SPEL EN ONTSPANNING. CONTRACT-BRIDGE. ia Philatelistisch allerlei. flt 7 DAMRUBRIEK. üijmiiii _j§éi SCHAAKRUBRIEK. m WÊ 8êl PI Hl Si H m 'mm Bi HET NTEWE DAGBLAD VAN DINSDAG 17 DECEMBER, 1940 HOE MEN NIET MOET SPELEN. Na goed uitbieden moet goed afgespeeld worden. w z z m %m. Pi. WW.,,,,,,, iiÉ l§iÉl 1 jilÉl éék W&LJt§i w. wm. wm vm. M ül WÉ WL Ai (T Hoe Choe-ti vorst van Yen werd en No-cha bouwde. Secours National?'-zegels en ander interessants uit Frankrijk; Duitsche Winterhulp in het Oosten. Steun aan Hongarije's beeldende kunstenaars. -•••' BOERENBOUWKUNST IN VERVLOGEN TIJDEN. Behoud van het oude boerenhuis. ACTIE VAN DE VEREENIGING „OUD-LEIDEN'. Hand no. 4. S A-3-2 H 9-6-2 R A-H-V-8-2 K H-6 S 9-8-6-4 H 8-7-3 R 6-5 K V-10-8 7 N Z O S 7-5 H A-H-V-10-4 R B-10-9-7 K 4-3 S H-V-B-10 H B-5 R 4-3 K A-B-9-5-2 Noord gever, geen der partijen kwetsbaar. Het biedverloop: N O Z W 1 R 1 H 2 K P 2 R P 2 S P 3 S P 4 S P P P West opende met Harten 8 en Oost nam den slag met Harten Vrouw en maakte daar na Harten Aas, waarna hij vervolgde met Harten Heer. Zuid vond het gevaarlijk zijn troef te verzwakken en wierp een kleine Klaveren (2) weg, daarbij triomfantelijk rond kijkend. Oost speelde daarna Ruiten Boer, waar door de Blinde aan slag kwam. Troef werd gespeeld, maar dat moest vier maal gebeu ren om de vijandelijke troeven uit te kun nen slaan. Toen werd Ruiten afgespeeld, maar die zaten niet rond, waarop de snit in Klaveren geprobeerd moest worden, die eveneens mislukte, waardoor het contract met één onderslag verloren werd. Zuid klaagde erg over zijn pech, omdat nu ook niets goed zat. Toch had hij hel contract kunnen winnen, als hij maar niet zoo onnadenkend gespeeld had. Het was goed, dat hij de Harten niet aftroefde om zich te verzekeren tegen een niet rond zit ten der troeven. Maar had hij dit eveneens in de Ruiten moeten voorzien? Er waren drie topslagen in de Ruiten en twee topsla- gen in de Klaveren, dus Zuid had nog slechts vijf andere slagen noodig, waarvan hij er in troef reeds vier had. Waarom pro beerde hij niet een vijfden troefslag te ma ken, teneinde zich voor alle eventualiteiten te dekken? Na het winnen van den eersten Ruiten-slag had hij Klaveren Heer en Aas moeten spelen om dan Klaveren na te spe len en in den Blinde met het Aas te troeven. Daarna had vier keer troef gespeeld moe ten worden om met twee winnende Ruiten te vervolgen. -ssIeW Simple comme bonjour, maar onze Zuid verloor zijn vierde hand achterna en voel de zich diep gebukt onder zijn pech, maar nog meer de kritiek, die van toeschouwer en maat op hem neerdaalde. Een dure les, maar hij kon er voordeel uit trekken, het geen hij echter niet deed, want het vol gende spel moest hij tot zijn noodlot weer, voor den vijfden achtereenvolgenden keer, als Leider en als lijder optreden, hij ver broddelde het namelijk weer. Hand no. 5. S 6-4-2 H A-7-5 R A-V-B-8-2 K 9-7 S A-10-8-3 N H V-B-10-8 R 7-4 W O K V-6-2 S 7-5 H H-9-4-2 R 10-9-6-5-3 K 5-4 S H-V-B-9 H 6-3 R H K A-H-B-10-8-3 Oost gever, geen der partijen kwetsbaar. Het biedverloop: O W N P 1 K P 1 R P 1 S P 2 ZT P 4 K P 4 R P 5 K P P Men ziet het- aan het bieden lag het niet, dat was goed, maar na het goed uitbieden van een spel moet het ook goed afgespeeld worden, want het uiterste geboden hebben