HONDERD JAREN
d
d
volk
De Nederl. koopvaardijvloot
Een romantisch melancholisch
Een populair geschiedwerk
van Mr. Oud
ie rare
werel
DINSDAG II JUNI 1946
PAGINA 6
ARIENS' GEBOORTEHUIS
Hessische kroonjuweelen
teruggevonden
BINNENLAND IN 'T KORT
VOOR ONS LEVENSPEIL
EEN ONMISBARE
FACTOR
NEDERLANDS
WAPENS IN 1940
Het leger gedemoraliseerdi
ERVARINGEN IN TSJECHO-SLOWAKIJE
POËTISCHE EN TOCH
PRACTISCHE NATUREN
VOOR DE KEUKEN
RABARBER in flesschen
Honderd jaren. Hoofdzaken der
Nederiandsche staatkundige geschie
denis is de titel van het boek, dat
de Rotterdamsèhe Burgemeester en
oud-minister, mr P. Oud, tijdens
de bezetting op non-activiteit'
geraakt, bij Van Gorcum te Assen
deed verschijnen. Ziehier, hoe de
schrijver zelf het doel aangeeft,
waarvoor zijn boek geschreven is:
Het trof mij in dien tijd nogal
e ns, zoowel bij het lezen van
sommige geschriften der „illegale"
pers als bij besprekingen in be
perkten kring, hoe menigeen, die
staatkundige hervormingen voor
de toekomst bepleitte, niet zoo
bijster goed op de hoogte was van
de staatkundige verhoudingen in
het verleden. Ik was er zeer van
overtuigd, dat wij, wanneer Neder
land zou herrijzen, naar allerlei
hervorming zouden moeten stre
ven, doch ik was er niet minder
ran doordrongen, dat slechts hij
dit met vrucht zou kunnen doen,
voer wien het verleden geen ge
sloten boek was. Daarom wenschte
ik een poging te wagen om in
jreeden kring voor dit verleden
belangstelling te wekken.
Dit boek is bedoeld, zooals de
schrijver verder meedeelt, „voor
ben, die tijd en gelegenheid missen
van meer uitvoerige werken kennis
te nemen." Men zoeke in dit vlot
geschreven boek dus niet méér,
dan de schrijver geven wil. Bij de
«pening van de jongste tentoon
stelling van Antoon 'an Welie te
Botterdam, wees mr. Oud erop,
dat de geschiedschrijver altijd iets
van zijr. eigen visie in zijn werk
legt. Dat heeft mr Oud zelf na
tuurlijk ook gedaan, met name bij
de behandeling van die staatkun
dige gebeurtenissen, aar bij de
schrijver méér dan louter toeschou
wer was- Toch toont deze historicus
een voor een actief staatsman be
hoorlijke dosis objectiviteit, zooais
hij ook in vroeger werk wel deed,
"O.v ten opzichte van de opheffing
van het gezantschap bij het Vati-
caan. Vroeger had hij reeds ge
schreven, dat met deze kwestie op
een trieste wijze politiek „gesold"
v/as. Thans schrijft hij o.a.:
„In de Staatkunde heeft men
ook te rekenen met zekere impon
derabilia en dit hadden de libera
len, indien zij althans prijs stel
den op een goede verhouding tot
de katholieken, niet moeten ver
geten. Thorbecke die dit wel inzag,
is de afschaffing van het gezant
schap dan ook weinig naar den
zin geweest."
Over de meer dan ellendige, niet
uitsluitend maar vooral door de
Eberalen op stuitende wijze beoe
fende kieswet-geografie, velt mr.
Oud het rechtvaardig oordeel: „Be
schamender voorbeeld van politiek
winstbejag is moeilijk aan te wij
ten
Bij wijze van belangstelling zij
opgemerkt, dat volgens Van Hall
zelf de reden van zijn ontslagnemen
in 1847 was: niet zoozeer de kwestie
van de grondwetsherziening zelf,
maar de houding daarbij aangeno
men door twee van Van Hall's
collega's, met name den minister
van Justitie, de Jonge van Campen
Nieuwland. Weinig bekend is, dat
Willem III in 1853 eerst de formatie
van het nieuwe kabinet heeft aan
geboden aan Rochussen; na diens
weigering aan Van Hall. Aan de
«neening van Van Nispen van Pan
eerden in onderwijszaken hecht mr.
