to
Het M.G. schrijft geschiedenis
Fie Carelsen en Louis v. Gasteren
Een geschiedenis van 20 jaren
De Economische Hogeschool van
Tilburg jubileert
DIE ^A"frE
wereld
STEMMING: LUSTELOOS
r
Philips bomvde clandestien zender
Herrijzend Nederland
Uit de sportwereld
DE voetbalcompetitie
Balans na (lrie maanden
De geestelijke sfeer van Djokja
,-,Een Hogeschoolgexneenschap
groeide"
J
TWEE TONEELJUBILEA
"S S.*4, *5»
VRIJDAG 21 NOVEMBER 1947
PAGINA 2
i
i
Twee millioen nieuw zilvergeld
verdween voor „souvenirs"
V.
Veertig jaar
toneel
FIE CARELSEN
BIJ
T
LOUIS VAN GASTEREN
Boksvaria
Scepsis rond de commissie
van goede diensten
VIE HET LAATST LACHT
Gij nodig zult kuoneremdebbtenbrS)g^n
V
Het „Militair Gezag" heeft een overzicht gegeven van zijn werkzaam
heden ••gedurende de periode van 14 September 1944, de datum
waarop de eerste belangrijke gemeente van Nederland, met name
Maastricht, werd bevrijd en 4 Maart 1946, de datum waarop de
geëindigd.
bijzondere staat van beleg is
Hoewel in de inleiding wordt gespro
ken van een „beknopt overzicht", is het
geschrift een lijvig boekwerk geworden
van meer dan 675 bladzijden plus de
nodige bjj-lagen.
Het M. G. is een instituut geweest
dat veel critiek heeft ondervonden.
Voor een deel terecht; het heeft fouten
gemaakt. Dat was echter te voorzien.
Hoe zou men van een uit de grond ge
stampte organisatie, die nimmer was
opgezet voor de vervulling vqn een zo
omvangrijke en langdurige taak anders
kunnen verwachten. Doch ondanks de
gemaakte fouten en ondanks de vele
critiek heeft het M. G. er steeds naar
gestreefd, aldus de voormalige chef van
de staf M. G., de luit.-generaal mr. H.
3. Kruis in een „Woord ter inleiding",
om te dienen en in een der moeilijkste
periodes van onze geschiedenis Wet
Nederlandse volk een grote henst be
wezen. Slechts weinigen hebben een hel
der inzicht in datgene, wat het M. G.
gedaan heeft om zijn grote door de
regering en de geallieerde legerleiding
verstrekte opdraoht uit té voeren.
Het is daarom goed dat een beschrij
ving van de werkzaamheden thans is
verschenen, ook al is de stof o.i. soms
wat al te uitvoerig behandeld. Bij lezing
krijgt men respect voor het uitgebreide
werk, dat op velerlei terrein werd ver
richt. Met als eerste taak handhaving
van de openbare rust en orde, is de in
vloed van het M. G. gecompliceerd ge
worden door de omstandigheid, dat
Nederland grotendeels door geallieerde
strijdkrachten moest worden bevrijd
Dit optreden der geallieerden bracht t
nemen van allerlei bijzondere maatrege
len mede. Bovendien was de toestand
van ons land zodanig, dat zeer om
vangrijke buitenlandse hulp in de vorm
vau levensmiddelen, brandstoffen, enz
noodzakelijk was, zodat o uit dien
hoofde nauwe samenwerking was ge
boden. Er was daarom een verbmdings
orgaan nodig tussen de Nederlandse
civjele organen en de geallieerde leger-
autoriteiten.
Met deze Uaisontaak was het M. G.
belast, dat reeds In Mei 1943 200 man
telde, met 740 personen de overtocht
naar het continent maakte en mei
inbegrip van alle opgerichte bestuurs-
Instanties uiteindelijk ruim 33.000
personen aanburger- en militair
personeel heeft geteld.
Het boekwerk tracht van elke functie
door het M. G. verricht een algemeen
beeld te geven. Het- gaat hierbij niet
om de vraag hoe men zieh bij de voor
bereidingen te Londen, gedacht heeft
de aan de orde komende problemen op
te lossen, maar hoe deze tenslotte in
werkelijkheid zijn opgelost. Vele maat-
regelen* van het M. G. waren nood
maatregelen, droegen een voorlopig
karakter, waren incidenteel of hadden
veel weg van een improvisatie, omdat
tengevolge van de mislukking van de
doorstoot bij Arnhem, de plannen in
Engeland voorbereid, slechts ten dele
konden worden uitgevoerd-
Het in een twaalftal uitgebreide
hoofdstukken ingedeelde werk is een
rustige bestudering waard, omdat het
een schat van voor de geschiedenis be
langrijke gegevens bevat naast waarde-
vcl cijfermateriaal. Het is echter moei
lijk om in het kort bestek van een be
knopt krantenartikel een uitgebreid ge-
schrift te behandelen, voor welks uit
gifte de thans nog heersende pap -
schaarste blijkbaar niet heeft
&We volstaan daarom met het vermel
den van enkele interessante gegevens.
