Voor Oorlog72 millioen minder
Raming distributiekosten lager
Donkere wolken
Nadelig saldo gedaald van f 2 tot
f 1.5 milliard
BEZUINIGEN ZEER MOEILIJK
Middelen en uitgaven 1948 vergeleken
met die in 1947
Het critieke punt in millioenennota
Verloop sterkte van Rijkspersoneel
ÊffiDAG Ï6 SEPTEMBER
PA GWÏ f
Productieve werken vormen een lichtpunt
«BS, I::::;;::;;;::;::;:;;: i *«S2L_2
re
De
reelitsplcë'nS
vÏÏTde rVot een 'otaal ?Ldeli^ sald°
miUioen Dienst Van 1566 (2149,8)
OVERZICHT DIENSTJAREN
1940 t.m. 1947
EEN TIENTAL OBSTAKELS
DE OMVANG DER STAATS
SCHULD OP 30 JUNI 1947
DUURZAME OBJECTEN
BUITENGEWONE UITGAVEN EN MIDDELEN VAN
AFLOPEND KARAKTER
REORGANISATIE VAN DE
ADMINISTRATIE
GEWONE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN
Qp?/ begroting 1948 vertoont voor de
haar°ne Dienst een gunstiger beeld dan
vantY00rgangster met een overschot
te>„»4 mlllioen tegen vorig jaar een
toira Van 88,6 millioen na supple-
rami» b®grotlngen en een herziene
beeirt^ -der middelen. Gunstiger is dit
beter alleen omdat het saldo een
ener\ftguur maakt, doch ook omdat
lijk de uitgaven met een behoor-
tot konden worden gereduceerd
de nvj (2565) millioen en anderzijds
nuddelenraming een accres met 262
rniriri0<rn vertoont, dat indien de rjjks-
laat f °P bet niveau van de
kcm maanden blijven bewegen, vol-
j eiL Verantwoord geacht kan wor
tel vooruitgang is er dus on-
!H^fZeglijk hespeuren, een voor
in w«lke ons het vorig jaar reeds
na ,v°oruitzicht was gesteld. Ook
het t!L reikte uitgaven verlaging blyft
Dienü' der uitgaven van de Gewone
hono- Zich echter nog op een veel te
o i n'Veau bewegen. f
Woii bÜ de Buitengewone Dien®^
rflke gesplitst wordt in uitgaven en
ntvangsten van aflopend karakter e
KaPitaaluitgaven en -ontvangsten is er
«en vermindering van de uitgaven en
irfinVoor eerstgenoemde categorie tot
1062 (1434,6) millioen en voor de twee-
nLt 1 468>8 (541,1) millioen. Van de
met aflopend karakter liep het
miiitilg sal<3° terug tot 1008,5 (1273,8)
<504hij de kapitaalposten tot 419,3
i-i i?2 Uiillioen. Voegt men hierbij nog
ezal?«i-US saldo van heb cLandbouw-
S^efonds, dat op 498,2 (282,9)
komtaanmerkelijk lager was, dan
een uitgaf 'enb daet^v ^^"ancfën
ogen, dat clrca fl Jll°r 1948 voor
Eijn dan dat voor 1947 i lager zou
schillende omstandlo-hj ch door ver'
«iet worden b3t kon dit do*J
o.a. op de te w Gewezen wordt
voor verschUlenf raminSen voor 1947
lijke aeni-oo posten; het natuur-
n'ame; invloed0;8" d°°r bevolkingstoe-
rissthow van Pnjs-. loon- en sala-
Van w^en in het binnenland; stijging
kj1 buitenlandse prijspeil; doorwer-
ns van getroffen sociale voorzienin
gen; het voortduren van de moeilijk
heden in Indië etc. Toch werd, onge
acht het Landbouw Egalisatiefonds een
totale vermindering der uitgaven van
631 millioen bereikt.
Nu mag echter bij de beoordeling van
VoorT^nieï m GeWone
handt>n n P le taak wederom in
orga.?„ worden gege i van de
nen der Ned.-Ind. regering,
resell Buitengewone Dienst is enige
Wen raming eveneens ge-
Onder de uitgaven met aflopend
rakter komt de expeditie voor her
tel van orde en rust in Indië met een
Belangrijk lager bedrag voor en met
een nadelig saldo van ƒ280 (347) mil
lioen. Hier is gerekend op een aanzien
lijke verlaging van de troepensterkte
in Indië voor 1948. Daarnaast is er
veel minder uitgetrokken voor steun
bij herbouw, hetgeen o.m. mogelijk was
omdat landbouwherstel en reconstructie
koopvaardijvloot veel minder zullen
vorderen. Het consumentencrediet
is
voor 1948 bjjna geen last (v.j. 183)1
millioen.
n de Millioenennota wordt er enkele
Uits-ea me4 uadruk op gewezen, dat het
Voor Tenoversch<>t ad ƒ1560 millioen
gaven grootste deel bestaat uit uit»
ver a' welke nodig zijn, teneinde een
mend der productiviteit in de ko-
ƒ470 jaren mogelijk te maken, nl.
