Katholicisme en Smalfilm I s m D\E wereld «fiaNSc-3* m Nieuwe film van GREER GARSON GESCHENK AAN HET] DE SULTAN V'd" "r11" Stichting Katholieke filmvoorziening J door Francis Gerard ZATERDAG 25 OCTOBER 1947 PAGINA 4 Ren nieuwe internationale kruistocht SCHRIJVEN VAN DE H. VADER V ONZE MOTORTANKVLOOT mam GEVANGENEN VAN HET VERLEDEN UITBREIDING KLOKKEN GIETERIJ DE MIJNSTAKING IN SCHOTLAND 30ooooooqoooooooooqcxi)ooooqoooooqooooqoqooooooooooqooooocdoog V!twon' Er zijn weer projectie-apparaten voor smalfilm te krijgen. Onze regering stelt weliswaar tot dusver slechts een bescheiden bedrag aan deviez^i beschikbaar, maar zodra het vrije internationale handels verkeer weer mogelijk wordt, zullen deze apparaten met geluids installatie en al weer op de Nederlandse markt verschijnen. Uiterst geperfectioneerd en toch redelijk goedkoop. De onbrandbare smalfilm, zo geperfectioneerd, dat ze in haar weergave van beeld en geluid niel meer voor de normaalfilm onderdoet, zal een grote toekomst tegemoet gaan, temeer daar ze niet aan de strenge veiligheidsmaatregelen der overheid gebonden is en derhalve in ieder willekeurig gebouw mag worden vertoond. In katholieke kringen houdt men er terdege rekening mee, dat met deze ont- kikkeling een nieuwe phase voor het filmvraagstuk aanbreekt. In kleinere plaatsen, waar filmvoorstellingen vroe ger tot de technische onmogelijkheden behoorden, zullen er in de toekomst ge regeld worden gegeven. Dat staat nu reeds met zekerheid vast. Wij moeten derhalve tijdig ons stand punt bepalen. Geen afzijdigheid en ne gativisme, want in wezen is de film im mers niet slecht. Ze kan ook voor goede doeleinden worden gebruikt en door haar geweldige in vloed een waardevol wapen zijn in de machtige geestelijke strijd, die we te voe ren hebben. De Stichting Ka tholieke Filmvoorzie ning gaat binnenkort van Limburg uit over 't ge hele land een kruistocht voor de goede smal film onderne men. Dit vernamen we dezer dagen van de heer L. Janssens van der Sande, die van deze stichting de geestdriftige stuw kracht is. „We zijn begonnen, aldus de heer Jans sens, met het bestu deren van alles, wat door katholieken in binnen- en buitenland op filmgebied onder nomen was. Niette genstaande vele goed bedoelde pogingen be schikken we nog steeds niet over een indrukwekkend Katholiek filmfront. De richtlijnen, welke Paus Pius XI z.g. in zijn encycliek „Vigilanti cura" gegeven heeft, zijn nog op geen stukken na verwezenlijkt". Ook in ons land beschikken we over zo goed als geen invloed. De ondervinding heeft geleerd, dat het voor particulieren en verenigingen zeer moeilijk is aan ge schikte films te komen. Op de eerste plaats bestaat er dus dringend behoefte aan een betrouwbaar en goed function- nerend voorzieningsapparaat. Toen onze Stichting in Mei van dit jaar tot stand was gekomen, zijn we daar aanstond mee begonnen en nu zijn we er grotendeels mee klaar. Op 1 Nov. a.s. openen we onze kantoren in het St. Christoffelhuis te Roermond. Inmiddels zijn we reeds aan het draaien gegaan en het loopt al heel bevredigend. „Ligt het in Uw bedoeling uitsluitend katholieke films te vertonen?" „Pardon, dat woord „katholieke" film vind ik in dit verband minder geschikt. Natuurlijk er bestaan films van uitge- /ANSENS VAN DER SANDE voorz. Cidif In een brief, welke mgr. Montini namens de H. Vader geschreven heeft, zegt deze Q.m.: „De H. Vader heeft zich gewaar- digd kennis te nemen van het uitvoe rig schrijven van de secretaris-gene raal van de Conféderation Interna tionale du Film, Prof. dr. Remo Branca. Het is Hem een behoefte U mede te delen, dat Hij met een leven dige waardering kennis genomen heeft van de grote plannen die Ont worpen zijn. Deze noemde Z.H. een zeer belangwekkende bijdrage tot de verwezenlijking van de positieve richtlijnen, neergelegd in de Ency- kliek Vigilanti Cura. Gaarne zal Z.H. regelmatig op de hoogte blijven van de