to Het M.G. schrijft geschiedenis Fie Carelsen en Louis v. Gasteren Een geschiedenis van 20 jaren De Economische Hogeschool van Tilburg jubileert DIE ^A"frE wereld STEMMING: LUSTELOOS r Philips bomvde clandestien zender Herrijzend Nederland Uit de sportwereld DE voetbalcompetitie Balans na (lrie maanden De geestelijke sfeer van Djokja ,-,Een Hogeschoolgexneenschap groeide" J TWEE TONEELJUBILEA "S S.*4, *5» VRIJDAG 21 NOVEMBER 1947 PAGINA 2 i i Twee millioen nieuw zilvergeld verdween voor „souvenirs" V. Veertig jaar toneel FIE CARELSEN BIJ T LOUIS VAN GASTEREN Boksvaria Scepsis rond de commissie van goede diensten VIE HET LAATST LACHT Gij nodig zult kuoneremdebbtenbrS)g^n V Het „Militair Gezag" heeft een overzicht gegeven van zijn werkzaam heden ••gedurende de periode van 14 September 1944, de datum waarop de eerste belangrijke gemeente van Nederland, met name Maastricht, werd bevrijd en 4 Maart 1946, de datum waarop de geëindigd. bijzondere staat van beleg is Hoewel in de inleiding wordt gespro ken van een „beknopt overzicht", is het geschrift een lijvig boekwerk geworden van meer dan 675 bladzijden plus de nodige bjj-lagen. Het M. G. is een instituut geweest dat veel critiek heeft ondervonden. Voor een deel terecht; het heeft fouten gemaakt. Dat was echter te voorzien. Hoe zou men van een uit de grond ge stampte organisatie, die nimmer was opgezet voor de vervulling vqn een zo omvangrijke en langdurige taak anders kunnen verwachten. Doch ondanks de gemaakte fouten en ondanks de vele critiek heeft het M. G. er steeds naar gestreefd, aldus de voormalige chef van de staf M. G., de luit.-generaal mr. H. 3. Kruis in een „Woord ter inleiding", om te dienen en in een der moeilijkste periodes van onze geschiedenis Wet Nederlandse volk een grote henst be wezen. Slechts weinigen hebben een hel der inzicht in datgene, wat het M. G. gedaan heeft om zijn grote door de regering en de geallieerde legerleiding verstrekte opdraoht uit té voeren. Het is daarom goed dat een beschrij ving van de werkzaamheden thans is verschenen, ook al is de stof o.i. soms wat al te uitvoerig behandeld. Bij lezing krijgt men respect voor het uitgebreide werk, dat op velerlei terrein werd ver richt. Met als eerste taak handhaving van de openbare rust en orde, is de in vloed van het M. G. gecompliceerd ge worden door de omstandigheid, dat Nederland grotendeels door geallieerde strijdkrachten moest worden bevrijd Dit optreden der geallieerden bracht t nemen van allerlei bijzondere maatrege len mede. Bovendien was de toestand van ons land zodanig, dat zeer om vangrijke buitenlandse hulp in de vorm vau levensmiddelen, brandstoffen, enz noodzakelijk was, zodat o uit dien hoofde nauwe samenwerking was ge boden. Er was daarom een verbmdings orgaan nodig tussen de Nederlandse civjele organen en de geallieerde leger- autoriteiten. Met deze Uaisontaak was het M. G. belast, dat reeds In Mei 1943 200 man telde, met 740 personen de overtocht naar het continent maakte en mei inbegrip van alle opgerichte bestuurs- Instanties uiteindelijk ruim 33.000 personen aanburger- en militair personeel heeft geteld. Het boekwerk tracht van elke functie door het M. G. verricht een algemeen beeld te geven. Het- gaat hierbij niet om de vraag hoe men zieh bij de voor bereidingen te Londen, gedacht heeft de aan de orde komende problemen op te lossen, maar hoe deze tenslotte in werkelijkheid zijn opgelost. Vele maat- regelen* van het M. G. waren nood maatregelen, droegen een voorlopig karakter, waren incidenteel of hadden veel weg van een improvisatie, omdat tengevolge van de mislukking van de doorstoot bij Arnhem, de plannen in Engeland voorbereid, slechts ten dele konden worden uitgevoerd- Het in een twaalftal uitgebreide hoofdstukken ingedeelde werk is een rustige bestudering waard, omdat het een schat van voor de geschiedenis be langrijke gegevens bevat naast waarde- vcl cijfermateriaal. Het is echter moei lijk om in het kort bestek van een be knopt krantenartikel een uitgebreid ge- schrift te behandelen, voor welks uit gifte de thans nog heersende