Hoe raken wij ons fruit kwijt
V
jeugdige lezerskring
STOKJE van dankbaarheid
L
Ts-,
hoe zit dat?
Ivinder-
bezoek
HET] GESCHENK AAN
DE SULTAN
oor onze
ANG
zullen ze leven
OP
Kr/rïu i. r'ïr^:
door Francis Gerard
ZATERDAG 15 NOVEMBER 1947
Telers hebben critiek op
de handel
pagina
GARE GRADUS VOOR VEILIG VERKEER
OOOGOQQOGGOOOOOOOOOOOOOOO©
OO0GQGO0OOOOOOOOOOOOOOOOO©
inhoud van het voorafgaande
15)
De Stadsschouwburg te Utrecht was
gisteren bezet met fruittelers, die een
Fruitteeltdag hielden, waarop voor
namelijk de afzetproblemen onder de
loupe werden genomen.
De heer C. Boudewjjn, voorzitter van
de Ned. Fruittelersorganisatie, mocht
ook het welkom toeroepen - an verschil
lende autoriteiten, van wie wjj noemen
ir. A. W. v. d. Plassche, directeur van
de Tuinbouw; ir. J. S. Keizer, directeur-
generaal van de voedselvoorziening n
de heer G. P. Roeyackers, voorzitter
van de Stichting van de Landbouw.
Lpr. wees verder op het verschil in in-
.it, dat bestaat in kringen van telers,
a/organisaties en groot- en klein-
andelaren omtrent de afzetmogelijk-
.en. Er zullen nieuwe vegen gezocht
neten women, doch de visie op het
o3leem is meestal te bepe-kt. Spr.
neeft geen critiek op levering van teler
naar consument, maar daarmee is het
vraagstuk niet opgelost. Wij mogen het
niet zoeken in een volledige uitschake
ling van de groot- en kleinhandel, maar
zullen als telers wel mogen eisen, dat
de handel zijn taak zo efficiënt mogelijk
uitvoert.
De fruitteelt zal in de toekomst met
grote moeilijkheden te maken hebben
en over de exportmogelijkheden is spr.
niet optimistisch. De oplossing van de
afzetproblemen zal op de eerste plaats
liggen op het terrein van wetenschap
pelijk onderzoek om. het product zc goed
en de bedrijfsuitkomster. zo gunstig mo
gelijk te maken.
En hier vond de voorzitter een uit
stekende gelegenheid om een der gasten
om zijn wetenschappelijke arbeid te
huldigen, prof. A. P. Sprengers, die na
30 jaar in Wageningen hoogleraar te
zijn geweest, zijn functie neerlegt.
Er werd prof. Sprengers een boek
werk aangeboden, waarvoor deze in
geestige bewoordingen dankte.
Betekenis van de veiling
Vervolgens sprak de heer M. Prins,
voorzitter van het Centraal Bureau van
de Tuinbouwveilingen over „De rol en
de betekenis van de veilingorganisatie
voor de afz^t van ons fruit in het ver
leden en in de toekomst." Het was een
duidelijk en scherpzinnig betoog, dat ge
tuigde van een reëel inzicht, waarbij
epr. uiteraard een pleidooi voor het in
stituut der veilingen hield, waaraan de
Ned. tuinbouw z.i. zijn ontwikkeling te
danken heeft.
Het principe van de veiling moet zijn
volledige aanvoer tegen vrije priis. Wel
is een regeling van de minimumprijs no
dig. Spr. betwijfelde of de instelling van
een weerstandsfonds voor onverkochte
producten wel een juist middel is om
self-supporting te bereiken. Een nauwe
samenwerking tussen tuinbouw en han
del is beslist nodig. Wel moet de han
del gesaneerd worden; van de 25.000
kleinhandelaren, die ons land telt, haalt
een groot deel niet een omzet van 5000
a' lus spreker.
Spr. is voor de oprichting van enkele
verbruikscoöperaties in de steden en
merkte op, dat de politiek, die ce han
del de laatste jaren heeft toegepast niet
bevorderlijk was voor de afzet daar
speciaal in gezinnen met lage inkomens
minder fruit gebruikt kon worden.
Spr. wil doen vasthouden aan het ver
plicht veilen, dat hjj eer als een recht
dan als een plicht wil beschouwen.
Binnen enkele jaren dubbele
productie
De heer G. van 't Riet, directeur van
het Bedrijfsschap van groenten en fruit
hield een beschouwing over de afzet
mogelijkheden van fruit in binnen- en
buitenland en stelde voorop, dat wjj er
rekening mee moeten houden, dat de
productie van fruit binnen enkele jaren
het dubbele zal zijn va.i voor de oor
log. De toekomstige productie wordt
geschat op rond 360.000 ton, wat op een
bevolking van 10 mill-oen zielei niet
overdreven lijkt, maar men moet in aan
merking nemen, dat 70 pet. van het
fruit in drie maanden, n.l. Augustus,
Septe mber en October, moet wo, '.en ge-
consumee-d. De afzetmogelijkheid in
eigen land is dus een kwestie van sprei
ding. Naar zacht fruit is gelukkig grote
vraag vooi industriële doeleinden. De
eerstkomende jaren za.1 er zelfs aen te
kort aan zijn, maar toch ontraadt spr.
te grote uitbreiding van de teelt van
zacht fruit.
De verkoop van hard fruit zal over
December verschoven moeten worden
er iedere opslag dient te worden bevor
derd. Tenslotte beval spr. meer stan
daardisatie van het fruit aan.
