Dr. Wimmer in Dachau geïnterviewd Raad van Yakcentralen tegen de meelstaking hoe zit dat? Achterstand van een millioenenvolk BIMin „Kometen van De minst beruchte van het viertal „commissarissen" VOOR WEETGIERIGE LEZERTJES Hollywood Rijst en katoentjes beheersen het totaalbeeld Van Blaam gezuiverd Hij leerde in de Nederlanders de Engelsen begrijpen tijdelijke neerlegging Prijsgeven van voedsel een misdaad ZATERDAG 4 OCTOBER 1947 PAGINA 2 VAN HET KON. GEZAG DOOR DE KONINGIN DE BOMAANSLAG 01 ST. NICOLAASAVOND Hoge straffen voor daders en medeplichtigen MGR. VERHOEKS C.M. NAAR NEDERLAND MOPPENTROMMEL KATERVEERBRUG WEER GEOPEND Een der eerste grote verkeersbruggen GEVALLEN VOOR HET VADERLAND HOE ARBEIDSKRACHTEN TE WERVEN J. HOCKING hem zat. De tegenstellingen, om niet te zeggen de onenigheden, tusBen Hitiers naaste medewerker uit de partij, Bormann en de Reichsfiihrer der SS, Himmler, die hun weerklank vonden in een, naarmate de oorlog voortduurde steeds sterker naar buiten tredende, heftige rivaliteit en zelfs in openlijke vijandschap tussen de NSDAP en de SS, werden grotendeels veroorzaakt door Hitier zelf, die geheel in overeenstemming met zijn tweeslachtige natuur dikwijls tegenstrijdige beslissingen nam en wiens bevelen veelal voor tweeërlei uitleg (en uitvoering) vat baar waren. Zo luidt het commentaar van dr. Friedrich Wimmer, destijds door Seys8-Inquart in ons land aangesteld als commissaris-generaal voor bestuur en justitie, over deze twisten, die tijdens de oorlog in alle bezette gebieden door de bevolking met nauwverholen leedvermaak werden gevolgd. Dr. Wimmer definieerde Hitiers twee slachtige persoonlijkheid als volgt enerzijds was de Führer een fanaticus, een bezetene, een geroepene, een pro feet, die het als zijn zending zag* het nationaaJ-socialisme over de gehele we reld te brengen, anderzijds was hjj een politicus, die in koel en nuchter over leg, maar ook met diplomatieke han digheid moest handelen. In volkomen overeenstemming met zijn karakter en aanleg trof hij soms onbewust, maar volgens dr. Wimmer ook wel op zettelijk, tegenstrijdige beslissingen, die door zijn partij- en SS-leiders op ver schillende wijzen werden geïnterpre teerd. Het warén deze verschillende interpretaties van Hitiers instructies, die de slechte verhoudingen tussen partij en SS toespitsten. Hitier zo zeide Wimmer voorts „war ein grosser Volksfilhrer, aber ikein Staatsman und var allen Dingen kein Aussenpolitiker". Dr. Wimmer, het minst beruchte lid van hét viertal commissarissen-gene raal in ons land (Raut.er, Fischböck en Schmidt waren -de anderen) bevindt zich op het ogenblik op de plek, waar honderdduizenden Joden werden ver moord: in 't concentratiekamp Dachau. Aldus vertelde dr. A. E. Cohen na zijn terugkomst van een reis door Duitsland. In Dachau heeft hij bjjna 2 dagen lang de gelegenheid gehad dr. Wimmer te ondervragen. Wimmer toonde weinig reserve in zijn gesprekken met dr. Cohen, op wie h(j de intelligente indruk van een weten schapsmens maakte, die tot zijn eigen noodlot in de politiek terecht is ge komen. Wimmer zeide dan ook zich, „als hij vrij zou zijn", uitsluitend aan de wetenschap te zullen wijden. Hij toonde zich over Duitalands capi tulatie niet teleurgesteld, zag niet om naar het verleden, maar richtte zijn blik op de toekomst. Hij had Seyss- Inquart leren kennen in 1936, toen ztj elkaar op een bijeenkomst van een...... bybelkring, waarbij Seyss een inleiding hield, hadden ontmoet. Op 20 Mei 1940 ontving Wimmer telegrafisch verzoek van de rijkscommissaris naar Neder land te komen en kreeg zijn aanstelling als commissaris-generaal voor bestuur en justitie. Volgens Wimmer was Seyss-Inquart in de kringen der NSDAP een weinig geziene figuur, omdat hij Oostenrijker was, bovendien Katholiek én zich eerst laat bij de partij had aangesloten. Hoe wel de rijkscommissaris een vage sym pathie voor het Nederlandse volk koesterde, gevoelde hij zich in Neder land niet thuis en had er de voorkeur aan gegeven in Berlijn een hoge functie te bekleden. Een grote depressie, zo verklaarde Wimmer verder, had zich van de rijkscommissaris meester ge maakt toen geheel tegen zijn ver wachtingen in het Nederlandse volk in Februari 1941 met een machtige staking tegen het Duitse regiem had geprotesteerd. Ook Wimmer zelf had zich toen teleurgesteld gevoeld, „omdat er uit bleek, dat de missie der nazi's in Nederland een verkeerde loop had genomen". Het meest had Wimmer zich verbahsd over de correcte levenswijze van Seyss-Inquart. Deze zou nimmer levensmiddelen van de zwarte