.
In weinige steden van ons land zijn de
verlangens der ingezetenen zoo dikwijls en
zoo langdurig op den spoorweg gericht ge
weest als hier. Het heeft lang geduurd eer
Nijmegen een eerste spoorwegverbinding
kreeg. Volhardende actie van energieke man
nen is noodig geweest om het zoover te
brengen, dat Nijmegen in Augustus 1865
door een spoorweg met Kleef werd verbon
den. Pas in 1879 werd Nijmegen op het Ne-
derlandsch net aangesloten. De burgerij van
Nijmegen is na dit moeilijk verkregen resul
taat niet in zelfvoldaanheid ingeslapen. Op
nieuw is zij in actie gekomen, toen zij zag,
hoe, door invoering van de electrische tractie
cp het middennet de verbindingen werden
verbeterd. Vandaag viert zij feest omdat dat
doel bereikt is. Nijmegen en Arnhem, beide
schoon steden, gelegen aan onze mooie,
groote rivieren, zullen beide van deze ver
binding profijt hebben.
De minister wenschte vervolgens namens
de Regeering den burgemeester geluk mei
de voltooide electrificatie. Ook de directie
van de Ned. Spoorwegen wilde hij geluk
wenschen. Het kan voor haar een reden tot
groote vreugde zyn, dat vandaag hier blijkt,
welk een belangrijke plaats de spoorwegen
in de waardeering van het volk innemen. De
minister besloot met den wensch, dat de elec
trische spoorweg, die is geopend, moge be
antwoorden aan de verwachtingen, waarmee
men naar hem heeft verlangd. Dat hij moge
bijdragen tot de welvaart van Nijmegen en
van Gelderland en daarmede tot die van
geheel Nederland.
Hierna werden ververschingen aangebo
den. Daarna werd met bussen naar het
Oranjehotel gereden, waar een lunch door
de Kamer van Koophandel van het Land van
Maas en Waal aan de autoriteiten en de le
den van de Kamer werd aangeboden. Ver
scheidene sprekers voerden hier nog het
woord.
Om drie uur werd het Lunapark feestelijk
geopend en des avonds had in het Concert
gebouw „De Vereeniging" een groot bal
plaats tot sluiting van den feestdag. Nijme
gen zal vijf dagen in feesttooi blijven, ter
viering van deze heugelijke gebeurtenis.
ii.illllli
Een ergens gevonden
ouderwetsche koets
dient als schuilplaats
voor eenige Fransche
soldaten aan het
Westelijk front.
De raad voor de scheepvaart behandelde
Vrijdagmiddag het verzoek van een aantal
reederijen tot inhouding van de monster
boekjes van een veertiental schepelingen
wegens het naar de meening der reederijen
onrechtmatig doen eindigen van de arbeids
overeenkomst.
Een dezer zaken, de eerste die gistermid
dag door den raad voor de scheepvaart werd
behandeld, was aanleiding voor den secreta
ris van de vereeniging van scheepswerktuig-
kur.digen, den heer J.. F. van Muylwijk, tot
net houden van een ^principieel pleidooi in
zake de positie der ieelieden bij het sluiten
van een arbeidsovereenkomst.
De heer van Muylwijk zei o.a. dat de veel
vuldige verzoeken van reederijen tot in
trekking van monsterboekjes de aandacht
hebben getrokken zoowel van zeevarenden
als in kringen daar buiten. Reeds bij de
jongste wijziging van het wetboek van koop
handel hebben velen zich afgevraagd, of het
geen tijd was, een einde te maken aan de
uitzonderingspositie, waarin zeelieden ge
plaatst zijn. Men heeft de intrekking van het
monsterboekje gehandhaafd om een rem te
zetten op het wegloopen van schepelingen in
vreemde havens, waardoor schepen in groote
moeilijkheden kunnen komen.
Maar den laasten tijd maken de reeders er
op te schepen met allerlei verzoeken om
monsterboekjes in te trekken Dit kan nooit
de bedoeling van den wetgever zijn geweest.