de, moet men er ook het uiterste uit halen. En dat kon Zuid maar niet. Hij had inder- derdaad pech, echter niet in het zitten van de kaarten, maar wel door het feit, dat hij maar steeds Leider moest zjjn. Hij bofte dus met zijn kaarten, maar zijn pech was, dat hij de hand spelen moest en dat kon hij nu eenmaal niet goed. West kwam uit met Harten Vrouw, die door N. met het Aas genomen werd. Na eenig nadenken speelde Zuid uit Noord Ruiten Aas, daardoor zijn eigen Ruiten Heer latende sneuvelen. Hij vervolgde met Ruiten Vrouw en wierp zijn eigen overblij vende Harten daar op weg. Toen speelde hij voorzichtig en wel Klaveren 7 om te kunnen snijden; dit gebeurde en West maak te zijn Klaveren Vrouw. Deze speelde Har ten Boer na, die door Zuid werd afgetroefd. Zuid was in dubio, hij kon met Klaveren 9 in Noord aan slag komen om Schoppen 9 daarna weg te kunnen werpen op Ruiten Boer uit den Blinde, maar als West slechts twee Ruiten had gehad en twee of drie troe ven, dan kon er van dit plan niets goeds komen. Ook kon hij de troeven op één na uitspelen, waarna hij Schoppen Heer zou kunnen spelen, maar dan vormde Schoppen 10 nog een eventueel gevaar, wanneer de squeeze in troef deze niet zou hebben doen ontblooten. Hij besloot tot de squeeze, het geen fout was, want geen tegenstander zou zijn Schoppen ontblooten, wetende, dat Zuid renonce in Harten en Ruiten had. Dit mis lukte dan ook en het contract was weder om down, voor de vijfde maal achter elkaar Ja, maar anders had ik het niet kunnen spelen, want West had maar twee Ruiten en de eerste methode zou dus ook mis zijn gegaan. Zoo redeneerde Zuid, maar hij had wederom ongeluk. Na den slag met Harten Aas gewonnen te hebben had hij Klaveren AasHeer moe ten spelen en toen het niet lukte Klaveren Vrouw te doen vallen, had hij Ruiten Heer moeten spelen, overnemen met Ruiten Aas en daarna Ruiten VrouwBoer spelen. West zou dan den Ruiten Boer niet anders heb ben kunnen nemen dan met Klaveren Vrouw. Wanneer West reeds bij den tweeden Rui tenslag zou hebben afgetroefd, was er altijd nog kans op 't vallen van Schoppen tien. Zelfs met de troeven 41 tegen kan Zuid zijn verliezende Harten nog kwijt op Ruiten Vrouw van den Blinde en hij kan daarna óf een derde ronde Ruiten riskeeren of op het rondzitten der Schoppen speculeeren. Zuid had veel overwogen, maar het was beter geweest, als hij wat pessimistischer omtrent den snit in troef en het rondzitten der Schoppen geweest was. Het was niet gelukkig, dat beide verkeerd geweest was, maar in feite was geen van beide noodig geweest. Wij hebben het reeds gezegd: Zuid bood wel goed, maar hij speelde zijn kaarten slecht. Nu erkennen wij, dat hu in de laa ste hand wel een beetje pech had, maar hij verloor de voorzichtigheid uit het oog -n dat moet iemand, die terecht of en on rechte zich een pechvogel noemt, nooit doen; hij moet zich ook tegen zijn pech wapenen en deze speler deed dat in geen der behandelde handen. Tot onze spijt zijn in onze beschouwingen van den vorigen Zondag storende fouten ge slopen, welke, doordat de kaartenverdeeling onjuist werd weergegeven, het geheel on leesbaar maakten. Wij hopen de volgende week de gegeven spellen opnieuw te behan delen. Hand no. 6. S 5-4-2 H 7-5-3 R V-10-9-4 K A-V-B S 9-7 H V-8 R A-8-6-5-2 K 