Nog 600.000 D.P.'s in de kampen
De hogeschool QÜÜÏ voor rokers
Van het tabaksgenot
hoe zit dat?
Kinder-
bezoek
Park Zorgvliet in Den Haag wordt
Amerikaans gron
gc
MINISTER JONKMAN OVER DE
REGERINGSVERKLARING
Kabouter Papbol wint een prijs
Sta?lis °3°»£rS-
De Staat kreeg het eens practisch cadeau
v i
.SÏÏ'.ÏFïï"
ANG
zullen ze leven
OP
Collegiaal orgaan en regering
Het zijn gezonde, harde werkers
Afvoer moet npg sneller
geschieden.
het broertje
ZATERDAG 17 JANUARI 1948
PAGINA r»
r
Overzicht Tweede Kamer
VEERDIENST CAPELLE-^
KRIMPEN A. D. IJSSEL
R°HÏÏ? Van Nederlanfl,
hetzy ge met mate Uw
U gunt? hetzy StTbUSkafnioor
hartstochtelijk i,.L tabak
"«'de die vfndiS met 'n
NÉÉïfa
MOPPENTROMMEL
OOOOOOO0OOOOOOOOOOG0OOOODO
GRADUS HELPT BIJ DE SCHOONMAAK
t
i-
een soort da capo van Donderdag door nog een viertal woord
voer era de heren Zandt (Stk. ger.), Roogcarspel en Stokvis
hrmT |6n ^''U'ns ^löt- (a-r0 die de tien completeerden, welke
ic it over het jongste staatsstuk inzake Indonesië lieten schij-
xn' II Wam te§en de verwachting in om over vieren op deze Vrijdag-
afi - de Kamer was al half leeg gelopen minister Jonkman
nog even het zijne in het midden brengen. Het regerings-antwoord
oette aldus wel een en ander aan decorum in. Niet alleen ontbrak
a e publieke belangstelling, maar zelfs in de vergaderzaal waren
er tegen het slot geen 25 leden meer aanwezig met de vier raads
lieden der Kroon achter de ministerstafel.
SCHENDING VAN GEHEIMEN
rplh?t,jde jl3ewinclsman bij het voorge-
-«er door hem opgediende Indische
jsttafel wel het naast aan het hart
scheen te liggen, was de uiting van te
leurstelling en verontwaardiging na
mens de regering over de publicatie in
een der dagbladen van de Residentie
van een „zeer geheim memorandum"
door de redactie als „cri de coeur van
generaal Spoor" aan haar lezers overge
legd (en door mr. Vonk's (P.v.d.V.) bé-
middeling riu in de „Handelingen" afge
drukt!). Z. Exc. wees er op hoe in de
pers herhaaldelijk dergelijke indiscreties
worden aangetroffen, noemde ze „ge-
zagondermijnend, on-Nederlands en "on
democratisch", dreigde mët hei mogelijk
maken van strafrechtelijke Vervolging
en beloofde als er eventueel een ambte
lijk lek zou worden ontdekt, dat de be
trokkene zijn langste tijd in 's lands
dHnst zou hebben volbracht.
Wajangpoppen van Moskou
Wat ook „on-Nedferlands en on
democratisch" mag heten volgens de be-
"vmdsman, dat is de poging der commu
nisten om wat er thans in Insulinde
,Y\ de federatie-vorming gebeurt, als
Politieke camouflage voor te stellen.
Amper 12 dagen geleden zaten de mi
nisters nog in de oude vergaderzaal van
de Volksraad met de vertegenwoordigers
der negara's en daerah's (grotere en
kleinere staatkundige groeperingen der
nieuwe orde) bijeen, niet om daar in
structies uit te delen, maar om desge-
vorderd te antwoorden, aan den lijve
ondervindend dat de Indonesische fede
ralisten geen marionetten zijn of wajang
poppen noch, zoals mr. Stokvis het uit
drukte, „bloedeloze ledepoppen aan de
leiband van dr. Van Mook." Ook is er
geen sprake van, dat deze negara's en
daerah s zo maar uit de grond zijn te
stampen. In verband waarmede Z. Exc.
informeerde of de heer De Groot het
prettig zou vinden als wajangpop van
Moskou te worden aangewezen (is dat
niet DE waarheid?) en of republiek
Knip er soms anders in geslaagd zijn
tot een politieke constructie te geraken.
In de rubriek „protesten' dient voorts
nog ondergebracht te worden, de mi
nisteriële afstraffingen van de heer Tila-
nus (C.H.), die de heren Van Mook, Lo-
gemann en Jonkman" gekwalificeerd had
als voorstanders van „Indië los van Ne
derland". De Stuw-groep heeft nooit iets
anders gewild dan nu door Linggadjati
is verwezenlijkt: een zelfstandigIndië
met blijvende banden aan Nederland
verbonden.
De nieuwe staatsrechtelijke
"constructie
VSVJ°T*n aldus vanzelf op dat deel
federatio r ™°?kmans rede, waarin de
Aan con™ ynïe bespreking vonden,
niet toe Wat „n1®'1®™8 ziJn we nog
egn voorlopige f J P?1 staat is slecJïts
louter dient ter ied"ale *aad. welke
federale regering Y reiding der pre"
leden, twaalf ineTTTT eenmaal de
belast kunnen X' het best zouden
voorziening te zullen treffen en inmid
dels de uitbreiding van het orgaan als
door prof. Romme bepleit, in overweging
nemen.