De heer P- H. W. Klamer, directeur
van het Uitvoercontrolebureau ging de
exportmogelijkheden na, waarbij hjj in
het bijzonder wees op de betekenis van
de kwaliteitscontrole. Export is zeer
zeker nodig, omdat al ons fruit niet in
eigen land geconsumeerd kan worden.
IN TE LEVEREN BONNEN
door detaillisten voor de week van
16 t.m. 22 Nov. 1947
Suiker: Q-04 div. (3 rts.), Q14,
Q-15, Q-16 div. Q-21 suiker rts. b. G. 14
(1 yt.8.) Handelsverlies 10 pet. van de
ingeleverde bonnen van de week 19—25
October 1947. Te verstrekk- no. coup.
C 514, 515.
Versnaperingen: Q-01 versn. (0.8
rts.), Q-03 versnap. rts. b. G 12 (0.4
rts.) Te verstrekk. no. coup. C 512.
C 513. Afloss, week 19—25 Oct. 1947.
Brood: R-03 res. (16 rs.), R-06, R-13
res-. R-01, R-li, R-21 brood (8 rts.).
Rts. pon. G 21 (4 rts.) Coup. X 171. Te
verstrekk. no. coup. D-053, D-054.
D-055.
Bloem: P-16, Q-16 res. (5 rts.), Q-03.
Q-13 div. (1 rts.), Rts. b. G 23 (2V2
rts.), Rts. b. G 22 (1 rts). Te vestrekk.
no. coup. C 516, 517. Afloss. week
19-25/10 '47.
Melk: Q-13, Q-15 melk (10 rts.).
Q-05 melk (6V2 rts.), Q-03 melk (6
rts.), Q-21 melk (5 rts.), Q-01 melk (4
rts.), Rts. b, G 39 (1 rts.). Afloss.
week 19-25 Oct. '47. Te verstrekk. no.
coup. E 006.
Huihoudzeep: N-15 div. (2 rts.), N-04
div. rts. b. G 41 (1 rts.). Te verstrekk.
no. coup. C 518. Afloss. week 24-30
Aug. '47.
Tabak (detaill.): Q-01, Q-03 tabak
(2 rts.), Rts. b. G 66 (1 rts.) Afloss,
week 19-25 Oct- '47. Te verstrekk. no.
coup. C 519, C 520.
Textiel: Detaillisten: Toewijzing Dis-
tex MD 85. 101 t.m. 140 VA, VB, VC,
VD, VE 605 (1 pnt.) B, C, D, E, F
(5 p.), 101 t.m. 200 VF 605 A, B, C, D,
E, F, VA 705 1 en 5 pnt., C82 en D81 1
en 10 pnt. Confectiebedr. en Confection-
neurs:: Machtigingen Confectie Han
delscoupures.
Voor hen waarvoor deze week is aan
gewezen
Brandstoffen, Industriekolen: Coup.
B, C, D, E verbr. Geen vervangingstoe
wijzingen.
Brandstoffen: TA 707 74 BV, 75 BV,
76 BV, 77 BV (3 rts), TB 707 74 en 76
BV (3 rts.), WA 707 1 t-m. 12e per. (1
rts.), WB 707 1 t.m. 12e per. (5 rts.).
Rts bonnen 1 eenheid 1947/1948 (1 rts.)
Eenboze stief-moeder hield helemaal
niet van haar jongen en op alle mogelijke
manieren probeerde zij van hem af te
komen. Ze gaf hem heel weinig te eten,
maar de jóngen wist in het bos nog altijd
wel zoveel bessen te eten, dat hij tegen
de verdrukking in groeide. De stief
moeder probeerde het toen met veel
slaag, maar ook dat deerde de jongen
niet. Hij was zoveel buiten, dat zijn huid
erg taai was geworden.
Toen haalde de stiefmoeder een lelijke
streek uit. Ze zei dat hij in het dorp een
boodschap moest doen. Dat was nu niet
zö erg. maar de weg naar dat dorp liep
door een dicht bos, waarin een monster
van een wolf huisde. Men had al ver
schillende malen geprobeerd het beest te
doden, maar geen van de jagers, die er
op uit waren gegaan, was ooit terugge
komen om zich te laten verschalken-
De jongen wist hier niets vanaf en
ging dus welgemoed op weg. Eerst
voelde hij zich nogal goed thuis, want
hij zocht aan de rand van dat bos altijd
bessen. Hij praatte een beetje met zijn
vriendjes (vogels, konijntjes en zo) en
schoot aardig op. Hoe langer hoe meer
voerde het pad echter door het onbe
kende middenstuk van het bos en op
het laatst wist hjj heg nog steg.
Hij keek dus flink uit zijn doppen om
het pad niet kwijt te raken en merkte
daarbij onder een dikke boom een klein
balletje op. Het bleek een eekhoorn te
zijn. die verward was geraakt in de
dunne takjes van de lage struiken en
zolang had geprobeerd om los te komen,
dat het beest op de duur helemaal in de
knoop was geraakt.
De jongen boog zich over het beestje
heen, maakte het voorzichtig los en
roef met een vaartje verdween het
tussen de takken van de boom. Een paar
tellen later kwam het echter weer pijl
snel naar beneden. In de bek had het een
Zo, twee weken lang had ik niemand
om te feliciteren, hoe vreemd het ook
is. Maar nu gaan we dan weer verder,
alleen deze week maar, want dan heb
ik twee weken lang weer niemand. Of
hoor ik voor die tijd nog wat?