„In tijden van crisis is er altijd
behoefte aan een zondebok. Onte
vredenheid moet zich ontladen. In
de periode na de bevrijding maakte
Nederland een ernstige crisis door.
Een der taken van het M.G. was te
trachten het land door die crisis
heen te helpen. Het gevolg was, dat
het M.G. werd aangewezen als de
zondebok.
„Het is goed d£tt spanningen ln
de samenleving zich kunnen ontla»
den en het is beter dat dit geschiedt
ten laste van een tot verdwijnen ge
doemd orgaan dan op het tot voort
bestaan bestemde burgerlijke ge-
zagsapparaat".
Uit; Geschiedenis M.G.
Illegale persoonsbewijzen
Toen het zuiden was bevrijd, werd be
sloten tot verplichte inlevering door alle
gemeentebesturen van de nog
radige blanco persoonsbewijzen en tijks-
zegels. Langs een grote omweg Kwa-
men deze via de illegale beweging in net
nog te bevrijden gebied in het bezit van
onderduikers.
Behalve België had ook Zuid-Neder-
land van bombardementen met VI en
V2 projectielen te lijden. Van 16 Jan.
1945—1 Maart 1945 hadden in Zuid-
Nedyland met uitzondering van Nij
megen 347 inslagen plaats, waarbij 174
personen werden gedood, 149 zvaar-en
404 licht-gewond, terwijl meer dan louu
percelen vernield of beschadigd wer
den-
Om een juist beeld te geven van de
vernielingen der wegen in O.-Brabant
en Limburg o m. al3 gevolg van het
intensieve militaire verkeer i.v.nt. het
Duitse tegen-offensief, zij vermeld, dat
de geallieerden begin Maa 1945
10 000 rpan personeel hadden te werk
gesteld voor het verrichten van repara
ties aan deze wegen.
Bij de subsectie radio van het M._ G.
was in Sept. 1944 volgens ondergrondse
berichten bekend geworden, dat in het
laboratorium van Philips een omroep-
zender voor een golflengte van 400 M.
gereed stond, welke binnen enkele uren
bedrijfsklaar kon worden gemaakt.
Tegenover de Duitsers had men voor
gewend, dat he<t een proefneming met
zendlampen gold. Op 3 Oct. 1944 kon
reeds met de uitzendingen van „Her
rijzend Nederland" worden begonnen.
Men was aanvankelijk van plan in het
bevrijde gebied zilveren munten in om
loop te brengen. Toen in Maastricht ge
allieerde betaalmeesters de hun ver
strekte munten gebruikten voor het be
talen dei* troepen, was het resultaat
van dit experiment, dat de aanlokkelijke
munten hun weg vonden naar zilver
smeden, die er armbanden, broches e.d.
van maakten. Er werd plm. 2 millioen
aan zilvergeld in omloop gebracht. Wat
niet tot sieraden werd gemaakt, werd
opgepot.
Hoe de mijnen gespaard bleven
Het tot waanzin gedreven zelfver
trouwen en de verbijsterende zelf-over-
schatting van de Duitser hebben
tot geluk van ons onze steenkolen
mijnen gered. De Duitsers geloofden,
dat hun terugtocht na de aanval van
het 9e Am. leger slechts een tijdelijke
zou zijn. Op grond van deze overtuiging
werden de mijnen door de Duitsers bij
hun terugtocht niet vernietigd, zodat
zjj in Sept. 1944 in ongehavende toe
stand werden aangetroffen.
Gedurende de winter 1944-45 werkten
in het bevrijde zuiden 23.000 personen
voor de geallieerden. Na de bevrijding
van geheel Nederland is dit opgelopen
tot pl.m. 80.000.
Met ingang van 1 Juni 1944 werden
nieuwe postzegels in gebruik gesteld.
Deze Werden in Engeland aangemaakt
tot een bedrag van 2.103.750. De
eerste zendingen werd in' Dec. 1944 te
Eindhoven ontvangen. Wat de telefoon
verbindingen aangaat, was de in Neder
land door de Duitsers vernielde appara
tuur gelijk te stellen aan de capaciteit
van een telefooncentrale met 65.000
aansluitingen.
Op 30 April 1945 had de eerste ont
moeting te Velp plaats met de heer
Louwes, dir.-gen. der voedselvoor
ziening. De geallieerde autoriteiten
hadden met de Duitsers zfln vrijge
leide verzekerd. Dit moment was het
begin van het einde. Ir. Louwes deel
de mede, dat het distributie-apparaat
van het Westen Intact was en dat hjj
in staat was de import te distribueren
Deze mededeling was een openbaring.
