Hoe raken wij ons fruit kwijt V jeugdige lezerskring STOKJE van dankbaarheid L Ts-, hoe zit dat? Ivinder- bezoek HET] GESCHENK AAN DE SULTAN oor onze ANG zullen ze leven OP Kr/rïu i. r'ïr^: door Francis Gerard ZATERDAG 15 NOVEMBER 1947 Telers hebben critiek op de handel pagina GARE GRADUS VOOR VEILIG VERKEER OOOGOQQOGGOOOOOOOOOOOOOOO© OO0GQGO0OOOOOOOOOOOOOOOOO© inhoud van het voorafgaande 15) De Stadsschouwburg te Utrecht was gisteren bezet met fruittelers, die een Fruitteeltdag hielden, waarop voor namelijk de afzetproblemen onder de loupe werden genomen. De heer C. Boudewjjn, voorzitter van de Ned. Fruittelersorganisatie, mocht ook het welkom toeroepen - an verschil lende autoriteiten, van wie wjj noemen ir. A. W. v. d. Plassche, directeur van de Tuinbouw; ir. J. S. Keizer, directeur- generaal van de voedselvoorziening n de heer G. P. Roeyackers, voorzitter van de Stichting van de Landbouw. Lpr. wees verder op het verschil in in- .it, dat bestaat in kringen van telers, a/organisaties en groot- en klein- andelaren omtrent de afzetmogelijk- .en. Er zullen nieuwe vegen gezocht neten women, doch de visie op het o3leem is meestal te bepe-kt. Spr. neeft geen critiek op levering van teler naar consument, maar daarmee is het vraagstuk niet opgelost. Wij mogen het niet zoeken in een volledige uitschake ling van de groot- en kleinhandel, maar zullen als telers wel mogen eisen, dat de handel zijn taak zo efficiënt mogelijk uitvoert. De fruitteelt zal in de toekomst met grote moeilijkheden te maken hebben en over de exportmogelijkheden is spr. niet optimistisch. De oplossing van de afzetproblemen zal op de eerste plaats liggen op het terrein van wetenschap pelijk onderzoek om. het product zc goed en de bedrijfsuitkomster. zo gunstig mo gelijk te maken. En hier vond de voorzitter een uit stekende gelegenheid om een der gasten om zijn wetenschappelijke arbeid te huldigen, prof. A. P. Sprengers, die na 30 jaar in Wageningen hoogleraar te zijn geweest, zijn functie neerlegt. Er werd prof. Sprengers een boek werk aangeboden, waarvoor deze in geestige bewoordingen dankte. Betekenis van de veiling Vervolgens sprak de heer M. Prins, voorzitter van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen over „De rol en de betekenis van de veilingorganisatie voor de afz^t van ons fruit in het ver leden en in de toekomst." Het was een duidelijk en scherpzinnig betoog, dat ge tuigde van een reëel inzicht, waarbij epr. uiteraard een pleidooi voor het in stituut der veilingen hield, waaraan de Ned. tuinbouw z.i. zijn ontwikkeling te danken heeft. Het principe van de veiling moet zijn volledige aanvoer tegen vrije priis. Wel is een regeling van de minimumprijs no dig. Spr. betwijfelde of de instelling van een weerstandsfonds voor onverkochte producten wel een juist middel is om self-supporting te bereiken. Een nauwe samenwerking tussen tuinbouw en han del is beslist nodig. Wel moet de han del gesaneerd worden; van de 25.000 kleinhandelaren, die ons land telt, haalt een groot deel niet een omzet van 5000 a' lus spreker. Spr. is voor de oprichting van enkele verbruikscoöperaties in de steden en merkte op, dat de politiek, die ce han del de laatste jaren heeft toegepast niet bevorderlijk was voor de afzet daar speciaal in gezinnen met lage inkomens minder fruit gebruikt kon worden. Spr. wil doen vasthouden aan het ver plicht veilen, dat hjj eer als een recht dan als een plicht wil beschouwen. Binnen enkele jaren dubbele productie De heer G. van 't Riet, directeur van het Bedrijfsschap van groenten en fruit hield een beschouwing over de afzet mogelijkheden van fruit in binnen- en buitenland en stelde voorop, dat wjj er rekening mee moeten houden, dat de productie van fruit binnen enkele jaren het dubbele zal zijn va.i voor de oor log. De toekomstige productie wordt geschat op rond 360.000 ton, wat op een bevolking van 10 mill-oen zielei niet overdreven lijkt, maar men moet in aan merking nemen, dat 70 pet. van het fruit in drie maanden, n.l. Augustus, Septe mber en October, moet wo, '.en ge- consumee-d. De afzetmogelijkheid in eigen land is dus een kwestie van sprei ding. Naar zacht fruit is gelukkig grote vraag vooi industriële doeleinden. De eerstkomende jaren za.1 er zelfs aen te kort aan zijn, maar toch ontraadt spr. te grote uitbreiding van de teelt van zacht fruit. De verkoop van hard fruit zal over December verschoven moeten worden er iedere opslag dient te worden