WINSTBELASTING
in de Tweede Kamer.
Wie?
h
V
WOENSDAG 10 APRIL 1940
Algemeene beschouwingen.
HET AUTO-ONgeluk TE
sluiskil.
Lijken van beide vermiste
slachtoffers gevonden.
Dr. Schieffer's Stotwisselingzout.
R. K. EERSTE HULP.
DIPHTHERITIS-GEV ALLEN
TE ST. WILLIBROKD.
GLAZENWASSCHER VAN LADDER
GEVALLEN.
rEL El N 5 PAN N E. N D
LD-WEST VER H AA L,
vastmaakte°VvLeer Zadel Wierp' en daar
J)1
MAJOOR KRIJGT 1000
BOETE.
NIET VOLDAAN AAN BEVEL VAN
EEN SCHILDWACHT,
HET DREIGEND CONFLICT
IN DE METAAL-
INDUSTRIE.
KINDJE VAN VIER MAANDEN
GEDOOD.
Vader bekende eerst na langdurig
verboor.
GROSSIER DOOR ZIJN VROEGERFN
KNECHT OVERVALLEN.
FILM „PERPETUUM MOBILE".
Vergadering van Dinsdag
9 April.
VANMIDDAG ving de Kamer de
beraadslagingen aan over het ont
werp-W instbelasting.
„Nu verzwaring van druk noodig is,
eischen zoowel de rechtvaardigheid als het
belang van 's Rijks schatkist, dat, in navol
ging van hetgeen in het buitenland regel is,
de winsten der naamlooze vennootschappen
niet worden belast naarmate zij worden
uitgedeeld, doch naar gelang zij worden be
handeld", schreef minister De Geer in de
toelichting van zijn op 13 Januari versche
nen wetsvoorstel tot heffing van een winst
belastingvoorstel, dat in de Milioenennota
reeds was aangekondigd en na nu-. De ri
de's ingetrokken groote belastingontwerp
tVel kon worden verwacht.
Men schat de totale winst van de binnen
het rijk gevestigde naamlooze vennootschap-
Pen op een half milliard per jaar; een hef
fing van 10 pet. zal dus 50 millioen gulden
Per jaar opbrengen. Dit is 20 mi'lioen meer
dan de huidige dividend- en tantièmebelas
ting, die eindigt, als de nieuwe belasting in
werking treedt. De laatste is de voortzet
ting van de eerste, de vervolmaking zullen
anderen zeggen. Aan deze directe belasting
zijn alle naamlooze vennootschappen onder
worpen, die een beroep of bedrijf uitoefe-
nen binnen het rijk. Vennootschappen van
Provinciën, gemeenten of die uitsluitend
v°lgens sociale verzekeringswetten verze
keren, vallen buiten de wet.
Met deze wet gaat de lang verdedigde
belastingvrijheid van gereserveerde winsten
minstens te loor; zij belast dus zwaarder het
kapitaal, dat in N.V.'s belegd is De wet zal
elk stelsel van winstberekening aanvaarden,
mits het niet in strijd is met goed en eerlijk
koopmansgebruik, maar een vast s'eisel zal
er dus moeten zijn. Dat het verzet tegen de
conversie van uitkeerings- naar winstbe
lasting vrij gelaten is aanvaard practisch
alle landen in Europa heffen reeds een
winstbelasting en met hooger percentage
dan 10 pet. moet aan de huidige omstan
digheden worden toegeschreven. Deze om-
s andigheden verklaren mede, dat de Kamer
reeds op 6 Februari het ontwerp in de af-
ee ingen onderzocht, dat zij 13 Maart haar
yna ertig bladzijden groot V. V. uitbracht,
waarop e minister, die ook voor geen klein
geruchtje vervaard is, reeds op 21 Maart met
de M. v. A. kwam benevens met een reeks
im het ontwerp, deels van for-
Zoo Is' in i°0k van materieeten aard.
van twee ut j 7 door de vermindering
hooeen r tot negen tienden te ver
tegen u!moet Bekomen aan bezwaren
ove 10™ 6 belasting, terwijl de reeds
■/al ien betaalde winstbelasting in aftrek
me" na aangifte van de winstbelasting
uoor de schrlfelijke gedachten wisseling
Was zeker reeds meer dan één verbetering
in het voorstel aangebracht. De commissie
van rapporteurs en de minister hebben
daarna nog schriftelijk van gedachten ge
wisseld en aanvulling daarop is weer een
reeks amendementen, waarvan de voornaam
ste wel van mr Teulings zijn.