ontwikkeling en resultaten door de CIDIF behaald." sproken godsdienstige strekking. Ik denk b.v. aan de prachtige „Song of Berna- doite". Ons doel reikt evenwel verder. Doerom spreek ik liever van bruikbare films, d.w.z. films met een nobele ten dens. die iets betekenen en die iets te zeggen hebben. We werken naar buiten onder de naam Internationaal Filminsti tuut", wat het voordeel heeft, dat we daarmee gemakkelijk niet-katholieke milieu's kunnen bereiken „Welke organisaties hebben zittipg in het hoofdbestuur van Uw Stichting?" „Dit bestaat op het ogenblik uit ver tegenwoordigers van de K.F.A., de K.A.B., de R.K. Boeren- en Tuinders- bond, de Middenstandsbond, de St. Adelbertsvereniging en de Landelijke K.A. Ons streven is er evenwel op ge richt alle grote katholieke organisaties uit te nodigen tot onze Stichting toe te treden. Wanneer we ons allen verenigen krijgen we de beschikking over een machtig afzetgebied. Daaruit volgt, dat scholen en verenigingen zich in het ver volg niet meer tot de verhuurkantoren van films, maar tot ons dienen te wen den. Anders verbrokkelt onze invloed. Zo wordt hij versterkt. En hoe sterker we staan, des te ho gere eisen we kunnen stellen. Het hele filmvraagstuk is tenslotte voor 90 een economisch vraagstuk. Wanneer we grote klanten op de filmmarkt worden, laten de goede films niet lang op zich wachten. Als ze er voldoende aan verdienen, maken de producers deze vanzelf". „Wat voor rolprenten brengt U op het igenblik in omloop?" „De grote vraag gaat natuurlijk naar ontspannings. en speelfilms uit. Daarnaast beschikken we over culturele, instructieve, documen taire, tekenfilms, enz. Nochtans bestaat er voor onze beste werken niet altijd de meeste belangstelling, doordat de aan vragers onvoldoende in de filmaesthetiek onderlegd zijn. Door het geven van goede voorlichting moet deze achter stand worden ingehaald. Ook dit punt hebben we op ons program gezet. Het vormt een belangrijk onderdeel van ons apostolaat. „Nu nog iets anders. U bent van me ning, dat we onze negatieve houding moeten opgeven en door positieve actie een machtig en indrukwekkend front moeten vormen. Acht u het niet van groot belang, dat uw kruistocht voor de goede smalfilm internationaal gevoerd wordt?" „Zeker, dat ben ik volkomen met u eens. We hebben het trouwens van het begin af in deze richting gezocht. Er is reeds veel gebeurd. Katholieken in tal van landen hebben ons voorbeeld ge volgd en soortgelijke stichtingen in het leven geroepen. En de tijdens het Ka tholieke Filmcongres te Brussel opge richte Conféderation Internationale du Film is van deze nationale instellingen het overkoepelingsorgaan. Leidende fi guren op internationaal katholiek film gebied zoals Abbé Vachet, mgr. Prospe- rini, dr. Cano. dr. Karl Rudolf, prof. Renmo Branca verlenen er steun aan. We willen niet alleen de distributie, maar ook een bescheiden productie van smalfilms ter hand nemen. Gezien ons geweldig afzetgebied is dit economisch verantwoord. Daartoe zal een concen tratie van katholieke studio's in diverse landen noodzakelijk zijn. Verreweg de belangrijkste is ongetwijfeld Abbé Vachet's Renaissance Film Corporation te Montreal in Canada, welke over een kapitaal van 13 Vt millioen dollar be schikt. Deze heeft reeds 12 grote films in voorbereiding. Daarnaast bestaan het Cine Film Concern te Rome en de O.F.D.A. te Lyon. Verder nog enkele productieapparaten van kleinere omvang in Spanje en Argentinië. Wanneer deze ondernemingen zich aaneensluiten, wordt er door de Katholieken iets groots ver richt. L. Door de werf I. S. Figee te Vlaardin- gen is na een geslaagde proefvaart aan de rederij overgedragen het voor de Shell Nederland N.V, gebouwde motor tankschip „Shell 60", met een laadver mogen van 43 ton en een 60 p.k. indu striemotor als bijzonderheid dient te worden vermeld, dat het schip is voor zien van een vijfbladige schroef. De „Shell 