Dr. Wimmer in Dachau geïnterviewd
Raad van Yakcentralen tegen
de meelstaking
hoe zit dat?
Achterstand van een millioenenvolk
BIMin
„Kometen
van
De minst beruchte van het viertal
„commissarissen"
VOOR WEETGIERIGE LEZERTJES
Hollywood
Rijst en katoentjes beheersen het
totaalbeeld
Van Blaam
gezuiverd
Hij leerde in de Nederlanders de
Engelsen begrijpen
tijdelijke neerlegging
Prijsgeven van voedsel een misdaad
ZATERDAG 4 OCTOBER 1947
PAGINA 2
VAN HET KON. GEZAG
DOOR DE KONINGIN
DE BOMAANSLAG 01
ST. NICOLAASAVOND
Hoge straffen voor daders en
medeplichtigen
MGR. VERHOEKS C.M. NAAR
NEDERLAND
MOPPENTROMMEL
KATERVEERBRUG WEER
GEOPEND
Een der eerste grote
verkeersbruggen
GEVALLEN VOOR HET
VADERLAND
HOE ARBEIDSKRACHTEN
TE WERVEN
J. HOCKING
hem zat.
De tegenstellingen, om niet te zeggen de onenigheden, tusBen Hitiers
naaste medewerker uit de partij, Bormann en de Reichsfiihrer der
SS, Himmler, die hun weerklank vonden in een, naarmate de oorlog
voortduurde steeds sterker naar buiten tredende, heftige rivaliteit en
zelfs in openlijke vijandschap tussen de NSDAP en de SS, werden
grotendeels veroorzaakt door Hitier zelf, die geheel in overeenstemming
met zijn tweeslachtige natuur dikwijls tegenstrijdige beslissingen nam
en wiens bevelen veelal voor tweeërlei uitleg (en uitvoering) vat
baar waren.
Zo luidt het commentaar van dr. Friedrich Wimmer, destijds door
Seys8-Inquart in ons land aangesteld als commissaris-generaal voor
bestuur en justitie, over deze twisten, die tijdens de oorlog in alle
bezette gebieden door de bevolking met nauwverholen leedvermaak
werden gevolgd.
Dr. Wimmer definieerde Hitiers twee
slachtige persoonlijkheid als volgt
enerzijds was de Führer een fanaticus,
een bezetene, een geroepene, een pro
feet, die het als zijn zending zag* het
nationaaJ-socialisme over de gehele we
reld te brengen, anderzijds was hjj een
politicus, die in koel en nuchter over
leg, maar ook met diplomatieke han
digheid moest handelen. In volkomen
overeenstemming met zijn karakter en
aanleg trof hij soms onbewust, maar
volgens dr. Wimmer ook wel op
zettelijk, tegenstrijdige beslissingen, die
door zijn partij- en SS-leiders op ver
schillende wijzen werden geïnterpre
teerd. Het warén deze verschillende
interpretaties van Hitiers instructies,
die de slechte verhoudingen tussen
partij en SS toespitsten.
Hitier zo zeide Wimmer voorts
„war ein grosser Volksfilhrer, aber
ikein Staatsman und var allen Dingen
kein Aussenpolitiker".
Dr. Wimmer, het minst beruchte lid
van hét viertal commissarissen-gene
raal in ons land (Raut.er, Fischböck en
Schmidt waren -de anderen) bevindt
zich op het ogenblik op de plek, waar
honderdduizenden Joden werden ver
moord: in 't concentratiekamp Dachau.
Aldus vertelde dr. A. E. Cohen na
zijn terugkomst van een reis door
Duitsland. In Dachau heeft hij bjjna 2
dagen lang de gelegenheid gehad dr.
Wimmer te ondervragen.
Wimmer toonde weinig reserve in zijn
gesprekken met dr. Cohen, op wie h(j
de intelligente indruk van een weten
schapsmens maakte, die tot zijn eigen
noodlot in de politiek terecht is ge
komen. Wimmer zeide dan ook zich,
„als hij vrij zou zijn", uitsluitend aan
de wetenschap te zullen wijden.
Hij toonde zich over Duitalands capi
tulatie niet teleurgesteld, zag niet om
naar het verleden, maar richtte zijn
blik op de toekomst. Hij had Seyss-
Inquart leren kennen in 1936, toen ztj
elkaar op een bijeenkomst van een......
bybelkring, waarbij Seyss een inleiding
hield, hadden ontmoet. Op 20 Mei 1940
ontving Wimmer telegrafisch verzoek
van de rijkscommissaris naar Neder
land te komen en kreeg zijn aanstelling
als commissaris-generaal voor bestuur
en justitie.
Volgens Wimmer was Seyss-Inquart
in de kringen der NSDAP een weinig
geziene figuur, omdat hij Oostenrijker
was, bovendien Katholiek én zich eerst
laat bij de partij had aangesloten. Hoe
wel de rijkscommissaris een vage sym
pathie voor het Nederlandse volk
koesterde, gevoelde hij zich in Neder
land niet thuis en had er de voorkeur
aan gegeven in Berlijn een hoge functie
te bekleden. Een grote depressie, zo
verklaarde Wimmer verder, had zich
van de rijkscommissaris meester ge
maakt toen geheel tegen zijn ver
wachtingen in het Nederlandse volk
in Februari 1941 met een machtige
staking tegen het Duitse regiem had
geprotesteerd. Ook Wimmer zelf had
zich toen teleurgesteld gevoeld, „omdat
er uit bleek, dat de missie der nazi's
in Nederland een verkeerde loop had
genomen". Het meest had Wimmer zich
verbahsd over de correcte levenswijze
van Seyss-Inquart. Deze zou nimmer
levensmiddelen van de zwarte markt
hebben betrokken. Verscheidene malen
was Wimmer in Den Haag bij hem op
bezoek geweest en bemerkte dan, dat
de familie niet alleen zeer sober, maar
ook zonder vlees de maaltijd gebruikte,
omdat het vleesrantsoen reeds op was.
