Watoetoelis: geraamten die in het water leven Katholieken en heropbouw Jonge boeren gaan naar Brazilië PAGINA 4 MAANDAG 10 MAART 194? Reportage in Mineur. II De ellende der watervoorziening in Soerabaja Dit is dan weer de laatste heldendaad der Republikeinsche legerscharen in heroïschen strijd voor Merdeka en wel vaart van het Indonesische volk. wij willen nu maar niet ingaan op het vreemde verschijnsel, dat onze militaire veiligheidsdienst in het nieuwe gebied het nog nooit zoo gemakkelijk heeft gehad met het inrekenen van „onder gedoken" Republikeinsche soldaten als hier. Hun weldoor voede lichamen verraden hen: zij waren de nieuwe kaste der arrogante arrivées, die den eenvoudigen dessa-man als minderwaardig beschouwden: een stakker, goed genoeg om rijst te leveren en te fourageeren. Of hij dan zelf krepeerde, interesseerde dezen idealisten minder. „Wij willen liever steenen eten. dan onzen vrijheidsstrijd opgeven schreeuw de Soekarno. Maar het steenen eten liet men aan het volk over. A Intern, conferentie te Luzern Voorwaarden nog eens vastgesteld BENOEMINGEN IN HET BISDOM HAARLEM HET MISSIE-ONDERWIJS IN OOST-INDONESIE Stichting Landverhuizing kenne haar plaats Aartsbisschop critiseert beleid in Oostenrijk ZELFBESTUUR VOOR RIOUW? De nieuwste heldendaad der Republikeinsche camarilla rond Soerabaja werd echter na hun overhaaste vlucht in Modjekerto verricht, waar zij nu de irrigatie- werken saboteeren. Men is er van bepaalde zijden steeds op uit natuurlijk met de beste bedoelingen -de rood-witte sabotage te bagetelliseeren. Maar het is voor eenig historisch pe.spectief toch nog wel belang- «ven de ellende van de Soerabajasche watervoorziening te releveeren. Na maanden ..pijn" heeft het Nederlandsche deel der gemengde commissie voor het watervraagstuk bij Soerabaja ein delijk goedkeurend op de schou ders zijner Republikeinsche col lega's geklopt (het was toen nóg niet geheel in orde, maar u ként het prijzenswaardige excuus: weg nemen van het onderling wantrou wen en bevordering van de goede sfeer). De sabotage hield eindelijk op. Bovendien brak de regen door en werd de kunstmatige bevloeiing minder belangrijk* Maar ho, men heeft mèèr pijlen op den door onwil en wanbegrip gespannen Republikeinschen boog! In Watoetoelis- links van den driesprong bij Krian. stond de weg. toen wij er passeerden, reeds over een lengte van meer dan twee honderd meter blank. Er stroomde daar een paar voet water over dezen hoofdweg. Huizen, meestal iets hooger gelegen, wa ren al onbewoonbaar, links en rechts op de kampongwegen waad den de menschen reeds tot de borst door het water. En voor de huizen.half gehurkt, apathisch., krachteloos, de bewoners Starend naar hun bibit, hun rijst- aanplant, die verdronk. In dit gebied dreigt een oogst van tienduizend ton rijst weg te rotten, dank zij de sabotage aan den waterafvoer in Modjokerto. Zij klagen niet, deze menschen. Zij zitten voor hun huizen, de voeten, waarvan men alle beentjes tellen kan, in het gele modder- beenen. de gonjezak, waarmee ze hun schamelheid bedekken, in rafels sleepend door het water, strompelen zij dagelijks naar den Nederlandschen Roode Kruispost. Zij sterven van honger. Het zijn kudden van allererbarmelijkst in Hompen gehulde menschen, stom willoos, niet protesteerend, niet schreeuwend om b.un „Merdeka". alleen dit doffe gelaten gemompel uit deze grauw-drommende men- schenmassa, het gemompel van den honger. En boven hen en om hen heen de