bevor derd. Tenslotte beval spr. meer stan daardisatie van het fruit aan. De heer P- H. W. Klamer, directeur van het Uitvoercontrolebureau ging de exportmogelijkheden na, waarbij hjj in het bijzonder wees op de betekenis van de kwaliteitscontrole. Export is zeer zeker nodig, omdat al ons fruit niet in eigen land geconsumeerd kan worden. IN TE LEVEREN BONNEN door detaillisten voor de week van 16 t.m. 22 Nov. 1947 Suiker: Q-04 div. (3 rts.), Q14, Q-15, Q-16 div. Q-21 suiker rts. b. G. 14 (1 yt.8.) Handelsverlies 10 pet. van de ingeleverde bonnen van de week 19—25 October 1947. Te verstrekk- no. coup. C 514, 515. Versnaperingen: Q-01 versn. (0.8 rts.), Q-03 versnap. rts. b. G 12 (0.4 rts.) Te verstrekk. no. coup. C 512. C 513. Afloss, week 19—25 Oct. 1947. Brood: R-03 res. (16 rs.), R-06, R-13 res-. R-01, R-li, R-21 brood (8 rts.). Rts. pon. G 21 (4 rts.) Coup. X 171. Te verstrekk. no. coup. D-053, D-054. D-055. Bloem: P-16, Q-16 res. (5 rts.), Q-03. Q-13 div. (1 rts.), Rts. b. G 23 (2V2 rts.), Rts. b. G 22 (1 rts). Te vestrekk. no. coup. C 516, 517. Afloss. week 19-25/10 '47. Melk: Q-13, Q-15 melk (10 rts.). Q-05 melk (6V2 rts.), Q-03 melk (6 rts.), Q-21 melk (5 rts.), Q-01 melk (4 rts.), Rts. b, G 39 (1 rts.). Afloss. week 19-25 Oct. '47. Te verstrekk. no. coup. E 006. Huihoudzeep: N-15 div. (2 rts.), N-04 div. rts. b. G 41 (1 rts.). Te verstrekk. no. coup. C 518. Afloss. week 24-30 Aug. '47. Tabak (detaill.): Q-01, Q-03 tabak (2 rts.), Rts. b. G 66 (1 rts.) Afloss, week 19-25 Oct- '47. Te verstrekk. no. coup. C 519, C 520. Textiel: Detaillisten: Toewijzing Dis- tex MD 85. 101 t.m. 140 VA, VB, VC, VD, VE 605 (1 pnt.) B, C, D, E, F (5 p.), 101 t.m. 200 VF 605 A, B, C, D, E, F, VA 705 1 en 5 pnt., C82 en D81 1 en 10 pnt. Confectiebedr. en Confection- neurs:: Machtigingen Confectie Han delscoupures. Voor hen waarvoor deze week is aan gewezen Brandstoffen, Industriekolen: Coup. B, C, D, E verbr. Geen vervangingstoe wijzingen. Brandstoffen: TA 707 74 BV, 75 BV, 76 BV, 77 BV (3 rts), TB 707 74 en 76 BV (3 rts.), WA 707 1 t-m. 12e per. (1 rts.), WB 707 1 t.m. 12e per. (5 rts.). Rts bonnen 1 eenheid 1947/1948 (1 rts.) Eenboze stief-moeder hield helemaal niet van haar jongen en op alle mogelijke manieren probeerde zij van hem af te komen. Ze gaf hem heel weinig te eten, maar de jóngen wist in het bos nog altijd wel zoveel bessen te eten, dat hij tegen de verdrukking in groeide. De stief moeder probeerde het toen met veel slaag, maar ook dat deerde de jongen niet. Hij was zoveel buiten, dat zijn huid erg taai was geworden. Toen haalde de stiefmoeder een lelijke streek uit. Ze zei dat hij in het dorp een boodschap moest doen. Dat was nu niet zö erg. maar de weg naar dat dorp liep door een dicht bos, waarin een monster van een wolf huisde. Men had al ver schillende malen geprobeerd het beest te doden, maar geen van de jagers, die er op uit waren gegaan, was ooit terugge komen om zich te laten verschalken- De jongen wist hier niets vanaf en ging dus welgemoed op weg. Eerst voelde hij zich nogal goed thuis, want hij zocht aan de rand van dat bos altijd bessen. Hij praatte een beetje met zijn vriendjes (vogels, konijntjes en zo) en schoot aardig op. Hoe langer hoe meer voerde het pad echter door het onbe kende middenstuk van het bos en op het laatst wist hjj heg nog steg. Hij keek dus flink uit zijn doppen om het pad niet kwijt te raken en merkte daarbij onder een dikke boom een klein balletje op. Het bleek een eekhoorn te zijn. die verward was geraakt in de dunne takjes van de lage struiken en zolang had geprobeerd om los te komen, dat het beest op de duur helemaal in de knoop was geraakt. De jongen boog zich over het beestje heen, maakte het voorzichtig los en roef met een vaartje verdween het tussen de takken van de boom. Een paar tellen later kwam het echter weer pijl snel naar beneden. In de bek had het een Zo, twee weken lang had ik niemand om te feliciteren, hoe vreemd het ook is. Maar nu gaan we dan weer verder, alleen deze week maar, want dan heb ik twee weken lang weer niemand. Of hoor ik voor die tijd nog wat? Comie de W. is gisteren 12 jaar ge worden en hoewel ijj dus een dagje te laat ben, zijn mijn gelukwensen even hartelijk. Dan is vandaag Annie L. jarig. Hoe oud ben je nu feitelijk? Dat zou Corrie tne nog steeds schrijven, maar niets hoor Woensdag is mijn nieuwe vriendje Niki M. aan de beurt, die 10 jaar wordt. Een stevige knuist joh. Tot slot