m
F. M. Döstojewski
c
3
Gezicht op Spanje
Bij de herdenking van
yVederland op de reede van Bali
GINA 2
MAANDAG 11 NOVEMBER 194«
GRANDIOZE SFINX
JOODSCHE ERVARINGEN
VRIJHEID
HET VERHAAL VAN DEN KONING
VAN POELAN BOEN AKEN
VELDPOST-
BRIEVEN
MIN. HUYSMANS NAAR
BELGIE
Al zal de 125ste geboortedag van Dostojewski, welken
wij op 11 November herdenken, in diens eigen land vrij
wel genegeerd worden het huidige Rusland met zijn
merkwaardig litterair criterium ziet in hem niet veel
meer dan een verouderde beroemdheid, weinig dienstig
voor de vorming van ideale staatsburgers in West-
Europa zal voor de zooveelste maal een stroom van
boeken en artikelen uiting geven aan de vereering voor
den Russischen geweldenaar, even uitzonderlijk onder de
romanschrijvers als Homerus of Shakespeare onder de
dichters.
Deze vereering is overigens niet
ton na veel verwarring en misvat,
ttng gegroeid. Werd Dostojewski
reeds spoedig na zijn dood (in 1881)
•ok buiten Rusland als een groot
«chryver erkend, zoo geschiedde
sulks met voorbijzien van zijn ware
beteekenis, vooral op grond van zijn
vroegere werken zooals „Arme men-
Bchen", waarin hy als humanitair
«chrijver als pleitbezorger voor den
kleinen man optreedt.
Achtergesteld by Dickens, of be
iaden met verwytc-i van overmatig
gerekte dialogen, van gebrekkige
compositie en zelfs van ideeënloos.
beid, moest by wachten tot het be
gin van de twintigste eeuw alvorens
een Glde in Frankryk, een Middle-
ton.Murry in Engeland, voortbou
wend op het werk van Russische
critici, waardevolle bydragen zou
den leveren voor een nieuwe hou
ding tegenover zyn oeuvre.
Nu werd voor het eerst Dosto
jewski meer als denker dan als
Htterator gezien, zyn „veelvormige
volledigheid", zyn kolossale rijkdom
aan ideeën, begrepen en van nu af
ton zullen het dan ook vooral zyn
latere werken ,,De memoires uit het
BOusterrain", „Misdaad en straf",
yde Idioot", „de Demonen" en ;,De
gebroeders Karamazow" zijn, die de
aandacht vragen.
In ons land ging de Dostojewski-
waardeering vrijwel parallel aan
deze ontwikkeling evenals een tien.
tal jaren later een Dirk Coster, die
van den cultus voor „den profeet"
Dostojewski in ons land de gangma
ker was, in het buitenland zyn ge
ëxalteerde gelyken zou vinden.
Totdat we, in de huidige Dosto.
Jewski-critiek, weer een meer nuch.
tere houding waarnemen. Eensge
zindheid echter omtrent deze grandi
oze sfinx bestaat'tusschen de critici
zoomin nu als vroeger.
Een van de merkwaardigste uit
spraken, die Dostojewski omtrent
zichzelfgedaan heeft, is wel deze,
dat hy in alle dingen tot de uiter.
«te grenzen ging, dat hy zijn heele
leven lang nooit maat heeft kunnen
ihouden. Inderdaad is zijn leven ge
kenmerkt door een uiterste mate
loosheid. Mateloosheid in zijn harts,
tochten, mateloosheid ook buiten zijn
wil, in 'het ïyden, dat het leven van
hem vergde.
Vroeg wees geworden, onbegrepen
als jeugdig schryver, zwak van ge
zondheid en steeds in geldzorgen,
had hy een moeilyke Jeugd Op 27-
jarigen leeftijd wordt hy gearres.
teerd wegens een vermeende samen,
zwering tegen den tsaar. Dan volgt
de ter dood veroordeeling en de lu
gubere comedie op het Semjonow.
plein, waarby hem, in het aange
zicht van den dood, gratie wordt
verleend.
