NEERLANDS KARDINAAL VRIJDAG 1 MAART 1946 PAGINA 7 Weerbaar leger Feest voor allen Heldenportret Het teeken der kardinale waardigheid De kardinaalshoed Kampioen en voorman Eén richtlijn, één einddoel HET DEFILE langs het1 palets Hoe trotsch is Neerland op zijn Kardinaal Hoe dankbaar voor dit duidelijk bewys Van liefde en waardeering van de Kerk. Zwaar was de arbeid heerlijk is de prys. Heel Neerland schijnt te deelen in de eer Aan Hem betoond voor moed en groote trouw Een Prins, een Vader en een groot Soldaat Een Leider van een volk in leed en rouw. Hoe is de Kardinaal Zijn titel waard Hoe is hij Priester, herder, leeraar ons geweest Hoe vieren wij naar Nederlandsch^en aard Geestdriftig, warm en dankbaar ook dit feest! Maar meer wordt thans van ons zijn volk verwacht Dan vlagvertoon en geestdrift en gepraat Dat wij ons geven aan de Kerk met onze kracht En onze liefde als getrouw en goed soldaat. Want als wij waarlijk deelen in zijn eer Dan dienen wij te deelen in zijn ddan Dan moeten wij in onzen nieuwen tijd 'Naast onzen Kardinaal als Christen-bouwers staan! A. K. oude wonden langzamerhand dicht groeien, want eenvormigheid kan desnoods met geweld worden ge maakt, maar één hart. en een ziel, wat we hopen en bidden eenmaal te gijn, worden we eerst door een wedergeboorte, die de Koning van de harten en de Herder van de zielen alleen verzekeren kan. God dank zijn er al bij het opruimen van mijnvelden heel wat vooroor- deelen overwonnen Neaeriand was pijnlijk gescheiden toen het bloed van slachtoffers op den brandstapel aan den eenen kant en het bloed van de martelaars van Gorkum en Alkmaar aan den anderen kant een rampzalige scheidingslijn door de burgerij ge trokken had. Nederland ziet op het oogenblik de verbroedering van ons volk bezegelen door het bloed, dat Katholieken en Protestanten samen voor de vaderlandsche vrij heid geofferd hebben Over eenheid weten Katholieken mee te spreken, zij zijn bij uitstek dragers van de eenheid. In den oorlog hebben zij en niet zij alleen ondervonden wat het zeggen wil, dat de Heilige Geest leiders over de Kerk heeft aangesteld. Heel Nederland zag met eerbied naar de Bisschoppen op en Katholiek Nederland deed het met de harte lijkheid van kinderen, die op vader groot gaan. Nadat de mijter nog_ "om feol&lantenbang te maken, leken alle landgenoten nu onder de bisschopsmuts als onder één hoedje te vangen. Geen beeld kan de werkelijke toenadering weerge ven waardoor de partijen elkaar bij 'een gedachtenwisseling einde lijk leeren verstaan. Dekken va derland en Moederkerk elkaar na tuurlijk op lange na niet. ze blij ken elkaar op allerlei vitale pun ten dan toch te raken Wij Katholieken zijn het niet, die de eenheid van ons volk ver broken hebben; wij zijn nog één zooals we het vóór de Hervor ming waren. En de eenheid van ons volk wordt doelmatig gediend door die onwrikbare eenheid van onze Kerk, waaraan zooveel land- genooten zich kunnen stichten, volledig hoog te houden. In de Nederlandsche gemeenschap heeft deze vastheid van het oude ge loof de functie, die het ijzer heeft in het beton of liever het beenderstelsel in het lichaam. Buitenstaanders zien de katho lieke eenheid soms voor een op zettelijke taktiek aan, waarmee onze feitelijke verschillen bedekt moeten worden. Ingewijden we ten, hoe eenheid het wezen is en het leven van de Kerk zelf. Het nandhaven van die eenheid betee- kent als zoodanig een getuigenis vooi de waarheid. Want de waar heid vormt