Nog nooit heeft een reeder gebruik gemaakt
van de mogelijkheid door den rechter te
laten uitmaken of het dienstverband al of
niet onrechtmatig is geschied. Men dient
een klacht in bij den inspecteur-generaal
van de scheepvaart, deze geeft de klacht door
aan den raad voor de scheepvaart en de
n.ad is gebonden, spr zou bijna zeggen ge
doemd, om de al of niet rechtmatigheid te
onderzoeken.
Daarbij wil spr er op wijzen, dat voor
geen enkele groep werknemers een zoo uit
zonderlijk zware straf bestaat op het on
rechtmatig verbreken van het dienstverband
nl. de mogelijkheid om gedurende een
bepaalde periode zijn beroep niet uit te
oefenen. De reeders realiseeren zich blijk
baar niet, dat de intrekking van het mon
ster-boekje den t betrokkenen broodeloos
maakt.
Het kind aan de gevolgen overleden.
Zaterdagmiddag is te Siddeburen het vier
jarig meisje Jeannete H., toen zij van achter
een wagen plotseling den weg overstak, door
een autobus aangereden. Het kind werd met
ernstige verwondingen naar het academisch
ziekenhuis te Groningen overgebracht, waar
een sport van den raad voor de scheepvaart het Zondagmiddag is overleden.
De opperbevelhebber van Land en Zee
macht heeft, naar de Nieuwe Rott. Crt. meldt
een aantal regelen vastgesteld voor de ver-
eenigingen van of voor militairen (de z.g.
Mobilisatieclubs), die op'het volgende neer
komen:
Alvorens een vereeniging voor gemobili-
seerden, ten doel hebbende de geestelijke of
lichamelijke ontwikkeling van de gemobili-
seerden te bevorderen, wordt opgericht,
wordt het volgende vastgesteld'
Alvorens een vereeniging a's hierboven
bedoeld haar werkzaamheid zal kunnen aan
vangen, zal deze gebonden moeten worden
aan een reglement, dat de goedkeuring van
den erbij betrokken kantonnementscomman-
dant of daarmee'gelijk te stellen comman
dant zal moeten hebben verkregen, en dat
uiteraard een eenvoudig karakter zal kun
nen dragen. Haar in het reglement nauw
keurig te omschrijven doelstelling zal niet in
strijd mogen zijn met den inhoud van de
hieronder gestelde normen en voorwaarden:
Het lidmaatschap zal kunnen worden ge
bonden aan in het reglement vast te leggen
voorwaarden (heffing van een matige con
tributie enz.), welke voorwaarden nochtans
niet van politieken aard zullen mogen zijn.
Zoo zal het lidmaatschap niet afhankelijk
mogen worden gesteld van het lidmaatschap
van een bepaalde politieke partij, organisa
tie of lichaam.
Vereenigingen, die aan een centrale lei
ding zijn onderworpen, moeten dooi den mi
nister van Defensie of door den opperbevel
hebber zijn goedgekeurd. Het regit ment van
een dergelijke vereeniging zal door den mi
nister van Defensie of door den opperbevel
hebber ter kennis van de troeoencomman-
danten en van de garnizoens- en 1 antonne-
mentscommandanten worden gebracht en is
bindend voor de plaatselijke afdeel ingen.
Alvorens de vereeniging haar werkzaam
heden aanvangt, zal het reglement worden
aangeboden aan den erbij betrokken kanton-
nementscommandant, die er zich van over
tuigt, dat het overeenkomt met het door den
minister van Defensie of den opperbevelheb
ber goedgekeurde;
De vereeniging zal zich onthouden van
elke bemoeienis op politiek geb ed;
De vereeniging zal zich er van onthou
den critiek uit te oefenen op het beleid en
de maatregelen van regeering of van de
militaire overheid;
De vereeniging zal zich er van onthou
den eenige bemoeienis te hebben met de
indiening en behandeling vr.n klachten,
den militairen dienst betreffende
De door of vanwege de vereeniging te or-
ganiseeren cursussen of bijeenkomsten van
welken aard ook, zijn evenzeer toegankelijk
voor niet-leden van de vereeniging.
In localiteiten, waarin de vereeniging haar
bijeenkomsten van welken aard ook houdt,
mag geen lectuur aanwezig zijn, welke voor
militairen is verboden.