Oud wel wat veel gewicht; dit ka
tholieke Eerste-kamerlid nam onder
zijn geloofsgenooten een zeer een
zaam standpunt in Van der Maesen
de Sombreff had stellig wei tekor-
'en als minister van Buitenlandsche
Zaken, Hij ea waren het slacht
offer van de methode om den
roomschen minister, dien men voor
Katholieke Eeredienst nu eenmaal
in het kabinet moest nemen, maar
liever zooveel mogelijk buiten de
binnen land soli e zaken te houden.
Bij de behandeling van de strijd-
jaren 1866'68 had de naam van
den uiterst bekwamen en invloed
rijken katholieken minister van Ju
stitie, Borret, wel genoemd mogen
worden.
Mr. Oud vindt, dat de katholie
ken, „niet verstandig" handelden
door zich in 1872 te onthouden bij
de viering van de verovering van
Den Briel Afgezien van de Briel-
sche martelaren, staan we hier voor
de moeilijke situatie, ontstaan door
het feit, dat onze nationale vrij
heidskrijg zoo'n sterk anti-katholiek
karakter kreeg Hoe zouden de Pro
testanten handelen, als zij feiten
moesten herdenken, die hen voor
een paar eeuwen tot burgers van
den derden rang zouden maken en
dat nog wei ten bate van een aan
vankelijk zelfs kleine minderheid?
Het niet-herkiezen van Schaepman
in Wijk-bij-Duurstede in 1891 wijt
mr. Oud aan de katholieken. Schaep
man zelf zag het anders;" in een
brief aan Lohman geeft bij de
schuld aan de „synodalen", de pro-
testantsche tegenstanders van de
coalitie-politiek.
Is het wel juist, het program,
waarmede het kabinet RuijsAal-
berse in 1918 optrad „zeer besehei
den" te noemen? Reeds aanstonds
bij zijn optreden had Aalberse zijn
dicp-ingrijpend sociaal programma
gereed; daarvoor was geen revo
lutie noodig. Toen Ruijs de for
matie van Nolens overnam
nadat Colijn en Lobman geweigerd
hadden was Nolens nog niet
geheel met de formatie gereed.
J W
In 't hart van Utrecht ligt het.
'n Bescheiden heerenhuis met ge.
pleisterden gevel, waarin eenige
jaren geleden Ariëns-vereerders een
eenvoudigen gedenksteen plaatsten.
In de Hamburgerstraat bij de
Nieuwe Gracht.
Dit Ariëns-geboortehuis ging en
kele weken geleden in volledig
eigendom over aan de Dr. Ariëns-
vereeniging in Nederland. De on
derhandelingen waren reeds in het
laatste stadium toen de oorlog uit
brak, die een uitstel noodzakelijk
maakte, tot nu, op den 86en ver-
jaardag van, Axiëna* geboorte, de
desbetreffende stuitteen geteekend
konden worden.
De Dr. Ariëns-vereeniging wil den
geest van Ariëns doen herleven in
een stichting, die zijn veelzijdigen
socialen, maatschappelijken, gods-
dienstigen, apologetischen arbeid
nader ot ons volk brengt en voort
zet.
Ieder, die inlichtingen wenseht,
inlichtingen kan geven of belang
stelling voor deze plannen heeft en
sympathie wenseht te betuigen,
richte zich hiervoor tot het Centraal
bureau der dr. Ariëns-vereeniging,
Beelsstraat 1, Helmond.
Reuter seint uit Washington: In
verband met den diefstal van de
Hessische kroonjuweelen, die een
waarde van ruim twee milloen gul
den vertegenwoordigen, zijn een
Amerikaansche kolonel en zijn
echtgenoote, die kapitein is in het
vrouwelijke legercorps gearresteerd.
Twee andere personen, die hij deze
zaak betrokken zijn, zijn een ma
joor en een ontslagen korporaal.
De juweelen en andere kostbaar
heden zijn reeds teruggevonden. Zij
waren onder een vloer van het
kasteel Kromberg, het erfslot van
Hessen-Darmstadt verborgen en
verdwenen, toen het kasteel ge
bruikt werd door Amerikaansche
troepen als officiersclub. Onder de
juweelen zijn saffieren, robijnen,
emeralden en een snoer parelen, dat
een geschenk was van koningin
Victoria van Engeland.
Automatisch interlocaal telefoon
verkeer is mogelijk tusschen de
districten Utrecht en Haarlem, voor-
loopig alleen in de richting Utrecht
-Haarlem.
In den ouderdom van 90 jaren
overleed te Zeist prof. dr. J. J. A.
