I Nijmegen in feest stemming. WEER OP EEN NIEUW AVONTUUR UIT HET VLIEGENDE MEISJE VAN SOMBRERO MAANDAG 1 APRIL 194Ö Liin Arnhem—Nijmegen geëlectrificeerd. Minister Albarda feliciteert gemeente bestuur en burgerij. PLEIDOOI TEGEN DEN EISCH VAN INTREKKING VAN MONSTER BOEKJES. MOBILISATIE-CLUBS. MEISJE DOOR AUTOBUS GEGREPEN. Opperbevelhebber heeft bepalingen vastgesteld. DE AUTOSNELWEG AMSTERDAM-UTRECHT Spoed bij den aanleg. AUTOBOTSING TE ALBLASSERDAM. DIENST DER ZUIDERZEEWERKEN. PfltfiifiG' .'i rnimnmi'niiiDiiJi1 DE KOLONISATIE VAN POLITIEKE VLUCHTELINGEN. SCHIPPERSKNECHT verdronken. De vroolijke voorjaarszon, waarop zoo ge rekend was bij de feestelijke opening van de geëlectrificeerde lijn NijmegenArnhem, heeft ontbroken op het appèl. De versiering kreeg daardoor niet de fees telijke ontplooiing in een lichten wind en zon, de vlaggen op den Burg. Schaeek Mathonsingel, die door de verschillende om liggende gemeenten geschonken waren in de eigen kleuren en met de wapens erop ble ven in den motregen slap hangen langs de witte stokken. Daar er in het stadhuis vanwege werk zaamheden niet kon worden ontvangen, re cipieerde het gemeentebestuur, na het bin nenkomen van den eersten electrische trein, in museum Belvoir. Het welkomstwoord werd hier gesproken door den burgemeester van Nijmegen den heer J. A. H. Steinweg. De Nijmeegsche stedemaagd, aldus spr., heeft zich in feest- kleedij gestoken, zij wil heden op een van haar hoogtijdagen aan stadgenoot en vreem deling toonen, dat zij nog altijd jong en levenskrachtig is. Deze bijeenkomst danken we aan het feit, dat deze stad heden weer een verjongingskuur ondergaat, ten gevolge van de aansluiting aan het geëlectrificeerde middennet der spoorwegen. Hoezeer dit feit in Nijmegen op prijs wordt gesteld, is ge bleken uit de feestelijke begroeting door de burgerij-commissie. Vervolgens wendde de burgemeester zich tot den minister en dank te hem namens de directie der Spoorwegen, de Kamer van Koophandel en Fabrieken en het gemeentebestuur voor de bereidwillig heid, waarmede hij gevolg had gegeven pan de uitnoodiging om bij deze plechtigheid tegenwoordig te zijn. De burgemeester dank te ook de directie der Nederlandsche Spoor wegen, die voltallig aanwezig was en den burgemeester der gemeente Arnhem. Minister Albarda spreekt. In zijn antwoord zeide minister J. W. Al barda o.m.: reeds voor de tweede maal in dit jaar hebben vele Nederlanders hun oogen op Nijmegen gericht. Ditmaal niet met be zorgdheid, zooals in de barre wintersche we ken, toen geweldige ijsmassa's de stad be dreigden. Ditmaal is het met blijdschap, om dat de wensch van de stad in vervulling gaat, een wensch niet alleen van het stadsbestuur, maar ook van de burgerij der gemeente. In weinige steden van ons land zijn de verlangens der ingezetenen zoo dikwijls en zoo langdurig op den spoorweg gericht ge weest als hier. Het heeft lang geduurd eer Nijmegen een eerste spoorwegverbinding kreeg. Volhardende actie van energieke man nen is noodig geweest om het zoover te brengen, dat Nijmegen in Augustus 1865 door een spoorweg met Kleef werd verbon den. Pas in 1879 werd Nijmegen op het Ne- derlandsch net aangesloten. De burgerij van Nijmegen is na dit moeilijk verkregen resul taat niet in zelfvoldaanheid ingeslapen. Op nieuw is zij in actie gekomen, toen zij zag, hoe, door invoering van de electrische tractie cp het middennet de verbindingen werden verbeterd. Vandaag viert zij feest omdat dat doel bereikt is. Nijmegen en Arnhem, beide schoon steden, gelegen aan onze mooie, groote rivieren, zullen beide van deze ver binding profijt hebben. De minister wenschte vervolgens namens de Regeering den burgemeester geluk mei de voltooide electrificatie. Ook de directie van de Ned. Spoorwegen wilde hij geluk wenschen. Het kan voor haar een reden tot groote vreugde zyn, dat vandaag hier blijkt, welk een belangrijke plaats de spoorwegen in de waardeering