Gustaaf V van Zweden jubileert 8 Het lijden Zeereis met de Dood Feest van Maria's Onbevlekte Ontvangenis, der Katholieken in de Oekraine r December IS *A ZATERDAG 6 DECEMBER 1947 PAGINA 4 VEERTIG JAREN ONGE KROONDE KONING Mr. G., sportbeoefenaar ZIEKE SOLDATEN HADDEN „PAKJESDAG" Eeuwen lang was Maria, om het ongebroken mysterie van haar zuiverheid, dat bloeien kon zonder door een mens te zijn aangeraakt, een stralende verrukking voor de kinderen der mensen. Zij wisten goed, dat de zonde hen had beschadigd in hun denken en in hun streven, maar zij wisten zich ook kinderen van God, Die de zonde had veranderd in een gelukkige schuld. Zij zagen in Maria oneindig veel meer dan een voor alle be smetting gevrijwaarde exceptie, dan een gave, maar onherhaal bare uitkomst van Gods onbegrijpelijk spel, die slechts met vrome weemoed vereerd kan worden. Zij zagen in haar uitver kiezing Gods oorspronkelijk plan met hun eigen gehavend bestaan volkomen zuiver gereflecteerd, en zij geloofden in de Kracht Die alles nieuw maakt. Maar de eeuwen zijn vergaan, en de mensen zijn veranderd. De werkelijkheid van God echter, Die alle jeugd verblijdt en bestendigt, is in dit vermoeide Westen, dat geen kinderlijkheid en geen verrukking kent, geen andere dan zij altijd was en altijd zijn' zal. In die werkelijkheid is Maria's maagdelijk beschikbaar zijn voor God nog even actueel als het ooit geweest is. En de bedoeling die de Schepper heeft met ieder mensenleven dat er ooit is geweest, dat op dit eigen ogenblik 't onophoudelijk sterven aan zich in vervulling ziet gaan, en dat er ooit zal zijn tot aan het einde van de tijd Gods intentie met ieder mensenleven vindt in Maria's overgave zijn heldere en onbegrijpelijke formule. Want niets is belangrijk in het leven van de mens, in het feestelijkste niet en in het verkommerde niet dan de mate, waarin het bruidelijk heeft gewacht op God. Het kan door vele zonden gehavend zijn, het kan door vele gehechtheden zijn élan verloren hebben, het blijft het teken van Gods uitverkiezing dragen in het nooit stervend verlangen naar een vervulling die de aarde niet geven kan, en in zijn nooit te naderen eenzaamheid Daar is geen ellende zo diep, of het verlangen naar bevrijding is gebleven. Daar is geen overgave zo roekeloos, of er is in de ziel een ongerept geheim, dat onbereikbaar is voor de tederste om helzing en het eerbiedigst begrijpen. In dit geheim zijn alle mensen eenzaam, omdat God het voor Zichzelf bewaard heeft, omdat God het heeft bestemd tot woning van het Woord, Dat in iedere mensenziel wil geboren worden. IN TE. j PRIESTERS WORDEN UITGEROEID TOESLAG VOOR GEP. WEST- INDISCHE MILITAIREN VLIEGTUIGEN-FOUT ONTDEKT door Jerry Froscher Vorstenjuibilea zjjn zeldzaam in bet Europa van na 1918. De eerste wereld oorlog heeft veel tronen omver gewor pen, de tweede vergrootte het aantal koningen in ballingschap nog aanzien lijk. Zelfs de monarchistische gedachte scheen zwaar te hebben geleden, en maakte veelal plaats voor het republi keinse ideaal; maar de werkelijkheid was, dat, waar koningen, keizers of tsaren moesten gaan, dictators hun ze tels innamen, niet in het belang van hun volk, en nog minder in het belang van de wereldvrede. Maar Maandag a.s. viert een echte koning een herdenkingsfeest. De 8ste December is het veertig jaar geleden, dat de nu bijna negentigjarige koning Gustaaf V van Zweden de troon be klom. Al is hfl ook steeds ongekroonde koning gebleven; want zijn democrati sche instelling, zij het ook op de con servatieve vleugel, weerhield hem van een grootse