SPEL EN ONTSPANNING.
CONTRACT-BRIDGE.
ia
Philatelistisch allerlei.
flt
7
DAMRUBRIEK.
üijmiiii _j§éi
SCHAAKRUBRIEK.
m WÊ 8êl
PI Hl Si H
m 'mm
Bi
HET NTEWE DAGBLAD VAN DINSDAG 17 DECEMBER, 1940
HOE MEN NIET MOET
SPELEN.
Na goed uitbieden moet goed
afgespeeld worden.
w
z
z
m %m.
Pi. WW.,,,,,,,
iiÉ l§iÉl
1 jilÉl éék
W&LJt§i
w. wm.
wm vm.
M ül WÉ WL
Ai
(T
Hoe Choe-ti vorst van Yen werd
en No-cha bouwde.
Secours National?'-zegels en ander
interessants uit Frankrijk; Duitsche
Winterhulp in het Oosten. Steun
aan Hongarije's beeldende
kunstenaars.
-•••'
BOERENBOUWKUNST IN
VERVLOGEN TIJDEN.
Behoud van het oude
boerenhuis.
ACTIE VAN DE VEREENIGING
„OUD-LEIDEN'.
Hand no. 4.
S A-3-2
H 9-6-2
R A-H-V-8-2
K H-6
S 9-8-6-4
H 8-7-3
R 6-5
K V-10-8 7
N
Z
O
S 7-5
H A-H-V-10-4
R B-10-9-7
K 4-3
S H-V-B-10
H B-5
R 4-3
K A-B-9-5-2
Noord gever, geen der partijen kwetsbaar.
Het biedverloop:
N
O
Z
W
1 R
1 H
2 K
P
2 R
P
2 S
P
3 S
P
4 S
P
P
P
West opende met Harten 8 en Oost nam
den slag met Harten Vrouw en maakte daar
na Harten Aas, waarna hij vervolgde met
Harten Heer. Zuid vond het gevaarlijk zijn
troef te verzwakken en wierp een kleine
Klaveren (2) weg, daarbij triomfantelijk
rond kijkend.
Oost speelde daarna Ruiten Boer, waar
door de Blinde aan slag kwam. Troef werd
gespeeld, maar dat moest vier maal gebeu
ren om de vijandelijke troeven uit te kun
nen slaan. Toen werd Ruiten afgespeeld,
maar die zaten niet rond, waarop de snit in
Klaveren geprobeerd moest worden, die
eveneens mislukte, waardoor het contract
met één onderslag verloren werd.
Zuid klaagde erg over zijn pech, omdat
nu ook niets goed zat. Toch had hij hel
contract kunnen winnen, als hij maar niet
zoo onnadenkend gespeeld had. Het was
goed, dat hij de Harten niet aftroefde om
zich te verzekeren tegen een niet rond zit
ten der troeven. Maar had hij dit eveneens
in de Ruiten moeten voorzien? Er waren
drie topslagen in de Ruiten en twee topsla-
gen in de Klaveren, dus Zuid had nog
slechts vijf andere slagen noodig, waarvan
hij er in troef reeds vier had. Waarom pro
beerde hij niet een vijfden troefslag te ma
ken, teneinde zich voor alle eventualiteiten
te dekken? Na het winnen van den eersten
Ruiten-slag had hij Klaveren Heer en Aas
moeten spelen om dan Klaveren na te spe
len en in den Blinde met het Aas te troeven.
Daarna had vier keer troef gespeeld moe
ten worden om met twee winnende Ruiten
te vervolgen.
-ssIeW Simple comme bonjour, maar onze Zuid
verloor zijn vierde hand achterna en voel
de zich diep gebukt onder zijn pech, maar
nog meer de kritiek, die van toeschouwer
en maat op hem neerdaalde. Een dure les,
maar hij kon er voordeel uit trekken, het
geen hij echter niet deed, want het vol
gende spel moest hij tot zijn noodlot weer,
voor den vijfden achtereenvolgenden keer,
als Leider en als lijder optreden, hij ver
broddelde het namelijk weer.
Hand no. 5.
S 6-4-2
H A-7-5
R A-V-B-8-2
K 9-7
S A-10-8-3
N
H V-B-10-8
R 7-4
W O
K V-6-2
S 7-5
H H-9-4-2
R 10-9-6-5-3
K 5-4
S H-V-B-9
H 6-3
R H
K A-H-B-10-8-3
Oost gever, geen der partijen kwetsbaar.
