Het bestuur der
politie.
m
AS
Maatscliappelijl
Werk.
BROEKEN
Oe Broeken
Specialist
HIJ V/OROT NET
ZIJN VADER -
OOK ZOO RINK
EN STEVIG
„11 ETEN OOK ALLEBEI BLUE
DAT IS HET GEHEIM VAN HUN GEZONDHEID/ Moeder.
De groote klok van
St. Servaas zwijgt.
BUJF BIJ BLUE BAND1 BLUE BAND 15 BE5T
PRINS BERNHARD.
PRINSES JULIANA.
VRIJDAG 5 APRIL 1940
Een belan
en ac
lueel
vraagstuk.
MOTORRIJDER DOODGE VONDEN.
Tot ze den vrede kan inluiden.
Aüe soorten
CUDE BINNENWEG 55
Beschermingsmaatregelen in
Limburgs hoofdstad.
li
mm
IV
Een mooie taak voor de
jonge vrouw.
MILITAIR VERMIST.
Ongeluk of misdaad
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
LEGERAALMOEZENIERS BIJEEN.
HOLLANDSCHE STOOMBOOT.MIJ.
Men kan veilig constatecren, dat het vraag
stuk der organisatie van de politie in Neder
land nog na jarenlange gedachtenwisseling
«iet is opgelost en dat een definitieve rege
ling, juist door hetgeen in de laatste jaren
Zoowel op politioneel als justitieel gebied
Werd besloten, steeds dringender wordt. De
organisatie en de bevoegdheid der politie is
in ons land incidenteel, door wetten, -konink
lijke besluiten en verordeningen, geregeld.
Van een codificatie van het politierecht is
hier geen sprake. Onze politieorganisatie is
onvoltooid, terwijl het soms den volkomen
onjuisten indruk kan wekken dat men in de
zen toestand maar stil berust.
Dat het hier een vraagstuk van de aller
eerste orde betreft, zal niet worden betwist.
De handhaving immers van de openbare or
de en veiligheid is zeker een belang van het
gansche volk, maar daarnaast evenzeer een
belang van de lokale gemeenschap, dus van
e burgers der gemeente. De gemeentepolitie
eeft 0p cje eerste plaats een bestuurlijke
te verrichten.
e verhouding tusschen de bestuurlijke en
rechtelijke taak der politie werd in de wet
biet geregeld. Al meerdere jaren werd om
eeh politiewet gevraagd die de wederzijdsche
taak zou bepalen ,maar dit vragen is tot he
el envergeefsch. De vooruitzichten voor 't tot
stand komen van de gewenschte wet schijnen
thans minder gunstig. Dat in het verleden
scherpe conflicten uitbleven, is te danken aan
bet (jgt;, naar een Nederlandsch gezegde,
de Personen vaak verstandiger zijn dan het
stelSei_
lil latere jaren is het vraagstuk meer acuut
geWorden. Na de wijziging in 1931 der ge~
breentewet, bepaalde artikel 223 dat de ge
meentepolitie aan de algemeene of rijkspolitie
dienstbaar zou zijn, op den bij algemeenen
maatregelen van bestuur te bepalen voet. Aan
deze wetsbepaling dankt het rijkspolitiebe-
sluit van 6 Augustus 1935 zijn ontstaan. In
dit besluit komt wel zeer duidelijk het stre
ven naar voren om één centrale rijkspolitie
in het leven te roepen. Speciaal na de tot
standkoming van dit besluit is de ongerust
heid en onzekerheid in breède kringen toe
genomen. Bij de totstandkoming der gemeen
tewet, Thorbecke's geniale schepping, werd
bet bestuur der politie, naast het financieel
•deid, beschouwd als een der grondzuilen
Jan het gemeentewezen en de gemeentelijke
"-'tonornie. De politie was op de eerste plaats
zaak van binnenlandsch bestuur. „Een zelf
standig gemeentebestuur werkt vooral op
tweeërlei gebied, op dat der financiën en
her politie", verklaarde Thorbecke in J
gadering der Tweede Kamer van 30 -
her 1858. Met het Rijkspolitiebesluit van i93b
'tornt er grondige wijziging. In dit l^luit
Wordt de handhaving van de openbare orde
tot een onderwerp van rijkspolitiezorg ge
blaakt, terwijl met de handhaving der open
bare 'orde wordt belast en daarvoor ook
aansprakelijk wordt gesteld een op dit gebied
eeheW ,lieuwe autoriteit, de procureur-gene-
raal bij bet i-',,-rechtshoffungeerend direc-
tour van politie. En zulks wordt bepaald,
onverminderd hetgeen dienaangaande bij of
krachtens wettelijke voorschriften was opge-
dra?en aan den commissaris in de provincie
en aan den burgemeester in de gemeente.
