Nog 600.000 D.P.'s in de kampen De hogeschool QÜÜÏ voor rokers Van het tabaksgenot hoe zit dat? Kinder- bezoek Park Zorgvliet in Den Haag wordt Amerikaans gron gc MINISTER JONKMAN OVER DE REGERINGSVERKLARING Kabouter Papbol wint een prijs Sta?lis °3°»£rS- De Staat kreeg het eens practisch cadeau v i .SÏÏ'.ÏFïï" ANG zullen ze leven OP Collegiaal orgaan en regering Het zijn gezonde, harde werkers Afvoer moet npg sneller geschieden. het broertje ZATERDAG 17 JANUARI 1948 PAGINA r» r Overzicht Tweede Kamer VEERDIENST CAPELLE-^ KRIMPEN A. D. IJSSEL R°HÏÏ? Van Nederlanfl, hetzy ge met mate Uw U gunt? hetzy StTbUSkafnioor hartstochtelijk i,.L tabak "«'de die vfndiS met 'n NÉÉïfa MOPPENTROMMEL OOOOOOO0OOOOOOOOOOG0OOOODO GRADUS HELPT BIJ DE SCHOONMAAK t i- een soort da capo van Donderdag door nog een viertal woord voer era de heren Zandt (Stk. ger.), Roogcarspel en Stokvis hrmT |6n ^''U'ns ^löt- (a-r0 die de tien completeerden, welke ic it over het jongste staatsstuk inzake Indonesië lieten schij- xn' II Wam te§en de verwachting in om over vieren op deze Vrijdag- afi - de Kamer was al half leeg gelopen minister Jonkman nog even het zijne in het midden brengen. Het regerings-antwoord oette aldus wel een en ander aan decorum in. Niet alleen ontbrak a e publieke belangstelling, maar zelfs in de vergaderzaal waren er tegen het slot geen 25 leden meer aanwezig met de vier raads lieden der Kroon achter de ministerstafel. SCHENDING VAN GEHEIMEN rplh?t,jde jl3ewinclsman bij het voorge- -«er door hem opgediende Indische jsttafel wel het naast aan het hart scheen te liggen, was de uiting van te leurstelling en verontwaardiging na mens de regering over de publicatie in een der dagbladen van de Residentie van een „zeer geheim memorandum" door de redactie als „cri de coeur van generaal Spoor" aan haar lezers overge legd (en door mr. Vonk's (P.v.d.V.) bé- middeling riu in de „Handelingen" afge drukt!). Z. Exc. wees er op hoe in de pers herhaaldelijk dergelijke indiscreties worden aangetroffen, noemde ze „ge- zagondermijnend, on-Nederlands en "on democratisch", dreigde mët hei mogelijk maken van strafrechtelijke Vervolging en beloofde als er eventueel een ambte lijk lek zou worden ontdekt, dat de be trokkene zijn langste tijd in 's lands dHnst zou hebben volbracht. Wajangpoppen van Moskou Wat ook „on-Nedferlands en on democratisch" mag heten volgens de be- "vmdsman, dat is de poging der commu nisten om wat er thans in Insulinde ,Y\ de federatie-vorming gebeurt, als Politieke camouflage voor te stellen. Amper 12 dagen geleden zaten de mi nisters nog in de oude vergaderzaal van de Volksraad met de vertegenwoordigers der negara's en daerah's (grotere en kleinere staatkundige groeperingen der nieuwe orde) bijeen, niet om daar in structies uit te delen, maar om desge- vorderd te antwoorden, aan den lijve ondervindend dat de Indonesische fede ralisten geen marionetten zijn of wajang poppen noch, zoals mr. Stokvis het uit drukte, „bloedeloze ledepoppen aan de leiband van dr. Van Mook." Ook is er geen sprake van, dat deze negara's en daerah s zo maar uit de grond zijn te stampen. In verband waarmede Z. Exc. informeerde of de heer De Groot het prettig zou vinden als wajangpop van Moskou te worden aangewezen (is dat niet DE waarheid?) en of republiek Knip er soms anders in geslaagd zijn tot een politieke constructie te geraken. In de rubriek „protesten' dient voorts nog ondergebracht te worden, de mi nisteriële afstraffingen van de heer Tila- nus (C.H.), die de heren Van Mook, Lo- gemann en Jonkman" gekwalificeerd had als voorstanders van „Indië los van Ne derland". De Stuw-groep heeft nooit iets anders gewild dan nu door Linggadjati is verwezenlijkt: een zelfstandigIndië met blijvende banden aan Nederland verbonden. De nieuwe staatsrechtelijke "constructie VSVJ°T*n aldus vanzelf op dat deel federatio r ™°?kmans rede, waarin de Aan con™ ynïe bespreking vonden, niet toe Wat „n1®'1®™8 ziJn we nog egn voorlopige f J P?1 staat is slecJïts louter dient ter ied"ale *aad. welke federale regering Y reiding der pre" leden, twaalf ineTTTT eenmaal de belast kunnen X' het best zouden voorziening te zullen treffen en inmid dels de uitbreiding van het orgaan als door prof. Romme bepleit, in overweging nemen. Het moeilijkste vraagstuk schijnt voor alsnog de Unie te vormen. De minister, die weer