heb ik Zaterdag Miep N. Ze wordt 13 jaar en schijnt me hele maal te zijn vergeten. Spreekt je ge weten nu een heetje stokje en dat liet het in de handen van de jongen vallen. Toen verdween het opnieuw, nu voorgoed. Een kiein beetje verbaasd stond de jongen naar het cadeau te kijken. Wat was daar nu de bedoeling van? Maar kom, niet langer staan suffen, anders kreeg hij zijn boodschap niet ge daan. Dus stapte hij weer stevig door en het. stokje hield hij half en half vergeten! in zijn rechternand Na een half uurtje ritselde het in de struiken naast het pand en het hart van van de jongen stond stil, toen hij een grote wolvenkop tussen de bladeren zag steken. De wolf kroop nu helemaal te voorschijn, sperde zijn muil open en de jongen stak er in zijn angst het stokje in, dat hij nog steeds had bewaard En zie de wolf schrompelde ineen tot er niets van over was gebleven, dan eén klein zwart hondje, dat vrolijk rond de jongen sprong. Eerst was onze vriend nogal bang, maar na een poosje sprak zijn goede hart, aaide hij het beest eens over de rug en welgemoed zette hij de reis voort, het hondje op zijn hielen. Zonder verdere moeilijkheden deed hij de boodschap en voor het donker was. stapte hij weer bij zijn stiefmoeder binnen. Deze schrok vreselijk, want ze was bij zichzelf al blij geweest, zo mooi van hem af te zijn. Toen werd ze woedend. Ze nam een mes stak hem beide ogen uit en joeg hem toen naar buiten. Daar stond onze vriend nu. Hij was volkomen blind en door iedereen verlaten, nu zou zijn leventje wel voorbij zijn. Alleen? O nee, dan had hij het kleine hondje toch vergeten? Dat kefte heel ze nuwachtig en sprong net zolang tegen de jongen aan, tot deze door zijn tranen heen leahend het beestje oprnam en tegen zijn wang drukte. Maar het hondje was niet kopjes geven niet tevreden Het likte de jongen over de wangen, de neus en de ogen. Hemeltje lief, wat was dat Hee| langzaam begon de jongen weer vaag de bomen en planten te zien. Steeds zag hij scherper en eindelijk was een drafje rende hij naar een beekje. Even kijken of je er nog iets van zag en hij boog zich over het spiegelende water heen Oei, wat een schrik, dat was hij niet! Zo prachtig had hij er nooit uitgezien en wat knap was zijn gezicht. Peinzend, boe ^t zou zyn gekomen, lag" hij nog in het water te turen tnen hij ™kuu, W fvn gekomen, hijnog m het water te turen, toen hij zich plotseling op de schouder voel de tikken. Voor henvstond een beeld schoon meisje en aan haar voeten lag een zwart honden velletje. De jonsgen een zwart nonueuvc^ctje. ue jongen staarde haar verbaasd aan. ja. ber| het" zei het meisje lffb®n£_jk ben prin_ het zei net meisje uc,n prin_ ses van dit land, maar door een tove naar in een wolf veranderd omdat hij van mijn vader geen 2° kreeg Wolf zou ik zijn en blijven, tot ik iets te eten zou krijgen, dat uit dankbaarheid was gegeven en dat was het stokje, dat je in mijn mond wierp. Kom mee naar de ko ning, want hij zal je willen bedanken." Zo liepen ze samen naar het kasteel van de koning en daar deed de prinses het 'verhaal, ook van de boze stiefmoe der. Wat een feest was me dat. Drie da- gdn duurde het en toen was de koning zo ingenomen met de jongen, dat hij hem van alles leerde, wat een koning moet weten. NlJ. de rest hoef ik feitelijk niet te hrf,u «o -Natuurlijk, er was een mooie Pfb De stiefmoeder? Die werd op- j en sleet haar vérdere leven in onkere cel met veel ratten. De koe-achtige waarheid was: „Sterke drank is slecht voor kinderen". Dus nooit van de kruik snoepen, hoor Deze week beginnen we met het zoe ken van wat lekkers uit de volgende zinnetjes: 1. Dolf, lik je bord niet af 2. Lekker smaakt dat. 3. Doet Aart hèt ook. En dan 3 gewone raadsels: 4. Welk woord maakt u ziek, als er slechts één letter af gaat? 5. Trek 5 van 5 af en houd 5 over. 6. Brussel begint met B en eindigt met F. Hoe kan dat Alle schippers op de rivieren hebben naar regen gesnakt, want dan konden ze weer varen. Ik houd niet zo van die nattigheid, maar een beetje kan toch geen kwaad, want de brieven stromen gezellig binnen. En dus val ik maar ineens aan. Oei, Riet H. (dl j-), wat ben jij laat de beurt, hè? Maar jullie brief kwam net, toen ik al volgeboekt was. En vindt Bram het fijn 7 Dat zal zeker wel, niet Wat je aan het maken bent, is dat een cadeau of niet? Het is anders wel knap van je. Kijk nu maar gauw naar je op stel en sterkte met je voeten! En Annie H, (9 j.) heeft ook weer aan me