kroningsplechtigheid. Veertig jaar koning; bijna negentig jaar; de oudste koning, die de moderne wereld kent. Hij heeft koningin Victoria en koning Edward VII van Engeland ontmoet; hij heeft met Disraëli gespro ken en Bismarck gekend. Persoonlijk maakte hij kennis met de tsaren Alexander III en Nicolaas II van Rus land; hij ontving keizer Frans Joseph in diens glorietijd en Wilhelm II van Duitsland. Hij ontmoette ook de Führer van het Derde Rijk, HitierEn deze verliet rood van toorn de zaal, nadat de koning hem, tijdens een dramatische lunch in de Zweedse legatie te Berlijn in 1933, onomwonden had verteld, wat hij van de jodenvervolging dacht, en hem voor de internationale gevolgen van zijn politiek had gewaarschuwd- Wie op vijftigjarige leeftijd koning wordt, heeft reeds een mensenleven achter de rug. Veertig jaren bestuur van een koninkrijk zijn een nieuw men senleven. In die negentig jaar heeft de wereld een revolutie doorgemaakt, in een versneld tempo. De arbeidende mens heeft zijn volle betekenis in de politieke weegschaal geworpen; socia lisme en bolschewisme hebben velen veroverd; in een deel der wereld heeft de democratie haar macht gegrondvest, in een ander deel de hardste dictatuur. Twee wereldoorlogen lichtten onze klei ne aarde uit haar evenwicht, en op het ogenblik ziet men slechts ruïnes en chaos op elk gebied; leeft de mensheid In angst voor de apocalyptische ver schrikking, welke zij in het verschiet ziet. Natuurlijk hebben al deze geweldige gebeurtenissen Zweden niet onberoerd gelaten; maar het is een democratische, een constitutionele monarchie geble ven, ook onder het socialistische re giem. Maar vooral, Zweden kon in bei de gevallen buiten de oorlog blijven, hoezeer het meermalen door Hitier werd bedreigd. In een constitutionele staat is het altijd moeilijk de juiste plaats te bepa len, welke de vorst in de politiek in neemt. De verantwoordelijkheid voor elke regeerdaad berust bij het kabinet; de vorst staat boven de partijen, en ook boven elke mislukking en elk falen. Maar als hij een krachtige en wijze persoon lijkheid is met grote kennis van zaken en een brede ervaring, kan hij een ge weldige invloed ten goede uitoefenen. Dan is hij allerminst een figurant, lou ter een symbool. Koning Gustaaf heeft verscheidene ma len, doordat hij sprak „als menr" zoals hij zelf zeide, richting gegeven aan de politiek; bijv. in Februari 1914, toen hij door een rede het liberale kabinet ten val bracht. En in 1920 trad, zonder dat er een revolutie was geweest, een lou ter socialistisch ministerie op met Hjalmar Branting, die eens 's konings schoolmakker op de openbare lagere school was gewéest, ils premier. De samenwerking tussen de koning en zjjn sindsdien meestal socialistische ministeries is zodanig geweest, dat een socialistische premier verklaarde, dat koning Gustaaf „op merkwaardige wij ze de monarchie heeft gerehabiliteerd". En het socialistisch partij-orgaan schreef bjj gelegenheid van een vroe gere herdenking: „De Zwedei. zjjn een voudig dol op hun koning, zij verlaten zich op zjjn wijsheid en ervaring in poli. tieke zaken. Zjj weten, hoe buitenge woon goed en vlot hjj samenwerkt met de vertegenwoordigers van het volk in de regering en in de commissie voor buitenlandse aangelegenheden. Zjj hou den ook van ,,mr. G." om zjjn sportivi teit, zjjn liefde voor het leven in dg open lucht, zijn eenvoudig leven". Als er stille critiek die is er steeds op koning Gustaaf werd uitgeoefend, komt deze zeker niet op de eerste plaats uit de linkse hoek, maar veeleer van ter