Comie de W. is gisteren 12 jaar ge
worden en hoewel ijj dus een dagje te
laat ben, zijn mijn gelukwensen even
hartelijk. Dan is vandaag Annie L.
jarig. Hoe oud ben je nu feitelijk? Dat
zou Corrie tne nog steeds schrijven,
maar niets hoor Woensdag is mijn
nieuwe vriendje Niki M. aan de beurt,
die 10 jaar wordt. Een stevige knuist
joh. Tot slot heb ik Zaterdag Miep N.
Ze wordt 13 jaar en schijnt me hele
maal te zijn vergeten. Spreekt je ge
weten nu een heetje
stokje en dat liet het in de handen van
de jongen vallen. Toen verdween het
opnieuw, nu voorgoed.
Een kiein beetje verbaasd stond de
jongen naar het cadeau te kijken. Wat
was daar nu de bedoeling van?
Maar kom, niet langer staan suffen,
anders kreeg hij zijn boodschap niet ge
daan. Dus stapte hij weer stevig door
en het. stokje hield hij half en half
vergeten! in zijn rechternand
Na een half uurtje ritselde het in de
struiken naast het pand en het hart van
van de jongen stond stil, toen hij een
grote wolvenkop tussen de bladeren zag
steken. De wolf kroop nu helemaal te
voorschijn, sperde zijn muil open en
de jongen stak er in zijn angst het stokje
in, dat hij nog steeds had bewaard En
zie de wolf schrompelde ineen tot er
niets van over was gebleven, dan eén
klein zwart hondje, dat vrolijk rond de
jongen sprong.
Eerst was onze vriend nogal bang,
maar na een poosje sprak zijn goede
hart, aaide hij het beest eens over de
rug en welgemoed zette hij de reis voort,
het hondje op zijn hielen. Zonder verdere
moeilijkheden deed hij de boodschap en
voor het donker was. stapte hij weer bij
zijn stiefmoeder binnen.
Deze schrok vreselijk, want ze was bij
zichzelf al blij geweest, zo mooi van
hem af te zijn. Toen werd ze woedend.
Ze nam een mes stak hem beide ogen
uit en joeg hem toen naar buiten. Daar
stond onze vriend nu. Hij was volkomen
blind en door iedereen verlaten, nu zou
zijn leventje wel voorbij zijn.
Alleen? O nee, dan had hij het kleine
hondje toch vergeten? Dat kefte heel ze
nuwachtig en sprong net zolang tegen
de jongen aan, tot deze door zijn tranen
heen leahend het beestje oprnam en
tegen zijn wang drukte. Maar het hondje
was niet kopjes geven niet tevreden
Het likte de jongen over de wangen, de
neus en de ogen. Hemeltje lief, wat was
dat Hee| langzaam begon de jongen
weer vaag de bomen en planten te zien.
Steeds zag hij scherper en eindelijk was
een drafje
rende hij naar een beekje. Even kijken
of je er nog iets van zag en hij boog
zich over het spiegelende water heen
Oei, wat een schrik, dat was hij niet! Zo
prachtig had hij er nooit uitgezien en
wat knap was zijn gezicht.
Peinzend, boe ^t zou zyn gekomen,
lag" hij nog in het water te turen tnen
hij
™kuu, W fvn gekomen,
hijnog m het water te turen, toen
hij zich plotseling op de schouder voel
de tikken. Voor henvstond een beeld
schoon meisje en aan haar voeten lag
een zwart honden velletje. De jonsgen
een zwart nonueuvc^ctje. ue jongen
staarde haar verbaasd aan. ja. ber|
het" zei het meisje lffb®n£_jk ben prin_
het zei net meisje uc,n prin_
ses van dit land, maar door een tove
naar in een wolf veranderd omdat hij
van mijn vader geen 2° kreeg Wolf
zou ik zijn en blijven, tot ik iets te eten
zou krijgen, dat uit dankbaarheid was
gegeven en dat was het stokje, dat je in
mijn mond wierp. Kom mee naar de ko
ning, want hij zal je willen bedanken."
Zo liepen ze samen naar het kasteel
van de koning en daar deed de prinses
het 'verhaal, ook van de boze stiefmoe
der. Wat een feest was me dat. Drie da-
gdn duurde het en toen was de koning
zo ingenomen met de jongen, dat hij hem
van alles leerde, wat een koning moet
weten.
NlJ. de rest hoef ik feitelijk niet te
hrf,u «o -Natuurlijk, er was een mooie
Pfb De stiefmoeder? Die werd op-
j en sleet haar vérdere leven in
onkere cel met veel ratten.
De koe-achtige waarheid was: „Sterke
drank is slecht voor kinderen". Dus
nooit van de kruik snoepen, hoor
Deze week beginnen we met het zoe
ken van wat lekkers uit de volgende
zinnetjes:
1. Dolf, lik je bord niet af
2. Lekker smaakt dat.
3. Doet Aart hèt ook.
En dan 3 gewone raadsels:
4. Welk woord maakt u ziek, als er
slechts één letter af gaat?
5. Trek 5 van 5 af en houd 5 over.
6. Brussel begint met B en eindigt
met F. Hoe kan dat
Alle schippers op de rivieren hebben
naar regen gesnakt, want dan konden
ze weer varen. Ik houd niet zo van die
nattigheid, maar een beetje kan toch
geen kwaad, want de brieven stromen
gezellig binnen. En dus val ik maar
ineens aan.
Oei, Riet H. (dl j-), wat ben jij laat
de beurt, hè? Maar jullie brief kwam
net, toen ik al volgeboekt was. En vindt
Bram het fijn 7 Dat zal zeker wel, niet
Wat je aan het maken bent, is dat een
cadeau of niet? Het is anders wel knap
van je. Kijk nu maar gauw naar je op
stel en sterkte met je voeten!