markt hebben betrokken. Verscheidene malen was Wimmer in Den Haag bij hem op bezoek geweest en bemerkte dan, dat de familie niet alleen zeer sober, maar ook zonder vlees de maaltijd gebruikte, omdat het vleesrantsoen reeds op was. Als grootste fout van de Duitse politiek hier te lande merkte Wim mer aan: de onbekendheid met de Nederlandse aard. De Nederlanders waren, volgens hem relatief objectieve lieden, die overigens gaarne neen zei den, maar deze gewoonte ook onder elkaar botvierden. „In Nederland", zo merkte hi) op, „ben ik Engeland gaan begrijpen". Hij schilderde Schmidt als een fanati cus. Rauter, die tegen de zin van Seyss- Inquart door Himmler in ons land was aangesteld en steeds een fel tegenstan der van Schmidt was geweest, weiger de aanvankelijk in Münster de be grafenis van Schniidt bij te wonen, na dat deze door zijn val uit een rijdende trein in Frankrijk (algemeen wordt thans aangenomen, dat het zelfmoord is geweest) gedood was. Himmler ant woordde toen echter aan Rauter, dat h(j er wel naar toe moest gaan, „om dat het gerucht als zou de SS Schmidt hebben vermoord, anders nog meer voedsel zou vinden". Van deze correspondentie heeft het rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie afschriften aangetroffen in het geheel intact gebleven archief van Himmler, bestaande uit niet minder dan 800 ordners. Binnenkort zullen 20.000 foto- copieën van voor ons land belangrijke stukken naar Amsterdam worden ge zonden. Er is vooral uit gebleken, welke intense belangstelling Himmler voor ons land toonde. Bijna dagelijks stuurde Rauter hem een vrij uitvoerig Wetsontwerp Woensdag in de Kamers Het wetsontwerp inzake de tijdelijke neerlegging van het koninklijk gezag door H. M. de Koningin, is de daad van State reeds gepasseerd, zodat de in diening bij de Tweede Kamer, ter over weging van de verenigde vergadering der Staten-Generaal zeer spoedig, waar schijnlijk reeds Maandag a.s. te wach ten is. Do beide Kamers der Staten-Generaal zouden heden telegrafisch bijeengeroepen worden voor een verenigde vergadering op Woensdag 8 October, des middags te 1 uur. Het ligt in de bedoeling doch uiteraard is de verenigde vergadering autonoom het wetsontwerp nog de zelfde dag geheel af te doen. De indiening bij de Tweede Kamer berust op artikel 113 van de Grondwet. overzicht van de stand van zaken. Deze overzichten worden thans als troeven in de hand van de Nederlandse justitie bij het vooronderzoek tegen deze voor malige SS-Gruppenführer en General- Deutnant der Polizei, die, zoals men weet, in Rotterdam gevangen wordt ge houden, uitgespeeld. Reeds verscheidene malen heeft men Rauter op valse verklaringen be trapt en deze weerlegd met zyn eigen brieven, hetgeen Rauter tenslotte In vertwijfeling deed uitroepen, dat het n.b. juist Himmler was geweest, die er steeds weer op had gehamerd alle geheime brieven en documenten, als de nood aan de man kwam, tijdig te vernietigen, terwijl het nu diens eigen archief is, dat met alle geheime en vertrouwelijke stukken in onge schonden staat in handen van de ge allieerden is gevallen. Over de berechting van dr. Wimmer is nog geen enkele beslissing getroffen. De vraag of de geallieerde bezettings autoriteiten hem daartoe aan Nederland zullen uitleveren, kan nog niet worden beantwoord.' De krijgsraad te Velde heeft daders van en medeplichtigen aan de bomaan slag aan de Prinsegracht te 's-Graven- hage, gepleegd op 5 Dec .'46, waarvan de heer Boer, zijn echtgenote en dienst bode slachtoffers werden, alsmede van een vroegere aanslag op Boer, het „kidnappen" van de hotelhouder Van Rijswijk uit Renkum en voorgenomen aanslagen op twee hoofdofficieren en een burger als volgt veroordeeld: Kapitein F J. J. baron van H. tot der tien jaar gevangenisstraf met aftrek (eis 15 jaar en drie maanden), ontslag uit de dienst en ontzegging van het recht bij de gewapende macht te dienen; sergeant A. T. de B. dertien jaar gevangenisstraf (eis lli/t jaar); korporaal J. P. J. P. ne gen jaar gevangenisstraf met aftrek (conform de eis). Soldaat J. J. H. van H. werd wegens het door zijn schuld ont ploffen van een handgranaat, de verwon ding van een ander tengevolge hebbend, veroordeeld tot anderhalf jaar gevange nisstraf met aftrek eis één jaar) .Ser geant S. W. H., tegen wie vier jaar ge- eist werd wegens medeplichtigheid aan de vrijheidsberoving van de Renkumse hotelhouder ,werd tot één jaar gevange nisstraf veroordeeld. A. T. kreeg we gens het schaden van de dienst door ver zwijging van een voorgenomen strafbaar feit, zes maanden gevangenisstraf, con