eens verzekerde nog steeds aan het beginselprogram van Linggadjati, waarvan hij in Dec. j.l. nog de 14 begin selen één voor één formuleerde, vast te houden, trad in eigen literatuur terug door diverse door hem gegeven parafra ses te citeren, als daar o.a. waren: „over koepelend verband, waarin beperking der souvereine delen is gelegen", de „vereni ging in één verband van twee vrije sta ten", een „omzetting en transformatie van het Koninkrijk, waarin Indonesië zelfstandig wordt en Nederland zelfstan dig blijft". Zonder staatsrechtelijke con cretisering ruimt men echter de bezwa ren niet uit de weg, die ook nu weer van verschillende zijden zijn geopperd, zoals ze gisteren b.v. nog door de heer Bruins Slot (A.R.) in gelijke geest werden aan gevoerd tegen „collegiaal orgaan" en „pre-federale regering" in beider verhou ding tot de volgens de grondwet onaan tastbare verantwoordelijkheid van de Lt. G. G., op welk juridisch schaakpro bleem de minister, zeker „om des tijds wille", maar niet inging. De republiek „Gif" en „duivel" (kwalificaties der „oppositie" voor de republiek) zijn in deze wereld niet te ontgaan. Toch heeft de republiek nog immer haar betekenis al zwakt haar invloed af. Talrijke goede elementen hebben er hun plaats in ver kozen. Het is niet juist haar, juist nu zij voor een belangrijke beslissing staat, min of meer kopschuw te maken. Omtrent het nieuwe bestand en het politieke accoord der Commissie van goede diensten is nog geen publicatie verschenen: de regering moet deze afwachten alvorens nadere me dedeling te kunnen doen. Met de Van Mook-lijn is een administratieve schei dingslijn bedoeld, die met de Nederlandse voorposten niet altijd samenvalt. Waar zich zakken vertonen, zullen deze door de republiek ontruimd worden; vandaar: ge demilitariseerde zónes. De regering deelt niet het standpunt dat de republiek moet ontwapend worden; dit geldt slechts voor de onverantwoordelijke elementen. Onge. twijfeld heeft zij een communistische lin kervleugel, wiens invloed op de laatste regering groot was; wij moeten echter de ontwikkeling van de gang van zaken af wachten na de uitwerking van het be stand en het begin der verwezenlijking van het politieke accoor^. Détails De heren Tilanus en Zandt behoeven zich niet ongerust te maken, dat door de vorming der interim-regering onze jon gens ,',onder commando van Soekarno" komen. Zij blijven ondergeschikt aan ae It. G.G. en hun eed van trouw aan H.M de Koningin loopt geen gevaar. De economisch^ nota over Indonesië is bijna gereed, de financiële iif vergevor derd stadium; deze zal tevens het ver loop der deviezen-positie bevatten. Aan de sigaret der troepen schenkt de regering volle aandacht! De laatste tijd was de tabak uitzonderlijk vochtig in de natte moesson. De inzinking vwi het moreel der troe pen is overwonnen. Het getal zieken be. draagt circa 5 niet zo verontrustend. Met Oost-Indonesië is er geen enkele moeilijkheid. Wat Nieuw Guinea betreft, zijn status eist belangrijke voorbereiding, zodat een decisie nog niet mogelijk is. O.m. moeten de belangen van Oost-Indo nesië niet uit het oog verloren worden en dan zijn er nog strategische overwe gingen. Een commissie zal het vraagstuk moeten bestuderen. 1 Januari 1949 Dit blijft de „streef-datum" der rege ring voor het tot stand komen van Fede ratie én Unie. Het zou aldus 's minis ters peroratiete wensen zijn dat wij het historisch zo gedenkwaardige jaar 1948 daardoor nog gedenkwaardiger konden maken voor de toekomst. belast kunnen wordeA van departements-hoofd 'S" de fl™ctle ver is zal mede bepaald m f°" in welke wettelijkevormTT n WÖrden stituut gegoten dient te wm ,nleuwe m' Ook voor het „coUegi^i zet om in overlegmet de Lt n"/- op§e~ verantwoordelijk blijft, aan L?' P" dle bestuur deel te nemen (In alSenjeen ontleend aan die van G r verhouding dan' Ind/ë' die n°chtans'meerna?aad VT aan mede-besturend was) u advis«rend ^gangstijd - waarin eS vTJ*- ""Ter zake 17 (Van onze Geneefse correspondent). Ofschoon de vluchteling-cnkampen in Duitsland, Italië, Oostenrijk en liet Midden-Oosten nog 600.000 verplaatste personen en andere vluchtelingen om vatten, die door de vluchtelingenorga- nisatic der Verenigde Naties onderhou den moeten worden, kan de nieuwe leider van dit werk, de Amerikaan Wil liam H. Tuck, toch reeds met voldoe ning op de resultaten van