Het moeilijkste vraagstuk schijnt voor
alsnog de Unie te vormen. De minister,
die weer eens verzekerde nog steeds aan
het beginselprogram van Linggadjati,
waarvan hij in Dec. j.l. nog de 14 begin
selen één voor één formuleerde, vast te
houden, trad in eigen literatuur terug
door diverse door hem gegeven parafra
ses te citeren, als daar o.a. waren: „over
koepelend verband, waarin beperking der
souvereine delen is gelegen", de „vereni
ging in één verband van twee vrije sta
ten", een „omzetting en transformatie
van het Koninkrijk, waarin Indonesië
zelfstandig wordt en Nederland zelfstan
dig blijft". Zonder staatsrechtelijke con
cretisering ruimt men echter de bezwa
ren niet uit de weg, die ook nu weer van
verschillende zijden zijn geopperd, zoals
ze gisteren b.v. nog door de heer Bruins
Slot (A.R.) in gelijke geest werden aan
gevoerd tegen „collegiaal orgaan" en
„pre-federale regering" in beider verhou
ding tot de volgens de grondwet onaan
tastbare verantwoordelijkheid van de
Lt. G. G., op welk juridisch schaakpro
bleem de minister, zeker „om des tijds
wille", maar niet inging.
De republiek
„Gif" en „duivel" (kwalificaties der
„oppositie" voor de republiek) zijn in
deze wereld niet te ontgaan. Toch heeft
de republiek nog immer haar betekenis
al zwakt haar invloed af. Talrijke goede
elementen hebben er hun plaats in ver
kozen. Het is niet juist haar, juist nu zij
voor een belangrijke beslissing staat, min
of meer kopschuw te maken. Omtrent het
nieuwe bestand en het politieke accoord
der Commissie van goede diensten is nog
geen publicatie verschenen: de regering
moet deze afwachten alvorens nadere me
dedeling te kunnen doen. Met de Van
Mook-lijn is een administratieve schei
dingslijn bedoeld, die met de Nederlandse
voorposten niet altijd samenvalt. Waar
zich zakken vertonen, zullen deze door de
republiek ontruimd worden; vandaar: ge
demilitariseerde zónes. De regering deelt
niet het standpunt dat de republiek moet
ontwapend worden; dit geldt slechts voor
de onverantwoordelijke elementen. Onge.
twijfeld heeft zij een communistische lin
kervleugel, wiens invloed op de laatste
regering groot was; wij moeten echter de
ontwikkeling van de gang van zaken af
wachten na de uitwerking van het be
stand en het begin der verwezenlijking
van het politieke accoor^.
Détails
De heren Tilanus en Zandt behoeven
zich niet ongerust te maken, dat door de
vorming der interim-regering onze jon
gens ,',onder commando van Soekarno"
komen. Zij blijven ondergeschikt aan ae
It. G.G. en hun eed van trouw aan H.M
de Koningin loopt geen gevaar.
De economisch^ nota over Indonesië is
bijna gereed, de financiële iif vergevor
derd stadium; deze zal tevens het ver
loop der deviezen-positie bevatten.
Aan de sigaret der troepen schenkt de
regering volle aandacht! De laatste tijd
was de tabak uitzonderlijk vochtig in de
natte moesson.
De inzinking vwi het moreel der troe
pen is overwonnen. Het getal zieken be.
draagt circa 5 niet zo verontrustend.
Met Oost-Indonesië is er geen enkele
moeilijkheid. Wat Nieuw Guinea betreft,
zijn status eist belangrijke voorbereiding,
zodat een decisie nog niet mogelijk is.
O.m. moeten de belangen van Oost-Indo
nesië niet uit het oog verloren worden
en dan zijn er nog strategische overwe
gingen. Een commissie zal het vraagstuk
moeten bestuderen.
1 Januari 1949
Dit blijft de „streef-datum" der rege
ring voor het tot stand komen van Fede
ratie én Unie. Het zou aldus 's minis
ters peroratiete wensen zijn dat wij het
historisch zo gedenkwaardige jaar 1948
daardoor nog gedenkwaardiger konden
maken voor de toekomst.
belast kunnen wordeA
van departements-hoofd 'S" de fl™ctle
ver is zal mede bepaald m f°"
in welke wettelijkevormTT n WÖrden
stituut gegoten dient te wm ,nleuwe m'
Ook voor het „coUegi^i
zet om in overlegmet de Lt n"/- op§e~
verantwoordelijk blijft, aan L?' P" dle
bestuur deel te nemen (In alSenjeen
ontleend aan die van G r verhouding
dan' Ind/ë' die n°chtans'meerna?aad VT
aan mede-besturend was) u advis«rend
^gangstijd - waarin eS vTJ*-
""Ter zake 17
(Van onze Geneefse correspondent).
Ofschoon de vluchteling-cnkampen in
Duitsland, Italië, Oostenrijk en liet
Midden-Oosten nog 600.000 verplaatste
personen en andere vluchtelingen om
vatten, die door de vluchtelingenorga-
nisatic der Verenigde Naties onderhou
den moeten worden, kan de nieuwe
leider van dit werk, de Amerikaan Wil
liam H. Tuck, toch reeds met voldoe
ning op de resultaten van het eerste
halfjaar zijner bemoeiingen terugzien.