gedacht. Jammer zeg van Alie ik had er vast op gerekend. Dacht je soms, dat ik je naam niet kon ontcijfe ren, ha, ha, ha, ik maak toch steeds zelf die raadseltjes. Misschien dat ik nog wel eens een heel moeilijk geheim schrift opgeef. Zeg, nu wacht je toch zeker zolang niet meer Bravo,Bram H. (8 j.), leuk, dat je er nu ook bij bent. Je moet het me gauw schrijven, wanneer je voor het eerst de H. Mis hebt gediend, want ik ben nieuwsgierig, hoe het gegaan is. Schik gehad op Pa's verjaardag. Feliciteer hem nog maar van me. Nu tot de vol- midden. Bep komt zeker toch ook nog^ Ik houd een plaatsje open, Gerard, een kruiswoordpuzzle komt ook nog wel, maar ik denk zo tegen Kerst mi!. Zo, dus je wilde niet me concur- reren Nu ik zal eens uitkijken mis schien kom ik nog wel eens iemand te gen, die wil schrijven. Dank voor je mop en raadsels. Jos v. d. M. (10 j-) heb je nogal pleizier gehad op het, feestjeMooie prijsvraag, maar bid je ook echt iedere dag voor de soldaten? D°en «oor, want dan voelen ze zich veel meer op hun gemak. Zeg, je vragen komen binnen kort aan de beurt, alleen^ moet je eerst schrijven of „morandum wel goed is. Ik geloof het niet. Sannie H. (11 j-)> hen blij ook van jou weer eens wat te zien. Ja hoor, mijn vacantie was heerlijk, alleen kort hè? Ik vind het fijn, dat het voordragen zo leuk is gegaan endat je nog lek ker gesnoept hebt. Is dat gedichtje niets voor de courant? Zeg dat wel, Catharientje de 3. (9 j.), ik heb je een tijd gemist. Zo, je ver jaardag staat nu genoteerd, wat een rare dag hè? Fijn zeg, dat je zoveel raadseltjes mee bracht. Een paar heb ik er al eens van gehad, maar de meeste kon ik toch gebruiken. Nog even nieuwsgierig blijven, meiske! Zo, Niki M. (10 j.) je bent nog net op tijd voor je verjaardagJa jóh. Moeders zijn altijd vréselijk knap, daar kan je toch niet tegen op. Nou of ik van die boot afweet: nu wel koud hè voor je broer? Zeg, dan heb ik jou wel eens horen zingen, bet ging werkelijk geweldig Wel, klka S. (12 j.), ik moet zeggen. dat je een trouwe klant bent geworden;' rijn hoor. De vorige keer kon ik je ver- aaitjes niet gebruiken, maar deze keer i<ft i18 1 beter getroffen. Op foutjes let ik niet hoor, dus daar hoef je het niet voor te laten. Tot volgende keer en bedankt voor je moppen. Inderdaad Plonia H. (7 j.), dat is een tijd geleden, maar het geeft niet, want we 'beginnen helemaal opnieuw. Leuk hè, als die kleine kinderen zo'"i leven maken. Hè, dat is leuk van je nicWtjes; opletten alleen, dat ze het ook doen. Nee, Zwarte Piot laat mij wel met rust, hoor. Jou ook? Marietje S. (12 j.), eindelijk weet ik dus, wanneer je jarig bent. Troost je anders maar, want ik ben ook meestal in de Vasten jarig. Wat jammer toch, dat je vader weer erger was, dan heb je haast geen plezier. Moed houden, misschien weet de professor er wat op. En hoe is het afgelopen met je? Erg pjjn gedaan Ha, Betty J. (11 j.) zo is het stuk ken beter. Dat vind ik fijn zeg, dat je met O. L. Heer zulke beste maatjes bent. Zo moet het ook, maar ja, bjf veel mansen mankeert daar wel eens wat aan. Dat zal best een dure St. Nico- laas worden. Dat adres is voor elkaar hoor. Ik zal haar blij laten maken. Dank voor je mop, Betty. Zeg Henk H. (12 j.), ik vind het na tuurlijk reuze leuk, dat je ook gaat schrijven, maar denk erom, ik heet Oom Luuk hoor en niet Niek. Je ver jaardag is genoteerd en ook je mop. Je vindt het toch niet erg,, dat ik de mop een klein beetje Verander. Je zult zien, dat die dan nog lolliger wordt Nu moet ik er toch heus uitscheiden, want anders komt het verhaaltje in de verdrukking. De andere briefjes zijlt volgende week het eerst aan de beurt. OOM LUUK. TG' QQGGGGQGOGGOGGGOQQC^QOGQG®QG®OOQO9OGGOGOGOOOOO®QGQQ<y^®o®®0O0OOGOOQOQQ0OOQOOOQQOGO®QO0G0OOGGOGG^OG000^ Ons Romanbijvoegsel 'OGOGOOOOOOOOCXDOOGO99OO0000OOOOOOOOOOOOL3OOOOOOOOGOOOOOOOOOOOOGGOOOOOOOOOOOSOQOOGO00000O00000OOG Tijdens een wandeling wordt de oude heer Ambrose Pennyfeather door een onbekende doodgeschoten. Van dader en motief ontbreekt ieder spoor. Graaf George Lanchester en zijn broer Yves zijn onder de indruk van het drama, doch er zijn boven dien andere zorgen: de volgende mor gen moet een snoer met zeer kostbare stenen van smaragd worden gehaald bij de sultan van Sulungu, die ieder jaar van de Engelse koning een nieuwe steen erbij krijgt als teken van vriendschap. Daar graaf Lanchester wegens ziekte zelf het halssnoer met kan halen, gaat zijn broer Yves, ver