Nii PAGINA 6 VRIJDAG 14 MAART 1947, >2. Romanbijvoegsel OOOOOOGGOOOOOOOOOOe03OQOOOaOOOOOOOOOOOeOOOOOOOOOOOOOQQOQOQQQQOOOOOQOOOOO0OOOOOQQQOOOQOQOOOOOOOOOOOOOOQOOOG3OöOO Inhoud van het voorafgaande: Drew Thorpe en Spud Loury. employe's van de Amerikaao- sche Olie Mij. hebben in 't Zuid- Amerikaanscöe oerwoud een oliebron ontdekt. Handlangers van een concurreerende maat schappij overvielen echter h'irn kamp, Loury werd gewond en gevangen genomen, doch later dooT zijn vriend bevrijd. Thorpe droeg den bewusteloozen man een dag lang door het oerwoud en bereikte uitgeput de kust, waar een verpleegster van een nabijgelegen ziekenhuis hem te hulp snelde. „Zijn hoofd is gewond", zei Drew. Toen ze de wond zag stond ze op. „Wacht hier", commandeerde ze: „Tracht niet Uw vriend op te lichten" en zonder meer te zeg gen draaide ze zich om en rende het pad af omlaag. Hij zag haar de brug over gaan. Ze liep zonder inspanning, haar weg weifeloos nemend. Toen beklom ze het heuveltje en verdween in het ge bouw. Door een plotselinge gedachti gegrepen, knielde Drew neer en begon de zakken van zijn vriend na te zoeken. Tabak, wat geld- stukken, een kort zwart pijpje. Hij stopte dit alles terug. Hierna doorzocht hij vol twijfel zijn ran sel en haalde de schouders op: „Nu, we zullen het risico maar nemen. Hij steunde z'n hoofd op de ar men. Plots overviel hem een ge voel van misselijkheid, dat voorbij ging doch hem week en duizelig achterliet. Onmiddellijk daarop kwam het meisje op hem toeloopen, gevolgd door een ander, eveneens in het wit gekleed: een jeugdige man, fijngebouwd en met een klein zwart snorretje en donkere olijf kleurige huid. Zij namen den be wusteloozen man tusschen hen in en begonnen de helling af te loo- pen, terwijl Drew—volgde. Het meisje keerde zich om en glimlachte: „Hij is nu in goede handen, uw vriend. U hoeft voor hem niet meer bezorgd te zijn." Drew knikte. Hij zat niet meer over Spud in de war. Dat alles was voorbij. Maar het deed hem vreemd aan te loopen zonder dat zware gewicht op zijn schouders. Hij keek toe hoe de twee men- schen Spud droegen en volgde ben langzaam. Het gebouwtje, dat twee ver diepingen had, was omringd met een beschutte veranda. De trap pen. die leidden tot de deuren, leken haast eindeloos, maar de schaduw was als een verkoelend bad voor de door de zon vermoei de oogen. Gangen met zacht groene tegels strekten zich uit naar links en rechts. Er kwamen vele deuren op uit, op de meest dichtbijzijnde las Drew „X-stra- len" en „kliniek". De geur van ontsmettingsmiddelen beving hem, zwaar en onaangenaam. Op dat moment zag hij het, vlak boven den deuringang! Hij kon zijn oogen haast niet geloo- ven en voelde zich zeer geschokt. „Hospitaal van de Planeet Export Mij."' Hij las het en herlas het De Planeet! Hij was terechtge komen op de eenige plaats waar hij vandaan had moeten blijven. Hij had Spud onder hun eigen oogen uit de handen van hun handlangers weggehaald en als een dwaas liet hij hem nu door hen zelf in het hol van den leeuw dragen! Hij herstelde zich: het meisje kwam terug. „De verpleegsters zorgen nu yoor Uw vriend", zei ze. „Dank U", antwoordde hij ko-""t Zrn stem klonk niet erg op recht. Zijn lippen waren stijf als karton en het werd donkerder, hij kon haar nauwelijks meer zien. Verbeten vocht hij tegen deze duisternis. Zij sloeg hem met belangstel ling gade. „Waarom gaat U niet zitten? JJ is oververmoeid". Hij richtte