KAMERLEDEN
werken voor allen
Een medicus in de politiek
Hoe men moet stemmen?
Inferieure
Methode
DINSDAG 14 MEI
PAGINA 4
STAATKUNDIG DEDEN
WE ONZEN PLICHT
LEIPZIGER MESSE
DE P. v. d. ARBEID EN DE
VERKLARING DER
BISSCHOPPEN
Een onzer lijst-trekkers.
Het volksgezondheids-
plan
LET OP LIJSTNUMMER 2
Onder Schaepmans bezielende
leiding hun staatkundige emanci
patie bezegelend, hebben de Katho
lieken in Nederland zich in een
eigen politieke partij aaneengeslo
ten en daardoor, duidelijker dan
redevoeringen en geschriften ver
mochten, den landgenoot getuige
nis gegeven van hun verlangen om
•an de katholieke levens- en we
reldbeschouwing recht te doen we
dervaren, aan hun beginselen een
Soo groot mogelijken invloed te
verzekeren in ons Staatsbestel. De
Here leuze van hun aanvoerder,
Credo pugno, volgend, sterk door
>un overtuiging, wierpen zij zich
midden in den strijd. En zij stre
den hem met eere. Onze parlemen
taire geschiedenis ds er om te be
wijzen, dat de vertrouwensmannen
van Katholiek Nederland nooit hun
medewerking onthielden daar waar
het gold door middel van de wet
geving verbetering te brengen in
de maatschappelijke toestanden.
Alle groote sociale wetten werden
mede door hen tot stand gebracht,
alle voorzieningen, noodig tot op
lossing van het sociale vraagstuk,
konden rekenen op hun steun.
„Wij Kamerleden moeten wer
ken voor allen", was Nolens' stel
regel, „maar voor de zwaksten het
hardst.'' Aldus verwierf Nederland
rich op sociaal gebied de eereplaats
aan der volkeren spits. Het is waar,
dat wij ons daar niet op beroem
der.. Omtrent het goeds, dat hier
tot stand komt, zijn wij, zelfs te
genover den landgenoot, wel wat al
te terughoudend. Maar hij, die de
gelegenheid had om van tijd lot
tijd, anders dan oppervlakkig, rond
te kijken in het buitenland en, waar
dan ook, b.v. met de woningtoe
standen kennis maakte, zal weten,
dat nergens in den vreemde de
volkshuisvesting op het peil staat,
dat zij m ons land wist te berei
ken. Aalberse vooral en Neder
land kan hem er nooit dankbaar
genoeg voor zijn is hier de stu
wende kracht geweest en hij bracht
zijn zegenrijk werk tot stand door
het aanmoedigen en steunen van
het particulier initiatief. Afkeerig
v*n staatssocialisme, streefde hij er
«aar het volk zoo veel mogelijk
door eigen kracht en eigen arbeid'
in zijn sociale behoeften te laten
voorzien, maar het wist dan ook,
dat het, zich inspannend, op de
helpende hand van de Overheid
kon vertrouwen. Door dit groote
beginsel liet ook de Katholieke
Kamerfractie, van Schaepman af
tot heden ten dage, zich altijd lei
den en dat het nog immer ten
grondslag ligt aan het sociaal-poli
tieke streven van d>e Katholieke
partij bewijst het programma,
kaarmede wij den verkiezingsstrijd
kin ingetreden.
Wie van volkshuisvesting spreekt.
Ibnkt onmiddellijk aan volksgeluk
In volksgezondheid. Is het niet aan
den huiselijken haard, dat onze
mannen en vrouwen en kinderen
hun wezenlijk geluk moeten vin
den en, Goddank, in Nederland
ook bij voorkeur zoeken? Is het
niet daar. dat de bron ligt voor
nieuwe lichamelijke en zedelijke
kracht? Is de huiselijke haard niet
de kweekplaats en de beschermer
van het godsdienstig leven? Van
daar dan ook, dat onze Partij aan
het vraagstuk -der volksgezondheid
in zijn vollen omvang zoo zeer
haar aandacht schenkt. Zij heeft
dit altijd gedaan en zij gaat er
mede voort.
