Normandië: vreemde dingen
in een pastorale
MET ENGELSE OGEN
Morgendrie nieuwe heiligen
„...Les grandes douleurs
sont muettes..."
Twee Jesuieten en de biechtvader
yan Don Bosco
Uit de sportwereld
eerbericht
paSM
ZATERDAG 21 JUNI 194?
ZIJN GEWEER SPRONG
UIT ELKAAR
VOOR HET VADERLAND
GEVALLEN
„HET BEGON IN
BERLIJN"
Nieuwe film van het duo
Powell-Pressburger
NED. TENNISSERS TE
LONDEN
SLOT DER TENNIS.
COMPETITIE
VRIJ KOEL
'-4
1111
Bloeiden de grote, blanke margrieten drie jaar geleden ook
zo overdadig op h1111 lange, wuivende stengels?
Waren toen de weide-hellingen ook zo wit van hun gulle,
weelderig wilde bloei?
En deze weiden zelf, waar heupdiep het gras rijpte voor de
hooioogst.enorme lopers van groen fluweel, die van
over de hoge scherp getekende heuvelruggen plotseling
uitrolden, naar beneden, steeds verder omlaag tot aan de
slingerende straatweg verscholen tussen groene boom.
kruinen.
Hoe zorgeloos en gelukkig moe
ten hier kinderen hebben gespeeld.
Wat een avontuur om verstop
pertje te spelen achter al de vele
hagen van Meidoorn en laag kreu
pelhout. Of rovertje in het ontzag
lijke domein der boomgaarden,
die zo talrijk zijn in dit groene
land, dat in de herfsten over heel
Normandië de zurig frisse geur
van ontelbare manden goudbron
zen appels waait en de rinse cider
schuimend over de rand der pers-
kuipen loopt.
Wat een avontuur om verstop-
Eertje te spelen achter al deze
agen....
„Hedgerowfighting.
„Zie lieten zich, nooit zien. Hele
compagnieën sluipschutters lieten
zich vastbinden in de groene kruin
van bomen en loerden dan op een
kans. Uren lang, doodstil ...soms
dagenlang, tot ze iemand onder
Schot kregen. Deze „snipers" waren
een geheel nieuwe ervaring, ze
waren dodelijk. Eerst pikten ze er
de Britse officieren tussen uit; dan
de onderofficieren. Geen enkele
weg was veilig. Zelfs ver achter
't front kon je elk ogenblik een
roffel vuur verwachten.... Het
maakte me nerveus. Het kwam
telkens zo onverwacht. Zo plotse
ling was het, zo geheimzinnig. En
de Duitsers waren experts in dit
soort oorlogvoering...." (Alan
Moorehead „Eclipse").
Van al deze onzekerheid, van
el de doodsangst is niets meer ge
bleven. Men kan zich niet inden
ken, dat drie jaar geleden....
Toen wij want alles is weer
normaal in de doodstille, bijna
voor de helft verwoeste avondstra
ten van Avranches naar de fanfare
hadden .geluisterd, die haar weke
lijkse repetitie hield zonder ons
ook maar 'n ogenblik te vervelen,
kunnen wy minstens 'n half uur
lang naar het driftig koperen be
gin der „Sambre et Meuse Mars"
luisteren (dirigent: Non!! Ecoutezl
Ta tietiedöm tietiedöm....")
en zeker wanneer het een Franse
fanfare is, want een Franse fan
fare heeft véél meer klaroenend
koper en véél meer schetterend
driftige trompetten en méér spirit
als van nerveus trappelende paar
den, dan.... laten-we-zeggen de
fanfare van hoe-heet-dat-Brabant-
se-dorp-aan-de-DemerJook-weer
toen we die repetitie van onder de
Cfiblustc, doodstarende lterkven~
Eters der uitgebrande „Nfitre Dame
des Champs" hadden beluisterd,
zijn we in de avond de steile hel
ling naar de beneden„stad" (sta
tion, paar huizen, gelijk aantal
café's) afgelopen, en bijna raak
ten we verdwaald in het donker
dat snel groeide tussen de bomen.