Het biedverloop:
O
W
N
P
1 K
P
1 R
P
1 S
P
2 ZT
P
4 K
P
4 R
P
5 K
P
P
Men ziet het- aan het bieden lag het niet,
dat was goed, maar na het goed uitbieden
van een spel moet het ook goed afgespeeld
worden, want het uiterste geboden hebben
de, moet men er ook het uiterste uit halen.
En dat kon Zuid maar niet. Hij had inder-
derdaad pech, echter niet in het zitten van
de kaarten, maar wel door het feit, dat hij
maar steeds Leider moest zjjn. Hij bofte dus
met zijn kaarten, maar zijn pech was, dat
hij de hand spelen moest en dat kon hij nu
eenmaal niet goed.
West kwam uit met Harten Vrouw, die
door N. met het Aas genomen werd. Na
eenig nadenken speelde Zuid uit Noord
Ruiten Aas, daardoor zijn eigen Ruiten
Heer latende sneuvelen. Hij vervolgde met
Ruiten Vrouw en wierp zijn eigen overblij
vende Harten daar op weg. Toen speelde
hij voorzichtig en wel Klaveren 7 om te
kunnen snijden; dit gebeurde en West maak
te zijn Klaveren Vrouw. Deze speelde Har
ten Boer na, die door Zuid werd afgetroefd.
Zuid was in dubio, hij kon met Klaveren
9 in Noord aan slag komen om Schoppen 9
daarna weg te kunnen werpen op Ruiten
Boer uit den Blinde, maar als West slechts
twee Ruiten had gehad en twee of drie troe
ven, dan kon er van dit plan niets goeds
komen. Ook kon hij de troeven op één na
uitspelen, waarna hij Schoppen Heer zou
kunnen spelen, maar dan vormde Schoppen
10 nog een eventueel gevaar, wanneer de
squeeze in troef deze niet zou hebben doen
ontblooten. Hij besloot tot de squeeze, het
geen fout was, want geen tegenstander zou
zijn Schoppen ontblooten, wetende, dat Zuid
renonce in Harten en Ruiten had. Dit mis
lukte dan ook en het contract was weder
om down, voor de vijfde maal achter elkaar
Ja, maar anders had ik het niet kunnen
spelen, want West had maar twee Ruiten
en de eerste methode zou dus ook mis zijn
gegaan. Zoo redeneerde Zuid, maar hij had
wederom ongeluk.
Na den slag met Harten Aas gewonnen
te hebben had hij Klaveren AasHeer moe
ten spelen en toen het niet lukte Klaveren
Vrouw te doen vallen, had hij Ruiten Heer
moeten spelen, overnemen met Ruiten Aas
en daarna Ruiten VrouwBoer spelen. West
zou dan den Ruiten Boer niet anders heb
ben kunnen nemen dan met Klaveren
Vrouw.
Wanneer West reeds bij den tweeden Rui
tenslag zou hebben afgetroefd, was er altijd
nog kans op 't vallen van Schoppen tien. Zelfs
met de troeven 41 tegen kan Zuid zijn
verliezende Harten nog kwijt op Ruiten
Vrouw van den Blinde en hij kan daarna
óf een derde ronde Ruiten riskeeren of op
het rondzitten der Schoppen speculeeren.
Zuid had veel overwogen, maar het was
beter geweest, als hij wat pessimistischer
omtrent den snit in troef en het rondzitten
der Schoppen geweest was. Het was niet
gelukkig, dat beide verkeerd geweest was,
maar in feite was geen van beide noodig
geweest.
Wij hebben het reeds gezegd: Zuid bood
wel goed, maar hij speelde zijn kaarten
slecht. Nu erkennen wij, dat hu in de laa
ste hand wel een beetje pech had, maar hij
verloor de voorzichtigheid uit het oog -n
dat moet iemand, die terecht of en on
rechte zich een pechvogel noemt, nooit
doen; hij moet zich ook tegen zijn pech
wapenen en deze speler deed dat in geen
der behandelde handen.
Tot onze spijt zijn in onze beschouwingen
van den vorigen Zondag storende fouten ge
slopen, welke, doordat de kaartenverdeeling
onjuist werd weergegeven, het geheel on
leesbaar maakten. Wij hopen de volgende
week de gegeven spellen opnieuw te behan
delen.