rechterzijde, waar men hem gaarne meer had gezien als de centrale figuur van Zwedens politieke leven. Bijna even bekend als kotning is „mr. G." als sportbeoefenaar, heel bijzonder als vooi treffelijk tennisspeler. Helaas heeft de grjjze, maar nog steeds rijzige vorst in de lente van dit jaar de sport moeten opgeven; de ouderdom, de ge zegende ouderdom van negentig jaar stelt zjjn onverbiddelijke eisen; maar nooit zal hjj, zelfs nu, de wekelijkse kroonraad verzuimen, of de commissie van buitenlandse zaken. Daar ligt zjjn grote taak, al 'Snoet hjj veel van zjjn representatieve plichten aan de kroon prins overlaten. Zweden viert Maandag op grootse wjjze feest. Het viert het jubilé van een alom beminde koning, die veertig jaar over de belangen van volk en land heeft gewaakt, op een wjjze, welke eerbied en bewondering van de gehele wereld afdwingt. Een Utrechtse dame, die onbekend wil blijven, kwam anderhalf jaar gele den in contact met inwonende mili tairen van het hospitaal „Oog in Al" bjj Utrecht. Zjj besloot toen hei St. Nicolaasfeest voor hen wat op te vrolijken. Zjj trok het land door, be- zocht fabrikanten en kon tenslotte 300 pakketten uitreiken. Gesterkt door de ondervonden hulp. ging de dame, die de verzorging var, haar actie geheel uit eigen middelen bekostigt, in Sept. j.l. opnieuw haai relaties van het vorig jaar af en hel resultaat was dit keer overweldigend. Met de door fabrikanten afgestane le derwaren. snoepgoed, zilveren siera den, vulpennen, schoenen, zeep, as bakken en nog tal van andere artike len konden niet minder dan 874 grote dozen gevuld worden. Deze geschenken zjjn Vrijdagmiddag door aalmoezenier of veldprediker uit gereikt aan de zieke soldaten in de hospitalen te Utrecht, Amersfoort en in de herstellingsoorden te Doom en Amerongen. <C> De instelling van de commissie- bakkerjjbedrjjven kan binnen enkele dagen worden tegemoet gezien. Koning Gustaaf V van Zweden r te. - - - - Op de Reichskanzler Platz (vroeger de Adolf Hider Platz) wordt tussen de doorgeblazen huizen in opdracht van het Engels militair bestuur een grote fontein gebouwd door civiele Duitse gevangenen. gevangenen. Uit betrouwbare bron wordt aan het K. N. P. meegedeeld, dat alleen in de Sub-Karpatische Oekraine (vroeger deel van Tsjechoslowakije) de liquidatie der Grieks-Katholieke Kerk nog niet beëin digd is. Op verschillende plaatsen in dit gebied mogen nl. de Oekrainse priesters nu en dan de H. Mis celebreren. Toch wordt er op gewezen, dat ook hier wel dra de Russisch-Orthodoxe Kerk van Moskou haar plaats zal innemen. Reed; werden jonge en actieve priesters aanger houden en weggevoerd, voornamelijk de monniken van Sint Basilius, wier kloos ter te Mukacevo reeds met Russisch- Orthodoxe monniken werd bezet. Anderzijds wordt gemeld dat de Pools- Oekrainse Katholieke Aartsbisschop van Lwow (Lemberg), Jozef Slipyj, die tot 8 jaar dwangarbeid werd veroordeeld, thans te Jenisoïsk (Siberië) in een fa briek arbeidt. Zijn gezondheidstoestand is onrustwekkend. De andere Oekrainse Katholieke bisschoppen zijn geïnterneerd in de gevangenis van Kiev. evenals de provinciaal der monniken van Sint Ba silius, pater W. Hradyuk. Veel somberder nog is het lot van de secuiiere clerus in de Poolse Oekraine De priesters, die weigerden tot de Rus sisch-Orthodoxe Kerk over te gaan, wer den in de concentratiekampen voor „weerspannige" priesters geïnterneerd, o.a. in die van Horodok en Sambir. Voor de geestelijken der kloosters wer den speciale kampen ingericht te Law- rew en te Krechew (West-Oekraine), waar de behandeling der