gezeld door John Meredith, die een beroemd detective is. Ze worden op onheuse wijze door de sultan ontvangen en brengen daarna het snoer naar de beroemde juwelier, Jean Monachet, die consta teert, dat de stenen vals zijn. De sultan blijkt misleid te zijn en het halssnoer aan oplichters te hebben meegegeven. Hij verdenkt zijn nicht, Anne de Vassignac, die nog steeds aanspraak doet gelden op de troon van Sulungu. Ook tegen de secretaresse van Lord Lanchester, miss Norma Hailey, koes tert Meredith verdenkingen In werke lijkheid blijkt dit meisje Nora Bailey te heten en in de kring van gravin de Vassignac te hebben verkeerd. Intussen heeft Philip Horton, een medewerker van de gravin, 'n leeg staand huis betrokken, dat grenst aan het kerkhof waar mr. Penny feather begraven ligt en waarvan 'n zekere Huff beheerder is. Prins Satsui, die ook "in het com plot betrokken is, draagt Huff op, te zorgen, dat Meredith uit de weg geruimd wordt. Deze aanslag mislukt Huff wordt vermoord, getroffen door eenzelfde kogel als waarmede mr. Pennyfeather gedood werd. Boven dien werd hij gestoken. Sir John noteert alle feiten en trekt daaruit conclusies. GEVOLGTREKKINGEN. 1. De Vassignac en Co. moeten nauw keurige inlichtingen hebben ontvangen omtrent alle details van het bezoek, dat Yves Lanchester en ik aan de sultan zouden brengen. 2. Deze inlichtingen kunnen alleen Verstrekt zijn door iemand, die voort- durend in zeer nauw contact staat met de familie Lanchester. 3. De secretaresse van George Lan chester blijkt geen Norma Hailey, doch Nora Bailey te heten. Stond in Parijs in connectie met de gravin dc Vassignac. 4. Miss Hailey bracht een bezoek aan mr. Horton. (Zie telefoongesprek van mr. Horton met de gravin). 5. Het mysterieuze telefoongesprek met de Parijse advocaat wekt het ver moeden, dat Anne de Vassignac zich eind September naar Sulungu wil be geven, om daar, waarschijnlijk met be hulp van de Japanese prins, te trach ten, de troon te veroveren. Het hals snoer zou haar daarbij goede diensten kunnen bewijzen. (Bijgelovige bevol king!) 6. Indien Huff een bendegenoot van de gravin en de prins in op dracht van deze „edellieden" werd vermoord, dan volgt daaruit, dat óók mr. Pennyfeather door hen werd ge dood en dat diens dood dus eveneens zij het om onverklaarbare reden in verband staat met het Sulungese halssnoer. VRAAGTEKENS. 1. Welk verband bestaat er tussen Ambrose Pennyfeather, gepensionneerd rijksambtenaar, en gravin de Vassigriac en haar bende? 2. Met welke bedoeling woont Phi lip Horton, een handlanger van de gravin, in het dorp Weyland. alwaar mr. Pennyfeather vermoord en begraven werd 3 Welke connecties bestonden er tus sen Henry Huff, de portier van het ziekenhuis en beheerder van het kerk hof, en de gravin de Vassignac en Philip Horton 4. Waarom werd Huff vermoord Was men misschien bevreesd, dat hij zekere mededelingen zou doen aan de politie 5. Met welke bedoeling zond de gra vin me dat idiote vers En wat had de inhoud eigenlijk te betekenen? Meredith legde zijn potlood weer neer, las alle aantekeningen nog eens na en verzonk toen in gedachten. Hij fronste de wenkbrauwen en glimlach te. Maar zjjn glimlach was grimmig.. Hjj sprong op en liep onrustig de kamer op en neer, zoals hg gewoon lijk deed, als hij ingespannen nadacht. Tenslotte ging hg naar de telefoon nam de hoora van de haak en vroeg een verbinding aan met Scotland Yard Hij kreeg Sir Charles Hudson aan dc lijn en maakte met deze een afspraak voor 'n bezoek. Sir Charles ontving zijn oude col lega met grote hartelijkheid. En, Sir John, waarmee kan ik u van dienst zijn? Maar neem eerst plaats en steek een sigaret op. Ziezo, nu kunnen we rustig praten. Sir Charles, antwoordde Meredith: zou het u mogelijk zijn, mij voor een zeer bjjzonder geval zekere bevoegd heden te verlenen, waarop ik eigenlijk geen recht meer heb sinds ik ontslag nam bij Scotland Yard? Ik moet nood zakelijk naar Parijs toe om daar een belangrijke zaak te gaan uitzoeken en het kan heel goed zijn, dat enige diplo matieke steun me goed van pas komt. Misschien wilt u mg precies uit leggen, Sir John, wat er aan de hand is. Vanzelfsprekend wil ik u gaarne helpen zoviel ik maar kan, maar dan zal ik toch uw bedoeling geheel moe ten kennen. In het kort vertelde Sir John wat er aan de hand was, althans de hoofdza ken vermeldde hij. Sir Charles knikte: Zo, zo, is dat de zaak. Zeg, wat moet ik daaruit be sluiten, Sir John? Heeft u een