het eerste halfjaar zijner bemoeiingen terugzien. Sinds 1 Juli j.l., toen hij zijn ambt aan vaardde, zijn toch reeds meer dan 1004)00 vluchtelingen in de gelegenheid gesteld hun kamp te verlaten en het- hun 0U(ie lan<l van herkomst, hetzu in een vreemd land een nieuw leven te beginnen. Ongeveer één derde hunner heeft de voorkeur eraan ge geven onder bepaalde veiligheidswaar borgen naar hun oude land terug te keren, terwyl ruim 60.000 dankzij de door Tuck met tal van regeringen ge troffen regelingen als immigranten overzee en elders zyn toegelaten. Heeft de vluchtelingenorganisatie dus ongetwijfeld haar nut bewezen en al is het feit, dat tegenwoordig met grote re gelmaat 15.000 k 20.000 verplaatste per sonen per maand de demoraliserende kampen verlaten, bemoedigend voor de toekomst, Tuck heeft toch niet willen na laten een nieuw beroep op de regeringen te doen, om het tempo van de opneming van verplaatste personen in hun land te Verhaasten. Hij heeft daarbij erop gewezen, dat een versnelling van dit tempo niet slechts een weldaad voor de vluchtelingen zou zijn, die geen grotere wens hebben dan weder normaal werk buiten de kampen te kunnen verrichten, doch dat een ver sneld tempo bovendien aan de financiën der tot de vluchtelingenorganisatie toe getreden staten tot voordeel zou strek ken, daar de kosten vün onderhoud der vluchtelingen uiteraard steeds afnemen, naar mate de bevolking der vluchtelin genkampen vermindert. Bovenal heeft Tuck echter erop gewe zen, dat de veel verbreide opvatting, als zouden de verplaatste personen meren- deels reeds enkel op grond van hun hoge leeftijd niet meer tot veel arbeid in staat zijn, geheel onjuist is. Hij had een enquête laten houden naar de leeftijd der kamp bewoners, waarbij gebleken was, dat 61% hunner in de kracht van het leven en tus sen de 18 en 45 jaren oud is. Van de man lijke bevolking heeft zelfs 05% deze voor hard werken zo geschikte leeftijd. De opvatting van Tuck,'dat immigratie op grote schaal van verplaatstq personen waarschijnlijk ook het economische leven der landen van ontvangst ten goede zal komen, wordt ten volle gedeeld door de vertegenwoordiger van Brazilië in rle vluchtelingencommissie, de heer Helio Lobo, die onlangs een reis van 5000 kilo- jneter door Duitsland en Oostenrijk ge maakt heeft, om verschillende vluchte lingenkampen te bezoeken. Hij was daar bij getroffen door de goedg gezondheid, de godsdienstige levensopvatting en de sterke arbeidszin van de grote meerder heid der verplaatste personen. Zonder bovendien aan politiek te doen, zijn zij vrijwel allen anti-communistisch. De heer Lobo zal daarom bij de Brazi liaanse regering erop aandrirfgen, dat "Brazilië in 1948 de grenzen nog veel wij der voor de bewoners der vluchtelingen kampen zal openzètten dan reeds in 1947 was gedaan. Lobo verklaarde overtuigd te zijn, dat ook de andere Zuid-Ameri kaanse staten dit zullen doen, zodat het tempo der immigratie naar deze landen inderdaad" versneld zal worden. Zijn land en de andere Lgtijns-Amerikaanse staten zullen z.i. de gelegenheid niet voorbij laten gaan een groot aantal goede ar beidskrachten op te nemen en daarbij tevens tot de oplossing van een belang rijk internationaal vraagstuk bh' te dra gen. IJssel in d© loop van 4... pont in gebruik zal wnrd 6611 meuwe ui-t a! tvorden genomen, het- verbetering agegaan zal worden, 0f de nr, ritten van en naar het veer. die hie? het «tirolzlrQ uil int ""-1 11C» «een hier een =»n ,aen genomen, het- betekenen aanzie^ke verbetering zal zwakke punt vormen, verbeterd kunnen worden. P'jPje dampt, tevreden en U vla verni.ufJ u maakt k„V™ I, uit een eonn°isseur die steld Iorg samenge steld assortiment de juiste sigaar op het Juiste mo- ?enntKWlet tC kieien' «en boek verschenen dat P rechtstreeks aangaat, 'n jPek over U en voor een boek dat niet- jT^erg meedogenloos afzii- 4,« houdt. Het heet „Lof der tabak" *h wie het stofomslag van ait rokersboek ziet met die dof.goude bruine kleur Van Sumatra-zandblad en aelfs tot in de letters van de titel met tabaksblad-motie- Ven versierd, zal, evenals wij «en rustige avond uitzoeken en ha een fauteuil bij de haard te hebben geschoven, een sigaar grijpen of de pijp stoppen om deze lectuur over het roken rokend te lezen. Echter, wanneer ge het eerste hoofdstuk over de ontdekking van de tabak en de ge schiedenis van net ro ken zonder veel opwin ding al rokend .gelezen hebt, komt ln het vol gende hoofdstuk waar Li' .