Muller, oud-buitengewoon hoog
leeraar te Utrecht.
Tot directeur van het Econo
misch Technologisch Instituut in
Limburg is benoemd drs. H. C. W.
Roemen, assistent bij dat instituut.
Te Utrecht is door dén storm
Zaterdagavond het dak van een ligJ
hal voor t.b.c.-patiënten van het
Diaconessenhuis naar beneden ge
komen. Persoonlijke ongelukken
kwamen niet voor.
In 1946-'47 op 74 pet. der
voor-oorlogsche capaciteit
De secretaris-generaal van het
Ministerie van Scheepvaart mr. J.
J. Olevaar heeft een radiorede ge
houden, waarin hij het een en
ander heeft verteld over de Neder
iandsche koopvaardij vloot.
Gij weet, aldus de heer Oievaar,
dat de koopvaardijvloot een der be
langrijkste activa was, die Neder
land kon inbrengen in de geallieer
de oorlogvoering, en dat zoo onge
veer 95 pet. in de Meidagen van
1940 buitengaats was, of nog buiten
gaats gebracht kon wonden. Gij
weet ook, dat dit offers heeft ge-
eischt; wig betreuren het verlies
van eenige duizendtallen, zeelieden,
die voor het vaderland het leven
lieten en van meer dan de helft
van de scheeperuimte. Dat is meer
dan de helft van de scheepsruimte,
die wij voor den oorlog bezaten en
meer dan de helft van die scheeps
ruimte, die wij er in den oorlog
door vensch lillende omstandigheden
bykregen. Zoo gin,gen wij dan de
bevrijding in met 1,7 millioen, in
plaats van 2,9 mi Mi oen ton voor
dén oorlog.
De reigee-ring is van cordeel. dat
de koopvaardijvloot spoedig weer
op een verantwoord peiil gebracht
moet worden. De vloot van van
daag is te kiein, alileen al voor de
aanvoeren, welke voor of door de
Nederiandsche regeering moeten
worden gedaan. Wat wij aan
scheepsruimte te kort -komen, moet
met buitenlandsche betaalmiddelen
van het buitenland gehuurd wor
den. Van wat de kracht was van
de Nederiandsche zeescheepvaart,
het varen voor anderen met eigen
Nederiandsche bemanrngen,, het ver-
Ondanks de zware regenbuien
waren gisteren duizenden bijeen op
en bij het kerkhof op den Grebbe-
berg, ten einde de gesneuvelde sol
daten van het 8ste regiment infan
terie en onderafdeelingen te eeren.
Kolonel Henninkf oud-regiments
commandant, herdacht den helden-
strijd van de Ned. soldaten in de vijf
oorlogsdagen.
Generaal Winkelman gaf tydens
zijd toespraak een overzicht van den
toestand, waarin het Ned. leger kort
voor den oorlog en gedurende de vijf
oorlogsdagen in Mei 1940 verkeerde.
Hy zeide, dat het Ned. leger o dien
tijd zeer gedemoraliseerd was door
invloeden van bepaalde kerkelijke
instanties en vereenigitigen, die een
sterke anti-militairistische propagan
da voerden. Voorts wees hij op het
groote verschil, dat er tusschen het
Duitsche en het Ned. leger bestond,
toen ons land zich tegen den aan
valler had te verdedigen. Wan
neer wij" zoo zeide hij, ,,in een
divisie 264 mitrailleurs hadden, dan
stelden de Duitschers daar 432
tegenover. Voor onze 18 mortieren
hadden zy er 135 Duitsche. Een
lichte divisie van het Ned. leger be
zat 12 pantserwagens, terwijl een
lichte Duitsche divisie er 500 bezat.
Wij hadden de beschikking over
slechts 128 vliegtuigen, die voor alle
opdrachten moesten vliegende
Duitschers hadden alleen voor de
luchtlandingsdivisie, die hier ope
reerde, 1038 vliegtuigen ter beschik
king".'
De generaal memoreerde, hoe bij
den afsluitdijk, waar het Ned. leger
over moderne middelen beschikte,
het den Duitschers niet is gelukt
door, te breken. (,Onze mannen", zoo
riep hij uit, hielden het ondanks
alles vijf dagen vol en -ware liet -niet.
dat Rotterdam met algeheele vernie
tiging werd bedreigd, dan hadden
onze troepen zich achter de Holland-
sche waterlinie nog langer kunnen
handhaven".