Hand no. 6.
S 5-4-2
H 7-5-3
R V-10-9-4
K A-V-B
S 9-7
H V-8
R A-8-6-5-2
K 7-6-5-3
N
W
Z
O
S 10-6-3
H B-10-9-6
R H-B-7
K H-4-2
S A-H-V-B-8
H A-H-4-2
R 3
K 10-9-8
Zuid gever, OW kwetsbaar.
Het biedverloop:
Z W N
IS p 1ZT
2 H p 2 ZT
4 S p p
O
P
P
P
Onze Zuid had den moed nog niet verlo
ren, zijn hand was dan ook wel aanlokke
lijk.
West kwam uit met Klaveren 7, in Noord
werd gesneden en Oost maakte den slag
met Klaveren Heer. Hij wist niet beter
dan in troef na te komen en Zuid nam den
slag met Schoppen Boer.
Zuid ging nu tellen; reeds was een Kla
veren-slag verloren aan een Ruiten-verlies-
slag was. niet te ontkomen, nu was het de
zaak, niet meer dan één Harten-slag te
verliezen. Indien de vijandelijke verdeeling
33 zou zijn, was alles in kannen en krui
ken, maar was deze 42, dan zou de zaak an
ders staan. De eenige kans was, dat op
lang troef slaan Harten zouden worden af
geworpen. Daarom trok Zuid nogmaals troef,
maar ging toen ineens over naar Harten,
waarvan hij AasHeer speelde, gevolgd door
een kleine Harten. Oost nam den slag met
Harten 10 en speelde troef na met het re
sultaat, dat Zuid zijn contract wederom ver
loor.
Hoe had Zuid moeten spelen? Direct na
den tweeden slag met Schoppen Boer ge
wonnen te hebben, had hij een kleine Har
ten moeten spelen; na weder aan slag ge
komen te zijn, had hij voor den tweeden
keer troef moeten slaan, daarna Aas
Heer van Harten moeten spelen en zij.i
laatste Harten in Noord moeten aftroeven.
Dan had hij zijn contract gewonnen.
Alle correspondentie te richten aan den aam-
redacteur van dit blad.
No. 630 «T4 December 19401.
PROBLEEM No. 1954.
O. DE WOLF, Purmerend.
Ie plaatsing.
Miniatuur.
Zwart.
W i t.
Zwart: 7, 9, 10, 13, 21, 27, 37.
Wit: 23, 32, 34, 88, 40, 41, 48.
PROBLEEM No. 1955.
J. SGHEIJEN, Heerlen.
Ie plaatsing.
Miniatuur.
Zwart.
PROBLEEM No. 1956.
C. v. d. KUILEN, Voorthuizen (G.)
3 e plaatsing.
Schej en motief 7
Zwart.
Zwart
W i t.
12, 13, 15, 22, 23, 27, 29, 32, 35.
Wit: 20, 34, 36, 40, 43/5, 48, 50.
4e Partij.
32—28,
43—38,
34—30,
37—31,
41—37,
40—34,
39x30,
31—26,
26X17,
3025,
37—31,
34—30,
43—39,
Stand:
18—23;
7—12;
14—20;
25x34;
10—14
10—15;
18—23;
24—29-
11X44;
19x30;
28
1—7;
14—19;
2.
38—32,
12—18
4.
43—38,
7—12
6.
31—27,
20—25
8.
40 x 20,
15x24
10.
45—40,
5—10
12.
34—29,
23x34
14.
44—39,
12—18
16.
33 x 24,
17—21
18.
50 x 39,
8—12
20.
25x34,
14—20
22.
39—33,
4IC
24.
30—25,
10—14-
26.
25x14,
9x20
Zwart: 3, 6/8, 12/3, 15/6, 18/20, 23.
Wit: 27, 31/3, 35/6, 3S/9, 42, 46/8.
27 39—34, 7—11; 28. 31—26, 11—17; 29. 46—41,
20—24
Fout, overziet het verlies van een schijf.
30. 26—21, 17x26; 31. 27—22, 18x27
32. 32x21, 26x17; 33. 33—29, 24x33
34. 38 x 7 8—12 35. 7x9, 3x14
Zwart is een stuk achter, maar heeft iets voor
deel in stand.