Wij deden slechts een greep uit
vele bewijsmiddelen. Waarlijk,
Katholiek Nederland behoeft zich
zijn staatkundig verleden niet te
schamen. Zeker, ook wij maakten
fouten, ook wij hadden onze te
kortkomingen, maar ons streven
vernieuwing ,dde noodig is, zullen
zij arbeiden in eensgezinde saam-
hoorigheid met de ouderen. In de
eerste rijen der bouwers van Ne
derland zooals het moet worden,
zullen, naast alle goedwillenden,
de Katholieken staan, met de liefdé
en den dadendrang, die opbloeien
uit het altijd jeugdig idealisme,
door hun beginselen gevoed. En zij
toonen zich trouw aan den ouden
regel, veelmaals beproefd en altijd
deugdelijk gebleken: WIJ BLIJ
VEN EEN. TOT HEIL VAN LAND
EN VOLK EN TROON.
Mr. Dr. L. N. DECKERS.
In het Zuiden werd dezer dagen
een pamflet van 8 bladzijden ver
spreid, dat den misleidenden titel
da-aagt: De Katholiek", waaronder
een kleinere in minder vette let
ters „in de Partij van den Arbeid'.'
In den l'inker-bovenhoek staat
Schaepman's devies Credo Pugno"
afgedrukt.
Het geschrift, dat niettegen
staande de papierschaarsehte het
formaat van een klein weekblad
heeft, is een uitgave van de Partij
van den Arbeid, Tesselschadestraat
31, Amsterdam-W.
De roode of rose vos heeft zich
in een katholieke vacht gehuld en
doet zich voor als behoorende tot
de kudde, welke luistert naar de
leiding der geestelijke herders
Groote koppen als: vvangelisch
socialisme, Godsdienst en Politiek,
geer afzondering enz., alsmede ci
taten uit Immortale Dei" en
„Quadragesimo Anno" zijn mislei
dend voor den argeloozen leek,
die niet in staat is den inhoud,
jvelke wemelt van onwaarheden en
onjuistheden, critisch te lezen.
Het Is immers niet waar, zooals
het hoofdartikel beweert, dat de
strijd van de katholieken in het
verleden eerder een praciische
noodzaak dan een zaak var. be
ginsel is geweest. Het Is niet waar,
dat Katholiek zijn voor 1940 nage
noeg met conservatief zijn gelijk
stond. Het ts niet waar, dat de
Partij van den Arbeid de eenig
werkelijk nieuwe partij in Neder
land is, die geen voortzetting van
de S.D.A.P. is, zooals de Kath.
Volkspartij een voortzetting van
de R.K. Staatspartij zou zijn.
Bijna op iedere bladzijde wordt
de waarheid verdraaid, en het mis
bruiken van pauselijke documen
ten in dienst van politieke doel
einden is een valsche en inferieure
manier van propaganda-voeren.
En dat nog wel door personen, die
hoopten dat het geen onverkwik
kelijke verkiezingsstrijd zou wor
den.
Aan de Leipziger Messe wordt
dit, jaar deelgenomen door ongeveer
3000 exposanten, waarvan 300 uit
de Britsche bezettingszone in
Duitschland.
De voornaamste producten, welke
dit jaar worden tentoongesteld, zijn
machinaal vervaardigde producten,
die in coöperatieve winkels ver
kocht moeten worden en produc
ten die ten behoeve van den weder
opbouw vervaardigd zijn.
Het presidium van de P. v. d.
Arbeid legde een in eerbiedige
bewoordingen gevatte verklaring
af naar aanleiding van het jong
ste schrijven van de bisschoppen
in verband met de verkiezingen.
Daarin komt de uitspraak voor,
dat het stemmen op Candida ten
van de Partij v. d Arbeid, die zich
door christelijke normen op 't ter
rein van wetgeving en bestuur
laten leiden, „niet door een verbod
is getroffen, aangezien het tegen
deel niet is uitgesproken".
Van een uitdrukkelijk „verbod"
is in het bisschoppelijk schrijven
inderdaad geen sprake, maar aan
het eenvoudig gezond verstand van
ieder wordit overgelaten om uit te
maken, of deze uitlating van het
presidium in overeenstemming is
met het inzicht van de bisschop
pen, blijkend uit hun verklaring:
de Katholieken „moeten het zich
tot plicht rekenen, slechts die per
sonen te kiezen waarvan zü met
recht mogen verwachten, dat zij
zich op het terrein van wetgeving
en bestuur zullen laten leiden door
deze normen (n.l. de zedelijke
normen van het Christendom),
welker naleving naar onze over
tuiging in de gegeven omstandig
heden het best gewaarborgd wordt
door de Katholieke Volkspartij'^
Daarenboven, het presidium weet
heel goed, dat wij tegenwoordig
nu eenmaal stemmen niet op per
sonen, maar op lijsten. Door onze
stem uit te brengen op een per
soon, stemmen wij meteen op een
serie van menschen, onder welke
er, met name onder de candidaten
van de P. v. d. Arbeid, velen zijn,
die aan den eiseh van de bisschop
pen volstrekt niet voldoen.
