HONDERD JAREN d d volk De Nederl. koopvaardijvloot Een romantisch melancholisch Een populair geschiedwerk van Mr. Oud ie rare werel DINSDAG II JUNI 1946 PAGINA 6 ARIENS' GEBOORTEHUIS Hessische kroonjuweelen teruggevonden BINNENLAND IN 'T KORT VOOR ONS LEVENSPEIL EEN ONMISBARE FACTOR NEDERLANDS WAPENS IN 1940 Het leger gedemoraliseerdi ERVARINGEN IN TSJECHO-SLOWAKIJE POËTISCHE EN TOCH PRACTISCHE NATUREN VOOR DE KEUKEN RABARBER in flesschen Honderd jaren. Hoofdzaken der Nederiandsche staatkundige geschie denis is de titel van het boek, dat de Rotterdamsèhe Burgemeester en oud-minister, mr P. Oud, tijdens de bezetting op non-activiteit' geraakt, bij Van Gorcum te Assen deed verschijnen. Ziehier, hoe de schrijver zelf het doel aangeeft, waarvoor zijn boek geschreven is: Het trof mij in dien tijd nogal e ns, zoowel bij het lezen van sommige geschriften der „illegale" pers als bij besprekingen in be perkten kring, hoe menigeen, die staatkundige hervormingen voor de toekomst bepleitte, niet zoo bijster goed op de hoogte was van de staatkundige verhoudingen in het verleden. Ik was er zeer van overtuigd, dat wij, wanneer Neder land zou herrijzen, naar allerlei hervorming zouden moeten stre ven, doch ik was er niet minder ran doordrongen, dat slechts hij dit met vrucht zou kunnen doen, voer wien het verleden geen ge sloten boek was. Daarom wenschte ik een poging te wagen om in jreeden kring voor dit verleden belangstelling te wekken. Dit boek is bedoeld, zooals de schrijver verder meedeelt, „voor ben, die tijd en gelegenheid missen van meer uitvoerige werken kennis te nemen." Men zoeke in dit vlot geschreven boek dus niet méér, dan de schrijver geven wil. Bij de «pening van de jongste tentoon stelling van Antoon 'an Welie te Botterdam, wees mr. Oud erop, dat de geschiedschrijver altijd iets van zijr. eigen visie in zijn werk legt. Dat heeft mr Oud zelf na tuurlijk ook gedaan, met name bij de behandeling van die staatkun dige gebeurtenissen, aar bij de schrijver méér dan louter toeschou wer was- Toch toont deze historicus een voor een actief staatsman be hoorlijke dosis objectiviteit, zooais hij ook in vroeger werk wel deed, "O.v ten opzichte van de opheffing van het gezantschap bij het Vati- caan. Vroeger had hij reeds ge schreven, dat met deze kwestie op een trieste wijze politiek „gesold" v/as. Thans schrijft hij o.a.: „In de Staatkunde heeft men ook te rekenen met zekere impon derabilia en dit hadden de libera len, indien zij althans prijs stel den op een goede verhouding tot de katholieken, niet moeten ver geten. Thorbecke die dit wel inzag, is de afschaffing van het gezant schap dan ook weinig naar den zin geweest." Over de meer dan ellendige, niet uitsluitend maar vooral door de Eberalen op stuitende wijze beoe fende kieswet-geografie, velt mr. Oud het rechtvaardig oordeel: „Be schamender voorbeeld van politiek winstbejag is moeilijk aan te wij ten Bij wijze van belangstelling zij opgemerkt, dat volgens Van Hall zelf de reden van zijn ontslagnemen in 1847 was: niet zoozeer de kwestie van de grondwetsherziening zelf, maar de houding daarbij aangeno men door twee van Van Hall's collega's, met name den minister van Justitie, de Jonge van Campen Nieuwland. Weinig bekend is, dat Willem III in 1853 eerst de formatie van het nieuwe kabinet heeft aan geboden aan Rochussen; na diens weigering aan Van Hall. Aan de «neening van Van Nispen van Pan eerden in onderwijszaken hecht mr. Oud wel wat veel gewicht; dit ka tholieke Eerste-kamerlid nam onder zijn geloofsgenooten een zeer een zaam standpunt in Van der Maesen de Sombreff had stellig wei tekor- 'en als minister van Buitenlandsche Zaken, Hij ea waren