60" is bestemd voor het vervoer van gasolie in de havens van Scheve- ningen. Aan dezelfde werf is door de N.V. Standard A. P. C. opdracht verleend voor de bouw van een motortankschip, bestemd voor vervoer van gasolie op de. rivieren, de Zeeuwse Stromen en het IJsselmeer. AALMOEZENIER GESNEUVELD Blijkens uit Batavia ontvangen be richt is op 20 October j.l. gesneuveld de zeereerw. pater J. L. Allard van de congregatie der paters van de H. H. Harten. Hij was aalmoezenier yan het Vile regiment Stoottroepen. <C> Dr. Ph. Visser, Ned. gezant in de Unie van Zuid-Afrika, is heden naar zijn post vertrokken. Vooral de kinderen hebben van de eindeloze chaos in het land van overvloed in het leven geroepen het meeste te lijden. Het Nederl. Rode Kruis brengt zoveel mogelijk hulp. De Rode Kruispost te Pesing bij Batavia deelt rijst uit aan de totaal ondervoede kleinen Metro-Goldwyn-Mayer brengt de ve len onvergetelijke „mrs. Miniver' weer eens op het doek, weliswaar in een ge heel ander genre maar toch in een soort gelijke creatie, althans van de opoffe rende vrouw, wie niets te veel is om het voorwerp harer genegenheid gelukkig te zien. Het is ditmaal een officier, uit de oor log teruggekeerd met geheugen-stoor nis, wiens lot zij zich als artiste bij een reizend toneelgezelschap aantrekt en met wie ze een voor beiden nieuw le ven begint, totdat een tweede schok de geesteszieke zijn pas heroverd geluk weer doet vergeten en zijn bewustzijn de draad weer opneemt, welke op het slagveld was afgebroken. Hoe langzaam aan de herinnering aan de totaal uit gewiste tussenperiode weer opleeft ver haalt het tweede meest interessante deel dezer rolprent. Het pakkende gegeven vindt een uit werking die hier en daar weliswaar te veel aan het „toeval" schijnt over te laten en in gecomprimeerder -vorm de regisseur, Mervyn Le Roy, meer gele genheid zou geboden hebben aan de „fil mische" kant groter aandacht te schen ken. Niettemin kan niet verheeld wor den dat er in dit verfilmde romanver haal menig geslaagd moment valt aan te wijzen en vooral het mimische talent van de heldin op buitengewone wijze is uitgebuit. Naast haar treedt Ronald Colman als de tragische patient met kwaliteitsspel op de voorgrond. Een bijzonderheid is wel dat voor de rol van de directeur- geneesheer van het gesticht waarin de zieke verpleegd werd, Philip Dorn werd aangewezen, een Scheveninger van ge boorte. hier indertijd bekend onder zijn eerste schuilnaam Frits van Dongen. Opinie-onderzoek in de bioscoop Een andere bijzonderheid zij nog ver meld. In het Haagse Asta waar de film van Vrijdag af draait is zij reeds twee maal in het lopende program voor het publiek vertoond en de directie maakte van deze onverwachte programm^wijzir ging gebruik om een enquête in te stel len naar het oordeel van de bezoekers, van wie 69.2 pet. haar uitmuntend von den. 29,7 goed en 1.1 slecht', Voor het spel van Greer Garson waren de cijfers 80.4 en 19 6; voor het verhaal 40.2, 53.7 en 6.1, Het merkwaardigste is wel dat men over de lengte 'de vertoning duurt ruim 2 uur) van opinie was: te lang 21.7, goed 72.8 en te kort 5-5 pet. Wat dit laatste betreft kunnen we minder grif met de meerderheid accoord gaan dan met de 96.7 pet, die het filmbeeld een algemene aanbeveling meegeven. L. H. De bekende klokkengieterij Petit en Fritsen te Aarle-Rixtel gaat uitbreiden Er is reeds een hal gebouwd van een oppervlakte van 450 m2. Hierin zijn twee ovens ondergebracht met een ge zamenlijke capaciteit van 9 ton. Zodra deze ovens in bedrijf komen, zal het mogelijk zijn 15 tot 20 klokken per week te gieten. Deze verhoogde productie zal tevens een aanmerkelijke prijsverlaging met zich meebrengen. De grondstoffen koper en tin zijn in voldoende mate aan wezig. Uit binnen- en buitenland blijven de orders binnenstromen. Momenteel wordt er gewerkt aan de uitvoering van bestellingen uit Canada, de missiegebie den in