Als grootste fout van de Duitse
politiek hier te lande merkte Wim
mer aan: de onbekendheid met de
Nederlandse aard. De Nederlanders
waren, volgens hem relatief objectieve
lieden, die overigens gaarne neen zei
den, maar deze gewoonte ook onder
elkaar botvierden. „In Nederland",
zo merkte hi) op, „ben ik Engeland
gaan begrijpen".
Hij schilderde Schmidt als een fanati
cus. Rauter, die tegen de zin van Seyss-
Inquart door Himmler in ons land was
aangesteld en steeds een fel tegenstan
der van Schmidt was geweest, weiger
de aanvankelijk in Münster de be
grafenis van Schniidt bij te wonen, na
dat deze door zijn val uit een rijdende
trein in Frankrijk (algemeen wordt
thans aangenomen, dat het zelfmoord
is geweest) gedood was. Himmler ant
woordde toen echter aan Rauter, dat
h(j er wel naar toe moest gaan, „om
dat het gerucht als zou de SS Schmidt
hebben vermoord, anders nog meer
voedsel zou vinden".
Van deze correspondentie heeft het
rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie
afschriften aangetroffen in het geheel
intact gebleven archief van Himmler,
bestaande uit niet minder dan 800
ordners. Binnenkort zullen 20.000 foto-
copieën van voor ons land belangrijke
stukken naar Amsterdam worden ge
zonden. Er is vooral uit gebleken,
welke intense belangstelling Himmler
voor ons land toonde. Bijna dagelijks
stuurde Rauter hem een vrij uitvoerig
Wetsontwerp Woensdag in de
Kamers
Het wetsontwerp inzake de tijdelijke
neerlegging van het koninklijk gezag
door H. M. de Koningin, is de daad
van State reeds gepasseerd, zodat de in
diening bij de Tweede Kamer, ter over
weging van de verenigde vergadering
der Staten-Generaal zeer spoedig, waar
schijnlijk reeds Maandag a.s. te wach
ten is.
Do beide Kamers der Staten-Generaal
zouden heden telegrafisch bijeengeroepen
worden voor een verenigde vergadering
op Woensdag 8 October, des middags te
1 uur. Het ligt in de bedoeling doch
uiteraard is de verenigde vergadering
autonoom het wetsontwerp nog de
zelfde dag geheel af te doen.
De indiening bij de Tweede Kamer
berust op artikel 113 van de Grondwet.
overzicht van de stand van zaken. Deze
overzichten worden thans als troeven
in de hand van de Nederlandse justitie
bij het vooronderzoek tegen deze voor
malige SS-Gruppenführer en General-
Deutnant der Polizei, die, zoals men
weet, in Rotterdam gevangen wordt ge
houden, uitgespeeld.
Reeds verscheidene malen heeft
men Rauter op valse verklaringen be
trapt en deze weerlegd met zyn eigen
brieven, hetgeen Rauter tenslotte In
vertwijfeling deed uitroepen, dat het
n.b. juist Himmler was geweest, die er
steeds weer op had gehamerd alle
geheime brieven en documenten, als
de nood aan de man kwam, tijdig te
vernietigen, terwijl het nu diens
eigen archief is, dat met alle geheime
en vertrouwelijke stukken in onge
schonden staat in handen van de ge
allieerden is gevallen.
Over de berechting van dr. Wimmer
is nog geen enkele beslissing getroffen.
De vraag of de geallieerde bezettings
autoriteiten hem daartoe aan Nederland
zullen uitleveren, kan nog niet worden
beantwoord.'
De krijgsraad te Velde heeft daders
van en medeplichtigen aan de bomaan
slag aan de Prinsegracht te 's-Graven-
hage, gepleegd op 5 Dec .'46, waarvan
de heer Boer, zijn echtgenote en dienst
bode slachtoffers werden, alsmede van
een vroegere aanslag op Boer, het
„kidnappen" van de hotelhouder Van
Rijswijk uit Renkum en voorgenomen
aanslagen op twee hoofdofficieren en een
burger als volgt veroordeeld:
Kapitein F J. J. baron van H. tot der
tien jaar gevangenisstraf met aftrek (eis
15 jaar en drie maanden), ontslag uit
de dienst en ontzegging van het recht bij
de gewapende macht te dienen; sergeant
A. T. de B. dertien jaar gevangenisstraf
(eis lli/t jaar); korporaal J. P. J. P. ne
gen jaar gevangenisstraf met aftrek
(conform de eis). Soldaat J. J. H. van H.
werd wegens het door zijn schuld ont
ploffen van een handgranaat, de verwon
ding van een ander tengevolge hebbend,
veroordeeld tot anderhalf jaar gevange
nisstraf met aftrek eis één jaar) .Ser
geant S. W. H., tegen wie vier jaar ge-
eist werd wegens medeplichtigheid aan
de vrijheidsberoving van de Renkumse
hotelhouder ,werd tot één jaar gevange
nisstraf veroordeeld. A. T. kreeg we
gens het schaden van de dienst door ver
zwijging van een voorgenomen strafbaar
feit, zes maanden gevangenisstraf, con
form de eis. De beklaagden W. F. S. en
J. G. H. kregen wegens medeplichtigheid
aan opzettelijke vrijheidsberoving ieder
negen maanden gevangenisstraf (de eis
was tegen ieder één jaar)Beklaagde B.
tegen wie wegens medeplichtigheid aan
de ontvoering acht maanden "werd ge-
eijt, werd vrijgesproken.