Ergens blafte een hond; een koe,
Zeer ver weg, loeide telkens op
nieuw en het geluid maakte dit
land, dat langzaam verdronk m
melkwit aan vloeiende nachtne
vels, enorm wijd en doodstil....
Toen zagen we plotseling, er
gens om een scherpe bocht' in de
weg, het zwarte silhouet van een
vreemd ding, iets dat hier niet
hoorde, iets dat vreemd was in dit
land en in elk land, dat zo vredig
en groen is.
In een greppel, het bovenstuk
opengereten alsof het blik was, lag
een halfgekantelde zware tank,
overwoekerd met gras en onkruid,
de loop van het kanon machteloos
en bijna dwaas voorover.
Al de oorlogsdingen, die wij
zagen, moeten hun geschiedenis
hebben gehad: korte, navrante
close ups uit een lange navrante
oorlog. Het wrak van een Duitse
overvalswagen nog in de gele
Afrika-kleur, onttakeld op een
boerenerf; de gemitrailleerde
Volkswagen te pletter gereden
tegen een boom; het zware stuk
gepantserde artillerie, dat steken
bleef op de weg naar Fontorson,
de Amerikaanse tank in een boom
gaard bij Coutances.
Door het open geklapte luik kon
men in de nauwe roestige ruimte
beneden kijken, de ruimte waar
een tankbemanning zich veilig
voelde achter pantserplaten. De
ruimten van waar uit ze richtte en
schoot en beter schieten wilde dan
de tegenstander en bang was en
doden wilde om niet gedood te
worden... deze hotsende, gloeiend
hete nauwe tankbuik, waarin zij
leefde.... waarin deze bemanning
levend was, vooral levend en
waarin zij koste wat het kost
wilde blijven leven
Een oorlog is volkomen onbe
grijpelijk en ik wil u niet eens
vragen of u de vrede begrijpt.
In Bayeux heb ik 'n hele lange
Zondagnamiddag met een leraar
klassieke talen zitten praten, en
deze Fransman „Er is een gro
tere geestelijke anarchie dan ooit
te vorenwist met het
waarom van oorlog en vrede zó
weinig raad, dat hij me tenslotte
zei: „Weet Uhet is geloof ik,
iets onvermijdelijks.... Niemand
wil vechten, iedereen wil blijven
leven en doodgewoon een klein
beetje geluk hebben. Maar., hier,
ik heb hier Xenophon bij me.
altijd zijn er oorlogen geweest.
Soms dénk ik dat oorlog net iets
is alsliefde.. Iets volkomen
onberedeneerbaars, dat plotseling
over de mens komt, iets waarte-
ff
s,. 0.
gen hij zich toch niet verzetten
kan...."
Dit cynisme, deze doffe uit-
zichtsloze gelatenheid, deze van
zelfsprekendheid van een eeuwige
reeks oorlogen, heeft me meer
verbijsterd dan al het puin en al
de verwoesting in heel Normandië.
- Men is moe, men vraagt zich
dof teleurgesteld nog nauwelijks
t uwaar a^e ellende toe diende;
of het zin had en wat men met de
vrede moet doen....
Al de namen: Cherbourg, Na-
lognes, Montebourg, Ste. Mère
Eglise, Carentan, St. Lózo
zeer verbleekt dat zelfs de Franse
kranten voor het grootste deel de
herdenkingsdag der invasie vol
komen negeerden, omdat stakin
gen en schandalen veel belang
rijker waren.
In een grote autobus met
enorme rode letters: „défense
absólue de fumer" blauw van
de rook en met de vloer vol ker-
sepitten, reden we in drie uur
van Cherbourg naar St. Lö.
Ergens halverwege stopte de
chauffeur om verse rozen te halen
in het bloemenvaasje (koperen
patroonhuls) bovenop het dash-
bord, waarna hij ons met al z'n
dichterlijkheid bij het achteruitzet-
ten van de bus prompt zeer pro
zaïsch tegen een boom reed.