En Annie H, (9 j.) heeft ook weer
aan me gedacht. Jammer zeg van Alie
ik had er vast op gerekend. Dacht je
soms, dat ik je naam niet kon ontcijfe
ren, ha, ha, ha, ik maak toch steeds
zelf die raadseltjes. Misschien dat ik
nog wel eens een heel moeilijk geheim
schrift opgeef. Zeg, nu wacht je toch
zeker zolang niet meer
Bravo,Bram H. (8 j.), leuk, dat je er
nu ook bij bent. Je moet het me gauw
schrijven, wanneer je voor het eerst de
H. Mis hebt gediend, want ik ben
nieuwsgierig, hoe het gegaan is. Schik
gehad op Pa's verjaardag. Feliciteer
hem nog maar van me. Nu tot de vol-
midden. Bep komt zeker toch ook nog^
Ik houd een plaatsje open,
Gerard, een kruiswoordpuzzle komt ook
nog wel, maar ik denk zo tegen Kerst
mi!. Zo, dus je wilde niet me concur-
reren Nu ik zal eens uitkijken mis
schien kom ik nog wel eens iemand te
gen, die wil schrijven. Dank voor je
mop en raadsels.
Jos v. d. M. (10 j-) heb je nogal
pleizier gehad op het, feestjeMooie
prijsvraag, maar bid je ook echt iedere
dag voor de soldaten? D°en «oor, want
dan voelen ze zich veel meer op hun
gemak. Zeg, je vragen komen binnen
kort aan de beurt, alleen^ moet je eerst
schrijven of „morandum wel goed is.
Ik geloof het niet.
Sannie H. (11 j-)> hen blij ook van
jou weer eens wat te zien. Ja hoor, mijn
vacantie was heerlijk, alleen kort hè?
Ik vind het fijn, dat het voordragen zo
leuk is gegaan endat je nog lek
ker gesnoept hebt. Is dat gedichtje
niets voor de courant?
Zeg dat wel, Catharientje de 3. (9 j.),
ik heb je een tijd gemist. Zo, je ver
jaardag staat nu genoteerd, wat een
rare dag hè? Fijn zeg, dat je zoveel
raadseltjes mee bracht. Een paar heb
ik er al eens van gehad, maar de meeste
kon ik toch gebruiken. Nog even
nieuwsgierig blijven, meiske!
Zo, Niki M. (10 j.) je bent nog net
op tijd voor je verjaardagJa jóh.
Moeders zijn altijd vréselijk knap, daar
kan je toch niet tegen op. Nou of ik
van die boot afweet: nu wel koud hè
voor je broer? Zeg, dan heb ik jou wel
eens horen zingen, bet ging werkelijk
geweldig
Wel, klka S. (12 j.), ik moet zeggen.
dat je een trouwe klant bent geworden;'
rijn hoor. De vorige keer kon ik je ver-
aaitjes niet gebruiken, maar deze keer
i<ft i18 1 beter getroffen. Op foutjes
let ik niet hoor, dus daar hoef je het
niet voor te laten. Tot volgende keer en
bedankt voor je moppen.
Inderdaad Plonia H. (7 j.), dat is een
tijd geleden, maar het geeft niet, want
we 'beginnen helemaal opnieuw. Leuk
hè, als die kleine kinderen zo'"i leven
maken. Hè, dat is leuk van je nicWtjes;
opletten alleen, dat ze het ook doen.
Nee, Zwarte Piot laat mij wel met rust,
hoor. Jou ook?
Marietje S. (12 j.), eindelijk weet ik
dus, wanneer je jarig bent. Troost je
anders maar, want ik ben ook meestal
in de Vasten jarig. Wat jammer toch,
dat je vader weer erger was, dan heb
je haast geen plezier. Moed houden,
misschien weet de professor er wat op.
En hoe is het afgelopen met je? Erg
pjjn gedaan
Ha, Betty J. (11 j.) zo is het stuk
ken beter. Dat vind ik fijn zeg, dat je
met O. L. Heer zulke beste maatjes
bent. Zo moet het ook, maar ja, bjf
veel mansen mankeert daar wel eens
wat aan. Dat zal best een dure St. Nico-
laas worden. Dat adres is voor elkaar
hoor. Ik zal haar blij laten maken.
Dank voor je mop, Betty.
Zeg Henk H. (12 j.), ik vind het na
tuurlijk reuze leuk, dat je ook gaat
schrijven, maar denk erom, ik heet
Oom Luuk hoor en niet Niek. Je ver
jaardag is genoteerd en ook je mop.
Je vindt het toch niet erg,, dat ik de
mop een klein beetje Verander. Je zult
zien, dat die dan nog lolliger wordt
Nu moet ik er toch heus uitscheiden,
want anders komt het verhaaltje in de
verdrukking. De andere briefjes zijlt
volgende week het eerst aan de beurt.
OOM LUUK.
TG'
QQGGGGQGOGGOGGGOQQC^QOGQG®QG®OOQO9OGGOGOGOOOOO®QGQQ<y^®o®®0O0OOGOOQOQQ0OOQOOOQQOGO®QO0G0OOGGOGG^OG000^
Ons Romanbijvoegsel
'OGOGOOOOOOOOCXDOOGO99OO0000OOOOOOOOOOOOL3OOOOOOOOGOOOOOOOOOOOOGGOOOOOOOOOOOSOQOOGO00000O00000OOG
Tijdens een wandeling wordt de
oude heer Ambrose Pennyfeather door
een onbekende doodgeschoten.
Van dader en motief ontbreekt ieder
spoor.