een ondeelbaar ge heel, waarvan het eene lid har monisch. het andere oevestigt, terwijl de dwaling daarentegen in stukken uiteenvalt, die elkaar hopeloos tegenspreken. Daarom staat in het Credo de eenheid als eerste kenmerk van de Kerk be leden. omdat alles in de leer van „één Heer, één Geloof, één Doop" besloten ligt Hoe meer onze andersdenkende medeburgers vertrouwd met ons raken, hoe beter ze leeren ver staan. dat wli ons pas volledig thuis voelen onder ons huisgenoo- ten van het geloof, waarvoor de apostel van het ruime hart een ^oorkeiur heeft uitgesproken. Daar is de eigen intieme sfeer, waarin Nederlanders enkel kun nen aarden. Laat het Katholicis me zich naar buiten vertoonen in de gedaante van een weerbaar leger, dat nooit aan demobilisee- ren denkt, van binnen blijkt het een groote familie te wezen. En hoe hoog we ook onze verwach ting stellen op de toekomst van een katholieke beschaving, we zenlijk staat onze stijl geteekend hl het grondplan van het gezins leven. Daar is het hart van alles, wat we maar in programs van •ctie zouden kunnen vastleggen, want onze vereenigingen worden eenvoudig als onmisbare steun •m het familiehuis heengebouwd. Voorzoover het besef van de ka tholieke eenheid ergens vervaagd mocht zijn, wordt het wel verle vendigd, wanneer een aanval ons op onze geestelijke gemeenschap laat bezinnen. Een socialistisch weekblad heeft in den Advent een bekend schrijver het hoofdartikel laten leveren met den ongeloofe lijken, godgeklaagden titel „De grootheid van Judas", om, zooals het uitdrukkelijk heette: „eerher' stel" aan den aartsverrader te ge ven. De geest van den Antichrist woedt niet enkel over onze gren zen. Eerherstel aan Judas! Heeft ons volk dan nog niet geleerd, dat de wereld zonder Christus een hel is? Psychologische sofismen zijn de taal van denzelfden duivel, die in Judas is gevaren. Al zouden zulke valsche vernuftigheden ook het ge heim van de ongerechtigheid kun nen onthullen, wat er zeker niets van heeft, dan zou die verklaring toch nooit in der eeuwigheid een rechtvaardiging beteekenen. Eer herstel aan Judas! Wij zijn gewoon het woord eerherstel te gebruiken voor boetegebeden, die den Zalig maker aan het hart gelegd wor den. En verbindt de Kardinaal ons met den Paus, de Paus vertegen woordigt den Apostel, die ons uit den grond van ons hart leert be lijden: „Gij zijt de Christus, de Zoon van den levenden God". Voor klaarheid van de verhoudingen blijft ii» voisirtjvï in de gegeven omstandigheden be slist op een afstand te houden. Het is daarom een welkome waarschu wing, dat hetzelfde socialistische weekblad onlangs verklaarde: „De politiek moet er dus op gericht zijn de R.K. partij te breken". We voe len ons bij die oorlogsverklaring minder verrast dan vereerd, omdat ■vrienden van Judas alleen onze geslagen tegenstanders kunnen zijn. minentie, de grootste zaal van uw bisschopsstad is om strijd bezet door vertegenwoordigers van zooveel met U meelevende geloo- vigen: misdienaars en bruidjes, die vooropgaan in den langen stoet, om uw vaderlijk hart te verteede ren; leerlingen van catechismus en katholieke scholen. Verkenners en Gidsen, ijveraars voor het Huis des Heeren, jongens en meisjes, die hun rozenkrans op zak dragen als 'n snoer vol hemelsche electrici- teit, arbeiders van de hand en ar beiders van den geest, onderwijzers en studenten, vaders en moeders, die tegelijk met hun geslacht hun geloof willen voortplanten, aposte len in de wereld, zusters