Vermoeid en zonder veel woor
den hebben we zitten kijken naar
de dorpen en steden, die we pas
seerden. „Les grandes douleurs
sont muettesen inderdaad
kan men over verwoestingen maar
beter zwijgen: Geruimd puin, het
brokkelige silhouet van een ver
minkte toren, noodwinkels, hou
ten woonbarakkenDe weg
heet: „Voie de la Liberté, er staat
nog een enkel nauwelijks leesbaar
bordje „Road and ditches clear
of mines of „15 M.P.H. Enforced"
(waar onze chauffeur zich niets
van aantrok) en overal de witte
richtingwijzers naar Geallieerde
kerkhoven.
In een straal van minder dan
40 K.M. rondom Caen zijn er vol
gens de Michelin-invasiekaart al
leen reeds zeventien. Allen
Engels. Van Cherbourg naar St.
Ló passeert men er vier, waar de
Amerikaanse Stars and Stripes
waait; drie dicht bijeen rond Ste.
Mère Eg'Iise.
Ik herinner me nu hoe na die
eerste opwindende invasieweken
het optimisme begon plaats te
maken voor een moeilijk te om
schrijven gevoel van onzekerheid,
dat soms oversloeg tot angst. De
doorbraak liet op zich wachten,
men hoorde weinig nieuwe namen,
men wilde om nieuwe bevrijde
plaatsen een cirkeltje trekken.
Het schoot slecht op meende men
en bovendien maakten de berich
ten over de verwoesting die de
bevrijding vergezelde de mensen
bang.
Zij hadden gelijk.
Het pathos van „de grote eer
het eerst bevrijd te zijn geweest"
bewaart men reeds voor officiële
gelegenheden, wanneer autoritei
ten monumenten plegen te onthul
len en op soldatenkerkhoven din
gen zeggen, die digenen wie de
plechtigheden geldt nauwelijks
zouden hebben begrepen Deze
dronkenschap der rhetoriek ein
digt onvermijdelijk in de grauwe
ontnuchtering der dagelijkse pro
blemen: huisvesting, glas, nuis-
raad, voedsel en oorlogsschade
regelingen.
Ik kreeg niet de indruk dat
Normandië met zijn wederopbouw
veel verder was dan de geteister
de gebieden in Nederland en toen
we de trieste open vlakte van het
kapotgeschoten St. Lö overkeken
„alles bijna door één bombar
dement en nóg weten we niet of
het geen vergissing was
vertelde de boekhandelaar in zijn
noodwinkel dat niemand ook r.og
maar één centime schadevergoe
ding had gekregen.
U wilt de balans opmaken en
het resultaat van al deze offers
zien.
Dat dit alles geofferd werd
„voor de bevrijding van Europa"
wijst U misschien vermoeid en
cynisch af. Geen grote woorden,
geen phrasen, geen dooddoeners.
Bovendien heeft men weinig ge
leerd en zeer veel is reeds verge
ten.
Maar dan neg Die avond,
half verdwaald op de onbekende
heuvelweg tussen de appelboom
gaarden rondom Avranches, moest
ik denken aan de Amerikanen die
hier een nacht patrouille moeten
hebben gelopen, drie jaar geleden:
bange, onzekere mensen ondanks
de romantiek en ondanks de
branie verdwaald misschien
als wij en hoe broos was het pant
ser rondom hun hart, dat wilde
blijven kloppen, leven, alleen maar
leven
Reeds deze onzekerheid en deze
angst van deze éne kleine groep
soldaten in het onbekende gevaar
lijke donker Men hoeft niet
eens alle wrakken van alle tanks
en alle auto'-s, en alle ruines van
alle huizen en klein bezit te heb
ben gezien
Soldatenkerkhoven en puin
gesneuvelden, verminkten en het
proletariaat der puinsteden. Hun
offer geconfronteerd aan dit „re
sultaat", aan deze vrede, aan deze
vryheid
Een eindeloos waarom? Een
raadsel? Het uitzichtsloze van
een moe schouderophalen? Of
moesten zij boeten voor eigen
egoïsme en voor de zelfzucht van
anderen
Wanneer geen enkele goede
daad, wanneer de verdienste van
geen enkel offer verloren gaat,
dan danken wij misschien een on
verwachte genade, een opnieuw
geboden kans voor een goed be
gin, mede aan een onbekende
Amerikaan: die drie jaar geleden
by Avranches in een hinderlaag
liep en doodbloedde tussen ver
trapte margrieten in een appel
boomgaard
Normandië, Juni 1947.