7-6-5-3 N W Z O S 10-6-3 H B-10-9-6 R H-B-7 K H-4-2 S A-H-V-B-8 H A-H-4-2 R 3 K 10-9-8 Zuid gever, OW kwetsbaar. Het biedverloop: Z W N IS p 1ZT 2 H p 2 ZT 4 S p p O P P P Onze Zuid had den moed nog niet verlo ren, zijn hand was dan ook wel aanlokke lijk. West kwam uit met Klaveren 7, in Noord werd gesneden en Oost maakte den slag met Klaveren Heer. Hij wist niet beter dan in troef na te komen en Zuid nam den slag met Schoppen Boer. Zuid ging nu tellen; reeds was een Kla veren-slag verloren aan een Ruiten-verlies- slag was. niet te ontkomen, nu was het de zaak, niet meer dan één Harten-slag te verliezen. Indien de vijandelijke verdeeling 33 zou zijn, was alles in kannen en krui ken, maar was deze 42, dan zou de zaak an ders staan. De eenige kans was, dat op lang troef slaan Harten zouden worden af geworpen. Daarom trok Zuid nogmaals troef, maar ging toen ineens over naar Harten, waarvan hij AasHeer speelde, gevolgd door een kleine Harten. Oost nam den slag met Harten 10 en speelde troef na met het re sultaat, dat Zuid zijn contract wederom ver loor. Hoe had Zuid moeten spelen? Direct na den tweeden slag met Schoppen Boer ge wonnen te hebben, had hij een kleine Har ten moeten spelen; na weder aan slag ge komen te zijn, had hij voor den tweeden keer troef moeten slaan, daarna Aas Heer van Harten moeten spelen en zij.i laatste Harten in Noord moeten aftroeven. Dan had hij zijn contract gewonnen. Alle correspondentie te richten aan den aam- redacteur van dit blad. No. 630 «T4 December 19401. PROBLEEM No. 1954. O. DE WOLF, Purmerend. Ie plaatsing. Miniatuur. Zwart. W i t. Zwart: 7, 9, 10, 13, 21, 27, 37. Wit: 23, 32, 34, 88, 40, 41, 48. PROBLEEM No. 1955. J. SGHEIJEN, Heerlen. Ie plaatsing. Miniatuur. Zwart. PROBLEEM No. 1956. C. v. d. KUILEN, Voorthuizen (G.) 3 e plaatsing. Schej en motief 7 Zwart. Zwart W i t. 12, 13, 15, 22, 23, 27, 29, 32, 35. Wit: 20, 34, 36, 40, 43/5, 48, 50. 4e Partij. 32—28, 43—38, 34—30, 37—31, 41—37, 40—34, 39x30, 31—26, 26X17, 3025, 37—31, 34—30, 43—39, Stand: 18—23; 7—12; 14—20; 25x34; 10—14 10—15; 18—23; 24—29- 11X44; 19x30; 28 1—7; 14—19; 2. 38—32, 12—18 4. 43—38, 7—12 6. 31—27, 20—25 8. 40 x 20, 15x24 10. 45—40, 5—10 12. 34—29, 23x34 14. 44—39, 12—18 16. 33 x 24, 17—21 18. 50 x 39, 8—12 20. 25x34, 14—20 22. 39—33, 4IC 24. 30—25, 10—14- 26. 25x14, 9x20 Zwart: 3, 6/8, 12/3, 15/6, 18/20, 23. Wit: 27, 31/3, 35/6, 3S/9, 42, 46/8. 27 39—34, 7—11; 28. 31—26, 11—17; 29. 46—41, 20—24 Fout, overziet het verlies van een schijf. 30. 26—21, 17x26; 31. 27—22, 18x27 32. 32x21, 26x17; 33. 33—29, 24x33 34. 38 x 7 8—12 35. 7x9, 3x14 Zwart is een stuk achter, maar heeft iets voor deel in stand. 36. 41—37, 17—22 37. 37—32 22—27 38. 32 x 21, 16 x 27 39. 42—38, 19—23 40. 47-42, 6-11. 41. 42—37, 11—17 42 37—32, 17—21; 43. 48—43, 15—20 44. 43—39, 20—24 45. 34—30, 14—19 46. 3025, 21—26; 47. 32x21, 26x17 48. 39—34, 17—22; 49. 36-31 Stand. zw. 19, 22/4; wit 25 31, 34/5, 38. 49. 23—28? fout, 22—28 bracht in alle va rianten remise. 50. 34—30, 19—23. 51. 30x19, 23x14- Zwart geeft op. W i t. Zwart: 9, 10, 20, 24, 26/28. Wit; 29, 34. 35, 39, 42, 47, 48. Oplossingen over drie weken. Deze behooren Uiterlijk Dinsdag 31 December in ons bezif te zijn PROBLEEMOPLOSSINGEN No. 6060. 1. Dfl—f7 enz. Na 1 b3b4 volgt eenvoudig Kc6—d5. No. 6061. 