Voordat op 5 Mei admiraal Dönitz
order had gegeven de wapenen te
strekken, hadden vliegmachines een' 10-
daagse voorraad over het Westen uitge
gooid, waren Can. vrachtauto's met
voedsel door het frontgebied gegaan,
stond Wageningen vol met voorraden,
waren uit het Noorden diverse aard
appelzendingen onderweg, zodat tien
dagen na de bevrijding met de distri
butie van 1800 calorieën voedsel pOT
persoon kon worden begonnen, nadat -dit
OP 29 April nog ver beneden de 500
was.
Bfl de zuivering van de Ned. politie
moesten op een aantal van 18.059 er
2478 of 13,72 pet. worden verwijderd.
(In Groningen van de 401 man 125).
In Drenthe, de kleinste provincie, be
liep het aantal gearresteerde politieke
delinquenten ongeveer 10.000 of 10 pet.
van het totaal van geheel Nederland.
Bij de opsporing van door politieke
delinquenten verduisterde goederen
werd alleen in Amsterdam voor niet
minder dan 5 millioen opgespoord.
Het samenbrengen van geïsoleerde gra
ven van Duitsers op Ned. grondgebied
De chef Staf MiG. luit.-generaal
Mr. H. J. Kruis
leverde een totaal van naar schatting
2500 op.
In het boekwerk treft men voorts
uitvoerige gegevens aan over de acties
van de H.A.R.K. en het V.H.K., ln
Juni 1943 opgericht en gerecruteerd uit
Ned. vrouwen in Engelénd woonachtig
en_Britse vrouw-en van Ned. afkomst;
de massale hulpverlening door de
U.V.V., die in Juli 1945 200 afdelingen
telde, treft men er eveneens in aan.
Vermeldenswaard is ook de lijst, ver
meldende de data van de bevrijding van
alle Ned. gemeenten.
Terloops worden in het geschrift de
conflicten -met de illegaliteit aangestipt;
in het Zuiden dreigde er daardooT een
chaos. Met de commissarissen der
Koningin had men moeilijkheden i.v.m
benoemingen van burgemeesters, omdat
dezen soms voor 't treffen van bepaal
de maatregelen in een gemeente ver
eist waren. Dat conflicten tussen M. G
en de Regering ook zijn voorgekomen
is een bekend feit, hoewel deze in dit
boekwerk zeer op de achtergrond wor
den gehouden. De laatste dagen is hier
over in de pers een en ander te doen
geweest, waarbij vooral de remmende
invloed van het M. G. in het geding
wordt gebracht om de Regering uit
Londen spoedig naar de bevrflde Zuide
lijke provincies over te hrengen.
Hoewel zodoende de critiek, op het
M. G. ook thans nog niet is gestild
zelfs over de kosten van dit geschrift,
waarmede 60.000 gemoeid zou zfln,
is reeds gediscussieerd toch vormt
dit boekwerk een belangrijke bijdrage
voor het vastleggen van de geschiede
nis uit die voor ons land zo moeilijke
jaren.
Toen de 18- jarige Louis van Gasteren
ln de zomer van 1905 de Toneelschool
voor het eerst betrad, ontmoette hij
daar onder zfln me
deleerlingen van 't
eerste cursusjaar
Fie Carelsen of
juister gezegd So
phie de Jong zoals zij zich destijds
noemde.. Geen van belden zal toen wel
gedacht hebben aan een veertigjarig
toneeljubileum dat zij thans, 42 jaar
later, vrijwel tegelijkertijd vieren, bel
de belangrijke figuren ln onze toneel
wereld.
Evenmin als het Residentietoneel zijn
„first lady" graag missen zou, evenmin
zou het Nederlands toneelpubliek het
graag zonder Fie Carelsen stellen. Wan
neer zij opkomt, is het heel gewoon dat
men haar met applaus begroet, een ap
plaus waarin vroegere creaties en het»
zeker vertrouwen op een nieuw succes
gelijk aandeel hebben. Men weet wat
van Fie Carelsen te verwachten is. Spel
vol warmte, niet zich uitlevend in tra
giek, maar gespeeld vanuit een Inner
lijke adel en juist daardoor dieper tref
fend. Of met die onnavolgbaar komi
sche klank in haar rustige stem, die
de plechtige opening van de economische Hogeschool te
Tilburg op 8 December 1927 hield de toenmalige rector-
magnificus van de Nijmeegse universiteit, prof. dr Jac. van Ginneken,
een indrukwekkende rede, waarin hij o.m. herinnerde aan de gebeurte
nissen, die zich hadden afgespeeld voor de beslissing gevallen was om
die hogeschool in Brabant te vestigen.
Aanvankelijk immers had men overwogen om het hoger economisch
onderwijs te verbinden aan de universiteit van Nijmegen. Brabant
en Tilburg daarbij op de eerste plaats dat zich al duchtig had
beijverd om de Katholieke universiteit te mogen herbergen, stelde alle
pogingen in het werk om, toen Nijmegen tot zetelplaats van de
R. K. universiteit gekozen was, 'n afzonderlijke economische hogeschool
binnen zijn grenzen te verkrijgen. Vooral het bestuur van de R. K.