Kap. Joosten, aalmoezenier van
het achtste R. I. en dr. Harren-
stein oud leger- en vlootpredikant
in alg. dienst, brachten eveneens in
herinnering, hoe groot het offer was,
dat de soldaten voor. het vaderland
hebben gebracht en wezen er op, dat
het het Ned. volk betaamt uiting
te geven aan zijn dankbaarheid
jegens de nabestaanden.
llerr Saukel, de man van de Sau-
kel-actie, die honderdduizenden tot
slavenarbeiders maakte, staat in Neu
renberg voor zijn rechters.
Tijdens het verhoor vraagt een der
aanklagers aan Saukel, 0f ook Goe-
ring bij deze misdaad was betrok
ken.
De president van de rechtbank
maakt den aanklager er terstond op
merkzaam op, dat deze vraag niet
kan worden toegelaten.
Op de verbaasde vraag van den
aanklager, waarom dat het geval ia,
antwoordt de president, dat de
vraag had moeten luiden, of Goering
ook bij dezen maatregel was betrok
ken. Het hof zou later zelf wel uit
maken, of deze maatregel een mis
daad was geweest.
Professor Wetallus, de wereldbe
roemde jurist uit Emmer-Compaa-
cuum, vestigt er de aandacht op.
dait dit niets te maken heeft met
den een of anderen vorm van werk'
Verschaffing of bureaucratie. „Zoo Is
de wet nu eenmaal", aldus de ge
leerde.
door dr H. van Rooy O.F.M.
IV (slot).
Er ligt iets stil-droomerigs over
de Tsjechen, dat zweemt naar het
romantisch-melancholische. Frap
pant komt deze trek tot uiting in
hun aanvankelijk ietwat weemoe-
dig-gesloten. maar toch beheerscht
opbruisend volkslied. Het pakt
heel hun wezen en zij worden
aanstonds stil ontroerd, zoodra de
eerste tonen dezer zachte me
lodie aanzweven. Het was aangrij
pend, toen ik voor den eersten
keer deze ademlooze stilte, te mid
den van ongeveer een hall mil
lioen menschen in het Praagsche
stadion over mij voelde komen.
Zoo iets heb ik bij het zingen van
ons „Wilhelmus" nog nooit mee
gemaakt; het lijkt me zelfs onbe
staanbaar
Aan dezen karaktertrek past
volkomen, dat de Tsjech gehecht
is aan de schoonheid van zijn land
en innig verknocht aan zijn cul
tuurprestaties. En met recht mo
gen zij er groot op gaan. Praag
zelf, de meest Westelijke Slavische
stad, de slagader van de Tsjechi
sche industrie én „het hart van
Bohemen", is eenvoudig een op
eenstapeling van architectonische
schatten en onder dit opzicht met.
terdaad „het historisch museum
van Centraal-Europa" Het is ge
bouwd tegen pittoreske heuvels
langs de beroemde Moldau (zijri
vier van den Donau), die met zijn
breede bedding, stroomende om
enkele eilandjes, de stad in twee-
en deelt. Het meest imposant is de
brug mét zijn meer dan levens-
groote heiligenbeelden, genoemd
naar Karei IV, den „vader" van
de Boheemsche kunstwerken (1346
1378). Vooral in de lente biedt
deze Tsjechische metropool met
zijn heerlijke tuinen de meest be
koorlijke panorama's en machtige
vergezichten.
Typisch Boheemsch doen spe
ciaal de galerijen aan onder langs
de huizen de achterover hangende
gevels met de emblemen van zon,
maan, sterren en palmen, die vroe
ger de rol vervulden van de later
in zwang gekomen huisnummers.
De trots van alle Pragenaars is de
magnifieke en majestueuze burcht
met zijn gerenommeerde „rhad-
cany" (verschansingen), welke de
geheele stad domineeren en haar
tot een sprookjesstad maken,
wanneer 's avonds de schijnwer
pers er op gericht worden van den
overkant van de Moldau. In di
stadsgedeelte liggen ook de cu
rieuze mmiatuurwoninkjes van
de beroemde Praagsche alchirms-
ten
Het volk is eenvoudig verliefd
op zijn „Rhadcany" Men vertelde
mij hoe de menschen van wee
moed huilden, toen zij bij den af
tocht der Duitschers dit nationale
symbool van schoonheid in vlam-
men meenden te zien opgaan. Ach-
teraf bleken heit slechts eenige
huizen te zijn aan den achterkant
van het kasteel. Zij kunnen het
niet verdragen, als vreemdelingen
het zouden wagen hun cultuur
uitingen af te breken of er een
grapje mee te maken. Geestighe
den te savQureeren is trouwens
niet de Sterkste zijde van het
Tsjechisch karakter. Zijn bescha
ving en kunstgevoel echter staan
op zeer hoog peil. Den srpaak en
de belangstelling die zelfs minder
ontwikkelden aan den dag leggen
voor opera's en concerten, zou
men elders niet verwachten.