1. Teö—e3 enz. Geschiedt 1 Db2, dan Pb4—a2: 1 b3—a4; dan b5—a4;- 1 Tg5 is zonder dreiging. No. 6062. 1 Lh5e8 enz. Na 1 Dg7 kan volgen 2 Pc6—e5 en na 1 Te5, Dg7+. No. 6063. 1. Db2bl dreigt 2 Tf3ft 1Dc7, Dd6, Ph6 ad lib. 2. La5:. Db4, Pf5 mat. 1 Tf3 direct dan Kh2 en na Lg3 Kh2—hl. Onoplosbaar na 1 Dbl,Dc7 (Dd6)2 La5 (Lb4) h3h2. GOEDE OPDOSSINGEN H. v. Gaaien, Hiliegersberg, alle. Armand Helmer, Raaite, alle. G. v. Rooyen, den Haag, alle. A. J. Verhey, Rotterdam, alle. E. v. Ravensberg, Haarlem, alle beh. no. 6061. W. G. Ruigrok, Rotterdam, alle beh. no. 6062. H. Beets, den Haag, de tweezetten. J. ter Heerdt, Hiliegersberg, idem. G. Mensing, Enschede, idem. Chr. J. Oomen, Teteringen, idem. A. de Vette Jz., VI. Ambacht, idem. B. P. Geels, Amsterdam, no. 6061 en 6062. Mendir Oevon Hoeven, no. 6060 en 6062. W. R. v. Mierloo, Vught, no. 6061. F. A. Puts, Haarlem, alle. CORRESPONDENTIE. A. J. V. te R. Uw opmerking is juist. Jam mer da,t u ons dit niet vroeger meldde. W. te N. In no. 6049 dient Lh8 om na I. f4xg3 het mat; 2 Ld4 op te luisteren. In no. 6052 schijnt ons Ph2 van ondergeschikt belang. PROBLEEM No. 6070. J. -A. V/. SWANE, Nijmegen. Eerste plaatsing. Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 6071. G. NEfUKOMM. Ungarische Schachzeitung. Eervolle vermelding. Mat in twee zetten. 'V- PROBLEEM No. 6072. R. JANSEN, Rotterdam. Maasbode Tournooi 1940/41. Mat in drie zetten. Onverdiende blaam. Zij: „Is het heusch waar, wat ze me van je verteld hebben? Je zou gezegd hebben, dat je me wilde trouwen, omdat ik minstens vijftigduizend gulden meebracht." Hij: „Wat kunnen ze iemand toch zwart maken! Ik zou je evengoed trouwen, als je maar vijf en twintigduizend gulden mee kreeg!" De Ming-dynastie was een geslacht van sterke mannen. Behalve orde en rust heeft ze machtige dingen tot stand gebracht in de twee a drie eeuwen van haar heerschappij en mogen we de sage gelooven, dan was het onder haar bewind, dat Peking werd ge bouwd, de gele metropolis, ommuurd en af gesloten door vier poorten, stad van parken, tuinen en meren en van dat typische heilig dom, dat de Chineezen den „tempel des hemels" noemen. Want, zoo luidt de Chineesche historie, de eerste keizer der Ming-dynastie had een lie- velingszoon, Choe-ti geheeten, dien hij over laadde met blijken van zijn vaderlijk wel gevallen. En op zekeren dag noemde hij hem niet Choe-ti, maar Yen-Wang. Stil van ontroering was Choe-ti toen ge worden, want groot bleek opnieuw de liefde van zijn vader, maar groot ook was de weg, die hem nu voeren zou ver van het paleis en van de koestering der keizerlijke ge negenheid. „Yen Wang!", vorst van Yen, had zijn vader hem toegesproken. De titel was niet slechts 'n eer, blijk van 's keizers voorliefde, hij was een opdracht tevens. Gouverneur was hij geworden van een der grootste provincies van het keizerlijke rijk Zwaar viel beiden het vertrek. Lang en be moedigend sprak de vader zijn afscheidsrede; vrees voor het verre onbekende drukte den zoon. Toen trad een tempel-dienaar naar voren en boog voor den vorst van Yen. Een kleine verzegelde map gaf hij Choe-ti als priesterlijk geschenk. „Draag het mee naar het verre land", zei hij, „maar openen zult gij het slechts in tijd van nood" Lang en zwaar was de reis langs