in hospi talen en zieken in huis, ambtena ren op hun post, geestelijken in den biechtstoel als hun wachthuis je, vliegers in de lucht en visschers op zee en mijnwerkers onder den grond (caelestium, terrestrium et infernorum), stille zielen, die van morgen met hun Communie de geestdrift hebben geladen van de duizenden, die U vanmiddag en vanavond toejuichen, onze volle dige gemeenschap van het gemar telde Zeeland tot, ja regelrecht tot Ameland Hoe overvloedig onze jubel is, valt heel ver te schatten, wanneer U wil bedenken, hoe uit bundig een parochie het feest van zijn pastoor meeviert en hoe on telbaar veel malen deze vreugde moet vermenigvuldigd worden bij 't voorrecht, dat vijf Bisdommen samen vieren ter eere van den Prelaat van Nederland. De tfjd van kleurloosheid ligt minstens een eeuw achter ons; en heit is gezichtsbedrog van per sonen, die naar de neutraliteit terugkijken, zich vooruitstrevend te noemen. Het purper in de lucht laat allen, die niet ziende blind zijn, klaarder kleur beken nen dan ooit. Eminentie, U hebt onze zorg gedragen, wij deelen in uw glo rie. In den nieuwen Kardinaal wordt de vaderlandsche Kerk onderscheiden met. alle levende Bisschoppen, met uw voorgan gers, te beginnen bij den voor- uitzienden Zwijsen of liever bij uw vereerden Rovenius. die ge zaaid hebben in tranen, wat ein delijk in blijdschap wordt ge maaid. Maar tenslotte is tot Kardinaal van de Roomsche Kerk benoemd de persoon van Monseigneur Johannes de Jong de tegenwoordige, met üjf en ziel hier onder ons tegenwoor dige Aartsbisschop van Utrecht. Zoo dikwijls hij na het pontifi- ceeren in zijn kathedraal of in een van de parochiekerken, waar zijn gewijd ambt. hem riep, met staf en mijter den aflaat stond te verleenen. maakte het ernstigen indruk op de geloovi- gen. Hoe noodig wii dien aflaat hebben, blijkt wel uit het feit ik zal het maar bekennen dat sommigen van ons nog zoo on vroom om sterker 'e ge nieten bij de KkUittnaïah^inn. ming dan bij zoo'n geestelijke gunst Ook uw plaats in het Hei lig College mogen we gelukkig beschouwen als iets geestelijks, waardoor we ons overtuigender aangesloten voelen bii de Rots, waarop de Kerk gebouwd Ui Tot oesluit wordt een beeld van onzen Kardinaal verwacht. Waar iedereen zich een duidelij ke voorstelling van zijn figuur ge vormd heeft; toen hij ais voor vechter in het volle licht kwam te staan, kan iedereen over de ge lijkenis oordeelen. Het schijnt daar om een waagstuk zijn portrei te schetsen, maar het is integer.dee.' een dankbaar werk, iemand te lee- kenen, die nooit een masker heef: gedragen, nooit meer dan één ge zicht liet zien en eerlijk is. wat hij heet: de Opperherder. Utrecht lijkt goddank niet op Byzantium en Nederlanders houden niet van verguldsel, dat onze Kardinaal ook best kan missen. Een oprecht Ka tholiek ook best kan missen. Een oprecht Katholiek als Montaiem- bert, waarvan de spreuk nog ons oudste dagblad siert, heeft het fie re woord gesproken, dat de Pau sen in de middeleeuwen wel rid ders vonden, maar geen vleiers. U kent allen te goed om met gehinderd te worden door een val- schen toon. Alleen de nuvhtere waarheid past bij zoo'n sober leven. Geen landgenoot zal vragen: wie is Kardinaal de Jong? De oorlog heeft hem in zijn volle waardig heid en in zijn diepe werking geopenbaard aan zijn volk. Dat een rustig priester van het rustig Nederland den dwingelanden zoo sterk zou weerstaan, hoefde de Duitschers niet te veel te verbazen, want