De verdediger van sergeant de B. gaat
voor zijn cliënt in appèl tegen het vonnis
bij het hoog militair gerechtshof.
Een mager houthakkertje, dat heel
vroeger in een bos grote takken op zijn
ezeltje aan 't stapelen was, hoorde net
toen hij naar huis wilde gaan, een ver
vaarlijk gelach. Het bulderde zo hard
achter hem, dat hij zich aan zijn ezeltje
moest vasthouden om niet tegen de grond
te waaien. Met kloppend hart draaide
hij zich om en ja hoor.... daar stond
Veelvraat, de reus met de twee monden
De houthakker zag al direct, dat de
reus nu niet direct een beste bui had.
En dat was geen wonder, want zijn kle
ren fladderden om zijn ribben, als los
geslagen zeilen van een schip. Er was
niet veel voor nodig, om te zien, dat
Veelvraat rammelde van de honger.
,.Ha, ha" gromde de reus opgewekt"
kereltje, je komt als geroepen, want een
lekker „gebraden houthakkertje zal er
best ingaan".
..Ai mij", kreunde de houthakker
„waarom moet je mij nu net hebben?"
Kijk eens hoe klein ik ben, als je me op
hebt. heb je alleen maar nog meer hon
ger."
De reus, die nu niet een van de snug
gerste was (anders zouden ze heus nog
wel bestaan) klapte zijn bovenste mond
dicht en zijn onderste ging in stomme
verbazing nog verder open. Maar op
eens grinnikte hij opgelucht.
„Nou, wat zou dat?" zei hij vrolijk
„als ik jou op heb, begin ik aan je ezel
tje. Voor iedere mond een ezel" bulder
de hij opeens, dol-gelukkig over zo'n
mooie vondst.
Hemeltje, wat zat die houthakker in
zijn piepzak. Hoe moest hij daar nu
weer uitkomen? „Pff", zei hij opeens
„en wat heb je dan nog? Kijk eens die
ezel is ook vel over been. Nee. ik weet
het beter. Thuis heb ik nog een vette
koe. mals als 'n kippeboutje. AI3 ik nu
Z. H. Exc. mgr. M. Verhoeks C.M.,
apostolisch-vicaris van Soerabaja, zal be
gin November, na een tienjarig verblijf
in Indonesië, met de „Oranje" naar ons
land vertrekken.
In verband met de staking aan de
stoommeelfabriek „Holland" en de zgn.
solidariteitsstaking aan de „Ceres" heeft
de Raad van Vakcentralen zich uitge
sproken tegen deze staking; hij noemt
het aan bederf prijsgeven van voedsel
zoals hier heeft plaats gehad een mis
daad .Het besluit tot staking werd ge
nomen, zonder dat men zich over de ge
volgen beraadde en o.m. zonder het hou
den van een geheime schriftelijke stem
ming onder het betrokken personeel.
De leden van het stakingscomité, die
zich naar buiten aandienen als leden van
de bona fide vakbonden .voeren dit pre-
dicaat ten onrechte. Zij handelen tegen
de adviezen van de verantwoordelijke
vakbondsbesturen.
De Raad van Vakcentralen doet daar
om een beroep op alle weldenkende ar
beiders in geen enkele vorm aan deze
stakingen steun te verlenen en adviseert
de betrokken stakers met klem de ar
beid onmiddellijk te hervatten of van
de „stakingsleiding" een geheime en, vrije
stemming inzake de opheffing te eisen.
Nu, laten we maar eens kijken, of de
raadsels deze week moeilijk genoeg
waren Nr. 1: laten ze maar eens op
elkaar gaan staan, 2. omdat de wandel
stok niet kan lopen; 3. een mug vliegt
maar een vlieg mugt niet; 4. 8 kinderen
in totaal (2-fb), dus 5 neefjes; 5 kle-
renknaapje.
En hier komen de nieuwe weer eens:
1. mijn eerste is echt, mijn tweede
schijn en mijn derde dood. Welk bij
woord ben ik
2. ik heb geen benen eri ben toch
watervlug
3. Mijn lichaam is zwart, mijn voed
sel is hard. Kom ik 's zomers in het
land, dan is mijn plaatsje aan de kant.
Kom ik 's winters weer terug, dan haalt
men mij weer vlug.
4. Negen jongens zaten op een bank
Toen kwam er een kleine negerjongen,
die naast hen ging zitten en zei: „Zo,
nu zijn we met z'n elven." Hoe kan dat?
beloof die koe te brengen, laat je mij en
mijn ezel dan gaan?
Da't was een moeilijke keus voor
Veelvraat. Een houthakker en een ezel
in je hand is tenslotte beter dan een
vette koe in de lucht! Aan de andere
kant zit er aan een koe meer te kluiven.
De houthakker, die zag, dat Veelvraat
aarzelde, zei hoopvol: „Laten we afspre
ken, dat je de ezel in pand houdt. Ik be
loof Je op mijn woord met de koe terug
te komen, maar gebeurt er iets met me,
dan heb je in ieder geval de ezel nog."
D reus dacht eens na en zei toen: „Top,
maar denk erom, morgen verwacht
ik je!"