afschuwelijke walm der vervuiling, der armoede, den stank van den honger Wij kunnen hen nauwlijks hel pen. Onze hulp moet zich overal tot zeer weinig beperken. Wij hebben het niet. Wij moeten van Madoera wegblijven, omdat we voor de honderdduizenden daar geen eten hebben, ook in Batavia is nog honger, en in Soerabaja en in de andere gebieden, al is het in de pas door de Republiek ont ruimde gebieden honderd maal erger. Het feit dat ook wij tekort moe ten schieten, vermindert de schuld dezer inefficiënte, op elk organi satorisch gebied hopeloos te kort schietende, corrupte. onsociale Republikeinsche leger- of civiele leiding echter niet. Integendeel: Java moet ,,open". Java, waar vroeger een overvloed aan voedsel was, dat vroeger een surplus aan rijst produceerde, mag niet langer gesloten gebied blij ven. Er bestaan bepaalde aanwijzin gen. dat de vlucht van vele in- heemschen naar 't door de Neder landers beschermde gebied niet steeds alléén een vlucht voor de terreur is. Het zou ook systeem kunnen zijn: hoe meer monden wij op onze .,rood-wit-blauwe" eilan den rond de groote steden, die ook voor den oorlog geheel op het binnenland waren aangewezen, te voeden hebben, des te scherper zullen ook wij de voedsel-blokkade voelen. Alleen: dit ,,wij" is maar zeer betrekkelijk. Naast me in die jeep zat majoor de Roos uit de Nieuw- straat 81 in Apeldoorn, en die zei, toen wij Watoetoelis doorreden en de overstroomingen zagen, zulke ongenadig leelijke woorden aan het adres van de heeren in Modjo kerto, dat ik voor deze heeren hoop, dat ze niet op de vernielde sluizen daar zullen staan, wanneer hij er passeeren zou. Natuurlijk zal hij daar niet passeeren, daar hij zich alleen maar mag verbijten ver vóór Modjokarto. Maar geloof me: deze majoor zal er weinig van merken op zijn eigen bord of hier tienduiaend ton rijst zal weg rot ten. En ook de andere soldaten niet. Maar dat die stakkerds daar op hun magere stokken van bee- nen moeten rondploeteren, maakt hem méér dan ..wild". In Watoetoelis is ook een suiker fabriek. Ze is practisch onbe schadigd. Er is echter onder het rood-witte bewind nooit 'n poging gedaan ze weer op gang te bren gen, ofschoon er rondom op die plantages nog wel suikerriet stond (gedeeltelijk vernietigd bij den terugtocht). Misschien zal dit be drijf in 1949 weer kunnen starten. Ik werd in die fabriek ontvan gen met hoopjes gegrijns". Er lagen namelijk dezelfde troepen, die ik vorig jaar December in Trosobo had bezocht. Ze wouen weer een stukkiie in de krant, of schoon er een paar „op hun strot gestaan" hadden, toen ze hun avonturen zwart op wit zagen. Er was een Jonkheer bij, die kwaad was, omdat ik „Jhr." voor z'n naam gezet had. „Jhr. Marinier derde klas" was geen soort van adres, had ie be weerd. Maar verder was iedereen ongelooflijk hartelijk en aardig in die Comp. E en kapitein Schuu ring, van wien ik u vertelde, dat ie boer zou worden in Australië, zat nou Iheel pienter uit te pieren of ie niet „een paar bruine armen bij die suikerbeeren" kon halen (take it or lean it. maar zóó zei ie 't letterlijk). Verder was er weinig veranderd en het leek me nog hetzelfde mooie stelletje, dat toen mét de Maasbode tot aan hun borst door de sawahslooten pa trouilleerde. Alleen hebben ze nou bij die Mariniers weer iets nieuws uit gevonden. Waarschijnlijk hadden ze tijdens den opmarsch geen tijd zich te scheren en nou zie je overal kerels met baardjes: bibit in alle kleuren en variaties, som migen