Deze heeft bij voorbaat aan eventueele
critici beduid, dat door de zeer vlugge af
handeling, nog onvolmaaktheden in het ont
werp verscholen kunnen zijn. Het voorstel
is bestudeerd, om niet te zeggen besnuffeld
door een heir van deskundigen, wier opmer
kingen de Kamer zooveel mogelijk ver
werkte, maar de experts waren ok wel
eens een slag achter.
In tegenstelling met den anti-revolutionai-
ren heer Wagenaar die het ontwerp alléén
s 1 omdat 's lands financiën de opbrengst
noodig hebben, juichte de katho-
i t dit ggrnVo?rdigde het ontwerp toe, om-
f nHP divirieV7,°H0rdeelen biedt b0Ven de be"
s*aa n - en tantièmebelasting en
OVER het auto-ongeluk, dat zich
gistermiddag onder Sluiskil
heeft voorgedaan, waarbij drie perso
nen om het leven zijn gekrmen, verne
men we nog het volgende:
omdat het de nu door velen als onrechtvaar
dig gevoelde ontduikingsmogelijkheden van
niet uitgekeerde winsten beëindigt. Onge
twijfeld kan men in bepaalde gevallen voor
de tot dusver geldende mogelijkheid van re
serveering argumenten van financieel-econo-
mischen aard aanhalen, maar de principieele
strijd daarover is verdwenen, zooals de be
handeling van dit ontwerp-Winstbelasting
wel bewijst.
Bij de uitwerking zijn er nog eenige onef
fenheden, die mr. Teulings bijgevijld wil zien,
oneffenheden, welke ook de heeren Schilt-
huis en IJzerman ten deele aanraakten. De
voornaamste betreffen wel den uitleg van de
winstbepaling. Daarvan wil de heer Teulings
de norm vinden in het behoud van de winst
capaciteit van de onderneming en bij de toe
passing daarvan bepleit hij terecht 't schep
pen van 'n aparte rechtsinstantie, die ook de
contribuabelen werkelijk bevredigen zal, iets
wat voor de goede naleving der wet van groo
te beteekenis is.
Daarnaast is er nog de kwestie van de
overgangsregeling inzake de betaling van de
oude reserves. Mr Teulings is er voor, ze on
middellijk in de heffing te betrekken, zij het
met soepele betalingsregeling om zoo voor
het bedrijfsleven belastingvrije reserves te
scheppen. Ook de heer IJzerman, die zich
met het ontwerp kon vereenigen, deelde dit
gevoelen.
Deze dingen komen bij de artikelen weer
aan de orde; daar valt ook de beslissing over
't heffingspercentage Dit zal, ondanks 's hee
ren IJsselmuidens amendement, wel gehand
haafd blijven op 10 of, zooals de heer Wage
naar zegt, op 11 procent. Dan zal er ook nog
verstopping, overmatig vet wil doen
verdwijnen en de schadelijke gevolgen
aambeien, rheumatiek, zenuwachtigheid
wil voorkomen, die zuivere bloed en
ingewanden met
Het resultaat is verrassend! Men bespeurt
terstond den grooten di«nst aan de ge
zondheid; men gevoelt zich vrijer en beter
Flacon f 1.05. Dubbele flacon I 1.75 bl| apotheker»
en vakdroglslen.
Reel. 3839-5 17
wel wat gesproken worden over den aard van
reserves. Zooals de heer Schilthuis me| het
voorbeeld van verongelukte schepen aan
toonde en uit de algemeene moeilijkheid om
voorraden te waardeeren afleidde, zou hier
wel eenige verheldering noodig zijn.
Daaraan zal het bij minister De Geer niet
ontbreken. Een vreemdeling zou zich verba
zen over de ijzige rust, waarmee de afstam
meling van het geslacht, dat in Skandinavië
zulk een goeden klank heeft, ondanks de
ratelende donderslagen uit het Noorden, de
sprekers aanhoorde. Hij zou denken, dat de
bewindsman alleen zorg had over de 20 mil
lioen. Doch tegen vier uur begaf deze zich
even naar den Voorzitter en wel vroeger
dan anders ging daarop de Kamer uiteen.