Wat rende die houthakker op een hol
letje naar huis. Oei, dat had maar een
haartje gescheeld. Wat zou moeder dc
vrouw blij zijn als ze hoorde, hoe hij
geboft had. Maar, dat was een misre
kening, want moeder de vrouw wilde
weliswaar niet graag haar man missen,
maar een vette koe is ook zowat! Al
rap kwam ze tot het besluit, dat haar
man de reus maar rustig moest laten
wachten, maar. „Een man een man, een
Wiür "€n woord" zei de houthakker.
Nu zijn vrouwen ontzettend slim en
zo ook de houthakkersvrouw. Ze kreeg
®en ?e' 20 goed, dat ze schokte van
het lachen.
„Nou goed, ga morgen dan maar weg
met de koe. Maar neem dan ook nog
een kip mee, dit ik vannacht zal bra
den. Die geef je de reus voor de koe en
dan houd je hem nog even aan de
De houthakker haalde de schouders
op, want daar snapte hij niet veel van.
Eerst geen koe en nou een koe met een
kip. Enfin, die kip deed het hem ook
niet.
De volgende morgen toog hij op pad.
Achter hem sjokte in koeachtige gela
tenheid de roodbonte en in een pakje
droeg hij de gebraden kip. In de buurt
van de plaats gekomen, waar de reus
hem de dag ervoor gevonden had, hoor
de. hij aan het knorren van de reuzen-
maag al, waar Veelvraat zat te wach
ten.
„Zo" gromde deze hongerig, toen de
houthakker bij hem was „of je nooit
kwam",
„Tja" zei de houthakker „het heeft
wat lang geduurd, maar dat komt door
een kip, die moeder de vrouw extra voor
je gebraden heeft. Hier, peuzel die eerst
maar op voor de ergst-e honger". Nou,
dat was tegen geen dove gezegd .De on
derste mond ging open en zonder veel
omhaal werd de kip naar binnen gescho
ven. Een slikbeweging en plonsdaar
viel het beest met een klap in de alleen
maar met water gevulde maag van Veel
vraat.
Nu nog even proberen een praatje te
maken. Ja hoor, de_ reus trapte erin, ze
ker een goede bui. Ach, ach, wat een
kerel was dat toch. O lieve help, wat
schokte hij. Kijk eens zijn maag stond
nu helemaal gespannen. Het leek wel of
er lucht ingeblazen werd. Nu stond de
reus Zijn buik gespannen als een lucht
ballon. De reus kreeg het vreselijk be
nauwd, want hij zwol steeds meer op
en daarpangbarstte hij uit el
kaar.
Toen de houthakker uit de boom was
geklommen, waarin hij door de lucht
druk was gewaaid, zocht hij zonder suc
ces naar de overblijfselen van de reus.
Alleen een grote holle kies vond hij en
die nam hij maar mee. Thuis hoorde hij,
«at zijn vrouw de kip had gevuld met
zelfrijzend bakmeel en hij gaf zijn
een grote klapzoen van plezier.
„e holde hij uit en daar stonden
„Lv,,,,, are da2 bloemen in, voor zijn
vrouw.
Onderwijzeres: jan, hier heb je
een wereldbol. Wijs nu Amerika eens
aan.
Jan: Hier juffrouw.
Onderwijzeres; Goed zo En wis
heeft nu Amerika ontdekt
,n 'fier)Ik juffrouw. Hele
maal alleen. Niemand heeft .me gehol
pen.
Moeder, kan een hond die wel eens
een stuk worst heeft gestolen, nog
politiehond worden
Wat, je bent dit jaar niet aan de
zee geweest
-7 Ach man, schei uit. Die had ik
thuis. Het was eb in mijn portemonnaia
en vloed in de la met onbetaalde reke
ningen.
Ajakkes", zullen jullie zeggen, „gaat
S u'vfii-onderwïizer sPelèn
Nou, zo. erg i„ het ook weer niet maar
Wrn p?naIJip 0Vripn d?e1 babbelen over
vragen, die vriendjes en vriendinnetjes
me gesteld hebben. Goed o m r
(nee je armen hoeven niet P0ver eikaar)
dan kunnen jullie er allemaal wat van
leren
Ik begin vandaag met BETSY DE J
.1') die me vroeg, wat houtskool mi
feitelijk is. Nou, Betsy, de naam zegt
het zo half en half, dat is kool van
hout. Alleen is het hout niet verbrand
maar heeft het gesmeuld.
Vroeger legde men het hout op het
veld neer in ronde hopen, mijiers of
mijters heetten ze. Midden in de hoop
lieten ze een rond kanaaltje open voor
schoorsteen Dan werd de hoop afge
dekt.met aarde e.d. en onderaan werd
het hout aangestoken. Het smeulde dan
en verkoolde, zonder te verbranden.
JNu gaat het in grote ketels, omdat ze
aan niet alleen houtskool, maar ook
houtgas (weet je nog, houtgasgenera
toren m de oorlog) en teer overhouden.
Houtskool wordt b.v. gebruikt voor bus
kruit, briketten en filters. Tevreden
Omdat Wi over Akunai leest, wil GE
RARD D. (13 j.) nu eens weten, waar
om Indianen rood zyn. Dat is heel een
voudig, Gerard, jy zou even mooi rood
kunnen zijn als zij. Zij kleuren zich nl.
van top tot teen. Hoewel sommige
stammen .(vooral in het Zuiden van
Amerika) vrij donker zijn, is geen enke
le Indiaan helemaal rood. Er zijn zelfs
Indianen, die er alleen maar lekker
bruin uitzien, net als jjj na 3 "dagen in
Scheveningen.
Wat maar weinig mensen weten, is
nl., dat de Indianen voornamelijk uit...