van het volk innemen. De minister besloot met den wensch, dat de elec trische spoorweg, die is geopend, moge be antwoorden aan de verwachtingen, waarmee men naar hem heeft verlangd. Dat hij moge bijdragen tot de welvaart van Nijmegen en van Gelderland en daarmede tot die van geheel Nederland. Hierna werden ververschingen aangebo den. Daarna werd met bussen naar het Oranjehotel gereden, waar een lunch door de Kamer van Koophandel van het Land van Maas en Waal aan de autoriteiten en de le den van de Kamer werd aangeboden. Ver scheidene sprekers voerden hier nog het woord. Om drie uur werd het Lunapark feestelijk geopend en des avonds had in het Concert gebouw „De Vereeniging" een groot bal plaats tot sluiting van den feestdag. Nijme gen zal vijf dagen in feesttooi blijven, ter viering van deze heugelijke gebeurtenis. ii.illllli Een ergens gevonden ouderwetsche koets dient als schuilplaats voor eenige Fransche soldaten aan het Westelijk front. De raad voor de scheepvaart behandelde Vrijdagmiddag het verzoek van een aantal reederijen tot inhouding van de monster boekjes van een veertiental schepelingen wegens het naar de meening der reederijen onrechtmatig doen eindigen van de arbeids overeenkomst. Een dezer zaken, de eerste die gistermid dag door den raad voor de scheepvaart werd behandeld, was aanleiding voor den secreta ris van de vereeniging van scheepswerktuig- kur.digen, den heer J.. F. van Muylwijk, tot net houden van een ^principieel pleidooi in zake de positie der ieelieden bij het sluiten van een arbeidsovereenkomst. De heer van Muylwijk zei o.a. dat de veel vuldige verzoeken van reederijen tot in trekking van monsterboekjes de aandacht hebben getrokken zoowel van zeevarenden als in kringen daar buiten. Reeds bij de jongste wijziging van het wetboek van koop handel hebben velen zich afgevraagd, of het geen tijd was, een einde te maken aan de uitzonderingspositie, waarin zeelieden ge plaatst zijn. Men heeft de intrekking van het monsterboekje gehandhaafd om een rem te zetten op het wegloopen van schepelingen in vreemde havens, waardoor schepen in groote moeilijkheden kunnen komen. Maar den laasten tijd maken de reeders er op te schepen met allerlei verzoeken om monsterboekjes in te trekken Dit kan nooit de bedoeling van den wetgever zijn geweest. Nog nooit heeft een reeder gebruik gemaakt van de mogelijkheid door den rechter te laten uitmaken of het dienstverband al of niet onrechtmatig is geschied. Men dient een klacht in bij den inspecteur-generaal van de scheepvaart, deze geeft de klacht door aan den raad voor de scheepvaart en de n.ad is gebonden, spr zou bijna zeggen ge doemd, om de al of niet rechtmatigheid te onderzoeken. Daarbij wil spr er op wijzen, dat voor geen enkele groep werknemers een zoo uit zonderlijk zware straf bestaat op het on rechtmatig verbreken van het dienstverband nl. de mogelijkheid om gedurende een bepaalde periode zijn beroep niet uit te oefenen. De reeders realiseeren zich blijk baar niet, dat de intrekking van het mon ster-boekje den t betrokkenen broodeloos maakt. Het kind aan de gevolgen overleden. Zaterdagmiddag is te Siddeburen het vier jarig meisje Jeannete H., toen zij van achter een wagen plotseling den weg overstak, door een autobus aangereden. Het kind werd met ernstige verwondingen naar het academisch ziekenhuis te Groningen overgebracht, waar een sport van den raad voor de scheepvaart het Zondagmiddag is overleden. De opperbevelhebber van Land en Zee macht heeft, naar de Nieuwe Rott. Crt. meldt een aantal regelen vastgesteld voor de ver- eenigingen van of voor militairen (de z.g. Mobilisatieclubs), die op'het volgende neer komen: Alvorens een vereeniging voor gemobili- seerden, ten doel hebbende de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van de gemobili- seerden te bevorderen, wordt opgericht, wordt het volgende vastgesteld' Alvorens een vereeniging a's hierboven bedoeld