Eerlijk gezegd in de huidige omstandig
heden lijkt het begrijpelijker, dat de minister
van Algemeene Zaken op het departement
is dan in de Kamer. Deze zal de ontwerpen
nu dan ook wel in bijzonder snel tempo af
handelen.
Door de nationale commissie voor E. H. B.
O. van het Wit-Gele Kruis is Zondag te
Nieuw-Namen (Z.) een onderafdeeling R. K.
E. H. B. O. opgericht. Dr. Casparie zal er als
docent optreden. 66 dames en heeren traden
als lid toe.
Het R.K. bijkerkje in Blijdorp te R'dam is
vrijwel voltooid. Een opname van het
kerkje in zijn omgeving in deze
nieuwe woonwijk.
De laatste weken hebben zich in St. Willi-
brord enkele gevallen van diphtherie voorge
daan tengevolge waarvan in het gezin van
J. W. aldaar reeds twee kinderen zijn over
leden. Nadaf verleden week een zoontje van
4 jaar aan deze ziekte is gestorven, is thans
een 5-jarig dochtertje als slachtoffer geval
len. Een 2-jarig dochtertje is op medisch ad
vies ter observatie in de barakken van het
ziekenhuis te Oudenbosch opgenomen.
Kreeg een hersenschudding en
brak twee polsen.
Men meldt ons uit Amsterdam:
In de De Lairessestraat is. gistermorgen
tusschen elf en twaalf uur een glazenwas-
scher van de ladder gevallen. De man brak
daardoor de beide polsen en kreeg een her
senschudding. De G. G. en G. D. heeft den
ongelukkige naar het Wilhelminagasthuis
gebracht.
Men vermoedt, dat de bestuurder de on
geveer 65-jarige landbouwer J. den Hamer
uit Axel onwel geworden is, want bij het
onderzoek van de uit het water gehaalde
auto bleek deze geheel intact te zijn.
De eenige getuige van het ongeluk was
een soldaat, die op wacht stond.
Hij had de auto voorbij hooren rijden en
daarna niets meer vernomen. Toen hij op
onderzoek uitging, zag hij den wagen in het
water. Den heer Den Hamer, die het eerst
op den kant werd gebracht, verleende hij de
eerste hulp. Omdat dit slachtoffer nog tee
kenen van leven gaf, paste hij kunstmatige
ademhaling toe, echter zonder succes.
De heer Den Hamer was een bekende
persoonlijkheid te Axel. Hij was onder meer
bestuurslid van de Zeeuwsche landbouw
jnaatschappij.
Het stoffelijk overschot van den heer
Pen Hamer is naar het ziekenhuis in Sluiskil
overgebracht.
Toen gistermiddag omstreeks kwart voor
vier de auto uit het water werd gehaald
Was de wagen leeg en de portieren waren
gesloten. Daar verschillende personen met
zekerheid wisten te vertellen, dat de heer
Den Hamer nog twee mede-passagiers had,
werd met dreggen voortgegaan.
In den laten middag zijn de lijken van den
37-jarigen heer A. Verschelling, die deel uit
maakte van een commissie, welke een onder
zoek instelt naar de schade veroorzaakt door
de schadelijke gassen, afkomstig van de fa
briek Compagnie Neerlandaise de l'Azote te
Sluiskil en van den ongeveer vijftigjarigen
landbouwer J. van de Ree uit Zaamslag uit
het kanaal opgehaald.
Bang was Betty Wilson, de jeugdige eige
nares van de Befaamde Dennenheuvel
hoeve, in het minst niet voor de twee scha
vuiten die haar, en haar Indiaansehe vrien
din Lelie, en den jongen Tim Martin gevan
gen genomen hadden.
ZÜ en Lelie hadden niets te duchten. En
zij wist zeer goed dat schurken, zooals Jaap
„Maakt dat jelui wegkomt zei Jaap.
en Buck, alleen dan gevaarlijk zijn, wanneer
hun slachtoffers blijk van vreesachtigheid
geven, maar dat zij in werkelijkheid be-
hooren tot het gilde der lafaards en, ondanks
hun groote monden, heel vlug in hun schulp
kruipen, wanneer driest tegen haar opgetre
den wordt.