Azië komen Ook uit de Stille Zuidzee
en Noord-Europa hebben verhuizingen
plaats gehad en er zijn zelfs geleerden,
die zeggen (en ook gedeeltelijk bewij
zen), dat heel vroeger Egyptenaren
naar Amerika zijn gezeild. Vind je het
ersf Gerard, dat Winnetou misschien een
Deen is geweest
Over Scheveningen gesproken, LEI-
DA G. (11 .1-) is met vacantie aan het
strand geweest en vond daar een mooi
plantje, een ster met 5 punten. 'Jammer
genoeg zei haar vader, dat het een beest
was, maar nu snapt ze niet, hoe dat
beest eet, drinkt, zwemt of loopt.
Een zeester (zo heet het dier) is een
ongegeneerd beest, het eet nl. met zijn
voeten. Aan de 5 punten van de ster
zitten allemaal kleine voetjes met zuig-
napjes. Het eten bestaat uit mosselen
en het dier zuigt zich aan de schelpen
vast en scheurt ze van elkaar. Dan
(beloof me, het voorbeeld niet te vol
gen) werkt ze haar maag tussen de
schelpen en de mossel wordt in eigen
woning verteerd Nog vreemder dan
een sprookje, niet t
Wat het lopen betreft (want dat doet
dit beest), dat gebeurt met de 5 punten.
Door de zuignapjes wordt water opge
zogen in een kanaaltje, dat m het mid
den in een rond kanaal overgaat. Wan
neer de zeester nu vooruit wil, perst
ze het water in de voetjes, die dan in
eens uitgestrekt worden (net zo'n opge
rold papiertje, dat je uitblaast, zodat
een duiveltje of veertje tevoorschijn
komt). De zeester zal natuurlijk niet
struikelen van de snelheid, maar ze
heeft toch geen haast
En tot slot van deze keer is TRTJTJS
v. 't H. (14 j.) aan de beurt. Eerst even
dit Truus, al was je 140 jaar, dan mocht
ie toch wat vragen. Truus dan, heeft
thuis bjj het afdrogen een glas laten
vallen. Gevolgen: diggels en een standje
Haar vraag is nu: wat is glas feitelijk
en waarom nikken ze het niet wat ste
viger
het eerste deel heb ik de meeste
neem* soda, krijt en
f a" smelt het. Je krijgt een grote
pap gloeiend heet spul, waaruit arbei
ders aan een blaaspijp een klontje krij
gen. Ze blazen het klontje op' en al
draaiend en zwaaiend vormen ze het
klontje tot een drinkglas of een vaas.
Met een schaar worden overtollige stuk
ken afgeknipt (het glas is dan nog
zacht). Handig wordt het glas afgetikt
en langzaam gekoeld. Eventuële nabe
handelingen geschieden dan met een
diamant en kleine gasvlammetjes.
Zo heb je dan gewoon glas. Bij het
prachtige kristal wordt menie meege-
smolten, melkglas krijg je door toevoe
ging van gemalen beenderen, zwart glas
door bruinsteen, enz. enz.
Nu vraag twee. Het ls doodgemak
kelijk, om glas een stuk sterker te ma
ken. Je gooit gewoon wat meer zand
'n d? ovens, maarhet smelten
aitHH s n«er' Het f?la3 bHift echter
doffer en omdat er harder
gestookt moet worden, kost het meer.
Maar troost je Truus, binnenkort krijg
je misschien wel glazen van kunstglas
en die kunnen een stootje hebben.
Zie zo, deze week kunnen jullie dus
eens kennis maken met onze nieuwe
rubriek. Telkens wanneer er voldoende
vragen zlln, zal lk weer een nieuwe
serie schrijven, dus het hangt van jullie
af. Het geeft niet waar het over 'gaat,
iedere vraag wordt behandeld. Hoor ik
eens of het bevalt
Heden is de Katerveerbrug bij Zwolle,
een belangrijke verbinding met het
Noorden, door de minister van Verkeer
en Waterstaat, ir. H. Vos, weer voor het
verkeer opengesteld.
Tot tweemaal toe is deze brug. die in
i929 door het arrondissement Zwolle van
de Rijkswaterstaat voor het eerst ge
bouwd werd, grondig vernield. De eerste
keer in Mei 1940 en nadat zij 22 Juni
1943 dank zij moeizame arbeid van de
Directie Bruggen van Rijkswaterstaat
weer in gebruik kon worden genomen,
hebben de Duitsers bij het oprukken der
Canadezen de brug opgeblazen.
De kosten van het laatste herstel be
dragen rond 214 millioen, met inbegrip
van het sloopwerk van het vernielde.
Van de oude brug kon 600 ton staal
dienst doen.
O Luitenant Philip Mountbatten is offi
cieel opgenomen in de Anglicaanse
kerk. Hij was Grieks orthodox.
De regering maakt bekend, dat tot
haar leedwezen in de afgelopen week
de navolgende verliezen zijn gerap
porteerd:
Kon. Ned. Landmacht: sold. G.
Lette, 4 reg. grenadiers, uit - Hengelo
gesn. 29 Juli 1947 te Lamongan (aanv.
vermist)tijd. luit A. ter Braak, 4-6
R. I., uit Hengelo, gesn. 22 Sept. te
Parakan: luit.-kol. J. Koeman comm.
3-7 R. I. uit Amsterdam, gesn. 22
Sept. nabij Goeboeng; sold. W. Mar
tens, le inf. brig, werkpl. uit Cuyk
(N. Br.), gesn. 22 Sept. omgeving
Soekaboemi; sold. H. Kolk, 3-4 R. I.
uit Kampen, gesn. 23 Sept. te Batoe;
sold. A. Teurlings, 1 reg. Jagers, uit
Tilburg, gesn. 23 Sept. te Löeboek-
paroeh; sold. F. Verheyden, 3-11 R. I.,
uit Boxtel, gesn. 23 Sept. te Kalang-
Goengan; 2e luit. G. Bakker, 4-2 R
I., uit Zeist, gesn. 25 Sept. nabij
Tandjoeng Poera; sold. H. Rotterman
1-5 R. I. uit Amsterdam, gesn. 25
Sept. te Tjilongol; sold. J. Oostenrijk.