taai" .,milli°en opgenomen onder kapi-
genom aven BD- en 515 millioen op-
karaklen onder uitgaven met aflopend
cate» B.D. Van de eerstgenoemde
minD?°rie vallen op voorschotten wo-
met 248 millioen, van laatst-
aan de bijdragen oorlogsschade
miiii0earoerende goederen met 169,2
rende bijdragen oorlogsschade roe-
Saminv ?Jen met 120 millioen.
dcerd, dat t6nd wordt dan geconclu-
de Gehele tv et uitgavenoverschot van
k dan on ht nst minder verontrustend
tegenover de eerste gezicht lijkt, want
moet annt» Schulden welke de staat
hoogte dun»,11' »staan tot op grote
teekomstï?rzame objecten, die in de
mische il nut aan bet gehele eeono-
uitgavB„cVeii zullen afwerpen". Of deze
Werpen e.cbter inkomsten zullen af-
Van aiwai«er,-0"i- in belangrijke mate
Ien ontwikt hoe, de prijzen zich zul-
zal zeif_ kkelen. Voor onroerend goed
zeer groot dit? ï18*4?? Prijsstijging een
Woningbouwfiri rijksbijdragen in de
«ma ruft wanmermg in geld uit-
Pfn en g®en enkele rendement afwer-
alB iotaai bijdragen zullen dan ook
schouwd V- *os moeten worden be-
posten van ,T geldt voor andere
lijkt ons dan genoemde oategorie. Het
optimistisch ook dat hler de zaak te
1. ..st wordt voorgesteld. Dit
b°"dt ongetwijfeld gevaren in.
Keeas het vorig jaar heeft het opti
misme de minister parten gespeeld bii
de verwachting van een prijsdaling,
welke met is ingetreden. Het tegendeel
was het geval. Het gevolg zal dan ook
zijn, dat van het vorig jaar vermelde
plan om in 1948 de overheidsbemoeiing
met de prijs- en distributieregeling sterk
dn te krimpen en in 1949 te liquideren,
niets zal kunnen komen. Van een ge
ldelijke opheffing der subsidies zal ook
geen sprake kunnen zijn, daar anders
sPanning tussen lonen en prijzen nog
2ou toenemen.
vi^t1 Bandbouwegalisatiefonds onder-
mat de prijsstijging in sterke mate.
iet het huidige hoge prijsniveau schijnt
««ening te zijn gehouden. Zolang de
dei marktprijzen voor voedingsmid-
v '6b niet dalen, zal een zware last op
vipSchillende onderdelen der begroting
Jven drukken.
hlE at de lasten voor Indië betreft, deze
beiVen uiteraard niet beperkt tot de
V Qragen verwerkt in deze begroting.
Uj ^schotten en credieten worden im-
gevp daarnaast tot grote bedragen ge-
hoofrt' Het inflatoir effect uit dezen
Ook Wordt °P 20Q millioen geraamd.
weet,^ al geeft deze millioenennota een
?P d6 jaSaling van een voortschrijding
13 otx2pe,g naar herstel, toch zal, aldus
Jarep n emdindruk, de eerstkomende
m°eten°g met zeer grote nadelige saldi
Wejjjg Worden rekening gehouden,
ken „pdeeltelijk inflatoir moeten wer-
doen de staatsschuld verder zullen
indiB °PIoPen. Over enkele jaren zal,
bierk' men bet deficit van 1947 in aan-
der i,ag neemt, de schuldvermindering
2Hn bijzondere heffingen weer teniet
ho" eedaan. Het probleem yan een te
Ij-f®, staatsschuld verdwijnt dus niet.
lost kt de minister dit probleem op te
Hoe zal in zijn gedachtengang
ais zware last getorst moeten worden
c0tll-er n°8 eens een terugslag in de
bel» uur komt? Hierover vindt men
Setww- nlets in de nota, hetgeen on-
v0or 'Jfeld een ernstige omissie is,
let- al omdat er tot dusverre nog nooit
biePi?Ver ls gezegd, behoudens alge-
tevcn die ons geen opheldering
^a de betrekkelijk optimistische uit-
Hulp van het buitenland een der grondslagen
van het staatsbudget
De Rijksbegroting 1948 is door de minister van Financiën aan de
Tweede Kamer aangeboden. Aanvankelijk had de minister gehoopt het
uitgaven-budget rond 1 milliard lager te stellen dan dat voor 1947.
Een aantal met name genoemde moeilijkheden vormde echter een
hinderpaal. Wel werd een vermindering van 631 millioen bereikt.
Het uitgaven-overschot is volgens de minister minder verontrustend,
omdat er tot op grote hoogte duurzame objecten tegenover staan.
Deze hele begroting, de economische activiteit en de levensstandaard,
zouden echter in gevaar komen, wanneer verdere buitenlandse hulp
mocht uitblijven.
In de thans aangeboden ontwerp
begroting vertoont de Gewone Dienst
een overschot van 360 millioen. Daar
in ligt een niet onbelangrijke verbete
ring van de financiële toestand des
lands. Immers het vorig jaar wees de
begroting omgewerkt overeenkom
stig de voor 1948 gebezigde opstelling
een tekort aan van 85 millioen
voor dit onderdeel van de dienst, al
gezien van de nader gebleken nood
zakelijke suppletoire begrotingen.