„Jelui speelt wel een heel gevaarlijk spel",
zeide zij, in den ingang staande van de spe-
link, waar de bandieten zich sinds hun vlucht
verborgen gehouden hadden. „Behalve dat
jelui mij beroofd hebt, en paarden steelt,
wilt jelui ook kwaad doen aan Tim. Ik
waarschuw jelui dat ik op het eerste het
beste oogenblik sheriff Harper achter jelui
aan zal zetten. Ik zal niet rusten voor jelui
gevangen, en veilig achter slot en grendel
zijt!"
„O, zanik niet, en ruk uit!" gromde Jaap
ruw, terwijl hij haar en Lelie uit den spelonk
duwde. „Wij geven geen zier om je dreige
menten, juffie! Tegen den tijd dat je bij she
riff Harper aangeland bent, zullen wij al
goed en wel buiten zijn bereik zijn!
.,Sta daar toch niet met haar te kletsen!
zei Buck ongeduldig. „Laat ons de paarden
vasflen' en over de bergen rijden! Bind Tim
hebbeP 6en van de Paarden> die WÜ nu over
jaap' en breng mij de anderen hier!"
te keeren0mPdte,Zich WCg\ om weldra terug
hii r!wn,0 met den vastgebonden Tim, dien
van de Ponnies gaf biide teugels
mptvpypi Betty en Lelie over aan
paard besteeg. &arna hij tenslotte zijn eigen
„Jelui kunt hier zoo iang blijven, als jelui
Betty keek bezorgd, terwijl zij den terugweg
aanvaardden.
wilt, jongedames!" zeide Buck, toen hij langs
de beide meisjes reed. „Maar als ik jelui
was, zou ik toch maar beginnen terug te
kuieren naar de boerderij het is een
aardig eind, en binnen een uur of zoo zal
het donker zijn! Ga er dus vandoor!"
En zich tot zijn medeplichtige wendend:
„Dóór Jaap, dat pad moeten wij nemen.
over de bergen! Daag!"
Dit laatste woord was weder tot de meisjes
gericht. Hij lachte spottend, terwijl hij met
voorgewende beleefdheid zijn hoed afnam.
Vervolgens zette hij de paarden aan, en
met zijn makker reed hij weg in f linken
draf. i
„Alsals dien Tim iets ergs overkomen
mocht, dan.dan zal ik op die kerels jacht
laten maken, al zou het mij de laatste cent
kosten, die ik bezit, Lelie!" zeide het Engel-
sche meisje langzaam. „Hoe gemeen hebben
zij ons er in laten loopen. Had ik maar
geweten wie zij waren, toen wij hen
het eerst zagen! Enfin, hier kunnen wij
niets goeds uitrichten. Wij moeten
maar op weg gaan. Ik ben bang dat
er weinig kans is, dat wij iemand
tegenkomen, die nu dezen weg uitgaat,
op dezen tijd van den dag."
Met op elkaar geknepen lippen vin
gen de beide meisjes de lange wan
deling aan, terug naar de boerderij.
Betty verkeerde voortdurend in de
grootste bezorgdheid om hetgeen de
twee bandieten wellicht met Tim zou
den doen. De jongen mocht dan al
moedig en slim zijn voor zijn jaren,
tegen deze twee groote ruwe kerels
zou hij toch weinig kunnen uitrichten.
Hij bevond zich volkomen in hun
macl\t. Wat zouden zij met hem voor
hebben? Het was zoo gemakkelijk
iemand in de wildernis spoorloos te doen
verdwijnen, zoodat geen haan ernaar kraaide.
Ondertusschen trokken Buck en Jaap, met
de gestolen paarden en hun geboeiden ge
vangene, over het bergpad in de richting
van den pas. Zij waren vol vertrouwen dat
zij zich met hun buit goed en wel uit de
voeten zouden
kunnen maken, en
dat zij bovendien
wraak zouden
kunnen nemen op
den jongen, van
wien zij zich
meester gemaakt
hadden.
Toen zij halt
gehouden hadden
om hun hijgende
paarden eenige
rust te schenken,
vernam Buck het
geluid van den
motor van een
automobiel.