priesters zeer slecht is, zelfs oude en zieke geestelij ken worden er gefolterd. De katholieke kerken in de Poolse Oekraine zijn grotendeels gesloten, m dé grote centra blijven er sommige open als „propagandabewijs" voor de vreemdelin gen. Meestal betreft het kerken, die thans door de Orthodoxen worden gebruikt, daar de Grieks-Katholieke kerk in de Oekraine door de Sovjet-Russen is ver boden. Zelfs de Orthodoxe priesters moe ten de tekst van hun preken onderwer pen aan de censuur der Sovjet-autoritei ten, en het is hun verboden buiten de kerkelijke diensten betrekkingen te on derhouden met hun gelovigen. Tenslotte wordt er op gewezen, dat het volstrekt verboden is de kinderen godsdienston derricht te geven voor bun achttiende Jaar. De minister van overzeese gebieds delen deelt mede dat een alg. maatre gel van bestuur, strekkende aan gep. Westindische militairen een duurte, toeslag en kindertoeslag toe te kennen, in een ver gevorderd stadium van voor bereiding verkeert. De duurtetoeslag zal bedragen ten hoogste 25 pet. met een maximum van 42,50 per maand, terwjjl voor de minimale pensioenen daaraan een minimum is verbonden van 25 per maand. De kindertoelage zal bedragen voor ongehuwde kinderen beneden 21 jaar 3 pet. van het maan delijks pensioen, met een minimum van f 7,50 en een maximum van 17,50 per kind per maand. De oorzaak van de branden aan boord van de Amerikaanse DC-6 vliegtuigen, welke tengevolge hebben gehad, dat on langs voor meer dan 80 van deze machi nes 'n startverbod is uitgevaardigd, is een te grote aanvoer van benzine voor het verwarmingsstelsel der cabine, aldus A.P. Een commissie, samengesteld uit verte genwoordigers van regering en industrie, is tot deze conclusie gekomen na een onderzoek met betrekking tot de wijzi gingen. die in de machines behoorden te worden aangebracht, aleer zij wederom zouden mogen starten. cvnrynrOT<qQQOOOO0O0O00®®®g>g><^00000OO003O<^^ Ons Romanbijvoegsel )ÖOOOOOGOQOGQOeK3OOOOOOOOOOOGGXi)OOOGOO0OOOGOOOOOÖOOGtOOOOGOOOOOOOOOOOOOOOGOOOOOGO0OOGOGOGOGaDGTOOOOOOOOQO(^oÖ Chapin zijn hut weer, om zich naar het dek te begeven. Het regende nog, maar de wind was afgenomen. Voorzichtig Taylor Chapin ontwaakte door h- geluid van een harde slag en het g rinkel van vallend glas. Hij gmg zitten. Zijn bonzend hoofd deed hem vreselijk pijn, doch desondanks drong tot hem door. dat hjj zich op zee te»- vond. Hjj voelde de gestadige beweging van het schip en hoorde het lawaai van de woelige golven. Het was donker en daarom duurd het enige minuten, vóór hjj hier zó aan gewend was, dat hjj iets kon onder scheiden. Tot zijn grote verbazing stel de hij vast, dat hjj op een bed lag, ten volle gekleed. Hjj keek verwonderd rond en zag, dat zjjn verblijfplaats een kleine vierkante kamer was, waarin hj) zich geheel alleen bevond. Buiten woedde er een storm. De regen kletterde op het dek en tegen de ijzeren wanden. De wind huilde, met krachtige vlagen, die de golven op zwiepten, waardoor het schip hevig slin gerde. Weer hoorde hij een slag, maar hjj kon niet bepalen, wat er gebeurde. Hjj stond van bed op en nu was het, of hjj de grond onder zjjn voeten verlo ren had. Onzeker wankelde hij voor waarts, de wanden afzoekend naar een lichtschakelaar, die hjj tenslotte inder daad vond. Er brandde nu aan het pla fond een heldere lamp en Chapin kon zjjn onbekend verbljjf eens nader bekij ken. Wederom verbaasde hij zich: de ka mer was groter dan hjj verwacht had en ze was werkelijk luxueus gemeubi leerd. Hij ging op een stoel zitten en nam zjjn gepijnigd hoofd tussen de