36. 41—37, 17—22 37. 37—32 22—27
38. 32 x 21, 16 x 27 39. 42—38, 19—23
40. 47-42, 6-11. 41. 42—37, 11—17
42 37—32, 17—21; 43. 48—43, 15—20
44. 43—39, 20—24 45. 34—30, 14—19
46. 3025, 21—26; 47. 32x21, 26x17
48. 39—34, 17—22; 49. 36-31
Stand. zw. 19, 22/4; wit 25 31, 34/5, 38.
49. 23—28? fout, 22—28 bracht in alle va
rianten remise.
50. 34—30, 19—23. 51. 30x19, 23x14-
Zwart geeft op.
W i t.
Zwart: 9, 10, 20, 24, 26/28.
Wit; 29, 34. 35, 39, 42, 47, 48.
Oplossingen over drie weken. Deze behooren
Uiterlijk Dinsdag 31 December in ons bezif te zijn
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 6060. 1. Dfl—f7 enz.
Na 1 b3b4 volgt eenvoudig Kc6—d5.
No. 6061. 1. Teö—e3 enz.
Geschiedt 1 Db2, dan Pb4—a2: 1 b3—a4; dan
b5—a4;- 1 Tg5 is zonder dreiging.
No. 6062. 1 Lh5e8 enz.
Na 1 Dg7 kan volgen 2 Pc6—e5 en na 1 Te5,
Dg7+.
No. 6063. 1. Db2bl dreigt 2 Tf3ft
1Dc7, Dd6, Ph6 ad lib.
2. La5:. Db4, Pf5 mat.
1 Tf3 direct dan Kh2 en na Lg3 Kh2—hl.
Onoplosbaar na 1 Dbl,Dc7 (Dd6)2 La5 (Lb4)
h3h2.
GOEDE OPDOSSINGEN
H. v. Gaaien, Hiliegersberg, alle.
Armand Helmer, Raaite, alle.
G. v. Rooyen, den Haag, alle.
A. J. Verhey, Rotterdam, alle.
E. v. Ravensberg, Haarlem, alle beh. no. 6061.
W. G. Ruigrok, Rotterdam, alle beh. no. 6062.
H. Beets, den Haag, de tweezetten.
J. ter Heerdt, Hiliegersberg, idem.
G. Mensing, Enschede, idem.
Chr. J. Oomen, Teteringen, idem.
A. de Vette Jz., VI. Ambacht, idem.
B. P. Geels, Amsterdam, no. 6061 en 6062.
Mendir Oevon Hoeven, no. 6060 en 6062.
W. R. v. Mierloo, Vught, no. 6061.
F. A. Puts, Haarlem, alle.
CORRESPONDENTIE.
A. J. V. te R. Uw opmerking is juist. Jam
mer da,t u ons dit niet vroeger meldde.
W. te N. In no. 6049 dient Lh8 om na I.
f4xg3 het mat; 2 Ld4 op te luisteren. In no. 6052
schijnt ons Ph2 van ondergeschikt belang.
PROBLEEM No. 6070.
J. -A. V/. SWANE, Nijmegen.
Eerste plaatsing.
Mat in twee zetten.
PROBLEEM No. 6071.
G. NEfUKOMM.
Ungarische Schachzeitung.
Eervolle vermelding.
Mat in twee zetten.
'V-
PROBLEEM No. 6072.
R. JANSEN, Rotterdam.
Maasbode Tournooi 1940/41.
Mat in drie zetten.
Onverdiende blaam.
Zij: „Is het heusch waar, wat ze me van
je verteld hebben? Je zou gezegd hebben,
dat je me wilde trouwen, omdat ik minstens
vijftigduizend gulden meebracht."
Hij: „Wat kunnen ze iemand toch zwart
maken! Ik zou je evengoed trouwen, als je
maar vijf en twintigduizend gulden mee
kreeg!"
De Ming-dynastie was een geslacht van
sterke mannen. Behalve orde en rust heeft ze
machtige dingen tot stand gebracht in de twee
a drie eeuwen van haar heerschappij en
mogen we de sage gelooven, dan was het
onder haar bewind, dat Peking werd ge
bouwd, de gele metropolis, ommuurd en af
gesloten door vier poorten, stad van parken,
tuinen en meren en van dat typische heilig
dom, dat de Chineezen den „tempel des
hemels" noemen.