Alle bestuursleden zijn krijgstuchtelijk
verantwoordelijk voor alle handelingen, ge
schriften en publicaties van de vereeniging.
Het bestuur moet van alle, van de vereeni
ging uitgaande publicaties, alsmede van
circulaires aan de leden of aan anderen, een
exemplaar zenden aan den kantonnements-
commandant.
De bijeenkomsten en vergaderingen, als
mede de localiteiten in gebruik bij de ver
eeniging moeten te allen tijde toegankelijk
zijn voor den kantonnementscommandant of
diens vertegenwoordiger.
De vereeniging draagt er in verband hier
mede zorg voor, dat de kantonnements
commandant steeds tijdig op de hoogte is
van de plaats, het tijdstip en den aard van de
bijeenkomsten en vergaderingen, die van de
vereeniging uitgaan.
Zulks is rriede van toepassing op even-
tueele door de vereeniging opgerichte plaat
selijke af deelingen.
Met den aanleg van den autosnelweg
AmsterdamUtrecht wordt thans flinke
spoed gemaakt. Werd eenige weken geleden
het eerste gedeelte van de aardebaan aan
besteed, de volgende maand zullen niet
minder dan vier andere deelen volgen, nl.
op 9, 16, 23 en 30 April. Het betreft dan
allereerst het vak gelegen tusschen de Oude-
kerkerlaan en de Holendrecht nabij Abcoude,
ter lengte van ongeveer 4 K.M. en voorts
wegvakken in de gemeenten Oudenrijn en
Utrecht, tusschen den Vleutenscheweg en den
nieuwen Rijksweg naar Vianen, tusschen de
Holendrecht en de Winkel ten Westen van
Abcoude en tusschen Maarssen en den
spoorweg UtrechtGouda.
Twee inzittenden van personenauto
gewond.
Zaterdagmiddag is op den Rijksstraatweg,
onder Alblasserdam een ernstige autobot
sing gebeurd. Een personenauto, komende
uit de richting Sliedrecht, reed tegen een
vrachtauto op, welke uit een zijweg kwam
en geen voorrang verleende. De personen
auto sloeg, door de snelheid, waarmede werd
gereden, enkele malen over den kop en
werd deerlijk gehavend. Beide inzittenden,
een heer en een dame, afkomstig uit Dor
drecht, werden gewond. De dame is overge
bracht naar een ziekenhuis in Dordrecht, zij
had verschillende ernstige hoofdwonden en
glassneden opgeloopen. De heer werd bij
omwonenden binnengebracht.
De chauffeur van de vrachtauto kwam
met den schrik vrij. Zijn wagen werd van
voren ingedrukt.
DRIE ZONDER VREES
Afscheid ir. J. G. Schijthuis.
Zaterdag hebben de directie en het perso
neel van den dienst der Zuiderzeewerken
in verband met het vertrek van ir. J. G.
Schilthuis wegens zijn benoeming tot hoofd
ingenieur van den provincialen Waterstaat
van Groningen, op het bureel te 's Graven-
hage afscheid genomen van den scheidenden
functionaris.
Het hoofd van den dienst, ir. V. J. P. de
Blocq van Kuffeler, heeft in gevoelvolle
woorden uitvoerig het belangrijke werk, het
welk door ir. Schilthuis tijdens zijn meer
dan 20-jarige werkzaamheid bij den dienst
is tot stand gebracht, gememoreerd.
Het was hem een genoegen eveneens te
kunnen getuigen van de waardeering van de
regeering, blijkende uit de benoeming van
ir. J. G. Schilthuis tot officier in de Orde
van Oranje-Nassau.
Vervolgens getuigde ir. van der Bom van
de groote waardeering van het corps inge
nieurs voor de buitengewone vriendschappe
lijke samenwerking gedurende deze periode,
waarna de heeren Lanting en Niemann na
mens de middelbaar technici en het admini
stratieve personeel nog het woord voerden
en geschenken aanboden.
Maar dezen lieten zich op de knieën neer,
en gaapten met open monden en starende
oogen. x
Omhoog ging de Avontuur, veilig boven
hun hoofden. Eén oogenblik werd de draak
afgod schitterend verlicht door de landings-
lichten; daarna werd hij opgezwolgen door
de duisternis.