Sinds 1 Juli j.l., toen hij zijn ambt aan
vaardde, zijn toch reeds meer dan
1004)00 vluchtelingen in de gelegenheid
gesteld hun kamp te verlaten en het-
hun 0U(ie lan<l van herkomst,
hetzu in een vreemd land een nieuw
leven te beginnen. Ongeveer één derde
hunner heeft de voorkeur eraan ge
geven onder bepaalde veiligheidswaar
borgen naar hun oude land terug te
keren, terwyl ruim 60.000 dankzij de
door Tuck met tal van regeringen ge
troffen regelingen als immigranten
overzee en elders zyn toegelaten.
Heeft de vluchtelingenorganisatie dus
ongetwijfeld haar nut bewezen en al is
het feit, dat tegenwoordig met grote re
gelmaat 15.000 k 20.000 verplaatste per
sonen per maand de demoraliserende
kampen verlaten, bemoedigend voor de
toekomst, Tuck heeft toch niet willen na
laten een nieuw beroep op de regeringen
te doen, om het tempo van de opneming
van verplaatste personen in hun land te
Verhaasten.
Hij heeft daarbij erop gewezen, dat een
versnelling van dit tempo niet slechts
een weldaad voor de vluchtelingen zou
zijn, die geen grotere wens hebben dan
weder normaal werk buiten de kampen
te kunnen verrichten, doch dat een ver
sneld tempo bovendien aan de financiën
der tot de vluchtelingenorganisatie toe
getreden staten tot voordeel zou strek
ken, daar de kosten vün onderhoud der
vluchtelingen uiteraard steeds afnemen,
naar mate de bevolking der vluchtelin
genkampen vermindert.
Bovenal heeft Tuck echter erop gewe
zen, dat de veel verbreide opvatting, als
zouden de verplaatste personen meren-
deels reeds enkel op grond van hun hoge
leeftijd niet meer tot veel arbeid in staat
zijn, geheel onjuist is. Hij had een enquête
laten houden naar de leeftijd der kamp
bewoners, waarbij gebleken was, dat 61%
hunner in de kracht van het leven en tus
sen de 18 en 45 jaren oud is. Van de man
lijke bevolking heeft zelfs 05% deze voor
hard werken zo geschikte leeftijd.
De opvatting van Tuck,'dat immigratie
op grote schaal van verplaatstq personen
waarschijnlijk ook het economische leven
der landen van ontvangst ten goede zal
komen, wordt ten volle gedeeld door de
vertegenwoordiger van Brazilië in rle
vluchtelingencommissie, de heer Helio
Lobo, die onlangs een reis van 5000 kilo-
jneter door Duitsland en Oostenrijk ge
maakt heeft, om verschillende vluchte
lingenkampen te bezoeken. Hij was daar
bij getroffen door de goedg gezondheid,
de godsdienstige levensopvatting en de
sterke arbeidszin van de grote meerder
heid der verplaatste personen. Zonder
bovendien aan politiek te doen, zijn zij
vrijwel allen anti-communistisch.
De heer Lobo zal daarom bij de Brazi
liaanse regering erop aandrirfgen, dat
"Brazilië in 1948 de grenzen nog veel wij
der voor de bewoners der vluchtelingen
kampen zal openzètten dan reeds in 1947
was gedaan. Lobo verklaarde overtuigd
te zijn, dat ook de andere Zuid-Ameri
kaanse staten dit zullen doen, zodat het
tempo der immigratie naar deze landen
inderdaad" versneld zal worden. Zijn land
en de andere Lgtijns-Amerikaanse staten
zullen z.i. de gelegenheid niet voorbij
laten gaan een groot aantal goede ar
beidskrachten op te nemen en daarbij
tevens tot de oplossing van een belang
rijk internationaal vraagstuk bh' te dra
gen.
IJssel in d© loop van 4...
pont in gebruik zal wnrd 6611 meuwe
ui-t a! tvorden genomen, het-
verbetering
agegaan zal worden, 0f de nr,
ritten van en naar het veer. die hie? het
«tirolzlrQ uil int ""-1 11C»
«een hier een =»n ,aen genomen, het-
betekenen aanzie^ke verbetering zal
zwakke punt vormen, verbeterd kunnen
worden.
P'jPje dampt, tevreden
en U vla verni.ufJ u maakt
k„V™ I,
uit een eonn°isseur die
steld Iorg samenge
steld assortiment de juiste
sigaar op het Juiste mo-
?enntKWlet tC kieien'
«en boek verschenen dat
P rechtstreeks aangaat, 'n
jPek over U en voor
een boek dat niet-
jT^erg meedogenloos afzii-
4,« houdt.
Het heet „Lof der tabak"
*h wie het stofomslag van
ait rokersboek ziet met die
dof.goude bruine kleur
Van Sumatra-zandblad en
aelfs tot in de letters van
de titel met tabaksblad-motie-
Ven versierd, zal, evenals wij
«en rustige avond uitzoeken en
ha een fauteuil bij de haard te
hebben geschoven, een sigaar
grijpen of de pijp stoppen
om deze lectuur over het
roken rokend te lezen.
Echter, wanneer ge
het eerste hoofdstuk
over de ontdekking van
de tabak en de ge
schiedenis van net ro
ken zonder veel opwin
ding al rokend .gelezen
hebt, komt ln het vol
gende hoofdstuk waar
Li' .«f
I «ge
in j. -Tabaks-moor" een gekleurd houten
sigare'nkenner lvtr. w! '"^ruTTTy tab
Balen hét woord neemt by tabakswlnkel«-
het moment waarop ga 11 1 I
misnoegd naar Uw inmiddels
half,in rook vervlogen sigaar
zult kijken.