pap - schaarste blijkbaar niet heeft &We volstaan daarom met het vermel den van enkele interessante gegevens. „In tijden van crisis is er altijd behoefte aan een zondebok. Onte vredenheid moet zich ontladen. In de periode na de bevrijding maakte Nederland een ernstige crisis door. Een der taken van het M.G. was te trachten het land door die crisis heen te helpen. Het gevolg was, dat het M.G. werd aangewezen als de zondebok. „Het is goed d£tt spanningen ln de samenleving zich kunnen ontla» den en het is beter dat dit geschiedt ten laste van een tot verdwijnen ge doemd orgaan dan op het tot voort bestaan bestemde burgerlijke ge- zagsapparaat". Uit; Geschiedenis M.G. Illegale persoonsbewijzen Toen het zuiden was bevrijd, werd be sloten tot verplichte inlevering door alle gemeentebesturen van de nog radige blanco persoonsbewijzen en tijks- zegels. Langs een grote omweg Kwa- men deze via de illegale beweging in net nog te bevrijden gebied in het bezit van onderduikers. Behalve België had ook Zuid-Neder- land van bombardementen met VI en V2 projectielen te lijden. Van 16 Jan. 1945—1 Maart 1945 hadden in Zuid- Nedyland met uitzondering van Nij megen 347 inslagen plaats, waarbij 174 personen werden gedood, 149 zvaar-en 404 licht-gewond, terwijl meer dan louu percelen vernield of beschadigd wer den- Om een juist beeld te geven van de vernielingen der wegen in O.-Brabant en Limburg o m. al3 gevolg van het intensieve militaire verkeer i.v.nt. het Duitse tegen-offensief, zij vermeld, dat de geallieerden begin Maa 1945 10 000 rpan personeel hadden te werk gesteld voor het verrichten van repara ties aan deze wegen. Bij de subsectie radio van het M._ G. was in Sept. 1944 volgens ondergrondse berichten bekend geworden, dat in het laboratorium van Philips een omroep- zender voor een golflengte van 400 M. gereed stond, welke binnen enkele uren bedrijfsklaar kon worden gemaakt. Tegenover de Duitsers had men voor gewend, dat he<t een proefneming met zendlampen gold. Op 3 Oct. 1944 kon reeds met de uitzendingen van „Her rijzend Nederland" worden begonnen. Men was aanvankelijk van plan in het bevrijde gebied zilveren munten in om loop te brengen. Toen in Maastricht ge allieerde betaalmeesters de hun ver strekte munten gebruikten voor het be talen dei* troepen, was het resultaat van dit experiment, dat de aanlokkelijke munten hun weg vonden naar zilver smeden, die er armbanden, broches e.d. van maakten. Er werd plm. 2 millioen aan zilvergeld in omloop gebracht. Wat niet tot sieraden werd gemaakt, werd opgepot. Hoe de mijnen gespaard bleven Het tot waanzin gedreven zelfver trouwen en de verbijsterende zelf-over- schatting van de Duitser hebben tot geluk van ons onze steenkolen mijnen gered. De Duitsers geloofden, dat hun terugtocht na de aanval van het 9e Am. leger slechts een tijdelijke zou zijn. Op grond van deze overtuiging werden de mijnen door de Duitsers bij hun terugtocht niet vernietigd, zodat zjj in Sept. 1944 in ongehavende toe stand werden aangetroffen. Gedurende de winter 1944-45 werkten in het bevrijde zuiden 23.000 personen voor de geallieerden. Na de bevrijding van geheel Nederland is dit opgelopen tot pl.m. 80.000. Met ingang van 1 Juni 1944 werden nieuwe postzegels in gebruik gesteld. Deze Werden in Engeland aangemaakt tot een bedrag van 2.103.750. De eerste zendingen werd in' Dec. 1944 te Eindhoven ontvangen. Wat de telefoon verbindingen aangaat, was de in Neder land door de Duitsers vernielde appara tuur gelijk te stellen aan de capaciteit van een telefooncentrale met 65.000 aansluitingen. Op 30 April 1945 had de eerste ont moeting te Velp plaats met de heer Louwes, dir.