1-5 R. I., uit Doorn, gesn. 25 Sept. te
Hentgerkrachtcentrale; kapitein J
ter Pelkwijk, 6 R. V. A„ uit Utrecht,
gesn. 25 Sept. bij Tjisalak; sold. T
Brakers, le Cie paratroepen, uit
Emmen, gesn. 26 Sept. te Malang-
sold, lp kl. H. Numan, 4 R. I„ uit
Beverwijk, gesn. 26 Sept. bij Brastagi-
sold. I Catsman, uit Schiedam sold
le kl. C. v. d. Gaag, uit Berkel en
Rodenrijs en sold. G. Zentveld, uit
Egmond a. Zee allen gesn. 28 Sept.
ten Zuiden van Salatiga; sold. H.
Vige, 3 S.P.V.A., uit Haarlem, gesn.
20 Sept. te Gafoet.
Van het K. N. I. L. sneuvelden vier
Indonesische soldaten en de res. kapt.
staf A divisie C. Emons uit Utrecht
Deze laatste viel 29 Sept. op weg van
Poerwodadi naar Nongkodjadjar.
De Kon. Marine had geen verliezen
3- Be „Noorderlicht" bleek een sterke zeewaardige
schuit te zijn. Er stond een stevige bries en het schip
stoof over de Oceaan dat het een lieve lust was. Maar
helemaal zonder tegenslag zou ook deze reis niet ver
lopen. Na een fortuinlijke tocht van veertien dagen, zag
Bim, die de wacht had op het achterdek, een donkere
lucht. Hij waarschuwde de anderen. „Zwaar weer aan de
knikker", zei Basli bedenkelijk. „Zullen wü zeilen reven?"
„O wat prachtig", riep het heertje. „Het lijkt wel een
heuselijke studio-storm". Even later kwam de storm.
„Hadden wij de bramzeilen maar gereefd", riep Bim. De
„Noorderlicht" werd als een notedop opgeheven en neer-
gesmakt. Soms was het alsof het schip door een enorme
notekraker werd gegrepen. Bij iedere hevige windvlaag
fladderde een der zeilen weg, als een schuwe vogel. „De
zeilen reven zichzelf al", riep het heertje geestdriftig.
Tot nu toe hielden we ons bijna uitsluitend bezig met materieel
technische vraagstukken, de huidige economische situatie in Indonesië
betreffende, maar het zal wel zonder meer duidelijk zijn, dat dit weinig
opwekkende „panorama" van verwaarloosde fabrieksinstallaties, uitge
brande machine-hallen, weggevoerde of versmokkelde voorraden in
een „landschap" staat, in een totaal verarmd landschap.
We moeten namelijk in ons betoog nog de méns betrekken, de arbeids
krachten, die onontbeerlijk zijn voor de wederopbouw, het sociale milieu
dezer arbeidskrachten, de massa van dit Indonesische millioenenvolk,
waarvan drie-vierde op Java woont.
De achterstand in primaire levensbehoeften i8
voor dit volk zeer
groot. Al lagen de verhoudingen voor de Oosterling
met zijn veel lagere
levensstandaard anders dan voor de uropeaan: men kan veilig aan
nemen, dat de voorraad textiel, de voorraad aan bijna dagelijks
benodigde gebruiksvoorwerpen hier voor de oorlog in het gunstigste
geval toereikend waren voor twee jaar.
Na de Japanse bezetting, na gu_
ar republiek moeten op Java, e
matra alleen al, ongeveer vat'"Sj.
lioen mensen iets beters zien ie v
de totaal versleten- Ron,i„ns b
waarmee zij hun naaktheid l- vcr
dekken. Eén achterstand oVe.Vr
bruiksperiode van twee Ja
Na de Japanse bezetting, na gu_
jaar republiek moeten op Java_.e mil_
Wctfcumue ju lui pn Vf>r-
dekken. Eén achterstand over
bruiksperiode van twee armffl oe
worden ingehaald en al m»* Q
primitieve uitzet in voor ooriogse
waarde op slechts 15 Per/würden
ten, het moet geimporteerd worden en
in de na-oorlogse Prt^ngevew twee
aan dollarwaarde reeds o. R ee
maal zoveel kosten. millioen
Er schijnt thans tien miuioen Yfrd
katoen in voorraad te 'wanneer het
wordt althans genoem regelmatige
mogelijk zou zijn, dit op van elke vfif
manier te distribuer gelukkig zijn één
mensen er één Maar POr. wps-
zes maal zo hoog geprijsd staan, wan
neer ze bij de kleinhandelaar in Batavia
worden aangeboden.
Het komt u misschien enigszins won
derlijk voor dat een weliswaar primaire
levensbehoefte als textiel tot een soort
barometer van sociale rust en ordening
Wordt gepromoveerd, maar de oosterse
volkshuishouding is nu eenmaal veel
Primitiever van structuur en denken
en „rijst en katoentjes beheersen het
totaalbeeld bijna volkomen.
Men kan zelfs al klinkt dit zeer sim-'
plistisch, stellen, dat men nooit een
evenwichtige toestand krijgen zal, zo
lang deze katoentjes en deze rijst niet
gelijkmatig onder de hele bevolking zijn
verdeeld, beter gezegd, zolang met
iedereen weer op de normale wijze in
deze prim aire behoeften kan voorzien.