Want, zoo luidt de Chineesche historie, de
eerste keizer der Ming-dynastie had een lie-
velingszoon, Choe-ti geheeten, dien hij over
laadde met blijken van zijn vaderlijk wel
gevallen. En op zekeren dag noemde hij hem
niet Choe-ti, maar Yen-Wang.
Stil van ontroering was Choe-ti toen ge
worden, want groot bleek opnieuw de liefde
van zijn vader, maar groot ook was de weg,
die hem nu voeren zou ver van het paleis
en van de koestering der keizerlijke ge
negenheid.
„Yen Wang!", vorst van Yen, had zijn
vader hem toegesproken. De titel was niet
slechts 'n eer, blijk van 's keizers voorliefde,
hij was een opdracht tevens. Gouverneur was
hij geworden van een der grootste provincies
van het keizerlijke rijk
Zwaar viel beiden het vertrek. Lang en be
moedigend sprak de vader zijn afscheidsrede;
vrees voor het verre onbekende drukte den
zoon. Toen trad een tempel-dienaar naar
voren en boog voor den vorst van Yen. Een
kleine verzegelde map gaf hij Choe-ti als
priesterlijk geschenk. „Draag het mee naar
het verre land", zei hij, „maar openen zult
gij het slechts in tijd van nood"
Lang en zwaar was de reis langs onbe
kende wegen naar de streek, waar hij als
vorst van Yen, nu heerschen zou; teleurstel
lend bovenmate was de aankomst. Een woes
tenij bleek dat land en zonder beschaving
was het volk, dat er woonde. En Yen-Wang
dacht terug, dag en nacht, aan het vaderlijk
paleis, waar weelde en geluk heerschten en
haofsche manieren. Heimwee naar het voor
bije, droefheid om het heden, angst voor de
toekomst drukten zijn 2iel. Was dat de nood
toestand, waarvan de tempeldienaar bij het
afscheid had gesproken
De vorst van Yen greep naar de map,
hem als talisman meegegeven naar dit trieste
oord. De inhoud zou raad schaffen en dien
raad zou hij volgen. Hij ontdeed het myste
rieuze geschenk van zijn omhulsels. Een
document bleek het te bevatten en met stij
gende verbazing las Choe-ti de woorden,
welke er geschreven stonden.
Een bevel was het ter plaatse, waar hij
las, moest een stad verrijzen, grootsch en
wijd, die No-Cha heeten zou en hij moest
ze bouwen.
Maar, 'twas den vorst van Yen, of met dit
bevel krachten in zijn ziel ontbrandden,
waarvan hij zich immer tevoren bewust was
Met de ontzaglijke rijkdommen, door zijn
vader hem ter beschikking gesteld, recru-
teerde hij een leger van bouwmeesters en
arbeiders en allengs rezen uit de woestenij
de contouren der stad, naar mysterieus be
stek gebouwd, met tuinen en vijvers, een
majestueus paleis voor hem, Yen-Wang en
aan de voornaamste stadspoort twee tempels:
de tempel des hemels en de tempel der
aarde. En telken jare, eeuwen lang, kwam de
keizer, om in den tempel des hemels te offe
ren voor het welzijn des volks.
Velerhande sagen en mythen waren de in
spiratie-bronnen, waaraan de meest karakte
ristieke zegelbeelden ontsproten, die men op
de Chineesche vignetten vindt. Men moet ze
eigenlijk kennen, om zin en beteekenis dei-
zegels te begrijpen. Een voorbeeld is de
legpnde van den bouw van No-Cha, thans
Perping of Peking geheeten en van den tem
pel des hemels.
De tempel des hemels, dien men op eenige
van China's zegels ziet, is intusschen niet het
door Yen-Wang daar opgetrokken heiligdom.
Dèj; heeft de tijd gesloopt, maar bij den her
bouw is met de grootste zorg en vóór alles
ge-treefd naar herstel van den oorspronke
lijk,.,, stijl.
Merkwaardigheden vallen te melden uit
Frankrijk: Het zegel van 50 c. roserood
der uitgave 1932'33 (vredesmaagd) en de
50 c. blauw van het Mercurius-type zijn in
Duinkerken gesignaleerd, beide waarden in
horizontale paren bewerkt met een metalen
«stempel en van den opdruk „Besetztes
Gebiet Nord Frankreich" in kader voor
zien.