Leergangen te Tilburg was in dit opzicht daarbij zeer actief. En
inderdaad ontving dat bestuur op 21 Maart 1924 opdracht van het
doorluchtig episcopaat om de oprichting van zulk een hogeschool
voor te bereiden.
de T.A.E.K. wordt de z.g. hogeschool-
dag gehouden. Het is een feest van de
gehele gemeenschap, waaraan profes
soren, lectoren, afgestudeerden en
studenten allen meedoen.
Drie jeugdige bezoekerj, die verleden
week uit m-nder wereldse plaatsen eén
bezoek brachten aan New-York, hoorden
des morgens zeer vroeg een vrouw in
nood gillen: „Help, help Ze willen me
ontvoeren
Onmiddellijk kwam hun aangeboren
Amerikaanse ridderlijkheid boven. Zij
sloegen twee robuste mannen, die een
hevig worstelend meisje in een gereed
staande auto poogden te duwen, tegen
de grond en ontzetten de belaagde on
schuld.
Maar de beide robuste mannen, die ta
melijk gehavend uit de strijd waren ge
komen, bleken rechercheurs te zijn, die
bezif waren de jonge vrouw wegens
w; >i rag te ar'-esteren.
De Don Quichottes zitten thans in
-een cel naast -die van het meisje.
De opzet van de hogeschool was katho
liek, ook in de structuur van het
instituut zelf. Men wilde de verschil
lende vakken in' het licht van de katho
lieke levensbeschouwing bezien, zodat
de docenten, elkaar aanyullend, een
harmonieus katholiek geheel konden
opbouwen. Maar ook was men er zich
van bewust, dat een ware katholieke
verhouding van de docenten onderling
dit goede „teamwork" mogelijk moest
makan. Tot dit laatste en iedereen
weet dat deze „team"-opzet is geslaagd
werkte zeker ook mee de jeugd van
de benoemde docenten. Geen van allen
kon hoge pretenties doen gelden; ze
moesten allen nog hard werken om iets
te bereiken en zó groeide vanzelf een
goede gemeenschapsfeer, wars van
persoonlijke tegenstellingen, die de sa
menwerking in de loop dezer twintig
jaren op overvloedige wijze deed ge
dijen.
Maar ook verder zocht men de sfeer
der hogeschool te doordringen» van het
Christendom; men vormde een ware
hogesclroolgemeenschap, een nauwe
verbondenheid van docenten, studen
ten en afgestudeerden.
En daarom begon ipen ook hier met
een schone léi: in 't eerste studiejaar
werden alleen eerstejaars ingeschre
ven, jonge mensen, die nog niet in het
kader van enigeandere hogeschool
een bepagld stempel hadden ontvan
gen. En zó ook kon zich bedoelde
sfeer het gèmakkelijkst ontwikkelen.
Toen dan in 1934 de eerste zes stu
denten hun doctoraalexamen hadden
afgelegd, werd meteen opgericht de
Tilburgse academisch-econormsehe
kring, waar momenteel- een kleine
driehonderd afgestudeerden lid van
zijn. (de T.A.E.K.).
Hoe sterk de gemeenschapsgeest
was, bleek in de oorlogstijd, toen
hechte banden bleven bestaan tussen
professoren en studenten, ook al was
men over geheel Nederland en Duits
land verspreid, nadat de hogescnool
haar werkzaamheden had moeten sta
ken, tengevolge van de moeilijkheden
met de Duitsers. Driemaal per jaar
'vergadert de T.A.E.K., deze kring, die
de wetenschap en de idealeh der ho
geschool over de maatschappij uit
draagt. Op de zomerbijeenkomst van
Dit levende geheel vertoont een ge
zonde groei. Begon men 1927 met vijf
hoogleraren en zes lectoren, momen
teel zijn deze cijfers elf en acht. Wer
den in de jaren voor de oorlog telkens
ongeveer zeventig eerstejaars inge
schreven, thans zijn er dit ongeveer
honderd-en-twintig. Terwijl de hoge
school te Tilburg momenteel zesnon-
derd zeventig ingeschreven studenten
telt, zijn er aan de handelshogeschool
te Rotterdam ongeveer honderdvijftig
en aan de economische faculteit van
de Amsterdamse universiteit onge
veer honderd katholieke studenten in
geschreven. Dit is ongetwijfeld een
gunstig verschijnsel te noemen. Til
burg blijkt bij de katholieken, op het
gebied der economische studiën, de
leiding te hebben.
Ook het program vertoonde een ge
stage ontwikkeling. De Rotterdamse
Handelshogeschool had reeds in 1913
de economische wetenschap gemaakt
tot een zelfstandige studie. In 1925
werd aan de universiteit van Amster
dam een „faculteit der handelsweten
schap" toegevoegd, die dezelfde weg
volgde als Rotterdam. Tilburg fun
deerde de economische studie op de
filosofie en begreep, flat de economi
sche studie moest gesecondeerd wor
den door een studie der sociale pro
blemen. Deze opzet beviel blijkbaar,
want Rotterdam introduceerde haar in
1947 eveneens.
haar creatie in een overigens onbedui
dend blijspel toch onvergetelijk kan
doen blijven. Fie Carelsen is een mar
kante en uiterst populaire figuur op de
Nederlandse planken en we ho-pen dat
zij dit nog lang zal blijven.