YitéemL Sarmde bevolking moet de
z«n arbeidskrachten recru-
rip' w ls minder op Java,, meer
in de buitengewesten reeds hier en
dm"\°p Vrij bescheiden, soms zelfs
primitieve wijze gaan werken en ex
porteren. Zijn goederen krijgt hij uitbe-
leffen transfer-prijs (de officiële)
maar bij het bepalen van de arbeids-
lonen zal hjj rekening moeten houden
door
6).
Maar dat is toch... erg ongewoon!
Bovendien dwaas, mijn waarde heer;
Thynière is. een mooie, oude bezitting en
U zult door de beste families der streek
met open armen ontvangen worden en er
wonen in die streek nog echt goede
families; zelfs in onze tijd, waarin alles
op zijn kop schijnt te staan.
Ik ben niet van plan, mij daa*' t!!
yestigen, tenminste voorlopig niet, her
haalde Barnabas koppig.
Wat... wat moet ik dan doen?
Het landgoed blijven besturen, zo
als U dat tot nu toe gedaan hebt!
Maar hoe moet ik dat verklaren?
- U hebt me verzekerd, dat U tegen
niemand iets verteld hebt Gaat U daar
mee door.met niets te zeggen, ant
woordde Barnabas lachend.
Maar waarde heer, dat kan ik toch
onmogelijk doen?
Waarom niet? Wat is er nu toch ge
makkelijker, dan niet s-doen?
Maar mijnheer... U zult toch geld
moeten hebben? en. M
Ik denk van niet, antwoordde Bar
nabas kort.
Maar er staat een groot saldo te
uwen gunste op de bank en dat groeit
met de dag aan.
Laat het daar maar staan en aan
groeien.
Maar, neemt U mij niet kwalijk,
mijnheer... U plaatst mij wel in een
scheve positie. Ik heb nooit van mijn
leven zoiets meegemaakt. Gaat U op reis?
Gaat U het land uit?
Dat weet ik nog niet; ik denk van
niet. Ik sta slechts op één ding, en dat
is, dat U tegen niemand iets zegt. Uw
Personeel mag niet weten, wie hier van
morgen geweest is. U blijft gewoonweg
zorgen, dat alles 'op het landgoed zijn
gewone gang gaat. Ik laat alles aan U
over. U zegt, dat de mensendaar niet
weten, wie de eigenaar is Laat ze on
wetend. U weet het en ik weet het; da!
is meer dan genoeg.
Enige dagen later kwam een jonge
man, die er uitzag als een fatsoenlijke
monteur en die een zware koffer bij zich
had, op het station en nam een kaartje
voor een klein station ergens in
Auvergne. Hij stak het wisselgeld zorg
vuldig bij zich en begaf zich nar en
derde-klas coupé.
Het was Barnabas Restormel.
HOOFDSTUK III
Wat is het hier stil! Wat heerlijk
stil!, dacht Barnabas bij zichzelf, toen
hij het kleine station van Mauriac ver
liet.
Het was reeds avond, maar het was
niet donker. Hij had een lange reis ach
ter de rug en was blij, Mauriac bereikt
te hebben. De trein kon hem niet ver
der brengen en de rest zou hij te voet
moeten afleggen.
Gedurende de hele reis had hi) zich
uiterst opgewonden gevoeld en zich
meermalen afgevraagd, of alles nu toch
tenslotte geen droom was. Het eerste
doel, van Parijs naar Eygurande. was
gewoon genoeg geweest. Van Eyguran
de af werd het landschap langzaam
aan mooier en toen de trein reed door
een bergachtige streek met schaduw
rijke valleien en roodbruine heuvels, had
hij wel gemeend, nog nimmer zó iets
moois gezien te hebben. Doch naarmate
hij verder ging, steeg zijn bewondering
tot verrukking. De trein trok langzaam
aan verder en bleef bij iedere halte een
oneindige tijd staan. Haast scheen er
niet te zijn; iedereen had blijkbaar tijd
genoeg en allen schenen om een praatje
verlegen. Barnabas vond het dialect
.aardig en prettig.
Is het kasteel ReStormel hier er
gens in de buurt?, vroeg hij aan een
oude vrouw, die in een hoek tegenover
zie|™dat we aan het volgend station
aankomen. even aanwijzen?
vroeg hij weer.
Met alle plezier, het is een heel
oroot. oud kasteel. In die oude tijden
hielden ze er toch wel een eigenaardige
Ser van leven op na.
Even later wees ze het hem aan. Het
was 'n oud, met klimop begroeid bouw
werk, bovenop een heuvel tussen zware
bomen. Het zag er niet, zoals vaak met
oude kastelen het geval is, somber en
griezelig uit, maar voornaam en ge
zellig. Romantiek hing over alles heen,
niet die van fellle tournooien, waarin rid
ders elkander op leven- en dood be-
kampten,- maar die van geliefden, wan
delend onder hoge bomen, of van dich
ters die de tederheid der liefde bezongen
Tot nu toe was hij nog nooit trots op
zijn naam geweest. Wel had hij ge
weten, dat hij een aanzienlijke naam
droeg en dat aan die naam roemrijke
herinneringen verbonden waren, maar
verder had deze geen betekenis voor
hem gehad.
Maar nu zonder dat hij wist, hoe
en waarom klopte zij n hart met felle
slagen.
In Mauriac stapte hij dus uit de trein
en begaf zich op weg.
H(j had zijn komst niet aangekondigd,
wist niet, waar hij eten-en slapen zou.