Verbannen naar Siberië keert hy
eerst na tien jaren terug. By zyn
terugkeer is zy'ri vrouw, Isajewa,
met wie hy nooit gelukkig werd,
zwaar ziek, financieel staat hy voor
«en catastrophe en zijn verhouding
met de studente Paulien, vervult
zyn hart met wroeging. In dezen de.
plorabelen staat schrijft hij aan het
ziekbed van zyn. vrouw de huivering
wekkende „Memoires uit het sous-
terrain"
Aan het eind van zyn leven heeft
Dostojewski niettemin troostvoller
dagen gekend. Hy is nu getrouwd
met een Jong meisje, by wie hij het
geluk en het evenwicht hervindt,
kin ais hij, enkele maanden voor
zyn dood wordt uitgenoodigd by ge
legenheid van de Poesjkinherdenking
te spreken, wordt deze dag 't hoog.
tepunt van zyn leven.
Zelden zal een spreekbeurt met
zooveel byval, zooveel gehuil van
geestdrift zijn begroet, als Dosto-
jewski's grootsche Poesjkin-rede,
waarin hy de grootheid van Pdesj.
kin verklaarde uit het mondiale ka
rakter van diens werk, Poesjkin
was een „almensch"hij vertegen
woordigt Rusland in wat het aan
universaliteit bezit Daarom, aldus
Dostojewski, kon Poesjkin de eerste
«yn die» het type heeft geschapen
van den Russischen zwerver over
de aarde, zoekend, als een broeder
Van alle menschen, naar het geluk
voor de geheele menschheid.
Bedoeld om Poesjkin te karakteri.
■eeren, verkondigen deze woorden
een waarheid die nog duidelijker
toepasseiyk is 09 Dostojewski zelf.
Want Dostojewski's werk is één
lange en wanhopige stryd ter wille
van de menschheid.
De gedac.rten uit zijn werk tot en.
kelvoudige hoofdthesen herleidend,
kan men zeggen dat voor Dosto
jewski het goede de vrucht is van
Godserkenning, boete, deemoed en
liefde voor verdrukten, terwijl hoog.
moed, intellectualisme en zelfzucht
leiden tot het kwaad.
De figuren, waarin Dostojewski
zyn ideeën hult, zijn geen alledaag-
sche roman-menschen In geen en.
kei boek vindt men bijvoorbeeld een
persoon die een dagtaak te vervul
len heeft; het dagelyksch wérk, het
eten en slapen, elementen van be.
lang in de meeste romans, hebben
voor Dostojewski's menschen geen
beteekenis. Zijn figuren zijn wezens
van andere orde, van grootere gees-
telyke spanning met psychologi
sche meer dan met stoffelijke eigen
schappen. Zy zy'n er slechts om
zich door den schrijver te laten ge
bruiken voor zyn grandioze ideeën.
En toch zijn zy levend; ze beschik.
ken over zulk een enorme welspre.
kendheid en overtuigingskracht, dai
de ideeën die zy belichamen, voor
den lezer angstwekkende werkelyk-
heid worden.
Men mag Dostojewski in zooverre
dan ook realist noemen, niet als
schilder van toevallige menschen,
maar als verbeelder van de demoni.
sche drift, van de angelieke zacht
moedigheid waartoe de mensch de
mogelijkheden in zich heeft
Niet de mensch, zooals hy 'is, was
Dostojewski's object, maar de
mensch zooals hij zou kunnen
zyn.
Dit visionaire element heft zyn
werk naar een hooger plan dan dat
van anderen; Dostojewski lezend,
voelt men telkens opnieuw oevee1
dieper hij doordrong in de groote le.
vensvragen omtrent God en duivel,
goed en kwaad, misdaad en straf,
verlossing en verwerping Omdat zijn
fantastische realiteit zweeft tus
schen het aardsche en het eeuwige,
tusschen leven en dood.
Ook waren er twee Joden in de
nor van Lerida, typische vertegen
woordigers van de beste staiyjnen
van het oude volk. Bescheiden za
ten ze by elkaar, de leeraar He-
breeuwsch en de leeraar Wiskunde
aan het Atheneum in Lemberg. Zij
hadden alle soorten concentratie
kampen van binnen en buiten ge
zien, Voorloopig zou Zion door hen
nog niet bereikt zijn, al zongen zy
zeker in hun hart het onuitspreke-
lyke lied van verlangen naar het be
loofde land. Van de schamele portie
eten weigerden zy iets tot zich te
nemen behalve het droge brood, be
vreesd als zy waren, dat de rest met
varkensvet in aanraking zou zijn
geweest. Voor den maaltyd zetten
zy de kalotjes op het gryze hoofd
en strooiden het zout volgens ritueel
gebruik over de slechte spys.
