Oorlogsgetroffenen ontvangen
2 milliard meer
Geen integrale vergoeding over
de hele linie
„Bataljon Zeeland" nokt af
Sociaal-econorfiische
overheersen
aspecten
Nieuw systeem van uitkering
Wat de belastingverhogingen
moeten opbrengen
r
GELOOF, DAT BERGEN VERZET
Al een goeie voorbereiding voor
Holland
Het gaat goed
DEMOBILISATIE-PROBLEMEN
Onderlinge molestverzekering
Gelijk percentage van de schade na
aftrek rijksbijdrage
V.J
MAANDAG 26 JANUARI 1948
PAGINA 2
DRAAGKRACHT NIEUWE
MAATSTAF
Noodlottige consequentie
belastingverzwaring
AMERIKA VECHT TEGEN
KOUDE EN WARMTE
ITALIË IN FEBRUARI
TER STEMBUS
Verklaring van de Gasperi
PLAN VOOR „KATTEN-
INVASIE"
Minister Lieftinck
Integrale schadevergoeding zou
onverantwoorde last op
bevolking leggen
Allemaal een onderscheiding
verdiend of niemand
„HET WOORD"
De vergoeding yan de door particulieren geleden oorlogsschade zal in
totaal 51132.000.000 eisen. Daarnaast is er 2.601.000.000 voor
anderé oorlogsschade-vergoedingen nodig. Integrale vergoeding vindt
niet over de gehele linie plaats. De economisch zwakkeren ontvangen
meer dan de economisch sterkeren. Integrale vergoeding geschiedt voor
1 kleine eigen woning, 1 klein eigen schip of 1 klein eigen bedrijfs
pand. Verbetering is aangebracht in de vergoeding van de huisraad-
schade, waarvan de bijdrage in 1943 of later is vastgesteld. Aan
vullende financiering wordt voorgesteld voor woningen en bedrijven.
De vergoeding voor schade aan handelsvoorraden blijft ongewijzigd
Financiering zal geschieden door middel van een herslellening van
aanvankelijk 4 milliard. Dekking van de Dienst der leningen vindt
plaats door vermoedelijk huurbelasting, belasting op* onroerend goed
van instellingen van de dode hand, verhoging van registratie- en zegeb
recht, personele belasting, inkomstenbelasting, vermogensbelasting'en
omzetbelasting, welke tezamen 250.000.000 moeten opbrengen.
BU de Tweede Kamer der Staten-
Generaal is thans ingediend het wets-
ontweip op de Materiële Oorlogsschaden.
Het wetsontwerp gèeft echter meer dan
een overzichtelijke samenvatting van het
geen tot heden reeds gold. Het ontwerp
kent geheel nieuwe grondslagen, welke
tot uitkomsten leiden, die voor de getrof
fenen belangrijke verbeteringen beteke
nen. Het belang dier verbeteringen komt
sterk naar voren in de Memorie van Toe
lichting, waarin een vergelijking wordt
gemaakt tussen het totaal van de ver
plichtingen welke de Staat bij aanvaar
ding van het wetsontwerp op zich neemt
en de lasten welke ingevolge de bestaan
de maatstaven reeds .op hem zijn gelegd.
Het wetsontwerp komt tot een totaal
cijfer van ƒ5.132.000.000.
De geldende maatstaven bleven hier
ruim 2 milliard onder en zouden tot een
totale verplichting hebben geleid van
3.104.000.00G. Ondanks dezé haast astro
nomische bedragen* verstrekt het wets
ontwerp toch nog niet over de gehele Uin
een Integrale vergoeding van de geleden
schade. Een oplossing van het vraagstuk
van de materiële oorlogsschade in deze
sin. welke nog een 2 milliard meer zou
hebben gevraagd, heeft de regering niet
kannen aanvaarden.