Naar de traditionele definitie om
trent het sluiten der begroting,
uiteraard alleen op de Gewone D e
betrekking had, zou deze begroti ff
een gunstige genoemd kunnen w
De omstandigheden, waarin ons!land
verkeert, noodzaken er echtenr toe om
ook weer dit jaar buitengewone u t-
gaven te doen, welke voortvloeien uit
liquidatie van de oorlogsgevolgen en
het ter hand genomen herstel, tot een
hoogte, welke voorheen ongekend was.
De uitgaven op de Buitengewone Dienst
belopen in totaal ron milliard,
waarvan bijna ƒ470 millioen voor de
normale kapitaaldienst, ƒ515 millioen
voor andere voorzie*n**^®**' ^*,eltk.ende
tot vermeerdering van het nationaal
vermogen, bijna ƒ500 millioen voor
suppletie op het Landbouw-egalisatie-
fonds en bijna ƒ550 millioen voor de
overige uitgaven, welke uit de bijzon
dere tijdsomstandigheden voortvloeien.
Ware het niet, dat het nadelig saldo
van het Landbouwegalisatiefonds over
1948 215 millioen hoger moest wor
den gesteld door het ongunstig prijs
verloop van de voornaamste uit het
buitenland te betrekken voedingsmid
delen, dan zou het nadelig saldo van
de Gehele Dienst van de ontwerp-be-
groting 1948 bijna 760 millioen lager
zijn geweest dan dat van de vastge
stelde begroting 1947.
Daarnevens zij opgemerkt, dat voor
1947, mede door bovengenoemde oor
zaak de begroting van het Landbouw
crisisfonds eveneens zal moeten worden
verhoogd en wel met een bedrag van
ongeveer ƒ230 millioen.
In de ontwerp-begroting is afzonder
lijk rekening gehouden met een bedrag
van 3 milliard wegens opbrengst in
1948 van de buitengewone heffingen.
Dit bedrag is echter wegens zijn
bijzonder karakter in de bespreking
buiten beschouwing gelaten, zowel bij
de uitgaven als bij de middelen.
Het totaal-budget 1948 vertoont
zonder de zo juist genoemde 3 mil
liard en het tekort van het Landbouw
egalisatiefonds het volgende beeld:
Uitgaven3.909.746.860
Middelen 2.841.942.884
De samenstellende delen van deze
ontwerp-begroting worden hieronder
vergeleken met de overeenkomstige
cijfers van de begroting voor 1947.
Ten behoeve van een juiste vergelij
king zijn niet alleen de bedragen der
vastgestelde begroting 1947 vermeld,
doch is tevens een kolom opgenomen,
welke de begrotingscijfers voor 1947
bevat, met inbegrip van de bedragen,
welke nog suppletoir zullen worden
aangevraagd en een gevolg zijn van
wetten of besluiten, die na de vaststel
ling van de begroting voor 1947 zjjn
tot stand gekomen.
Tevens zijn in dit overzicht verwerkt
de wijzigingen in de raming der mid-
delen, welke mede het gevolg zijn van
de Wet Belastingherziening 1947. Op-
gemerkt dient nog te worden dat de
cijfers voor 1947 verschillen met die
van de vastgestelde begroting voor dat
•Laar; ,°mdat ten behoeve van de ver
gelijking met 1948 de begrotingscijfers
voor 1947 zijn omgewerkt overeenkom
stig de voor 1948 gebezigde opstelling,
vanzelfsprekend komt hierdoor in
ejndsaldo der begroting 1947
In onderstaande tabel (in duizenden
guldens) is een samenvatting gegeven
van de tekorten in Nederland en te
landen over de jaren 1940 tot en met
1945.
Rijks- Nederland Londen Totaal d.
begr. 1 is 10.691 tekorten
1940 742.9651) 49.8011) 792.766
941 1.824.4251) 138.6131) 1.963.038
942 1.911.797 2) 69.2111) 1.981.009
943 1.750.142 2) 184.4681) 1.934.611
944 2.610.305 2) 112.0931) 2.722.399
945 3.970.9713) 119.896 3) 4.090.868
'ot. 12.810.607 674.085 13.484.693
1) Rekeningscijfers.
2) Voorlopige rekeningscijfers.
3) Vermoedelijke Uitkomsten.
De vastgestelde begroting voor het
dienstjaar 1946 vertoont een nadelig
saldo van ƒ2.678.107.405
Voor het dienstjaar 1947 bedraagt
het nadelig saldo ƒ2.108 388.495.
Ook voor 1947 geldt evenals voor
1946 dat belangrijke bedragen niet
in dit dienstjaar zullen kunnen worden
besteed. Deze zullen ten dele dienen tot
Verlaging van het budget bp de indie
ning van suppletoire begrotingen.
Op verschillende artikelen zullen
daartegenover nog belangrijke bedra
gen suppletoir moeten worden aange
vraagd, welke een gevolg zijn van wet
ten of besluiten na de vaststelling van
de begroting voor 1947 tot stand geko
men. Naar raming zal hiervoor beno
digd zgn 135.525.000.