„Op een of anderen dag", zei Alan, ter
wijl hij koers zette naar het vasteland van
Azië, „op een of anderen dag komen wij
terug. Er was een massa dingen betreffende
Draken Eiland, waarvan ik wel het mijne
zou willen hebben".
„Nou, ik zal niet met jelui meegaan", zei-
de Sandy, terwijl hij. zich gemakkelijk op
zijn plaats neervlijde. „Dank je wel, ik heb
mijn bekomst van dat eiland. Schotland is
goed genoeg voor mij, en jelui kunt al jelui
draken gerust voor jezelf houden!"
Van de lucht uit gezien, maakte het kleine
Zuid-Amerikaansche stadje aan den rand
van het woestijngebied een vredigen indruk.
De witte huizen schenen te slapen in den
schitterenden zonneschijn, en de met ronde
keien geplaveide straten, die in de koele
schaduw lagen van de overhangende hoo
rnen, schenen geheel uitgestorven te zijn.
„Het is siesta tijd", zeide Alan Fane, ter
wijl hij de motoren der Avontuur afzette
en haar liet glijden. „De stad en al haar
bewoners slapen. Wij zijn op tijd, jongens!"
„Den hemel zij dank!" sprak Wild West.
„De gedachte, dat dat arme Amerikaansche
meisje verstrikt zou raken in een van die
dago-revoluties, kan ik niet uitstaan".
„Hilary Delano", prevelde Bendigo, die
achterin zat, droomerig. „Drommels, dat aar
dige naam bennen! Miss Hilary reuze-blij zal
bennen als wij komen aanzetten om haar
redden te doen".
De groote simpele nikker had een gevoe
lig hart, en het denkbeeld een jong meisje
uit nijpend gevaar te redden, trok hem ten
zeerste aan.
Den dag tevoren waren de vliegende Drie
geweest in een stad, op vierhonderd mijlen
afstands, en daar hadden zij een man ont
moet die oorzaak geweest was dat zij op dit
nieuwe avontuur uitgetrokken waren.
Deze man had hun verteld dat een heime
lijke revolutie dreigde te Sombrero, en dat
ieder oogenblik de kleine stad weergalmen
kon van revolver schoten, ontploffende
bommen, en het gegil van de doodelijk ver
schrikte inwoners.
Het eerste doel van de revolutionnaire par
tij was zich meester te maken van de pupil
van den president, Hilary Delano. Het meis
je zou voor een losprijs gevangen gehouden
worden, en de prijs zou bestaan uit het af
treden van den president, en de overhandi
ging van de regeering aan de revolutionnaire
partij.
Alan was niet zoo gebrand op deze onder
neming als de beide anderen.
„Stel je voor dat ze niet komen wil", zeide
hij, terwijl hij den eeridekker steil neerliet
boven het verlaten vliegveld. „Vrouwen
kunnen zoo eigenzinnig zijn, weet je".
„Dan wijzelf zullen haar moeten schaken,
zooals die heer zei", meende Bendigo vast
beraden. „Het voor haar eigen welzijn zal
bennen, dus niets hinderen zullen!"
De wielen raakten nu den grond, en de
slanke machine reed over het oneffen veld,
-A>
Nadruk
verboden)
Luistert, broederen, wij den president spreken willen', zeide Bendigo.
en maakte halt voor een bouwvallige, gam
mele loods.
Alan zette de motoren af en sprong uit
de machine. Na het voortdurende geronk
was de volmaakte stilte van het vliegveld
drukkend. Geen levend wezen scheen zich
te bewegen.
„Hei, aannemen!" brulde Bendigo. „Be
grijpen jelui niet dat jelui voorname bezoe
kers gekregen hebben?"
Zij schreden vanuit den schitterenden zon
neschijn in de koele loods. Daar stond, in
den hoek, een oude tweedekker, en op een
kist stond een slanke gestalte in een be
vlekt werkpak aan den motor te peuteren.
„Hei, mechanico!" riep Wild West. „Schei
uit met knoeien aan die oude sinaasappelen
kist, en kom mee om een karwei aan een
vliegmachine te verrichten!"