het slacht offer van de methode om den roomschen minister, dien men voor Katholieke Eeredienst nu eenmaal in het kabinet moest nemen, maar liever zooveel mogelijk buiten de binnen land soli e zaken te houden. Bij de behandeling van de strijd- jaren 1866'68 had de naam van den uiterst bekwamen en invloed rijken katholieken minister van Ju stitie, Borret, wel genoemd mogen worden. Mr. Oud vindt, dat de katholie ken, „niet verstandig" handelden door zich in 1872 te onthouden bij de viering van de verovering van Den Briel Afgezien van de Briel- sche martelaren, staan we hier voor de moeilijke situatie, ontstaan door het feit, dat onze nationale vrij heidskrijg zoo'n sterk anti-katholiek karakter kreeg Hoe zouden de Pro testanten handelen, als zij feiten moesten herdenken, die hen voor een paar eeuwen tot burgers van den derden rang zouden maken en dat nog wei ten bate van een aan vankelijk zelfs kleine minderheid? Het niet-herkiezen van Schaepman in Wijk-bij-Duurstede in 1891 wijt mr. Oud aan de katholieken. Schaep man zelf zag het anders;" in een brief aan Lohman geeft bij de schuld aan de „synodalen", de pro- testantsche tegenstanders van de coalitie-politiek. Is het wel juist, het program, waarmede het kabinet RuijsAal- berse in 1918 optrad „zeer besehei den" te noemen? Reeds aanstonds bij zijn optreden had Aalberse zijn dicp-ingrijpend sociaal programma gereed; daarvoor was geen revo lutie noodig. Toen Ruijs de for matie van Nolens overnam nadat Colijn en Lobman geweigerd hadden was Nolens nog niet geheel met de formatie gereed. J W In 't hart van Utrecht ligt het. 'n Bescheiden heerenhuis met ge. pleisterden gevel, waarin eenige jaren geleden Ariëns-vereerders een eenvoudigen gedenksteen plaatsten. In de Hamburgerstraat bij de Nieuwe Gracht. Dit Ariëns-geboortehuis ging en kele weken geleden in volledig eigendom over aan de Dr. Ariëns- vereeniging in Nederland. De on derhandelingen waren reeds in het laatste stadium toen de oorlog uit brak, die een uitstel noodzakelijk maakte, tot nu, op den 86en ver- jaardag van, Axiëna* geboorte, de desbetreffende stuitteen geteekend konden worden. De Dr. Ariëns-vereeniging wil den geest van Ariëns doen herleven in een stichting, die zijn veelzijdigen socialen, maatschappelijken, gods- dienstigen, apologetischen arbeid nader ot ons volk brengt en voort zet. Ieder, die inlichtingen wenseht, inlichtingen kan geven of belang stelling voor deze plannen heeft en sympathie wenseht te betuigen, richte zich hiervoor tot het Centraal bureau der dr. Ariëns-vereeniging, Beelsstraat 1, Helmond. Reuter seint uit Washington: In verband met den diefstal van de Hessische kroonjuweelen, die een waarde van ruim twee milloen gul den vertegenwoordigen, zijn een Amerikaansche kolonel en zijn echtgenoote, die kapitein is in het vrouwelijke legercorps gearresteerd. Twee andere personen, die hij deze zaak betrokken zijn, zijn een ma joor en een ontslagen korporaal. De juweelen en andere kostbaar heden zijn reeds teruggevonden. Zij waren onder een vloer van het kasteel Kromberg, het erfslot van Hessen-Darmstadt verborgen en verdwenen, toen het kasteel ge bruikt werd door Amerikaansche troepen als officiersclub. Onder de juweelen zijn saffieren, robijnen, emeralden en een snoer parelen, dat een geschenk was van koningin Victoria van Engeland. Automatisch interlocaal telefoon verkeer is mogelijk tusschen de districten Utrecht en Haarlem, voor- loopig alleen in de richting Utrecht -Haarlem. In den ouderdom van 90 jaren overleed te Zeist prof. dr. J. J. A. Muller, oud-buitengewoon hoog leeraar te Utrecht. Tot directeur van het Econo misch Technologisch Instituut in Limburg is benoemd drs. H. C. W. Roemen, assistent bij dat instituut. Te Utrecht is door dén storm Zaterdagavond het dak van een ligJ hal voor t.b.c.