Graaf George Lanchester en zijn
broer Yves zijn onder de indruk
van het drama, doch er zijn boven
dien andere zorgen: de volgende mor
gen moet een snoer met zeer kostbare
stenen van smaragd worden gehaald
bij de sultan van Sulungu, die ieder
jaar van de Engelse koning een
nieuwe steen erbij krijgt als teken van
vriendschap. Daar graaf Lanchester
wegens ziekte zelf het halssnoer met
kan halen, gaat zijn broer Yves, ver
gezeld door John Meredith, die een
beroemd detective is.
Ze worden op onheuse wijze door
de sultan ontvangen en brengen
daarna het snoer naar de beroemde
juwelier, Jean Monachet, die consta
teert, dat de stenen vals zijn.
De sultan blijkt misleid te zijn
en het halssnoer aan oplichters te
hebben meegegeven. Hij verdenkt zijn
nicht, Anne de Vassignac, die nog
steeds aanspraak doet gelden op de
troon van Sulungu.
Ook tegen de secretaresse van Lord
Lanchester, miss Norma Hailey, koes
tert Meredith verdenkingen In werke
lijkheid blijkt dit meisje Nora Bailey
te heten en in de kring van gravin
de Vassignac te hebben verkeerd.
Intussen heeft Philip Horton, een
medewerker van de gravin, 'n leeg
staand huis betrokken, dat grenst
aan het kerkhof waar mr. Penny
feather begraven ligt en waarvan 'n
zekere Huff beheerder is.
Prins Satsui, die ook "in het com
plot betrokken is, draagt Huff op,
te zorgen, dat Meredith uit de weg
geruimd wordt. Deze aanslag mislukt
Huff wordt vermoord, getroffen door
eenzelfde kogel als waarmede mr.
Pennyfeather gedood werd. Boven
dien werd hij gestoken.
Sir John noteert alle feiten en
trekt daaruit conclusies.
GEVOLGTREKKINGEN.
1. De Vassignac en Co. moeten nauw
keurige inlichtingen hebben ontvangen
omtrent alle details van het bezoek, dat
Yves Lanchester en ik aan de sultan
zouden brengen.
2. Deze inlichtingen kunnen alleen
Verstrekt zijn door iemand, die voort-
durend in zeer nauw contact staat
met de familie Lanchester.
3. De secretaresse van George Lan
chester blijkt geen Norma Hailey,
doch Nora Bailey te heten. Stond in
Parijs in connectie met de gravin dc
Vassignac.
4. Miss Hailey bracht een bezoek
aan mr. Horton. (Zie telefoongesprek
van mr. Horton met de gravin).
5. Het mysterieuze telefoongesprek
met de Parijse advocaat wekt het ver
moeden, dat Anne de Vassignac zich
eind September naar Sulungu wil be
geven, om daar, waarschijnlijk met be
hulp van de Japanese prins, te trach
ten, de troon te veroveren. Het hals
snoer zou haar daarbij goede diensten
kunnen bewijzen. (Bijgelovige bevol
king!)
6. Indien Huff een bendegenoot
van de gravin en de prins in op
dracht van deze „edellieden" werd
vermoord, dan volgt daaruit, dat óók
mr. Pennyfeather door hen werd ge
dood en dat diens dood dus eveneens
zij het om onverklaarbare reden
in verband staat met het Sulungese
halssnoer.
VRAAGTEKENS.
1. Welk verband bestaat er tussen
Ambrose Pennyfeather, gepensionneerd
rijksambtenaar, en gravin de Vassigriac
en haar bende?
2. Met welke bedoeling woont Phi
lip Horton, een handlanger van de
gravin, in het dorp Weyland. alwaar
mr. Pennyfeather vermoord en begraven
werd
3 Welke connecties bestonden er tus
sen Henry Huff, de portier van het
ziekenhuis en beheerder van het kerk
hof, en de gravin de Vassignac en
Philip Horton
4. Waarom werd Huff vermoord
Was men misschien bevreesd, dat hij
zekere mededelingen zou doen aan de
politie
5. Met welke bedoeling zond de gra
vin me dat idiote vers En wat had
de inhoud eigenlijk te betekenen?
Meredith legde zijn potlood weer
neer, las alle aantekeningen nog eens
na en verzonk toen in gedachten. Hij
fronste de wenkbrauwen en glimlach
te. Maar zjjn glimlach was grimmig..
Hjj sprong op en liep onrustig de
kamer op en neer, zoals hg gewoon
lijk deed, als hij ingespannen nadacht.
Tenslotte ging hg naar de telefoon
nam de hoora van de haak en vroeg
een verbinding aan met Scotland Yard
Hij kreeg Sir Charles Hudson aan dc
lijn en maakte met deze een afspraak
voor 'n bezoek.
Sir Charles ontving zijn oude col
lega met grote hartelijkheid.
En, Sir John, waarmee kan ik
u van dienst zijn? Maar neem eerst
plaats en steek een sigaret op. Ziezo,
nu kunnen we rustig praten.
Sir Charles, antwoordde Meredith:
zou het u mogelijk zijn, mij voor een
zeer bjjzonder geval zekere bevoegd
heden te verlenen, waarop ik eigenlijk
geen recht meer heb sinds ik ontslag
nam bij Scotland Yard? Ik moet nood
zakelijk naar Parijs toe om daar een
belangrijke zaak te gaan uitzoeken en
het kan heel goed zijn, dat enige diplo
matieke steun me goed van pas komt.
Misschien wilt u mg precies uit
leggen, Sir John, wat er aan de hand
is. Vanzelfsprekend wil ik u gaarne
helpen zoviel ik maar kan, maar dan
zal ik toch uw bedoeling geheel moe
ten kennen.