De raming van de belastingmiddelen
over 1947, welke bjj de vaststelling der
begroting 2.205.150.000 bedroeg, zou
in verband met het inwerkingtreden der
Wet Belastingherziening 1947
ƒ126.500.000 lager moeten worden ge
steld. Gezien de ontwikkeling van de
ontvangsten over het eerste halfjaar
1947 blijken de oorspronkelijke ramin
gen voor dat jaar echter te laag te zijn
geWêest. Aan de hand van de thans be
kende gegevens is een hogere raming
van 220.550.000 mogeljjk, zodat een
herziene raming, waarbij beide factoren
zijn in acht genomen, uiteindelijk een
hogere opbrengst van 94.050.000 te
zien geeft.
het
2.108.388.495) geen verandering.
I II
GEWONE DIENST.
Uitgaven ƒ2.467.373.883
Middelen
Voordelig (1948) resp.
(1947) saldo
III
2.564.898.883
IV
ƒ2.378.143.146
ƒ2.382.347.972
nadelig
Gi)
2.476.397.972 2.738.189.738
85.025.911 (n) 88.500.911 (v) 360.046.090
BUITENGEWONE DIENST,
Ua&dekarSn^Ugaven 1.484.620.189
Middelen
160. 807.070
ƒ1.434.620.189
160.807.070
ƒ1.062.721.232
54.187.650
Nadelig saldo ƒ1.273.813.119
Nadelig saldo Landbouwegaii- _55 q0q.)
lefor^-
ƒ1.273.813.119
282.955.000')
1.008.533.852
498.235.000
satiefonds
f 1.556.768.119 ƒ1.556.768.119 ƒ1.506.768.582
Dit bedrag zal waarschijnlijk nog ongeveer ƒ230 millioen hoger worden.
Buitengewone Dienst Kapitaals
uitgaven en -ontvangsten Uit- 130.043
541.130.043
36.535.578
468.881.982
49.565.498
saldo 466.594-465
Nadelig i
Gehele Dienst Uitgaven 4.405.^4-1
Middelen 2.5/9.
504.594.465
ƒ4.540.649 115
ƒ2.673.740.620
419.316.484
3.909.746.860
ƒ2.841.942.884
„r TTóó? 433.495 ƒ1.866.908.495
Nadelig saldo 1.825.
Nadelig saldo landbouwegali- q55 000t) 282.955.000t)
satiefonds 282. w».
1.067.803.976
498.235.000
f 9 108.388.495 noni.ooo.ushStö
t Dit bedrag zal waarschijnlijk'nog o".g®veig47 omgewerkt o v e reen k o m st i?' de
I Omschrijving; II Vastgestelde begroting 19*' feveneens''^^mstig de
voor 1948 gebezigde opstelling; III Begroting ntj van wet of besluit In di
inachtneming van suppletoire verhogin gen op ting jg4g_ uit en de
2.149.863.495
Toen in het begin Van Jaar een
aanvang moest Worden gemaakt
met de voorbereiding van de ont
werp-begroting voor 1948, heeft de
minister er van stonde af aan op
aangedrongen alle krachten in te
spannen om de uitgaven zoveel mo
gelijk te beperken. Hem stond daarhjj
voor ogen, dat het mogelijk zou zijn
het totaal uitgavenbudget voor 1948
rond 1 milliard lager te stellen dan
dat voor 1947.
Er is met alle kracht en middelen
naar gestreefd om dit resultaat te be
reiken. Hierbij stuitte men echter op
grote moeilijkheden:
1. Verschillende posten, die betrek
king heibben op voorzieningen, die in
J.948 in beginsel niet kunnen worden
verminderd, bleken op de begroting
1947 te laag geraamd. Als voorbeelden
worden genoemd de vertegenwoordigin
gen van ons land in het buiit0W(iajnd en
de deelnemingen aan het lidmaatschap
van internationale organisaties e a-i
2. Het natuurlijk accrès, dat de
Staatsuitgaven vertonen door allerlei
omstandigheden, zoals b.v. de toe
neming der bevolking. Dit accrès komt
bij verschillende posten dor begroting,
o.m. in de kosten van het ouderwijs,
tot uitdrukking. In het algemeen wordt
bij het opstellen van begrotin|S,en bij
dergelijke posten gerekend met een
aocres-perceratage van 10 pet. per jaar,
hetgeen enkele tientallen millioenen
guldens betekent.
3. De invloed van de doorgaande
prijs-, loon- en salarissGpng, door
werkende zowel op d< kosten van
personele als op die van materiële
aard. De huidige verwachting van
liet buitenlands prjjsverloop is, dat de
oorzaken, welke reeds in 1947 de
prijzen deden stijgen, In 1948 ver
sterkte invloed zulle11 doen gelden.
Gezien deze verwachtingen nag ten
aanzien van het binnenlands prijspeil
en van de loon- en salarlsvoet niet
met een daling worden gerekend.
4- De stijging van het buitenlands
prijspeil. Voor 1948 moet worden ge
rekend met een hogere uitgaaf, dan
voorzien in de vastgestelde begroting
1947, van ongeveer 200 millioen voor
prijssubsiddes van bet Landbouw
egalisatiefonds,
5. Doorwerking in 1918 van de in
1947 getroffen sociale vt>orzieningen.
Hierbij wordt gedacht aan de nood
voorziening voor ouden van dagen, aan
de pensioenen van verzetsslaohtoffers
en aan de verhoging van de bijdrage
aan het Algemeen Mijnwerkersfonds.