De in een overall gekleede gedaante wend
de den Vliegenden Drie het gelaat toe, en
zij schrokken alsof zij onhandig in aanra
king gekomen waren met een electrischen
draad waardoor een sterke stroom liep.
Want het was geen dagomecanicien het
was een meisje. Zij had krullend haar, en
blauwe oogen die zoozeer van verontwaardi
ging vlamden dat men zich eraan had kun
nen branden!
„Sinaasappelen kist, hè?" mompelde zij
zacht.
Tot groote opluchting der Vliegende Drie
staarde zij hen niet langer aan, en riep een
dikken mecanicien, die gapend uit een kan
toortje kwam aanschommelen.
„Alonzo", zeide zij, „wees zoo goed een
oogje op mijn machine te houden, zoolang
deze drie landloopers in de buurt zijn. Ik
wil niet dat zij gestolen wordt".
Met deze woorden verliet zij de loods, en
stapte in een auto die bij den weg stond.
Voor één der drie zijn stem terug vond,
raasde de auto in een stofwolk weg in de
richting der stad.
„Poeh!" hijgde Wild West, zich het voor
hoofd afwissend. „Ik ben blij dat het niet
deze jongedame fs, die wij ons voorgenomen
hebben te redden
Hij onderbrak zijn zin, want een vreese-
lijke gedachte kwam in hem op. Hij snelde
op den mecanicien toe, en greep hem bij
den arm.
„Hoe is de naam van die dame?" vroeg hij.
„Dat is senorita Delano", luidde het ant
woord. „De senorita is dol op vliegen. Heel
knap erin, heel danper! Deze vliegmachine
heeft zij juist van haar eigen spaargeld ge
kocht, en die is nu hoe noem je dat?
haar oorpeer!"
Haar oogappel, domkop!" verbeterde
Al'an hem. hemeltje! En wij hebben het
een sinaasappelen kist genoemd! Geen won
der dat zij woedend was!"
„Die revolutionnairen zouden hun verdien
de loon krijgen als wij haar maar door hen
lieten schaken", meende Wild. „Ik zou wilde
tijgeressen vangen!"
Maar het was Bendigo, die onder woor
den bracht wat zij allen werkelijk dachten.
„Dat jongedame niet geschaakt worden zal
door geen dago relovurevolusi
of hoe je dien menschen noemt! Wij geko
men bennen om op haar te passen, en niks
schelen kennen of ze het goed vindt of niet!"
Er stond een auto bij de loods. Het was
de wagen van Alonzo, en deze begon te pro
testeeren, toen de drie instegen.
„Wij zullen haar terug brengen, Alonzo!"
riep Alan hem toe. „Jij past op onzen één
dekker, en wij zullen op je car passen. Dat
is toch eerlijk!"
Alonzo's auto was een goede wagen, en
bracht hen naar Sombrero nog voor de door
Hilary Delano's auto opgeworpen stof tijd
gehad had te bezinken.
Zij zagen haar auto geparkeerd buiten een
groot wit gebouw aan één kant van Som
brero's ruimste plein. Alan bracht Alonzo's
wagen ernaast, en allen sprongen eruit.
Boven aan de breede treden, welke voer
den naar den ingang, stonden twee schild
wachten, met bajonetten op 't geweer.
Dreigend stapten zij op de drie toe, maar
terwijl zijn goedhartig zwart gezicht vrien
delijk straalde, legde Bendigo op den sc ou~
der van elk hunner een zijner reusachtige
handen, en trok hen in vriendschappelijke
omhelzing naar zich toe.
„Luistert, broeders!", zeide hij, „Wij den
presidento, den voogd van die jonge dame,
spreken willen!"
„De presidento is weg!", sputterde een deT
schildwachten, terwijl hij vruchteloos poogde
zich los te maken. „Niemand mag naar bin
nengaan!".
Alan en Wild West slipten langs de drie
mannen, en renden door den corridor. Alan
hoorde stemmen op een trap, welke aan het
eind van den corridor omhoog voerde; hij
greep Wild bij den arm, en trok hem mee in
een kamer, waarvan de deur openstond, en
die gelukkig leeg bleek te zijn.