trotsche dragers van slecht opkomend pootgoed (drie baren plus spaarzaam wolpluis) anderen reeds ruig behaard als juniores leden van 'n nieuw Dorus Rijkers fonds. Maar aan alle Mariniers-ouders, die dit lezen, heb ik één ver zoek: Laten zie hun verontwaar digde brieven niet beginnen met: „Nou lees ik in de Maasbode, dat jullie baardjes hebben. Ik wil hen namelijk nog wel een keer be zoeken, de Mariniers bij Soera baja meen ik. Want opnieuw merk ik, dat er zooveel over hen te vertellen is, dat mijn indrukken verder Zuide lijk tot een anderen keer moeten worden bewaard- Zaterdagavond had te Utrecht de première plaats van Toer genjev s Een maand op het landt' door de tooneelgroep Comedia. Hierboven een scène met Ank van der Moer en Gun» Oster. J. W. HOFWIJK. Soerabaja, 14 Februari 1947- (Van onzen Geneefschen correspondent) Op uitnoodiging van de Zwit- sersche Katholieke partij zijn lei dende persoonlijkheden der Chris ten-democratische beweging uit acht landen (België, Engeland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Ne derland, Oostenrijk en Zwitser land) van 26 Febr. tot 2 Maart te Luzern voor gemeenschappelijk politiek overleg bijeengeweest. De Nederlandsche vertegenwoordigers waren mr. E. Sassen en een ver tegenwoordiger der Kath. jonge ren. De conferentie heeft de vol gende motie aangenomen: „Na de verwoestingen op alle gebieden der menschelijke bedrijvigheid, waarvoor de dictatoriale regimen en de door hen uitgelokte oorlog Z. H. Exc. de Bisschop van Haar lem heeft benoemd: tot deken van het dekenaat Haarlem en tot pas toor te Haarlem (H. Joseph) den z.e. heer J. J. A. Kuilman: tot pas toor te Amsterdam (H. Maria Magd.) den w.e. heer H. C. A. M. Kouwenhoven; tot pastoor te Wie- ringen den w-e. h.eer N. Bijl, d'e kapelaan was te Langeraar. Vervolgens tot pastoor te Hoog- made den w e. heer A. J. van Schaik; tot pastoor te Moordrecht den w.e. heer L. W. A. M. Roel- vink, die kapelaan was te Amster dam (O. L. Vr. v. Lourdes). Ten slotte tot kapelaan te Half weg den w.e. heer S. J. J. Benis- tant, die kapelaan was te Ursem. In een onderhoud, dat Aneta had met pastoor van der Deijl van het Centraal Missie-bureau te Batavia, deelde deze mede, dat de verhouding tusschen hetmissie- onderwijs en den staat Oost.Indo- nesië, met name wat betreft de eubsidieering van het missie-on derwijs in dat gebied, vermoede lijk door elke daerah zelf zal wor. den geregeld. Er bestaan thans uitbreidings plannen voor het missie-onderwijs in Oost-Indonesië, welke in de eerste plaats ten doel hebben dit onderwijs op het voor.oorlogsche peil te brengen. In dit verband vertelde pastoor van der Deijl, dat een ploeg van Katholieke onder wijskrachten thans onderweg is naar Indië. Het gaat om het heil van duizenden In ons vorige artikel zetten wij uiteen, hoe dicht de emigratie plannen van de katholieke boeren de verwerkelijking genaderd zijn. Thans dient afgewacht te worden, welke houding in dezen zal wor den aangenomen door de „Stich ting Landverhuizing Nederland", het semi-officieele orgaan onder vigueur van het Departement van Sociale Zaken. Ondanks alle verklaringen, kort geleden uitgegeven door dit de partement, dat het de emigratie niet tegenwerkt, weten wij, dat bovengenoemde Stichting het maar al te wel verstaat met dit bijltje te hakken. Van verschillen de zijden ontvingen wij hierover berichten en verantwoordelijke in stanties van den K.N.B.T B. be vestigden dit alles. Eensdeels wil de Stichting