-gen. der voedselvoor ziening. De geallieerde autoriteiten hadden met de Duitsers zfln vrijge leide verzekerd. Dit moment was het begin van het einde. Ir. Louwes deel de mede, dat het distributie-apparaat van het Westen Intact was en dat hjj in staat was de import te distribueren Deze mededeling was een openbaring. Voordat op 5 Mei admiraal Dönitz order had gegeven de wapenen te strekken, hadden vliegmachines een' 10- daagse voorraad over het Westen uitge gooid, waren Can. vrachtauto's met voedsel door het frontgebied gegaan, stond Wageningen vol met voorraden, waren uit het Noorden diverse aard appelzendingen onderweg, zodat tien dagen na de bevrijding met de distri butie van 1800 calorieën voedsel pOT persoon kon worden begonnen, nadat -dit OP 29 April nog ver beneden de 500 was. Bfl de zuivering van de Ned. politie moesten op een aantal van 18.059 er 2478 of 13,72 pet. worden verwijderd. (In Groningen van de 401 man 125). In Drenthe, de kleinste provincie, be liep het aantal gearresteerde politieke delinquenten ongeveer 10.000 of 10 pet. van het totaal van geheel Nederland. Bij de opsporing van door politieke delinquenten verduisterde goederen werd alleen in Amsterdam voor niet minder dan 5 millioen opgespoord. Het samenbrengen van geïsoleerde gra ven van Duitsers op Ned. grondgebied De chef Staf MiG. luit.-generaal Mr. H. J. Kruis leverde een totaal van naar schatting 2500 op. In het boekwerk treft men voorts uitvoerige gegevens aan over de acties van de H.A.R.K. en het V.H.K., ln Juni 1943 opgericht en gerecruteerd uit Ned. vrouwen in Engelénd woonachtig en_Britse vrouw-en van Ned. afkomst; de massale hulpverlening door de U.V.V., die in Juli 1945 200 afdelingen telde, treft men er eveneens in aan. Vermeldenswaard is ook de lijst, ver meldende de data van de bevrijding van alle Ned. gemeenten. Terloops worden in het geschrift de conflicten -met de illegaliteit aangestipt; in het Zuiden dreigde er daardooT een chaos. Met de commissarissen der Koningin had men moeilijkheden i.v.m benoemingen van burgemeesters, omdat dezen soms voor 't treffen van bepaal de maatregelen in een gemeente ver eist waren. Dat conflicten tussen M. G en de Regering ook zijn voorgekomen is een bekend feit, hoewel deze in dit boekwerk zeer op de achtergrond wor den gehouden. De laatste dagen is hier over in de pers een en ander te doen geweest, waarbij vooral de remmende invloed van het M. G. in het geding wordt gebracht om de Regering uit Londen spoedig naar de bevrflde Zuide lijke provincies over te hrengen. Hoewel zodoende de critiek, op het M. G. ook thans nog niet is gestild zelfs over de kosten van dit geschrift, waarmede 60.000 gemoeid zou zfln, is reeds gediscussieerd toch vormt dit boekwerk een belangrijke bijdrage voor het vastleggen van de geschiede nis uit die voor ons land zo moeilijke jaren. Toen de 18- jarige Louis van Gasteren ln de zomer van 1905 de Toneelschool voor het eerst betrad, ontmoette hij daar onder zfln me deleerlingen van 't eerste cursusjaar Fie Carelsen of juister gezegd So phie de Jong zoals zij zich destijds noemde.. Geen van belden zal toen wel gedacht hebben aan een veertigjarig toneeljubileum dat zij thans, 42 jaar later, vrijwel tegelijkertijd vieren, bel de belangrijke figuren ln onze toneel wereld. Evenmin als het Residentietoneel zijn „first lady" graag missen zou, evenmin zou het Nederlands toneelpubliek het graag zonder Fie Carelsen stellen. Wan neer zij opkomt, is het heel gewoon dat men haar met applaus begroet, een ap plaus waarin vroegere creaties en het» zeker vertrouwen op een nieuw succes gelijk aandeel hebben. Men weet wat van Fie Carelsen te verwachten is. Spel vol warmte, niet zich uitlevend in tra giek, maar gespeeld vanuit een Inner lijke adel en juist daardoor dieper tref fend. Of met die onnavolgbaar komi sche klank in haar rustige stem, die de plechtige opening van de economische Hogeschool te Tilburg op 8 December 1927 hield de toenmalige rector- magnificus van de Nijmeegse universiteit, prof. dr Jac. van Ginneken, een indrukwekkende rede, waarin hij o.m. herinnerde aan de gebeurte nissen, die zich hadden afgespeeld voor de beslissing gevallen was om die hogeschool in Brabant te vestigen. Aanvankelijk immers had men overwogen om het hoger economisch onderwijs te verbinden aan de universiteit van Nijmegen. Brabant en Tilburg daarbij op de eerste plaats dat zich al duchtig had beijverd om de Katholieke universiteit te mogen herbergen, stelde alle pogingen in het werk