Zuid-Afrika en West-Indië. Bovendien is het carillon voor de stadhuistoren te Rotterdam, dat 50 klokken omvat en 30.000 kg. weegt, in bewerking. De grootste klokken hiervan „Vrede" (7000 kg.), „Arbeid" (5000 kg.) en „Welvaart" (3500 kg.) ziin bijna gereed. De wilde staking onder de Schotse mijnwerkers heeft thans vijf dagen ge duurd en de eerste tekenen van inzin king beginnen zich te tonen. In 13 van 93 mijnen zijn de arbeiders weer aaii het werk gegaan en vakverbondfunctio narissen hopen, dat alle arbeiders Maan dag het werk zullen hebben hervat vat. Thans zijn nog 22.000 man in staking. Naar schatting zijn door deze staking 134.000 ton steenkool minder gedolven. Niet tevreden met net zoveel gewone eieren als ze maar willen, gaan de Amerikanen binnenkort vierkante eieren eten. De uitvinder David Adams staat op het punt om een kubus van plastic te gaan fabriceren, waarin de inhoud van een kippenei wordt gedaan en verzegeld. Volgens Adams hebben deze „vierkante" eieren de volgende voordelen: ze breken niet; ze. rollen niet; ze sparen bergruimte, blijven lan ger vers en springen niet tijdens het koken. Ons Romanbijvoegsel fèoOCXDOOOOOOOOOOQOOOQOOGX-JCXDOOeXjKXDO^ INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE Tijdens een wandeling ^rdt de oude heer Ambrose Pennyfeather door een onbekende doodgeschoten. Van dader en motief ontbreekt SPGraaf George Lanchester e? broer Yves zijn onder de Indruk van het drama, doch er boven dien andere zorgen: de volSe»de™" gen moet een snoer met zeer kostbare stenen van smaragd worden Seh bij de sultan van Sulungu, dae iene "fei&r V3ÜX do Engelse Koning nieuwe steen erbij krijgt als teken van vriendschap. Daar graaf Lanchester wegens ziekte zelf het halssnoer niet Ikan halen, gaat zijn broer Yves, ver gezeld door John Meredith, die een beroemd detective is. Ze worden op onheuse wijze door de sultan ontvangen en brengen daarna het snoer naar de beroemde juwelier, Jean Monachet, die consta teert, dat de stenen vals zijn. De sultan blijkt misleid te zijn en het halssnoer aan oplichters te hebben meegegeven. Hij verdenkt zijn nicht, Anne de Vassignac, die nog steeds aanspraak doet gelden op de troon van Sulungu. Ook tegen de secretaresse van Lord Lanchester, miss Norma Hailey, koes tert Meredith verdenkingen In werke lijkheid blijkt dit meisje Nora Bailey te heten en in de kring van gravin de Vassignac te hebben verkeerd. Intussen heeft Philip Horton, een medewerker van de gravin, 'n leeg staand huis betrokken, dat grenst aan het kerkhof waar mr. Penny- feather begraven ligt en waarvan 'n zekere Huff beheerder is. Prins Satsui, die ook in het com- p'ot betrokken is, draagt Huff op, te zorgen, dat Meredith uit de weg geruimd wordt. Is die Sims een grote, sterke kerel?, vroeg Satsui, de vraag van Huff negerend. De man knikte: Ja, een formida bele vent. Hij is momenteel vrij. Ik heb hem laatst nog gesproken. Heeft u mischien een karweitje voor hem? Ja. Sir John Meredith moet van de aardbodem verdwijnen. Zo, zo, John Meredith, mompelde Huff, die zich moeilijk een aantrekke lijker doch evenzeer gevaarlijker object voor 'n moordaanslag kon bedenken: Ja het zou voor ons 'n geruststelling zijn, als die was opgeruimd. Zit hij achter u eh koestert hy belangstelling Voor Uj mynheerJ. Nou en of! Maar niet alleen in mij. ook in jou, Huff. Wat?, échrok Huff, die doodsbleek werd. Dacht je soms, dat hij zijn oude vriend Huff vergeten zou? Hij heeft de zaak tegen mij niet geleid, verweerde Huff zich. Dat kan wel, maar Meredith heeft een prima geheugen voor misdadigers, ook al heeft hij zelf niets met hen te maken gehad. Zeg, heb je Meredith eigenlijk wel eens gezien Ja, toen hij bij de begrafenis van mr. Pennyfeather tegenwoordig was. En wat deed hij daar?, vroeg de prins vol spanning. O niets. Hij vergezelde Yves Lan chester, waarmede hij goed bevriend is. Het kan heel goed zijn, dat hij toeval