Kiet krachtens wettelijke voorschriften maar
bij Koninklijk Besluit wordt een derde hand
haver der openbare orde aangesteld, doch
Zonder te zorgen voor een behoorlijk ver
band, eene afbakening der bevoegdheden. Se
dert dit besluit worden geleidelijk maar ze-
ker de politieele bevoegdheden van den
c°mmissaris en den burgemeester aan een
br°ccs van uitholling onderworpen. Aan deze
drie organen is thans de behartigmg van de-
clfde belangen opgedragen.
eventueele conflicten is inderdaa
viezig. Het pleit wel voor den nuchteren zin
en öe bezadigdheid van de Nederlandsche
ambtsdragers dat van scherpe conflicten wei
nig werd vernomen. Bij gerezen conflicten is
de wagen in het spoor gebleven.
De onvolkomenheid en gebrekkigheid van
bet stelsel zelf schijnen echter ook door de
Regeering te worden gevoeld door het in De
cember 1039 instellen van een ministerieele
commissie, onder leiding van den Minister
van Staat, Jbr. mr. dr. H A. van Karnebeek,
Welke commissie tot taak heeft een onder
dek in te stellen met betrekking tot de
VrRag of de voorschriften oer gemeentewet
andere wettelijke voorschriften op het
uk Van de handhaving van de openbare or-
daa?°e wel voldoen aan de ejschen welke
■p\ dienen te worden geste.
vrn G t^ak der commissie "zal, gezien de vele
Sn^^ken welke rijzen, niet gemakkelijk
wordt lCt zeer groote belangstelling ech
de ?r et resultaat der beraadslagingen van
tegem^ t Veclzij dig samengestelde commissie
et gezien.
a ^TeirZler actueel is de bijdrage welke bij
atnsom te Alphen aan den Ryn ver
scheen van <je hand van mr. G. J- van De
venter onder öe_, titeI Politie als zelfbe
stuur". in dit geschrift wordt een even
A. Watteau. Zittende jonge vrouw; voorkomend op de collectie, welke bij
Frederik Muller te Amsterdam zal worden geveild.
door den schrijver wordt verworpen. Naar
mijne meening is de prijs welke mr. van De
venter wil betalen om te geraken tot een
heid in het politiewezen te duur. Inrichting
en organisatie van de politie is immers vol
komen afhankelijk van plaatselijke omstan
digheden en behoeften. Wat goed en verde
digbaar is voor de eene gemeente kan zeer
ondoelmatig voor eene andere gemeente
zijn. Iedere gemeente heeft toch op politi -
eel gebied eigen eischen en verlangens,
waarmede men bekend en vertrouwd dient
te zijn.
Het hiervoren besproken vraagstuk ver
heugt zich eveneens in de belangstelling der
praktische politiek. De uitlating van den
Minister van Justitie in de Eerste Kamer bij
de behandeling der Justitiebegrooting doet
vermoeden, dat van dezen bewindsman kwa
lijk medewerking tot de toestandkoming
eener politiewet te verwachten is. Volgens
dezen minister moet uit de tegenwoordige
regeling eerst gehaald worden wat er uit te
halen is. De organisatie van de politie, door
de ambtsvoorgangers van dezen minister be
gonnen, wordt door dezen bewindsman ver
der uitgevoerd en voltooid. Het zal van ge
wicht zijn te zien hoe de Minister zich deze
verdere uitwerking en voltooiing voorstelt
en of hiertoe de medewerking van het Parle
ment zal worden ingeroepen dan wel of de
weg der Koninklijke Besluiten zal worden
gevolgd. Wellicht zijn dan nog meerdere
verrassingen te wachten.