onbe kende wegen naar de streek, waar hij als vorst van Yen, nu heerschen zou; teleurstel lend bovenmate was de aankomst. Een woes tenij bleek dat land en zonder beschaving was het volk, dat er woonde. En Yen-Wang dacht terug, dag en nacht, aan het vaderlijk paleis, waar weelde en geluk heerschten en haofsche manieren. Heimwee naar het voor bije, droefheid om het heden, angst voor de toekomst drukten zijn 2iel. Was dat de nood toestand, waarvan de tempeldienaar bij het afscheid had gesproken De vorst van Yen greep naar de map, hem als talisman meegegeven naar dit trieste oord. De inhoud zou raad schaffen en dien raad zou hij volgen. Hij ontdeed het myste rieuze geschenk van zijn omhulsels. Een document bleek het te bevatten en met stij gende verbazing las Choe-ti de woorden, welke er geschreven stonden. Een bevel was het ter plaatse, waar hij las, moest een stad verrijzen, grootsch en wijd, die No-Cha heeten zou en hij moest ze bouwen. Maar, 'twas den vorst van Yen, of met dit bevel krachten in zijn ziel ontbrandden, waarvan hij zich immer tevoren bewust was Met de ontzaglijke rijkdommen, door zijn vader hem ter beschikking gesteld, recru- teerde hij een leger van bouwmeesters en arbeiders en allengs rezen uit de woestenij de contouren der stad, naar mysterieus be stek gebouwd, met tuinen en vijvers, een majestueus paleis voor hem, Yen-Wang en aan de voornaamste stadspoort twee tempels: de tempel des hemels en de tempel der aarde. En telken jare, eeuwen lang, kwam de keizer, om in den tempel des hemels te offe ren voor het welzijn des volks. Velerhande sagen en mythen waren de in spiratie-bronnen, waaraan de meest karakte ristieke zegelbeelden ontsproten, die men op de Chineesche vignetten vindt. Men moet ze eigenlijk kennen, om zin en beteekenis dei- zegels te begrijpen. Een voorbeeld is de legpnde van den bouw van No-Cha, thans Perping of Peking geheeten en van den tem pel des hemels. De tempel des hemels, dien men op eenige van China's zegels ziet, is intusschen niet het door Yen-Wang daar opgetrokken heiligdom. Dèj; heeft de tijd gesloopt, maar bij den her bouw is met de grootste zorg en vóór alles ge-treefd naar herstel van den oorspronke lijk,.,, stijl. Merkwaardigheden vallen te melden uit Frankrijk: Het zegel van 50 c. roserood der uitgave 1932'33 (vredesmaagd) en de 50 c. blauw van het Mercurius-type zijn in Duinkerken gesignaleerd, beide waarden in horizontale paren bewerkt met een metalen «stempel en van den opdruk „Besetztes Gebiet Nord Frankreich" in kader voor zien. De oplage moet slechts tien duizend stuks bedragen en naar ons ter oore kwam zijn de prijzen bij de enkelingen hier te lande, die deze stellen te koop kunnen bieden, af schrikwekkend hoog. Een andere merkwaardigheid vormen twee bekende zegels, de 1 fr. 75 blauw van het Ceres-type der uitgave 19381939 en het vignet met de mijnwerkers, dat 2 f. 15 waard was, bruin-lila van kleur en in 1938 werd uitgegeven. Deze beide zegels zijn namelijk in Bretagne rood overdrukt met een nieuw waardecijfer, n.l. 1 Fr., en twee strepen door de 2 fr. 15, de vroegere waarde. Blijkbaar heeft men dus in Bretagne, toen bezet r irijs de voorziening van de provincie met zegels stopzette, gebrek gehad aan 1 Fr.