6. De onhoudbaar gebleken achter
stand op het gebied van cultuur en
techniek. Deze noodzaakte o.m. tot uit
breiding van het aantal loet-stoeien aan
de Technische Hogeschool, tot uitbrei
ding van nijverheids- en landbouw
onderwijs, tot belangrijke uitgaven voor
landbou(wW»Pliohting en tot verschil
lende andere uitgaven op landbouw-
techndsch gebied.
7. De noodzaak tot financiële steun
aan gemeenten en provincies. De bij
drage aan het Gemeentefonds, bestemd
tot het geven van bijdragen aan ge
meenten, die geen sluitende begroting
kunnen samenstellen, moet van 85
millioen in 1947 worden verhoogd tot
160 millioen in 1948.
8. Rekenend op een betere maite-
rialenvoorziening, zijn versch' llende uit
gaven hoger geraamd. Dit komt o.m.
tot uitdrukking in een stijging der
raming ten behoeve van voorschot
verstrekkingen voor de bouw van wo
ningen met 153 millioen en een stij
ging van 55 millioen inzake bijdragen
wegens schade aan goederen behorend
of dienend tot respectievelijk bedrijf of
beroep.
9. Het voortduren van de politieke
moeilijkheden in Indië. Bij de opstelling
van de begroting 1948 is reeds voor een
deel met een wijziging ten gunste
rekening gehouden.
10. De beperkte mogelijkheden tot
inkrimping van het ambtelijk appa
raat, zolang de oorlogsgevolgen nog
niet zijn geliquideerd en zolang de
wereld in de toestand der schaarste-
economie bljjft verkeren. Hierbij valt
te bedenken, dat de inkrimping van
het permanente bestuursapparaat 'n
diep doordringen in de werkwijze
vereist. Het forceren van ondoor
dachte vereenvoudigingen zou tot
ernstige moeilijkheden, zelfs tot een
administratieve chaos kunnen leiden.
In de jongste millioenen-nota verklaart de minister van Financiën
nadrukkelijk het volgende:
„Indien voldoende hulp uit het buitenland niet zal worden verkregen,
zou dit leiden tot vergaande stagnatie van de economische activiteit
en zou de verzorging van de bevolking terugvallen tot beneden het
physiologisch bestaansminimum. Daarvan zou tevens het gevolg zijn.
dat de in de begroting geraamde opbrengst van de middelen t.a.v.
een groot deel der belangrijkste posten niet kan worden gehaald, dat
de periode van wederopbouw in belangrijke mate zou worden verlengd
en dat grote werkloosheid tot ontwrichting der sociale verhoudingen
en tot improductieve belasting van het budget zal leiden.
Een nadere belichting van het deviezen-aspect wordt in uitzicht
gesteld. Zij zal geschieden zodra over het bovengenoemde critieke punt
zekerheid bestaat".
Hierbij ddent goed te wonden gereali
seerd, dat de liquidatie van de oorlogs
gevolgen niet in één of twee jaar kam
gelukken. In enkele gevallen zal in
1948 nog personeelsuitbreiding nodig
zijn om tot het gewenste tempo van
liquidatie te geraken. Het Militair Ge
zag zal in 1948 geheel zjjn geliquideerd.
Omtrent het verloop van de personeel-
sterkte van het burgerlijk Rijksperso
neel kunnen de volgende cijfers worden
gegeven:
Bij de beschouwing dezer cjjfers zij
te bedenken: dat de cijfers van 1946,
z^als die jm de Millioenennota 1947
waren gegeven, achteraf belangrijke
correcties behoefden. De aantallen
ambtenaren bleken bü de reorganisatie
der salaris-administratie niet onbe
langrijk hoger te zjjn dan de in 1946
door de diensten verstrekte opgaven.
Het personeel van de Dienst der Rijks
belastingen moest ten behoeve van het
inhaJlen van de achterstand en de in
voering van, nieuwe belastingen worden
uitgebreid. Zonder die uitbreiding zou
de geschatte opbrengst niet kunnen
worden bereikt. Een tweede reden voor
uitbreiding lag in de noodzaak van de
versterkte grensbewaking welke ten
dele van het gebrek aan vaderlands
liefde van een deel der bevolking het
gevolg is.
Er is dus 'n niet onbelangrijke terug
gang van de personeelsbezetting over
de afgelopen periode te constateren.
Een belangrijk deel der overige
apparaatskosten gecorreleerd met die
van de personeelsbezetting, vormen die
van de huisvesting. Deze huisvestings
kosten dienen te verminderen door de
voorgenomen liquidatie van tijdelijke
diensten, door de rationalisatie in per-
soneeWbezsttdng en werkwijze en door
rationalisatie dier huisvesting zelve. Al
deze maatregelen werken echter op
lange termijn.
Persaneelaihkrimping betekent ook
materieelbesparing. Daarnaast wordt
echter ook op de materiële kosten
scherp toegezien.
De hiernavolgende staat geeft een be eld van hiet verloop van de personeels
sterkte van het burgerlijk rijksperson eel.
Hoofdstuk der Begroting
II Hoge colleges van Staat Kabi
net der Koningin en Kabinet
van de minister-president
III Buitenl. Zaken
IV Justitie
V Binnenl. Zaken
VI O. K. en W.