-patiënten van het Diaconessenhuis naar beneden ge komen. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. In 1946-'47 op 74 pet. der voor-oorlogsche capaciteit De secretaris-generaal van het Ministerie van Scheepvaart mr. J. J. Olevaar heeft een radiorede ge houden, waarin hij het een en ander heeft verteld over de Neder iandsche koopvaardij vloot. Gij weet, aldus de heer Oievaar, dat de koopvaardijvloot een der be langrijkste activa was, die Neder land kon inbrengen in de geallieer de oorlogvoering, en dat zoo onge veer 95 pet. in de Meidagen van 1940 buitengaats was, of nog buiten gaats gebracht kon wonden. Gij weet ook, dat dit offers heeft ge- eischt; wig betreuren het verlies van eenige duizendtallen, zeelieden, die voor het vaderland het leven lieten en van meer dan de helft van de scheeperuimte. Dat is meer dan de helft van de scheepsruimte, die wij voor den oorlog bezaten en meer dan de helft van die scheeps ruimte, die wij er in den oorlog door vensch lillende omstandigheden bykregen. Zoo gin,gen wij dan de bevrijding in met 1,7 millioen, in plaats van 2,9 mi Mi oen ton voor dén oorlog. De reigee-ring is van cordeel. dat de koopvaardijvloot spoedig weer op een verantwoord peiil gebracht moet worden. De vloot van van daag is te kiein, alileen al voor de aanvoeren, welke voor of door de Nederiandsche regeering moeten worden gedaan. Wat wij aan scheepsruimte te kort -komen, moet met buitenlandsche betaalmiddelen van het buitenland gehuurd wor den. Van wat de kracht was van de Nederiandsche zeescheepvaart, het varen voor anderen met eigen Nederiandsche bemanrngen,, het ver- Ondanks de zware regenbuien waren gisteren duizenden bijeen op en bij het kerkhof op den Grebbe- berg, ten einde de gesneuvelde sol daten van het 8ste regiment infan terie en onderafdeelingen te eeren. Kolonel Henninkf oud-regiments commandant, herdacht den helden- strijd van de Ned. soldaten in de vijf oorlogsdagen. Generaal Winkelman gaf tydens zijd toespraak een overzicht van den toestand, waarin het Ned. leger kort voor den oorlog en gedurende de vijf oorlogsdagen in Mei 1940 verkeerde. Hy zeide, dat het Ned. leger o dien tijd zeer gedemoraliseerd was door invloeden van bepaalde kerkelijke instanties en vereenigitigen, die een sterke anti-militairistische propagan da voerden. Voorts wees hij op het groote verschil, dat er tusschen het Duitsche en het Ned. leger bestond, toen ons land zich tegen den aan valler had te verdedigen. Wan neer wij" zoo zeide hij, ,,in een divisie 264 mitrailleurs hadden, dan stelden de Duitschers daar 432 tegenover. Voor onze 18 mortieren hadden zy er 135 Duitsche. Een lichte divisie van het Ned. leger be zat 12 pantserwagens, terwijl een lichte Duitsche divisie er 500 bezat. Wij hadden de beschikking over slechts 128 vliegtuigen, die voor alle opdrachten moesten vliegende Duitschers hadden alleen voor de luchtlandingsdivisie, die hier ope reerde, 1038 vliegtuigen ter beschik king".' De generaal memoreerde, hoe bij den afsluitdijk, waar het Ned. leger over moderne middelen beschikte, het den Duitschers niet is gelukt door, te breken. (,Onze mannen", zoo riep hij uit, hielden het ondanks alles vijf dagen vol en -ware liet -niet. dat Rotterdam met algeheele vernie tiging werd bedreigd, dan hadden onze troepen zich achter de Holland- sche waterlinie nog langer kunnen handhaven". Kap. Joosten, aalmoezenier van het achtste R. I. en dr. Harren- stein oud leger- en vlootpredikant in alg. dienst, brachten eveneens in herinnering, hoe groot het offer