-zegels en zich op hooger vermelde wijze de noodige provisorische frankeer- waarden verschaft. Te oordeelen naar den prijs, die voor deze opdrukken wordt gevraagd, moeten ook van deze zegels de oplagen aan den lagen kant zijn. Intusschen zijn zoo juist ook vier toeslag zegels in koers gesteld ten bate van het Fransche Winterhulpwerk, of liever van den „Secours National", zooals het inschrift op de zegels luidt. De waarden zijn 80 c. 2 F., zwartgrijs 1 F. 2 F. bruin, 1 F. 50 2 F. paars en 2 F. 50 -f 2 F. groen. Het tafereeltje op de laagste waarde stelt den Franschen graanoogst voor met maaiers en helpsters, die de schoven binden; op de 1 fr. 2 fr. zaait een zaaier in versch ge ploegde voren; de 1 F. 50 toont ons den wijnoogst en de 2 F. 50 een weide, wel voor zien van grazend vee. Drie der zegels vinJt men in deze rubriek afgebeeld. Naar het D.N.B. dezer dagen uit Krakau meldde, hebben de Duitsche poste- rijen voor het oostelijk deel van het rijk thans vier bijzondere postzegels voor de Duitsche oorlogswinterhuip uitgegeven. De serie Bevat de waarden van 12, 24, 30 en 50 groszy. De zegels vertoonen den kop van een Duitschen boer uit het Oosten. Van de drie zeer fraaie zegels, uitgegeven op den eersten verjaardag van het generaal- gouvernement, vindt men heden in deze kolommen een reproductie welke echter, evenals die der Fransche zegels, iets ver groot is. "Iopgarije geeft vandaag of morgen een serie zegels uit ten bate van 'e H- i- gaarsche beeldende kunstenaars. Te ze. worden voor het dubbele der nominale waarde verkrijgbaar gesteld. Geldig ter frankeering blijven ze tot 31 Maart 1941. De orlage is 150.000 series. Intusschen zijn zoo juist drie prachtzegels in Hongarije verschenen. Ze worden met toeslag verkocht. Op twee ervan prijkt het jaartal 1940, het jaar dus van den terugkeer van Zevenburgen. Door dit feit heeft de ont werper zich laten inspireeren. Wij komen op deze uitgave nader terug, doch vermelden reeds uit de waarden, die zijn 10 50 f. groen, 20 bruingeel. 50 f. roodbruin en 30 50 f. In J-azilië verscheen een nieuw port- zegel van 200 r., groen van kleur, me: watermerk „Casa da Moeda do Brazil". Het spreekt wel van zelf, dat na Vene zuela ook Columbia aandacht zou schen ken aan het eeuwfeest van den vermaarden vrijheidsheld, generaal Santander, maar dat deze hulde uit tien zegels zou bestaan, had toch niemand verwacht. De waarden dezer herinneringsserie zijn 1 c. olijfgroen met het borstbeeld van San tander, 2 c. wijnrood, een andere beeltenis van den generaal, 5 c. bruin, de markante kop van den vrijheidsheld, 8 c. rood, een standbeeld van Santander, 10 c. geel, het ge boortehuis van den vrijheidsheld, 15 c., zwartblauw, de kerk, waarin hij werd ge doopt, 20 c. groen, landschap van Paya, 50 c. blauwviolet, de Boyacabrug, 1 P. rood Santander op zijn sterfbed, 2 P. oranje, marsch door de vlakte van Zamora in 1819. Als illustratie-materiaal bij een levens schets van den roemrijken generaal, of bij een overzicht van den vrijheidsoorlog, zullen ook deze zegels goed voldoen. De Dominicaansche repu bliek heeft, ter gelegenheid van het tweede Fan Amerikaansche congres te Cru- dad Trujillo, een drietal zegels uitgegeven 3 c. rood en rosa, 7 c. donker en licht blauw en 1 P. licht en geelgroen voor stellende de kaart van de Caraibische zee. r' Golf n