Het pad van Fie Carelsen liep niet
regelrecht naar de 'hoogste roem. Na
2% jaar toneelschool mocht zij welis
waar met het gezelschap Kimmel en
Chrispijn op tournee naar Indië (1908)
maar de daaropvolgende tien jaar resp.
bij „Het Toneel" (Royaards) en „Neder
lands Toneel" brachtei. toch niet aan
stonds de vervulling. Ze speelde Ir) deze
periode veel onbeduidende rollen.
Totdat in 1918 met de rol van Gloria
in „You never can tell" van Shaw het
begin van de glorie kwam. Nu volgden
„Gardeluitenant" van Molnér, Mizzi in
„De duivel" en de koningin in „Hamlet"
en in dezelfde tijd zag men Fie Carel
sen als de leeuwentemster in „De man
die de klappen krijgt", als Ann ln „Man
and superman"; voorts in „Dg vrouw
van geen betekenis". Géraldy's „Do-mi-
sol-do" etc.
Na 1920 kwam Fie Carelsen bij het
Hofstadtoneel, daarna in 1938 bij het
Residentie toneel en sinds dit jaar bij
de Haagse Comedie, waar ze een voor
aanstaande plaats inneemt. Uit de al
lerlaatste tijd herinnert men zich haar
mevr. Parsons uit „Toontje heeft een
paard getekend" haar meesterlijke spel
samen met Marie Meunier in Arseni
cum en oude kant, en de creatie van
Mevr. Antropus in Thornton Wilders'
„Met de hakken over de sloot".
De tweede jubilaris, Louis van Gaste
ren, die vandaag bovendien zijn zestig
ste verjaardag viert, heeft vanaf zijn
eerste jeugxi regelrecht op een toneel-
carrière aangestuurd. Als 7-jarige jon
gen nam zfln moeder hem al mee naar
de Grote Schouwburg ln zijn geboorte
stad Rotterdam. Als jeugdig H.B.S.-er
werd hij belast met de regie van de
schoolopvoering van „Joseph in Do-
than". En in het millieu waarin hij leef"
de zljn oom was directeur van de
Haarlemse schouwburg vond hij ze
ker voldoende steunpunten om zijn gro
te ambitie voor het toneelspelen te ver
wezenlijken.
In 1905 kwam hl) op de toneelschol
en enkele jaren later debuteert hU met
Ludovico in „Othello". Dan in 1911 met
Verkade op tournee naar Indië. In
Europa teruggekeerd ging hfl zich een
jaar lang te Berlijn vestigen waar hg
als voluntair bU Max Reinhardt die hfl
zeer bewonderde, de hogeschool van het
toneel doorliep.
Nog voor het uitbreken van de oorlog
keerde hij naar het vaderland terug en
speelt enkele opvallende rollen bö
Heijermans. Dan volgt ook voor hem «e
mobilisatie, die hij benut om de militai
ren goed toneel te brengen. V
vriisresteld verbindt hij zich aan Ver
kades Haghespelers" waar hfl o.a. een
prachtige Claudius in „Hamlet" speel
de.
Na de wapenstilstand -komt hij bij het
Hofstadtoneel en daarna bij Willem
Royaards. Hier kreeg hD volop belang
rijke rollen, in Strindbergs „Droomspel"
in „Midzomernachtsdroom", in Sopho
cles „Electra". Acht jaar lang maakte
hij vervolgens deel uit van het Rotter
dams Hofstadtoneel (Paulus in Werf els
„Paulus onder de Joden, Brutus in „Ju
lius Caesar" enz.) Daarna werkte hfl
bij de Amsterdamse Toneelvereniging
en na de bevrflding bij de Start waar
men hem zich uit de laatste jaren rollen
herinnert in „Auprès de ma blonde",
„De geborduurde bal" en „Alcestis",
Van Gasteren heeft echter meer ge
daan dan alleen toneelspelen. Hij heeft
het als zfln taak beschouwd de toneel
kunst in zo breed mogelijk» zin 'te die
nen, als regisseur bij amateurgezel-
schappen, als spreker voor volksuniver
siteiten en culturele verenigingen,
waarbij zijn ernstig streven, zfln ver
van oppervlakkige kennis en zijn prach
tig sonoor geluid hem steeds een ge
boeid gehoor bezorgden. Inderdaad een
belangrijke persoonlijkheid die bij zijn
jubileum de volle aandacht verdient.