Wanneer de schrijver U de
beginselen van dé sigarenkun-
de uiteenzet, de technische
delicatessen van de dag-in
deling eens ideale rokers
leert en U met de fijne
kneepjes der kennis van
Manilla, Braziel en Havana
tot doctor .in de hogeschool
van het rookgenot ver
klaart, dan zult ge be
schaamd Uw alledaagse
rantsoensigaar wegmof
felen. overtuigd at ge
met Uw achteloze keuze
een e- "tig vergrijp te
len de wet van de siga-
rologie hebt begaan.
Op dit moment van de
dag past sleents een
Braziel
Of wanneer ge rook
wolken wegpuffend uit
Uw pijp het hoofdstuk
„Wij roken* een pijp"
leest, dan zult ge U
.bijna net zo'n barbaar
voelen als de man die
in de wind rookt.
Want A. v. Domburg,
de samensteller vari
het boek, vertelt hier
in dat rookwolken-
dampen de ware pop
liefhebber ten enen
male onwaardigis.
Kleinebedachtzame
trekjes, juist genoeg
om de hrand smeulend
te houden en zo dat
zich nauwelijks rook
ontwikkelt, dat is het
vakwerk, dat de vol
leerde pijproker ver
raadt.
Behalve artikelen over de tech
niek van het hoogste rookgenot bevat
deze tabaksbloemlezing interessante bij
dragen over de historie van roken en
snuiven. Men leest erin over de rokers-
vijand no. 1 Japobus I van Engeland, die
een felle anti-rook-brochure het licht
deed zien, over 'zijn opvolger Karei I,
weliswaar niet de tabaksmaniak die men
met deze naam zou willen vereenzelvigen,
maar toch - zij het omwille van de
belasting-inkomsten geen tegenstander
meer, over de Franse gezant m Lissabon,
Jean Nicot, wiens naam we in het woord
nicotine terugvinden, enz.
Men krijgt een indruk over de rol van
de tabak in proza en poezie en n de
beeldende kunst. De moman met de pijp,
die we hierbij reproduceren, is een van
de z.g. „tabaks-moren", gebruikta sut-
hangbord bij tabakswinkels, houten beeld
jes die nog slechts zeer schaars bewaard
zijn, evenals de oude prentjes tabaks
verkopers als merk op hun prod en
lieten drukken en de kdstbare b
de pijpekoppen eertijds in gebruik bj
Duitse boeren.
Anton van Duinkerken vertelt hoeveel
het roken betekende voor de güzeiaars in
Hlchielsgestel, terwijl het boek besluit
met enkele tabakscuriosa, zoal.s be*
apocrieve verhaal, jaren ge e en
Franse krant afgedrukt, waarin het testa
ment van de „Koning^ der j
Deze week zat ik ijverig te piekeren,
welk verhaaltje ik nu weer moest ver
zinnen, toen mijn jongste zus bij me
kwam. „Kijk 'ns, Luuk" zei ze tegen me
een beetje verlegen, natuurlijk, want ze
heeft nog nooit iets geschreven) „is dat
wat voor je kinderen?" NU, ik las haar
verhaal 'ns en ik vond hét dik voor
elkaar, 'n Paar dingetjes moesten natuur'
lijk veranderd worden. Maar voor 'n
eerste keer1 Lees zelf maar, wat ka
bouter Papbol meemaakte.
In een heel groot bos, ver van de be
woonde wereld, leefde lang geleden een
kabouterstam. De kereltjes waren alle
maal zoals kaboutertjes horen te zijn,
vreselijk ijverig en daardoor erg geluk
kig. En allemaal probeerden zij het hun
koning Goudhart naar de zin te maken.
Maar.... er was één kaboutertje, dat
niet 'zo heel erg goed was. Dat' mannetje
voerde nl. nooit iets anders uit, dan lek
ker eten, drinken en slapen. Dat was nog
niet' het ergste, o nee, helemaal niet;
maar door het nietsdoen kreeg hij wel
eens ondeugende dingen in zijn bolletje
en dan maakte hij het de andere kabou
ters erg lastig.
Terwijl hij nu eens op een mooie dag,
na zijn middagdutje een wandeling door
het kabouterdorp maakte, viel zijn oog
op de mooie, schone was van kabouter
Wasgraag. De stoute kabouter vond, dat
het zo niet kon blijven hangen en hij ver
zon en verzon, zoals hij nog nooit in zijn
luie leventje had Verzonnen.
Opeens begonnen zijn kleine oogjes on
deugend te glinsteren. Hij wandelde
kalmpjes naar huis (vooral kalmpjes,
want hardlopen vermoeide hem teveel)
en begdn daar in een heleboel rommel te
graaien. Ha, daar had hij het gevonden
en vrolijk fluitend liep hij terug, maar
nu met een raar ding in zijn handen. Ai
van ver zag je de witte was van kabouter
Wasgraag wapperen en Papbol (zo heette
hij, omdat hij zo dik was) kwam al heel
vlug op,zijn oude'plaatsje aan.