«f I «ge in j. -Tabaks-moor" een gekleurd houten sigare'nkenner lvtr. w! '"^ruTTTy tab Balen hét woord neemt by tabakswlnkel«- het moment waarop ga 11 1 I misnoegd naar Uw inmiddels half,in rook vervlogen sigaar zult kijken. Wanneer de schrijver U de beginselen van dé sigarenkun- de uiteenzet, de technische delicatessen van de dag-in deling eens ideale rokers leert en U met de fijne kneepjes der kennis van Manilla, Braziel en Havana tot doctor .in de hogeschool van het rookgenot ver klaart, dan zult ge be schaamd Uw alledaagse rantsoensigaar wegmof felen. overtuigd at ge met Uw achteloze keuze een e- "tig vergrijp te len de wet van de siga- rologie hebt begaan. Op dit moment van de dag past sleents een Braziel Of wanneer ge rook wolken wegpuffend uit Uw pijp het hoofdstuk „Wij roken* een pijp" leest, dan zult ge U .bijna net zo'n barbaar voelen als de man die in de wind rookt. Want A. v. Domburg, de samensteller vari het boek, vertelt hier in dat rookwolken- dampen de ware pop liefhebber ten enen male onwaardigis. Kleinebedachtzame trekjes, juist genoeg om de hrand smeulend te houden en zo dat zich nauwelijks rook ontwikkelt, dat is het vakwerk, dat de vol leerde pijproker ver raadt. Behalve artikelen over de tech niek van het hoogste rookgenot bevat deze tabaksbloemlezing interessante bij dragen over de historie van roken en snuiven. Men leest erin over de rokers- vijand no. 1 Japobus I van Engeland, die een felle anti-rook-brochure het licht deed zien, over 'zijn opvolger Karei I, weliswaar niet de tabaksmaniak die men met deze naam zou willen vereenzelvigen, maar toch - zij het omwille van de belasting-inkomsten geen tegenstander meer, over de Franse gezant m Lissabon, Jean Nicot, wiens naam we in het woord nicotine terugvinden, enz. Men krijgt een indruk over de rol van de tabak in proza en poezie en n de beeldende kunst. De moman met de pijp, die we hierbij reproduceren, is een van de z.g. „tabaks-moren", gebruikta sut- hangbord bij tabakswinkels, houten beeld jes die nog slechts zeer schaars bewaard zijn, evenals de oude prentjes tabaks verkopers als merk op hun prod en lieten drukken en de kdstbare b de pijpekoppen eertijds in gebruik bj Duitse boeren. Anton van Duinkerken vertelt hoeveel het roken betekende voor de güzeiaars in Hlchielsgestel, terwijl het boek besluit met enkele tabakscuriosa, zoal.s be* apocrieve verhaal, jaren ge e en Franse krant afgedrukt, waarin het testa ment van de „Koning^ der j Deze week zat ik ijverig te piekeren, welk verhaaltje ik nu weer moest ver zinnen, toen mijn jongste zus bij me kwam. „Kijk 'ns, Luuk" zei ze tegen me een beetje verlegen, natuurlijk, want ze heeft nog nooit iets geschreven) „is dat wat voor je kinderen?" NU, ik las haar verhaal 'ns en ik vond hét dik voor elkaar, 'n Paar dingetjes moesten natuur' lijk veranderd worden. Maar voor 'n eerste keer1 Lees zelf maar, wat ka bouter Papbol meemaakte. In een heel groot bos, ver van de be woonde wereld, leefde lang geleden een kabouterstam. De kereltjes waren alle maal zoals kaboutertjes horen te zijn, vreselijk ijverig en daardoor erg geluk kig. En allemaal probeerden zij het hun koning Goudhart naar de zin te maken. Maar.... er was één kaboutertje, dat niet 'zo heel erg goed was. Dat' mannetje voerde nl. nooit iets anders uit, dan lek ker eten, drinken en slapen. Dat was nog niet' het ergste, o nee, helemaal niet; maar door het nietsdoen kreeg hij wel eens ondeugende dingen in zijn bolletje en dan maakte hij het de andere kabou ters erg lastig. Terwijl hij nu eens op een mooie dag, na zijn middagdutje een wandeling door het kabouterdorp maakte, viel zijn oog op de mooie, schone was van kabouter Wasgraag. De stoute kabouter vond, dat het zo niet kon blijven hangen en hij ver zon en verzon, zoals hij nog nooit in zijn luie leventje had Verzonnen. Opeens begonnen zijn kleine oogjes on deugend te glinsteren. Hij wandelde kalmpjes naar huis (vooral kalmpjes, want hardlopen vermoeide hem teveel) en begdn daar in een heleboel rommel te graaien. Ha, daar had hij het gevonden en vrolijk fluitend liep hij terug, maar nu met een raar ding in zijn handen. Ai van ver zag je de witte was van kabouter Wasgraag wapperen en Papbol (zo heette hij, omdat hij zo dik