K.R.O. EN VERKIEZINGS
PROPAGANDA
Het alg. secretariaat der Kath.
Volkspartij deelt ons mede:
Van talrijke zijden wordt onze
aandacht gevraagd voor de beperk
te wijze, waarop de K.R.O. in zijn
program zendtijd ter beschikking
stelt ten behoeve van de propa
ganda der Kath. Volkspartij.
Voorop sta, dat de K.R.O. zich
gaarne bereid verklaard heeft zijn
medewerking te verleenen aan de
verkieizinigsactie der Kath. Volks
partij. Het is echter tevens ge-
wenscht er op te wijzen, dat de
Kath. omroep zich wensdht te hou
den aan de aanwijzingen der re-
geering en het iB in het bijzonder
herhaald in een nadrukkelijk
schrijven van den Radioraad, die
den huldigen ongewenschter.
toestand op dit terrein naar voren
brengende er „met den meesten
nadruk op wijst, dat de ornroep-
vereenigingen, overeenkomstig de
aanwijzingen der -regeering, de
grootst mogelijke soberheid ter
zake moeten betrachten".
De K.R.O. wil zijn correcte hou
ding handhaven, ongeacht onjuiste
methoden van anderen.
D'e Kath. Volkspartij, het stand
punt van den K.R.O. waardeerend.
is eveneens van meening, dat men
zich dient te houden aan de door
de regeering gegeven aanwijzin
gen. Men had verwacht, dat de
Partij van den Arbeid hetzelfde
inzicht had getoond en hoopt, dat
zij alsnog tot dit inzicht zal komen.
Etten, een klein plaatsje in
de buurt van Breda. Een mooi
Brabantsch dorp. Zoo'n dorp,
waar een medicus meer is dan
een man, die zijn patiënten al
leen ziet wanneer zij heel erg
ziek zijn.
De dokter van Etten, ofschoon
verre van „oud", is een huls
arts van den ouden stempel. Een
man, die ieder van zijn patiën
ten kent de vaderlijke vriend
van] heel het dorp.
D'ie^ huisarts, dat is dr. C-h. Mol,
een nog betrekkelijke jonge, iet
wat robust gebouwde man. Ern
stig, zelfs wanneer hij een luchtig
gesprek voert. Ernstiger dan men
gemeenlijk van een Brabander
verwacht. Maar toch iets vrienden
lijks, iets gemoedelijks in de
groote oogen onder de zware
wenkbrauwen.
Wonderlijk, dat deze man, die
behalve dat hij na zijn artsexamen
nog eenigen tijd in Weenen stu
deerde en ge
rende den vo-
rigen oorlog
eenigen tijd
werkte in 'n
militair tuber-
culose-hospi-
taal in Tsjecho-
Slowakije, geen
andere dan de
normale loop
baan van een
goed huisarts
met groote be-
belangstelling
r» ni. ut i voor de alge-
Cfc. Mol meene proble
men van de gezondheidszorg
volgde. Weliswaar bracht die be
langstelling voor algemeene pro
blemen hem iln het medisch orga
nisatie-leven naar voren. Hij werd1
voorzitter van het Wit-Gele Kruis
in Brabant en na den dood van
mr. Verschuur waarnemend voor
zitter van de federatie der katho
lieke Krui-s-vereeniigingen: hij
kreeg namens de Maatschappij
van Geneeskunde zitting in de
Centrale Commissie van de Volks
gezondheid, maar dat alles had
niets te maken met een politieke
loopbaan. Dr. Mol heeft nooit be
hoord tot het genus politieke me
dici, die heel hun leven lang hun
aandacht verdeelen tusscihen de
geneeskunde en de politiek en
daarom noch een goed geneesheer
noch een goed politicus zijn.
Dr. Mo-1 is geneesheer geweest.