was, dat de soldaten voor. het vaderland hebben gebracht en wezen er op, dat het het Ned. volk betaamt uiting te geven aan zijn dankbaarheid jegens de nabestaanden. llerr Saukel, de man van de Sau- kel-actie, die honderdduizenden tot slavenarbeiders maakte, staat in Neu renberg voor zijn rechters. Tijdens het verhoor vraagt een der aanklagers aan Saukel, 0f ook Goe- ring bij deze misdaad was betrok ken. De president van de rechtbank maakt den aanklager er terstond op merkzaam op, dat deze vraag niet kan worden toegelaten. Op de verbaasde vraag van den aanklager, waarom dat het geval ia, antwoordt de president, dat de vraag had moeten luiden, of Goering ook bij dezen maatregel was betrok ken. Het hof zou later zelf wel uit maken, of deze maatregel een mis daad was geweest. Professor Wetallus, de wereldbe roemde jurist uit Emmer-Compaa- cuum, vestigt er de aandacht op. dait dit niets te maken heeft met den een of anderen vorm van werk' Verschaffing of bureaucratie. „Zoo Is de wet nu eenmaal", aldus de ge leerde. door dr H. van Rooy O.F.M. IV (slot). Er ligt iets stil-droomerigs over de Tsjechen, dat zweemt naar het romantisch-melancholische. Frap pant komt deze trek tot uiting in hun aanvankelijk ietwat weemoe- dig-gesloten. maar toch beheerscht opbruisend volkslied. Het pakt heel hun wezen en zij worden aanstonds stil ontroerd, zoodra de eerste tonen dezer zachte me lodie aanzweven. Het was aangrij pend, toen ik voor den eersten keer deze ademlooze stilte, te mid den van ongeveer een hall mil lioen menschen in het Praagsche stadion over mij voelde komen. Zoo iets heb ik bij het zingen van ons „Wilhelmus" nog nooit mee gemaakt; het lijkt me zelfs onbe staanbaar Aan dezen karaktertrek past volkomen, dat de Tsjech gehecht is aan de schoonheid van zijn land en innig verknocht aan zijn cul tuurprestaties. En met recht mo gen zij er groot op gaan. Praag zelf, de meest Westelijke Slavische stad, de slagader van de Tsjechi sche industrie én „het hart van Bohemen", is eenvoudig een op eenstapeling van architectonische schatten en onder dit opzicht met. terdaad „het historisch museum van Centraal-Europa" Het is ge bouwd tegen pittoreske heuvels langs de beroemde Moldau (zijri vier van den Donau), die met zijn breede bedding, stroomende om enkele eilandjes, de stad in twee- en deelt. Het meest imposant is de brug mét zijn meer dan levens- groote heiligenbeelden, genoemd naar Karei IV, den „vader" van de Boheemsche kunstwerken (1346 1378). Vooral in de lente biedt deze Tsjechische metropool met zijn heerlijke tuinen de meest be koorlijke panorama's en machtige vergezichten. Typisch Boheemsch doen spe ciaal de galerijen aan onder langs de huizen de achterover hangende gevels met de emblemen van zon, maan, sterren en palmen, die vroe ger de rol vervulden van de later in zwang gekomen huisnummers. De trots van alle Pragenaars is de magnifieke en majestueuze burcht met zijn gerenommeerde „rhad- cany" (verschansingen), welke de geheele stad domineeren en haar tot een sprookjesstad maken, wanneer 's avonds de schijnwer pers er op gericht worden van den overkant van de Moldau. In di stadsgedeelte liggen ook de cu rieuze mmiatuurwoninkjes van de beroemde Praagsche alchirms- ten Het volk is eenvoudig verliefd op zijn „Rhadcany" Men vertelde mij hoe de menschen van wee moed huilden, toen zij bij den af tocht der Duitschers dit nationale symbool van schoonheid in vlam- men meenden te zien opgaan. Ach- teraf bleken heit slechts eenige huizen te zijn aan den achterkant van het kasteel. Zij kunnen het niet verdragen, als vreemdelingen het zouden wagen hun cultuur uitingen af te breken of er een grapje mee te maken. Geestighe