lig bij de Lanchesters logeerde en dus zonder enige bedoeling by de begrafenis aanwezig was. Zou je hem herkennen als je hem weer eens zag?, vroeg de prins Ongetwyfeld. Dus je zou 'm je vriend Simms, die 'm om het leven moet bren gen, kunnen aanwijzen Eh ja...... dat zal wel gaan, bevestigde Huff, niet al te enthousiast. Goed. Je weet je werk, Huff, ik kan voor de rest alles wel aan je over laten. De beloning voor Simms en jou zal heel behoorlijk zijn, maar laat Mere dith in geen geval ontsnappen. Komt in orde, fluisterde Huff be nepen. De volgende dag nam Henry Huff de eerste trein van Ipswich naar Liver- poolstreet. Vandaar ging hij per bus verder naar Shadwell, alwaar hij haas tig zjjn weg koos naar het café „De rode haan", waar meestal de prominen te figuren uit de Londense onderwereld bijeen waren, voorzover ze niet op kar wei of achter de tralies zaten, omstan digheden, die elkaar vrij regelmatig af wisselden. Maar zelfs als Simms er om een van deze twee redenen niet aanwe zig was, dan zou Huff's reis naar dit beruchte café toch niet tevergeefs zijn geweest, want meestal wisten de gasten precies, waar hun broeders in het duis tere ambacht zich op een bepaald mo ment bevonden. Hoe verwonderd was Huff dan ook, dat hy, toen hij de naam van Simms genoemd had, zich tegenover een drei gende stilte geplaatst zag. Geen der mannen zei iets, en Huff begreep, dat hy zich om een of andere reden op ge vaarljjk terrein begeven had. Hy nam plaats aan een tafeltje, ge bruikte wat en hield zich net, of hij zich heel toevallig de naam van Simms had laten ontvallen, doch verder geen belangstelling voor hem koesterde. Hij praatte over allerlei andere onderwer pen, hopend, dat de een of ander hem ongevraagd toch nader», inlichtingen zou verschaffen. Dat gebeurde eerst tegen sluitings tijd. De eigenaar kwam naar hem toe en vroeg: Kwam je hier om inlichtin gen over Harry Simms? Zo is het, bekende Huff. De eigenaar wees met zyn hoofd naar de deur van zyn woonvertrek, dat vlak achter het buffet lag. Ga even naar binnen, zei hy toen. Huff deed dat, doch met kloppend hart. Men kon nooit weten, wat er achter stak. De eigenaar volgde hem echter op de voet en nauwelijks had hij de deur gesloten, of hy vroeg: Nu, vertel eens op: wat was je bedoeling? En vertel me eens, wie je zelf bent. Henry Huff, kwam prompt het antwoord en om de caféhouder op z'n gemak te stellen, volgden ook de andere antecedenten van de handlanger van prins Satsui: Bij de politie ook bekend onder de naam Horace Higgins. In Sep tember 1934 voor drie jaar in de gevan genis gestopt. Was betrokken in het zaakje tegen Freddie Menster. De caféhouder knikte. Deze inlichtin gen waren uit zyn oogpunt bezien, althans! niet ongunstig. Maar voor zichtigheid was geboden en daarom vroag hij, wie de buren van Huff waren geweestgeduremde die drié jaren. Huff noemd een paar-namen en andere bij zonderheden en dat overtuigde de eigenaar van „De rode haan". De vreemde ontvangst in het café was, zoals Huff achteraf begreep, dus te wijten geweest aan wantrouwen. Het gebeurde wel meer, dat een detective van Scotland Yard op listige wijze pro beerde, inlichtingen in te winnen. Goed, zei hij tenslotte, alsof Huff na een zwaar examen geslaagd was: En waar heb je Simms voor nodig? Dat ja een nrivé-kwestie, ant woordde Huff. U°ed. Dat zijn mijn zaken eigenlijk ook met. Ga maar naar boven en klop °Ptt deur aan ie rechterhand. Huff beklom de trap en klopte op de aangewezen deur. Een ruwe stem mom pelde iets. maar Huff waagde het nog niet, binnen te treden, alvorens hij een duidelijk blijk van toestemming daar toe had. Hy klopte dus nogmaals. Ik zei tooh al, dat ie kunt binnen komen, klonk het nu luider: Of wil je soms. dat ik naar buiten kom? Met ge noegen, maar dan enkel om je je nek te breken. Huff stak ziin hoofd om de deur en groetteHallo, kameraad; hoe gaat het ermee? Harry Simms zat aan