District I: le klas; ZeeburgiaXer
xes, HBSVolewijckers, VSV—Haar
lem, Hermes/DVS't Gooi, RBCAjax
2e klas A: WatergraafsmeerKfc,
Hilversum—Vriendenschaar, Alk. Boys
Volendam, DWV-SDW, Elinkwtfk—
Hercules; 2e klas B: ZVVWestfrisia,
UW—De Spartaan, OSV— 4.1c. Victrix,
AFC—HVC, WFC—TOG.
District II: le klas: DHCSparta,
Edo—Stormvogels, DWS—ADO, Feijen-
oordDFC, DOSExcelsior; 2e klas
A: SliedrechtCoal, VUCEmma,
Schev.Velsen, DCVKennemers, Gou
daFortuna; 2e klas B: BMTOver
maas, RCH—HVV, ODS—Quick, Unitas
UVS, VFCCVV.
District III: le klas: Heracles
AGOVV, Ensch. BoysVitesse, Be
QuickQuick, NECZwolse Boys, Go
AheadEnschede; 2e klas A: Tubantia
Oldenzaal NeoRigtersbleek Vosta
Achilles, Quick '20Hengelo; 2e klas
B: Aalten—WVC, PEC—Rob. et Vel.,
DoetmchemRijssen; 2e klas B; SCH
Veenendaal, Ede—Theole, WAVV—Gel,
ria, Rheden—Dier. Boys, TEC—Varsse-
veld.
District IV: le klas: Willem II—Eind.
h-ven, Maurits—Helmond, BW—Sitt.
Boys, SpechtenTSC, JulianaLonga;
2t klas: MiddelburgInternos, Temeu-
zenDosko, Alliance—Zeeuwen, Goes
.Hero, BreskensRBC; 2e klas B: Mulo
—Zwaluw, RKC—RKTW, Kolping—
TOP, RAC—Desk, Schijndel—Wilhelmi-
na.
District V: le klas: Be Quick—HSC,
HeerenveenSneek, GVAVLeeuwar
den, FrisiaEmmen, AchillesVeen-
dam; 2e klas A: Friesland—GRC, LSCJ
Nlcator, Black Boys—Alcldes, Steeü-
wflk—Drachten, De Kooi—FVC; 2e
klas B: Zuidbroek—Noordster, FW—
Hoogezand, EextBato, Muntendam—
Oosterparkers, WWAppin-gedam.
District VI: le klas: PSV—-Vllssingen
VVVBeijerheide, NACNoad, Hel-
mondiaBrabantia, Sp. Emma—MW;
2e kl. A: Willem I—Heerlen, WH '16
Laura, HeksenbergWaub. Boys,
KerkradeGr. Ster, Miranda—RKONS,
Kolonia—Hoensbroek; 2e klas B: Kim-
briaTeg. Herten, Wilhelmina '08Ge
leen, Sittard—Blerick, Almania—Woen-
sel, VelocStandaard, RoermondValk
De Franse lichtgewichtkampioen Ray
Famechon won-in 10 ronden op pun
ten -van de Belgische kampioen Jos
Preys.
a. De Britse Boksbond is teruggekomen
op zijn besluit om Jackie Paterson
vervallen te verklaren van zijn titels
van Wereld-, Empire* en. Brits Karn.-
pioen vlieggewicht.
OP deze vierde Lustrumdag zijn wfl met
grote dankbaarheid vervuld ten opzichte
van de Gever van alle gaven, Die zicht
baar wasdom gaf aan de gemeenschappelijke
arbeid van allen, die aan de opbouW van onze
Hogeschool medewerkten. Wij verheugen er ons
met hen' in, dat hier een ware Hogeschool
gemeenschap groeide.
Onze gedachten gaan echter mede uit naar
degenen uit,ons midden, die gedurende de
oorlogs- en bezettingsjaren het offer van hun
leven brachten. Hun voorbeeld zal ons steeds
voor ogen staan.
Wij denken ook aan de jongens in Indië, die
voor de eer van het vaderland en het welzijn
van Indonesië hun leven inzetten. Mogen de omstandigheden spoedig
gedogen, dat zij weer naar hun oude Alma Mater kunnen terugkeren.
t H. A. "KAAG, Rector-magniïicus
Prof. H. A. Kaag
Men hoort in Batavia de laatste tijd herhaaldelijk suggesties als zou
de republiek, als zou Let conflict met Djokja eigenlijk niet belang
rijk meer zijn. Juister gezegd: de antithese Djokja-Batavia behoeft
reeds lang niet meer een zó zwaac accent, dat zij het in wezen veel
belangrijker nieuws der gunstige ontwikkeling overal elders in de
Archipel (Oost Indonesië, Borneo, Sumatra's Oostkust en misschien
zelfs West Java) van de voorpagina zou dringëta.