haar werkzaamheid zal kunnen aan vangen, zal deze gebonden moeten worden aan een reglement, dat de goedkeuring van den erbij betrokken kantonnementscomman- dant of daarmee'gelijk te stellen comman dant zal moeten hebben verkregen, en dat uiteraard een eenvoudig karakter zal kun nen dragen. Haar in het reglement nauw keurig te omschrijven doelstelling zal niet in strijd mogen zijn met den inhoud van de hieronder gestelde normen en voorwaarden: Het lidmaatschap zal kunnen worden ge bonden aan in het reglement vast te leggen voorwaarden (heffing van een matige con tributie enz.), welke voorwaarden nochtans niet van politieken aard zullen mogen zijn. Zoo zal het lidmaatschap niet afhankelijk mogen worden gesteld van het lidmaatschap van een bepaalde politieke partij, organisa tie of lichaam. Vereenigingen, die aan een centrale lei ding zijn onderworpen, moeten dooi den mi nister van Defensie of door den opperbevel hebber zijn goedgekeurd. Het regit ment van een dergelijke vereeniging zal door den mi nister van Defensie of door den opperbevel hebber ter kennis van de troeoencomman- danten en van de garnizoens- en 1 antonne- mentscommandanten worden gebracht en is bindend voor de plaatselijke afdeel ingen. Alvorens de vereeniging haar werkzaam heden aanvangt, zal het reglement worden aangeboden aan den erbij betrokken kanton- nementscommandant, die er zich van over tuigt, dat het overeenkomt met het door den minister van Defensie of den opperbevelheb ber goedgekeurde; De vereeniging zal zich onthouden van elke bemoeienis op politiek geb ed; De vereeniging zal zich er van onthou den critiek uit te oefenen op het beleid en de maatregelen van regeering of van de militaire overheid; De vereeniging zal zich er van onthou den eenige bemoeienis te hebben met de indiening en behandeling vr.n klachten, den militairen dienst betreffende De door of vanwege de vereeniging te or- ganiseeren cursussen of bijeenkomsten van welken aard ook, zijn evenzeer toegankelijk voor niet-leden van de vereeniging. In localiteiten, waarin de vereeniging haar bijeenkomsten van welken aard ook houdt, mag geen lectuur aanwezig zijn, welke voor militairen is verboden. Alle bestuursleden zijn krijgstuchtelijk verantwoordelijk voor alle handelingen, ge schriften en publicaties van de vereeniging. Het bestuur moet van alle, van de vereeni ging uitgaande publicaties, alsmede van circulaires aan de leden of aan anderen, een exemplaar zenden aan den kantonnements- commandant. De bijeenkomsten en vergaderingen, als mede de localiteiten in gebruik bij de ver eeniging moeten te allen tijde toegankelijk zijn voor den kantonnementscommandant of diens vertegenwoordiger. De vereeniging draagt er in verband hier mede zorg voor, dat de kantonnements commandant steeds tijdig op de hoogte is van de plaats, het tijdstip en den aard van de bijeenkomsten en vergaderingen, die van de vereeniging uitgaan. Zulks is rriede van toepassing op even- tueele door de vereeniging opgerichte plaat selijke af deelingen. Met den aanleg van den autosnelweg AmsterdamUtrecht wordt thans flinke spoed gemaakt. Werd eenige weken geleden het eerste gedeelte van de aardebaan aan besteed, de volgende maand zullen niet minder dan vier andere deelen volgen, nl. op 9, 16, 23 en 30 April. Het betreft dan allereerst het vak gelegen tusschen de Oude- kerkerlaan en de Holendrecht nabij Abcoude, ter lengte van ongeveer 4 K.M. en voorts wegvakken in de gemeenten Oudenrijn en Utrecht, tusschen den Vleutenscheweg en den nieuwen Rijksweg naar Vianen, tusschen de Holendrecht en de Winkel ten Westen van Abcoude en tusschen Maarssen en den spoorweg UtrechtGouda. Twee inzittenden van personenauto gewond. Zaterdagmiddag is op den Rijksstraatweg, onder Alblasserdam een ernstige autobot sing gebeurd. Een personenauto, komende uit de richting Sliedrecht, reed tegen een vrachtauto op, welke uit een zijweg kwam en geen voorrang