een houten ta fel. Hij was groot en gespierd, m ziin woeste kop deed aan een of ander ver scheurend dier denken. Zijn gezicht was overdekt met littekens, herinneringen aan gevechten met politie en bende leden. Van zijn rechteroor was de bo venste helft koelbloedig afgesneden door rivalen, die zich van hun vijand wilden ontdoen door hem een niet te verwijderen littekens te bezorgen, waar aan de politie hem heel gemakkelijk zou kunnen herkennen. Hy had een bril op en zat te lezen in een boek. Voor hem stond een fles met hier. Hallo, Harry, groette Huff nog maals, daar hy geen antwoord had ont vangen. Hij deed enige stappen in de kamer en vervolgde toen: Het is al een hele tyd geleden, sinds ik je gezien heb. Laat eens kyken, ik geloof, dat ik je sinds we samen in de - Wie my over de gevangenis spreekt, zal ik z'n nek breken, kondigde Simms aan, dreigend met de ogen rol lend. Hij was altijd heel erg vlug met bedreigingen. Zoals je wilt, Harry, zoals je wilt, suste Huff: In ieder geval vind ik het heel erg prettig, je weer eens te zien. Ik kan je gevoelens niet geheel delen, gromde Simms, die zich weer voorover boog en begon te lezen, alsof hij daarmede wilde aanduiden, dat de bezoeker verdwijnen kon. Je bent niet eng aardig, Harry, verweet Huff: En dan kom ik je nog wel een karweitje bezorgen, Simms zette langzaam zijn bril af, keerde het gezicht naar zyn oude bajes- vriend en vroeg op een voor zijn doen tamelijk beminnelijke toon: Wat zei je Een karweitje Jazeker, man, en zelfs een heel goede ook. Kwestie van Huff sprak niet verder, maar maakte met zijn handen een gebaar, dat aan duidelijkheid niets te wensen over liet. Hum!, antwoordde Simms, die zeer geïnteresseerd bleek: Wat er gedaan moet worden, komt er op het ogenblik minder op aan, maar wel wil ik weten, wat de beloning zal zyn. Toch ljjkf het me beter, dat ik je eerst evenbegon Huff, maar de ander onderbrak hem met een ongedul dig gebaar. Hoeveel?, vroeg hij kort. Wel, Harry, de kerel, die mij de opdracht gegeven heeft, wil je er vijf duizend gulden voor -geven. Het boek viel uit Simms' handen. Hy stond langzaam op; zijn ogen stonden wijd open en zijn mond was opengeval len van verbazing. Dat is me wat!, riep hij tenslotte uit: Vijf duizend gulden!'Geweldig, zeg! De vent, die me dat betaalt, moet wel een prins of een millionnair zijn. En eh.... Huff, hoeveel mensen moet ik daarvoorehuit de weg rui men? Eentje maar. Eentje maar!, zuchtte Simms, die nog nooit van zijn leven zo'n geweldig „honorarium" voor zyn lugubere kar weitjes gehad had: Daar moeten we eens op drinken, Huff. Hij greep de fles, maar vóór hij haar te pakken had, overviel hem een ge dachte. Hij trok zyn hand terug en vroeg: Vijf duizend gülder, is een ge weldige hoop geld. Maar ik hoef. daar toch geen eerste minister of zo voor (jg Neen, neen, stelde Huff hem ge rust: Het gaat enkel maar om een voor malige politieman. O, is 't 'm dat maar, lachte Simms: Dat zal me dan een bijzonder genoegen zijn, dat verzeker ik je, Hüff. En wie is degelukkige? Meredith, antwoordde Huff. Simms, die intussen het flesje in zyn handen had, liet het plotseling vallen. Huff schrok van het lawaai. Daarna was er even stilte in de kamer. Simms staarde voor zich uit, kennelijk ge schrokken. Toen haalde hij diep adem en zuchtte: Weet je wel, wat je daar van my vraagt, Huff? Meredith, niet waar? Dat is de gevaarlijkste man voor ons, die er in geheel Engeland rond loopt. Vijf duizend gulden is een hand vol geld, maar MeredithJe gelooft toch zeker niet, Huff, dat ik voor dat ge'ld willens en wetens zelfmoord ga plegen? Neen, je bent tot de verkeerde gekomen, Huff. Ik voel er niets voor. Bedenk toch tens, pleitte Huff' wat je vefspeelt, Simms. Vijf briefjss- die ieder meer waard zijn, dan je 001 in je leven bijeen gezien hebt. Alles goed en wel, maar ik z°u van dat geld willen genieten en je weeit heel goed, dat ik, als het