Indien de Minister niet bereid is aan een
wettelijke regeling medewerking te verlee-
nen, dan blijft het bezwaar van professor
Kranenburg, in het Eerste kamer debat aan
gevoerd, bestaan en wel dat eene behoorlijke
reorganisatie van de politie vrijwel onmoge
lijk wordt. Dit geldt, volgens den Leidschen
hoogleeraar, in de allereerste plaats voor de
verhouding tusschen Rijkspolitie en gemeen
tepolitie, welker herziening een van de be
langrijkste onderdeden van die reorganisa
tie zou moeten zijn.
Evenmin zal men er dan in slagen eene
bevredigende oplossing te vinden voor het
zoo gewichtige vraagstuk van de bevoegd
heid der politieorganen bij de uitoefening
van hunne functie tegenover de burgers.
Wellicht kunnen de conclusies, waartoe de
ministerieele commissie zal geraken, ook den
minister tot de overtuiging leiden dat eene
behoorlijke organisatie der politie zonder
wettelijken grondslag onbereikbaar is.
Mr. P. J. REIJMER.
Roermond.
Tragisch ongeluk op den rijksweg
RotterdamUtrecht.
In den afgeloopen nacht, omstreeks 12 uur,
heeft zich in den Zuidplaspolder onder
Moordrecht een ernstig motor-ongeluk voor
gedaan. Op Rijksweg 3, den nieuwen weg
RotterdamUtrecht, even voorbij het kruis
punt Middelburg, werd door den burgemees
ter en den veldwachter van Moordrecht,
die op surveillance waren, het ontzielde
lichaam aangetroffen van een motorrijder,
die in het gelaat vreeselijk bleek verminkt.
De motor, een lichte D. K. W.. genummerd
G.Z. 39767, lag enkele meters verder.
Bij verder onderzoek werd geconstateerd,
dat het slachtoffer was de 25-jarige wacht
meester bij de Artillerie J. Thieme, afkom
stig uit Bussum.
De politie verrichtte terstond de noodige
opmetingen en de dactyloscopische dienst
van de politie uit Gouda kwam voor het
maken van foto's.
Hoe het ongeluk is geschied, of het slacht
offer is aangereden door een ander voertuig,
of dat hij misschien met groote vaart is ge
vallen, is nog niet bekend. Het onderzoek zal
moeten uitwijzen of dit met zekerheid is vast
te stellen.
Het stoffelijk overschot van den motor
rijder is naar de Alg. Begraafplaats te Moos-
drecht vervoerd.
vindt U in
onze speciaalzaak
in de grootste sor
teering en tegen
de laagste prijzen.
Van de beschermingsmaatregelen, die op
het oogenblik te Maastricht genomen wor
den, de stalen steigers hebben Dinghuis
en Stadhuis beklommen en hangen als een
nietig spinneweb tegen den imposanten
Westbouw van St. Servaas is het „stilleg
gen" der Groote Klok, waarover we reeds
meldden, zeker de meest ingrijpende.
Niet alleen omdat deze hooge eischen stel
de aan de aannemersfirma die het werk
moest uitvoeren, maar vooral omdat het den
Maastrichtenaar in 't hart grijpt, dat hij
„Grammeer", grande-mère, zooals hij de
klok gemoedelijk noemt, voorloopig niet
meer hooren zal.
Van af 1516) toen de klokkegieters de ge
broeders Moers de klok gegoten hebben,
heeft zij de groote feesten over Maastricht
ingeluid. Zelfs de klokkenroovers van de
Fransche revolutie hebben dezen kolos laten
hangen. Zij vreesden, dat bij pogingen ze
naar beneden te halen de geheele torenbouw
het wel eens zou kunnen begeven en de
roovers verpletteren. Een groote reis heeft
het gevaarte van twaalfduizend pond niet
gemaakt. Zij is slechts een meter of acht
gezakt en daar neergezet op een betonnen
vloer, zoodat een eigenlijke val tengevolge
van torenbrand uitgesloten is. Maar deze
verplaatsing is geschied na indrukwekkende
voorbereidingen en onder ademlooze span
ning van allen, die er bij aanwezig waren.