beide handen, pogend zich te herinneren, op welke manier hjj aan boord van deze boot was geraakt en wat voor 'n boot het eigenljjk was. In ieder geval, was hjj niet vrijwillig aan boord gegaan. Wat was er precies gebeurd, vlak voor hjj het bewustzijn verloor? Zijn nog half verdoofd hoofd liet hem niet toe, helder te denken en hij liet het achterover rusten op de rand van zijn leunstoel Eindeljjk kwamen er hem enige beel den voor de geest: het roezemoezerige leven en beweeg van een café. Chapin probeerde uit deze verwarde beelden een conclusie te trekken. Waarschijnlijk was hij dus het laatst n een café ge weest. Maar waar? En waarom? En hoe kwam hjj daarvandaan op deze boot verhuisd, zonder dat hjj daar iets van gemerkt had? Romaine! Nu herinnerde hjj het zich plotseling weer. Hjj was met een vriend waren ze samen 'n paar borrels gaan drinken in Romaine. De politie was er binnengevallen en er waren wanorde lijkheden geweest, toen iemand in dron kenschap een stoel opnam, om er de politie mee te lijf te gaan. Zou de man hem, per ongeluk, een klap op het hoofd hebben gegeven, waardoor hij het be wustzijn verloor? Chapin trachtte zich de situatie geheel in te denken, maar hjj kon zich de details niet meer herin neren. Goed, zjjn bewusteloosheid was hier mee misschien verklaard, maar niet het feit dat hij zich momenteel 0p een boot bevond, de hemel wist hoever van het vaste land verwijderd. Een grapje, dat een van zjjn vrienden zich had ver oorloofd? Neen, hjj was per slot geen mllonnars-zoontje en andere redenen om hem te ontvoeren bestonden er al evenmin. Taylor Chapin was een jongeman van achter in de twintig. Hjj had zich be kendheid verworven als kunstredacteur van het Giant-weekblad en was in alle kringen een graag geziene figuur. Vij anden had hjj. voorzover hij wist, met althans geen, die hem een slag op het hoofd zouden geven, om hem daarna aan boord van een zeebootje te slepen Hjj ging weer rechtop zitten. Zpn kle ren waren wat in de war geraakt en hy bracht ze weer in orde. Wat stond hem nu te doen Waeh ten op /e dingen, die zouden volgen, of handelend optreden? Hjj voelde zich nu iets beter en besloot, op onderzoekings tocht uit te gaan. Hij stond op en be woog zich nog onvast op de benen staand, door de kamer heen. Ja, eerst zou hjj de hut zelf aan een grondig onderzoek onderwerpen. Hjj trok de laden van een tafel en linnen kast open, maar die waren leeg. Ver volgens ging hij in de badkamer een kijkje nemen, doch ook daar was niets bijzonders te ontdekken. Alleen zag hij op een handdoek met rode letters de naam Carmen geborduurd staan. Hier uit maakte hij de gevolgtrekking, dat hij zich aan boord van een p a r ti c u- 1 i e r jacht bevond. Nauwkeurig ging hij na, wie van zijn vrienden een zee waardig jacht bezat. Niet een. De mo gelijkheid bestond, dat hij voor een an der was aangezien en dat zijn „ontvoe ring" enkel het resultaat was van een vergissing. Het verwonderde hem, of de deur op slot zou zijn. Met een forse ruk trok hjj haar openopgesloten bleek hij dus niet te zijn. Hjj ging naar buiten. Koude, wind en regen vielen, alsof ze op hem ge wacht hadden, op hem aan en hij moest kracht te kunnen verzetten. Woedende, zwarte golven beukten tegen de wan den van het schip en overspoelden schui mend het dek. Na enige weifeling sloot Chapin de deur weer, besluitend, met zjjn onderzoek op dek te wachten tot het daglicht. Weer in zjjn hut gekomen, bemerkte hjj een deur, die hem bij zjjn eerste on derzoek ontgaan was. Hjj opende haar: een kleine kast, waarin op de grond een grote