bij een van hun eigen dich ters konden ze lezen.Es waehst der Mensch mit seinen höheren Zwecken. En als nationaal-socia'.is- ten geen dichter lazen, dan kon den ze zich houden aan de groote woorden van hun drijver, dat er nergens een waardige partuur voor hem te vinden viel. Hier heeft hij er een gevonden. En als wij zelf in den kordaten Aartsbisschop niet den schuchteren professor meer herkenden, dan waren we weinig verwonderd, want we had den in den catechismus gehoord over een genade van staat en mochten nu voor onze oogen zien, wat we altijd geloofden, dat Mon seigneur de Jong, zooals we ge regeld van den preekstoel hoor den voorlezen. Aartsbisschop was bij de gratie Gods. Zijn doopnaam klonk even bon dig Nederlandsch als zijn familie naam Volleerd in 't schrijven van geschiedenis, werd hij opeens op geroepen om zelf geschiedenis te vormen. Geen felle natuur, die strijdt om te strijden, en daarom juist zoo'n echten held het woord komt van den Paus en kan door geen Kardinaal verloochend worden een held in het verzet van dag tot dag, jaar in jaar uit, nooit uitdagend tegen den vijand, nooit opdringend voor den vriend. Zoo blijkt het zelfgevormd karak ter van een mensch toch in den grond iets anders dan het tempe rament, dat hem door de natuur is meegegeven. Ofschoon we weten, oe de geest gaat boven het bloed, begrijpen we. dat hier bepaa-ae krachten gewerkt moeten neboen om de volheid van het priester schap zichtbaar te helpen maken. Een kardinaal moet verschillen de hoeden hebben. Behalve den gewonen zwarten priesterhoed voor een wandeling in incognito moeten er zijn: een zwarte hoed, versierd met rood-gouden snoer en eikel- vormige kwasten, waarmede in auto wordt uitgesteden en bezoeken worden afgelegd; een roode hoed met gouden boordsel, roodgouden snoer en kwasten, behoorende bij de roode toog, rochet en mozzetta, waarmede uitgereden wordt om kerkelijke functies te verrichten; eindelijk de eigenlijke roode kar dinaalshoed, den pauselijken hoed, welks verouderde vorm sterk aan een middeleeuw sche mode doet terugdenken. Het was inderdaad in 1245, dat Paus Innocentius IV op het Con cilie van Lyon aan de kardinalen deze roode hoofdbedekking gaf; het zou een symbool zijn van hun constante bereidwilligheid, zelfs hun bloed te geven voor de ver dediging van de rechten der Kerk. De hoed heeft thans nog hetzelf de archaïsche model: een kleine platte bol en breede vlakke, ran den, geheel van rood laken; aan eiken kant hangt een roodzijden snoer af met roode kwasten, in 't geheel dertig; met roode koorden wordt de hoed onder de kin beves tigd. Een afbeeldsel van dezen hoed vindt men steeds boven het schild aangebracht, dat het wapen van den kardinaal voert. Tegenwoordig doet deze kardi naalshoed nog slechts bij twee ge legenheden dienst: op den dag van het Openbaar Consistorie, als de kardinaal den hoed uit de handen van den Paus ontvangt; en bij den dood van den prins der kerk, als men den kardinaalshoed aan het voeteneinde van het praalbed neer legt, om hem later ofwel boven de graftombe op te hangen, ofwel in de titelkerk, ofwel in een kerk, welke op bijzondere wijze in be trekking met den overleden kardi naal heeft gestaan Zoo hangt de kardinaalshoed van Zijne Eminente Kardinaal W. M. van Rossum CssR in de kerk, waar hij eens het H. Doopsel ontving: in de Sint-Mi chielskerk te Zwolle. 