Mexico en de omliggende lan den, het geheel belicht met een stralen bundel uit Ciudad Trujillo. Onder het wapen der Dominicaansche republiek leest men het inschrift „Segunda Reunion Intern Americana del Caribe Ciudad Trujillo 3e de Mayo a 6 de Junio", De koerseerende serie frankeerzegels van Me x i c o werd aangevuld met de waarden 6 c. en 30 c„ voor het internationaal ver keer. Bij gelegenheid van de opening van den autoweg Mexico-Guadalajara is een her inneringszegel van 6 c. groen uitgegeven, voorstellend het monument, dat bij deze opening werd onthuld. HWWUIIW NAT! NATIONAL De drie prachtige zegels, door Duitschland uitgegeven op den eersten verjaardag van het General gouvernement en drie van de vier in Frankrijk verschenen toeslag zegels voor nationalen steun. {Foto Maasbode.) Dit najaar vraagt de Vereeniging „Oud- Leiden" belangstelling voor de boerenbouw- kunst in de omgeving van Leiden. Iedere streek van ons land heeft zijn eigen boerderij-architectuur. De oude boerderijen in Rijnland zijn opgetrokken van een warm- rooden baksteen (Rijnsteen), veelal markant van vorm en logisch van bouw. Zij doen in schoonheid dan ook niet onder bij die in andere landstreken. Merkwaardig is, dat hier niet één type optreedt, doch dat er een tweetal hoofdvormen voorkomen, de z.g. langbouw en, wat we zouden willen noemen de half-dwarsbouw. Van beide typen zijn zeer fraaie voorbeelden uit het begin van de 17e eeuw aanwezig. Het langbouw type heeft inmiddels in zooverre overwonnen, dat het andere type niet meer wordt gebouwd. In Weipoort, te Koudekerk, Hazerswoude, Hoogmade, Stompwijk, Wassenaar, Voor hout, enz. zijn nog zeer fraaie oude boerde rijen aanwezig. „Oud-Leiden" wil nu deze oude boeren- bouwkunst registreeren. Op een aan de le den gedaan verzoek van net bestuur werd reeds een 80-tal foto's van boerderijen of onderüeeien daarvan ontvangen. Dit is nog maar een begin en het bestuur hoopt van belangstellende amateur-fotografen nog me nig foto voor het genoemde doel te ontvan gen (secretariaat: Nieuwsteeg 13). Het be schrijven en het verzamelen van het foto materiaal is evenwel niet voldoende. Wil men volkomen den bouw van een boerderij vastleggen, dan moet deze geheel in teeke- ning worden gebracht; dit is vooral ook voor later van belang. Een uit 1613 dateerende boerderij te Hoogmade is onlangs op verzoek van „Oud-Leiden" geheel in teekening ge bracht door den heer J. Leicher te Leiden. In het kader van de najaarsactie voor de boerenbouwkunst had de Vereeniging „Oud Leiden" den heer J. Jans, architect te Alme lo, pitgenoodigd voor een voordracht, waar voor uitermate veel belangstelling bestond. De heer Jans behandelde het onderwerp: De boerenbouwkunst in Nederland en in de omgeving van Leiden". Ofscnoon Rembrandt in zijn etsen vooral de schoonheid van de landelijke bouwkunst heeft verheerlijkt, is toch de werkelijke De- langstelling ervoor in ons land nooit groot geweest. Schilders hebben wel de charme van het bouwvallige gegeven, maar een Saenredam van de landelijke bouwkunst is er nooit geweest. In onze monumentenlijsten ontbreken alle gegevens over de monumenten der lande lijke bouwkunst en dit feit weerspiegelt vol doende de officieele belangstelling. Voor een juiste beoordeeling van de bouwkunst moe ten twee