In het kort vertelde Sir John wat er
aan de hand was, althans de hoofdza
ken vermeldde hij.
Sir Charles knikte: Zo, zo, is dat
de zaak. Zeg, wat moet ik daaruit be
sluiten, Sir John? Heeft u een privé-
detectivekantoor geopend
Sir John glimlachte: Wees maar
niet bang, oude makker. Ik zal heus
Scotland Yard geen concurrentie aan
doen. Maar heel toevallig ben ik door
vrienden in dit zaakje betrokken en
er is sindsdien zoveel gebeurd, dat het
volgens mg het allerbeste is, dat ik het
zelf helemaal in het reine breng.
Daarna is het definitief afgelopen met
mijn speurderswerk, dat beloof ik u.
Maar er zit ook nog een andere kant
aan deze zaak, Sir Charles. Het gaat
niet slechts om 'n paar moorden en
'n diefstal, maar ook om het belang
van ons vaderland. Later zal u dat al
les duideljjk zjjn.
Dat geloof ik wel, verzekerde
Sir Charles: Nu, Meredith, ik wil u wel
helpen. U begrjjpt, dat als een ander
mg uw verzoek gedaan had, ik hem
alle trappen van ons gebouw had afge
smeten. Maar in dit geval is het an
ders. Ik zal mij in verbinding steller,
met de autoriteiten en zorgen, dat het
zaakje geheel naar uw wens geregeld
wordt. 6
De volgende dag vloog Meredith per
pnvé-vliegtuig naar Parijs, om de in
tussen opgestelde plannen te gaan. uit
voeren. Reeds enkele uren later vloog
'ui weer terug naar Londen. Dank zd
de hem door Scotland Yard verleende
faciliteiten, had hij zijn werk heel spoe
dig kunnen afdoen. In zijn actetas had
hij een flink aantal gegevens over de
advocaat van madame de Vassignac.
mr. Louis Rémouet.
XXVI.
Het kostte John Meredith heel wat
moeite om telefonisch :n contact te ko
men met Anne de Vassignac. Prins
Satsui en Toto de apache blokkeerden
de ljjn Tenslotte lukte het hem toch
via de gérant van het hotel een ver
binding met haar te krjjgen. Anne de
Vassignric was heel vriendelijk tegen
hem eu toen Meredith haar vroeg, of
hij haar nogmaals een bezoek mocht
brengen, was zü dadelijk bereid en
maakte een afspraak met hem.
Ze was alleen in de ontvangkamer,
toen Meredith daar binnentrad. Ze
toonde zich allerminst verrast, maar
verwelkomde haar gast met harteljjke
bewoordingen, alsof er nimmer iets
tussen hen was voorgevallen, dat hen
beiden minder prettige herinneringen
had nagelaten.
Het doet wij buitengewoon veel
plezier, Sir John, dat u mij nog eens
komt opzoeken.
Ik dank u voor uw bereidwillig
heid, mevrouw, dat u mij reeds zo kort
na mijn verzoek wilde ontvangen, ant
woordde Sir John hoffelijk, terwijl hg
haar volgde naar het salon.
Ze wees hem een plaats aan en pre
senteerde een sigaret. Onderwijl nam
ze haar bezoeker goed op, want ze
meende te hebben gemerkt, dat er sinds
zijn laatste bezoek iets aan hem ver
anderd was. Het was net, of hjj min
der hard en gesloten was dan de vori
ge maal. Zijn ogen hadden een zachte
glans, alsof verdriet het vuur erin had
gedoofd. Zou Sir John in die korte
tijd iets hebben meegemaakt, dat hem
inderdaad veranderde? Ja, hij leek nu
veel menselijker f? het was niet aan
te nemen, dat dit louter pose was.
Deze gedachten speelden haar door
het hoofd, terwijl Sir John de hem aan
geboden sigaret op stak. Even ont
moetten hun ogen elkander, maar snel
sloeg de gravin de hare neer, want ze
voelde, dat ze om een of ander bloos
de. Al kon ze dan niet vaststellen, of
er inderdaad iets in John Meredith ver
anderd was en wét dat dan al zou zijn,
in ieder geval voelde ze weer, dat hij
haar vijand was en dat er, zo lang hij
zich met haar bemoeide, gevaar bleef
dreigen
Het valt me heel moeiljjk te be
ginnen, mevrouw, zei Meredith: want
wat ik u te vertellen heb iseen
bekentenis. Ik moet namelijk bekennen,
dat het mij niet gelukt is, het Su
lungese halssnoer te pakken te krij
gen. Een dergelijke bekentenis heb ik
nog nooit in mijn leven behoeven af
te leggen, maar ditmaal bevind ik mij
tegenover tegenstanders, die niet al
leen even sterk zijn als ik zelf, maar
zelfs iets sterker.
Deze bekentenis was voor de gravin
een grote verrassing. Van alles had
ze verwacht, maar dat niet! Was dal
misschien de reden van Meredith r,
veranderde optreden? Schaamde de
man zich, voelde hjj zich verslagen en
trok hjj dat zich zó aan, .dat hjj er
onder gibukt ging?
Hij liet nu het hoofd zakken, alsof
hjj ook uiterljjk te kennen wilde geven,
dat hij overwonnen was en de strijd
opgaf, de strjjd, die zinneloos bleex
te 2ijnEen minuut lang bleef hjj
zo zitten: zjjn handen speelden ner
veus met de knopen van zjjn jas.
Anne de Vassignac was niet alleen
verwonderd, doch evenzeer gealarmeerd.