Veel fruit is niet het menu van
een Nederlander en de ingewanden
wachtten niet lang met een fel pro.
test tegen deze irriteerende onma
tigheid in laxatieven. Het gevolg
was, dat Fred vier dagen lang met
koorts en darmcatarrh op bed lag.
Die ziekte had nog langer geduurd,
als den negenden dag na zyn onvrij
willige intrede de consul niet was
gekomen, om te verklaren, dat hij
Officier was. Het protest, dat Fred
liet hooren tegen zooveel lamlendig,
heid, kon geen Nederlander meer
helpen, want hij was de laatste En
gelandvaarder, die de Pyreneeën
achter zich liet op zoek naar vry-
heid.
Hoe die vrijheid er in werkelijk
heid uitzag is gauw verteld. Harst
c
Het breede klimnet is neergelaten en de mannen van de Y-brigade
worstelen zich met trillende beenen naar de „Boissevain".
Aan boord van het m.s. „Boissevain", 27 October 1946.
Een troepen-transportschip is een vreemd ding.
Toen de volbepakte L. T.'s langszij kwamen en ik de eerste
vijfhonderd gezichten omhoog zag staren,
landverhuizers in uniform, beladen met
de meest vreemdsoortige verzameling
bagage, die ik ooit zag, was ik plotseling
een beetje gedeprimeerd.
Ik zag eensklaps in deze betrekkelijk
kleine landingsoperatie alle landingen van den gehelen tweeden
wereldoorlog, en alle troepenbewegingen en alle militaire ver
plaatsingen en toen ik later een of anderen jongen met een
typisch Tukker-accent iets hoorde poepen, stel u voormis
schien ging hij voor den oorlog een paar keer per jaar naar ,,de
stad" en was dit een gebeurtenis voor hem. en nu stond hij naar
onze Boissevainte schreeuwen in dien. heel eigen, eenigszins
nasalen tongval van den Achterhoek moest ik op dat moment
plotseling denken: Wat wordt er in een oorlog toch met menschen
gesmeten „Orde en Rust" de grootste Verhuizersmaatschappij
ter wereld
Van Amerika naar Europa, van
de slums in Londen naar de puin-
hoopen van Berlijn, van Europa
naa>r den Pacific, van Schoonhoven
en Spckholzerho de, van honder
den dorpen in Nederland een
kerk, een paar huizen en een kip
penhok, van alle steden van Ne
derland practisch, dans'.en men
schen op de, reede van Bali
En 's avonds trof ik deze jonge
menschen op de „Boissevain". In
de manschapsverblijven, diep in
den buik van het schip, stuwden
ze hun „barang", hun bagage; op
de dekken en tusschendekken,
voor en achter, tu?schen sloepen
en luchtkokers en rollen touw,
overal menschen. overal ba»?ge en
overal den scherpen zu,en reuk
van zweet.
En toch vonden ze het best, en
toch waren ze meer dan tevreden
met eten en ligging en toch was
er den anderen morgen reeds orde
n dezen ongelooflijk krioelemden
choos-
Ze lazen en rustten uit en schre
ven brieven en kaarten. Enkelen
hadden Nederlandsche kranten: ze
werden stukgelezen tot en met de
advertentie over het weggeloopen
hondje- Er waren er vrij veel, die
Maleische woordjes leerden, ik zag
een boek over hoogere wiskunde
in handen van een gewonen sol
daat, detective-romans, oude ge-
illustreerde bladen, die ik nog in
Nederland gezien had.
Voorop zat een troepje Ambon-
neezen. vroolijke jongens, die tel-
i kens hun heele hagelwitte gebit
blootlmchten; zij zongen meerstem
mig over Ambon, „het mooiste
land ter wereld". Ik vroeg een
van hen hoe hij over alles dacht.