VII B Financiën
VII A Oorlog
VIII B Marine
IX A Wederopb. en Volkshuisvesting
IX B Verkeer en Waterstaat
X Econ. Zaken
XI Landbouw. Visserij en Voed-
selvoorz (met inbegrip van het
landbouwegalisatie)
XII Sociale Zaken
XIII Overz. Geb.dln.
Alg. Burg. Pensioenfonds
Zuiderzeefonds
Werkelijke sterkte
1 Jan
31 Juli
1 Jan.
1946
1946
1947
1.397
1.228
689
346
421
497
37.316
35.115
33.348
5.654
5.392
4.170
5.280
5.105
5.325
20.125
20.028
21.080
4.897
5.846
6.431
3.295
3.910
4.339
9.038
6.165
6.488
3.316
7.708
7.179
12.156
12.408
11.700
19.991
15.957
14.758
5.860
4.682
4.394
203
248
272
380
355
399
989
949
988
31 Juli
1947
geraamd
in
begrot.
1943
583
540
28.471
3.196
5.534
22.226
7.282
4.638
6.746
7.231
10.960
14.286
4.166
299
368
1.098
600
584
21.314
2.022
5.700
23.460
8.076
5.006
6.343
7.271
10.388
14.674
4.266
338
393
1.193
Aangezien een S taaf sbalans nog niet
kan worden overgelegd, moest ditmaal
nog worden volstaan met het verschaf
fen van een overzicht van de schuld
positie van de Staaf. Hieronder volgt
dan ook een overzicht van de omvang
van de Staatsschuld per 30 Juni 1947,
vergeleken met die op 31 October 1946
(in millioenen guldens)
31 Oöt. 30 Juni
1946 1947
1'. Geconsolideerde schuld
luidende in guldens 7.274 7.082
2. Geconsolideerde schuld
luidende in vreemde
valuta 8T
3. Storting op Staats
schuld dooj- institutio
nele beleggers 1.516 1.597
4. Schatkistpapier in om
loop 5.924 6.624
5. Door de Staat over te
nemen, vorderingen van
De Nedeii. Bank op
Duitsland 4.500
6. Scbaitkistpapier afge
geven aan De Nederl.
Bank ingevolge de J
overeenkomst van 26 1
Febr. 1947 inzake de
overgang op de Staat
van haar in rijkstnar-
kem luidende bezittin
gen - 2.100
7. Boekschuld aan De
Nederl. Bank ingevolge
vorenbedoelde overeen
komst van 26 Febr.
1947 - e- 1.500
8. Schadevergoedingen
wegens geleden oorloge»
schade (incl. Groot
boek Wederopbouw) 5.000
9. Leningen en oredieten
in het buitenland, aan
gegaan in vreemde
munt (onder aftrek v,
de reedis afgeloste be
dragen) 1.594
10. Overige verplichtingen 3.266
3.000
1.659
2.651
Totaal der gehele
Staatsschuld 27.074 26.230
waarvan af:
Banksaldi en andere
vorderingen L4.440 3.429
Saldo totale Staats
schuld 22.634 22.801
Totaal 130.243 125.517 122.057 117.615 111.628
latingen en de blijken van tevredenheid
over het bereikte resultaat (hetgeen
zeker gerechtvaardigd is t.a.v. de ver
beterde uitgavenbewaking en efficiency-
vj!olke. thans met de gereorga-
is hef .^dministratie worden bereikt),
delhk wltVcl Zeer sorhber. Zeer dui-
v, t- i naar voren jrebracht riat
dit
r nlet v°tdoende nuip op
da"_ Z0U, zulk£ teiden tot verre
fcHvftei^T*^ Van de economische
activiteit, de verzorging zou tot bene
den het physiologisch. bestaansmini
mum terugvallen; de middelenraming
zou niet worden gehaald; de wederop
bouw zou belangrijk worden vertraagd;
.ote werkloosheid zou tot ontwrichting
der sociale verhoudingen en tot impro
ductieve belasting van 't budget leiden.
Waarom wordt hier niet duidelijk ge
zegd en: 'tot geldschepping op grote
schaal. Want hier komt het toch op
neer. Wij kunnen slechts hopen, dat de
donkere wolken zullen overdrijven.
De hoogte der onitwerp^grotiaig
wordt mede betpaaM door het opnemen
vaai verschillende grote uitgaven voor
voorzieningen, welke de Regering nood
zakelijk acht in verband met het grote
belang daarvan voor die toekomstige
welvaant van ons land. Vele van deze
uitgaven houden een vermeerdering in
van het nationale kapitaal.
Als zodanig zijn te noemen:
Bijdragen in oorlogsschade aan on
roerende goederen 169.2 mill.; bij
dragen In oorlogsschade aan roerende
goedenen tot 'n bedrijf behorend 120.0
mill.; landbouwherstel 42.4 mill.;
reconstructie koopvaardijvloot 11.5
mill.schadevergoedingen Zee- en lucht
vaartverzekeringswet 1939 20.0 mill.;
uitgaven ter zake van vermogensschade
als gevolg van bijzondere handelingen
van de vijand 3.0 mill.; bijdragen ten
behoeve van de wederopbouw van
lagere publiekrechtelijke lichamen
100.0 mill.; wederopbouw van aan de
gemeente Rotterdam toebehorende
eigendommen 20.1 mill.; herstel oor-
logs- en bezettingssohade RiJkseigen-
dowimen 21.1 mill.; bijdrage aan het
Wevaartsfonds Suriname 8.0 mail.