den te savQureeren is trouwens niet de Sterkste zijde van het Tsjechisch karakter. Zijn bescha ving en kunstgevoel echter staan op zeer hoog peil. Den srpaak en de belangstelling die zelfs minder ontwikkelden aan den dag leggen voor opera's en concerten, zou men elders niet verwachten. Hun kunstzinnige aanleg komt ook tot uiting in de nationale klee- derdrachten met de bonte kleuren mengelingen, welke voor elke landstreek verschillend zijn. He laas begint deze handwerk-klee- ding uit de mode te raken. Zij wordt alleen nog gedragen door de boerenbevolking, wanneer deze bij groote feestelijkheden naar de stad stroomt. Men zou niet vermoeden, dat deze min of meer poëtische na tuur samengaat met kwaliteiten, welke de menschen zeer geschikt maken om met ons nuchtere Ne derlanders om te gaan Misschien zou zelfs hun sterk critische zin het klaar kunnen spelen van onze nationale zelfgenoegzaamheid te profiteeren Dit zeer arbeidzame volk van harde werkers, die in de. wereld vooruit willen, is bovenal practisch georiënteerd en verbeu zelt zijn tijd niet met theore- trseeren. De Tsjechen maken veel werk van de propaganda. Zij hebben er heel wat voor over om een goeden naam in het buitenland te vesti- tigen. Daarbij komt uitstekend van pas, dat zij zeer gulle gast- heeren zijn, die vorstelijk weten te recipiëeren! Niets is hun hier voor te veel; zij staan steeds klaar, zonder dat hun beleefdheid en voorkomendheid ooit een holle phrase wordt Zij zijn eerlijk, en het komt niet in hun hoofd op om van een vreemdeling te profitee ren door hem af te zetten. Zoo vertoont dit Slavische volk met zijn Westersche beschaving een gelukkige combinatie van Noordelijke en Zuidelijke karak tertrekken, die het in staat stellen een rol van beteekenis te spelen in het toekomstige Europeesche evolutieproces. „Herr Benesj' is een zeer wijs politiek realist, die als staatsman in hoog aanzien staat en een groote populariteit geniet. Maar hij ziet zichthans geplaatst voor een buna boven menschelüke taak togeneer het onmetelijke en ondoorgrondelijke sovjet-Rusland, waaraan °rfe Tsjechische vrienden niet. alléén door verdragen van bondgenoot schap gebonden zijn! dienen van vreemde valuta, blijft aldus niet veel over. Voor de handhaving van een, behoorlijk materieel levenspeil was een bloeiende koopvaardij vroeger een 'belangrijke thans is zij een onmisbare factor. De fouten, gemaakt na den eeiv sten wereldoorlog zulllen thans ven» meden moeten worden Voor over» drijving op het gebied van den nieuiwbouw bij de scheepvaartmaat» schappijen behoeven wij echter thans niet bevreesd te zijn, al was het alleen maar op grond, dat zij er thans financieel vrij wat anders voor staan dan na den vorigen oorlog. Daar komen echter nog allerlei overwegingen by. Het eco nomisch gezicht van de wereld ia grondig veranderd. Het Midden- Europeesche achterland is voor het oogenfblik weggevallen, oude trafie ken zyn verdwenen of verlegd, nieuwe wegen zul'len moeten wor den gezocht. Het typische karakter van „lijnibedrijf", dat de Neder iandsche koopvaardij bezit, vordert gespecialiseerde scheepsruimte,, die niet gereed te koop is De Neder- landische scheepsbouw is nog niet op adem van de vernielzucht van. den overweldiger. De buitenland sche werven zijn voor jaren volge^ boekt. Toch wordt door de stappen en maatregelen, die tot du3ver reeds genomen werden, de vloot in 1946/'47 2.150.00 brt. groot, ook al zou van nu af aan niets meer ge schieden. Dit is alvast een peil van 74 in plaats van 30 Aankoop van Amerikaan sche schepen. De Minister van Scheepvaart heeft besloten tot den aankoop, zoo mogelijk, van 300.000 tot 400.000 ton Amerikaansche