Meer niet. En via de geneeskunde,
komt mj in de politiek en nu hij
in de politiek treedt, gaat zijn be
langstelling ook in groote trekken
naar de geneeskundige onderwer
pen uit. Hij heeft de overtuiging,
dat de zorg voor de volksgezond
heid eerlang een groote plaats zal
innemen in de politiek en dat het
dus van beteekenis is. dat iemand,
wien de volksgezondheid als me
dicus ter harte gaat dus niet
om allerlei sociale denkbeelden te
verwezenlijken zich aan de po
litiek gaat wijden om staatkundig
de beste wesen te vinden tot be
hartiging van de volksgezondheid.
De komende legislatieve
Het kan zijn nut hennen, vooral
nu zooveien aan de stemnus zullen
was altiid 'gericht op het waarach-1 verschijnen, die voor de eerste
tig geluk van het volk en willens
en wetens lieten wij niets achter
wege wat zijn welzijn kon ver-
hoogen.
Een „niet-volk" werden de Ka
tholieken eens gescholden, nadat
men hun jaar en dag schier elker.
«fficieelen invloed had onthouden.
Maar dit schaadde noch hun ver
draagzaamheid jegens den anders
denkenden medeburger, noch hurt
liefde voor het gemeenebest en zoo
dra dat „niet-volk" zijn krachten
kon ontplooien heeft het bewezen
een levenskrachtig deel der Neder-
landsche natie te zijn en zich in
vaderlandsliefde niet te laten over
treffen. Dat die liefde ook tot of
fers bereid is. hebben de Braibant-
•che en Limburgsche jongelingen
geleerd, die zich, toen het Zuiden
was bevrijd, bij drommen aanmeld
den voor den dienst bij leger en
marine. Ook ons verleden als Va
derlander mag door een ieder wor
den gekend.
Gegeven dit alles, is het nauwe
lijks denkbaar, dat jonge Katho
lieken, diie tot onze vreugde de ge
lederen der kiezers zijn komen
Versterken, zouden aarzelen hun
«tem aan de katholieke lijsten te
geven. Gedurende den barren oor
logstijd dachten zij welhaast lede
ren dag, niet zonder heimwee, terug
aan Nederland bij den aanvang
van 1940. Op dat Nederland had-
den ook de Katholieken hun stem
pel .gedrukt. Aan 't herwinnen van
't vele goeds, dat verloren ging,
zullen zij medewerken en aan de
maal m hun leven hun plicht ais
kiezer gaan vervullen, in het Kort
een uiteenzetting te geven van de
techniek van het stemmen.
Vooraf ga de mededeeling, dat
kiezer is elke Nederlander, die voor
of op 31 December 1945 den leeftijd
van 23 Jaar bereikt heeft, op 5
April 1948 in net bevolkingsregister
der gemeente opgenomen is en niet
tengevolge van wettelijke voor
schriften van de uitoefening van
het kiesreent is uitgesloten.
In den goeden ouden tijd, d.w.z.
bij verkiezingen vóör den oorlog,
ontving elke kiezer tijdig voor den
dag der stemming van den burge
meester der gemeente, op welker
kiezerslijst men voorkwam, een
kaart bevattende een oproeping
voor de stemming en tal van bij
zonderheden o.a. betreffende de
plaats waar de stem moest uit
gebracht worden, de uren waarop
het stemlokaal was opengesteld en
de lijsten van candidaten ln de
volgorde der nummers.
Gewapend met deze oproepkaart
vervoegde men zich dan op den
bepaalden datum aan net aange
wezen stembureau om zich van zijn
klezerspllcht te kwijten.
Dit was de gang van zaken
vroeger en voor net grootste ge
deelte van het land is deze Hetzelfde
gebleven. JSr zijn echter dezen Keer
eenlge gemeenten, waarin het
anders gaat, waar de kiezers n.l.
geen persoonlijken oproep zullen
ontvangen. Daar geschiedt de oproep
door openbare kennisgeving van
gemeentewege. Deze gemeenten
zijnAmsterdam, Rotterdam,
Utrecht, Groningen, Haarlem, Nij
megen, Dordrecht, Venio, AimkerK
en Uemmel.