om, toen Nijmegen tot zetelplaats van de R. K. universiteit gekozen was, 'n afzonderlijke economische hogeschool binnen zijn grenzen te verkrijgen. Vooral het bestuur van de R. K. Leergangen te Tilburg was in dit opzicht daarbij zeer actief. En inderdaad ontving dat bestuur op 21 Maart 1924 opdracht van het doorluchtig episcopaat om de oprichting van zulk een hogeschool voor te bereiden. de T.A.E.K. wordt de z.g. hogeschool- dag gehouden. Het is een feest van de gehele gemeenschap, waaraan profes soren, lectoren, afgestudeerden en studenten allen meedoen. Drie jeugdige bezoekerj, die verleden week uit m-nder wereldse plaatsen eén bezoek brachten aan New-York, hoorden des morgens zeer vroeg een vrouw in nood gillen: „Help, help Ze willen me ontvoeren Onmiddellijk kwam hun aangeboren Amerikaanse ridderlijkheid boven. Zij sloegen twee robuste mannen, die een hevig worstelend meisje in een gereed staande auto poogden te duwen, tegen de grond en ontzetten de belaagde on schuld. Maar de beide robuste mannen, die ta melijk gehavend uit de strijd waren ge komen, bleken rechercheurs te zijn, die bezif waren de jonge vrouw wegens w; >i rag te ar'-esteren. De Don Quichottes zitten thans in -een cel naast -die van het meisje. De opzet van de hogeschool was katho liek, ook in de structuur van het instituut zelf. Men wilde de verschil lende vakken in' het licht van de katho lieke levensbeschouwing bezien, zodat de docenten, elkaar aanyullend, een harmonieus katholiek geheel konden opbouwen. Maar ook was men er zich van bewust, dat een ware katholieke verhouding van de docenten onderling dit goede „teamwork" mogelijk moest makan. Tot dit laatste en iedereen weet dat deze „team"-opzet is geslaagd werkte zeker ook mee de jeugd van de benoemde docenten. Geen van allen kon hoge pretenties doen gelden; ze moesten allen nog hard werken om iets te bereiken en zó groeide vanzelf een goede gemeenschapsfeer, wars van persoonlijke tegenstellingen, die de sa menwerking in de loop dezer twintig jaren op overvloedige wijze deed ge dijen. Maar ook verder zocht men de sfeer der hogeschool te doordringen» van het Christendom; men vormde een ware hogesclroolgemeenschap, een nauwe verbondenheid van docenten, studen ten en afgestudeerden. En daarom begon ipen ook hier met een schone léi: in 't eerste studiejaar werden alleen eerstejaars ingeschre ven, jonge mensen, die nog niet in het kader van enigeandere hogeschool een bepagld stempel hadden ontvan gen. En zó ook kon zich bedoelde sfeer het gèmakkelijkst ontwikkelen. Toen dan in 1934 de eerste zes stu denten hun doctoraalexamen hadden afgelegd, werd meteen opgericht de Tilburgse academisch-econormsehe kring, waar momenteel- een kleine driehonderd afgestudeerden lid van zijn. (de T.A.E.K.). Hoe sterk de gemeenschapsgeest was, bleek in de oorlogstijd, toen hechte banden bleven bestaan tussen professoren en studenten, ook al was men over geheel Nederland en Duits land verspreid, nadat de hogescnool haar werkzaamheden had moeten sta ken, tengevolge van de moeilijkheden met de Duitsers. Driemaal per jaar 'vergadert de T.A.E.K., deze kring, die de wetenschap en de idealeh der ho geschool over de maatschappij uit draagt. Op de zomerbijeenkomst van Dit levende geheel vertoont een ge zonde groei. Begon men 1927 met vijf hoogleraren en zes lectoren, momen teel zijn deze cijfers elf en acht. Wer den in de jaren voor de oorlog telkens ongeveer zeventig eerstejaars inge schreven, thans zijn er dit ongeveer honderd-en-twintig. Terwijl de hoge school te Tilburg momenteel zesnon- derd zeventig ingeschreven studenten telt, zijn er aan de handelshogeschool te Rotterdam ongeveer honderdvijftig en aan de economische faculteit van de Amsterdamse universiteit onge veer honderd katholieke studenten in geschreven. Dit is ongetwijfeld een gunstig verschijnsel te noemen. Til burg blijkt bij de katholieken, op het gebied der economische studiën, de leiding te hebben. Ook het program vertoonde een ge stage ontwikkeling. De Rotterdamse Handelshogeschool had reeds in 1913 de economische wetenschap