Wat had hij nu in 2jjn hand? Een
spuitje met bessensap! Geen gewone bes
sensap hoor, maar bessensap om mee te
schrijven, want kabouters weten immers
niet, wat inkt is! En met dat spuitje
schreef hij de hele witte was V°1 me'
„Leve Papbol", heel erg dom natuurlijk,
maar anders moest hij te lang spuiten en
zou hij te moe worden.
Stilletjes wandelde hij daarna weer
naar zijn huisje terug en daar ging hij
in een stoel gemakkelijk zitten lachen.
Hij laohte zo hard, dat zijn dikke buikje
er'van schudde. Maar, lieve help, wat was
die Wasgraag k-ftaad, die kon weer hele
maal opnieuw beginnen. En 20 ®lng "et"
iedere week. Dan weer was de schoen
maker het slachtoffer, dan de bakker en
de week daarna de slager.
Op de duur ging dat^zo niet^langer en
de kabouters gingen bij hun wijze koning
klagen. Deze liet op een mo°le zomer
avond alle kabouters (behalve Papbol)
door zijn lakeien bij elkaar roepen. De
koning beloofde een zilveren fluitje voor
de kabouter, die de beste straf voor ka"
bouter Papbol wist te verzinnen, maar hij
moest dan ook. voorgoed genezen zijn.
Brr, (Jat was erg moeilijk en alle ka
bouters zaten dan ook zv«ar te Pieke"
ren. Terwijl ze zo zaten te petoen, kwam
Papbol die in zijn middagdut:|e ,was
gestoord door 'het rumoer eens kÜkeR
wat er aan de-hand was-. Daar .zag hu
alle kabouters om de koning -zitten, met
zulke ernstige gezichten of zij op een
begrafenis waren.
Papbol stootte een kabouter aan, die
nog maar kort in het dorp woonde en die
zei: „We zijn een straf aan 't verzinnen
voor een ondeugende kabouter. Er is een
prijs uitgeloofd, een zilveren fluitje". Ai,
dat leek Papbol wel wat en daar ging hij
warempel mee zitten verzinnen.
Opeens sprong hij op en hij riep dol-blij
„Hoera, ik weet een straf!" Alle kabou
ters keken stomverbaasd op en ze wil
den haast wat zeggen, toen koning Goud-
hart met zfjn zilveren hamertje tikte, dat
ze stil moesten zijn en Papbol zijn straf
moest vertellen. „Nu", zei hij opgewon
den „de kabouter moet bij iedere kabou
ter, dis hij heeft geplaagd een dag wer
ken, voor niets." Het was doodstil en
Papbei stond wat raar te kijken, omdat
alle kabouters zo zaten te grinniken.
Eindelijk zei de koning: „Papbol, dat is
niet gek. Je kunt morgenochtend bij
Wasgraag beginnen". Papbol dacht, dat
hij het niet verstond en stotterde zenuw
achtig: „W..w..wat zegt U?" De koning
kreeg haast medelijden met hem, maar
zei toch nog streng: „Je hebt je eigen
straf verzonnen en nu moet je aan de
slag". Och, och, wat kreeg die arme Pap-
bof het te kwaad, want dat zou niet mee
vallen en het was aan zijn gezicht te
zien, dat hij .beslist nooit meer katte-
kwaad zou uithalen.
En Papbol moest er aan geloven. Hij
waste bij Wasgraag, klopte bij Klopmans,
bakte bij Zoetesnoet, maalde bij Koren
aar, kortom, werkte als een pteard. Och,
och, dat buikje van hem. Het lee^ wel
Weg te smelten, maar hij kreeg er iets
voor terug; plezier om- te werken. Toen.
zijn straf afgelopen was, riep de koning
hem bij zich. „Papbol", zei hij „ik weet
nu zeker, dat je je best zult gaan doen
en nooit meer kattekwaad uit zult
halen. Je hebt echt de mooiste straf ver
zonnen, die er bestond, dus hier heb je
het fluitje. Dat je er maar lang plezier
van mag hebben."
Nu straalde Papbol van vreugde efa na
een paar weken was hij even ijverig en
gehoorzaam als alle andere kabouters.
L
,.He*L is blijkbaar nog geen verjaardags-
Uid. In mijn boekje staat alleen Annie
H. en wel voor a.s. Maandag. Ze" wordt
precies 10 jaar, een pracht-leeftijd, om
weer eens aan me te denken!
'Kom eens hier" riep grootmoe
tot ons kleine Jetje,
„kijk 'ns wat je gekregen hebt.
wat ligt daar in het bedje?
En Jetje kraaide *Van plezier,
wat had ze wel gekregen'
Een broertje; t leek wel haast 'n pop;
t was in de wieg gelegen.
„Wacht ik heb een koekje bewaard,
dat zal ik aan hem geven
grï°atm0e' ligt daar °P"de kast,
Wilt u t even geven?"
..Welzeker, maar hij heeft nog niet
als jij en ik, al tandjes".
Klein Jetje staarde Grootmoe aan
het koekje in haar handjes,
maar toen zij zelf had gezien,
dat Grootmoe haar niet fopte,
zuchtte ze tevreden, toen zij vlug
het koekje in haar eigen nlondje"stopte.-
(DIENTJE K, 9 j.).
Jantje: „Opa, wat is een woestijn?"
Opa: „Dat is iets, waar niets op groeit,
jongen".
Jantje: ,,Is Uw hoofd dan ook een
woestijn?"