verleende. De personen auto sloeg, door de snelheid, waarmede werd gereden, enkele malen over den kop en werd deerlijk gehavend. Beide inzittenden, een heer en een dame, afkomstig uit Dor drecht, werden gewond. De dame is overge bracht naar een ziekenhuis in Dordrecht, zij had verschillende ernstige hoofdwonden en glassneden opgeloopen. De heer werd bij omwonenden binnengebracht. De chauffeur van de vrachtauto kwam met den schrik vrij. Zijn wagen werd van voren ingedrukt. DRIE ZONDER VREES Afscheid ir. J. G. Schijthuis. Zaterdag hebben de directie en het perso neel van den dienst der Zuiderzeewerken in verband met het vertrek van ir. J. G. Schilthuis wegens zijn benoeming tot hoofd ingenieur van den provincialen Waterstaat van Groningen, op het bureel te 's Graven- hage afscheid genomen van den scheidenden functionaris. Het hoofd van den dienst, ir. V. J. P. de Blocq van Kuffeler, heeft in gevoelvolle woorden uitvoerig het belangrijke werk, het welk door ir. Schilthuis tijdens zijn meer dan 20-jarige werkzaamheid bij den dienst is tot stand gebracht, gememoreerd. Het was hem een genoegen eveneens te kunnen getuigen van de waardeering van de regeering, blijkende uit de benoeming van ir. J. G. Schilthuis tot officier in de Orde van Oranje-Nassau. Vervolgens getuigde ir. van der Bom van de groote waardeering van het corps inge nieurs voor de buitengewone vriendschappe lijke samenwerking gedurende deze periode, waarna de heeren Lanting en Niemann na mens de middelbaar technici en het admini stratieve personeel nog het woord voerden en geschenken aanboden. Maar dezen lieten zich op de knieën neer, en gaapten met open monden en starende oogen. x Omhoog ging de Avontuur, veilig boven hun hoofden. Eén oogenblik werd de draak afgod schitterend verlicht door de landings- lichten; daarna werd hij opgezwolgen door de duisternis. „Op een of anderen dag", zei Alan, ter wijl hij koers zette naar het vasteland van Azië, „op een of anderen dag komen wij terug. Er was een massa dingen betreffende Draken Eiland, waarvan ik wel het mijne zou willen hebben". „Nou, ik zal niet met jelui meegaan", zei- de Sandy, terwijl hij. zich gemakkelijk op zijn plaats neervlijde. „Dank je wel, ik heb mijn bekomst van dat eiland. Schotland is goed genoeg voor mij, en jelui kunt al jelui draken gerust voor jezelf houden!" Van de lucht uit gezien, maakte het kleine Zuid-Amerikaansche stadje aan den rand van het woestijngebied een vredigen indruk. De witte huizen schenen te slapen in den schitterenden zonneschijn, en de met ronde keien geplaveide straten, die in de koele schaduw lagen van de overhangende hoo rnen, schenen geheel uitgestorven te zijn. „Het is siesta tijd", zeide Alan Fane, ter wijl hij de motoren der Avontuur afzette en haar liet glijden. „De stad en al haar bewoners slapen. Wij zijn op tijd, jongens!" „Den hemel zij dank!" sprak Wild West. „De gedachte, dat dat arme Amerikaansche meisje verstrikt zou raken in een van die dago-revoluties, kan ik niet uitstaan". „Hilary Delano", prevelde Bendigo, die achterin zat, droomerig. „Drommels, dat aar dige naam bennen! Miss Hilary reuze-blij zal bennen als wij komen aanzetten om haar redden te doen". De groote simpele nikker had een gevoe lig hart, en het denkbeeld een jong meisje uit nijpend gevaar te redden, trok hem ten zeerste aan. Den dag tevoren waren de vliegende Drie geweest in een stad, op vierhonderd mijlen afstands, en daar hadden zij een man ont moet die oorzaak geweest was dat zij op dit nieuwe avontuur uitgetrokken waren. Deze man had hun verteld dat een heime lijke revolutie dreigde te Sombrero, en dat ieder oogenblik de kleine stad weergalmen kon van revolver schoten, ontploffende bommen, en het gegil van de doodelijk ver schrikte inwoners. Het eerste doel van de revolutionnaire par tij was zich meester te maken van de pupil van den president, Hilary Delano. Het meis je zou voor een losprijs