J. W. HOFWIJK.
De 23 jarige J. van Reekum te
Meteren was in een kersenboom
gaard bezig met kersen keren.
Toen een koppel vogels op de ker
sen wilde neerstrijken, schoot van
R. met een geweer, dat hij bij zich
had, waarbij het wapen uit elkaar
vloog en hij zwaar gewond werd
Bij aankomst in het ziekenhuis
bleek het slachtoffer te zijn over
leden.
De regering maakt tot haar leed
wezen bekend, dat in de afgelopen
week de navolgende verliezen zijn
gerapporteerd:
Kon. marine: geen verliezen.
Kon. landmacht: soldaat le kl.
H. de Wit van 2-5 R. I., afkom
stig uit Zwijndrecht, gesneuveld
in district Modjokerto op 17 Juni.
K. N. I. L.: geen verliezen.
•0> In het postverkeer met Duits
land zyn voortaan ook geïl
lustreerde briefkaarten en za
kenbrieven toegelaten^
Roger Livesey als Colonel Blimp'' in de film „Het begon in
Berlijn'' van Michael Powell en Emeric Pressburger.
Een der meest bewonderens
waardige eigenschappen van
de Engelsen is wel hun gave
om anderen, maar ook zichzelf
volkomen objectief te obser
veren. Zeer sterk treedt deze
typische eigenschap aan het
licht in de film „The Life and
Death of Colonel Blimp" („Het
begon in Berlijn"), waarin drie
episoden worden getekend uit
het leven van een Engelse mili
tair, die telkens in contact
komt met de Duitsers en die tot
tweemaal toe oorlog tegen hen
voert.
De beheerste humor, zonder
haat of hatelijkheid, welke uit
deze film spreekt en welke de
toeschouwers steeds weer dwingt
tot een begrijpende glimlach
van herkenning, die meer over
tuigt dan de wrange spotlach,
maakt „Het begon in Berlijn"
tot een bijzonder sympathieke
film, welke wij, ondanks de
feilen, die zjj vertoont, van
harte kunnen aanbevelen.
„Het begon ln Berüjn" Is ver
haald, geproduceerd en geregis-
Portugezen en Brits-Indiërs maken zich op om de heilig
verklaring te vieren van de Jesuiet Jan Hector de Britto, de
Portugese missionaris, die in de zeventiende eeuw leefde en
de marteldood onderging. Hij werd in 1647 te Lissabon
geboren en groeide op aan het hof van Johannes IV, die Jan
Hector en zijn heide broers had uitgekozen om kameraden van
prins Don Pedro te zijn.
Hij deed al jong zijn intrede in
de Sociëteit van Jesus, en kende
maar één verlangen: als Francis-
cus Xavorius naar het Oosten te
gaan. Toen Balthasar da Costa
naar Portugal kwam om missiona
rissen voor Indië te werven, wil
de "ok Jan Hector meegaan. Pa
ter da Costa beloofde zijn voor
spraak. De Britto mocht gaan....
Na een moeilijke reis er brak
aan boord een ziekte uit, die aan
twaalf missionarissen het leven
kostte landde hij in Goa, waar
hij zijn theologische studie af
maakte en zich op de Indische ta
len toelegde.