De oplage moet slechts tien duizend stuks
bedragen en naar ons ter oore kwam zijn
de prijzen bij de enkelingen hier te lande,
die deze stellen te koop kunnen bieden, af
schrikwekkend hoog.
Een andere merkwaardigheid vormen twee
bekende zegels, de 1 fr. 75 blauw van het
Ceres-type der uitgave 19381939 en het
vignet met de mijnwerkers, dat 2 f. 15 waard
was, bruin-lila van kleur en in 1938 werd
uitgegeven. Deze beide zegels zijn namelijk
in Bretagne rood overdrukt met een nieuw
waardecijfer, n.l. 1 Fr., en twee strepen door
de 2 fr. 15, de vroegere waarde.
Blijkbaar heeft men dus in Bretagne, toen
bezet r irijs de voorziening van de provincie
met zegels stopzette, gebrek gehad aan
1 Fr.-zegels en zich op hooger vermelde
wijze de noodige provisorische frankeer-
waarden verschaft.
Te oordeelen naar den prijs, die voor deze
opdrukken wordt gevraagd, moeten ook van
deze zegels de oplagen aan den lagen kant
zijn.
Intusschen zijn zoo juist ook vier toeslag
zegels in koers gesteld ten bate van het
Fransche Winterhulpwerk, of liever van den
„Secours National", zooals het inschrift op
de zegels luidt.
De waarden zijn 80 c. 2 F., zwartgrijs
1 F. 2 F. bruin, 1 F. 50 2 F. paars en
2 F. 50 -f 2 F. groen.
Het tafereeltje op de laagste waarde stelt
den Franschen graanoogst voor met maaiers
en helpsters, die de schoven binden; op de
1 fr. 2 fr. zaait een zaaier in versch ge
ploegde voren; de 1 F. 50 toont ons den
wijnoogst en de 2 F. 50 een weide, wel voor
zien van grazend vee. Drie der zegels vinJt
men in deze rubriek afgebeeld.
Naar het D.N.B. dezer dagen uit Krakau
meldde, hebben de Duitsche poste-
rijen voor het oostelijk deel van het rijk
thans vier bijzondere postzegels voor de
Duitsche oorlogswinterhuip uitgegeven. De
serie Bevat de waarden van 12, 24, 30 en
50 groszy. De zegels vertoonen den kop van
een Duitschen boer uit het Oosten.
Van de drie zeer fraaie zegels, uitgegeven
op den eersten verjaardag van het generaal-
gouvernement, vindt men heden in deze
kolommen een reproductie welke echter,
evenals die der Fransche zegels, iets ver
groot is.
"Iopgarije geeft vandaag of morgen
een serie zegels uit ten bate van 'e H- i-
gaarsche beeldende kunstenaars. Te ze.
worden voor het dubbele der nominale
waarde verkrijgbaar gesteld. Geldig ter
frankeering blijven ze tot 31 Maart 1941. De
orlage is 150.000 series.
Intusschen zijn zoo juist drie prachtzegels
in Hongarije verschenen. Ze worden met
toeslag verkocht. Op twee ervan prijkt het
jaartal 1940, het jaar dus van den terugkeer
van Zevenburgen. Door dit feit heeft de ont
werper zich laten inspireeren. Wij komen op
deze uitgave nader terug, doch vermelden
reeds uit de waarden, die zijn 10 50 f.
groen, 20
bruingeel.
50 f. roodbruin en 30 50 f.
In J-azilië verscheen een nieuw port-
zegel van 200 r., groen van kleur, me:
watermerk „Casa da Moeda do Brazil".
Het spreekt wel van zelf, dat na Vene
zuela ook Columbia aandacht zou schen
ken aan het eeuwfeest van den vermaarden
vrijheidsheld, generaal Santander, maar dat
deze hulde uit tien zegels zou bestaan, had
toch niemand verwacht.