Haar overdenkingen ten spjjt, voelde
ze, dat ze op haar hoede moest blij
ven. Want was het wel aan te nemen
dat, zelfs nd een nederlaag zoals hjj
er nu een te incasseren had gekregen,
de eertijds zo trotse en ongenaakbare
Meredith met <ïin slag al zijn waar
digheid en karakter zou hebben verlo
ren? Ja, ze moest op haar hoede zjjn
en goed toe zienAchterdochtig
wachtte ze af, wat er zou volgen.
Meredith keek haar plotseling recht
in de ogen en las daaruit de gedachten
van het meisje. Hij glimlachte mee
warig en klaagde toen: Ik zie, dat
u mijn houding en woorden nauwelijks
kunt geloven, maar u is toch juist de
allereerste, die kan nagaan, hoe het
met mij gesteld is, nu ik niet alleen
de mij gestelde opdracht niet kan ver
vullen, maar zelfs mijn woord niet kan
houden. Heb ik u de vorige maal im
mers niet gezegd, dat ik het snoer
zou vinden, waar het ook verborgen
was?
Hjj hield even stil, slikte en gin2
treurig verder: U verzekerde
toen, dat ik er nimmer in zou slagen
en u heeft.u heeft gelijk ge
U vindt het vreemd, nietwaar
vrouw, dat ik naar u toekom,
zonder enige omhaal te erkennen,
ik verslagen ben? Maar waarom
ik dat niet doen? Waarorn tt
zeggen, dat ik de zaak lam
daar ze toch voor mij verloren
Anne de Vassignac maakte
denking: - Allef goed
zelfs deze eerlijkheid Jer dert met
met, waarom u zich ver
had
me-
om
waarom u zie» 'komen om de
speciaal naar mg toe te t
hopeloosheid van uw P
kennen. U deed ditto° te triona
om mij gelegenheid te 8ri,0"'"
feren? Het moet u toch heel wat heh-
ben gekost, met zulk een boodschap
naar mij toe te komen en ikkan mg
niet voorstellen, dat u doen,
zonder er een of ande g mede
te hebbek.
Meredith aarzelde ev_en en antwoord-
de toen langzaam* er my
nimmer aan onttrokken de consequen
ties te aanvaarden van alles wat ik
ondernomen heb' i ik
toch ook de we:rkelpkhei,d nlet ontlo.
pen? Wat heeft het voor zin, mij iets
wjjs te maken en daarmede belachelijk
te ziin in uw ogenNeen, dan lievet
een ruiterlijke bekentenis en een eer
volle aftocht. Natuurlgk kan ik mjj
niet zonder meer terugtrekken en zal
ik de zaak nog even slepende moeten
houden, want, zoals u weet, ik han
delde enkel uit vriendschap jegens de
Lanchesters, die direct belang hebben
bij het halssnoer, en terwille van deze
vriendschap kan ik de zaak uiteraard
niet een, twee, drie vaarwel zeggen
Maar dat doet niets af aan mijn vaste
overtuiging, dat de zaak voor mij ho
peloos is, en da alles, wat ik er nog
aan zal doen, verloren moeite is. Een
nutteloos offer aan de vriendschap..'
Hjj glimlachte bitter en ging ver
der: - De Lanchesters zijn, zoa.ls t1
weet, door een uwer voorvaderen be
giftigd met de „Orde van de Smaragd"
en zij nemen deze titel zeer ernstig op.
hetgeefi u, als toekomstige heerseres
van Sulungu, niet anders dan welgo
vallig kan zijn.
De gravin knikte. Er ging haar nu
een licht op over de bedoeling van deze
uitvoerige inleiding van John Mere
dith, die blijkbaar vóór alles zjjn vrien
den, de Lanchesters, wilde sparen.
De vorige maal, ging Sir Johr
verder: zjjn mijn pogingen om het hals
snoer van u .erug te kopen mislukt. Ik
zou daarom
Zie je wel!, dacht Anne, hjj is er op
uitgestuurd om nogmaals te proberen
het snoer te kopen. Waarschjjnljjk had
hij een grote hekel aan deze opdracht,
die op zichzelf al de erkenning van een
nederlaag inhield. Vandaar zijn tries
tige houding, vandaar ook de al te grif
uitgesproken bekentenis, die anders
tóch op de proppen zou komen, zodra
hij over een eventuele koop zou gaan
spreken. Neen, zelfs in zijn tegenslag
gedroeg Sir John zich niet zonder be
rekening, constateerde Anne met ze
kere bewondering.
Ze fronste de wenkbrauwen en vroeg:
U wilt „och zeker niet ln ernst pro
beren, mg nogmaals tot een handeltje
te bewegen, Sir John? De vorige maal
is dat op niets uitgelopen en u ver
wacht nu toch zekef geen betere resul
taten?
baalde de schouders op:
,„„T, er anders voor mij op, dan
P°SinS te ondernemen, en
reenstemming te komen over een
aankoop van het snoer
Maar Sir John, protesteerde de
gravinIk heb u toch al gezegd, dat,
zelfs al zou u mij er twintig millioen
voor aanbieden, ik niet van het hals
snoer wil scheiden. Er zit voor mj;
veel en veel meer aan vast, dan enke!
het bezit van de waardevolle stenen
De legende, daar gaat het mij om*
het bjjgeloof van de Sulungese bevol
king.
nPE«t uaS enk8le ^blikken een die-
Meredith
opdracht vervuld, zonder res^ta'aOso"
als ik al vreesde
Hjj stond op en zjjn gezicht droeg
nu een bittere trek.
dank u, mevrouw, voor uw
bereidwilligheid, mjj te hebben ont
vangen. Nu zal ik u niet langer op
houden.