gemaakt tot een zelfstandige studie. In 1925 werd aan de universiteit van Amster dam een „faculteit der handelsweten schap" toegevoegd, die dezelfde weg volgde als Rotterdam. Tilburg fun deerde de economische studie op de filosofie en begreep, flat de economi sche studie moest gesecondeerd wor den door een studie der sociale pro blemen. Deze opzet beviel blijkbaar, want Rotterdam introduceerde haar in 1947 eveneens. haar creatie in een overigens onbedui dend blijspel toch onvergetelijk kan doen blijven. Fie Carelsen is een mar kante en uiterst populaire figuur op de Nederlandse planken en we ho-pen dat zij dit nog lang zal blijven. Het pad van Fie Carelsen liep niet regelrecht naar de 'hoogste roem. Na 2% jaar toneelschool mocht zij welis waar met het gezelschap Kimmel en Chrispijn op tournee naar Indië (1908) maar de daaropvolgende tien jaar resp. bij „Het Toneel" (Royaards) en „Neder lands Toneel" brachtei. toch niet aan stonds de vervulling. Ze speelde Ir) deze periode veel onbeduidende rollen. Totdat in 1918 met de rol van Gloria in „You never can tell" van Shaw het begin van de glorie kwam. Nu volgden „Gardeluitenant" van Molnér, Mizzi in „De duivel" en de koningin in „Hamlet" en in dezelfde tijd zag men Fie Carel sen als de leeuwentemster in „De man die de klappen krijgt", als Ann ln „Man and superman"; voorts in „Dg vrouw van geen betekenis". Géraldy's „Do-mi- sol-do" etc. Na 1920 kwam Fie Carelsen bij het Hofstadtoneel, daarna in 1938 bij het Residentie toneel en sinds dit jaar bij de Haagse Comedie, waar ze een voor aanstaande plaats inneemt. Uit de al lerlaatste tijd herinnert men zich haar mevr. Parsons uit „Toontje heeft een paard getekend" haar meesterlijke spel samen met Marie Meunier in Arseni cum en oude kant, en de creatie van Mevr. Antropus in Thornton Wilders' „Met de hakken over de sloot". De tweede jubilaris, Louis van Gaste ren, die vandaag bovendien zijn zestig ste verjaardag viert, heeft vanaf zijn eerste jeugxi regelrecht op een toneel- carrière aangestuurd. Als 7-jarige jon gen nam zfln moeder hem al mee naar de Grote Schouwburg ln zijn geboorte stad Rotterdam. Als jeugdig H.B.S.-er werd hij belast met de regie van de schoolopvoering van „Joseph in Do- than". En in het millieu waarin hij leef" de zljn oom was directeur van de Haarlemse schouwburg vond hij ze ker voldoende steunpunten om zijn gro te ambitie voor het toneelspelen te ver wezenlijken. In 1905 kwam hl) op de toneelschol en enkele jaren later debuteert hU met Ludovico in „Othello". Dan in 1911 met Verkade op tournee naar Indië. In Europa teruggekeerd ging hfl zich een jaar lang te Berlijn vestigen waar hg als voluntair bU Max Reinhardt die hfl zeer bewonderde, de hogeschool van het toneel doorliep. Nog voor het uitbreken van de oorlog keerde hij naar het vaderland terug en speelt enkele opvallende rollen bö Heijermans. Dan volgt ook voor hem «e mobilisatie, die hij benut om de militai ren goed toneel te brengen. V vriisresteld verbindt hij zich aan Ver kades Haghespelers" waar hfl o.a. een prachtige Claudius in „Hamlet" speel de. Na de wapenstilstand -komt hij bij het Hofstadtoneel en daarna bij Willem Royaards. Hier kreeg hD volop belang rijke rollen, in Strindbergs „Droomspel" in „Midzomernachtsdroom", in Sopho cles „Electra". Acht jaar lang maakte hij vervolgens deel uit van het Rotter dams Hofstadtoneel (Paulus in Werf els „Paulus onder de Joden, Brutus in „Ju lius Caesar" enz.) Daarna werkte hfl bij de Amsterdamse Toneelvereniging en na de bevrflding bij de Start waar men hem zich uit de laatste jaren rollen herinnert in „Auprès de ma blonde", „De geborduurde bal" en „Alcestis", Van Gasteren heeft echter meer ge daan dan alleen toneelspelen. Hij heeft het als zfln taak beschouwd de toneel kunst in zo breed mogelijk» zin 'te die nen, als regisseur bij amateurgezel- schappen, als spreker voor volksuniver siteiten en culturele verenigingen, waarbij zijn ernstig streven, zfln ver van oppervlakkige kennis en zijn prach tig sonoor geluid hem steeds een ge boeid gehoor bezorgden. Inderdaad een