om Meredith gaat, daar absoluut geen kans toe zal krijgen. Ik wil wel proberen, stelde Huff voor: mjjn opdrachtgever te bewegen, er nog een paar honderd by te doen. - Hoe ver zou hy in het uiterste ge val gaan? Ik denk wel, dat ik hem kan be praten, je er zes duizend te geven. Simms keek zyn bezoeker woest aan Ik heb je door, vriendje, schreeuwde hij: Er is jou natuurlijk een veel hog bod gedaan en nu wil je alle r!s"j°nSt_ my afschuiven en er zelf een zoet. gen je van opstrijken. Misschien bedrag, dat groter is, dan Je Hi| sprong op on Nou, vooruit! Schietop, als je er prjjs op stelt, nog een paar jaar te blyven leven. Zeven en vijftig honderd gulden, verzekerde Huff, die heel erg geschrok ken was van deze plotselinge uitval. Je liegt het, brulde Simms: Hij zal j,e er "heus wel tien duizend hebben aan geboden. Zijn hand, hard als een nijptang, greeip naar Huff's hals en met zyn ijzer- sterke kracht schudde hii zijn kameraad weer eens flink door elkaar. Hou maar op met je leugens, schreeuwde hij onderwijl: Ik waarschuw je voor de laatste maal. Heeft hij je niet tien duizend gulden aangeboden? Ja, bekende Huff in doodsangst. Sim-ms liet hem nu los, gaf hem een f'inke klap in 't gelaat en ginK °e, rustig op de tafel zitten, wetend, da hii wegens ziin brute kracht niets va, Huff te vrezen had. Goed. Over tien duizend gulden is te praten. Daarvoor wil ik het we oen, on voorwaarde, dat ik mijn eigen p an mag opstellen en uitvoeren. Het is jam mer, dat ik hem nooit van aangezicht tot aangezicht gezien heb. Mün vrien den in dehumie weet wel hebben me veel over hem verteld en ik heb altfld groot ontzag voor hem gehad, dat wil ik je eerlijk bekennen. Maar nog nooit heeft hy een zaak tegen mij ge leid en ik ken hem dus enkel van foto's. Dat alles is geen bezwaar, verze kerde Huff, blij, dat hy bevryd was uit de handen van de sterke kerel en ook, dat deze de opdracht van prins Satsui had aangenomen. Ik ken hem heel goed en ik zal hem je wel aanwyzen Goed. Maar denk eraan, ik wil in ieder geval vijf duizend gulden voor schot hebben. Als ik dat met krijg, denk ik er niet aan het te doen. De rest van het geld moet my worden overhandigd, zodra ik mijn werk verricht heb. Ik zal -daar met mijn opdrachtge ver over spreken, beloofde Huff. je moQgt er over spreken zoveel -je maar wilt, mopperde Simms, maar je kent mijn voorwaarde. Vijf duizend gul den moet ik hebben, en wel zo spoedig mogelijk. Kom hierheen. Simms, fluisterde Huff, terwijl hij zelf door een bescha digd gedeelte kroop van de heg, die rond het huis en de tuinen van Sir John Me redith liep: Pas op de doornen. Zodra ze zich in de tuin bevonden, verborgen ze zich achter de zware bo men, die het huis omgrensdem Hoe ben je van plan, hem te ehbehandelen?, vroeg Huff Dat gaat jou mets aan, bromde Simms boos: Vertel me liever, of je al les te weten bent gekomen, wat ik je opgedragen heb uit te vissen. Ja, dat is in orde. Er is behalve Meredith nog één man in 't huis. Een grote, sterke kerel is 't, dus het zou het mooist zijn, als je hem uit de weig kon blijven- Sim-ms knikte. Laat dat maar aan mij over, zei hij overmoedig: Mijn methode van wer ken is gebaseerd op overleg, dat wéét je onderhand wel. Ik sla enkel toe, als krijg meest gunstige gelegenheid toe Bas op!, waarschuwde Huff: Er komt iemand aan. XXII Simms en Huff verscholen zich achter een zware beuk. Het geluid van voet stappen kwam nader en nader. Voorz'®" tig keken de beide mannen toe en zagen hoe een grote man op leeftijd P het huis van Meredith toeliep. TcrtHuff grote verbazing herkende h J derd' Wat bedoel je daarmee. Wel ik heb die vent gisterenavond in Weyland in een cafe ontmoet. Hij heet Smith en is verslaggever van de een of andere Londense krant. Zo, en heb je dat geslikt?, vroeg Simms boos: Je bent een grotere stom meling dan ik dacht, Huff. Iedereen, die er kijk op heeft, kan zó zien. dat dat een