In deze gemeenten ontvangen üe
kiezers dus geen persoonlijken
oproep, doch vinden zjj de noodige
gegevens omtrent stemlokaal, uren
van stemming, eanüidatenlijsten
enz. op gemeentelijke aanplakbiljet
ten of in aan huls bezorgde circu
laires en rolders. In genoemde
plaatsen zal de Kiezer, wanneer hij
op het stembureau komt, ter ver
krijging van een stembiljet zich ten
genoegen van den voorzitter van
het stembureau moeten kunnen legiti-
meeren. Dit kan geschieden door
overlegging van de tweede distri-
butiestamkaart, die ter gelegenheid
van de reconstuctie van net bevol-
kinsregister van een controle-zegel
voorzien is. Indien de Kiezer niet
in staat is, deze stamkaart te
toonen, bijvoorbeeld ingeval deze
stamkaart by den distributiedienst
Ingeleverd is, kan de voorzitter
van net stemDureau genoegen
nemen met een ander dergelijk
bewijs ais ontvangstbewijs van den
distributiedienst, paspoort, persoons
bewijs enz.
Dus op den dag der stemming,
17 Mei, gaat dè kiezer tusschen 8
en 17 uur, naar net hem opgegeven
stemlokaal met zijn oproepkaart,
tweede distributie-stamkaart of
andere legitimatie-papieren, welke
hij aan den voorzitter van het stem
bureau overhandigt. Hij ontvangt
dan een diebt gevouwen stembiljet,
waarmee hg zien naar een der
in het lokaal gemaakte stemhokjes
begeeft. Hier ontvouwt men zgn
stembiljet en zoekt rustig den naam
op van den candidaat, op wien
'men zgn stem wil uitbrengen. Op
het stembiljet staan de candidaten-
lijsten afgedrukt in volgorde en met
vermelding van nummer, doch zon
der aanduiding van politieke party
Men zoeke dus niet naar de
aanduiding „Kath. Volkspartij"
hoven een lijst, want die aandui
ding is er niet. De Kath. Volks
partij heeft lgstnummer 2, dus
men neemt de tweede lijst met
candidaten en brenge zgn stem
uit op een der namen bü voor
keur op den eersten van Rijst 2.
Men doet dit door het witte stipje
in het stemvak vóór den naam
van den candidaat zijner keuze rood
of zwart te maken met het pot
lood, dat daarvoor in het stemhokje
aanwezig is. Daarna vouwt men
het stembiljet dicht naar de zijde
waarop de namen der candidaten
zgn gesteld, en begeeft men zich
naar de stembus, waarin men het
biljet ten slotte deponeert.
Daarmee heeft men aan zijn plicht
van kiezer voldaan. Mocht men
zich bij de invulling van zijn biljet
vergist hebben, dan kan de kiezer
eenmaal een nieuw stembiljet by
den voorzitter van het stembureau
aanvragen, mits het eerst, over
handigde door hem wordt terugge
geven. Wanneer blijkt dat een kiezer
lichamelijk hulpbehoevend is, kan de
voorzitter toestaan dat hg zich dqgt
bijstaan.
Men bedenke, -dat slechts één
stemvak van het stembiljet op
boven omschreven wyze mag worden
ingevuldhet is niet geoorloofd
nadere aanduidingen op het biljet
aan te brengen.
Vqorts wijzen we er nog op, dat
er een opkomst-plicht bestaat, zoo
dat men by ae wet verplicht Is
zich op het aangegeven stembureau
aan te melden.
Om het werk van de propagandis
ten te verlichten zouden de kiezers
er goed aan doen om, indien ze dit
maar eenigszins kunnen, reeds in de
morgenuren te stemmen,
periode sal voor de volksgezond
beid niet zonder belang zijin?
Inderdaad niet. Ik verwacht
van de komende wetgevende pe
riode de totstandkoming van het
volfcsgezomdheidsplan, dat wij
reeds in de organisaties hebben
voorbereid en dat de coördinatie]
in de veelheid der bestaande or
ganisaties en diensten op het ge
bied van de volksgezondheid tot
stand zal brengen. Coördinatie
dus ook tusschen het werk van
de Overheid en de particuliere
activiteit. De bedoeling is, dat wij
tot de stichting van districtsge
zondheidsdiensten komen, die in
verschillende afdeelingen alle zorg
in een bepaald district op een ge
bied vereenngt. Zoo zullen deze
districtsgezondheidsdiensten een
afdeeling krijgen, die op het ge
zondheidsapparaat betrekkin1?
heeft, een ander voor de finan
ciering van dit apparaat, een der
de voor de medisdhe contröle, die
op het oogenblik in tal van so
ciaal-hygiënische wetten wordt
gevorderd enzoovoorts.