was) kwam al heel vlug op,zijn oude'plaatsje aan. Wat had hij nu in 2jjn hand? Een spuitje met bessensap! Geen gewone bes sensap hoor, maar bessensap om mee te schrijven, want kabouters weten immers niet, wat inkt is! En met dat spuitje schreef hij de hele witte was V°1 me' „Leve Papbol", heel erg dom natuurlijk, maar anders moest hij te lang spuiten en zou hij te moe worden. Stilletjes wandelde hij daarna weer naar zijn huisje terug en daar ging hij in een stoel gemakkelijk zitten lachen. Hij laohte zo hard, dat zijn dikke buikje er'van schudde. Maar, lieve help, wat was die Wasgraag k-ftaad, die kon weer hele maal opnieuw beginnen. En 20 ®lng "et" iedere week. Dan weer was de schoen maker het slachtoffer, dan de bakker en de week daarna de slager. Op de duur ging dat^zo niet^langer en de kabouters gingen bij hun wijze koning klagen. Deze liet op een mo°le zomer avond alle kabouters (behalve Papbol) door zijn lakeien bij elkaar roepen. De koning beloofde een zilveren fluitje voor de kabouter, die de beste straf voor ka" bouter Papbol wist te verzinnen, maar hij moest dan ook. voorgoed genezen zijn. Brr, (Jat was erg moeilijk en alle ka bouters zaten dan ook zv«ar te Pieke" ren. Terwijl ze zo zaten te petoen, kwam Papbol die in zijn middagdut:|e ,was gestoord door 'het rumoer eens kÜkeR wat er aan de-hand was-. Daar .zag hu alle kabouters om de koning -zitten, met zulke ernstige gezichten of zij op een begrafenis waren. Papbol stootte een kabouter aan, die nog maar kort in het dorp woonde en die zei: „We zijn een straf aan 't verzinnen voor een ondeugende kabouter. Er is een prijs uitgeloofd, een zilveren fluitje". Ai, dat leek Papbol wel wat en daar ging hij warempel mee zitten verzinnen. Opeens sprong hij op en hij riep dol-blij „Hoera, ik weet een straf!" Alle kabou ters keken stomverbaasd op en ze wil den haast wat zeggen, toen koning Goud- hart met zfjn zilveren hamertje tikte, dat ze stil moesten zijn en Papbol zijn straf moest vertellen. „Nu", zei hij opgewon den „de kabouter moet bij iedere kabou ter, dis hij heeft geplaagd een dag wer ken, voor niets." Het was doodstil en Papbei stond wat raar te kijken, omdat alle kabouters zo zaten te grinniken. Eindelijk zei de koning: „Papbol, dat is niet gek. Je kunt morgenochtend bij Wasgraag beginnen". Papbol dacht, dat hij het niet verstond en stotterde zenuw achtig: „W..w..wat zegt U?" De koning kreeg haast medelijden met hem, maar zei toch nog streng: „Je hebt je eigen straf verzonnen en nu moet je aan de slag". Och, och, wat kreeg die arme Pap- bof het te kwaad, want dat zou niet mee vallen en het was aan zijn gezicht te zien, dat hij .beslist nooit meer katte- kwaad zou uithalen. En Papbol moest er aan geloven. Hij waste bij Wasgraag, klopte bij Klopmans, bakte bij Zoetesnoet, maalde bij Koren aar, kortom, werkte als een pteard. Och, och, dat buikje van hem. Het lee^ wel Weg te smelten, maar hij kreeg er iets voor terug; plezier om- te werken. Toen. zijn straf afgelopen was, riep de koning hem bij zich. „Papbol", zei hij „ik weet nu zeker, dat je je best zult gaan doen en nooit meer kattekwaad uit zult halen. Je hebt echt de mooiste straf ver zonnen, die er bestond, dus hier heb je het fluitje. Dat je er maar lang plezier van mag hebben." Nu straalde Papbol van vreugde efa na een paar weken was hij even ijverig en gehoorzaam als alle andere kabouters. L ,.He*L is blijkbaar nog geen verjaardags- Uid. In mijn boekje staat alleen Annie H. en wel voor a.s. Maandag. Ze" wordt precies 10 jaar, een pracht-leeftijd, om weer eens aan me te denken! 'Kom eens hier" riep grootmoe tot ons kleine Jetje, „kijk 'ns wat je gekregen hebt. wat ligt daar in het bedje? En Jetje kraaide *Van plezier, wat had ze wel gekregen' Een broertje; t leek wel haast 'n pop; t was in de wieg gelegen. „Wacht ik heb een koekje bewaard, dat zal ik aan hem geven grï°atm0e' ligt daar °P"de kast, Wilt u t even geven?" ..Welzeker, maar hij heeft nog niet als jij en ik, al tandjes". Klein Jetje staarde Grootmoe aan het koekje in haar handjes, maar toen zij zelf had gezien, dat Grootmoe haar niet fopte, zuchtte ze tevreden, toen zij vlug het koekje in haar eigen nlondje"stopte.