„Laat ons van
het pad afgaan
Jaap!" zeide hij
snel. „Daar komt een auto door den pas;
zij rijdt het pad af in onze richting. Het is
niet bepaald noodig dat iemand ons ziet
en later vei telt wat hij gezien heeft".
Zij was weldra uit het gezicht verdwenen,
en lang voor het geluid van den puffenden
motor weggestorven was, zwoegden Jaap en
diens metgezel het pad wederop.
„Ik wil, als ons dit mogelijk is, den
pas nog vóór donker bereiken," zei
Buck. „Als wij eenmaal aan den
anderen kant zijn, mogen wij ons min
of meer veilig achten. Ik ken een heel
kleine canyon*) even voorbij den pas,
waar wij veilig kampeeren kunnen.
Morgen kunnen wij verder trekken
naar Lucky Strike, daar de paarden
verkoopen en dan ervandoor gaan
naar de grens.
Hij liet zich niet uit over wat er
met den jongen gebeuren zou, maar
het sprak vanzelf dat zij Tim niet als
een geboeiden gevangene door een be
woonde streek konden vervoeren.
Al dien tijd hadden Betty en Lelie
moeizaam den terugweg naar de boer-
derij voortgezet. Het begon laat te
worden, en het zou niet lang meer
duren alvorens de duisternis inviel.
Plotseling hoorde Betty het geluid van
diezelfde kleine auto, welke de bandieten
gezien hadden, en welks gepuf en geratel
weergalmde in de canyons achter de beide
wandelaarsters.
,.Een auto!" riep zij uit, zich schielijk om
wendend. „O Lelie, ik hoop maar dat de be
stuurder ons een eind wil meenemen! Het
zou ons een massa kostbaren tijd uitsparen!"
„Als wij den bestuurder maar kunnen
aanhouden, dan kunnen wij hem uitleggen
hoe de vork in den steel zit", meende Lelie.
„Niemand zal toch wel zoo onvriendelijk zijn
ons langs te rijden!"
De rammelende auto kwam naderbij, en
Betty stiet een kreet van vreugde uit, toen
zij den bestuurder herkende.
„Het is Jack van Jack's garage,Lelie!"
riep zij uit. „Wat hebben wij tenslotte toch
nog 'n geluk!"
Jack's garage was nog maar enkele
maanden geleden geopend aan het
hoofdpad bij den Dennenheuvel-hoeve.
Betty had reeds spoedig kennis ge
maakt met den goedmoedigen jongen
eigenaar van wien zij zelfs een auto
gekocht had.
„Hallo, hallo, hallo!" zeide Jack, ter
wijl hij zijn auto tot staan bracht. „Wat
is er dan aan de hand, miss Betty?"
Haastig legde Betty hem uit, hoe zij
én Lelie en de jonge Tim erop uit
getrokken waren om een bezoek te
brengen aan haar broer in de stad
Lucky Strike, en hoe zij twee boeven
in de armen geloopen, door dezen beet
genomen, en tenslotte beroofd waren.
„Ik dacht dat ik verscheidene paar
den een eind terug hooger op in de
heuvels zag," zeide Jack. „Ik kan zelfs
zeggen dat ik er zeker van was
maar ik herinner mij niet dat ik ze langs
gegaan ben!"
„Dan hebben de bandieten je vast zien
aankomen en zich verscholen", meende Bet
ty. „Zeg, Jack, zou je mij niet een gunst
willen bewijzen?"
„Heb nog nooit een gunst aan een dame
geweigerd, miss
Betty!" zeide de
kleine garagehou
der met een bree-
dei grijns. „U
wilt zeker dat ik
u terug rijdt naar
de boerderij?"
„Neen," ant
woordde Betty.
„Ik zou willen dat
u Lelie en mij
eerst naar de heu
vels reedt. Daar
zullen die kerels
wel ergens hun
kamp opslaan
voor den nacht.
Ik wil dat zien te
vinden in de hoop
hulp te kunnen
lichten spookachtige, dansende figuren op
den weg vóór hem tooverden.
„Het zal zeker een vermoeiende wacht
worden, Lelie", zeide Betty, „maar wij zul
len haar om beurten waarnemen, en zoo
blijft altijd iets van ons wakker om te zien
of de schelmen ook iets uitvoeren voor Tony
met zijn troep hier kan zijn".