form de eis. De beklaagden W. F. S. en J. G. H. kregen wegens medeplichtigheid aan opzettelijke vrijheidsberoving ieder negen maanden gevangenisstraf (de eis was tegen ieder één jaar)Beklaagde B. tegen wie wegens medeplichtigheid aan de ontvoering acht maanden "werd ge- eijt, werd vrijgesproken. De verdediger van sergeant de B. gaat voor zijn cliënt in appèl tegen het vonnis bij het hoog militair gerechtshof. Een mager houthakkertje, dat heel vroeger in een bos grote takken op zijn ezeltje aan 't stapelen was, hoorde net toen hij naar huis wilde gaan, een ver vaarlijk gelach. Het bulderde zo hard achter hem, dat hij zich aan zijn ezeltje moest vasthouden om niet tegen de grond te waaien. Met kloppend hart draaide hij zich om en ja hoor.... daar stond Veelvraat, de reus met de twee monden De houthakker zag al direct, dat de reus nu niet direct een beste bui had. En dat was geen wonder, want zijn kle ren fladderden om zijn ribben, als los geslagen zeilen van een schip. Er was niet veel voor nodig, om te zien, dat Veelvraat rammelde van de honger. ,.Ha, ha" gromde de reus opgewekt" kereltje, je komt als geroepen, want een lekker „gebraden houthakkertje zal er best ingaan". ..Ai mij", kreunde de houthakker „waarom moet je mij nu net hebben?" Kijk eens hoe klein ik ben, als je me op hebt. heb je alleen maar nog meer hon ger." De reus, die nu niet een van de snug gerste was (anders zouden ze heus nog wel bestaan) klapte zijn bovenste mond dicht en zijn onderste ging in stomme verbazing nog verder open. Maar op eens grinnikte hij opgelucht. „Nou, wat zou dat?" zei hij vrolijk „als ik jou op heb, begin ik aan je ezel tje. Voor iedere mond een ezel" bulder de hij opeens, dol-gelukkig over zo'n mooie vondst. Hemeltje, wat zat die houthakker in zijn piepzak. Hoe moest hij daar nu weer uitkomen? „Pff", zei hij opeens „en wat heb je dan nog? Kijk eens die ezel is ook vel over been. Nee. ik weet het beter. Thuis heb ik nog een vette koe. mals als 'n kippeboutje. AI3 ik nu Z. H. Exc. mgr. M. Verhoeks C.M., apostolisch-vicaris van Soerabaja, zal be gin November, na een tienjarig verblijf in Indonesië, met de „Oranje" naar ons land vertrekken. In verband met de staking aan de stoommeelfabriek „Holland" en de zgn. solidariteitsstaking aan de „Ceres" heeft de Raad van Vakcentralen zich uitge sproken tegen deze staking; hij noemt het aan bederf prijsgeven van voedsel zoals hier heeft plaats gehad een mis daad .Het besluit tot staking werd ge nomen, zonder dat men zich over de ge volgen beraadde en o.m. zonder het hou den van een geheime schriftelijke stem ming onder het betrokken personeel. De leden van het stakingscomité, die zich naar buiten aandienen als leden van de bona fide vakbonden .voeren dit pre- dicaat ten onrechte. Zij handelen tegen de adviezen van de verantwoordelijke vakbondsbesturen. De Raad van Vakcentralen doet daar om een beroep op alle weldenkende ar beiders in geen enkele vorm aan deze stakingen steun te verlenen en adviseert de betrokken stakers met klem de ar beid onmiddellijk te hervatten of van de „stakingsleiding" een geheime en, vrije stemming inzake de opheffing te eisen. Nu, laten we maar eens kijken, of de raadsels deze week moeilijk genoeg waren Nr. 1: laten ze maar eens op elkaar gaan staan, 2. omdat de wandel stok niet kan lopen; 3. een mug vliegt maar een vlieg mugt niet; 4. 8 kinderen in totaal (2-fb), dus 5 neefjes; 5 kle- renknaapje. En hier komen de nieuwe weer eens: 1. mijn eerste is echt, mijn tweede schijn en mijn derde dood. Welk bij woord ben ik 2. ik heb geen benen eri ben toch watervlug 3. Mijn lichaam is zwart, mijn voed sel is hard. Kom ik 's zomers in het land, dan is mijn plaatsje aan de kant. Kom ik 's winters weer terug, dan haalt men mij weer vlug. 4. Negen jongens zaten op een bank Toen kwam er een kleine negerjongen, die naast hen ging zitten en zei: „Zo, nu zijn we met z'n elven." Hoe kan dat? beloof die koe te brengen, laat je mij en mijn ezel dan gaan? Da't was een moeilijke keus voor Veelvraat. Een houthakker en een ezel in je hand is tenslotte beter dan een vette koe in de lucht! Aan de andere kant zit er aan een koe meer te kluiven. De houthakker, die zag, dat Veelvraat aarzelde, zei hoopvol: „Laten we afspre ken, dat je de ezel in pand houdt. Ik be loof Je op mijn woord met de koe terug te komen, maar gebeurt er iets met me, dan heb je in ieder geval de ezel nog." D reus dacht eens na en zei toen: „Top, maar denk erom, morgen verwacht ik je!" Wat rende die houthakker op een hol letje naar huis. Oei, dat