naar het aloud recept van het Staats socialisme, als hypercentraal or gaan zich bevoegdheden aanmati gen, die haar natuurlijkerwijze niet toekomen. Zoo wil zij alléén het uitzoeken der geschikte krach ten in handen hebben. Terecht merken hiertegen de katholieke boerenbonden op, dat dit beter beoordeeld kan worden door de organisaties der betrokken volks groepen zelf, terwijl men, wat de katholieken betreft, de standsor ganisaties zeker een stevig woord bij de selectie mee moet laten spreken, daar het hier een pro bleem betreft met een sterk gods. dienstig.zedelijken kant. Hoe be tere katholieke gezinnen worden uitgezonden, hoe flinker, naar ver wacht kan worden, er zal worden aangepakt m Brazilië. Op verga deringen, die wij meemaakten, bleek een waarlijk apostolische geest onder de jonge Brabantsche boeren te heerschen, een geest van hard werken, sober leven en on zen godsdienst geven wat hem toekomt. Wij kunnen den K.N.B.T.B. niet anders dan het allergrootste ge lijk geven wanneer hij de selectie van de emigratie, waarvan zooveel voor den toekomstigen opbouw van de kolonies zal afhangen, aan zich wil houden. Een neutraal rijksorgaan rake niet aan deze materie. Bovendien lijkt het ons toch wel een erg diep ingrijpen in de persoonlijke vrijheid, als men vaststelt, zooals de Stichting Landverhuizing deed, naar welk land een bepaald persoon mag emigreeren; terwijl het verbod aan de landarbeiders, door Sociale Za ken gie geven, om zich in den vreemde te gaan vestigen ons ook weinig lijkt thuis te behooren in een vrij land als het onze. Van den anderen kant doet de Stichting te weinig. Het is in de praktijk zóó, dat emigranten dooi de Stichting geen gelegenheid wordt gegeven, ook maar iets van hun bezit naar den vreemde mee te nemen. Dat is natuurlijk erg ge schikt om iemand op korten ter mijn te laten mislukken. Maar tot heden kreeg de Stich ting nog geen grondig geprojec teerd emigratieplan te beoordee- len van groote, aaneengesloten groepen. Wij hopen, dat zij thans haar houding zal wijzigen. Zoo lang het ^eenlingen betreft, kan men er zich nog vrij gemakkelijk van af maken; zij hebben altijd min of meer den schijn van avonturiers. Maar het komende project beslist over het heil van waarschijnlijk duizenden jonge boeren en hun gezinnen. Zij heb ben recht op leven en op een na geslacht. Wij hebben al wel gemerkt, dat indien de Stichting (die eigenlijk voor wat de boeren betreft, onder Landbouw moest hooren en niet onder Sociale Zaken) niet aan de billijke verlangens van zooveel jonge werkwilligen wil tegemoet komen, de katholieke boerenorga- nisaties het er niet bij willen laten zitten, maar van alle geoorloofde machtsmiddelen zullen gebruik maken, om haar redelijke wen- schen door te zetten. De boeren zijn er zich van be wust, dat pl.m. 60 pCt- van onze deviezen worden opgebracht door landbouwproductie en dat het daarom een schande zou zijn, als, onder voorwendsel van deviezen- schaarschte 't voor hun emigran ten onmogelijk zou worden ge maakt, zekere bezittingen mee te nemen, waardoor het leven elders aanvaardbaar wordt. Dat de „Stichting Landverhui zing Nederland" haar plaats be- grijpe: niet die van een lichaam, dat zelf plannen vormt, waartoe zij het apparaat en de kunde mist, noch die van een lichaam dat de uitvoering der projecten ter hand kan nemen (daarvoor zijn het te veel kwesties van godsdienstig- zedelijken aard), maar die van een instantie, welke de plannen, door de organen der