Daarna begon hij zijn taak in
de Madura-missie. De Portugezen
hadden er een slechte naam. Zij
behoorden tot de Prangies de
kastelozen, die minder dan de pa
ria's waren. En zij hadden het er
naar gemaakt. Daarpm hadden de
missionarissen, naar het voorbeeld
van Robert de Nobili, het tot een
onderdeel van hun heilige strate
gie gemaakt, om zoveel mogelijk
de zeden van het land, niet slechts
te eerbiedigen, maar over te ne
men. En zo werd de Britto een
goeroe Oosters asceet met
èen tulband en sandalen.
Twintig jaar lang is hij in In
dië Gods pionier geweest. Hij
heeft er eindeloos veel ontberin
gen en gevaren doorstaan: over
stroming en hongersnood, slangen
en tijgers, en de voortdurende tri-
bulaties van buitenlandse twisten.
In 1683 werd hij overste van
een uitgestrekt missiegebied en
kwam op een van zijn „dienstrei
zen" terecht in het gebied van
Marava, waar de uitoefening van
de katholieke godsdienst verboden
was. Hij werd gevangen genomen
en gefolterd. Maar het martelaar
schap ontging hem, en het bevel
van zijn oversten om naar Portu
gal terug te gaan, scheen hem
zelfs de kans er op te ontnemen.
In 1690 ging hij terug naar In
dië, en weer trok hij naar de ge
teisterde christenheid van Mgrava,
en vond de marteldood door een
prins te dopen, die tot dusverre
in polygamie geleefd bad. De
Britto werd gevangen genomen en
na nieuwe folteringen 4 Februari
1693 onthoofd.
De Italiaanse Jesuiet Bernar-
dinus Realino, die eveneens op
22 Juni wordt heilig verklaard,
werd in het jaar 1530 geboren te
Carpi, in het hertogdom Mode
na. Ook hy behoorde tot een
aanzienlijk geslacht, en ontving
de zorgvuldige opvoeding, die
tot de goede toon der voorname
kringen behoorde.
In 1556 werd hij doctor in de
beide rechten, en daarmee begon
zijn carrière. Hij werd een man
van macht en invloed. In 1564
werd hij aangesteld door de mar
kies van Pescara, om diens leen
goederen in het koninkrijk Napels
te bésturen.
Toen risp 6e genade. Maria ver
scheen hem en nodigde hem uit,
voortaan van God alleen te zijn.
Bernardinus begreep en gehoor
zaamde. Hij bedankte wie vertrou
wen in hem hadden gesteld nam
afscheid van zijn familie, verkocht
wat hij bezat en gaf het aan de
armen. Bernardinus Realino werd
Jesuiet.
Tot 1574 studeerde en werkte
hij in Napels. Daarna ging hij
naar Lecce, de hoofdstad van
Otranto, en werd daar een sjou
wer van de Heer. Uren en uren
bracht hij door in de biechtstoel.
Al wie ging sterven vroeg weldra
om Realino. Hij bad steeds tijd.
Ieders zaak scheen de enige te
zijn die hem bezig hield. Hij ging
naar de armen en bedelde voor
hen van huis tot huis en verpleegde
hun zieken. Hij ging naar de Al-
gierse slaven en leerde ze bid
den.
Voor zijn biechtelingen was hij
een en al goedheid en vergeving.
Hij wilde ze geen pijn doen. Hij
begreep zo goed, hoe moeilijk het
was. Hij maakte de terugkeer zo
gaarne licht. Vooral angstige zie
len kwamen bij hem bevrijding
zoeken, en wie raad nodig had,
schreef hem een brief, en kreeg
altijd antwoord. En wie niet meer
wijs kon worden uit zijn eigen
ziel. ging naar Realino.
Vol eenvoud en oplettendheid in
de omgang, was hij niettemin
zeer gesloten omtrent zichzelf. Hij
zweeg over zijn boetplegingen en
over de verschijningen waarmee
de hemel hem begunstigde. Hij
zocht pijn, hij was blij met ont
beringen, hij vond vernederingen
de gewoonste zaak van de wereld,
maar hij sprak er niet over. En
toch begrepen de mensen, hoezeer
hij van God vervuld was, en toen
bij ging sterven, leek zijn kamer
een bedevaartplaats.