„Het zou nogal onaangenaam voor ons
kunnen worden indien bleek dat die twee
mannen daar beneden vreemden waren, Bet-
Als nu eens bleek dat zij vreemden waren",
zeide Lelie.
„Het is Jack van de garage riep Betty uit.
bieden aan Tim."
„Dat is in orde, Miss Betty", zeide Jack.
„Ik zal het doen als dit uw wensch is".
Zij hadden nog niet lang gereden of Jack
wees Betty de plaats aan, waar hij de paar
den gezien had. Daarna werd de reis voort
gezet tot zij den vlakken, stoffigen weg van
den pas zelf bereikten.
Plotseling vatte Lelie, wier zintuigen
het meest gescherpt waren, haar vrien
din bij den arm.
„Ik ruik den rook van een vuur,
Betty," zeide zij. „Niet ver hier van
daan is een kamp.
Weer gaven beiden haar oogen de
kost. Zorgvuldig zochten zij met haar
blikken de omgeving af, en ten slotte
ontwaarden zij den gloed van een
kampvuur in een kleine, op zichzelf
gelegen canyon, bijna vlak beneden
haar.
Zij konden twee gedaanten onder
scheiden, aan weerszijden van het
smeulende vuur gezeten, en dicht
daarbij bespeurden zij de schimmen
der paarden, benevens iets, dat in een
deken gewikkeld was, en waarvan
Betty zeker was dat het Tim moest zijn.
„Dat zijn ze, Lelie!" zeide het Engel-
sche meisje, terwijl zij zich terug begaven
naar de auto. „Nu kunnen wij Jack ten
minste een duidelijke boodschap voor Tony
meegeven."
Waaruit die boodschap bestond, behoeft
wel niet gezegd te worden. Jack verklaarde
zich gaarne bereid haar over te brengen.
Opnieuw deed hij zijn auto keeren, en hij
reed weder het bergpad af, terwijl de kop-
ty", zeide Lelie. „Zou het eigenlijk niet beter
zijn als wij ons ervan overtuigden dat Tim
zich daar óók bevindt?"
„Maar hoe kun je dat doen zonder zelf
in de gaten te loopen, Lelie?" merkte Betty
op. „Wij zullen alles bederven als wij zoo
maar naar beneden komen om te ontdekken
of zij Buck en Jaap zijn, en Tim bij zich
hebben!"
Lelie glimlachte, en vatte haar vriendin
by den pols.
„Vergeet je dat ik een Indiaansch meisje
ben, Betty?" vroeg zij. „Heb je vergeten dat
ik vele jaren met mijn stam geleefd heb
en dat ik opgeleid ben in sporen zoeken en
besluipen. Ik zou langs den kant der canyon
kunnen sluipen en op enkele voet afstands
van het vuurtje gaan liggen, zonder dat
Buck en Jaap het minste gerucht zouden
hooren dat hen tegen mijn nabijheid zou
waarschuwen".
„Zou je werkelijk zóó dicht bij kunnen
komen dichtbij genoeg om zekerheid te
verkrijgen?" vroeg Betty in spanning.
„Ik zou dichtbij genoeg kunnen komen om
naast die deken te gaan liggen, waarin
waarschijnlijk Tim ligt", zeide Lelie. „Ik zou
mjj ervan kunnen vergewissen of het Tim
Isik zou zelfs in staat zijn hem te be
vrijden!"
„O, Lelie, dat zou prachtig zijn!" riep Bet
ty uit. „Het kan mij niet schelen wat er
met die schelmen gebeurt, als wij Tim maar
uit hun klauwen bevrijden kunnen!"
„Blijf jij dan hier wachten", zeide het
Indiaansehe meisje. „Ik zal naar beneden
Volkomen geruischloos sloop Lelie weg.
gaan, en zien wat ik kan ontdekkenen
of ik misschien nog iets meer doen kan!"
Over den rand van een rotsblok glurend,
keek Betty met gespannen aandacht naar
het bivakvuur, en naar de gestalten, die ver
licht werden door de kleine, maar thans wat
hooger oplaaiende vlammen.
Een najuwe doorgang
steile rotswanden.
tusschen hooge
(Nadruk verboden).