had maar een haartje gescheeld. Wat zou moeder dc vrouw blij zijn als ze hoorde, hoe hij geboft had. Maar, dat was een misre kening, want moeder de vrouw wilde weliswaar niet graag haar man missen, maar een vette koe is ook zowat! Al rap kwam ze tot het besluit, dat haar man de reus maar rustig moest laten wachten, maar. „Een man een man, een Wiür "€n woord" zei de houthakker. Nu zijn vrouwen ontzettend slim en zo ook de houthakkersvrouw. Ze kreeg ®en ?e' 20 goed, dat ze schokte van het lachen. „Nou goed, ga morgen dan maar weg met de koe. Maar neem dan ook nog een kip mee, dit ik vannacht zal bra den. Die geef je de reus voor de koe en dan houd je hem nog even aan de De houthakker haalde de schouders op, want daar snapte hij niet veel van. Eerst geen koe en nou een koe met een kip. Enfin, die kip deed het hem ook niet. De volgende morgen toog hij op pad. Achter hem sjokte in koeachtige gela tenheid de roodbonte en in een pakje droeg hij de gebraden kip. In de buurt van de plaats gekomen, waar de reus hem de dag ervoor gevonden had, hoor de. hij aan het knorren van de reuzen- maag al, waar Veelvraat zat te wach ten. „Zo" gromde deze hongerig, toen de houthakker bij hem was „of je nooit kwam", „Tja" zei de houthakker „het heeft wat lang geduurd, maar dat komt door een kip, die moeder de vrouw extra voor je gebraden heeft. Hier, peuzel die eerst maar op voor de ergst-e honger". Nou, dat was tegen geen dove gezegd .De on derste mond ging open en zonder veel omhaal werd de kip naar binnen gescho ven. Een slikbeweging en plonsdaar viel het beest met een klap in de alleen maar met water gevulde maag van Veel vraat. Nu nog even proberen een praatje te maken. Ja hoor, de_ reus trapte erin, ze ker een goede bui. Ach, ach, wat een kerel was dat toch. O lieve help, wat schokte hij. Kijk eens zijn maag stond nu helemaal gespannen. Het leek wel of er lucht ingeblazen werd. Nu stond de reus Zijn buik gespannen als een lucht ballon. De reus kreeg het vreselijk be nauwd, want hij zwol steeds meer op en daarpangbarstte hij uit el kaar. Toen de houthakker uit de boom was geklommen, waarin hij door de lucht druk was gewaaid, zocht hij zonder suc ces naar de overblijfselen van de reus. Alleen een grote holle kies vond hij en die nam hij maar mee. Thuis hoorde hij, «at zijn vrouw de kip had gevuld met zelfrijzend bakmeel en hij gaf zijn een grote klapzoen van plezier. „e holde hij uit en daar stonden „Lv,,,,, are da2 bloemen in, voor zijn vrouw. Onderwijzeres: jan, hier heb je een wereldbol. Wijs nu Amerika eens aan. Jan: Hier juffrouw. Onderwijzeres; Goed zo En wis heeft nu Amerika ontdekt ,n 'fier)Ik juffrouw. Hele maal alleen. Niemand heeft .me gehol pen. Moeder, kan een hond die wel eens een stuk worst heeft gestolen, nog politiehond worden Wat, je bent dit jaar niet aan de zee geweest -7 Ach man, schei uit. Die had ik thuis. Het was eb in mijn portemonnaia en vloed in de la met onbetaalde reke ningen. Ajakkes", zullen jullie zeggen, „gaat S u'vfii-onderwïizer sPelèn Nou, zo. erg i„ het ook weer niet maar Wrn p?naIJip 0Vripn d?e1 babbelen over vragen, die vriendjes en vriendinnetjes me gesteld hebben. Goed o m r (nee je armen hoeven niet P0ver eikaar) dan kunnen jullie er allemaal wat van leren Ik begin vandaag met BETSY DE J .1') die me vroeg, wat houtskool mi feitelijk is. Nou, Betsy, de naam zegt het zo half en half, dat is kool van hout. Alleen is het hout niet verbrand maar heeft het gesmeuld. Vroeger legde men het hout op het veld neer in ronde hopen, mijiers of mijters heetten ze. Midden in de hoop lieten ze een rond kanaaltje open voor schoorsteen Dan werd de hoop afge dekt.met aarde e.d. en onderaan werd het hout aangestoken. Het smeulde dan en verkoolde, zonder te verbranden. JNu gaat het in grote ketels, omdat ze aan niet alleen houtskool, maar ook houtgas (weet je nog, houtgasgenera toren m de oorlog) en teer overhouden. Houtskool wordt b.v. gebruikt voor bus kruit, briketten en filters. Tevreden Omdat Wi over Akunai leest, wil GE RARD D. (13 j.) nu eens weten, waar om Indianen rood zyn. Dat is heel een voudig, Gerard, jy zou even mooi rood kunnen zijn als zij. Zij kleuren zich nl. van top tot teen. Hoewel sommige stammen .