Marietje: „Moe, ben ik 23 Januari ge
boren?"
Moeder: „Zeker, kindje".
Marietje: „Oh) wat leuk. Precies op
mijn verjaardag!"
„En je broer, die indertijd aan het mi
nisterie wilde komen, wat doet die nu?"
„O, niets. Hij zit op het ministerie".
Verleden week kon natuurlijk ieder
een eruit komen (als hetspreekwoo d
.werd toegepast tenminste). Het was n.l.:
„Twee weten meer dan één!"
Daar gaan. we weer:
1- Wij zijn voorwerpen om vis mee te
vangen en ook wel vogels. Keer ons
om en we blijven hetzelfde. Wat zijn
we?
2. Wat is éen rood stalletje met witte
kippen en een rode haan?
3. Ik klom 3x2 meteg in 'n paal van S
meter en was nog niet boven. Hoe
kan dat?
4. Jaap, pel die noot even! Zeker Simon,
je hebt gelijk! Moeder zei: „Seppe,
er is een geit weggelopen! Welke
^rucht zit in elk van deze drie zin
netjes?
O
•00000000000000000000000000
Het is weer een heel portie briefjes,
dat voor me ligt. Ik zal daarom maar
niet veel ruimte verspillen en zo vlug
mogelijk aan de slag gaan, alleen moet
■ik dit nog even zeggen: „Bravo Schrijf
me maqr gerust, hog meer hoe liever,
want dan wordt het nog gezelliger.
JEANNE B is vandaag de eerste,
ondanks het feit, dat ze vergat te schrij
ven, hoe oud ze is Dat moet je nog
even kwiek schrijven, Jeanne; voor de
vc jaardagskalender, snap jeIk ben
blij, dat het nu de eerste keer dan is
geworden en je weet wel, hoe je hele
beste maatjes met me kunt worden, dus
doe je best.
JOS v. d. M. (10 j.), zeg, eerst even
proficiat kerel, met je prijsje bij de
Kerstpuzzle. Al ontvangen? Hola, dat
cijfer voor tekenen hoort er niet bij, de
rest is allemav.1 zo mooi! Daar nu spe
ciaal op letten, Jos, want dan zou je
rapport werkelijk prachtig zijn. Hoor ik
nog, hoe het hoek bevalt?
LENIE K. (lij.), ik zou haast boos op je
zijn. Me eerst een hele tijd-niet schrij
ven en dan nèt 1 dag na je verjaardag,
foei! Er zijn 2 dingen, die het weer goed
maken, je keurige rapport en de raad
sels. Ik haal dus maar mijn hand over
mijn hart en reken van nu af weer vast
op je! En hoe denkt Louis erover?
SANNIE H. (11 jj, om eerlijk te zijn
had ik je dl een poosje gemist, maar ik
maakte me niet ongerust hoor! Daar zeg
je me, dat er niets bijzonders gebeurt,
terwijl je met Hongaarse meisjes speelt!
Je bent geen journaliste hoor,, anders
stuurde je me een verhaal van 2 kolom
men. Je hebt weer aardig papier, zeg!
GERARD K. (13 j.), zo is het, geen
moppen, maar graag raadsels- Bé dan kt
hoor. Zeg, waar blijft Bep toch? Ik heb,
geloof ik, pas één brief van hem gehad.
Je zult hem eens aan moeten porren!
Welk stukje van de puzzle kon je niet
oplossen? Zal ik over een poosje nog
eens zoiets maken?
FRANS v. d. M.. (5 j.), op een brief,
die je zelf schrijft, moet ik 'antwoorden.
Ik vond het reuze leuk, joh, juist, omdat
het zo'n hoop moeite moet hebben ge
kost. Het zal fijn zijn, Frans, alg_Je bij
de Broeders zoveel geleerd hebt, dat je
me lange brieven kunt schrijven. Maar
dan ook .doen, hoor.
JOS v. d. M. (10 j.), hier ben je voor
de tweede keer, dat is tenslotte niet
meer dan eerlijk, want de stand is nu
weer gelijk. Leuk zeg, van die logé, zo
kaniedereen eens bij een ander komen,
dan blijf je goede vrienden. Ja, Jos. ik
hoop ook veel brieven van" je te krij
gen.. èn van Agnes natuurlijk-
COBIE DE W. (12 j.), zeg dat wel,
maar., beter ten halve gekeerd, dan ten
hele gedwaald! En ik weet nof een I ook in. Dus tot volgende
spreekwoord: „Moed verloren, al ver- weer.
laten zitten, Cobie, door een paar moei
lijke lessen. Zeg, oplossingen .bij de
•raadsels, ik weet overal wel een oplos-
s: ~g °P' blaar missehién zijn die anders!
TINEKE v. B. (8 j.), wel, wel, dat
versje heb je dan heel lang moeten ont
houden meiske. Ik wil het natuurlijk
graag hebben; maar dan maak ik het
iets korter. Zie je, als het te lang is
krijg ik het beslist aan de stok met dé
oaas. Zeg, je wacht nu toch zeker zo
lang niet meer met schrijven9
?ali°' LIENA S. (11 j.),' ja. ik heb een
nele.(tijd op je gewacht, maar ik wist,
dat je me niet zou vergeten. Zo, zo, iii
zorgt dus ook zo'n beetje voor de cou-
.rant, nou Lena, dat is keurig. Ja, wat
heerlijk is dat van Riet, hè. Het is nu
echt in de familie.