Het is een moment geweest, waar de ko
mende geslachten hun sagen omheen kunnen
weven. Een ooggetuige vertelde ons, dat zij
een oogenblik viel.... werkelijk viel, al
was het dan maar een val van vijf centime
ter, maar de toren sidderde reeds en de
toeschouwers zijn er bleek van geworden,
al zijn ze natuurlijk niet bang geweest. En
nu staat ze en rust totdat zij den vrede over
Europa kan inluiden. „Grammeer" heeft een
gelofte afgelegd niet meer te zullen luiden,
zoolang er oorlog is en alle dreiging van het
graf van Sint Servaas afgewend zal zijn. Het
is een sombere gelofte en het wordt ons een
oogenblik angstig te moede. Het lot van de
stad aan den voet der torens is als met on
zichtbare draden aan deze zwijgende klok
verbonden. Haar aanwezigheid blijft een
onderpand voor een vreedzame toekomst.
Maar de Maastrichtsche feestdagen zullen
er bij inboeten. De groote processie van Sin
tervaas zonder groote klok, zal den Maas
trichtenaar vreemd voorkomen. Men is het
zoo gewend. Plotseling komt die zware bons
over de stad, en dan is het tijd om het ge
sleep met emmers en dweilen te staken,
want het feest van morgen is op dat moment
begonnen. Als de groote klok haar langzame,
plechtig-zware galmen uit den toren laat
klinken, dan daalt de wijding van het inge
luide feest in huizen en werkplaatsen, en
uren in den ronde werd de bronzen stem
gehoord.
Er zijn Maastrichtenaren, die rond het
Vrijthof kwasi voor étalages blijven staan
en zich houden als wachten ze op iemand,
maar in werkelijkheid naar de groote klok
luisteren. Haar gewicht is zesduizend kilo
zeventien man waren vroeger noodig om
haar in beweging te krijgen, zij hingen in
Mijn jongen heeft een gezonden eet
lust. Daarom geven we hem bij eiken
maaltijd gezond voedsel en dal te
Blue Band. Blue Band is extra ener
gie-voeding: zulke voeding heeft
een jongen in zijn groei noodig.
Onze dokier zegt, dat wij zonder
de vitaminen A en D geen sterke
beenderen en een gezond gebit
kunnen krijgen. Blue Band bevat
deze vitaminen. Dat is nbg een reden,
waarom Blue Band zulk een uit—
etekend voedsel is.
En Blue Band ie zoo heerlijk valt
•maak en geur. Zelfs mijn man vindt
het overheerlijk en dat is een echts
fijnproever. We gebruiken allemaal
Blue Band, omdat we allemaal ge
zond willen blijven. U gebruikt toet)
zeker ook Blus Band?
BLUE BAND
BB18-OOI
6780DGVS 285
hemdsmouwen aan de veelverdeelde klok-
ketouwen en in grootte is zij de veertien
de ter wereld. Maar dit zijn toeristencijfers.
Voor den Maastrichtenaar is zij de mooiste
en grootste. Het is de klok van het voorge
slacht, die thans zal zwijgen voor onbepaal-
den tijd.T.
Z. K. H. Prins Bernhard heeft heden een
vergadering bijgewoond van de commissie
uit den Economischen Raad, waaraan op
dracht is verleend tot het uitbrengen van
advies over het prijzenvraagstuk.