Inderdaad is dit formeel gesproken juist. Reeds twee jaar lang
heeft de republiek zich geestelijk „opgetrokken'' aan zwaarder
„headlines'' dan zij eigenlijk verdiende; inderdaad ontleent zij nog
steeds zestig procent van haar importantie aan het onweer van
echo's, dat zij opriep in de wereldpers, dertig procent aan de
gevolgen van haar tegenover het buitenland overigens angstvallig
verborgen en gecamoufleerde negatieve politiek, terwijl men de res
terende tien procent naar believen mag opdelen tussen werkelijke
waarde en nogmaals lege propaganda-bombast,
groeide politieke vlegeljaren-atmosfe^
dezer „jonge natie" zeker geen goed
daan, integendeel! n
Premier Amir Sjarifoeddin
pds fin Hit is nipt alleen
In het felle schijnsel der UNO-schfln-
werpers wierp de kleine gestalte, van
Sjahrir zeer beminnelijk, zeer sym
pathiek een schaduwbeeld op het
wereldgeweten van zeventig millioen ge
knechte, door imperialistisch Nederland
uitgezogen en thans in een koloniale
oorlog opnieuw onder de voet gélopen
Indonesiërs, die 'allen smachtend naar
de Djokjase vrijheidskampioen opzagen,
en hoe scheef de verhoudingen getrok
ken werden bleek niet alleen overduide
lijk uit het negerend gebaar van de vei
ligheidsraad tegenover de vertegenwoor
digers van Borneo en Oost-Indonesië,
maar ook uit de geruchten over de sa
menstelling der Nederlandse delegatie,
waarvan niet minder dan één landvoogd,
twee ministers, één gezant en één eco
nomisch deskundige van groot formaat
deel zouden uitmaken.
Paedagogisch gezien heeft deze gang
van zaken der twee laatste jaren de
toch reeds van alle werkelijkheidszin
gespeende, buiten alle proporties ge-
S'VAV:.'
reeds
''tiet voor
voor de sfeer, maar ook illustra"pjokja
aanmatigende toon, wel^fste com-
de
nog steeds bezigt in het e- riveer_
muniqué aan de in Batavia ff® verkla-
de drie-landencommjssie n\et,en zeerste
ring, dat de „republiek het
betreurt, dat van Nederland m
efficient wordt gewerkt van
slaan op het eventueel hap e
Nederlandse vervoersfacih or
een eventuele reis naar DJ
bleem, dat helemaal niet
das* en zeker niet aangeroerd °,ende te
enkele slecht starten be
schikking kon stellen. niet
zfln schuld).
Even tevoren had e geluk
kige aedachte gehad om aan de buiten-
Kige geaacnie B een zacht
landse hoge gaste ,enk
te geven door mee te delen, dat natuur
lijk ieder buitenlander hartelijk welkom
was in de republiek, „ml s hg zich maar
fatsoenlijk gedroeg
Bovendien was men zich, toen de com-
missie aanRVvam reeds een week lang
nerveus aan 't oversc reeuwen, dat de
toekomstige besprekingen in gèèn ge
val te Batavia mochten plaats vinden,
daar Bat'acia een „koloniale" stad was
(ofschoon er wanneer ze zich niet
telkens vergaloppeerden jn Batavia
meer republikeinse dan Nederlandse
kranten verschijnen, en men elke dag
tegenover de Harmonie de „Merdeka"-
kran ten jongens kan horen schreeuwen 1
en men zich in een koloniale stad niet
vrg zou kunnen uitspreken.
Zelfs nog afgezien van de vraag, of
dit alles juist is: dergelijke uitingen
tonen wel het volkomen gebrek aan di
plomatieke traditie, het grote tekort
kan eerbied voor derzelver omgangs
vormen, demonstreren in één woord
de vlegelachtigheid en zelfoverschatting
van Djokja's politieke opvattingen.
„De Regering van Hare Majesteit «al
er een eer in stellen U ^chlkking
te geven over alle Je'ke
de wens uit te spreken dat Uwe missie
met succes
Dit waren °P ^emajoran de wel
komstwoorden van de landvoogd tot de
heer Van Zeeland.
ER MIJ OP JAVA één zaak düi-
delijker geworden dan ooit te voren. Een
indruk, dl® bij alle daar voorkomende
nK>eihjhheden steeds sterker werd: Zo
lang men politiek op een hoog niveau
niet tot een oplOS3jng met de huidige
j-epubliek is gekomen, zullen orde en
rust, primaire voorwaarden tot algehele
stabilisatie en herstel, steeds weer op
nieuw bedreigd worden.
Deze constatering is weinig origineel,
zal men opmerken. Inderdaad, maar het
wil mij voorkomen, dat men zich met
betrekking tot de politieke problemen
en moeilijkheden in het verleden hier
vaker heeft laten misleiden door ver
rassende, en soms verrassend vége for
muleringen en visionnair onzakelijke
„oplossingen", dan door een verant
woord reële opvatting omtrent de wezen
ljjke verhoudingen.