Hun kunstzinnige aanleg komt
ook tot uiting in de nationale klee-
derdrachten met de bonte kleuren
mengelingen, welke voor elke
landstreek verschillend zijn. He
laas begint deze handwerk-klee-
ding uit de mode te raken. Zij
wordt alleen nog gedragen door
de boerenbevolking, wanneer deze
bij groote feestelijkheden naar de
stad stroomt.
Men zou niet vermoeden, dat
deze min of meer poëtische na
tuur samengaat met kwaliteiten,
welke de menschen zeer geschikt
maken om met ons nuchtere Ne
derlanders om te gaan Misschien
zou zelfs hun sterk critische zin
het klaar kunnen spelen van onze
nationale zelfgenoegzaamheid te
profiteeren Dit zeer arbeidzame
volk van harde werkers, die in de.
wereld vooruit willen, is bovenal
practisch georiënteerd en verbeu
zelt zijn tijd niet met theore-
trseeren.
De Tsjechen maken veel werk
van de propaganda. Zij hebben er
heel wat voor over om een goeden
naam in het buitenland te vesti-
tigen. Daarbij komt uitstekend
van pas, dat zij zeer gulle gast-
heeren zijn, die vorstelijk weten
te recipiëeren! Niets is hun hier
voor te veel; zij staan steeds klaar,
zonder dat hun beleefdheid en
voorkomendheid ooit een holle
phrase wordt Zij zijn eerlijk, en
het komt niet in hun hoofd op om
van een vreemdeling te profitee
ren door hem af te zetten.
Zoo vertoont dit Slavische volk
met zijn Westersche beschaving
een gelukkige combinatie van
Noordelijke en Zuidelijke karak
tertrekken, die het in staat stellen
een rol van beteekenis te spelen
in het toekomstige Europeesche
evolutieproces. „Herr Benesj' is
een zeer wijs politiek realist, die
als staatsman in hoog aanzien
staat en een groote populariteit
geniet. Maar hij ziet zichthans
geplaatst voor een buna boven
menschelüke taak togeneer het
onmetelijke en ondoorgrondelijke
sovjet-Rusland, waaraan °rfe
Tsjechische vrienden niet. alléén
door verdragen van bondgenoot
schap gebonden zijn!
dienen van vreemde valuta, blijft
aldus niet veel over.
Voor de handhaving van een,
behoorlijk materieel levenspeil was
een bloeiende koopvaardij vroeger
een 'belangrijke thans is zij een
onmisbare factor.
De fouten, gemaakt na den eeiv
sten wereldoorlog zulllen thans ven»
meden moeten worden Voor over»
drijving op het gebied van den
nieuiwbouw bij de scheepvaartmaat»
schappijen behoeven wij echter
thans niet bevreesd te zijn, al was
het alleen maar op grond, dat zij
er thans financieel vrij wat anders
voor staan dan na den vorigen
oorlog. Daar komen echter nog
allerlei overwegingen by. Het eco
nomisch gezicht van de wereld ia
grondig veranderd. Het Midden-
Europeesche achterland is voor het
oogenfblik weggevallen, oude trafie
ken zyn verdwenen of verlegd,
nieuwe wegen zul'len moeten wor
den gezocht. Het typische karakter
van „lijnibedrijf", dat de Neder
iandsche koopvaardij bezit, vordert
gespecialiseerde scheepsruimte,, die
niet gereed te koop is De Neder-
landische scheepsbouw is nog niet
op adem van de vernielzucht van.
den overweldiger. De buitenland
sche werven zijn voor jaren volge^
boekt. Toch wordt door de stappen
en maatregelen, die tot du3ver
reeds genomen werden, de vloot in
1946/'47 2.150.00 brt. groot, ook al
zou van nu af aan niets meer ge
schieden. Dit is alvast een peil van
74 in plaats van 30
Aankoop van Amerikaan
sche schepen.