privé- detectivekantoor geopend Sir John glimlachte: Wees maar niet bang, oude makker. Ik zal heus Scotland Yard geen concurrentie aan doen. Maar heel toevallig ben ik door vrienden in dit zaakje betrokken en er is sindsdien zoveel gebeurd, dat het volgens mg het allerbeste is, dat ik het zelf helemaal in het reine breng. Daarna is het definitief afgelopen met mijn speurderswerk, dat beloof ik u. Maar er zit ook nog een andere kant aan deze zaak, Sir Charles. Het gaat niet slechts om 'n paar moorden en 'n diefstal, maar ook om het belang van ons vaderland. Later zal u dat al les duideljjk zjjn. Dat geloof ik wel, verzekerde Sir Charles: Nu, Meredith, ik wil u wel helpen. U begrjjpt, dat als een ander mg uw verzoek gedaan had, ik hem alle trappen van ons gebouw had afge smeten. Maar in dit geval is het an ders. Ik zal mij in verbinding steller, met de autoriteiten en zorgen, dat het zaakje geheel naar uw wens geregeld wordt. 6 De volgende dag vloog Meredith per pnvé-vliegtuig naar Parijs, om de in tussen opgestelde plannen te gaan. uit voeren. Reeds enkele uren later vloog 'ui weer terug naar Londen. Dank zd de hem door Scotland Yard verleende faciliteiten, had hij zijn werk heel spoe dig kunnen afdoen. In zijn actetas had hij een flink aantal gegevens over de advocaat van madame de Vassignac. mr. Louis Rémouet. XXVI. Het kostte John Meredith heel wat moeite om telefonisch :n contact te ko men met Anne de Vassignac. Prins Satsui en Toto de apache blokkeerden de ljjn Tenslotte lukte het hem toch via de gérant van het hotel een ver binding met haar te krjjgen. Anne de Vassignric was heel vriendelijk tegen hem eu toen Meredith haar vroeg, of hij haar nogmaals een bezoek mocht brengen, was zü dadelijk bereid en maakte een afspraak met hem. Ze was alleen in de ontvangkamer, toen Meredith daar binnentrad. Ze toonde zich allerminst verrast, maar verwelkomde haar gast met harteljjke bewoordingen, alsof er nimmer iets tussen hen was voorgevallen, dat hen beiden minder prettige herinneringen had nagelaten. Het doet wij buitengewoon veel plezier, Sir John, dat u mij nog eens komt opzoeken. Ik dank u voor uw bereidwillig heid, mevrouw, dat u mij reeds zo kort na mijn verzoek wilde ontvangen, ant woordde Sir John hoffelijk, terwijl hg haar volgde naar het salon. Ze wees hem een plaats aan en pre senteerde een sigaret. Onderwijl nam ze haar bezoeker goed op, want ze meende te hebben gemerkt, dat er sinds zijn laatste bezoek iets aan hem ver anderd was. Het was net, of hjj min der hard en gesloten was dan de vori ge maal. Zijn ogen hadden een zachte glans, alsof verdriet het vuur erin had gedoofd. Zou Sir John in die korte tijd iets hebben meegemaakt, dat hem inderdaad veranderde? Ja, hij leek nu veel menselijker f? het was niet aan te nemen, dat dit louter pose was. Deze gedachten speelden haar door het hoofd, terwijl Sir John de hem aan geboden sigaret op stak. Even ont moetten hun ogen elkander, maar snel sloeg de gravin de hare neer, want ze voelde, dat ze om een of ander bloos de. Al kon ze dan niet vaststellen, of er inderdaad iets in John Meredith ver anderd was en wét dat dan al zou zijn, in ieder geval voelde ze weer, dat hij haar vijand was en dat er, zo lang hij zich met haar bemoeide, gevaar bleef dreigen Het valt me heel moeiljjk te be ginnen, mevrouw, zei Meredith: want wat ik u te vertellen heb iseen bekentenis. Ik moet namelijk bekennen, dat het mij niet gelukt is, het Su lungese halssnoer te pakken te krij gen. Een dergelijke bekentenis heb ik nog nooit in mijn leven behoeven af te leggen, maar ditmaal bevind ik mij tegenover tegenstanders, die niet al leen even sterk zijn als ik zelf, maar zelfs iets sterker. Deze bekentenis was voor de gravin een grote verrassing. Van alles had ze verwacht, maar dat niet! Was dal misschien de reden van Meredith r, veranderde optreden? Schaamde de man zich, voelde hjj zich verslagen en trok hjj dat zich zó aan, .dat hjj er onder gibukt ging? Hij liet nu het hoofd zakken, alsof hjj ook uiterljjk te kennen wilde geven, dat hij overwonnen was en de strijd opgaf, de strjjd, die zinneloos bleex te 2ijnEen minuut lang bleef hjj zo zitten: zjjn handen speelden ner veus met de knopen van zjjn jas. Anne de Vassignac was niet alleen verwonderd, doch evenzeer gealarmeerd. Haar overdenkingen ten spjjt, voelde ze, dat ze op haar hoede moest blij ven. Want was het wel aan te nemen dat, zelfs nd een nederlaag zoals hjj