zich op: „Ik ik yoel me 100 Het volgende oogen blik viel hij bewusteloos op den vloer. Hl. Hij keek ongeloovig op naar een wit plafond, voelde de frissche koelheid Van heldere lakens en hoorde het ononderbroken draaien van een ventilator. Hij las stil, «lechts de oogen bewogen zich nieuwsgierig door de vlekkeloos lichtgeel geschilderde kamer. Een •cherm stond tegen den muur. Behalve een tafel en twee stoelen was er verder niets in het vertrek. Buiten voor het venster wuifden groote bananenbladeren en een dozijn gele vlinders speelden in het zonlicht. De langzaam bewe gende wind voerde den geur van een vlakbij staande magnolia bin nen. Hij voelde, dat hijhier we ken, maanden zou kunnen liggen; misschien was hij hier inderdaad al zoo lang... Toen hij de deur hoorde open gaan richtte hij het hoofd op. Het donkere meisje kwam binnen en zonder naar hem te kijken begon zijn kleeren op te hangen. Drew raakte zijn lichaam onder de la kens aan en bemerkte dat men zijn eigen kleeren voor een pyama had verwisseld. Wel, het deed er niets toe. Neen, niets was belang rijk meer als je al te vermoeid was om je er iets van aan te trek ken. Zijn blik bewoog zich naar het voeteneinde van het bed en hij zag daar een kaart hangen, waarop gedrukt stond Hospitaal v. d. Planeet Exp. Mii. Veragna Zuid-Amerika. Daaronder was met inkt zijn eigen naam geschreven: Drew Thorpe. Zoo, ze kenden dus zijn naarn. Misschien hadden ze die in z'n ransel ontdekt. Hij kon zich niet herinneren of hij daar te vinden was en het deed er ook niets toe. Wat er verder ook gebeurde, het kon onmogelijk erger zijn dan sterven van dorst op dat lange, zondoorgloeide pad. De verpleegster begon een groepje kaarten te sorteeren, ter wijl Drew haar gadesloeg en zich afvroeg hoe oud ze zou zijn. Voor aan in de twintig, concludeerde hij. Maar nu, met haar gezicht in rust, leek ze ouder. ,,'n Spaansche!", zei Drew tot zichzelf". Dat doet haar er zeker een paar jaar ouder uitzien." Drew stelde vast, dat ze heel lief was. Het zwarte, gegolfde haar was zwaar en weelderig, haar huid prachtig olijfkleurig, ja, het was alles bijna volmaakt. Er was ook iets buitengewoon bekoorlijks in haar bewegingen, de zekerheid waarmede ze werkte, de houding van het hoofd en de lange oogwimpers die glansden in het zonlicht. Zij was heel, heel aardig, besloot hij, werkelijk om er verliefd op te worden. Drew lachte om deze gedachte. Maar er was iets in haar ge zicht, dat hem vaag bekend voor kwam. Opeens wist hij het; na tuurlijk! hij had eens met haar in de club gedanst. Ongeveer een maand geleden; of was het een jaar? of was het in werkelijkheid nooit gebeurd? Hij rekte zich uit onder het laken. Dit geritsel hoorend, draaide het meisje zich om, legde de kaar ten neer en liep op het bed toe. Opnieuw trof hem de bevalligheid van haar gemakkelijke bewegin gen. „Voelt U zich wat beter, Senor Thorpe?" De warme stem en de manier waarop ze zijn naam uitsprak, maakten dat hij zich inderdaad veel heter voelde. „Ik voel me uitstekend. Hoe gaat het met Spud?" „Spud?". Ze sprak den onge- wonen naam met aarzeling uit. „Is dat Uw vriend?" „Ja, Spud Lowry". Zij schreef den naam op. „Hij is nog steeds buiten ken nis. Ze doorlichten hem op het oogenblik", en met een lichte aar zeling vervolgde ze: „Kent U mij nog, of niet? „Wat dacht U!" antwoordde Drew spontaan; „U is het meisje dat me niet toestond haar te kussen onder een dans." „Staan