scheepsruimte, die aan de reederrjen verhuurd wordt, voor zoofliang zij daaraan behoefte hebben. Voor zoover dit Diberty- schepen zijn, die zich voor het ïijn- bedryf minder leetnen, maken z\j aldus geen blijvend bestanddeel van de Nederiandsche vloot uit en staan zij aan de gewenschte uitbreiding met gespecialiseerde schepen op den diuiur niet in den weg. Voor het heden, nu de schaarschte zoo acuut is, hebben wij dan wan neer de aankoop slaagt wat meer armslag voor de taken, die voor de koopvaardij zijn wegigeflegd. Internationale concurrentie. Voorts zeide de hes<r Oievaar o.m. De internationale concurrentie zal van hevigen aard word-en. Do scheepsruimte der wereld is ten 20 millioen ton grooter dan voor den oorlog. Wij moeten varen enwij kun nen varen. Er is eens berekend, dat een man op zee. vier man aan den wal met zich brengt. Het is oak daarom, dat een of ander land niet zoo maar een groote vloo' uit den grond stampt, of op den duur in stand kan houden. Voor Neder land zal dat geen moeite kosten! dit is een re de n om <io toaltenwt met vertrouwen tegemoet te zien. Wij beschikken over de menschen; wij hebben bekwame zeeliifden, ge schoolde arbeiders, ervaren readers. De sociale zijde. Tot slot van zijn causerie sp.ak de heer Oievaar over de sociale zijde van het scheepvaart vraagstuk. Ben vloot van 3 millioen ton, zoo als Nederland voor den oorlog be zat. verschaft arbeid aan circa 19 000 zeelieden, namelijk 5.000 offi cieren en 14.000 scheepsgezellen, met een gezamenlijke gage per jaar van ongeveer 25 millioen gulden. Als het waar is dat vier mannen aan den wal noodig zijn om een man op zee te laten varen, don verschaft de zeevaart, in een bestaan op zee oi aan den havenkant, a beid aan tegen de 100.000 maner en. De Neder iandsche zeeman is in den oorlog niet onder de maat" gebleven. De zeeman heeft recht op waardeeriog. De materieele om standi gh den van den zeeman blijven, ook nu ae Regeering practisch niet meer au» reeder optreedt, de voortdurend aandacht van de betrokken be windslieden houden. Tenslotte sprekende over de Gro ninger kustvaart, zeide mr. Oievaar: Er leeft veel frisoh initiatief m kringen van onze Groningers AM de Oostzee te klein wordt, dan ten zij de Middellandsche Zee, Zuid- Afrika, Mexico en Zuid-Amerika opzoekenook de Groninger kust vaart zal er weer bovenop komen. Van de zuren, die rabarber van nature bevat, kan men gebruik ma ken bij het blwaren van dit pro duct. De zuren werken conservee- rend, en wanneer men te werk gaat zooals is aangegeven, kan men ra barber inmaken en gedurende bet geheele jaar tot zijn beschikking e De rabarber wordt goed afgebor steld, gewasschen en van slechte en harde deelen ontdaan. Daarna snijdt men de stelen in stukjes, die den hals van de flesschen, die men voor den inmaak gebruikt, gemakkelijk kunnen passeeren. De flesschen wor den, met heet sodawater goed schoongemaakt en met kokend water nagespoeld. De schoongemaakte fles schen vult men met de stukjes ra barber. Voorts vult men de flesch aan met gekookt water. Men sluit do flesch met een Uitgekookte kurk, en maakt deze luchtdicht door kurk en hals te lakken of in ^smolten kaarsvet te dompelen. Hier Pt men de flesch omgekeerd in gesmol ten lak Of kaarsvet totdat ongeveer 1 C m. van het glas met lak bedekt is. De gedroogde Iaklaag mag geen gaatjes vertoonen. Is dit het geval, dan moet men nogmaals lakken, want iedere opening kan tot bederf van den inhoud leiden. Wil men de rabarber gebruiken, dan breekt men het lak en verwij dert de kurk, waarna de rabarber ala versch volgens alle recepten kan worden toegepast.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1946 | | pagina 6