leren koffer stond. Hjj nam stapte hjj langs de railing over het dek Hjj voelde zioh iets beter, maar hele maal vast op z'n benen stond hij nog niet. Hij telde op het dek zeven deuren. Terwjjl hjj deze passeerde, trachtte hij een voor een de knop om te draaien, maar de eerste vjjf waren afgesloten. De zesde deur vloog echter open en Chapin keek in een prachtig ingerichte hem op: een zwaar ding! Er hing «n,^ binnentreden, toen label aan, waarop een naam geschre-1 «trokken AwL een naar het - theater geweest en daarna even bljjven stilstaan ora zich tegen hun ven was. Hjj las hem. Hjj staarde ver schrikt voor zich uit, wiste zweet van het voorhoofd en liet zich ontdaan in een stoel neer vallen. Nogmaals las hjj de naam, vrezend aan zinsbegoocheling te ljjden. Hjj streek met zjjn hand over de label heen, als om zich ervan te ver zekeren, dat het ding werkeïjjk be stond. Ja, er stond zijn eigen naam op, ge schreven in een fors en duideljjk hand schrift. Vergissing was dus onmogeljjk. Nu, dacht hjj, als dat mjj dan door een onbekende gever is cadeau gedaan, heb ik vanzelfsprekend het recht, de kof fer te openen en te kijken wat de ia- houd is. Die nieuwe veren van het slot spron gen klikkend open en Chapin zag een stel eerste klas kledingstukken en toi letbenodigdheden Hjj nam er een prachtig overhemd uit en bekeek het aandachtig. Het was splinternieuw en in de boord stond z'n naam geborduurd. Nu werd de zaak dus nog gekker, want nu hij zjjn naam tot tweemaal toe in deze hut ge vonden had, wees alles erop, dat het inderdaad speciaal om hem te doen was. Een vooropgezet plan, dus. Maar wat voor plan? Hjj nam een colbert uit de koffer en paste het: het zat hem als gegoten. Zo, dus zijn onbekende gastheer moest iemand zjjn, die hem bijzonder goed kende en zelfs zjjn maat van kleding on feilbaar had kunnen vaststellen. Hjj had geen halve 'maatregelen genomen, doch alles zorgvuldig voorbereid, want het borduursel van de monogrammen wees allerminst op haastwerk, doch was zorgvuldig afgewerkt. Ook de keuze van de kledingstukken kwam geheel met die van Chapin overeen. Onder minder geheimzinnige omstandigheden zou Chapin deze geschenken met vreug de hebben aanvaard, maar nu maakte hij zich toch wel zorgen. Hij strekte zich uit op bed en trachtte alle gebeurtenissen te ordenen en met de ontdekking van de koffer in ver band te brengen. Alle mogelijkheden overwoog hij, de een na de ander ver werpend. Niet één leek er logisch. Of was hij, tengevolge van de slag op het hoofd, nog niet in staat, zijn hersens normaal te laten functionneren Zodra het licht door de patrijspoort de komst van de dag meldde, verliet zijn aandacht werd getrokken door een geluid. Op het voordek zag hjj twee matro zen aan het werk. Hij liep in hun rich ting en vroeg hun iets. De mannen schonken hem echter niet de minste aandacht en werkten door, alsof ze hem niet gehoord hadden. Chapin fronste de wenkbrauwen". Wilden die brutale ke rels niet naar hem luisteren? Hjj klom een klein trapje af en stond, na enkele passen, vlak Voor de mannen. Waat gaat deze boot heen?, vroeg hjj. De mannen keken op en staarden hem aan, alsof ze een geestesverschij- ning hadden. Daarna begon er een in 'n onverstaanbaar taaltje wat te brabbe len. Chapin was vaak in vreemde lan- dên geweest en hjj had met heel wat talen kennis gemaakt, maar dit koeter waals kon hij niet thuis brengen. De matroos begreep dat blijkbaar, en pro beerde met drukke bewegingen zijn be doelingen duideljjk te maken, maar ook deze maakten Chapin niets wijzer. Hij herhaalde