gevangen gehouden worden, en de prijs zou bestaan uit het af treden van den president, en de overhandi ging van de regeering aan de revolutionnaire partij. Alan was niet zoo gebrand op deze onder neming als de beide anderen. „Stel je voor dat ze niet komen wil", zeide hij, terwijl hij den eeridekker steil neerliet boven het verlaten vliegveld. „Vrouwen kunnen zoo eigenzinnig zijn, weet je". „Dan wijzelf zullen haar moeten schaken, zooals die heer zei", meende Bendigo vast beraden. „Het voor haar eigen welzijn zal bennen, dus niets hinderen zullen!" De wielen raakten nu den grond, en de slanke machine reed over het oneffen veld, -A> Nadruk verboden) Luistert, broederen, wij den president spreken willen', zeide Bendigo. en maakte halt voor een bouwvallige, gam mele loods. Alan zette de motoren af en sprong uit de machine. Na het voortdurende geronk was de volmaakte stilte van het vliegveld drukkend. Geen levend wezen scheen zich te bewegen. „Hei, aannemen!" brulde Bendigo. „Be grijpen jelui niet dat jelui voorname bezoe kers gekregen hebben?" Zij schreden vanuit den schitterenden zon neschijn in de koele loods. Daar stond, in den hoek, een oude tweedekker, en op een kist stond een slanke gestalte in een be vlekt werkpak aan den motor te peuteren. „Hei, mechanico!" riep Wild West. „Schei uit met knoeien aan die oude sinaasappelen kist, en kom mee om een karwei aan een vliegmachine te verrichten!" De in een overall gekleede gedaante wend de den Vliegenden Drie het gelaat toe, en zij schrokken alsof zij onhandig in aanra king gekomen waren met een electrischen draad waardoor een sterke stroom liep. Want het was geen dagomecanicien het was een meisje. Zij had krullend haar, en blauwe oogen die zoozeer van verontwaardi ging vlamden dat men zich eraan had kun nen branden! „Sinaasappelen kist, hè?" mompelde zij zacht. Tot groote opluchting der Vliegende Drie staarde zij hen niet langer aan, en riep een dikken mecanicien, die gapend uit een kan toortje kwam aanschommelen. „Alonzo", zeide zij, „wees zoo goed een oogje op mijn machine te houden, zoolang deze drie landloopers in de buurt zijn. Ik wil niet dat zij gestolen wordt". Met deze woorden verliet zij de loods, en stapte in een auto die bij den weg stond. Voor één der drie zijn stem terug vond, raasde de auto in een stofwolk weg in de richting der stad. „Poeh!" hijgde Wild West, zich het voor hoofd afwissend. „Ik ben blij dat het niet deze jongedame fs, die wij ons voorgenomen hebben te redden Hij onderbrak zijn zin, want een vreese- lijke gedachte kwam in hem op. Hij snelde op den mecanicien toe, en greep hem bij den arm. „Hoe is de naam van die dame?" vroeg hij. „Dat is senorita Delano", luidde het ant woord. „De senorita is dol op vliegen. Heel knap erin, heel danper! Deze vliegmachine heeft zij juist van haar eigen spaargeld ge kocht, en die is nu hoe noem je dat? haar oorpeer!" Haar oogappel, domkop!" verbeterde Al'an hem. hemeltje! En wij hebben het een sinaasappelen kist genoemd! Geen won der dat zij woedend was!" „Die revolutionnairen zouden hun verdien de loon krijgen als wij haar maar door hen lieten schaken", meende Wild. „Ik zou wilde tijgeressen vangen!" Maar het was Bendigo, die onder woor den bracht wat zij allen werkelijk dachten. „Dat jongedame niet geschaakt worden zal door geen dago relovurevolusi of hoe je dien menschen noemt! Wij geko men bennen om op haar te passen, en niks schelen kennen of ze het goed vindt of niet!" Er stond een auto bij de loods. Het was de wagen van Alonzo, en deze begon te pro testeeren, toen de drie instegen. „Wij zullen haar terug brengen, Alonzo!" riep Alan hem toe. „Jij past op onzen één dekker, en wij zullen op je car passen. Dat is toch eerlijk!" Alonzo's auto was een goede wagen, en bracht hen naar Sombrero nog voor de door Hilary Delano's auto opgeworpen stof tijd gehad had te bezinken. Zij zagen haar auto geparkeerd buiten een groot