Duidelijk hoorden zij de stem van Hilary
Delano, terwijl deze langzaam de trap af
daalde, pratend met een dago, die blijkbaar
een bezoeker was.
„Senor, de president is weg", zeide hij.
„Het is onmogelijk vergunning te verleenen
voor de exploitatie van dit petroleumveld,
alvorens hij teruggekeerd is. U weet zeer
goed dat hij alle nieuwe petroleumvelden
zien wil, alvorens hij vergunning voor de
exploitatie verleent".
„Maar senorita, tegen den tijd dat hij te
rugkeert, zullen anderen aanspraak gemaakt
hebben op dit kostbare bezit" wierp de man
tegen. „Als u maar zelf wilde meegaan om
te zien, dan zou u uw voogd kunnen schrij
ven en ons verzoek voorspreken. Denk eens
aan wat het voor hem beteekent indien zulk
kostbaar bezit in handen is van zijn zijn
verknochte volgelingen inplaats van die
genen, die op het verwekken van moeilijk
heden uit zijn!"
Het meisje bleef stilstaan. Zij scheen eens
goed na te denken. De twee vrienden die
door de reet van de deur keken, konden
haar duidelijk zien, evenals den man, die
zich bij haar bevond, en Alan geloofde niet
dat hij ooit een man gezien had, die op het
eerste gezicht zoozeer zijn wantrouwen had
gaande gemaakt.
Plotseling knikte het meisje met het hoofd.
„Goed dan, senor. Ik zal komen om uw
petroleumbron te zien. Ik zal vanavond in
mijn vliegmachine over de woestijn vlie
gen, en landen bij de boortorens."
Alan duwde de deur open en trad naar
buiten. Het meisje schrok even toen zij hem
herkende, en haar oogen keken norscher.
„Ga niet, juffrouw," zeide Alan. „Het is
een complot om u te schaken, ten einde dit
te beletten, zijn wij naar Sombrero geko
men, en.
Hij werd in de rede gevallen door den
dago.
„Senorita, weet u wie deze mannen zijn?'
riep hij uit, achteruit stappend, en iets
zijn zak toe trekkend. „Zij zijn desper3 os.
Laat hen onmiddellijk arresteeren, indien u
uw leven lief hebt!"
Deze tegenwoordigheid van geest van den
dago had de beoogde uitwer mg. ïlary De
lano was reeds ontstem op e twee bereis
de vreemdelingen. Het verwonderde haar
niet dat zij ervan beticht werden schavui
ten te zijn.
Toen Wild eensklaps toeschoot op den
dago, en dezen diens revolvers ontrukte,
dacht zij dat de vreemdelingen ook haar wil
den aanvallen.
Bliksemsnel vloog zij naar de werkkamer
van haar voogd en greep een revolver uit
een lade van den lessenaar.
„Ook dat nog!" hijgde Wild. „Zij heeft
een revolver, en zij zal ons doorzeven zonder
zich tweemaal te bedenken!"
Het was geheel tegen den aard der Vlie
gende Drie terug te trekken voor eenige
overmacht maar het toornige meisje
met den revolver was erger dan welk aantal
vijandelijke mannen ook.
Bovendien riep zij om de bedienden van
het huis, en mannen kwamen uit alle ric -
tingen toegesneld. Indien de Vliegende r'
Hilary Delano helpen wilden, dan moes
zij zich voor het oogenblik uit e
maken!
Alan sloop ongemerkt een achtertrap af. en
kwam buiten door een keukendeur; vervol
gens liep hü om het hu s heen naar den
voorkant. Hij was juist op orn zien hoe
Wild West zich van een balkon liet neer
vallen op het platform boven aan de tre
den
Bendigo stapte, met de twee geweren der
schildwachten onder zijn arm, op hem toe,
toen hij in de auto sprong.