Hoezeer men ook van Nederlandse
zijde gelijk mag hebben door het con
flict met Djokja fhrmeri niet over zijn
proporties heen te jagen, het zou fataal
kunnen zgn hieruit de conclusie te trek
ken, dat het continueren van de huidige
Situatie meer onplezierig, dan wel
catastrophaal zou zijn. De toestand van
het ogenblik is op zijn zachtst uitge
drukt hoogst ongewenst. NatuurlgK
geldt dit op de eerste plaats voor Java
en Sumatra. Men trekt in een
eenmaal geen vrij volledige geenheid;
men werpt in de orgamscni
die elk land toch steeds min.
niet ongestraft barrières op.
Zelfs wanneer men erin mocht slagen,
nnder Nederlandse verant
woordelijkheid staande gebieden volko
men van verkeerde elementen te zuive-
ren tets wat door de voortgaande in
filtraties vanuit de republiek een bijna
bovenmenselijke taak zal blgven zelfs
wanneer b.v. een dearah-West-Java zou
worden gevormd, die de schaduw van
Djokja, het dreigement van over de
grenzen volkomen zou kunnen vergeten,
wanneer °°k de andere gebieden hier
zich zouden distanciëren van het rood
witte hart van Java, dan nog zou deze
republiek alleen al door haar imperialis
tische tendens een latente bedreiging
blijven vormen voor het door allerlei
andere oorzaken in het eerste decennium
zeker nog niet geheel stabiele even
wicht in de toekomstige Verenigde Sta
ten van Indonesië.
„Ik spreek uit naam van ze^ntig
millioen mensen begon nog enkele
weken geleden Soekarno een van zijn
toespraken en men hoeft de wordende
Republikeinse reacties tegen de „Nica-
marionettenstaten" maar te lezen en de
uitvallen tegen de Indonesisch-Neder-»
landse vertegenwoordigers, ,,'t contact*
lichaam van het Koninkrijk" daar er
volgens het officiële communiqué „nog
geen aanleiding bestaat voor de benoe
ming van een Nederlandse delegatie zo
lang er geen onderhandelingen worden
gevoerd", men hoeft de uitvallen tegen
Abdoel Kadir, die de niet republikeins®
Indonesische groepen op Java verte
genwoordigt en dr. Soumokil van Oost-
Indonesië en Pang. Kartanegara van
Oost-Borneo en mr. Dzulkamain van
Oost-Sumatra maar te vernemen, om te
weten wéér de republikeinse schoen
wringt.
Vooralsnog heeft men geen basis voer
de onderhandelingen met déze republiek,
die door de laatste resolutie in de vei
ligheidsraad zeer teleurgesteld was, dia
zich door de toenemende realisatie van
het federalistisch politieke Linggadjati-
concept (waarop deze arrogante oppor
tunisten zich zo nu en dan ook zélf nog
durven beroepen) buiten Java steeds
meer in 't nauw gebracht voelt en plot
seling tegen de voortgaande, door haar
eigen „beleid" in de hand gewerkte ver-
trouwensafbrokkeling (men noemt het
in Djokja de „door Nederland geïnspi
reerde separatistische politiek") op
nieuw haar „eenheidsideaal" poneert.
Typerend voor de geestelijke at
mosfeer van Djokja is het informele ge
sprek dat dr. Koets in Lake Success met
H. A. Salim schijnt te hebben gehad,
waarin Koets tegen de republikeinse
„grand old man" zou gezegd hebben;
„Wg moeten aan één kant staan",
waarop Salim prompt antwoordde: „dqg
komt U aan onze zijde".
„Onze zijde" is dan: volgens de
Berita Indonesia van 30 October „dat
Nederland het recht en de integriteit
dér republiek erkent, dat het zijn goede
wil toont en de toestand op doet klaren
door de Ned. troepen tot achter dé
demarcatielijn vóór de politiële actie
terug te trekken; dat Nederland boven
het egoïsme en de reclame, de recht
vaardigheid en waarheid in de voorlich
ting doet uitkomen".
Het bovenstaand citaat is nog het
meest gematigde uit de artikelen, die
de laatste weken in de republikeinse
pers verschenen. Ik zal U Soetomo spa
ren. ik zal U ook de ergernis om al de
onzakelijkheden, de leugens, het gehits
en de onfatsoenlijke aanmatiging dezer
andere voorlichters sparen.
Ik wil U slechts meedelen dat nie
mand optimistisch is over een resultaat
op korte termijn door de commissie van
goede diensten.
Men mag alleen al op een der cardi-
nale puntten het terugtrekken der
troepen in het huidige stadium ver
wachten dat Nederland niet zal transi
geren. Minder om de „onzakelijke" ar
gumentering dat er vanaf ,de cease fire
order tot 31 October twee honderd icht
en veertig jongens sneuvelden, minder
om de zevenhonderd vijf en veertig ge
wonden die we over diezelfde periode
hadden en dè negentien vermisten
in veel klemmender mate om millioenen,
die in de afgelopen periode slechts één
zorg hadden en één angst: zal de repu
bliek zich op ons nog eens kunnen wre
ken?
En de voornaamst-e reden van onze
scepsis: woorden en garanties hebben
we van déze republiek nu reeds meer
dan genoeg gehad
J. W. HOFWIJK.