sohrvv. - gescnrui
geRevZmnige a,-s levendig geschreven studie
litie te Nov?r de bestuurlijke funcDederp
schrijver^ "'an(R De conclusie, waart?® de
is zoowel constUWg®Zette OVenV0finMr. van
Deventer pieil '"ctlef als positief. .'gatie
gebaseerd op eene0<£ete™ P°litieo^ilitionair
bestuur onder de werkj^S^Lr van één de
partement van algemeen A ^L»net en
welke wet in het politionair besümr aan den
burgemeester in de gemeente een centrale
plaats waarborgt, terwijl boven den burge-
meester in hiërarchisch verband als chef
worden gedacht de Commissaris der Konin
gin en de Minister Voorts zou de politie'
wet algemeene regels moeten geven opdat
daardoor de eenheid der politie tot uiting
worde gebracht. Mr. van Deventer rekent
niertoe de recruteering, de opleiding, de en-
eadreering, alles wat de formatie, de rangen
®.n de bezoldiging betreft, kleeding, uitrus
ts, wapening, lichamelijke oefening, exa-
en en diploma's, bevordering, terugstelling
ting VtrPlaats;.'g. Tot deskundige voorlich-
commf0°We' van den min'ster als van de
gemee^fa!:issen der K°n'ngin en van de bur-
schriivpTS' waren, naar het oordeel van den
leven te rr^fie landelijke inspecties in het
ve^m^ahl^^^houw111®6" dei\schr«-
L m J e °nderdeelen te onderschrijven,
acht lit de denkbeelden van den heer van
Deventer een aandachtige beschouwing
overwaard. Toch kan men zeker bij de laat
je door den heer Van Deventer aanbevolen
denkbeelden vragen 0f de schrijver niet te
gaat en of uitvoering van deze detail
punten niet zal leiden tot een centralisatie,
Br Napoleontischep weUt stelsel juist
Onder den titel „Maatschappelijk Werk"
werd ons dezer dager een Leek toegestoa. d,
dat samengesteld is door elm arts A. li. J.
Coppes en J. B. Broekhuis, journalist, beiden
woonachtig te Enschedé, ie', wijl het van een
„Voorwoord" is voo-zt-n door nie nand
minder dan den bekenden Edo J. Bergsma,
den oud-bugemeester van o. ze stad.
In de inleiding doen ie samenstellers ons
begrijpen dat dit boek zoo,ee.' als een vervolg
en een nadere uitwerk .-.g wil beteekmen
van een vroegere uitgave door hen of althans
door een van hen verzorgd, welke een
samenvatting was van „Maatregelen en
Instellingen op het gebied der Volksgezond
heid in een stad van 90.000 inwoners", die
ook weer Enschedé is.
Dit nu weer nieuwe boek „Maatschappelijk
Werk" is naar het getuigenis der zeer ver
dienstelijke samenstellers zelve ook weer
geschreven aan de hand van wat in de plaats
hunner inwoning, Enschedé, geschiedt. Dit
is betrekkelijk jammer en dit is ook de
eenige aanmerking, welke wij op deze voor
treffen.^
uitgave hebben te maken dat
het daardoor een iets te veel locaal karakter
heeft gekregen, terwijl het misschien even
gemakkelijk op een nog wat breeder basis
had gezet kunnen worden, waardoor wij een
nog vollediger overzicht hadden kunnen
verkrijgen van het maatschappelijk, chari
tatief en sociaal werk, dat in dezen tegen-
woordigen tijd in ons land wordt verricht.
Toegegeven dat toch naar een zekere over-
zichte-ijkheid is gestreefd, zullen wij straks
nog wel ge-egenheid vinden om aan te geven,
wat WO m 1 a er van maatschappelijk
werk in dl^ doek hebben gemist. Al willen
wij gaarn® bekennen, dat deze uitgave, zooals
ze nu is, al is t maar by wijze van steekproef
in het vele wat op dit gebied bestaat, zeker
er toe zal bijdragen om vooral bij het jongere
vrouwelijk geslacht liefde en zin te kweeken
voor het maatschappelijk werk, zooals het
hier wordt ontvouwd en ons voorgehouden.
Volkomen juist toch zeggen de schrijvers
Er is op dit uitgestrekte arbeidsveld zóó
ontzaglijk veel goeds te doen, dat wij velen,
echten menschenvrienden, die nu met hun
ziel onder den arm loopen, met wetend, hoe
zij zich voor deze maatschappij nuttig kunnen
maken, willen aanraden onze gegevens
ernstig te bestudeeren en dan de handen
aan den ploeg te slaan".
Ofschoon de samenstellers Katholiek zijn,
althans een hunner, hebben zij toch geen
boek willen schrijven voor de een of andere
richting, zij hebben objectief willen blijven
en het goede willen zoeken, waar het te
vinden is.