Alan zette de machine aan. en de auto
reed snel het plein af, terwijl het in huls
oresidentshuis zoemde als in een omgevallen
bijenkorf.
naar het vliegveld, jongens,
Alan. „Wij moeten de lucht
„Terug
mompelde
weer in!"
amsterdamU
DIEmEkBRUG
ouderkerk
aan te
BESTEDEN
9 APRIL
abcoude
AAN TE
BESTEDEN
23 APRIL
nigtevegt
INKEl I
AANBESTEED* BAAMBRkKzGE
^ÉMSTEÖ™' '/^«sioot
"HILVERSUM
loenen;
NIEUWERSLUIS
BREUKELEN»
ONTWORPEN WEG,
BESTAANDE WEG
ANOERE WEGEN IN
AANUG Of ONTWO#P6f
2 «U
MAARSSENl
.Zuilen
AAN TE
BESTEDEN
30 APRIL
AAN TE
«STEDEN I
16 APRIl
DE BILT
UTRECHT
De aardebaan zal worden bestemd voor
twee door een middenberm van elkanftëf
gescheiden rijbanen en heeft zonder de
parallelwegen een gemiddelde breedte van
28 M.
Het werk zal moeten zijn voltooid, van het
eerstgenoemde wegvak 450 dagen, van het
tweede 280 dagen, van het derde 400 dagen
en van het vierde 450 dagen na den datum
van aanvang.
(Wordt vervolgd)
Biedt Suriname een mogelijkheid
Naar aanleiding van het bezoek van den
heer Paul van Zeeland aan ons lant* en de
groote rol, welke de heer Van Zeelan speelt
in de organisatie der kolonisatie van politieke
vluchtelingen, heeft een vers. aggever van
het A. N. p. zich gewend tot den heer D.
Wolf president van de International refugee
colonisation society te Den Haag.
Desgevraa£ deelde de heer Wolf mede,
dat hij een langdurig onderhoud betreffende
de internationale oplossing van de problemen
der politieke uitgewekenen met den heer Van
Zeeland heeft gevoerd, doch dat hij, geheel
conform de gedragslijn, welke de heer Van
Zeeland zich heeft voorgeschreven, geen
nadere inlichtingen kon verstrekken.
Op de vraag, of de kolonisatie van Suri
name nog ter sprake is gekomen, antwoordde
de heer Wolf, dat het vraagstuk van de
kolonisatie-mogelijkheid van Suriname ook
door den heer Van Zeeland en zijn vrienden
met groote belangstelling wordt gevolgd.
Men is verlangend den inhoud te leeren
kennen van het rapport van de commissie-
Swellengrebel, die door de International
refugee colonisation society voor onderzoek
naar Suriname werd gezonden. Er is gejonde
hoop, dat een kolonisatiepoging in Suriname,
welke naar alle waarschijnlijkheid weldra
zal worden ondernomen, met s echts zal
kunnen rekenen op de belangstelling doch
ook op de financieel© en moreele hulp van
de organisaties, met welke de heer Van
Zeeland in z°° nauwe relatle staat.
Gevraagd naar de conclusie van genoemd
rapport, antwoordde de heer Wolf, dat be
kend is, dat prof, Swellengrebel en de heer
Vink een zeer grondig wetenschappelijk
onderzoek hebben ingesteld en dat uit hun
rapport zal blijken, dat zij voorstellen door
een proefkolonisatie de mogelijkheden nader
te laten vaststellen. De voorstellen, waartoe
de commissie komt, hebben dan ook betrek
king op deze proefkolonisatie, waarbij even
wel onder de gunstigste voorwaarden zal
moeten worden gewerkt. Dat zal mogelijk
zijn, als de regeering, de internationale orga
nisaties en de vrienden der stichting tezamen
willen werken, om een ernstige poging t.e
doen, dit vraagstuk tot oplossing te brengen.
Na drie maanden zijn lijk gevonden.
In December van het vorig jaar is te Wil
lemstad een schippersknecht verdronken. Tot
op heden vond men het lijk niet. Deze week
waren werklieden aan de bovensluis bezig
met herstelwerken, die verricht werden,
aangezien het hooge water dezen winter
veel schade heeft aangericht. Tusschen het
houtwerk ontdekte men een lichaam, dat in
verren staat van ontbinding verkeerde.
Uit de klecding en verdere gegevens bleek,
dat dit het lichaam was van den in Decem
ber verdronken schippersknecht.