politieman is. Een politieman?, vroeg Huff ver wonderd. Hij keek zijn vriend angstig aan: Maar(j.aar geloof ik niets van. Nou. neem het maar van mij aan. Hy is iaren'a"-- na*'*t»nt geweest van Meredith en hij heet Beef. Wat?, klonk het verschrikt: En ik heb die vent nog wel geantwoord, toen hij me een paar vragen stelde. Zo. antwoordde Simms. terwijl hij z'n kameraad aankeek of "hij 'm levend '-vilde villen: Mijnheer heeft 'n nog ant woorden geseven ook! Je bent een Kijk. kük! Wie is die kerel, die de deur open doet? Dat is 'm, antwoordde Huf: Dat is Meredith. Zo. Hum! Een sterke kerel, ge loof ik. Vergeet niet, dat de beloning heel erg groot is, bracht Huff in herinnering, bang, dat Simms zou terugtrekken. -T- Wees maar niet bang. Ik zal die beloning heus wel in de wacht slepen, verzekerde Simms: Maar ik werk beter, als ik alleen ben. Verdwijn dus. en zorg er voor, dat ik het resterende geld krijg, zodra het karweitje achter de rug is. Meredith zat op zyn kamer en over dacht de mededelingen van Beef, die Inmiddels weer was teruggekeerd naar zijn eigen woning, welke slechts enkele honderden meters verder lag. Het was inmiddels half elf geworden en Meredith was tot de conclusie gekomen, dat het 't beste was, dat Beef zich voor een tweede maal naar Weyland zou begeven, om daar nog wat inlichtingen over de dood van mr. Pennyfeather te trachten in te winnen. Hij ging even naar de woonkamer en waarschuwde zyn echtgenote. Juanita, ik ga even naar Beef toe. Ik moet nog een paar dingen met hem bespreken, want morgenochtend moet hij zo vroeg mogelijk weer naar Weyland toe. Ik geloof, dat we een stapje nader zijn gekomen tot de ont knoping van de moord op mr. Penny feather. Je blyft toch niet lang weg, John? -O neen, hoogstens een kwartier tje, verzekerde Meredith. Vanaf de plaats, waar hjj zich ver scholen had, zag Simms zijn slachtof fer nader komen. Het was donker, maar de halve maan gaf voldoende licht om de gedaante iedere stap te kunnen volgen. In zyn rechterhand had Simms een ploertendoder, een wa pen, dat in zijn handen nóg gevaarlij ker was dan een revolver. Meestal was één slag voldoende Meredith liep zeer snel en veer krachtig, zonder weifeling zyn weg kiezend. Het is wonderlijk, hoe op zich zelf nietige dingen soms uiterst belajigriJke gevolgen kunnen hebben. In dit geval redde Rupert het zoontje van Meredith, het leven van zijn vader, door een-heel onbelangrijke nalatigheid. Het kind speelde altijd in de tuin met zyn autoo tjes en andere wagentjes en moest die 's avonds altyd weer in zijn kamer opbergen. Het was nu echter één wa gentje vergeten en dat stond aan de tand van het pad in het gras. Simms had het ding niet gezien. Toen hij de schim van Meredith vlak voor zich zag, deed hjj enkele passen vooruit, hief zijn wapen op en struikelde, met zyn volle gewicht val lend op John Meredith, die hevig schrok, doch geen ogenblik zijn tegen woordigheid van geest verloor. Hjj greep onmiddellijk zijn aanvaller vast, maar die gaf zich niet direct gewonnen en er ontspon zich een heftig gevecht. De krachten waren gelijkwaardig, doch Meredith was veel berekender in zyn aanvallen. Simms was wel degene, die het meest geschrokken was van de onverwachte gebeurtenis. Hij had er nog maar een flauw idee van, wat de oorzaak van zijn nederlaag was geweest. Dat het een nederlaag zou worden, begreep hij maar al te goed Eindelijk kreeg Meredith de ploer tendoder te pakken en ook hy had enige kennis var. het hanteren van dit wapen. Simms brulde, toen hij er een flinke klap mee kreeg, vlak onder zijn kin. Meredith zag kans, op te springen en daarna greep hij zijn nog steeds onbe kende tegenstander niet al te zachtzin nig beet en zette hem overeind. Simms, bang, dat er een tweede klap zou vol gen, riep op haast smekende toon: Sla me niet! Ik heb het verloren. Sla me niet. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1947 | | pagina 6