(vooral in het Zuiden van Amerika) vrij donker zijn, is geen enke le Indiaan helemaal rood. Er zijn zelfs Indianen, die er alleen maar lekker bruin uitzien, net als jjj na 3 "dagen in Scheveningen. Wat maar weinig mensen weten, is nl., dat de Indianen voornamelijk uit... Azië komen Ook uit de Stille Zuidzee en Noord-Europa hebben verhuizingen plaats gehad en er zijn zelfs geleerden, die zeggen (en ook gedeeltelijk bewij zen), dat heel vroeger Egyptenaren naar Amerika zijn gezeild. Vind je het ersf Gerard, dat Winnetou misschien een Deen is geweest Over Scheveningen gesproken, LEI- DA G. (11 .1-) is met vacantie aan het strand geweest en vond daar een mooi plantje, een ster met 5 punten. 'Jammer genoeg zei haar vader, dat het een beest was, maar nu snapt ze niet, hoe dat beest eet, drinkt, zwemt of loopt. Een zeester (zo heet het dier) is een ongegeneerd beest, het eet nl. met zijn voeten. Aan de 5 punten van de ster zitten allemaal kleine voetjes met zuig- napjes. Het eten bestaat uit mosselen en het dier zuigt zich aan de schelpen vast en scheurt ze van elkaar. Dan (beloof me, het voorbeeld niet te vol gen) werkt ze haar maag tussen de schelpen en de mossel wordt in eigen woning verteerd Nog vreemder dan een sprookje, niet t Wat het lopen betreft (want dat doet dit beest), dat gebeurt met de 5 punten. Door de zuignapjes wordt water opge zogen in een kanaaltje, dat m het mid den in een rond kanaal overgaat. Wan neer de zeester nu vooruit wil, perst ze het water in de voetjes, die dan in eens uitgestrekt worden (net zo'n opge rold papiertje, dat je uitblaast, zodat een duiveltje of veertje tevoorschijn komt). De zeester zal natuurlijk niet struikelen van de snelheid, maar ze heeft toch geen haast En tot slot van deze keer is TRTJTJS v. 't H. (14 j.) aan de beurt. Eerst even dit Truus, al was je 140 jaar, dan mocht ie toch wat vragen. Truus dan, heeft thuis bjj het afdrogen een glas laten vallen. Gevolgen: diggels en een standje Haar vraag is nu: wat is glas feitelijk en waarom nikken ze het niet wat ste viger het eerste deel heb ik de meeste neem* soda, krijt en f a" smelt het. Je krijgt een grote pap gloeiend heet spul, waaruit arbei ders aan een blaaspijp een klontje krij gen. Ze blazen het klontje op' en al draaiend en zwaaiend vormen ze het klontje tot een drinkglas of een vaas. Met een schaar worden overtollige stuk ken afgeknipt (het glas is dan nog zacht). Handig wordt het glas afgetikt en langzaam gekoeld. Eventuële nabe handelingen geschieden dan met een diamant en kleine gasvlammetjes. Zo heb je dan gewoon glas. Bij het prachtige kristal wordt menie meege- smolten, melkglas krijg je door toevoe ging van gemalen beenderen, zwart glas door bruinsteen, enz. enz. Nu vraag twee. Het ls doodgemak kelijk, om glas een stuk sterker te ma ken. Je gooit gewoon wat meer zand 'n d? ovens, maarhet smelten aitHH s n«er' Het f?la3 bHift echter doffer en omdat er harder gestookt moet worden, kost het meer. Maar troost je Truus, binnenkort krijg je misschien wel glazen van kunstglas en die kunnen een stootje hebben. Zie zo, deze week kunnen jullie dus eens kennis maken met onze nieuwe rubriek. Telkens wanneer er voldoende vragen zlln, zal lk weer een nieuwe serie schrijven, dus het hangt van jullie af. Het geeft niet waar het over 'gaat, iedere vraag wordt behandeld. Hoor ik eens of het bevalt Heden is de Katerveerbrug bij Zwolle, een belangrijke verbinding met het Noorden, door de minister van Verkeer en Waterstaat, ir. H. Vos, weer voor het verkeer opengesteld. Tot tweemaal toe is deze brug. die in i929 door het arrondissement Zwolle van de Rijkswaterstaat voor het eerst ge bouwd werd, grondig vernield. De eerste keer in Mei 1940 en nadat zij 22 Juni 1943 dank zij moeizame arbeid van de Directie Bruggen van Rijkswaterstaat weer in gebruik kon worden genomen, hebben de Duitsers bij het oprukken der Canadezen de brug opgeblazen. De kosten van het laatste herstel be dragen rond 214 millioen, met inbegrip van het sloopwerk van het vernielde. Van de oude brug kon 600 ton staal dienst doen. O Luitenant Philip Mountbatten is offi cieel opgenomen in de Anglicaanse kerk. Hij was Grieks orthodox. De regering maakt bekend, dat tot haar leedwezen in de afgelopen week de navolgende verliezen zijn gerap porteerd: Kon. Ned. Landmacht: sold. G. Lette, 4 reg. grenadiers, uit - Hengelo gesn. 29 Juli 1947 te Lamongan (aanv. vermist)tijd. luit A. ter Braak, 4-6 R. I., uit Hengelo, gesn. 22 Sept. te Parakan: luit.-kol. J. Koeman comm. 3-7 R. I. uit Amsterdam, gesn. 22 Sept. nabij Goeboeng; sold. W. Mar tens, le inf. brig, werkpl. uit Cuyk (N. Br.), gesn. 22 Sept. omgeving Soekaboemi; sold. H. Kolk, 3-4 R. I. uit Kampen, gesn. 23 Sept. te Batoe; sold. A. Teurlings, 1 reg. Jagers, uit Tilburg, gesn. 23 Sept. te Löeboek- paroeh; sold. F. Verheyden, 3-11 R. I., uit Boxtel, gesn. 23 Sept. te Kalang- Goengan; 2e luit. G. Bakker, 4-2 R I., uit Zeist, gesn. 25 Sept. nabij Tandjoeng Poera; sold. H. Rotterman 1-5 R. I. uit Amsterdam, gesn. 25 Sept. te Tjilongol; sold. J. Oostenrijk. 