En dan is er nog Joseph Ca-
fasso, die in 1811 geboren werd
in Castelnuovo d'Asti, dicht bij
Turijn, en die, ootmoedig en be
minnelijk als een kind, langs de
miserie van het ontluisterde le
ven ln de grote stad is gegaan,
en er alle vreugde en alle lief
de heeft gebracht, die zijn pries-
terhart te geven had, totdat hij,
nog geen vijftig jaar oud, vol
komen aan het eind van zijn
krachten was, en naar de hemel
ging.
Als jong priester nam hij zijn
intrek in het priesterconvict van
de H. Franciscus van Assisië. Daar
studeerde hij moraaltheologie en
begon zijn priesterwerk onder de
arbeidersjeugd van Turijn.
In 1848 zag hij zielf belast met
de vorming van jonge geestelij
ken. Een van de middelen die hij
toepaste ,was het geven van Igna
tius' geestelijke oefeningen en 't
is niet zijn geringste verdienste,
dat hij ieder spoor van Jansenis
tische gestrengheid deed verdwij
nen in de opvattingen der Pie-
montese geestelijkheid.
Naast de interne zielzorg in het
convict, scheen hij geen anaere
taak te hebben dan biechthoren.
Was hij niet de biechtvader van
Don Bosco? Hij liet zich door'de
lugubere hebbelijkheden van zijn
penitenten in de gevangenis niet
afschrikker, en trok er altijd wel
gemoed naar toe, naar deze men
sen, die als Uitgehongerde, ver
vuilde, soms razende en gevaar
lijke dieren achter de tralies za
ten. Zelfs een aanslag op zijn le
ven weerhield hem niet. Open en
eenvoudig ging hij met hen om
lijn glorie waren de ter dood
veroordeelden. Hij hielp ze berus
ten. Hij verzoende ze met hun
gtraf. Hij troostte ze met een
snelle hemelvaart. Hij bracht ze
soms tot heldhaftigheid. En zon
daars, in wie het leven zijn onge
reptheid geheel verloren had, gin
gen als blije kinderen naar het
schavot, en werden er Cafasso's
„heilige gehangenen".
Ook van dit leven was de lief
de Gods het geheim. Weinigen za
gen het. Allen wisten het. Toen
de krachten van zijn lichaam wa
ren verbruikt, overviel hem een
ziekte, waaraan hij geen weer
stand te bieden had. Het werd
een stille, korte voorbereiding op
de dood. Het leven van Don Ca-
fasso sloot zich voor de talloze
vrienden en belangstellenden. Het
trok zich steeds meer samen naar
het Witte Licht van God, dat op
de 23ste Juni van het jaar 1860
voor hem openging.
In Te.
seerd door het duo Michael Powell
Emeric Pressburger, dat reeds
jaren lang samenwerkt en dat de
Engelse filmindustrie reeds met
tal van belangwekkende produc
ten, o.a. de voortreffelijke film
„A Matter of Life and Death",
heeft verrijkt.
De wijze, waarop Powell en
Pressburger hun stof hebben be
handeld, getuigt opnieuw van hun
handigheid en van hun originali
teit. De sfeer van het Berlijn uit
de tijd van de Boerenoorlog in
Zuid-Afrika, weten zij op be
wonderenswaardige wijze te tref
fen, waarbij tevens opvalt, hoe de
begeleidende muziek is benut om
het beoogde effect nog te verster
ken. Het gehele wonderlijke
mengsel van sentimentaliteit en
wreedheid, beschaving en bar
barendom, goede trouw en arg
listigheid, domheid en geslepen
heid, waaruit het Duitse karakter
is samengesteld, wordt in wel
doordachte beelden op het witte
doek gebracht. Maar ook de zwak
heden van de Engelsman: zyn
naieveteit en zelfingenomenheid,
zijn bemoeizucht en oppervlakkig
heid, zyn conservatisme en laks
heid, worden aan de kaak gesteld.