wit gebouw aan één kant van Som brero's ruimste plein. Alan bracht Alonzo's wagen ernaast, en allen sprongen eruit. Boven aan de breede treden, welke voer den naar den ingang, stonden twee schild wachten, met bajonetten op 't geweer. Dreigend stapten zij op de drie toe, maar terwijl zijn goedhartig zwart gezicht vrien delijk straalde, legde Bendigo op den sc ou~ der van elk hunner een zijner reusachtige handen, en trok hen in vriendschappelijke omhelzing naar zich toe. „Luistert, broeders!", zeide hij, „Wij den presidento, den voogd van die jonge dame, spreken willen!" „De presidento is weg!", sputterde een deT schildwachten, terwijl hij vruchteloos poogde zich los te maken. „Niemand mag naar bin nengaan!". Alan en Wild West slipten langs de drie mannen, en renden door den corridor. Alan hoorde stemmen op een trap, welke aan het eind van den corridor omhoog voerde; hij greep Wild bij den arm, en trok hem mee in een kamer, waarvan de deur openstond, en die gelukkig leeg bleek te zijn. Duidelijk hoorden zij de stem van Hilary Delano, terwijl deze langzaam de trap af daalde, pratend met een dago, die blijkbaar een bezoeker was. „Senor, de president is weg", zeide hij. „Het is onmogelijk vergunning te verleenen voor de exploitatie van dit petroleumveld, alvorens hij teruggekeerd is. U weet zeer goed dat hij alle nieuwe petroleumvelden zien wil, alvorens hij vergunning voor de exploitatie verleent". „Maar senorita, tegen den tijd dat hij te rugkeert, zullen anderen aanspraak gemaakt hebben op dit kostbare bezit" wierp de man tegen. „Als u maar zelf wilde meegaan om te zien, dan zou u uw voogd kunnen schrij ven en ons verzoek voorspreken. Denk eens aan wat het voor hem beteekent indien zulk kostbaar bezit in handen is van zijn zijn verknochte volgelingen inplaats van die genen, die op het verwekken van moeilijk heden uit zijn!" Het meisje bleef stilstaan. Zij scheen eens goed na te denken. De twee vrienden die door de reet van de deur keken, konden haar duidelijk zien, evenals den man, die zich bij haar bevond, en Alan geloofde niet dat hij ooit een man gezien had, die op het eerste gezicht zoozeer zijn wantrouwen had gaande gemaakt. Plotseling knikte het meisje met het hoofd. „Goed dan, senor. Ik zal komen om uw petroleumbron te zien. Ik zal vanavond in mijn vliegmachine over de woestijn vlie gen, en landen bij de boortorens." Alan duwde de deur open en trad naar buiten. Het meisje schrok even toen zij hem herkende, en haar oogen keken norscher. „Ga niet, juffrouw," zeide Alan. „Het is een complot om u te schaken, ten einde dit te beletten, zijn wij naar Sombrero geko men, en. Hij werd in de rede gevallen door den dago. „Senorita, weet u wie deze mannen zijn?' riep hij uit, achteruit stappend, en iets zijn zak toe trekkend. „Zij zijn desper3 os. Laat hen onmiddellijk arresteeren, indien u uw leven lief hebt!" Deze tegenwoordigheid van geest van den dago had de beoogde uitwer mg. ïlary De lano was reeds ontstem op e twee bereis de vreemdelingen. Het verwonderde haar niet dat zij ervan beticht werden schavui ten te zijn. Toen Wild eensklaps toeschoot op den dago, en dezen diens revolvers ontrukte, dacht zij dat de vreemdelingen ook haar wil den aanvallen. Bliksemsnel vloog zij naar de werkkamer van haar voogd en greep een revolver uit een lade van den lessenaar. „Ook dat nog!" hijgde Wild. „Zij heeft een revolver, en zij zal ons doorzeven zonder zich tweemaal te bedenken!" Het was geheel tegen den aard der Vlie gende Drie terug te trekken voor eenige overmacht maar het toornige meisje met den revolver was erger dan welk aantal vijandelijke mannen ook. Bovendien riep zij om de bedienden van het huis, en mannen kwamen uit alle ric - tingen toegesneld. Indien de Vliegende r' Hilary Delano helpen wilden, dan moes zij zich voor het oogenblik uit e maken! Alan sloop ongemerkt een achtertrap af. en kwam buiten door een keukendeur; vervol