belangrijke persoonlijkheid die bij zijn jubileum de volle aandacht verdient. District I: le klas; ZeeburgiaXer xes, HBSVolewijckers, VSV—Haar lem, Hermes/DVS't Gooi, RBCAjax 2e klas A: WatergraafsmeerKfc, Hilversum—Vriendenschaar, Alk. Boys Volendam, DWV-SDW, Elinkwtfk— Hercules; 2e klas B: ZVVWestfrisia, UW—De Spartaan, OSV— 4.1c. Victrix, AFC—HVC, WFC—TOG. District II: le klas: DHCSparta, Edo—Stormvogels, DWS—ADO, Feijen- oordDFC, DOSExcelsior; 2e klas A: SliedrechtCoal, VUCEmma, Schev.Velsen, DCVKennemers, Gou daFortuna; 2e klas B: BMTOver maas, RCH—HVV, ODS—Quick, Unitas UVS, VFCCVV. District III: le klas: Heracles AGOVV, Ensch. BoysVitesse, Be QuickQuick, NECZwolse Boys, Go AheadEnschede; 2e klas A: Tubantia Oldenzaal NeoRigtersbleek Vosta Achilles, Quick '20Hengelo; 2e klas B: Aalten—WVC, PEC—Rob. et Vel., DoetmchemRijssen; 2e klas B; SCH Veenendaal, Ede—Theole, WAVV—Gel, ria, Rheden—Dier. Boys, TEC—Varsse- veld. District IV: le klas: Willem II—Eind. h-ven, Maurits—Helmond, BW—Sitt. Boys, SpechtenTSC, JulianaLonga; 2t klas: MiddelburgInternos, Temeu- zenDosko, Alliance—Zeeuwen, Goes .Hero, BreskensRBC; 2e klas B: Mulo —Zwaluw, RKC—RKTW, Kolping— TOP, RAC—Desk, Schijndel—Wilhelmi- na. District V: le klas: Be Quick—HSC, HeerenveenSneek, GVAVLeeuwar den, FrisiaEmmen, AchillesVeen- dam; 2e klas A: Friesland—GRC, LSCJ Nlcator, Black Boys—Alcldes, Steeü- wflk—Drachten, De Kooi—FVC; 2e klas B: Zuidbroek—Noordster, FW— Hoogezand, EextBato, Muntendam— Oosterparkers, WWAppin-gedam. District VI: le klas: PSV—-Vllssingen VVVBeijerheide, NACNoad, Hel- mondiaBrabantia, Sp. Emma—MW; 2e kl. A: Willem I—Heerlen, WH '16 Laura, HeksenbergWaub. Boys, KerkradeGr. Ster, Miranda—RKONS, Kolonia—Hoensbroek; 2e klas B: Kim- briaTeg. Herten, Wilhelmina '08Ge leen, Sittard—Blerick, Almania—Woen- sel, VelocStandaard, RoermondValk De Franse lichtgewichtkampioen Ray Famechon won-in 10 ronden op pun ten -van de Belgische kampioen Jos Preys. a. De Britse Boksbond is teruggekomen op zijn besluit om Jackie Paterson vervallen te verklaren van zijn titels van Wereld-, Empire* en. Brits Karn.- pioen vlieggewicht. OP deze vierde Lustrumdag zijn wfl met grote dankbaarheid vervuld ten opzichte van de Gever van alle gaven, Die zicht baar wasdom gaf aan de gemeenschappelijke arbeid van allen, die aan de opbouW van onze Hogeschool medewerkten. Wij verheugen er ons met hen' in, dat hier een ware Hogeschool gemeenschap groeide. Onze gedachten gaan echter mede uit naar degenen uit,ons midden, die gedurende de oorlogs- en bezettingsjaren het offer van hun leven brachten. Hun voorbeeld zal ons steeds voor ogen staan. Wij denken ook aan de jongens in Indië, die voor de eer van het vaderland en het welzijn van Indonesië hun leven inzetten. Mogen de omstandigheden spoedig gedogen, dat zij weer naar hun oude Alma Mater kunnen terugkeren. t H. A. "KAAG, Rector-magniïicus Prof. H. A. Kaag Men hoort in Batavia de laatste tijd herhaaldelijk suggesties als zou de republiek, als zou Let conflict met Djokja eigenlijk niet belang rijk meer zijn. Juister gezegd: de antithese Djokja-Batavia behoeft reeds lang niet meer een zó zwaac accent, dat zij het in wezen veel belangrijker nieuws der gunstige ontwikkeling overal elders in de Archipel (Oost Indonesië, Borneo, Sumatra's Oostkust en misschien zelfs West Java) van de voorpagina zou dringëta. Inderdaad is dit formeel gesproken juist. Reeds twee jaar lang heeft de republiek zich geestelijk „opgetrokken'' aan zwaarder „headlines'' dan zij eigenlijk verdiende; inderdaad ontleent zij nog steeds zestig procent van haar importantie aan het onweer van echo's, dat zij opriep in de wereldpers, dertig procent aan de gevolgen van haar tegenover het buitenland overigens angstvallig verborgen en gecamoufleerde negatieve politiek, terwijl men de res terende tien procent naar believen mag opdelen tussen werkelijke waarde en nogmaals lege propaganda-bombast, groeide politieke vlegeljaren-atmosfe^ dezer „jonge natie" zeker geen goed daan, integendeel! n Premier Amir Sjarifoeddin pds fin Hit is nipt alleen In het