andere meisjes dat ge woonlijk wel toe?" „Waren er dan nog anderen Ik kan me dat werkelijk niet meer herinneren sinds ik U ge zien had." Ze lachte. Het was als een zach te, onverwachte muziek. Drew zei: „Lach nog eens." „Waarom?" „Het is het prettigste geluid, dat ik sinds maanden hoorde." Ze lachte weer en toen ze zag dat Drew nadacht, zei ze: „U doet zeker moeite U mijn naam te her inneren. Vermoeit U niet, ik zal het U zeggen: Gloria Diaz." „Maar U kwam niet meer voor een tweeden dans. Was het U te ruw in het olie-kamp?" „Mijn vader vond dat inderdaad zoo." „„Vaders", zei Drew critisch: „zijn vaak lastposten, vooral in Zuid-Amerika." Ze legde haar hand op z'n voor hoofd. Ze scheen buitengewoon koel, deze hand, koeler zelfs dan de lakens. Ze legde haar hand op zijn voorhoofd „Tut, Tut", zei ze bestraffend: „Altijd zoo snel van oordeel Maar we praten te veel. Neem nog wat sinaasappelsap." Ze legde haar arm om zijn schouders, richtte hgm op en hield het glas aan zijn lippen. Hij dronk gretig. Toen hij klaar was legde ze hem weer zachtjes neer. „En nu stil zijn! U moet rust houden!" Ze keerde terug naar de tafel en ging voort met het bijwerken van de kaarten. Het werd warmer in de kamer. Buiten kraaide een haan en Thorpe lag soezend neer, geheel pvergegeven aan de heerlijkheid van het onbewegelijk blijven lig gen, totdat een gesprek in de gang, vlak bij de open deur, hem weer tot zichzelven bracht. „Maar U moet begrijpen, dat ik hen niet langer hier wensch", zei een diepe, galmende stem: „Wat zoeken ze hier? Wat deden ze daar waar ze vandaan kwamen?" Een andere stem antwoordde, scherp maar zwak van toon, alsof het spreken inspanning kostte. „Ik bert geneeskundige, Franz. Mijn taak is menschen te genezen, zonder voorbehoud. Bovendien zou het ondoenlijk zijn te vragen naar de motieven van iederen patient". Weer klonk de zware stem. „Maar dit is belangrijk, veel te belangrijk om het op spel te zet ten voor een paar avonturiers. Ik kan dat niet toestaan. Ben je er bovendien zeker van dat ze wer kelijk gekwetst zijn?" „De jongste niet. Maar hij is uitgeput omdat hij den andere binnenbracht." „Kon het geen list zijn om toe gelaten te worden?" „Wat zouden ze daarbij te win nen hebben? Bovendien laat je ie voor je plezier niet een wond van zes duim in je hoofd slaan. Er zijn bovendien teekenen van een zwa- ren schok." Vanaf haar stoel aan den an deren kant van de kamer keek Gloria Diaz naar Drew en ziende dat hij naar het gesprek luisterde, ging ze naar de deur en sloot deze, zoodoende het geluid van de stemmen dempend tot een onver staanbaar gefluister. Zij lachte om Drew's snelle frons. „Blijf rustig", zei ze: „Kwaad worden is heel slecht voor Uw bloeddruk." Drew mompelde een paar booze woorden. Ze kwam naar zijn bed toe. „Kunt U gaan zitten?'" Hij richtte zichzelf op in zit tende houding. Het meisje nam zijn pols en controleerde die. „Ik mankeer niets", wierp hij tegen, nog steeds boos: hij wilde die stemmen buiten de deur hooren. „Gelukkig niet, Senor." Hij zag haar oogen twinkelen terwijl ze hem gemakkelijk in de kussens neerlegde en het laken tot aan zijn hals optrok. IV. Maar toen hij haar gadesloeg terwijl ze aanteekeningen maakte op de kaart aan zijn voeteneind, was hij zijn boosheid weer mees ter. Het vfras toch eigenlijk begrij pelijk, dat Gloria Diaz zoo had gehandeld. Hij was voor haar ruets anders dan een patient, iemand wiens polsslag