1 /ooreerst was het in zijn Hand r boek Ier Kerkgeschiedenis telkens toegepast 'uuynsel, dai de Kerk vrij moet zijn en niei vvtr- De Kardinaalshoed, welke den Kardinaal uitsluitend door den Paus zelf wordt overhandigd. geleverd aan den Staat, diep zijn wezen doorgedrongen. En toen een vreemde en vijandige, neiden- sche en duivelsche staat de Kerk kwam bedreigen, werd zijn weer stand absoluut, omdat al zijn ver mogens zich samentrokken .n één zending. Het zijn niet de personen van eeuwige tegenspraak, die zich het sterkste verzetten, want mor gen spreken ze zich zelf tegen; het zijn de vast verzekerde menschen van overtuiging, bij wie het om een beginsel gaat. Ze verzetten zich eerst, wanneer ze moeten, ge drongen door iets boven het ge voel en wel het geweten! Zoo was de Aartsbisschop, met zijn stille natuur, geen geboren kampioen, maar een geroepen kam pioen door de Voorzienigheid mid den in de branding gezet om de reddingboot te sturen. Zijn zenuwen mogen getrild hebben de hoogepriester blijft een mensch en ook de Profeten schrokken voor hun zending terug zijn ziel bleef onwrikbaar als de Amelandscüe vuurtoren. Het waren niet enkel studenten, die zich veilig gedekt voelden door den beschermenden mantel van zijn gezag De vrijheid van Kerk en volk bezielde hem Daarbij versterkte hem de over tuiging, dat zijn leven in Gods hand was en dat het leven van een Bisschop genoeg zongen meebracht om er niet gehecht aan te zijn. Zoo kon de Karidnaal zijn program zoo principieel opzetten en zoo consequent uitvoeren. Ten slotte diende hem de hooge regeerings- kunst om zijn raadgevers met be leid te kiezen, zich niet vast te leggen aan een paar toevallige gunstelingen, maar geregeld voeling te houden met leiders van alle kringen en groepen. In het verhaal van zijn verzet treft het vooral, hoe de Kardinaal ieder geval af zonderlijk onderzocht en overlegde Dit beteekent, dat hij de voile werkelijkheid doorzag en niet voor uit zijn wil eenkennig of eigen machtig dicteerde, maar andere opvattingen met verdraagzame waardeering leerde kennen. Geen willekeur en geen overdrijving, geen besluiteloos schommelen tus- sohen uitersten, ook gam partijdig of hardnekkig doorslaan naar één kant, maar stevig koers houden recht-door-zee. Vol verantwoording peilde hij voor elke beslissing eerst de stemming van zijn volk; en zijn volk wachtte de besluiten geduldig af, om er zich als een stevig hou vast aan te houden. De Aartsbis schop was de voorman, Nederland stond achter hem. Hij had ver trouwen in de gemeenschap en de gemeenschap volgde hem trouw Als er weer een herderlijke driel van den preekstoel werd voorge lezen, om binnen enkele uren bij landgenooten van elke richting als een wachtwoord doorgegeven te worden, dan was het aan de ge zichten te zien, hoe iedereen zich opgelucht voelde, niet omdat heid zoo kras gezegd zou zijn, want in krachttermen, de toevlucht van den zwakke, heeft het Episcopaat het) nooit gezocht, maar omdat er kort en klc^ar de weg was gewezen door t offer naar het heil. De geloovigen waren één met de Bisschoppen, zooaJs het is de zegen van oaa land de Bisschoppen één waren met elkaar. En des te eerder bleven allen bereid om deze leiders te volgen, omdat ze voor regel hadden den Hemel te smeek en, dat de Voorzienigheid het Episcopaat in zijn zware verantwoording mocht verlichten Eminentie, bij al uw zwijgen weten we één ding: de Aart» bisschop van Utrecht en alle Bis schoppen van Nederland hebben zich in den oorlog gedragen ge voeld door het gebed van het volk, dat de zekerheid van het