Draagkracht een nieuiiïe maatstaf
De verdeling ven de 2 milliard, welke
het ontwerp meer aan schadevergoeding
toekent dan volgens de geldende maat
staven zou worden uitgekeerd, geschiedt
naar geheel nieuwe maatstaven. Volgens
het geldende oorlogsschaderecht wordt bij
de verdeling van de voor vergoeding van
oorlogsschade beschikbare gelden in het
algemeen slechts rekening gehouden met
de omvang van de geleden schade.
Ingevolge het ontwerp zal echter bij de
verdeling van voormelde* ƒ2 milliard ook
In zeer ernstige mate rekening worden
gehouden met de draagkracht van de ge
troffene. Het ontwerp leidt er dus toe, dat
de schadevergoeding aan de economisch
swakkeren vollediger zal worden gemaakt
dan die aan de economisch sterkeren.
In de eerste plaats is er van uit gegaan
dat als de zwaarst getroffenen Jcunnen
worden aangemerkt zij, die schade heb
ben geleden aan een door hen zelf be
woonde of gebruikte woning of bedrijfs
pand (mitsgaders schip).
Aan deze categorie van getroffenen
kent het ontwerp een integrale vergoe
ding toe. althans voor zover het betreft
kleinere woningen en kleinere bedrijfs
panden.
Voor woningen is aangehouden een
grens van bouwkosten Mei 1940 5.000,
voor de bedrijfspanden bedraagt deze
g-ens eveneens ƒ5000; voor woningen
annex bedrijfspand ƒ8000 en voor sche-
pen 9000. Deze regeling geldt uiteraard
gezien de eis van het eigen -gebruik,
slechts voor X woonhuis en 1 bedrijfs
pand of voor 1 onroerend goed bevat
tende woon- en bedrijfsruimte, of voor 1
schip.
Huisraadschade-maximum en
toeslagen verhoogd.
In dezelfde richting vergoeding naar
draagkracht werkt voorts de in het
ontwerp opgenomen huisraadschaderege
ling. Boven de bijdrage welke krachtens
de oude regeling is toegekend, wordt op
de bijdrage welke in 1943 of later is vast
gesteld, een aanvullende bijdrage ver
leend. welke het mogelijk zal maken dat
het oorlogsslachtoffer zich in de meest
voorkomende gevallen weer in zijn oude
staat zal kunnen inrichten.
Oude bijdrage aanvullende bijdrage
wordt in deze regeling gebonden aan liet
maximum van 2 X de oude bijdrage en
bovendien aan het bedrag van 11.250,
vermeerderd met een toeslag wegens in
wonende gezinsleden. Deze toeslag be
droeg tot heden 150 per gezinslid bene
den 6 jaar en voor elk ouder gezinslid
250. Thans is deze toeslag gebracht op
onderscheidenlijk 300 en 500.
aangegane 'financieringsregeling is, ge
grond in belangrijke mate een druk
op de bouwkosten zal uitoefenen.
.Degenen die hun bijdrage zullen aan
wenden voor herstel bedrijfspanden of
vervanging van bedrijfsuitrusting, zullen
in het algemeen evenzeer, mits het be
drijven betreft met een bedrijfsvermogen
benedgn 500.000, op credieten met finan
ciële faciliteiten kunnen rekenen. In deze
gevallen zal op grond van'het thans in
de wet neergelegde draagkrachtbeginsel,
een mëer individuele methode worden
gevolgd. Ter bepaling van de draagkracht
zal naast de vermogenspositie de renda
biliteit van het bedrijf een rol spelen.
De regering acht het mogelijk aan dit
systeem een zodanige toepassing te geven
dat een minder goed beheer niet in ver
dergaande faciliteiten 'zijn beloning zal
vinden. De rendabiliteitsmogelijkheid zal
zoveel mogelijk naar objectieve maat
staven worden vastgesteld.