felle schijnsel der UNO-schfln- werpers wierp de kleine gestalte, van Sjahrir zeer beminnelijk, zeer sym pathiek een schaduwbeeld op het wereldgeweten van zeventig millioen ge knechte, door imperialistisch Nederland uitgezogen en thans in een koloniale oorlog opnieuw onder de voet gélopen Indonesiërs, die 'allen smachtend naar de Djokjase vrijheidskampioen opzagen, en hoe scheef de verhoudingen getrok ken werden bleek niet alleen overduide lijk uit het negerend gebaar van de vei ligheidsraad tegenover de vertegenwoor digers van Borneo en Oost-Indonesië, maar ook uit de geruchten over de sa menstelling der Nederlandse delegatie, waarvan niet minder dan één landvoogd, twee ministers, één gezant en één eco nomisch deskundige van groot formaat deel zouden uitmaken. Paedagogisch gezien heeft deze gang van zaken der twee laatste jaren de toch reeds van alle werkelijkheidszin gespeende, buiten alle proporties ge- S'VAV:.' reeds ''tiet voor voor de sfeer, maar ook illustra"pjokja aanmatigende toon, wel^fste com- de nog steeds bezigt in het e- riveer_ muniqué aan de in Batavia ff® verkla- de drie-landencommjssie n\et,en zeerste ring, dat de „republiek het betreurt, dat van Nederland m efficient wordt gewerkt van slaan op het eventueel hap e Nederlandse vervoersfacih or een eventuele reis naar DJ bleem, dat helemaal niet das* en zeker niet aangeroerd °,ende te enkele slecht starten be schikking kon stellen. niet zfln schuld). Even tevoren had e geluk kige aedachte gehad om aan de buiten- Kige geaacnie B een zacht landse hoge gaste ,enk te geven door mee te delen, dat natuur lijk ieder buitenlander hartelijk welkom was in de republiek, „ml s hg zich maar fatsoenlijk gedroeg Bovendien was men zich, toen de com- missie aanRVvam reeds een week lang nerveus aan 't oversc reeuwen, dat de toekomstige besprekingen in gèèn ge val te Batavia mochten plaats vinden, daar Bat'acia een „koloniale" stad was (ofschoon er wanneer ze zich niet telkens vergaloppeerden jn Batavia meer republikeinse dan Nederlandse kranten verschijnen, en men elke dag tegenover de Harmonie de „Merdeka"- kran ten jongens kan horen schreeuwen 1 en men zich in een koloniale stad niet vrg zou kunnen uitspreken. Zelfs nog afgezien van de vraag, of dit alles juist is: dergelijke uitingen tonen wel het volkomen gebrek aan di plomatieke traditie, het grote tekort kan eerbied voor derzelver omgangs vormen, demonstreren in één woord de vlegelachtigheid en zelfoverschatting van Djokja's politieke opvattingen. „De Regering van Hare Majesteit «al er een eer in stellen U ^chlkking te geven over alle Je'ke de wens uit te spreken dat Uwe missie met succes Dit waren °P ^emajoran de wel komstwoorden van de landvoogd tot de heer Van Zeeland. ER MIJ OP JAVA één zaak düi- delijker geworden dan ooit te voren. Een indruk, dl® bij alle daar voorkomende nK>eihjhheden steeds sterker werd: Zo lang men politiek op een hoog niveau niet tot een oplOS3jng met de huidige j-epubliek is gekomen, zullen orde en rust, primaire voorwaarden tot algehele stabilisatie en herstel, steeds weer op nieuw bedreigd worden. Deze constatering is weinig origineel, zal men opmerken. Inderdaad, maar het wil mij voorkomen, dat men zich met betrekking tot de politieke problemen en moeilijkheden in het verleden hier vaker heeft laten misleiden door ver rassende, en soms verrassend vége for muleringen en visionnair onzakelijke „oplossingen", dan door een verant woord reële opvatting omtrent de wezen ljjke verhoudingen. Hoezeer men ook van Nederlandse zijde gelijk mag hebben door het con flict met Djokja fhrmeri niet over zijn proporties heen te jagen, het zou fataal kunnen zgn hieruit de conclusie te trek ken, dat het continueren van de huidige Situatie meer onplezierig, dan wel catastrophaal zou zijn. De toestand van het ogenblik is op zijn zachtst uitge drukt hoogst ongewenst. NatuurlgK geldt dit op de eerste plaats voor Java en Sumatra. Men trekt in een eenmaal geen vrij volledige geenheid; men werpt in de orgamscni die elk land toch steeds min. niet ongestraft barrières op. Zelfs