- (DIENTJE K, 9 j.). Jantje: „Opa, wat is een woestijn?" Opa: „Dat is iets, waar niets op groeit, jongen". Jantje: ,,Is Uw hoofd dan ook een woestijn?" Marietje: „Moe, ben ik 23 Januari ge boren?" Moeder: „Zeker, kindje". Marietje: „Oh) wat leuk. Precies op mijn verjaardag!" „En je broer, die indertijd aan het mi nisterie wilde komen, wat doet die nu?" „O, niets. Hij zit op het ministerie". Verleden week kon natuurlijk ieder een eruit komen (als hetspreekwoo d .werd toegepast tenminste). Het was n.l.: „Twee weten meer dan één!" Daar gaan. we weer: 1- Wij zijn voorwerpen om vis mee te vangen en ook wel vogels. Keer ons om en we blijven hetzelfde. Wat zijn we? 2. Wat is éen rood stalletje met witte kippen en een rode haan? 3. Ik klom 3x2 meteg in 'n paal van S meter en was nog niet boven. Hoe kan dat? 4. Jaap, pel die noot even! Zeker Simon, je hebt gelijk! Moeder zei: „Seppe, er is een geit weggelopen! Welke ^rucht zit in elk van deze drie zin netjes? O •00000000000000000000000000 Het is weer een heel portie briefjes, dat voor me ligt. Ik zal daarom maar niet veel ruimte verspillen en zo vlug mogelijk aan de slag gaan, alleen moet ■ik dit nog even zeggen: „Bravo Schrijf me maqr gerust, hog meer hoe liever, want dan wordt het nog gezelliger. JEANNE B is vandaag de eerste, ondanks het feit, dat ze vergat te schrij ven, hoe oud ze is Dat moet je nog even kwiek schrijven, Jeanne; voor de vc jaardagskalender, snap jeIk ben blij, dat het nu de eerste keer dan is geworden en je weet wel, hoe je hele beste maatjes met me kunt worden, dus doe je best. JOS v. d. M. (10 j.), zeg, eerst even proficiat kerel, met je prijsje bij de Kerstpuzzle. Al ontvangen? Hola, dat cijfer voor tekenen hoort er niet bij, de rest is allemav.1 zo mooi! Daar nu spe ciaal op letten, Jos, want dan zou je rapport werkelijk prachtig zijn. Hoor ik nog, hoe het hoek bevalt? LENIE K. (lij.), ik zou haast boos op je zijn. Me eerst een hele tijd-niet schrij ven en dan nèt 1 dag na je verjaardag, foei! Er zijn 2 dingen, die het weer goed maken, je keurige rapport en de raad sels. Ik haal dus maar mijn hand over mijn hart en reken van nu af weer vast op je! En hoe denkt Louis erover? SANNIE H. (11 jj, om eerlijk te zijn had ik je dl een poosje gemist, maar ik maakte me niet ongerust hoor! Daar zeg je me, dat er niets bijzonders gebeurt, terwijl je met Hongaarse meisjes speelt! Je bent geen journaliste hoor,, anders stuurde je me een verhaal van 2 kolom men. Je hebt weer aardig papier, zeg! GERARD K. (13 j.), zo is het, geen moppen, maar graag raadsels- Bé dan kt hoor. Zeg, waar blijft Bep toch? Ik heb, geloof ik, pas één brief van hem gehad. Je zult hem eens aan moeten porren! Welk stukje van de puzzle kon je niet oplossen? Zal ik over een poosje nog eens zoiets maken? FRANS v. d. M.. (5 j.), op een brief, die je zelf schrijft, moet ik 'antwoorden. Ik vond het reuze leuk, joh, juist, omdat het zo'n hoop moeite moet hebben ge kost. Het zal fijn zijn, Frans, alg_Je bij de Broeders zoveel geleerd hebt, dat je me lange brieven kunt schrijven. Maar dan ook .doen, hoor. JOS v. d. M. (10 j.), hier ben je voor de tweede keer, dat is tenslotte niet meer dan eerlijk, want de stand is nu weer gelijk. Leuk zeg, van die logé, zo kaniedereen eens bij een ander komen, dan blijf je goede vrienden. Ja, Jos. ik hoop ook veel brieven van" je te krij gen.. èn van Agnes natuurlijk- COBIE DE W. (12 j.), zeg dat wel, maar., beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald! En ik weet nof een I ook in. Dus tot volgende spreekwoord: „Moed verloren, al ver- weer. laten zitten, Cobie, door een paar moei lijke lessen. Zeg, oplossingen .bij de •raadsels, ik weet overal wel een oplos- s: ~g °P' blaar missehién zijn die anders! TINEKE v. B. (8 j.), wel, wel, dat versje heb je dan heel lang moeten ont houden meiske. Ik wil het natuurlijk graag hebben; maar dan maak ik het iets korter. Zie je, als het te lang is krijg ik het beslist aan de stok met dé oaas. Zeg, je wacht nu toch zeker zo lang niet meer met schrijven9 ?ali°' LIENA S. (11 j.),' ja. ik heb een nele.(tijd op je gewacht, maar ik wist, dat je me niet zou vergeten. Zo, zo, iii zorgt dus ook zo'n beetje voor de cou- .rant, nou Lena, dat is keurig. Ja, wat heerlijk is dat van Riet, hè. Het is nu echt in de familie. HJKA S. (12 j.),- op de eerste plaats hartelijk bedankt voor je prachtige Kerstkaarten. Ik heb ze zuinig opgebor gen en hou ze, om met- Kerstmis telkens speciaal te bewonderen. Mijn oudejaars avond was ook fijn, reken maar. Ja, ja er komen steeds meer klantjes bij, maar dat vind ik niet erg. WelEJE&IE S. (14 j.