besef verhoogde: de Heer is mijn heiper. Dominus mihi adjutor. INTUSSCHEN wat een vragen, wat een klachten, wat ee» zorgen! Ons arme hoofd duizelt al bij het lezen van een overzicht, dat achteraf de geschiedenis ordelijk rangschikt. Als kruispunt van spoorwegen kon Utrecht geen druk ker aandrang van alle kanten tege lijk beleven dan als brandpunt van de geesten. De Aartsbisschop heeft midden in de crisis moeten onder scheiden. wanneer en hoe ver hij diende in te grijpen zonder zich een keer te laten verwarren. Eén richtlijn: het geweten; één eind doel: het Godsrijk. Wat alles wel dadig vereenvoudigde was de heer lijke erv-ring. dat godsdienstige en staatkundige eischen elkaar meestal dekten, dat onze Kerk dus spreken kon in overeenstemming en inn- menwerking met Protestanten, uit naam van alle landgenooten en in den geest van ue Regeering. Neder land kende als onveilig sem den Hitlergroet! als veilig sein den Bis schopszegen. Wordt binnen niet veel jaren het eeuwfeest gevierd van onze her stelde Hiërarchie, dan zal Neder land zich moeilijk kunnen voor stellen hoi_ in 1853 op straat het Wilhelmus werd gezongen als be dreiging tegen de Bisschoppen. Waar klinkt cms volkslied vrijer en blijer dan uit roomsche monden in de Maliebaan? Nu onze hoogvereerde en gelief de Koning/!, in eigen persoon den Kardinaal zoo voörki^Jf"jlheeft willen gelukwenschen, nu oiu* hartenveroverende Kroonprinses hem spontaan kwam bezoeken, nu zal voor Protestanten een Bisschop geen boeman meer zijn blijft voor Katholieken Oranje de kleur, die in den regenboog het alle» naaste bij Kardinaalsrood staat. Onze Kardinaal is met de ge schiedenis van de Kerk, waar hU zooveel jaren in leefde, samenge groeid als het element van de vruchtbare traditie. Iedere Aarts bisschop van Utrecht zet St. Wille- brord voort en met één zijn allen gegeven, omdat allen gezonden zijn door hetzelfde Rome. Die door- loopende stroom brengt ons heft eeuwige leven. God van Servaas en Willebrord en Bonifaa®, zegen ons Vaderland, zegen Koningin en Kardinaal! In de avonduren heerscht in dé stad dezelfde gezellige drukte van des namiddags. Muziekcorpsen, pa rochiale groepen en vereenigingen trekken met fakkels uit om een schitterenden stoet te formeerei., die lang® het paleis aan de Malie baan zal trekken. Om acht uur hier de optocht gearriveerd. Het paleis staat in bet helle licht der schijnwerpers en boven in den er ker hebben de Kardinaal met Mgr. Hopmans en Mgr. Giobba plaats genomen. Achter de andere ramen schemert het paars van de andere bisschoppen. Verkenners vermen voor het pa leis een eerewacht en het muziek corps van de politie laat blijde klanken hoeren. Een onafzienbare menigte slaat bet schouwspel gade en bet voorbijtrekken van den stoet duurt bijna twee uur Nu en dan klinkt een enthousiast „Leve de Kardinaal". Er zijn fraaie praal wagens, waarbij de symbolen van Ameland niet zijn vergeten. De verkenners met hun fleurige vlag den vormen een prachtig deel vufl den stoet; uitstekend zijn ook de arbeiders met hun vaandel ver tegenwoordigd. Een aardig groepje zijn de kinderen met hun lampions en met bewondering staren da omstanders naar de groote beelte nis van den kardinaal, die op een der vele praalwagens wondt mee gevoerd Het is een afwisselende en kleur rijke s*oet, een schitterende hubde aan onzen Kardinaal en een pra«i>- iig besluit van dezen oiwergotelij- ken dag.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1946 | | pagina 7