Dat er dan toch zooveel maatschappelijke,
sociale en charitatieve instellingen worden
besproken, die een uitgesproken Katholiek
karakter dragen, moge zijn verklaring zeker
vinden in het onweersprekelijke feit, dat de
katholieken in deze rij nummer één staan
en in de voorste gelederen.
De indeeling van dit boek is gevolgd in
de lijn van den mensch van vóór zijn
geboorte tot in het graf de praenatale
zorg, de zorg voor de baby, de jeugd, den
ouderdom, en zoo langs deze lijn al de maat
schappelijke instellingen, die voor 't geheele
menschelijk leven van belang zijn.
Het boek begint dan met er op te wijzen,
wat er ten onzent gedaan wordt voor de
praenatale ofwel de zorg vóór de geboorte.
Vervolgens het nuttige bestaan van „moe
der-cursussen", de zorg voor den zuigeling,
vooral in gezinnen waar nood en armoe
heerschenvan zoogenaamde „crèches",
toonen de schrijvers zich geen voorstanders,
want deze oordeelen zij een betreurenswaar
dig uitvloeisel van den arbeid der gehuwde
vrouw, en derhalve volkomen af te keuren.
Beter zijn zij te spreken over het bestaan van
„kleuterhuizen".
Wat de weezenzorg betreft, weeshuizen
geraken meer en meer uit den tijd, wees
kinderen worden tegenwoordig meestal bij
familie of in andere behoorlijke gezinnen
ondergebracht, al dan niet met steun van
het Burgerlijk Armbestuur of Diaconie.
Volgt nu de schoolgaande jeugd, en al wat
daarmede verbonden is als „schoolartsen",
„kinderuitzending", „schoolvoeding", het B.
L. onderwijs met als voorbeeld de model
inrichting van het R. K. Paedologisch Insti
tuut te Nijmegen, „speeltuinwerk", „jeugd
werk".
Maar waar vooral de laatste tientallen
jaren het zoogenaamde B. L. of Buitenge
woon Lager Onderwijs in ons land zulk een
hooge vlucht heeft genomen, missen wij hier
spijtig de vermelding van model-instituten
etc. als die den Udenhout, Druten, Boxtel,
en „Jonkerbosch" te Nijmegen.
Volgt nu een zeer volledig en goed gedo
cumenteerd hoofdstuk over „de noodlijdende
en crimineele jeugd" met de daarmee ver
bonden vereenigingen „Pro Juventute", de
Rijksopvoedingsgestichten, Tuchtscholen,
Voogdijraden, Liefdewerk voor Kinderbe
scherming, de Leo-stichting te Borculo, „de
Goede Herder", de Vereeniging „Tot Steun"
te Amsterdam.
Vervolgens wat voor de volwassenen wordt
gedaan, als de Volksuniversiteiten, Instituut
voor Arbeidersontwikkeling, Openbare Lees
zalen en Bibliotheek, Woninginspectie, R. K
Vrouwenbond, maatschappelijke instellingen
van en voor den middenstand, Spaarbanken,
het Roode Kruis, Stationswerk en Meisjes
bescherming.
Dan wat voor noodlijdende volwassenen
wordt gedaan in Armenverzorging, Sint Vin-
centius-vereeniging, Winterhulp, in arbeid
voor jeugdige werkloozen, in de zorg voor
de ongehuwde moeder, reclasseering, Leger
des Heils, redding der drankzuchtigen,
Prostitutie, enz.
En tenslotte wat in onze dagen vooral
wordt gedaan voor de „onvolwaardigen",
naar wie vooral tegenwoordig onze zorgen
uitgaan, en voor de Ouden van Dagen.