Intussen vraagt men zich on
willekeurig af, hoe het Neder
landse publiek deze film, welke
even typisch Engels is als een
nummer van „Punch" of de teke
ningen van Strube in de „Daily
Express", zal ontvangen, want
naast haar vele goede eigenschap
pen, bevat zy tal van feilen, welke
oorzaak zijn, dat men haar zeer
zeker niet een monument van
filmkunst zou kunnen noemen. De
dialogen, hoe geestig en puntig
ook, zyn te lang en worden boven
dien zeer summier in de Neder
landse tekst vertaald, zodat de
genen, die het gesproken woord
niet volledig kunnen volgen, veel
missen. Bovendien is de film
zij draait ruim twee uren te
lang. Het is, alsof de makers,
evenals sommige predikanten,
maar niet aan een passend slot
hebben kunnen komen.
Maar dat alles vergeeft men
hun graag, omdat zy, hoewel ter
dege rekening houdend met de
smaak van het grote publiek, dit
publiek toch heel wat hoger blij
ken aan te slaan dan de film
magnaten in Hollywood, zodat
ook een meer ontwikkeld mens
vrede kan hebben met het resul
taat.
Opvallend in deze film zijn het
bijzonder sterke spel van de
Duitse emigrant Anton Walbrook
(Wohlbrtick), die de rol vervult
van de Duitse majoor Theo
Kretschmar-Schuldorff de
scène, waarin hij na zyn vlucht
uit nazi-Duitsland bjj de Britse
immigratie-autoriteiten om toe
lating in het vrye en gastvrtfe
Engeland verzoekt, zullen wij niet
licht vergeten en de creatie,
die Roger Livesey maakt van
Clive Candy („Colonel Blimp"),
Ook het talent van Deborah Kerr,
die achtereenvolgens de rollen van
Edith Hunter, Barbara Wyne en
Angela („Johnny") Cannon speelt
is opmerkelijk.
Ten behoeve van degenen, die
zich afvragen, hoe de film komt
aan de Engelse titel: „The Life
and Death of Colonel Blimp",
hoewel de held van het verhaal
Clive Candy heet, vermelden wij,
dat „Colonel Blimp" een oude,
conservatieve, militairistische
man, die niet met zijn tijd mee
gaat een schepping is van de
bekende Engelse tekenaar David
Low. Naar deze figuur is Clive
Candy in de film gemodelleerd.
Powell en Pressburger hebben
„Het begon in Berlijn" gefilmd in
kleuren, die sterk herinneren aan
de Shakespeare-film „Henry V".
Zij hebben ons er evenwel niet
van kunnen overtuigen, dat deze
kleuren een essentiële bijdrage
leveren tot de filmische waarde
van hun product.
F.
In het gemengd dubbelspel be
reikten Rinkel en miss Quertier
de derde ronde door een 62,
63 overwinning over Mahta en
mrs. Hopman. Van Swol en miss
Dace wonnen met 60, 63 van
Taluy en miss Wizard. In 't dub
belspel haalde Van Swol en Rin
kel in de laatste acht een 64,
97 overwinning op de Nieuw-
Zeelanders Mckenzie en Robson.
Van Swol en miss Dace bereikten
eveneens de derde ronde van het
gemengd dubbelspel door met 61
62 van Hamburger en mrs. Mor
ris te winnen.
Van Swol en Rinkel bereikten
gisteren de halve eindstrijd heren
dubbelspel door een zeer verdien
stelijke zege over het Franse paar
Palizza-Abdesallam 6-3, 3-6, 6-2.
Zy komen nu in de halve eindstrijd
tegen de Australiërs Bromwich
en Pails.
Voor de promotie naar de hoofd
klasse worden twee wedstrijden
gespeeld, kampioen eerste klasse
Hillegersberg tegen no. laatst
hoofdklasse A.K.C. (beide Rotter
dam dus), kampioen Park Marlot
tegen no. laatst Nieuwe Marlot
Club (beide Den Haag). Er gaat
dus in geen geval, voor welke
stad ook, een hoofdklasser ver
loren.
w
Weerverwachting medegedeeld t
door het K. N. M. I. te De Bilt
5 geldig tot Zondagavond.