De waarden dezer herinneringsserie zijn
1 c. olijfgroen met het borstbeeld van San
tander, 2 c. wijnrood, een andere beeltenis
van den generaal, 5 c. bruin, de markante
kop van den vrijheidsheld, 8 c. rood, een
standbeeld van Santander, 10 c. geel, het ge
boortehuis van den vrijheidsheld, 15 c.,
zwartblauw, de kerk, waarin hij werd ge
doopt, 20 c. groen, landschap van Paya, 50
c. blauwviolet, de Boyacabrug, 1 P. rood
Santander op zijn sterfbed, 2 P. oranje,
marsch door de vlakte van Zamora in 1819.
Als illustratie-materiaal bij een levens
schets van den roemrijken generaal, of bij
een overzicht van den vrijheidsoorlog, zullen
ook deze zegels goed voldoen.
De Dominicaansche repu
bliek heeft, ter gelegenheid van het
tweede Fan Amerikaansche congres te Cru-
dad Trujillo, een drietal zegels uitgegeven
3 c. rood en rosa, 7 c. donker en licht
blauw en 1 P. licht en geelgroen voor
stellende de kaart van de Caraibische zee.
r' Golf n Mexico en de omliggende lan
den, het geheel belicht met een stralen
bundel uit Ciudad Trujillo. Onder het
wapen der Dominicaansche republiek leest
men het inschrift „Segunda Reunion Intern
Americana del Caribe Ciudad Trujillo 3e
de Mayo a 6 de Junio",
De koerseerende serie frankeerzegels van
Me x i c o werd aangevuld met de waarden
6 c. en 30 c„ voor het internationaal ver
keer.
Bij gelegenheid van de opening van den
autoweg Mexico-Guadalajara is een her
inneringszegel van 6 c. groen uitgegeven,
voorstellend het monument, dat bij deze
opening werd onthuld.
HWWUIIW
NAT!
NATIONAL
De drie prachtige zegels, door Duitschland uitgegeven op den eersten verjaardag
van het General gouvernement en drie van de vier in Frankrijk verschenen toeslag
zegels voor nationalen steun.
{Foto Maasbode.)
Dit najaar vraagt de Vereeniging „Oud-
Leiden" belangstelling voor de boerenbouw-
kunst in de omgeving van Leiden.
Iedere streek van ons land heeft zijn eigen
boerderij-architectuur. De oude boerderijen
in Rijnland zijn opgetrokken van een warm-
rooden baksteen (Rijnsteen), veelal markant
van vorm en logisch van bouw. Zij doen in
schoonheid dan ook niet onder bij die in
andere landstreken. Merkwaardig is, dat
hier niet één type optreedt, doch dat er een
tweetal hoofdvormen voorkomen, de z.g.
langbouw en, wat we zouden willen noemen
de half-dwarsbouw. Van beide typen zijn
zeer fraaie voorbeelden uit het begin van de
17e eeuw aanwezig. Het langbouw type heeft
inmiddels in zooverre overwonnen, dat het
andere type niet meer wordt gebouwd. In
Weipoort, te Koudekerk, Hazerswoude,
Hoogmade, Stompwijk, Wassenaar, Voor
hout, enz. zijn nog zeer fraaie oude boerde
rijen aanwezig.
„Oud-Leiden" wil nu deze oude boeren-
bouwkunst registreeren. Op een aan de le
den gedaan verzoek van net bestuur werd
reeds een 80-tal foto's van boerderijen of
onderüeeien daarvan ontvangen. Dit is nog
maar een begin en het bestuur hoopt van
belangstellende amateur-fotografen nog me
nig foto voor het genoemde doel te ontvan
gen (secretariaat: Nieuwsteeg 13). Het be
schrijven en het verzamelen van het foto
materiaal is evenwel niet voldoende. Wil
men volkomen den bouw van een boerderij
vastleggen, dan moet deze geheel in teeke-
ning worden gebracht; dit is vooral ook voor
later van belang. Een uit 1613 dateerende
boerderij te Hoogmade is onlangs op verzoek
van „Oud-Leiden" geheel in teekening ge
bracht door den heer J. Leicher te Leiden.
In het kader van de najaarsactie voor de
boerenbouwkunst had de Vereeniging „Oud
Leiden" den heer J. Jans, architect te Alme
lo, pitgenoodigd voor een voordracht, waar
voor uitermate veel belangstelling bestond.
De heer Jans behandelde het onderwerp:
De boerenbouwkunst in Nederland en in
de omgeving van Leiden".