>, ik vind het zq vreselijk jammer van die puzzle, maar je hebt je zeker wel getroost met de brief. Je verhaaltje (ook van Rika) moet ik even bewaren. Ze zijn nogal kort en dan moet ik op meer wachten. - Je zorgt anders al aardig voor het huis houden zie ik. Fijn hoor, dan hoeft je moeder tenminste niet alles alleen te doen. En nu moet ik voor deze' week weer stoppen, jvant het verhaaltje moet er week maar loren". Je moet je beslist niet op de kop OOM LUUK. natuurlijk een Nederlander publiceerd. Deze koning was al zeer mild voor de onderdanen die hem de laatste eer bewezen, want elk van hen ontving, zo luidt de geschiedenis, 10 pond tabak en twee pijpen. Werkelijk, dit is een boek dat geen roker onberoerd kan laten. Eén ding is jammer, „Lof der tabak" werd door „de Boekerij" te Baarn uitgegeven in opdracht van de firma Mignot en de Block te Eindhoven en het is niet in de handel. Maar wie had anders durven verwach ten? Zijn sigaren soms wel in de handel? Zo wordt „Lof der tabak" tenslotte een dubbele Tantaluskwelling: een boek, dat niet verkrijgbaar is, over sigaren die eveneens niet te koop zijn.... N.a.v. A. v. Domburg etc. „Lof der Ultg. De BoekcrjJ, Baarn. Het oude Catshuis, dat met zijn omgeving buiten de vérkoop is gehouden Met de verkoop -reeds eerder door ons gemeld van het grootste gedeelt£ van bet oude park Zorgvliet aan de Amerikaanse ambassade tnet de bedoeling daar de nieuwe ambassadegebouwen te zetten is, men mag het zo wel noemen, het drama van Zorgvliet voorlopig tenminste beëindigd. Yan de 20ste Mei 1643 af toen Vader Lats voor 4000 ponden „drie morgen, een hond en vijf en negentig roeden lants met een huys, schuyr, bargen en geboom te daarop staande" kocht van Johan van aen Brouck, commies van, financiën van ae Staten van Holland heeft het park, )dT«Jader.Cata zelf tot aan zijn dood n Ib60 versierd en verrukt, een geschie denis beleefd van koninklijke opgang tot Teutonicus, welke het noord westelijk deel van het park beschadigde en m een opslagplaats van puin veran- derde. De kinderen van de oude Vader Cats Yarkochten het lustoord reeds aan Hans Willem Bentinck, die het met de sym metrische wansmaak van die tijd tot groter bloei bracht. Verschillende eige naren komen daarna, totdat het bezit in handen komt van koning Willem II, die het park goed onderhield en zeer ver fraaide. In 1901 had de gemeente een unjeke kans om het .geheel ip handen te krijgen, maar -in een besloten raadsvergadering werd het voorstel tot aankoop afgestemd. Eigenaar werd mr. A- Ey H. Goekoop, die een >root gedeelte uitgaf voor villa- bouw en zich binnen de resterende 26 H.A. terugtrok, het Zorgvliet zoals wij dat nu kennen. In zijn villa aan de Buitenrustweg, vanwaar hij een uitzicht zou hebben op het schone Zorgvliet «Is de muur er niet was, die het geheel omringt heeft de zoon, mr. A. Goedkoop, ons de laatste geschiedenis van dit landgoed verteld. Want nog een keer kreeg de staat een schone kans Zorgvliet in handen te krij gen tegen voorwaarden, die men met beide handen had moeten aangrijpen en wellicht op het laatste nippertje ook aangegrepen zou hebben, indien de Dmf- se agressie en het besluit van mr. Trip dit niet hadden verhinderd. Van al deze mogelijkheden tot aan koop vertelt ook de oud-burgemeester van Den Haag, mr. de Monchy, in zijn onlangs verschenen boek „Twee ambts ketens" Hij vertelt daar dat de koopsom in 1901 4.500.000 bedroeg en wel voor 88 H A. van het eigenlijke park plus nog 141 H A. in de Zegbroekpolder. Een zeer lage prijs, indien men weet, dat in 1908 voor de nog slechts resterende 54 H.A. een prijs werd gevraagd van 3.780.000, dus slechts 720.000 minder dan het be drag, waarvoor men in 1901 229 H.A. had kunnen verkrijgen. In 1930 kwam de laatste kans. De drie kinderen van de inmiddels overledep mr. Goekoop,, gedreven door de wens van hun vader om dit park, waarahn zo vele nationale herinneringen waren ver bonden, ook een nationale bestemming te geven, schonken het landgoed aan de staat met slechts deze voorwaarden, dat het oude Catshuis bewaard moest blij ven en dat, indien binnen tien jaar geen begin mocht zijn gemaakt met de bouiv van seti representatief gebouw, het land goed weder aan de schenkers zou terug komen. Dat