zjjn vraag en nu begonnen allebei de mannen te praten, zodat Cha pin zich boos omkeerde en wegging. Hjj ontdekte op de brug een man, die keurig gekleed was, waaruit Chapin de conclusie trok, dat het de kapitein moest zjjn. Die zou allicht Engels spre ken en hem inlichtingen kunnen ver strekken. Hjj beklom het ijzeren trapje, dat naar de brug leidde. De kapitein stond on verschillig toe te zien, zonder de vreem deling tegemoet te komen of te groe ten. Chapin zei: Kapitein, waar is de reis heen? Ook de aangesprokene mompelde iets onverstaanbaars, dat veel leek op de taal van de beide matrozen. Hjj haalde de schouders op en keek Chapin min of meer spottend aan. U wilt mjj toch niet wjjsmaken dat u gl'n Engels spreekt?, viel Cha pin op boze toon uit. Al dit geheimzin nige gedoe maakte hem woedend. De vent zag er uit als een Amerikaan en het was dus niet aan te nemen, dat hij zich niet verstaanbaar zou kunnen ma ken. Maai" de man tegenover hem ant woordde ook niet op deze vraag. Hij be gon. eVenals de matrozen zojuist, met de handen geW ntaal te maken, maar Chapin kon de bedoeling ervan zelfs niet rar/ïn. Dat hij met duistere bedoe lingen ontvoerd was en zich midden in open zee bevond, was al erg genoeg, maar dat de bemanning hem niet ver staan kon en een onbekende taal spra ken, dat was toch wel het toppunt. Hoe moest hjj te weten komen, wat er eigen ljjk aan de hand was? Hjj mompelde een verwensing en ging het trapje weer af naar het dek. Bijna daar aangekomen, hoorde hjj een deur openen. Zo snel hjj kon, liep hjj in de rcihting van het geluid, hopend, er iemand te vinden, waarmede hij zou kunnen spreken. Maar nog vóór hjj kon ontdekken, welke deur het geweest was, werd deze alweer dichtgeslagen. Op het achterdek zag hjj echter iemand tegen de railing geleund staan. Eerst aarzelde hjj, naar de man toe te gaan. Mischien sprak die ook wel dat koeterwaals van de kapitein en de ma trozen, «n een derde comedie van ge barenspel zou Chapin werkelijk niet meer kunnen verdragen. Hjj wilde ver der lopen, toen hij hoorde, hoe de man in het Engels enige woorden kreunde Lieve hemel, ik ben Chapin vermoedde, dat de man zee ziek was, maar in ieder geval sprak hjj Engels. Zonder te aarzelen, ging hjj naar de vreemdeling toe. Deze hoorde hem niet aankomen. Hjj keek niet op, bleef in gebukte houding staan en liep daarna kreunend in de van zjjn hut Juist vóór Chapin die bereikt had, werd de deur dichtgeslagen.Een klik van het sjot bewees, dat ze aan de binnen kant was afgesloten en Chapin kon tot zijn grote spijt dus me„ naar binnen. Hjj klopte, maar kreeg geen ant woord. Nogmaals probeerde hij t, met hetzelfde resultaat. Het was werkelijk om uit je y®1 te springen. De mensen, die je bereiken kon, verstonden je niet of deden althans alsof en als je iemand zag. die wèl Engels sprak, dan gooide die de deur voor je neus dicht. Wie zou het geweest zjjn? Chapin had het gezicht van de man niet goed ge zien. Nu, er Was njgts aan te doen. Vroeg of laat zou hij de man wel eens te zien krijgen en dan zou ie niet meer ontsnappen. Toen hij 2ich enkele passen verwij derd had, hoorde hjj wederom een ge- -I Hij zag een man op leef'ijd, die voorover gebogen stond, met een vaji angst en pijn vertrokken gezicht. kreun. Zonder twijfel was het afkom- wederom op de deur kloppen, toen hij stig van de onbekende, die hjj zoëven in een hut had zien verdwijnen, maar het was nu veel heviger. Snel keerde hij terug en ging voor de deur staan luis- teren. Op de deur stond een I en Cha- pin herinnerde zich, dat zjjn eigen on