er nu een te incasseren had gekregen, de eertijds zo trotse en ongenaakbare Meredith met <ïin slag al zijn waar digheid en karakter zou hebben verlo ren? Ja, ze moest op haar hoede zjjn en goed toe zienAchterdochtig wachtte ze af, wat er zou volgen. Meredith keek haar plotseling recht in de ogen en las daaruit de gedachten van het meisje. Hij glimlachte mee warig en klaagde toen: Ik zie, dat u mijn houding en woorden nauwelijks kunt geloven, maar u is toch juist de allereerste, die kan nagaan, hoe het met mij gesteld is, nu ik niet alleen de mij gestelde opdracht niet kan ver vullen, maar zelfs mijn woord niet kan houden. Heb ik u de vorige maal im mers niet gezegd, dat ik het snoer zou vinden, waar het ook verborgen was? Hjj hield even stil, slikte en gin2 treurig verder: U verzekerde toen, dat ik er nimmer in zou slagen en u heeft.u heeft gelijk ge U vindt het vreemd, nietwaar vrouw, dat ik naar u toekom, zonder enige omhaal te erkennen, ik verslagen ben? Maar waarom ik dat niet doen? Waarorn tt zeggen, dat ik de zaak lam daar ze toch voor mij verloren Anne de Vassignac maakte denking: - Allef goed zelfs deze eerlijkheid Jer dert met met, waarom u zich ver had me- om waarom u zie» 'komen om de speciaal naar mg toe te t hopeloosheid van uw P kennen. U deed ditto° te triona om mij gelegenheid te 8ri,0"'" feren? Het moet u toch heel wat heh- ben gekost, met zulk een boodschap naar mij toe te komen en ikkan mg niet voorstellen, dat u doen, zonder er een of ande g mede te hebbek. Meredith aarzelde ev_en en antwoord- de toen langzaam* er my nimmer aan onttrokken de consequen ties te aanvaarden van alles wat ik ondernomen heb' i ik toch ook de we:rkelpkhei,d nlet ontlo. pen? Wat heeft het voor zin, mij iets wjjs te maken en daarmede belachelijk te ziin in uw ogenNeen, dan lievet een ruiterlijke bekentenis en een eer volle aftocht. Natuurlgk kan ik mjj niet zonder meer terugtrekken en zal ik de zaak nog even slepende moeten houden, want, zoals u weet, ik han delde enkel uit vriendschap jegens de Lanchesters, die direct belang hebben bij het halssnoer, en terwille van deze vriendschap kan ik de zaak uiteraard niet een, twee, drie vaarwel zeggen Maar dat doet niets af aan mijn vaste overtuiging, dat de zaak voor mij ho peloos is, en da alles, wat ik er nog aan zal doen, verloren moeite is. Een nutteloos offer aan de vriendschap..' Hjj glimlachte bitter en ging ver der: - De Lanchesters zijn, zoa.ls t1 weet, door een uwer voorvaderen be giftigd met de „Orde van de Smaragd" en zij nemen deze titel zeer ernstig op. hetgeefi u, als toekomstige heerseres van Sulungu, niet anders dan welgo vallig kan zijn. De gravin knikte. Er ging haar nu een licht op over de bedoeling van deze uitvoerige inleiding van John Mere dith, die blijkbaar vóór alles zjjn vrien den, de Lanchesters, wilde sparen. De vorige maal, ging Sir Johr verder: zjjn mijn pogingen om het hals snoer van u .erug te kopen mislukt. Ik zou daarom Zie je wel!, dacht Anne, hjj is er op uitgestuurd om nogmaals te proberen het snoer te kopen. Waarschjjnljjk had hij een grote hekel aan deze opdracht, die op zichzelf al de erkenning van een nederlaag inhield. Vandaar zijn tries tige houding, vandaar ook de al te grif uitgesproken bekentenis, die anders tóch op de proppen zou komen, zodra hij over een eventuele koop zou gaan spreken. Neen, zelfs in zijn tegenslag gedroeg Sir John zich niet zonder be rekening, constateerde Anne met ze kere bewondering. Ze fronste de wenkbrauwen en vroeg: U wilt „och zeker niet ln ernst pro beren, mg nogmaals tot een handeltje te bewegen, Sir John? De vorige maal is dat op niets uitgelopen en u ver wacht nu toch zekef geen betere resul taten? baalde de schouders op: ,„„T, er anders voor mij op, dan P°SinS te ondernemen, en reenstemming te komen over een aankoop van het snoer Maar Sir John, protesteerde de gravinIk heb u toch al gezegd, dat, zelfs al zou u mij er twintig millioen voor aanbieden, ik niet van het hals snoer wil scheiden. Er zit voor mj; veel en veel meer aan vast, dan enke! het bezit van de waardevolle stenen De legende, daar gaat het mij om* het bjjgeloof van de Sulungese bevol king. nPE«t uaS enk8le ^blikken een die- Meredith opdracht vervuld, zonder res^ta'aOso" als ik al vreesde Hjj stond op en zjjn gezicht droeg nu een bittere trek. dank u, mevrouw, voor uw bereidwilligheid, mjj te hebben ont vangen. Nu zal ik u niet langer op houden. Ik heb tijd