gens liep hü om het hu s heen naar den voorkant. Hij was juist op orn zien hoe Wild West zich van een balkon liet neer vallen op het platform boven aan de tre den Bendigo stapte, met de twee geweren der schildwachten onder zijn arm, op hem toe, toen hij in de auto sprong. Alan zette de machine aan. en de auto reed snel het plein af, terwijl het in huls oresidentshuis zoemde als in een omgevallen bijenkorf. naar het vliegveld, jongens, Alan. „Wij moeten de lucht „Terug mompelde weer in!" amsterdamU DIEmEkBRUG ouderkerk aan te BESTEDEN 9 APRIL abcoude AAN TE BESTEDEN 23 APRIL nigtevegt INKEl I AANBESTEED* BAAMBRkKzGE ^ÉMSTEÖ™' '/^«sioot "HILVERSUM loenen; NIEUWERSLUIS BREUKELEN» ONTWORPEN WEG, BESTAANDE WEG ANOERE WEGEN IN AANUG Of ONTWO#P6f 2 «U MAARSSENl .Zuilen AAN TE BESTEDEN 30 APRIL AAN TE «STEDEN I 16 APRIl DE BILT UTRECHT De aardebaan zal worden bestemd voor twee door een middenberm van elkanftëf gescheiden rijbanen en heeft zonder de parallelwegen een gemiddelde breedte van 28 M. Het werk zal moeten zijn voltooid, van het eerstgenoemde wegvak 450 dagen, van het tweede 280 dagen, van het derde 400 dagen en van het vierde 450 dagen na den datum van aanvang. (Wordt vervolgd) Biedt Suriname een mogelijkheid Naar aanleiding van het bezoek van den heer Paul van Zeeland aan ons lant* en de groote rol, welke de heer Van Zeelan speelt in de organisatie der kolonisatie van politieke vluchtelingen, heeft een vers. aggever van het A. N. p. zich gewend tot den heer D. Wolf president van de International refugee colonisation society te Den Haag. Desgevraa£ deelde de heer Wolf mede, dat hij een langdurig onderhoud betreffende de internationale oplossing van de problemen der politieke uitgewekenen met den heer Van Zeeland heeft gevoerd, doch dat hij, geheel conform de gedragslijn, welke de heer Van Zeeland zich heeft voorgeschreven, geen nadere inlichtingen kon verstrekken. Op de vraag, of de kolonisatie van Suri name nog ter sprake is gekomen, antwoordde de heer Wolf, dat het vraagstuk van de kolonisatie-mogelijkheid van Suriname ook door den heer Van Zeeland en zijn vrienden met groote belangstelling wordt gevolgd. Men is verlangend den inhoud te leeren kennen van het rapport van de commissie- Swellengrebel, die door de International refugee colonisation society voor onderzoek naar Suriname werd gezonden. Er is gejonde hoop, dat een kolonisatiepoging in Suriname, welke naar alle waarschijnlijkheid weldra zal worden ondernomen, met s echts zal kunnen rekenen op de belangstelling doch ook op de financieel© en moreele hulp van de organisaties, met welke de heer Van Zeeland in z°° nauwe relatle staat. Gevraagd naar de conclusie van genoemd rapport, antwoordde de heer Wolf, dat be kend is, dat prof, Swellengrebel en de heer Vink een zeer grondig wetenschappelijk onderzoek hebben ingesteld en dat uit hun rapport zal blijken, dat zij voorstellen door een proefkolonisatie de mogelijkheden nader te laten vaststellen. De voorstellen, waartoe de commissie komt, hebben dan ook betrek king op deze proefkolonisatie, waarbij even wel onder de gunstigste voorwaarden zal moeten worden gewerkt. Dat zal mogelijk zijn, als de regeering, de internationale orga nisaties en de vrienden der stichting tezamen willen werken, om een ernstige poging t.e doen, dit vraagstuk tot oplossing te brengen. Na drie maanden zijn lijk gevonden. In December van het vorig jaar is te Wil lemstad een schippersknecht verdronken. Tot op heden vond men het lijk niet. Deze week waren werklieden aan de bovensluis bezig met herstelwerken, die verricht werden, aangezien het hooge water dezen winter veel schade heeft aangericht. Tusschen het houtwerk ontdekte men een lichaam, dat in verren staat van ontbinding verkeerde. Uit de klecding en verdere gegevens bleek, dat dit het lichaam was van den in Decem ber verdronken schippersknecht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 4