HJKA S. (12 j.),- op de eerste plaats
hartelijk bedankt voor je prachtige
Kerstkaarten. Ik heb ze zuinig opgebor
gen en hou ze, om met- Kerstmis telkens
speciaal te bewonderen. Mijn oudejaars
avond was ook fijn, reken maar. Ja, ja
er komen steeds meer klantjes bij, maar
dat vind ik niet erg.
WelEJE&IE S. (14 j.>, ik vind het zq
vreselijk jammer van die puzzle, maar
je hebt je zeker wel getroost met de
brief. Je verhaaltje (ook van Rika)
moet ik even bewaren. Ze zijn nogal
kort en dan moet ik op meer wachten. -
Je zorgt anders al aardig voor het huis
houden zie ik. Fijn hoor, dan hoeft je
moeder tenminste niet alles alleen te
doen.
En nu moet ik voor deze' week weer
stoppen, jvant het verhaaltje moet er
week maar
loren". Je moet je beslist niet op de kop
OOM LUUK.
natuurlijk een Nederlander
publiceerd. Deze koning was al zeer mild
voor de onderdanen die hem de laatste
eer bewezen, want elk van hen ontving,
zo luidt de geschiedenis, 10 pond tabak
en twee pijpen.
Werkelijk, dit is een boek dat geen
roker onberoerd kan laten. Eén ding is
jammer, „Lof der tabak" werd door „de
Boekerij" te Baarn uitgegeven in opdracht
van de firma Mignot en de Block te
Eindhoven en het is niet in de handel.
Maar wie had anders durven verwach
ten? Zijn sigaren soms wel in de handel?
Zo wordt „Lof der tabak" tenslotte een
dubbele Tantaluskwelling: een boek, dat
niet verkrijgbaar is, over sigaren die
eveneens niet te koop zijn....
N.a.v. A. v. Domburg etc. „Lof der
Ultg. De BoekcrjJ, Baarn.
Het oude Catshuis, dat met zijn omgeving buiten de vérkoop is gehouden
Met de verkoop -reeds eerder door ons gemeld van het grootste
gedeelt£ van bet oude park Zorgvliet aan de Amerikaanse ambassade
tnet de bedoeling daar de nieuwe ambassadegebouwen te zetten is, men
mag het zo wel noemen, het drama van Zorgvliet voorlopig tenminste
beëindigd.
Yan de 20ste Mei 1643 af toen Vader
Lats voor 4000 ponden „drie morgen, een
hond en vijf en negentig roeden lants
met een huys, schuyr, bargen en geboom
te daarop staande" kocht van Johan van
aen Brouck, commies van, financiën van
ae Staten van Holland heeft het park,
)dT«Jader.Cata zelf tot aan zijn dood
n Ib60 versierd en verrukt, een geschie
denis beleefd van koninklijke opgang tot
Teutonicus, welke het noord
westelijk deel van het park beschadigde
en m een opslagplaats van puin veran-
derde.
De kinderen van de oude Vader Cats
Yarkochten het lustoord reeds aan Hans
Willem Bentinck, die het met de sym
metrische wansmaak van die tijd tot
groter bloei bracht. Verschillende eige
naren komen daarna, totdat het bezit in
handen komt van koning Willem II, die
het park goed onderhield en zeer ver
fraaide.
In 1901 had de gemeente een unjeke
kans om het .geheel ip handen te krijgen,
maar -in een besloten raadsvergadering
werd het voorstel tot aankoop afgestemd.
Eigenaar werd mr. A- Ey H. Goekoop,
die een >root gedeelte uitgaf voor villa-
bouw en zich binnen de resterende 26
H.A. terugtrok, het Zorgvliet zoals wij
dat nu kennen.
In zijn villa aan de Buitenrustweg,
vanwaar hij een uitzicht zou hebben op
het schone Zorgvliet «Is de muur er
niet was, die het geheel omringt heeft
de zoon, mr. A. Goedkoop, ons de laatste
geschiedenis van dit landgoed verteld.
Want nog een keer kreeg de staat een
schone kans Zorgvliet in handen te krij
gen tegen voorwaarden, die men met
beide handen had moeten aangrijpen en
wellicht op het laatste nippertje ook
aangegrepen zou hebben, indien de Dmf-
se agressie en het besluit van mr. Trip
dit niet hadden verhinderd.
Van al deze mogelijkheden tot aan
koop vertelt ook de oud-burgemeester
van Den Haag, mr. de Monchy, in zijn
onlangs verschenen boek „Twee ambts
ketens" Hij vertelt daar dat de koopsom
in 1901 4.500.000 bedroeg en wel voor
88 H A. van het eigenlijke park plus nog
141 H A. in de Zegbroekpolder. Een zeer
lage prijs, indien men weet, dat in 1908
voor de nog slechts resterende 54 H.A.
een prijs werd gevraagd van 3.780.000,
dus slechts 720.000 minder dan het be
drag, waarvoor men in 1901 229 H.A. had
kunnen verkrijgen.
In 1930 kwam de laatste kans. De drie
kinderen van de inmiddels overledep
mr. Goekoop,, gedreven door de wens
van hun vader om dit park, waarahn zo
vele nationale herinneringen waren ver
bonden, ook een nationale bestemming te
geven, schonken het landgoed aan de
staat met slechts deze voorwaarden, dat
het oude Catshuis bewaard moest blij
ven en dat, indien binnen tien jaar geen
begin mocht zijn gemaakt met de bouiv
van seti representatief gebouw, het land
goed weder aan de schenkers zou terug
komen.