Maar dat kwam er nlet °P aajn-
Niets kwaim er op aan;
Je kunt niet verdwafen, zei de
stationskruier, aan wie hij dc weg naar
Anglards vroeg. Maar het m een stevige
wandeling, heuvel op, heuvel af. Erg
vermoeiend.
Eat hindert niet. Ik kan goed
P je hebt daar zeker bekenden wo
nen, niet? vroeg de kruier vertrouwe-
lijk.
Neen, maar ik wilde er vannacht
foch logeren.
Zo.
Is er een herberg of iets derge
lijks, waar iik zou kunnen slapen?
Ja, de Gouden Kroon; daar zul je
wel een bed kunnen krijgen, denk ik.
Het was zeer zeker een flinke wande
ling, maar na verloop van tijd zag Bar
nabas vaag een oude, grijze kerktoren
zich verheffen boven de er omheen lig
gende lagere huizen.
Mijnheer Borlas had met recht Ang
lards als een eigenaardig dorp beschre
ven. De huisjes stonden kris en kras
door elkaar, zander enig plan of enige
regelmaat, doch alles was toch uiter
mate schilderachtig.
Sommige huisjes hadden een eigen
tuintje en de wilde wingerd en klim
rozen toonden al tekenen van leven.
(Wordt vervolgd).
lVofr3PmZtgaanle Ver Wen d<OTe
De productiekosten zullen dus ala
eerste gevolg veel hoger komen te lig-
Rep. zelfs wanneer men de enorme re
habilitatiebedragen buiten beschouwing
laat. Hij betaalt voor de arbeidspresta
ties zwarte koers en de lonen zullen
zeker vier maal zo hoog, hier en daar
zelfs tien maal het voor-oorlogse peil
bedragen.
Indien er tenminste arbeidskrachten
te krygen zijn en aansluitend op het
geen we boven opmerkten over de voor
waarden voor een enigszins stabiele
rustige volkshuishouding, is het duide
lijk, dat deze voorwaarden voor betrek
kelijk „ondernemings-autonome gebie-
den" eenvoudiger liggen dan voor Java.
Banka, Billiton en ook Sumatra's
Oostkust hebben immers een bevolking,
die voor het grootste gedeelte recht
streeks bij de diverse ondernemingen
betrokken is. Door tegenover hun ar
beidsprestaties loon in natura te stel
len, hun tweejarige achterstand in te
halen, op basisprijzen van de officiële
omrekeningskoers (bevolking en onder
neming vormen daar Immers een min
of meer „autarchisch geheel") zijn zH
wel „pp te vangen".
anders ~n veel ingewikkelder
1 u S1tuatie voor Java. Er is daar
slechts ongeveer tien procent der be
volking rechtstreeks betrokken bij de
ondememingslandbouw.
Dit blijkt oa. uit de totale export
waarde dezer ondememingslandbouw-
producten. die voor Java met zijn 45
millioen mensen slechts 140 millioen
of nog geen 4 per hoofd bedroeg, ter
wijl de export van bevolkingslandbouw
producten er slechts 42 millioen of
nog geen gulden per hoofd opleverde.
De buitengewesten staan er met hun
resp. 117 millioen en 127 mill, wat
potentiële mogelijkheden betreft, veel
gunstiger voor. Omgerekend per hoofd
is dit exportbedrag voor de veel minder
dichtbevolkte buitengewesten namelijk
vepl hoger en de cijfers worden nog
vpelzeggender, wanneer men de totale
uitvoercijfers neemt (dus ook tin, aard
olie etc. verrekent).
Dit cijfer bedroeg in 1939 T8,7
waarvan de buitengewesten niet min
der dan twee derde voor hun rekening
namen en Java slechts één derde. Java
heeft echter drie vierde van de Indone
sische bevolking, zodat drie vierde
slechts één derde van het totaal bedrag
krijgt of ruim 6, terwijl de buitenge
westen per hoofd ruim vijf maal zoveel
(zij het dan natuurlijk slechts theore
tisch in deze redenering) voor zich zelf
kunnen claimen.
Wanneer Java, dat zich door zijn
Houding steeds meer isoleert, op zich
zelf zou zijn aangewezen, zou de reha
bilitatie der bevolking aldaar met uit
export betaalde geïmporteerde goederen
wel zéér langzaam gaan. Men bedenke
slechts hoe voor de eerste en meest
noodzakelijke rehabilitatie voorzichtig
geschat per hoofd een voor-oorloga0
waarde nodig was van 15, een bedrag
thans waarschijnlijk in dollarprijs ver
dubbeld en „zwart" verachtvoudigd
Java, voor de oorlog al bijna „quite"
thans onder zeer zware oorlogsschade
lasten gebukt, politiek nog steeds in
beroering en gescheiden in twee elkaar
tegenwferkende gedeelten, zal de eerste
jaren een bijna bodemlpze put blijken.
Voor 1946 bedroeg het totale export
cijfer van heel Indonesië voor zover
onder Nederlandse contróle, 154 mill,
voor 1947 werd het geschat 'op 275
millioen, doch tegenover dit laatste be
drag staat een importraming van niet
minder dan anderhalf milliard, een be
drag dat overigens wegens deviezen-
moeilijkheden waarschijnlijk niet ge
haald zal worden.
J. W. HOFWIJK
O Drie Hongaarse partijen hebben In
petities aan het kiesgerechtshof ver
zocht om de jongste Hongaarse ver
kiezingen ongeldig te verklaren. Het
zijn dp soc. dent partij, de rechtse
onafh. partij van Pfeiffer ea
rechtse partij vsa Barankovta