De Minister van Scheepvaart
heeft besloten tot den aankoop, zoo
mogelijk, van 300.000 tot 400.000 ton
Amerikaansche scheepsruimte, die
aan de reederrjen verhuurd wordt,
voor zoofliang zij daaraan behoefte
hebben. Voor zoover dit Diberty-
schepen zijn, die zich voor het ïijn-
bedryf minder leetnen, maken z\j
aldus geen blijvend bestanddeel van
de Nederiandsche vloot uit en staan
zij aan de gewenschte uitbreiding
met gespecialiseerde schepen op
den diuiur niet in den weg. Voor
het heden, nu de schaarschte zoo
acuut is, hebben wij dan wan
neer de aankoop slaagt wat
meer armslag voor de taken, die
voor de koopvaardij zijn wegigeflegd.
Internationale concurrentie.
Voorts zeide de hes<r Oievaar o.m.
De internationale concurrentie zal
van hevigen aard word-en. Do
scheepsruimte der wereld is ten 20
millioen ton grooter dan voor den
oorlog.
Wij moeten varen enwij kun
nen varen. Er is eens berekend,
dat een man op zee. vier man aan
den wal met zich brengt. Het is
oak daarom, dat een of ander land
niet zoo maar een groote vloo' uit
den grond stampt, of op den duur
in stand kan houden. Voor Neder
land zal dat geen moeite kosten!
dit is een re de n om <io toaltenwt
met vertrouwen tegemoet te zien.
Wij beschikken over de menschen;
wij hebben bekwame zeeliifden, ge
schoolde arbeiders, ervaren readers.
De sociale zijde.
Tot slot van zijn causerie sp.ak
de heer Oievaar over de sociale
zijde van het scheepvaart vraagstuk.
Ben vloot van 3 millioen ton, zoo
als Nederland voor den oorlog be
zat. verschaft arbeid aan circa
19 000 zeelieden, namelijk 5.000 offi
cieren en 14.000 scheepsgezellen, met
een gezamenlijke gage per jaar van
ongeveer 25 millioen gulden. Als het
waar is dat vier mannen aan den
wal noodig zijn om een man op zee
te laten varen, don verschaft de
zeevaart, in een bestaan op zee oi
aan den havenkant, a beid aan
tegen de 100.000 maner en. De Neder
iandsche zeeman is in den oorlog
niet onder de maat" gebleven. De
zeeman heeft recht op waardeeriog.
De materieele om standi gh den van
den zeeman blijven, ook nu ae
Regeering practisch niet meer au»
reeder optreedt, de voortdurend
aandacht van de betrokken be
windslieden houden.
Tenslotte sprekende over de Gro
ninger kustvaart, zeide mr. Oievaar:
Er leeft veel frisoh initiatief m
kringen van onze Groningers AM
de Oostzee te klein wordt, dan
ten zij de Middellandsche Zee, Zuid-
Afrika, Mexico en Zuid-Amerika
opzoekenook de Groninger kust
vaart zal er weer bovenop komen.
Van de zuren, die rabarber van
nature bevat, kan men gebruik ma
ken bij het blwaren van dit pro
duct. De zuren werken conservee-
rend, en wanneer men te werk gaat
zooals is aangegeven, kan men ra
barber inmaken en gedurende bet
geheele jaar tot zijn beschikking e
De rabarber wordt goed afgebor
steld, gewasschen en van slechte en
harde deelen ontdaan. Daarna snijdt
men de stelen in stukjes, die den
hals van de flesschen, die men voor
den inmaak gebruikt, gemakkelijk
kunnen passeeren. De flesschen wor
den, met heet sodawater goed
schoongemaakt en met kokend water
nagespoeld. De schoongemaakte fles
schen vult men met de stukjes ra
barber. Voorts vult men de flesch
aan met gekookt water. Men sluit do
flesch met een Uitgekookte kurk, en
maakt deze luchtdicht door kurk en
hals te lakken of in ^smolten
kaarsvet te dompelen. Hier Pt
men de flesch omgekeerd in gesmol
ten lak Of kaarsvet totdat ongeveer
1 C m. van het glas met lak bedekt
is. De gedroogde Iaklaag mag geen
gaatjes vertoonen. Is dit het geval,
dan moet men nogmaals lakken,
want iedere opening kan tot bederf
van den inhoud leiden.
Wil men de rabarber gebruiken,
dan breekt men het lak en verwij
dert de kurk, waarna de rabarber
ala versch volgens alle recepten kan
worden toegepast.