1-5 R. I., uit Doorn, gesn. 25 Sept. te Hentgerkrachtcentrale; kapitein J ter Pelkwijk, 6 R. V. A„ uit Utrecht, gesn. 25 Sept. bij Tjisalak; sold. T Brakers, le Cie paratroepen, uit Emmen, gesn. 26 Sept. te Malang- sold, lp kl. H. Numan, 4 R. I„ uit Beverwijk, gesn. 26 Sept. bij Brastagi- sold. I Catsman, uit Schiedam sold le kl. C. v. d. Gaag, uit Berkel en Rodenrijs en sold. G. Zentveld, uit Egmond a. Zee allen gesn. 28 Sept. ten Zuiden van Salatiga; sold. H. Vige, 3 S.P.V.A., uit Haarlem, gesn. 20 Sept. te Gafoet. Van het K. N. I. L. sneuvelden vier Indonesische soldaten en de res. kapt. staf A divisie C. Emons uit Utrecht Deze laatste viel 29 Sept. op weg van Poerwodadi naar Nongkodjadjar. De Kon. Marine had geen verliezen 3- Be „Noorderlicht" bleek een sterke zeewaardige schuit te zijn. Er stond een stevige bries en het schip stoof over de Oceaan dat het een lieve lust was. Maar helemaal zonder tegenslag zou ook deze reis niet ver lopen. Na een fortuinlijke tocht van veertien dagen, zag Bim, die de wacht had op het achterdek, een donkere lucht. Hij waarschuwde de anderen. „Zwaar weer aan de knikker", zei Basli bedenkelijk. „Zullen wü zeilen reven?" „O wat prachtig", riep het heertje. „Het lijkt wel een heuselijke studio-storm". Even later kwam de storm. „Hadden wij de bramzeilen maar gereefd", riep Bim. De „Noorderlicht" werd als een notedop opgeheven en neer- gesmakt. Soms was het alsof het schip door een enorme notekraker werd gegrepen. Bij iedere hevige windvlaag fladderde een der zeilen weg, als een schuwe vogel. „De zeilen reven zichzelf al", riep het heertje geestdriftig. Tot nu toe hielden we ons bijna uitsluitend bezig met materieel technische vraagstukken, de huidige economische situatie in Indonesië betreffende, maar het zal wel zonder meer duidelijk zijn, dat dit weinig opwekkende „panorama" van verwaarloosde fabrieksinstallaties, uitge brande machine-hallen, weggevoerde of versmokkelde voorraden in een „landschap" staat, in een totaal verarmd landschap. We moeten namelijk in ons betoog nog de méns betrekken, de arbeids krachten, die onontbeerlijk zijn voor de wederopbouw, het sociale milieu dezer arbeidskrachten, de massa van dit Indonesische millioenenvolk, waarvan drie-vierde op Java woont. De achterstand in primaire levensbehoeften i8 voor dit volk zeer groot. Al lagen de verhoudingen voor de Oosterling met zijn veel lagere levensstandaard anders dan voor de uropeaan: men kan veilig aan nemen, dat de voorraad textiel, de voorraad aan bijna dagelijks benodigde gebruiksvoorwerpen hier voor de oorlog in het gunstigste geval toereikend waren voor twee jaar. Na de Japanse bezetting, na gu_ ar republiek moeten op Java, e matra alleen al, ongeveer vat'"Sj. lioen mensen iets beters zien ie v de totaal versleten- Ron,i„ns b waarmee zij hun naaktheid l- vcr dekken. Eén achterstand oVe.Vr bruiksperiode van twee Ja Na de Japanse bezetting, na gu_ jaar republiek moeten op Java_.e mil_ Wctfcumue ju lui pn Vf>r- dekken. Eén achterstand over bruiksperiode van twee armffl oe worden ingehaald en al m»* Q primitieve uitzet in voor ooriogse waarde op slechts 15 Per/würden ten, het moet geimporteerd worden en in de na-oorlogse Prt^ngevew twee aan dollarwaarde reeds o. R ee maal zoveel kosten. millioen Er schijnt thans tien miuioen Yfrd katoen in voorraad te 'wanneer het wordt althans genoem regelmatige mogelijk zou zijn, dit op van elke vfif manier te distribuer gelukkig zijn één mensen er één Maar POr. wps- zes maal zo hoog geprijsd staan, wan neer ze bij de kleinhandelaar in Batavia worden aangeboden. Het komt u misschien enigszins won derlijk voor dat een weliswaar primaire levensbehoefte als textiel tot een soort barometer van sociale rust en ordening Wordt gepromoveerd, maar de oosterse volkshuishouding is nu eenmaal veel Primitiever van structuur en denken en „rijst en katoentjes beheersen het totaalbeeld bijna volkomen. Men kan zelfs al klinkt dit zeer sim-' plistisch, stellen, dat men nooit een evenwichtige toestand krijgen zal, zo lang deze katoentjes en deze rijst niet gelijkmatig onder de hele bevolking zijn verdeeld, beter gezegd, zolang met iedereen weer op de normale wijze in deze prim aire behoeften kan voorzien. YitéemL Sarmde bevolking moet de z«n arbeidskrachten recru- rip' w ls minder op Java,, meer in de buitengewesten reeds hier en dm"\°p Vrij bescheiden, soms