sferen onderscheiden worden. Eensdeels de kerkelijke en wereldlijke bouwkunst in de officieele stijlen, anderdeels de bouwkunst voor het volk, in de steden veel meer aangeraakt door de officieele stij len dan ©p het platteland. De zuiverste plat telandsbouwkunst vindt men dan ook in de provinciën ver van de groote centra. Het Nederlandsche boerenhuis geeft naast bonte verscheidenheid ook eenheid. De ver scheidenheid wordt bepaald door bedrijf en omgeving, de eenheid door de sfeer. Bij alle verschillen is het Nederlandsche boerenhuis eenvoudig, wat niet zeggen wil, kaal, maar ingetogen. Een rustige ernst overheerscht erin, bonte versiering is zeldzaam. De dich ter bij steden gelegen boerderijen zijn de rijkste, doordat zij in vorm en onderdeelen de onderdeelen uit de stad overnemen. Te genwoordig is dit in slechten zin nog zoo. Waar het boerenhuis in ons land nog niet grondig bestudeerd is, is het zeer moeilijk data te geven. En wat dit betreft wordt het nog moeilijker naarmate men verder op het platteland komt. Bij alle eenheid in de veel heid heeft de boerderij in elke provincie paar eigen karakter. Al deze verschillen zijn ook weer terug te brengen op omgeving en landbouwtechni- sche oorzaken of op kleine volksverhuizin gen. Voor de studie van het boerenhuis zal in de eerste plaats noodig zijn grondige re gistreering. Alle hoofdtypes zuilen grondig opgemeten moeten worden en in teekening gebracht. Deze teekeningen zullen gevoelig zakelijk moeten zijn, zonder schilderachtige effecten als via Delft abusievelijk worden gepropageerd. Achter alle boerenbouwkunst schuilen ambtelijke tradities, die uit de opmetingen teruggelezen moeten worden. Een andere kant van het boerderij en vraag stuk is de kwestie van nieuwbouw. Het zal de juiste weg blijken, dat wij in de nieuwe boerderij tot een verstandige synthese van het goede oude en goede nieuwe geraken. Daar bij moet men deze synthese willen en dit is op het oogenblik bij den doorsnee platte lander niet het geval. Ondanks alle loflie deren op hem gezongen is hij in erge mate ten prooi aan een verburgerlijking. Achter deze verburgerlijking schuilt een gebrek aan een werkelijk eigen levensstijl, zooals die in het verleden aanwezig was. De belangstelling voor het oude boeren huis komt dan ook niet van het platteland, maar uit de stad. Pas wanneer men op het platteland de innerlijke waarde van het oude boerenhuis heeft leeren inzien en over tuigd is geworden van de noodzakelijkheid van een eigen levensstijl, zal het boeren huisprobleem tot een nieuwe karakteristieKe oplossing geraken. Hij had 'm door, „Zeg, amice, blij, dat ik je weer eens tref. Ik zit in moeilijkheden en wou m'n hart eens graag aan je uitstorten." „Kan gebeuren, maar ik zit al een paar dagen ook op zwart zaad!" De reden. „Zeg, kerel, jaren geleden was je altijd gladgeschoren en nou draag je een baard als een patriarch. Waarom is dat?" „Zal ik je even zeggen: vroeger mocht ik zelf m'n overhemden uitzoeken, nou wil m'n vrouw het met alle geweld doen!" In den wolkenkrabber. jBewoner van de dertigste étage van den brandenden wolkenkrabber tot brandweer lieden met springzeil: „Alsjeblieft weg met dat ding. Vrouw, geef onmiddellijk onze parachutes wml"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 3