Denkt U zich dit votksge-
zondheiidsplan en deze districts
diensten als overheidsorganen?
Zeer beslist niet. Integen
deel, het lijkt mij van het groot
ste belang en mijn grootste zorg
zal er dus ook op gericht zijn
ertegen ie waken, dat dii alle*
niet een vorm van Overheids
zorg wordt. Men kan hei als een
soort Beveridge-plan beschou
wen, maar dan volkomen in Ne-
derlandschen geest, Sn dien zin,
dat particulier initiat'ef de lei
ding blijft houden. Uiteindelijk
stel ik mij voor, dal de Gezond
heidsdienst een publiekrechtp'h"k
orgaan wordt, dat onder lo zicht
van de Overheid volkomen zelf
standig handelt, waar de Over
heid dus volkomen haar wet
gevende bevoegdheid aan dele
geert.
•—Een soort Beveridge-plan dus?
Als U het zoo wilt beschou
wer;, ja. Maar met dit verschil,
dat de Overheidsbemoeiing in het
plan, zooals wij ons dat voorstel»
len, in tegenstelling tot het Beve
ridge-plan tot een minimum is
teruggebracht.
U noemt als een der afdee
lingen van de districtsgezondheids-
diensten de financiering der.
gezondheidszorg. Doelt U daar
mede óp dte ziekenfondsen?
Inderdaad. In die algemeene
coördinatie, die het volksgezond
heidsplan beoogt, zullen ook de
ziekenfondsen moeten worden op
genomen. Het opnemen in deze
coördinatie zal iln ieder geval
moeten leiden tot een sterke ver
eenvoudiging in het ziekenfonds
wezen. Het is ten eenenmale een
algemeen erkende ongezonde toe
stand, dat er óp het oogenblik in
ons land meer dan 600 ziekenfond-
sen bestaan, düe allemaal hun
eigen administratie en hun eigen
incasso hebben, hun eigen tarie
ven en hun eigen manier om met
de medici om te springen. Dat ijs
een verspilling van geld er. ener
gie, die wij ons op het oogenblik
onmogelijk kunnen veroorloven.
Een vereenvoudiging zal waar
schijnlijk niet zoo moeilijk tot
stand té brengen zijn, wanneer in
het volksgezondheJdlsplan bepaal
de regels gesteld gaan worden om
trent de voorwaarden en tarieven,
zoodat de ziekenfondsen onderling]
weinig of niet meer kunnen af
wijken en het dus weinig ziin meer
heeft de vergaande verdeeldheid
op dit punt te handhaven.
Denkt U, dat er dan ook aan
leiding bestaat om de interne or
ganisatie van het ziekenfonds te
wijzigen 'in dier voege, dat de arts
nrfeeir zeggenschap erin krijgt?
Het is op het oogenblik in
derdaad zoo, dat de arts min of
meer de dienaar van het zieken
fonds is en aangezien op het
oogenblik door de bepalingen van
het ziekenfondsfoesluit nagenoeg
80 pet. van het Nederlandsche
volk in de ziekenfondsen georga
niseerd is. schept dat voor den
arts een groote mate van afhanke
lijkheid van het ziekenfondsappa
raat. Dat is geen gezonde toestand
en reeds is een eerste stap op den
weg der verbetering gezet door de
stichting van een ziekenfondsraad:,
waarin de artsen als één der be
langhebbende partijen zitting heb
ben. Naar mijn meendng is het niet
onmogelijk tot een reorganisatie te
komen, waarbij de arts niet meer
dienaar is doch wel degelijk mede
zeggenschap in de leiding ver
krijgt. Dat lijkt mij een veel g»
zondere toestand.
De totstandkoming van dit allea
verwacht ik inderdaad in de eerst
komende legislatieve periode en
daarom lijkt het imij van zoo groot
belang, dat juist nu een arts mede
zijn invloed kan doen gelden in
de bepaling van het beleid de*
Katholieke fractie. Het is niet om
dat ik mij met de politiek wil be
moeien, maar omdat de politiek
thans belangrijke stappen gaat zet
ten op het terrein van de volks
gezondheid, dat ik meende mij niet
aan een cahdidatuur voor de Kamer
te mogen onttrekken. Ik hoop goed
werk voor onze volksgezondheid te
kunnen verrichten.