zelfs primitieve wijze gaan werken en ex porteren. Zijn goederen krijgt hij uitbe- leffen transfer-prijs (de officiële) maar bij het bepalen van de arbeids- lonen zal hjj rekening moeten houden door 6). Maar dat is toch... erg ongewoon! Bovendien dwaas, mijn waarde heer; Thynière is. een mooie, oude bezitting en U zult door de beste families der streek met open armen ontvangen worden en er wonen in die streek nog echt goede families; zelfs in onze tijd, waarin alles op zijn kop schijnt te staan. Ik ben niet van plan, mij daa*' t!! yestigen, tenminste voorlopig niet, her haalde Barnabas koppig. Wat... wat moet ik dan doen? Het landgoed blijven besturen, zo als U dat tot nu toe gedaan hebt! Maar hoe moet ik dat verklaren? - U hebt me verzekerd, dat U tegen niemand iets verteld hebt Gaat U daar mee door.met niets te zeggen, ant woordde Barnabas lachend. Maar waarde heer, dat kan ik toch onmogelijk doen? Waarom niet? Wat is er nu toch ge makkelijker, dan niet s-doen? Maar mijnheer... U zult toch geld moeten hebben? en. M Ik denk van niet, antwoordde Bar nabas kort. Maar er staat een groot saldo te uwen gunste op de bank en dat groeit met de dag aan. Laat het daar maar staan en aan groeien. Maar, neemt U mij niet kwalijk, mijnheer... U plaatst mij wel in een scheve positie. Ik heb nooit van mijn leven zoiets meegemaakt. Gaat U op reis? Gaat U het land uit? Dat weet ik nog niet; ik denk van niet. Ik sta slechts op één ding, en dat is, dat U tegen niemand iets zegt. Uw Personeel mag niet weten, wie hier van morgen geweest is. U blijft gewoonweg zorgen, dat alles 'op het landgoed zijn gewone gang gaat. Ik laat alles aan U over. U zegt, dat de mensendaar niet weten, wie de eigenaar is Laat ze on wetend. U weet het en ik weet het; da! is meer dan genoeg. Enige dagen later kwam een jonge man, die er uitzag als een fatsoenlijke monteur en die een zware koffer bij zich had, op het station en nam een kaartje voor een klein station ergens in Auvergne. Hij stak het wisselgeld zorg vuldig bij zich en begaf zich nar en derde-klas coupé. Het was Barnabas Restormel. HOOFDSTUK III Wat is het hier stil! Wat heerlijk stil!, dacht Barnabas bij zichzelf, toen hij het kleine station van Mauriac ver liet. Het was reeds avond, maar het was niet donker. Hij had een lange reis ach ter de rug en was blij, Mauriac bereikt te hebben. De trein kon hem niet ver der brengen en de rest zou hij te voet moeten afleggen. Gedurende de hele reis had hi) zich uiterst opgewonden gevoeld en zich meermalen afgevraagd, of alles nu toch tenslotte geen droom was. Het eerste doel, van Parijs naar Eygurande. was gewoon genoeg geweest. Van Eyguran de af werd het landschap langzaam aan mooier en toen de trein reed door een bergachtige streek met schaduw rijke valleien en roodbruine heuvels, had hij wel gemeend, nog nimmer zó iets moois gezien te hebben. Doch naarmate hij verder ging, steeg zijn bewondering tot verrukking. De trein trok langzaam aan verder en bleef bij iedere halte een oneindige tijd staan. Haast scheen er niet te zijn; iedereen had blijkbaar tijd genoeg en allen schenen om een praatje verlegen. Barnabas vond het dialect .aardig en prettig. Is het kasteel ReStormel hier er gens in de buurt?, vroeg hij aan een oude vrouw, die in een hoek tegenover zie|™dat we aan het volgend station aankomen. even aanwijzen? vroeg hij weer. Met alle plezier, het is een heel oroot. oud kasteel. In die oude tijden hielden ze er toch wel een eigenaardige Ser van leven op na. Even later wees ze het hem aan. Het was 'n oud, met klimop begroeid bouw werk, bovenop een heuvel tussen zware bomen. Het zag er niet, zoals vaak met oude kastelen het geval is, somber en griezelig uit, maar voornaam en ge zellig. Romantiek hing over alles heen, niet die van fellle tournooien, waarin rid ders elkander op leven- en dood be- kampten,- maar die van geliefden, wan delend onder hoge bomen, of van dich ters die de tederheid der liefde bezongen Tot nu toe was hij nog nooit trots op zijn naam geweest. Wel had hij ge weten, dat hij een aanzienlijke naam droeg en dat aan die naam roemrijke herinneringen verbonden waren, maar verder had deze geen betekenis voor hem gehad. Maar nu zonder dat hij wist, hoe en waarom klopte zij n hart met felle slagen. In Mauriac stapte hij dus uit de trein en begaf zich op weg. H(j had zijn komst niet aangekondigd, wist niet, waar hij eten-en slapen zou. Maar dat kwam er nlet °P aajn- Niets kwaim er op aan; Je kunt niet verdwafen, zei de stationskruier, aan wie hij dc weg naar Anglards vroeg. Maar