wanneer men erin mocht slagen, nnder Nederlandse verant woordelijkheid staande gebieden volko men van verkeerde elementen te zuive- ren tets wat door de voortgaande in filtraties vanuit de republiek een bijna bovenmenselijke taak zal blgven zelfs wanneer b.v. een dearah-West-Java zou worden gevormd, die de schaduw van Djokja, het dreigement van over de grenzen volkomen zou kunnen vergeten, wanneer °°k de andere gebieden hier zich zouden distanciëren van het rood witte hart van Java, dan nog zou deze republiek alleen al door haar imperialis tische tendens een latente bedreiging blijven vormen voor het door allerlei andere oorzaken in het eerste decennium zeker nog niet geheel stabiele even wicht in de toekomstige Verenigde Sta ten van Indonesië. „Ik spreek uit naam van ze^ntig millioen mensen begon nog enkele weken geleden Soekarno een van zijn toespraken en men hoeft de wordende Republikeinse reacties tegen de „Nica- marionettenstaten" maar te lezen en de uitvallen tegen de Indonesisch-Neder-» landse vertegenwoordigers, ,,'t contact* lichaam van het Koninkrijk" daar er volgens het officiële communiqué „nog geen aanleiding bestaat voor de benoe ming van een Nederlandse delegatie zo lang er geen onderhandelingen worden gevoerd", men hoeft de uitvallen tegen Abdoel Kadir, die de niet republikeins® Indonesische groepen op Java verte genwoordigt en dr. Soumokil van Oost- Indonesië en Pang. Kartanegara van Oost-Borneo en mr. Dzulkamain van Oost-Sumatra maar te vernemen, om te weten wéér de republikeinse schoen wringt. Vooralsnog heeft men geen basis voer de onderhandelingen met déze republiek, die door de laatste resolutie in de vei ligheidsraad zeer teleurgesteld was, dia zich door de toenemende realisatie van het federalistisch politieke Linggadjati- concept (waarop deze arrogante oppor tunisten zich zo nu en dan ook zélf nog durven beroepen) buiten Java steeds meer in 't nauw gebracht voelt en plot seling tegen de voortgaande, door haar eigen „beleid" in de hand gewerkte ver- trouwensafbrokkeling (men noemt het in Djokja de „door Nederland geïnspi reerde separatistische politiek") op nieuw haar „eenheidsideaal" poneert. Typerend voor de geestelijke at mosfeer van Djokja is het informele ge sprek dat dr. Koets in Lake Success met H. A. Salim schijnt te hebben gehad, waarin Koets tegen de republikeinse „grand old man" zou gezegd hebben; „Wg moeten aan één kant staan", waarop Salim prompt antwoordde: „dqg komt U aan onze zijde". „Onze zijde" is dan: volgens de Berita Indonesia van 30 October „dat Nederland het recht en de integriteit dér republiek erkent, dat het zijn goede wil toont en de toestand op doet klaren door de Ned. troepen tot achter dé demarcatielijn vóór de politiële actie terug te trekken; dat Nederland boven het egoïsme en de reclame, de recht vaardigheid en waarheid in de voorlich ting doet uitkomen". Het bovenstaand citaat is nog het meest gematigde uit de artikelen, die de laatste weken in de republikeinse pers verschenen. Ik zal U Soetomo spa ren. ik zal U ook de ergernis om al de onzakelijkheden, de leugens, het gehits en de onfatsoenlijke aanmatiging dezer andere voorlichters sparen. Ik wil U slechts meedelen dat nie mand optimistisch is over een resultaat op korte termijn door de commissie van goede diensten. Men mag alleen al op een der cardi- nale puntten het terugtrekken der troepen in het huidige stadium ver wachten dat Nederland niet zal transi geren. Minder om de „onzakelijke" ar gumentering dat er vanaf ,de cease fire order tot 31 October twee honderd icht en veertig jongens sneuvelden, minder om de zevenhonderd vijf en veertig ge wonden die we over diezelfde periode hadden en dè negentien vermisten in veel klemmender mate om millioenen, die in de afgelopen periode slechts één zorg hadden en één angst: zal de repu bliek zich op ons nog eens kunnen wre ken? En de voornaamst-e reden van onze scepsis: woorden en garanties hebben we van déze republiek nu reeds meer dan genoeg gehad J. W. HOFWIJK.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1947 | | pagina 2