en bloed druk nauwkeurig genoteerd dienen te worden, anders niets. Nu, hij had er vrede mee. Hij mocht zich eigenlijk toch gelukkig prijzen ..patient" te zijn en niet uitgeput bij den waterpoel te liggen, met als voortdurende bedreiging die gier boven het hoofd. Zijn boos heid verdween nu geheel en al- Hij richtte zijn oogen opnieuw on Gloria en zag dat ze tegen hem glimlachte. Hij kleurde. Ze kwam naast z'n bed zitten- Wat is jullie eigenlijk in het oerwoud overkomen Wat hen daar overkomen was Op deze vraag realiseerde hij zich 'ineens weer alle gebeurtenissen. De herinneringen stormden op hem aan: de overval van het kamp de achtervolging en de zware tocht met Spud achter op zijn rug- En alsof een zweepslag hem had getroffen richtte hij zich met één ruk op. De geleHij hief zijn tot een vuist gebalde hand op. maar zij hield hem tegen, duwde hem zachtjes neer. En daar lag hij. met gesloten lippen, totdat de vlaag van woede voorbij was. Hij moest dat niet meer doen en zich beter beheer: chen, bstrafte hij zichzelf- Het be.cte was, maar een verhaal op te hangen en te zien hoever hij daarmee kwam. We waren op de tijgerjacht, zei hij rustig: Bandieten overvie len ons kamp terwijl ik weg was- Ze namen Sped gevangen; ik neb hen toen op mijn beurt over vallen en Spud weer meegenomen. Maar ik heb hem bijna het heele eind moeten dragen. Hoe lang duurde die tocht Vanaf het begin van den morgen. Ik heb er heusoh geen snelheidsrecord mee gebroken, maar Spud was can ook verdui veld zwaar. Ze keek hem vol bewondering aan. Lieve hemel, dat efcdht een buitengewone kracht en uithou dingsvermogen Drew haalde de schouders op. We heb':: en veel te danken aan een grooten Koningsgier, die steeds boven ons zweefce in de hoop, dat ik het miet zou volhouden. Dat gaf me telkens opnieuw moed. Er waren herhaaldelijk momenten, dat ifc dacht het te moeten op geven, maar als ik dan het lcftren- de beest weer zag. wilde ik niet toegeven en verzamelde alle krachten om verder te gaan. Drew hbreek met de hand over zijn stoppelbaard Ik moet er vreeselijk uitzien met dien baard Inderdaad; mooi is anders zei ze plagend: Ik zou me er ech ter niet te veel van aantrekken- O. zoolamg U me verpleegt kan niets me deren, antwoordde Drew zoo spontaan, dat ze allebei in den lach schoten. Hoe onbezorgd is b\j, dacht Glo ria; hoe weinig vat hebben de ernst en de zorgen van het leven op hem; hij is een groot kind, een groote, sterke jongen. Het open gelaat met de groote blauwe oogen wekte haar den indruk, dat Drew het bestaan aanvaardde zooals het tot hem kwam. Maar nu keek hij plotseling heel ernstig. Zouden ze nog niet klaar zijn met die Röntgen-foto's vroeg hij: Ik wil graag weten hoe het met Spud gaat. Hij is in goede handen. Dat weet ik, maar het zegt mé niet genoeg. Ik wil precies weten hoe hij er aan toe is. Ze begreep zijn ongeduld en stond op. Ik ga mijn vader erven halen; die zal het u precies vertellen. Uw vader Mijn vader is dr. Hernando Diaz. Thorpe had even tijd noodig om van z'n verbazing te bekomen. O, wat een ezel was hij toch Hij had immers wel kunnen nagaan, dat deze jonge verpleegster de doch ter van den beroemden Zuid Ame- riknanschen ehirung was Al sinds twintig jaar kende iedereen langs de kust en in de binnenlanc en Hernando Diaz. Zoowel in de olie kampen als op de bananenplanta ges beschouwde men hem als hét laatste menschelijke redmiddel voor zieken en gewonden Diaz