(WORDT VERVOLGD)
Op 22 November van het vorig jaar reed
een reserve-majoor te paard over het Noord-
zee-strand en stuitte daarbij op een gegeven
oogenblik op een schildwacht, die hem
staande hield en het wachtwoord vroeg. De
majoor, die tot een ander regiment behoorde,
kon dit niet geven, waarop de schildwacht
hem mededeelde, dat hij niet verder mocht
rijden.
Na eenig gepraat evenwel had de reserve-
majoor den schildwacht overreed hem toch
door te laten, waarop de schildwacht het
geval direct aan zijn wachtmeester rappor
teerde.
Dit had tot gevolg dat deze zaak voor het
hoog militair gerechtshof gebracht werd,
welk college gisteren in eersten en eenigen
aanleg sententie wees.
Het hot veroordeelde den reserve-majoor,
die inmiddels eervol uit den dienst is ont
slagen, tot een geldboete van 1000 subs,
een maand hechtenis wegens opzettelijke
ongehoorzaamheid gepleegd in tijd van
oorlog.
De advocaat-fiscaal had dezelfde straf
geëischt.
De rijksbemiddelaar mr. T. J. Verschuur
heeft de partijen, betrokken bij het dreigend
conflict in de metaalindustrie, bijeengeroepen
tot een bespreking in het departement van
Sociale Zaken op Vrijdag a.s.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Te ruim 2 uur 's namiddags heeft de inspec
teur van den justitieelen dienst Maandag den
dader van den moord op het kindje van vier
maanden verhoord, die aanvankelijk hard
nekkig bleef ontkennen. Schijnbaar afwezig
en onbewogen antwoordde de man, die Zon
dag door de politie was gearresteerd, op de
vragen van den inspecteur, die deze onbe
wogen houding verdacht vond. Het was wel
waar, dat de man niet de vader was van
het kind, zoodat zijn onverschilligheid niet
geheel onverklaarbaar kon worden genoemd,
maar het was een feit, dat hij bekend had,
des nachts het laatst bij het kind te zijn ge
weest, omdat het huilde. Steeds kwam de
inspecteur daarop terug en de dader be
speurde, dat de vermoedens van zijn onder
vrager sterker en sterker werden. Na een
langdurige pressie en nadat het rapport, dat
de geneeskundige dienst over de sectie uit
gebracht had, iederen twijfel aan de doods
oorzaak had weggevaagd, kwam ten slotte
de volledige bekentenis er uit.
De man, een 29-jarige arbeider uit de
Borgerstraat, verklaarde, dat hij op verzoek
van zijn vrouw het kind was gaan omleggen
en dat hij het toen opzettelijk zeer ruw ge
daan had. Zijn stiefkind, dat op zoo tragische
wijze om het leven kwam, was een onophou
delijke bron van ruzie geweest tusschen de
beide jong-gehuwden.
De moeder is in den loop van den dag
meermalen verhoord, maar zij bleek niet te
weten, dat haar man deze vreeselijke daad
met opzet had verricht. De politie heeft geen
reden kunnen vinden, om haar in arrest te
houden.
De dader aangehouden.
Gisterochtend bemerkt de grossier in groen
ten en fruit Van de L. van den Hatertsche-
veldweg te Nijmegen, toen hij zijn auto uit
een pakhuis wilde halen, dat de deuren
geforceerd waren. Toen hij het pakhuis
binnenging, werd hij door iemand gegrepen
en met een stuk hout op het hoofd geslagen.
De man behield zijn tegenwoordigheid van
geest en greep den aanvaller vast, die zich
evenwel losrukte en er vandoor ging. Zijn
fiets liet hij echter achter. Van de L. had een
hoofdwonde en een gekneusden vinger
opgeloopen.
De politie stelde een onderzoek in en kon
al spoedig overgaan tot de arrestatie van den
dader, den 32-jarigen V., die bij Van de L.
in dienst is geweest en aan wien het bekend
was, dat zijn vroegere patroon zijn geld by
zich draagt als hij naar de markt gaat.
Naar ons wordt medegedeeld is de film
getiteld: „Perpetuum Mobile", van den cineast
Chr. Pointl zoo goed als gereed. Deze film
(een kleuren Documentaire der jaargetijden),
is geheel door hem vervaardigd en ge
ïnspireerd op klassieke muziek.
Er zal binnenkort voor Pers en genoodig-
den de eerste vertooning worden gegeven.