Totaal 515.3 mill.
Ten aanzien va"
lopend karakter van vermeld> (5at tM)
Dienst kan word worden gebracht
laste van deze die^nde "ÏÏTS
de uitgaven voor de -
—list in Indië, die
herstel van orde en rust Undbóu^!
voor de wederopbouw, distribntie.
rechts-
pleging e.d.
In afwijking van vorige
voor 1948 de bedragen voor hers el van
oorlogsschade aan Rijkseigendommen
ook onder deze dienst gebraeht. Smds
1945 kwamen deze ten laste van üe Ka
pitaalsuitgaven.
In de hieronder geplaatste s aa Z;)n
opgenomen de cijfers van de ont ®rp-
begroting 1948 en die van de begroting
1947, omgewerkt naar de gewijzigde op
stelling voor 1948.
Vervolgens'is volstaan met een be
spreking van de voornaamste verschil
len met de begroting voor 1947.
.De verlaging bij Hoofdstuk IV Justitie
vindt haar oorzaak in de omstandigheid
dat voor 1948 met een belangrijk lager
aantal in gevangenissen of kampen op
te nemen politieke delinquenten is ge
rekend, waardoor 4,8 millioen minder
kan worden uitgetrokken. Waar de bij
zondere jeugdzorg in *948 zich vrijwel
uitsluitend zal beperken^ tot de jeugdige
Politieke delinquenten is ten opzichte
van 1947 een lagere raming met 5,3
millioen mogelijk.
Wat betreft de Bijzondere Rechtsple
ging kan met ruim 88 millioen minder
worden volstaan, omdat de Tribunalen
eind 1947 zullen worden opgeheven en
de Bijzondere Gerechtshoven en de
Hoge Raad van Cassatie hun arbeid
vermoedelijk in 1948 zullen beëindigen.
Voorts wordt de P-R-A.. in 1947 groten
deels geliquideerd, terwijl bej aantal
kampen sterk kan worden verminderd.
In het hoofdstuk „Buitengewone af
lossing Nationale Schuld" is onder de
uitgaven een bedrag opgenomen van 3
milliard wegens extra aflossing van
Staatsschuld, welk bedrag gelijk is aan
de geraamde opbrengst voor 1948 van
(IN MILLIOENEN GULDENS)
Hoofdstuk der begroting
VI Justitie
V Binneny. Zaken
VI Onderwijs, K. en W
VII Al Nationale Schuld
VII A2 Buitengew. afl. Nat. Schuld
VII B Financiën
VII A Oorlog
VII B Marine V, ;,"v v
XI A Wederopbouw en Volkshuis
vesting
IX B Verkeer en Waterstaat
X Economische Zaken
XI Landbouw, Visserij en Voed
selvoorziening
XII Sociale Zaken
XIII Overzeese Gebiedsdelen
T948
Uitgaven Middelen
46.9
3.8
3.1
17.3
3.000.0
510.5
207.1
44.2
55.9
39.5
82.8
40.4
0.8
9.9
15.1
3.000.0
i.O
2.6
27.1
7.8
0.6
Uitgaven
90.0
18.6
3.2
9.7
732f)
279.9
15.4
108.6
37.1
55.9
56.5
17.7
10.0
1947
Middelen
19.2
102.5
0.1
0.3
26.1
12.0
0.6
Totaal
JM:**»
4,062.7
3.054.2
1.434.6
160.8
de vermogensheffing ineens en de ver-
mogensaanwasbelasting, welke eveneens
onder dit hoofdstuk wordt geraamd.
Er wordt verwacht, dat reeds over
1947 een bedrag uit deze buitengewone
heffingen zal worden ontvangen. Dit
bedrag kan ten gevolge van bet late
tijdstip van aanvang der aanslagopleg
ging voor particuliere personen niet
hoog worden geraamd. De werkelijke
opbrengst, zal overeenkomstig het
bovenstaande worden aangewend tot
extra-aflossing van Staatsschuld. Obk
voor 1947 zal deze in een afzonderlijk
hoofdstuk worden opgenomen.
Voorts wordt geschat dat in 1949 ui1
deze heffingen 900 millioen zal worden
ontvangen.
Wat betreft hel Ministerie van Finan
ciën, zijn de bijdragen in de oorlogs
schade aan eigendommen van particu
lieren t. 0. v. 1947 gestegen, daar ver
wacht mag worden, dat de mogelijkheid
tot vervanging in 1948 groter zal zijn
dan in de voorgaande jaren. Eveneens
geven de bijdragen ten behoeve van de
wederopbouw van de aan andere pu
bliekrechtelijke lichamen toebehorende
eigendommen een hogere raming te zien
nl. 100 millioen in 1948 tegen 50
millioen in 1947.