Hij zei: ,,Als wij maar niet de dupe
worden nu Wij zitten tusschen
hamer en aambeeld op het oogen-
blik, maar ik hoop dat de Neder
landers ons niet in den steek
laten". Dit is overigens ook de
vrees van alle Indo Europeanen
hier. Ik hoorde over deze Ambon-
neezen werkelijk ongelooflijke
staaltjes vian trouw.
Toen begon de jongen mij over
Nederland te vragen. Hij had er
een belangstelling voor, die menig
Nederlander zou beschamen. Hij
zei met iets van die hinderlijke
verwondering in zijn stem, die zij
allen hebben: ,,Nou moesten ze
ons als we gedemobiliseerd wor
den, eens een reisje naar Neder
land laten makenOhdat
zou mooi zijn.
Wij hadden aan boord ook den
Koning van Poeliau Boenaken, een
eiland op enkele uren varen van
de Minahassa. In cognito heette hij
„de Blauwe" en Terwinselen zal
nauwelijks bevroeden, hoe duize
lingwekkend hoog deze rood
harige, avontuurlijke dorpszoon
reeds op den maatschappelijken
ladder gestegen is- Deze Blauwe
presteerde het om op een goeden
dag overijverig en heelemaal bij
toeval de lezing van het Arrest
van den Krijgsraad is eenigszins
anders in een prauw naar het
eiland Boenaken over te steken,
waan- hij hoorde dat iets voorbij
de. hoofdkampong een soort steun
punt van „estrelieten" was.
Twee gebroeders Bakker zouden
daar een uiterst verdachte rol spe
len, en daaTom belegde het hoofd
van den hoofdkampong, blij met
de stoere assistentie van den eer
sten ,,toean blanda", een groote
vergadering, waarbij de comman
dant van de inlandsche hulppolitie
van oordeel was, dat zoo spoedig
mogelijk (leze gebroeders Bakker
moesten warden opgepakt
Nee", zei de Blauwe, „we moe
ten een krijgslisj aanwenden. Laat
ons eerst drie dagen feestvieren,
dan zijn ze zeker nergens op ver
dacht". «9
Na dr,ie dagen arresteerde de
Blauwe, gewapend met een pistool
en vier patronen de raddraaiers
dit alles volgens zijn eigen ver
haal en zette ze in de gevange
nis, hetgeen tezamen met een ge
weldigen zonnehoed (waaronder
een niet minder indrukwekkende
kuif van rood koperdraad) zijn
prestige nog aanmerkelijk deed
stijgen. Zijn duimen in zijn arms
gaten, hoed in den nek, zag hij
staande aan het strand, eenige
dagen later een boot van de politie
op het eiland afstevenen en wij
zend naar achter: „Niet meer noo-
d«g, ze zitten al veilig opge
borgen
Hij was zeer verwonderd, toen
hij zelf de cel indraaide-' Maar
ontslagen uit voorarrest, kreeg hij
een lang telegram van het eiland-
hoofd met de uitnoodiging voor
een groot feest in de Minahassa.
„Omdat het eiland zoo ver was,
kwamen ze maar naar mij toe
en toen ik daar in die groote ver
sierde zaal kwsm, zetten ze mij
op een troon en na drie dagen
feest ik zat altijd maar op die
was het een bad ln Hotel Fonda to
Agramunt, waar de goede hotelier
zorgde voor een „one hour cleaning
service". In ijltempo werd het eeni
ge costuum ontluisd, en ontsmet. Na
het bad lag het pak met een scheer-
mesvouw op den stoel klaar. Daarna
begon de kennismaking met de ove„
rige gasten. De bontste van het ge
zelschap was de zoeloe Johnny. Hy
was 'n ontvluchte krijgsgevangene;:
deed de traditie van zijn ras eer
aan door in de meest opzichtige cos-
tuums door Lerida te flaneeren
Een van zijn geliefde combinaties
was een blauw overhemd met knal
gele das, een lichtblauwe broek met
een grijs jasje, een bruine hoed en
beige schoenen. Een schoolmeester
uit Wellington had dit eerzame be
roep verwisseld voor piloot by de
RAF. Via het gebruikelyke door
gangshuis voor de gasten van Hotel
Fonda, een Duitsch concentratie
kamp, kwam hij in Lerida. Mr.