geschiedde, vertelt mr. Goe koop mij nu, op 5 Juni 1930. De eerste- vier jaar kwam men niet tot overeen stemming omtrent de aard van het ge bouw. Het moet gezegd, het gemeente bestuur van Den Haag deed al het mo gelijke de staat te bewegen de voorwaar den te vervullen. Maan terwijl de mi nisters van financiën elkander afwis selden, ging de tijd verder en.de ditum van 5 Juni 1940 kwam steeds nader De Geer, die toen minister-president was, probeerde in 1939 nog uitstel te krijgen wegens - „bezwaren van architec tonische aard". Er zou namelijk een ge bouw worden gesticht bestemd voor het houden van recepties, congressen, con ferenties en plechtige bijeenkomsten, maar de familie Goekoop, die aanvanke lijk bezield was geweest door de ge dachte aan een paleis, zag hierin niet geheel de vervulling van de door haar gestélde voorwaarde. Hoe prachtig zou zulk een gebouw nu zijn geweest voor de bijeenkomst van de United Nations, waarvan sprake is. En toch zou nog overeenstemming mo gelijk zijn geweest, doordat het rijk in de gelegenheid werd gesteld de gestelde voorwaarden af te kopen-voor de somma van 345.000. De zaak scheen gered. Het hiertoe strekkende wetsontwerp werd in de Tweede Kamer aangenomen op 19 April 1940. Maar voordat de Eer ste Kamer haar fiat kon geven kwam Hitier en naderde de fatale termijn. Tóen, midden in het oorlogsrumoer, spookte het ineens in het hoofd van de kabinetchef van de Haagse burgemees ter. Het was 3 Juni. Informeren. Het wetsontwerp was niet aangenomen in de Eersté Kamer. Trip wilde de termijn ongebruikt laten voorbfijgaan. Als mr Trip kon worden overgehaald de beta ling te doen, kon er diezelfde avond nog een vergadering van B. en W wor den gehouden, de volgende dag gemeen- teraad en intussen kon aan dé commis saris der Koningin worden verzocht ia bevorderen, dat Gedeputeerde Staten nog in de middag hun goedkeuring zou- den geven. Maar mr. Trip achtte het, nu het rijk voor zulke ontzaglijke uitga- ven stond, met verantwoord „Het was nu geen tijd om landgoederen te kopen", zeide hij. „Het baatte niet, zo schrijft mr. de Monchy in zijn mémoires, of ik er op wees, dat men thans het land- goed redden kon voor een som, die slechts een fractie van de waarde bete- kende, voor de leider onzer staatsfinan ciën golden op dat ogenblik andere over wegingen". Nu heeft dSn eindelijk het park Zorg vliet zijn bestemming gekregen. Het valt te verstaan, dat de erven Goekoop, na tweemaal zulk een vorste lijk aanbod te hebben gedaan, er niets méér voor voelden om dit nog eens een derde maal te doen, zegt mr. Goekoop mij. De kamer in zijn fraaie huis, waar wij zitten ziet uit op de schone aanleg tussen de, Buitenrustweg em de Rusten- burgerweg, twee namen die eveneens aan landgoederen daar herinneren. Zorgvliet is nog het enige, dat over is en wij wilden verkaveling hiervan in ieder geval voorkomen, gaat mr. Goe koop voort. Wat er nu komt past in ieder geval in de bebouwing aldaar en dat er iets groots en representatiefs zal komen, kan men gerust aan de Ameri kanen overlaten. En daarbij, het oude Catshuisje met ongeveer 2% H.A. bos hebben wij buiten de koop gehouden, omdat de Amerikanen geen zekere ga rantie konden geven, dat dit gedeelte onaangetast bewaard zou blijven. En dat gedeelte komt missqhien nog wel eens aan de staat, wie weet. Daar liggen juist de meeste beschadigingen, maar het huis zelf, dat de Duitsers ook wil den afbreken, is gered. Wij hopen nu binnenkort met de wederaanplant te be ginnen en het geheel te restaureren. liet beroemde beekje van Zorgvliet scheidt nu de beide gedeelten. Het is alleen nog maar te hopen, zeggen wij, dat de Amerikanen de le lijke grote muur, die rond het landgoed loopt, zullen omhalen en zo nodig door iets beters zullen vervangen, dat het uitzicht niet belemmert en niet zo mis staat als die stenen muur in die lande lijke omgeving. 1 Dan komt mr. Goekoop met oude boe ken en platen aandragen, waarin wij ons nog een poos verineifen. Hij heeft een'uit gebreide literatuur over dit landgoed en hoe langer men zich daarin verdiept, hoe spijtiger wordt de gedachte, dat het ons ontvallen, is. Maar de grond is er en de bomen staan er en het park kan men niet wegdragen. Langs de stenen muur'. d'? Zorgvliet nog omgeeft, rijden wij in het donxer naar huis.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 5