het m een stevige wandeling, heuvel op, heuvel af. Erg vermoeiend. Eat hindert niet. Ik kan goed P je hebt daar zeker bekenden wo nen, niet? vroeg de kruier vertrouwe- lijk. Neen, maar ik wilde er vannacht foch logeren. Zo. Is er een herberg of iets derge lijks, waar iik zou kunnen slapen? Ja, de Gouden Kroon; daar zul je wel een bed kunnen krijgen, denk ik. Het was zeer zeker een flinke wande ling, maar na verloop van tijd zag Bar nabas vaag een oude, grijze kerktoren zich verheffen boven de er omheen lig gende lagere huizen. Mijnheer Borlas had met recht Ang lards als een eigenaardig dorp beschre ven. De huisjes stonden kris en kras door elkaar, zander enig plan of enige regelmaat, doch alles was toch uiter mate schilderachtig. Sommige huisjes hadden een eigen tuintje en de wilde wingerd en klim rozen toonden al tekenen van leven. (Wordt vervolgd). lVofr3PmZtgaanle Ver Wen d<OTe De productiekosten zullen dus ala eerste gevolg veel hoger komen te lig- Rep. zelfs wanneer men de enorme re habilitatiebedragen buiten beschouwing laat. Hij betaalt voor de arbeidspresta ties zwarte koers en de lonen zullen zeker vier maal zo hoog, hier en daar zelfs tien maal het voor-oorlogse peil bedragen. Indien er tenminste arbeidskrachten te krygen zijn en aansluitend op het geen we boven opmerkten over de voor waarden voor een enigszins stabiele rustige volkshuishouding, is het duide lijk, dat deze voorwaarden voor betrek kelijk „ondernemings-autonome gebie- den" eenvoudiger liggen dan voor Java. Banka, Billiton en ook Sumatra's Oostkust hebben immers een bevolking, die voor het grootste gedeelte recht streeks bij de diverse ondernemingen betrokken is. Door tegenover hun ar beidsprestaties loon in natura te stel len, hun tweejarige achterstand in te halen, op basisprijzen van de officiële omrekeningskoers (bevolking en onder neming vormen daar Immers een min of meer „autarchisch geheel") zijn zH wel „pp te vangen". anders ~n veel ingewikkelder 1 u S1tuatie voor Java. Er is daar slechts ongeveer tien procent der be volking rechtstreeks betrokken bij de ondememingslandbouw. Dit blijkt oa. uit de totale export waarde dezer ondememingslandbouw- producten. die voor Java met zijn 45 millioen mensen slechts 140 millioen of nog geen 4 per hoofd bedroeg, ter wijl de export van bevolkingslandbouw producten er slechts 42 millioen of nog geen gulden per hoofd opleverde. De buitengewesten staan er met hun resp. 117 millioen en 127 mill, wat potentiële mogelijkheden betreft, veel gunstiger voor. Omgerekend per hoofd is dit exportbedrag voor de veel minder dichtbevolkte buitengewesten namelijk vepl hoger en de cijfers worden nog vpelzeggender, wanneer men de totale uitvoercijfers neemt (dus ook tin, aard olie etc. verrekent). Dit cijfer bedroeg in 1939 T8,7 waarvan de buitengewesten niet min der dan twee derde voor hun rekening namen en Java slechts één derde. Java heeft echter drie vierde van de Indone sische bevolking, zodat drie vierde slechts één derde van het totaal bedrag krijgt of ruim 6, terwijl de buitenge westen per hoofd ruim vijf maal zoveel (zij het dan natuurlijk slechts theore tisch in deze redenering) voor zich zelf kunnen claimen. Wanneer Java, dat zich door zijn Houding steeds meer isoleert, op zich zelf zou zijn aangewezen, zou de reha bilitatie der bevolking aldaar met uit export betaalde geïmporteerde goederen wel zéér langzaam gaan. Men bedenke slechts hoe voor de eerste en meest noodzakelijke rehabilitatie voorzichtig geschat per hoofd een voor-oorloga0 waarde nodig was van 15, een bedrag thans waarschijnlijk in dollarprijs ver dubbeld en „zwart" verachtvoudigd Java, voor de oorlog al bijna „quite" thans onder zeer zware oorlogsschade lasten gebukt, politiek nog steeds in beroering en gescheiden in twee elkaar tegenwferkende gedeelten, zal de eerste jaren een bijna bodemlpze put blijken. Voor 1946 bedroeg het totale export cijfer van heel Indonesië voor zover onder Nederlandse contróle, 154 mill, voor 1947 werd het geschat 'op 275 millioen, doch tegenover dit laatste be drag staat een importraming van niet minder dan anderhalf milliard, een be drag dat overigens wegens deviezen- moeilijkheden waarschijnlijk niet ge haald zal worden. J. W. HOFWIJK O Drie Hongaarse partijen hebben In petities aan het kiesgerechtshof ver zocht om de jongste Hongaarse ver kiezingen ongeldig te verklaren. Het zijn dp soc. dent partij, de rechtse onafh. partij van Pfeiffer ea rechtse partij vsa Barankovta

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1947 | | pagina 2