stamde uit een der mach tige Castiliaansche geslachten en had als jongeman te kiezen tus schen een geestelijke of diploma tieke locptoaan. Voor het eerste voelde hij geen roeping en diplo maten waren er naar zijn meening al meer dan goed was vo0r het land. Hij voelde zich meer aan getrokken tot de zorg voor het menschelijk lichaam en dus trek hij naar de Vereemgde Staten ea kwam terug met zijn doctorsbul. Dank zij familierelaties was hij financieel in ataat een hospitaal te doen bouwen en in te richten- Hij koos als plaats den heuvel bij de zeekust, waar het koel was en geen koortsen dreigden. Daar had hij. terwijl revoluties hongersnood en burgeroorlog in volle hevigheid rondom hem woedden, zijn taak volbracht; be streden door vooroorceel, gedwars boomd door politici had hij een menschenleven lang gevochten tegen de ziekte. Zijn faam verspreidde zich over het heele land en zelfs in Europa was hij bekend om zij1', methode van malaria-bestrijding. Uit veraf gelegen landen kwamen jonge art sen bij hem, om in zijn hospitaal ervaring op te doen- De inboorlingen noemden hem ,,de genezer". Als hij hun dorpen bezocht, probeerden de b^geloovi- ge Indianen hem aan te raken, in de hoop daardoor een van zijn vele deugden te verwerven. Hij bezat eenige off:cieele onderschei dingen en had een paar eervolle aanbiedingen van universiteiten ontvangen, doch deze zonder eeni ge weifeling afgeslagen. De laatste acht jaren was hij Senator geweest en gedurende één termijn zelfs minister van gezondheid en opvoe ding. Ovenal respecteerde en eerce men hem maar.... niemand hield van hem Hij was zeer eenzelvig en een streng superieur voor zijn perso neel. waarvan hij dezelfde toewij ding eischte die hemzelf bezielde. De patiënten waren voor hem slechts „gevallen", alleen van we ten.chappelijk belang en n mmer een voorwerp van sympathie of vriendschap. Weinig menschen, zei hij al tijd zijn de vele moeiten en zor gen van een operatie waarc. Mijn inspanning wordt alleen gerecht vaardigd in zooverre ik van de behandeling noig iets kan leeren. Zes maanden geleden had de groote Planeet Expert Mij. die met Europeesch kapitaal werd gefinan. cierd, met hem een contract afge sloten voor ce verpleging van haar employé's. Dat was een slag voor de Amerikaansche kolonie, want deze verliet zich meer op Diaz dan op de medici van eigen nationaliteit; en daar bekend was. dat de Planeet-menschen sterk an'-i- Amerikaansch waren, vreesde men terecht dat de verhouding tot dr. Diaz hieronder zou lijden Dit alles was de reden, dat Thorpe met meer dan gewone be langstelling opkeek toen de wit- gekleede dokter binnenkwam. De gelijkenis met zijn dochter was onmiskenbaar: dezelfde huidskleur, dezelfde waakzame, schrandere oogopslag, dezelfde neus.Hij was groot, doch niet zwaar; het weelderige grijzende haar was glad oiver de slapen heengetoorsteld Een stetoscocp hing om zijn hals en in zijn rechterhand had hij een brandende sigaret Hij zag er zeer verzorgd uit; Drew schatte hem vooraan in de zestig. Zonder ook maar een blik op Drew te werpen, nam de dokter de koortstabel. Toen keek hij op en zag het stoere gezicht en den ftevigen hals en breede schouders. Hij knikte naar Gloria. Dit is er een, waarop magere Hein weinig vat heeft zei hij in perfect Engelsch. Als wij, Latijnen er zóó uitzagen zouden we de heele wereld veroveren. (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1947 | | pagina 6