vrijwillige verblijfplaats met een F ge merkt was. Er ging een minuut voorbij en toer hield het gekreun op. Chapin wilde juisi uit een andere richting als een echo nog afschuwelijker kreten hoorde. D1 oren spitsend, ging hjj op het geluid af. De kreten werden steeds wanhopiger en Chapin, gekweld door boze voorge voelens, rende zo hard hjj kon. Voor de deur gekomen, waaruit het geluid kwam, gooide hij deze zonder te kloppen open. Nu hoorde hjj tussen het kreunen door zwakjes de woorden: Moord! Moord! Er volgde nog één verscheurende kreet en daarna klonk er nog slechts zwak gemurmel. Chapin was zó overdonderd, dat hjj even was bljjven stilstaan. Maar nu ging hij haastig de hut binnen. Hjj zag een man op leeftijd, die voorover ge bogen stond, met een van angst en pjjn vertrokken gezicht. De handen had hij, als om zich te beschermen, voor zijn borst gevouwen. Juist toen Chapin naast hem stond, viel de man voorover op de grond. Chapin kende de oude heer heel goed. Het was Sidney Hart, uitgever en mil- lionnair. Dank zjj zjjn bemoeiingen en steun, had Chapin kunnen studeren en zjjn huidige uitstekend betaalde betrek king bemachtigd. Het Giant-weekblad, waaraan Chapin verbonden was, be hoorde tot het concern van Hart. Cha pin was door hem ontdekt en voortge holpen en daaruit was de gewoonte ont staan, dat hjj de oude man met „oom" aansprak, hiewel deze geen familie van hem was. Het kreunen was nu heel zwak ge worden en zo nu en dan hoorde Cha pin nog de woorden „moord, moord!" fluisteren. Hjj boog zich voorover en voelde de pols. Daarna lichtte hjj de oogleden van Hart op en zag, dat de ogen een vreemde en onnatuurlijke uit drukking hadden. IL Oom Sidney, zei hjj zacht doch dringend: Ik ben het, Taylor Chapin. U herkent me toch wel Zeg eens, oom, wat is er gebeurd? Wat mankeert u? De oogleden van de oude man bewo gen zich. Hjj deed een laatste poging, te spreken, doch kon geen woord meer over de lippen brengen. Toen voer er een schok door zjjn lichaam, het hoofd viel achterover en Chapin begreep, dat zjjn oude vriend en beschermer dood was. Hjj knielde naast de dode neer, be stormd door angstige vragen, maar hij was niet in staat, iets van de afschu welijke dood van Hart te begrjjpen. Waarom had die onder zeer ver dachte omstandigheden juist plaats tjjdens een geheimzinnige zeereis? Wat deed Sidney Hart eigenljjk op dit jacht? Zou hijóók ontvoerd zijn? Maar dan....l. kon het best zjjn, dat hij, Cha pin zelf, ook op het punt stond ver moord te worden. Chapin trachtte de verschijnselen, waaronder Hart was overleden, te rang schikken en daaruit de conclusie te trekken wat de dood kon hebben ver oorzaakt. Waarschijnlijk was hjj ver giftigd. Maar wie was de andere man, rjie hij aan dek gezien had en die zich ook al niet lekker scheen te voelen, zo dat Chapin gedacht had, dat hij zee ziek was Zou die.ook vergiftigd zijn Zweet parelde op zjjn voorhoofd en hjj fronste de wenkbrauwen. Ernstige vermoedens bekropen hem. Hij was zo zeer vervuld met zijn gedachten, dat hij geen voetstappen had horen naderen en enigszins schrok, toen hjj achter zicfl plotseling een stem hoorde. Wat doet u hier?, klonk het op barse toon. Chapin keek op en zag een onbeken de jongeman voor zich staan. Hij wa zwaar van gestalte en had rusteloz ogen, die wantrouwig alles opnamen, als beducht voor gevaar. Chapin wa zozeer In de war gebracht, dat hiji ge woorden vond en de jongeman herhe de zijn vraag, eraan toevoegend, spreekt toch zeker wel Engels: (WordJt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1947 | | pagina 6