genoeg, verzekerde Anne de Vassignac: Ga nog even zit ten. Sir John. Ze zag, dat er een vonkje hoop in zjjn ogen lichtte, maar hjj bleef staan, zonder aan de uitnodiging te voldoen. Nogmaals zei Anne: Maar neem toch plaats, Sir John. Nu zonk hjj weer weg in de diepe fauteuil. Hjj keek haar aan en vroeg met een hese fluistering: Wat is er van uw dienst, mevrouw- Anne de Vassignac glimlachte. Een geweldige overwinning had ze geboekt! John Meredith, die een haast legen darische roep van sterkte en over wicht had verworven tijdens zijn korte doch roemrijke carrière, was onder haar ogen nu als een weerloos lam. Zij was de meerdere en kon doen met hem wat ze maar wilde Dwaasheid, die over dreven angst van Satsui en Toto voor deze Meredith. Ja, ze was er van het begin af aan zeker van geweest, dat uiteindelijk z ij overwinnen zou. Meredith bewoog zich onrustig op zijn stoel en voelde zich blijkbaar niet erg op z'n gemak. Ja. het verschil met het vorige bezoek, toen hij prins Satsui met één enkele handbeweging overwon, was wel heel erg groot. Mis schien dl te groot? Vertel me eens iets over u zelf Sir John, stelde ze overmoedig voor. Ik heb niet veel te vertellen, ont. week Meredith. Heeft u in uw leven veel neder lagen geleden, Sir John? Neen, dat is bekend genoeg. De eerstemaar dat heb ik u allemaal reeds verteld. Ik geloof. Sir John, dat uw roem van dapperheid overdreven is en niet geheel beantwoordt aan de juiste pro porties. n £ee,ft deze zaak met dap- perheid te maken?, antwoordde Mere dith: Hoogstens is er hier sprake van speurzin. En wat denkt u eigenljjk wel over mjj?, vroeg het meisje weer. Welikaarzelde hjj. O, neen, geen uitvluchtjes! Zeg me maar onomwonden de waarheid, u hoeft me trouwens niet te antwoorden, want ik maak me heel weinig illusies] dat uw mening over mjj erg loffelijk zou zijn. Meredith stond weer op. Nu moet ik gaan, zei hjj: We spreken elkaar nog wel eens. Waarschjjnljjk ga ik vandaag of morgen naar Parijs, maar daarna kom ik in ieder geval hier weer terug. Tot ziens, zei Anne, toen ze de deur voor hem opende. XXVII. Laat op de avond belde mr. Louis Rémouet vanuit Parjjs de gTavin op en als gevolg daarvan werd zonder verwijl een conferentie belegd in haar kamer. Daarbjj waren tegenwoordig- Philip Horton, die uit Weyland was overgekomen; prins Satsui en Toto de apache. Met een smoesje had Anne naar echtgenoot naar de opera ge stuurd, zodat die pottenkijker geen roet m het eten kon gooien. Na wat over en weer te hebben ge praat, nam prins Satsui het woord. Mr. Rémouet had hem medegedeeld dat al les gereed was voor de overkomst van de gravin en voor haar doorreis naar Sulungu. Alle voorzorgsmaatregelen waren genomen, maar volgens de Pa rijse advocaat zou het het beste zijn, dat de gravin en haar medewerkers de laatste paar dagen, die ze nog in Lon den verbleven, uiterst voorzichtig zou den zjjn, want alles kon afhangen van een aftocht, die geen achterdocht deed rijzen. Tot zover was alles goed ge gaan en dat mocht bij het scheiden van de plaats der gebeurtenissen niet ver speeld worden. Daarom stel ik voor, Anne, dat ju dit hotel ogenblikkelijk verlaat. Mis- schien ïs het 't beste, dat je zo lang in mgn flat komt logeren. Anne schudde het hoofd. Neen, dat doe ik nfet, Satsui. Ik kan toch wel onder een valse naam in een ander hotel kamers huren? Lijkt me niet aanbevelenswaardig, Anne. Rémouet's adviezen waren heel dringend en, volgens mjj, terecht. Ver geet niet, dat er altijd papieren bij op de proppen moeten komen en als men ontdekt, dat je een valse naam ge bruikte. zou dat enkel maar achter docht wekken. Wees wijs, Anne, en kom met mij mee. Vooruit dan maar, gaf de gravin toe. Een half uur later was Horton al weer op weg naar zijn huis in Weyland. Satsui had het hotel eveneens verlaten en wachtte buiten in zijn auto op de komst van de gravin. Het was, meen de hjj, verstandiger, dat men hen niet samen het hotel zo' zien uitgaan. Toto de apache en het dienstmeisje Cathe rine droegen de keffers. Toen de gérant zag, dat de gravin blijkbaar van plan was, plotseling het hotel te verlaten, kwam hij verwonderd naar haar toe: Wat zie ik, mevrouw? Gaat u ons verlaten? Ja, maar naar alle waarschjjnljjk heid ben ik over enkele dagen al weer terug. Intussen bljjft mjjnheer de graat hier. Uitstekend, mevrouw, uitste kend. Moeten wij de appartementen voor u aanhouden? (Wordit vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1947 | | pagina 6