Matige, aan de kust tijdelijk
vrij krachtige wind tussen West
en Noord; vrij koel, in het
Noordoosten van het land meest
zwaar bewolkt met nu en dan
5 regen, in het overige gedeelte:
I van het land wisselende bewol-ï
king met enkele verspreide re-
genbuien.
j 22 Juni: zon op 4.19 uur, on-
der 21.04 uur; maan op 8.20 uur.
onder 00,18 uur.
23 Juni: zon op 4.20 uur, onder j
2104 uur; maan op 9.48 uur, on- j
5 der 00,38 uur.
IN TE LEVEREN BONNEN
van 22 t.m. 28 Juni
KOFFIE: D-04 Alg. (0.5 rts.L
Rantsoenbon E 16 (0,4 rts.). Vf-
loss. week 27 April—3 Mei 1947.
THEE: D-05 Alg., Rants, b E 17
(0,5 rts.) Aloss. week 27 April
3 Mei 1947.
BROOD: E-03 res. 06 rts.), E-01,
E-ll, E-21 br. E-06, E-13 res. (8
rts.), E-02 brood 4- nw. bonn.
Rants.b. E-21 (4 rts.) Coupure
X-105.
RIJST: E-16 res. (2 rts.), rant
soenbon E-23 (1 rts.) Afloss. week
25 Mei—31 Mei 1947.
BOTER: E-ll. E-21 boter (1
rts.), E-01 boter, E-07 res., rants.b.
E-31 (0,5 rts.) Afloss. week 25—
3' Mei 1947.
MARGARINE: E-02, E-22 boter
(1 rts.) E-01, E-04 res. E-12 boter
rants.b. E-32 (0,5 rts.) Afloss.
week 25—31 Mei 1947.
KAAS: E-01 alg. E-05 res., E-21
kaas (2 rts.), E-ll alg. rantsoen
bon E-36 (1 rts.) Afloss. week 25
—31 Mei 1947.
VLEESWAREN (detaillisten) E-
21 vlees (3 rts.), E-02 vlees (2
rts.), E-01, E-ll vlees, E-12. E-22
vlees, rants.b. E-51 (1 rts.). Af
loss. week 2531 Mei 1947.
VLEESWAREN slagers inst. 8.000
inst. 8.800 idem.
VLEES (slagers) Idem coup.
C300. C301, C399, C400, X116.
TABAK (Grossiers) Coupures
C326, C327, X117. Afloss. week
25—31 Mei '47. Afgeboekt zal wor
den de 2de helft van de gecontro
leerde voorraad sigaren.
TEXTIEL: Toewijzingen texjiel-
goederen. Toewijzingen Distex MD
85. 1 t.m. 25 VA 510, 101 t.m. 140
VA VB. VC. VD. VE 605 B.
C. D. E. F. (5 pnt.), 101 t.m. 200
VF 605. A en B VA 705 (1 pnt),
A en B VA 705 (5 pnt.), B82,
C82 1 en 10 pnt.
PETROLEUM: Verkoopmijen,
grossiers, detaillisten C-05, C-17
alg. D-13 (1 ris.), A 29 t.m. A 32,
B 15 t.m. B 16. C08, (2 rts.).
Voor hen waarvoor deze ïf'eek
is aangewezen.
BRANDSTOFFEN INDUSTRIE
KOLEN. Nw. Coup B. C. D. E.
verbr. Geen vervangingstoewij
zingen.
BRANDSTOFFEN 74 BV, 75
BV (3 rts).
'V*.
V-
HOOIEN ALS DE ZON SCHIJNT. Hoe warm het dit voor jaar ^geweest is en hoe weldadig voor al wat groeit, blijkt uit het feit, dat thans reeds, uitzonder lijk vroeg, op verscheidene plaatsen van ons land de boeren met het ho oien zijn begonnen.
Links: het maaien] van het gras;, rechts: hoogopgestapeld de uitbundige weelde van de oogst, die zuinig wórdt bewaard voor de a.s. winter.