Wensink, een Nederlander kende het
klappen van de Spaansche zweep
al en had zich direct voor Engelsch.
man uitgegeven; dat had hem de
reis naar de Prision Provincial be
spaard. Miss Colette Fitzgerald,
heette eigenlijk Annemary Walters,'
dochter van een Britsch Parlements
lid en een Fransche moeder. Zij was
voor den oorlog in Zwitserland op
gevoed en tijdens den oorlog boven
Frankryk omlaag gesprongen om
met een zender contact te onder
houden tusschen de maquis en Lon
den. Bij de eerste vlucht naar vy-
andelijk gebied had het vliegtuig da
springplaats niet kunnen vinden en
was bij het landen in brand gevlo
gen. Dit mocht de pootige, maar
1 armante Miss niet hinderen om
het opnieuw te wagen alles zonder
medeweten van haar ouders. Zij had
een speciale opleiding als partisane-
parachutiste gehad, kon overweg
met alle wapens tusschen de re
volver en het mortier in, de genoem
de wapens incluis, en was ondanks
alles vrouw gebleven, wat ongetwy-
f«d de grootste prestatie was.
Tydens den burgeroorlog was er
om Lerida hevig gevochten en do
artillerie had er vele huizen ver
nield. Na zes jaar was er nog geen
initiatief genomen tot wederop
bouw.
Tot groote verwondering van do
buitenlanders geraakte in die dagen
het geheele dorp in opschudding,.
De Geallieerden, die naar Zuid-
Frankrijk oprukten dreven grooto
contingenten Duitschers voor zich
uit en het gerucht liep, dat deze in
groote drommen over de Spaanscho
grens kwamen. Inderdaad verschep
nen er na enkele dagen groote co
lonnes Duitsche legerauto's met vol
ledig bewapende Duitschers. Het
volk trok uit om de verslagenen te
verwelkomen met wijn, fruit en cog.
nac. In lange rijen zwaaiden zij met
Spaansche- en hakenkruisvlaggetjes
alsof ,,de bevrijders" bezit kwamen
nemen van het land. De officieren
streken met hun meegebrachte lief
jes neer in de hotels van Lerida. On„
der deze laatsten was ook 'n Neder
landsche. Zij zocht toenadering met
de Nederlandsche kolonie in wie zy
lotgenooten vermoedde. Zij raakte
eerst uit den waan toen zjj in Lon
den werd opgesloten.
De indruk, dien eens een illegale
gezant in Franoo-Spanje tijdens den
oorlog kreeg, was niet onverdeeld
gunstig. Het was misschien opportu
niteit. Vandaar, dat een ander
het misschien anders gezien had.
Deze kijk op Spanje was echter te
interessant, om hem aan onze lezers
te onthouden.
WILLEM BARENDZ
PASSEERT MADEtlRA
De Ned. walvischvaarder ..Wil
lem Barendsz" passeerde Zaterdag
Madeira.
De jagers Amsterdam 1, 2 en 5
kwamen langszij, namen levens
middelen en olie over en varen met
de „Willem Barendsz" op. De
„Catchers" Amsterdam 6, 7 en 8
stoomen met 4 dagen vertraging
achter de „Willem Barendsz" aan,
terwijl de jagers Amsterdam 3 en
4 rechtstreeks uit Montevideo reeds
te Kaapstad zijn aangekomen.
De minister van Econom(isehe(
Zaken, dr. C, W. M. Huysmans, zal
Donderdag en Vrijdag een bezoek
aan Brussel brengen, alwaar hij
verschillende Belgische autoritei
ten zal ontmoeten, onder wie zijn
Belgischen collega, den minister
van Economische Zaken Liebaert.
De algemeene economische betrek
kingen tusschen België en Neder
land zullen bespraken worden.
troon, maakten ze me koning.
Nou, dat is het verhaal
Betrouwbaar in dit verhaal was
alleen de uitspraak van den
Krijgsraad: „Gelet op diit, in consi
deratie met dat, zus en 7,00
iwee maanden voorwaardelijk met
een proeftijd van een jaar,..."
3. W. HOFWIJK.