Ik heb tijd genoeg, verzekerde
Anne de Vassignac: Ga nog even zit
ten. Sir John.
Ze zag, dat er een vonkje hoop in
zjjn ogen lichtte, maar hjj bleef staan,
zonder aan de uitnodiging te voldoen.
Nogmaals zei Anne: Maar neem
toch plaats, Sir John.
Nu zonk hjj weer weg in de diepe
fauteuil. Hjj keek haar aan en vroeg
met een hese fluistering: Wat is er
van uw dienst, mevrouw-
Anne de Vassignac glimlachte. Een
geweldige overwinning had ze geboekt!
John Meredith, die een haast legen
darische roep van sterkte en over
wicht had verworven tijdens zijn korte
doch roemrijke carrière, was onder haar
ogen nu als een weerloos lam. Zij was
de meerdere en kon doen met hem wat
ze maar wilde Dwaasheid, die over
dreven angst van Satsui en Toto voor
deze Meredith. Ja, ze was er van het
begin af aan zeker van geweest, dat
uiteindelijk z ij overwinnen zou.
Meredith bewoog zich onrustig op
zijn stoel en voelde zich blijkbaar niet
erg op z'n gemak. Ja. het verschil
met het vorige bezoek, toen hij prins
Satsui met één enkele handbeweging
overwon, was wel heel erg groot. Mis
schien dl te groot?
Vertel me eens iets over u zelf
Sir John, stelde ze overmoedig voor.
Ik heb niet veel te vertellen, ont.
week Meredith.
Heeft u in uw leven veel neder
lagen geleden, Sir John?
Neen, dat is bekend genoeg. De
eerstemaar dat heb ik u allemaal
reeds verteld.
Ik geloof. Sir John, dat uw roem
van dapperheid overdreven is en niet
geheel beantwoordt aan de juiste pro
porties.
n £ee,ft deze zaak met dap-
perheid te maken?, antwoordde Mere
dith: Hoogstens is er hier sprake van
speurzin.
En wat denkt u eigenljjk wel over
mjj?, vroeg het meisje weer.
Welikaarzelde hjj.
O, neen, geen uitvluchtjes! Zeg
me maar onomwonden de waarheid, u
hoeft me trouwens niet te antwoorden,
want ik maak me heel weinig illusies]
dat uw mening over mjj erg loffelijk
zou zijn.
Meredith stond weer op. Nu moet
ik gaan, zei hjj: We spreken elkaar
nog wel eens.
Waarschjjnljjk ga ik vandaag of
morgen naar Parijs, maar daarna kom
ik in ieder geval hier weer terug. Tot
ziens, zei Anne, toen ze de deur voor
hem opende.
XXVII.
Laat op de avond belde mr. Louis
Rémouet vanuit Parjjs de gTavin op
en als gevolg daarvan werd zonder
verwijl een conferentie belegd in haar
kamer. Daarbjj waren tegenwoordig-
Philip Horton, die uit Weyland was
overgekomen; prins Satsui en Toto de
apache. Met een smoesje had Anne
naar echtgenoot naar de opera ge
stuurd, zodat die pottenkijker geen roet
m het eten kon gooien.
Na wat over en weer te hebben ge
praat, nam prins Satsui het woord. Mr.
Rémouet had hem medegedeeld dat al
les gereed was voor de overkomst van
de gravin en voor haar doorreis naar
Sulungu. Alle voorzorgsmaatregelen
waren genomen, maar volgens de Pa
rijse advocaat zou het het beste zijn,
dat de gravin en haar medewerkers de
laatste paar dagen, die ze nog in Lon
den verbleven, uiterst voorzichtig zou
den zjjn, want alles kon afhangen van
een aftocht, die geen achterdocht deed
rijzen. Tot zover was alles goed ge
gaan en dat mocht bij het scheiden van
de plaats der gebeurtenissen niet ver
speeld worden.
Daarom stel ik voor, Anne, dat
ju dit hotel ogenblikkelijk verlaat. Mis-
schien ïs het 't beste, dat je zo lang in
mgn flat komt logeren.
Anne schudde het hoofd.
Neen, dat doe ik nfet, Satsui. Ik
kan toch wel onder een valse naam
in een ander hotel kamers huren?
Lijkt me niet aanbevelenswaardig,
Anne. Rémouet's adviezen waren heel
dringend en, volgens mjj, terecht. Ver
geet niet, dat er altijd papieren bij op
de proppen moeten komen en als men
ontdekt, dat je een valse naam ge
bruikte. zou dat enkel maar achter
docht wekken. Wees wijs, Anne, en
kom met mij mee.
Vooruit dan maar, gaf de gravin
toe.
Een half uur later was Horton al
weer op weg naar zijn huis in Weyland.
Satsui had het hotel eveneens verlaten
en wachtte buiten in zijn auto op de
komst van de gravin. Het was, meen
de hjj, verstandiger, dat men hen niet
samen het hotel zo' zien uitgaan. Toto
de apache en het dienstmeisje Cathe
rine droegen de keffers.
Toen de gérant zag, dat de gravin
blijkbaar van plan was, plotseling het
hotel te verlaten, kwam hij verwonderd
naar haar toe: Wat zie ik, mevrouw?
Gaat u ons verlaten?
Ja, maar naar alle waarschjjnljjk
heid ben ik over enkele dagen al weer
terug. Intussen bljjft mjjnheer de graat
hier.
Uitstekend, mevrouw, uitste
kend. Moeten wij de appartementen
voor u aanhouden?
(Wordit vervolgd).