Ofscnoon Rembrandt in zijn etsen vooral
de schoonheid van de landelijke bouwkunst
heeft verheerlijkt, is toch de werkelijke De-
langstelling ervoor in ons land nooit groot
geweest. Schilders hebben wel de charme
van het bouwvallige gegeven, maar een
Saenredam van de landelijke bouwkunst is
er nooit geweest.
In onze monumentenlijsten ontbreken alle
gegevens over de monumenten der lande
lijke bouwkunst en dit feit weerspiegelt vol
doende de officieele belangstelling. Voor een
juiste beoordeeling van de bouwkunst moe
ten twee sferen onderscheiden worden.
Eensdeels de kerkelijke en wereldlijke
bouwkunst in de officieele stijlen, anderdeels
de bouwkunst voor het volk, in de steden
veel meer aangeraakt door de officieele stij
len dan ©p het platteland. De zuiverste plat
telandsbouwkunst vindt men dan ook in de
provinciën ver van de groote centra.
Het Nederlandsche boerenhuis geeft naast
bonte verscheidenheid ook eenheid. De ver
scheidenheid wordt bepaald door bedrijf en
omgeving, de eenheid door de sfeer. Bij alle
verschillen is het Nederlandsche boerenhuis
eenvoudig, wat niet zeggen wil, kaal, maar
ingetogen. Een rustige ernst overheerscht
erin, bonte versiering is zeldzaam. De dich
ter bij steden gelegen boerderijen zijn de
rijkste, doordat zij in vorm en onderdeelen
de onderdeelen uit de stad overnemen. Te
genwoordig is dit in slechten zin nog zoo.
Waar het boerenhuis in ons land nog niet
grondig bestudeerd is, is het zeer moeilijk
data te geven. En wat dit betreft wordt het
nog moeilijker naarmate men verder op het
platteland komt. Bij alle eenheid in de veel
heid heeft de boerderij in elke provincie
paar eigen karakter.
Al deze verschillen zijn ook weer terug
te brengen op omgeving en landbouwtechni-
sche oorzaken of op kleine volksverhuizin
gen.
Voor de studie van het boerenhuis zal in
de eerste plaats noodig zijn grondige re
gistreering. Alle hoofdtypes zuilen grondig
opgemeten moeten worden en in teekening
gebracht. Deze teekeningen zullen gevoelig
zakelijk moeten zijn, zonder schilderachtige
effecten als via Delft abusievelijk worden
gepropageerd. Achter alle boerenbouwkunst
schuilen ambtelijke tradities, die uit de
opmetingen teruggelezen moeten worden.
Een andere kant van het boerderij en vraag
stuk is de kwestie van nieuwbouw. Het zal
de juiste weg blijken, dat wij in de nieuwe
boerderij tot een verstandige synthese van het
goede oude en goede nieuwe geraken. Daar
bij moet men deze synthese willen en dit is
op het oogenblik bij den doorsnee platte
lander niet het geval. Ondanks alle loflie
deren op hem gezongen is hij in erge mate
ten prooi aan een verburgerlijking. Achter
deze verburgerlijking schuilt een gebrek
aan een werkelijk eigen levensstijl, zooals
die in het verleden aanwezig was.
De belangstelling voor het oude boeren
huis komt dan ook niet van het platteland,
maar uit de stad. Pas wanneer men op het
platteland de innerlijke waarde van het
oude boerenhuis heeft leeren inzien en over
tuigd is geworden van de noodzakelijkheid
van een eigen levensstijl, zal het boeren
huisprobleem tot een nieuwe karakteristieKe
oplossing geraken.
Hij had 'm door,
„Zeg, amice, blij, dat ik je weer eens tref.
Ik zit in moeilijkheden en wou m'n hart eens
graag aan je uitstorten."
„Kan gebeuren, maar ik zit al een paar
dagen ook op zwart zaad!"
De reden.
„Zeg, kerel, jaren geleden was je altijd
gladgeschoren en nou draag je een baard als
een patriarch. Waarom is dat?"
„Zal ik je even zeggen: vroeger mocht ik
zelf m'n overhemden uitzoeken, nou wil m'n
vrouw het met alle geweld doen!"
In den wolkenkrabber.
jBewoner van de dertigste étage van den
brandenden wolkenkrabber tot brandweer
lieden met springzeil: „Alsjeblieft weg met
dat ding. Vrouw, geef onmiddellijk onze
parachutes wml"