Eerstens is voor de eerstgenoemden de in
1927 geschikte centrale organisatie in het
leven geroepen, die de A. V. O. wordt
genoemd en onder bescherming staat van
H. K. H. Prinses Juliana. Hier wordt bijzon
der gewezen op de Adriaanstichting te
Rotterdam en de St. Maartenskliniek te
Nijmegen als zorg voor gebrekkigen, maar
wenschelijk is dat er op den duur district-
consultatiebureaux worden opgericht, ten
behoeve van lichamelijk gebrekkigen. Deze
consultatiebureaux zouden kunnen staan
onder leiding van de Kruisverenigingen, in
samenwerking met de vereenigingen voor
lichamelijk gebrekkigen. Uitvoerig wordt
gesproken over de zorg voor blinden en
blindenonderwijs, alsook over het doofstom
menonderwijs. Maar opvallend is dat waar
alle eer wordt gegeven aan t R. K. Blinden
onderwijs te Grave, alsook aan het Instituut
voor Doofstommen te Groningen, met geen
woord wordt gerept van het R. K. Doofstom
men-Instituut te St. Michielsgestel, dat toch
het grootste instituut is op dit gebied in
Europa, en ook reeds in Nederlandsch-Indië
zijn filialen telt.
Wat de zorg voor Ouden van Dagen betreft
is het boek wel wat al te beperkt en eenzijdig
gebleven en gewaagt het alleen van Tehuizen
voor Ouden van Dagen te Enschedé, Losser
en te Lonneker.
En daarom betreuren wij het nogmaals,
dat dit overigens toch zoo verdienstelijke
boek is samengesteld alleen van een bepaal
den gezichtshoek als van Enschedé en
Twenthe uit, waar een titel als „Maatschap
pelijk Werk" toch eigenlijk heel ons land
moest bestrijken. Maar mogelijk dat de
actieve samenstellers bij een lateren herdruk
hun boek nog eens op een breedere basis
zullen zetten de materie ligt er voor klaar,
en is de moeite van bewerking waard.
Vooral klemt dit o. i. te nadrukkelijker
waar blijkbaar bij de schrijvers de bedoeling
heeft voorgezeten om de Nederlandsche
jonge vrouw, die naar arbeid zoekt, voor dit
prachtige en voldoening gevende maatschap
pelijk werk te animeeren.
Als al dit maatschappelijk en sociaal werk.
dat met den dag in omvang toeneemt, op den
duur goed wil functionneeren, dan is het
noodig dat meer en meer menschen met
groote toewijding en met een goede kennis
H. K. H. Prinses Juliana heeft heden de
wekelijksche vergadering van het dagelijksch
bestuur van het Nederlandsche Roode Kruis
bijgewoond.
van zaken zich aan deze veeleischende taak
gaan geven. Maar dan ook geheel, en niet
gedeeltelijk, naar sociale zin en charitatieve
drang dit hun ingeven.
„Wil men het maatschappelijk en charita
tief hulpbetoon tot haar eenig juiste recht
do enkomen", zeggen de schrijvers van dit
boek, „zóó dat het maatschappelijk welzijn
in het algemeen er door wordt gediend, dan
ligt het voor de hand, dat dit werk dient
te worden uitgeoefend door geschoolde
krachten, die door studie en practijk volko
men op de hoogte zijn van de maatschappe
lijke verschijnselen en van de oorzaken van
het maatschappelijk kwaad".
De laatste jaren hebben wij toch om ons
heen kunnen zien, dat vele jonge vrouwen,
en dikwijls uit de beste families, zich aan
gelokt voelen zich op dit terrein te bewegen.
Dit lijkt ons een der schoonste triomfen
van de emancipatie der vrouw, ook in Katho
liek licht bezien. Vele van deze jonge vrou
wen hebben reeds zulk een taak gevondc^
bij de woningi nsnectie, schoolartsendienst
T. B. C. bestrijding, kinderpolitie, zuige
lingenzorg.
In de behoefte aan vooropleiding wordt
in ons land voorzien door een viertal scholen,
speciaal voor jonge meisjes, waarvan twee
op Katholieken grondslag, nl. de bekende
scholen voor Maatschappelijk Werk te
Amsterdam en te Sittard.
Vele jonge vrouwen, zegt dr. Coppes, die
aan een dezer scholen voor maatschappelijk
werk haar opleiding genoten en thans prac-
tisch werkzaam zijn, hebben zich onder ons
volk reeds onschatbare verdiensten verwor
ven en daarmede onomstootelijk aangetoond,
dat de nieuwere banen van maatschappelijk
werk de eenige juiste zijn om te komen tot
sociale verheffing van ons volk. En voor ons.
katholieken, speelt deze factor een voorname
rol, dat het maatschappelijk werk in dezen
vorm volkomen past in het kader der Katho
lieke Actie, volgens de richtlijnen der
encycliek „Quadragesimo Anno".