Een vermindering van ruim 73
millioen bij Hoofdstuk V'IH A „Oor
log" is veroorzaakt door de aanzien
lijke verlaging van de troepensterkte
in Indië voor 1948 alsmede doordat
de grote materiële aanschaffingen
zoveel mogelijk in 1947 hebben plaats
gehad.
Voor militair personeel in Indië
wordt 80 millioen minder geraamd.
Voor 1947 zai de overeenkomstige
post met 37,5 mlllioen worden ver
laagd, ais gevolg van een geringere
sterkte dan geraamd.
Voor kleding en uitrusting wordt
12,3 millioen minder uitgetrokken, ter
wijl op de Gewone Dienst 5,9 millioen
meer wordt geraamd, dU3 per saldo
6,4 millioen minder. Bovendien dient
voor deze uitgaven voor 1947 nog ge
rekend te worden op een suppletoire
aanvrage voor ruim 16 millioen.
Ten aanzien van „Economische Za
ken" kon door het wegvallen van enige
gedistribueerde artikelen en het daar
naast invoeren van administratieve en
distributie-technische vereenvoudigin
gen de raming der distributiekosten be
langrijk lager worden gesteld dan voor
1947. Waar de omvang van de agrari
sche sector van het distributie-appa
raat (in tegenstelling tot de industriële
sector) met het oog op de internationale
voedselsituatie nagenoeg moet worden
gehandhaafd, bleek een wijziging dec
kostenverdeling nodig, waardoor op dit
hoofdstuk 11 milUoen minder kon
worden uitgetrokken.
Aan de Rjjksbureaux voor Handel en
Njjverheid werden enige nieuwe taken
toebedeeld b.v. ten aanzien van de
productie van utilitygoederen terwijl
voorts de bemoeiingen van de Rijksbu-
reaux bij de In- en uitvoer in sterke ma
te zijn toegenomen. Daarnaast vragen
bepaalde afwikkelingswerkzaamheden
als gevolg van buitenlandse invloeden
meer tijd, dan aanvankelijk kon worden
voorzien. Een aanzienlijke verlaging
van de kosten van deze bureaux bleek
derhalve nog niet mogelijk. Door de
toeneming van het handelsverkeer kun
nen de middelen echter hoger worden
geraamd.
Verscherpte „bewaking'*
In de bijlagen bij de millioenennota
worden ook enige gegevens verstrekt
betreffende de reorganisatie van de
administratie. De reorganisatie van de
comptabiliteit is thans by het meren
deel der ministeries en buitendiensten
tot stand gebracht. Het volle effect
van deze gegevens ter verhoging van
behe«.rszuinigheid kan voor wat de
personeelskosten aangaat pos worden
bereikt nadat de analyse van de func
ties van de verschillende onderdelen van
het bestuursapparaat heeft plaats ge
had.
Mot de gewijzigde indolmg wordt in
hoofdzaak het volgende beoogd:
1. De uitgaven per dienst en dienst
tak zo volledig en nauwkeurig moge
lijk te bepalen als voorshands praktisch
uitvoerbaar is;
2. Een beter inzicht in de uitgaaf-
ramimger te verschaffen door een doel
matig uniform gehouden onderverdeling
der artikelen;
3. Het inzicht in het verband tussen
de uitgaven en de daar tegenover
staande middelen te verbeteren.
Het vorenstaande houdt dus in, dat
de begroting per mi nisterie uiteen valt
in evenzoveel afgeronde delen en onder,
delen als overeenkomt met de organieke
leidinggevende f unctiea van diensten en
diensttakken. Hiermee werd dan ook
beoogd voor de bevoegde functionaris
sen de zo zeer benodigde duidelijk af
gebakende begrenzing te leveren van
hun interne financiële verantwoordelijk
heid, waardoor de .bewaking" de
uitgaven, welke door de boekhouding
ontstaat, wordt vergemakkelijkt en
verscherpt.
(IN MILLIOENEN GULDENS)
Hoofdstuk der Begroting
1948
Uitgaven Middelen
1947
Uitgaven Middelen
I Hms der Koningin t
IX Hoge Colleges van Staat Kabi
net der Koningin en Kabinet
van de minister-president
III Buitenlandse zaken
XV Justitie
V Binnenlandse zaken
VI Onderwijs, Kunst, en Wetensch.
VIIA 1. Nationale Schuld
VII B Financiën
VIIIA Oorlog 242.8
VIII B Marine
IX A Wederopbouw en Volkshuis
vesting
IX B Verkeer en Waterstaat
X Economische Zaken
XI Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening
XII Sociale Zaken
XIII Overzeese gebiedsdelen
XIV Onvoorziene uitgaven
Totaal 2.378.1
1.6
1.6
-5.3
01
5.7
0.1
29.1
2.2
15.6
1.4
92.9
26.9
89.8
23.2
277.0
1.2
251.4
2.4
280.0
21.3
252.5
13.0
610.0
44.5
779.5
43.2
126.5
2.564.0
104.5
2.255.0
242.8
1.5
226.3
1.5
158.0
5.1
302.8
5.3
55.9
42.9
60.3
14.1
123.0
4.0
104.1
34
394
9.1
28.8
5.1
97.7
9.3
113.6
10.4
230.5
5.2
124.2
33
8.4
0.9
6.7
0.9
2.378.1
2.738.2
2.467.4
2U823