betreffende bevol kingskringen zelf gevormd, door geeft aan het betreffende depar tement een zuiver bemiddelend instituut. Initiatief en uitvoering late zij over aan ter-zake-kundige organen- verantwoordelijk zijn, werkt Eiuro- pa aan zijn wederopbouw. Op den grondslag der uiteenzettingen der vertegenwoordigers der verschil" lende landen is het gebleken, dat in de meest verscheidene Eu ru pees che landen de Christelijke de mocratieën, onder verwerping van de theorie van den klassenstrijd, al haar krachten inspannen, om volgens de beginselen van de christelijke beschaving een reor ganisatie van het gemeenschappe lijke leven tot stand te brengen zo»wel op het terrein van den staat als op economisch en sociaal gebied. De internationale politieke con ferentie van Luzern spreekt de overtuiging uit, dat het tot in zijn diepste grondslagen geschokte Europa slechts nieuwe hechtheid zal kunnen verkrijgen en dat de vrede in den boezem der ver schillende landen en tusschen de verschillende volkeren slechts zal kunnen verzekerd worden op het oogenblik, waarop de beginselen van de eerbiediging van de men schelijke persoon, van de vrijheid en van den socialen vooruitgang zullen zijn verwezenlijkt. Dienten gevolge heeft de conferentie be sloten de bemoeiingen, die in de zen zin ondernomen zijn, te ver sterken. Te dien einde moet de eerste bijeenkomst, die te Luzern gehouden is en die volkomen ge slaagd is, op regelmatige tijden herhaald worden en beiurtelingis in de verschillende landen. De eerst volgende bijeenkomst zal te Brus sel gehouden worden. De Belgi sche gedelegeerden zijn verzocht deze zitting voor te bereiden. De conferentie betuigt aan de Zwitsersche Katholieke partij haar hartelijksten dank voor de voor bereiding en de organisatie van de conferentie van Luzern, Op den vooravond van de slui ting der conferentie had de re geering van het kanton Luzern de deelnemers aan de conferentie tot een ontvangst udtgenoodigd- Tot aller vreugde verscheen op deze ontvangst ook de President van Zwitserland, dr. Philip Etter, de bekende Zwitsersche Katholieke staatsman, die dit jaar reeds voor de derde maal de hoogste waar- digiheid van Zwitserland bekleedt. In een toespraak zette President Etter den buitenlandschen gasten de bijzondere beteekenis der Zwit sersche neutraliteit uiteen, die krachtens de geschiedenis niet met die van andere neutrale volkeren, op één lijn kan worden gesteld, en die niet slechts voor het be staan van Zwitserland een nood zakelijkheid is, doch ook den an deren volkeren (men denke slechts aan het Internationale Roode Kruis Comité en aan de vluchte lingen) ten goede komt. President Etter sprak zijn vertrouwen uit, at het Geloof en de cultuur de krachten zullen zijn, die aan het feestelijk en materieel verarmde Europa een wedergeboorte zullen verzekeren. De aartsbisschop van Salzburg, migr. Rohracher, heeft in een te Iinnsbrueck gehouden rede ver klaard, dat Oostenrijk, dat in naam vrij is, nog immer op zijn bevrijding wacht. Naar zijn opinie zijn de Oostenrijkers gedwongen geweest met de Duitschers mee te vechten en mag men het Oosten- rij ksche volk als geheel niet aan sprakelijk stellen. De resident van Riouw heeft aan de Ned--Indische regeering voor gesteld, aan dit gebied, met toe passelijke verklaring van een des- betreffende bepaling in het staats blad, den status van zelfbesturen*! landschap toe te kennen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1947 | | pagina 4