Om nog maar één ding te noemen, hoe
practisch zou zulk een goed geschoolde help
ster werkzaam kunnen zijn in ons overvoerd
parochieleven, dat de geestelijken alleen niet
meer aan kunnen.
Het vaak te weinig georganiseerde werk
van zielzorg en van charitatieve vereeni
gingen gezamenlijk zou zich door een gere
gelde controle in haar kunnen concentreeren.
en daardoor tot een meer duurzaam vrucht
baar resultaat kunnen komen.
Daarom alleen zouden wij dit verdienste
lijk boek over „Maatschappelijk Werk" onder
aller aandacht willen brengen, opdat vele
tot de overtuiging mogen komen dat er naar
pater Helmer's slagwoord „nog veel is te
doen".
Het boek is verschenen bij N.V. voorheen
Firma M. J. van der Loeff, Enschedé.
P. HYACINTH HERMANS.
Sedert 26 Maart wordt te Roermond de
militair W. A. de V. uit Utrecht vermist. Hij
was in de nabijheid van Roermond met de
bewaking van een schip belast.
Op genoemden datum was de V. van ver
lof teruggekeerd en omstreeks 8 uur
's avonds is hij door. kennissen gezien, wien
hij beloofde den volgenden dag bij hen te
komen. Hij is daar echter niet verschenen.
Toen de V. niet op het te bewaken schip
kwam, deed de eigenaar van het schip aan
gifte bij de militaire politie. Het is niet uit
gesloten, dat de militair door de duisterr.is
misleid ,te water is geraakt. De V. had ech
ter een groot bedrag aan geld bij zich, zoodat
men ook rekening houdt met de mogelijk
heid van een misdrijf.
Hedenochtend om 7.20 uur (A.T.) is het
K.L.M.-vliegtuig „Wielewaal" van Napels
naar Nederlandsch Indië vertrokken met de
volgende bemanning:
Gezagvoerder Gravis, tweede bestuurder
Stroeve, radiotelegrafist Sweitser, boord
werktuigkundige Boon en radiotelegrafist-
steward Pool.
Aan boord van dit vliegtuig bevinden zich
pasagiers voor Britsch-Indië; terwijl er voor
usschen gelegen trajecten eveneens passa-
"giers geboekt werden. Verder neemt het toe-
s'.el post en vracht voor Nederlandsch-Indië
en post voor Australië mede.
Zielzorg van het leger in mobilisatietijd.
Bij gelegenheid van de plechtige inwijding
van het nieuwe R.K. Militaire Tehuis te Er-
melo had de hoofdaalmoezenier van Leger
en Vloot, kolonel mgr. J. J. J. Noordman
alle aalmoezeniers bij het leger te velde in
vergadering bijeengeroepen. In zijn openings
woord verwelkomde kolonel mgr. Noordman
de aalmoezeniers, die van heinde en verre
waren gekomen om over de belangen van de
zielzorg van het Nederlandsche leger in mo
bilisatie-tijd te beraadslagen.
Een speciaal woord van dank richtte mgr.
Noordman tot pastoor Hoogstraten van Har
derwijk die steeds met raad en daad de be
langen der militairen in dit rayon behar
tigt.
Na de Liturgische inzegening, die door ko
lonel mgr. Noordman werd verricht bracht
de hoofdaalmoezenier hulde aan den archi
tect C. L. F. v. d. Lubbe uit 's-Gravenbaee
en aan den aannemer A. C. Beyer uit Amers
foort. Spreker besloot met den wensch, dat
Gods rijkste ¥zegen in lengte van jaren Ou
dit tehuis zou mogen rusten.
De Hollandsche Stoomboot Mij. te Am
sterdam heeft aan de werf van Van der Gies-
sen Zn, te Krimpen a/d IJssel den bouw
opgedragen van een nieuw motorschip. Het
schip heeft precies dezelfde afmetingen en
is van het zelfde type als het onlangs ver
gane motorschip „Rijnstroom".