Dat geschiedde, vertelt mr. Goe
koop mij nu, op 5 Juni 1930. De eerste-
vier jaar kwam men niet tot overeen
stemming omtrent de aard van het ge
bouw. Het moet gezegd, het gemeente
bestuur van Den Haag deed al het mo
gelijke de staat te bewegen de voorwaar
den te vervullen. Maan terwijl de mi
nisters van financiën elkander afwis
selden, ging de tijd verder en.de ditum
van 5 Juni 1940 kwam steeds nader
De Geer, die toen minister-president
was, probeerde in 1939 nog uitstel te
krijgen wegens - „bezwaren van architec
tonische aard". Er zou namelijk een ge
bouw worden gesticht bestemd voor het
houden van recepties, congressen, con
ferenties en plechtige bijeenkomsten,
maar de familie Goekoop, die aanvanke
lijk bezield was geweest door de ge
dachte aan een paleis, zag hierin niet
geheel de vervulling van de door haar
gestélde voorwaarde.
Hoe prachtig zou zulk een gebouw nu
zijn geweest voor de bijeenkomst van
de United Nations, waarvan sprake is.
En toch zou nog overeenstemming mo
gelijk zijn geweest, doordat het rijk in
de gelegenheid werd gesteld de gestelde
voorwaarden af te kopen-voor de somma
van 345.000. De zaak scheen gered.
Het hiertoe strekkende wetsontwerp
werd in de Tweede Kamer aangenomen
op 19 April 1940. Maar voordat de Eer
ste Kamer haar fiat kon geven kwam
Hitier en naderde de fatale termijn.
Tóen, midden in het oorlogsrumoer,
spookte het ineens in het hoofd van de
kabinetchef van de Haagse burgemees
ter. Het was 3 Juni. Informeren. Het
wetsontwerp was niet aangenomen in de
Eersté Kamer. Trip wilde de termijn
ongebruikt laten voorbfijgaan. Als mr
Trip kon worden overgehaald de beta
ling te doen, kon er diezelfde avond
nog een vergadering van B. en W wor
den gehouden, de volgende dag gemeen-
teraad en intussen kon aan dé commis
saris der Koningin worden verzocht ia
bevorderen, dat Gedeputeerde Staten
nog in de middag hun goedkeuring zou-
den geven. Maar mr. Trip achtte het, nu
het rijk voor zulke ontzaglijke uitga-
ven stond, met verantwoord „Het was
nu geen tijd om landgoederen te kopen",
zeide hij. „Het baatte niet, zo schrijft
mr. de Monchy in zijn mémoires, of
ik er op wees, dat men thans het land-
goed redden kon voor een som, die
slechts een fractie van de waarde bete-
kende, voor de leider onzer staatsfinan
ciën golden op dat ogenblik andere over
wegingen".
Nu heeft dSn eindelijk het park Zorg
vliet zijn bestemming gekregen.
Het valt te verstaan, dat de erven
Goekoop, na tweemaal zulk een vorste
lijk aanbod te hebben gedaan, er niets
méér voor voelden om dit nog eens een
derde maal te doen, zegt mr. Goekoop
mij. De kamer in zijn fraaie huis, waar
wij zitten ziet uit op de schone aanleg
tussen de, Buitenrustweg em de Rusten-
burgerweg, twee namen die eveneens
aan landgoederen daar herinneren.
Zorgvliet is nog het enige, dat over
is en wij wilden verkaveling hiervan in
ieder geval voorkomen, gaat mr. Goe
koop voort. Wat er nu komt past in
ieder geval in de bebouwing aldaar en
dat er iets groots en representatiefs zal
komen, kan men gerust aan de Ameri
kanen overlaten. En daarbij, het oude
Catshuisje met ongeveer 2% H.A. bos
hebben wij buiten de koop gehouden,
omdat de Amerikanen geen zekere ga
rantie konden geven, dat dit gedeelte
onaangetast bewaard zou blijven. En dat
gedeelte komt missqhien nog wel eens
aan de staat, wie weet. Daar liggen
juist de meeste beschadigingen, maar
het huis zelf, dat de Duitsers ook wil
den afbreken, is gered. Wij hopen nu
binnenkort met de wederaanplant te be
ginnen en het geheel te restaureren. liet
beroemde beekje van Zorgvliet scheidt
nu de beide gedeelten.
Het is alleen nog maar te hopen,
zeggen wij, dat de Amerikanen de le
lijke grote muur, die rond het landgoed
loopt, zullen omhalen en zo nodig door
iets beters zullen vervangen, dat het
uitzicht niet belemmert en niet zo mis
staat als die stenen muur in die lande
lijke omgeving. 1
Dan komt mr. Goekoop met oude boe
ken en platen aandragen, waarin wij ons
nog een poos verineifen. Hij heeft een'uit
gebreide literatuur over dit landgoed
en hoe langer men zich daarin verdiept,
hoe spijtiger wordt de gedachte, dat het
ons ontvallen, is. Maar de grond is er
en de bomen staan er en het park kan
men niet wegdragen.
Langs de stenen muur'. d'? Zorgvliet
nog omgeeft, rijden wij in het donxer
naar huis.