Een bezwaar verbonden aan het hier
besproken systeem van credieten met
daaraan vast gekoppelde financiële faci
liteiten, is dat er een band blijft bestaan
tussen Overheid en gétroffene.
bezwaar valt echter niet te ontkomen
omdat omtrent de toekomstige rendabili
teit van de bedrijven thans nog niets met
zekerheid valt te bepalen. Er wordt even
wel van uit gegaan dat die band zal wor-
worden geslaakt zodra de rust in de
maatschappelijke verhoudingen zal ziju
hersteld. Alsdan zullen de financiële fa
ciliteiten worden omgezet in een o'p dat
tijdstip te bepalen aanvullende bijdrage.
De Wet spreekt op dit punt van „uitge
stelde bijdrage".
De mogelijkheid is evenwel geopend
om in bijzondere gevallen of groepen van
gevallen iri plaats van de credieten met
faciliteiten, \yelke, zoals gezegd, te ge
legener tijd zullen uitlopen op uitgestel
de bijdragen, een reeds thans, te bepaler,
extra bijdrage te verlenen. Deze regeling
is ook gedacht voor de bedrijfsinventaris
van kleine bedrijven. Blijkens de Memorie
Aanvullende hulp voor bedrijven.van Toelichting zal deze mogelijkheid
Ih alle andere getallen dan de hier-
voren besprokene, kunnen de getroffenen
bij de ^herbouw van hun pand of, ce
wederinrichting van hun bedrijf, worden
ge'steund met overheidscredieten of al
thans met een periodieke bijdrage in de
vorm van een rentevergoeding welke het
de getroffenen mogelijk zal maken op de
particuliere markt een crediet op te
nemen. De omvang diep credieten en de
faciliteiten welke daarbij' zullen worden
verleend, zullen zoveel mogelijk naar
objectieve maatstaven worden bepaald.
Iedere getroffene die zijn bijdrage wil
besteden voor de bouw van een woning
of de aankoop van een na de bevrijding
gebouwde woning, niet groter dan 500
M3.. zal steeds -op zodanige faciliteiten
kunnen rekenen, dat het pand op ziybzelf
genomen voor hem een rendabele beleg
ging wordt.
Er zal worden uitgegaan van een bouw
som welke ten tijde dat met de bouw
zal worden begonnen, redelijk is te-ach
ten. Het bedrag waarvoor de getroffene
de bouw zal weten te gunnen, zal mits
dien buiten beschouwing blijven. Ver
wacht wordt dat het voordeel hetwelk dit
systeem voor de getroffenen kan opleve
ren indien zij in staat zijn te gunnen
beneden' het bedrag waarop de met hen
in het algemeen worden opengesteld voor
die kleine bedrijven, wier fiscaal ver
mogen beneden 50.000 ligt, en finan
ciële steun behoeven voor de heraan-
schaf van bedrijfsinventaris. Deze zullen
een extra bijdrage tot maximum 100 pet.
van de reeds verleende bijdrage kunnen
ontvangen.
Belastingverzwaring noodzakelijk
Hierboven is aangegeven dat het totaal
van de omvang van de verplichtingen
welke uit de wet voortvloeien, moet wor
den gesteld op 5.132.000000. In de me
morie van Toelichting is voorts naar vo
ren gebracht dat naast deze uitgav^ nog
enkele soortgelijke evenzeer uiterst om
vangrijke uitgaven van volkomen gelijke
aard door de Staat zullen moeten worden
gedaan. Deze uitgaven, welke in de eer
ste plaats betreffen de vergoeding van
oorlogsschade van publiekrechtelijke li
chamen, en voorts uitgaven verband hou
dende met de uitvoering van de Zee- en
Euchtvaartverzekeringswet en van het
Zeeschepenbesluit, alsmede vergoeding
van defensieschade. worden in totaal ge
raamd op 2.601.000.000.
Het behoeft geen betoog dat het to
taal van deze verplichtingen, t.w.
7.733.000.000, gedurende een lange
reeks van jaren een zware belasting
zal vormen voor 's Rijks schatkist. De
Regering heeft het daarom noodzake
lijk geoordeeld een schema te ontwer
pen voor belastingverhoging en belas
tingherziening, welke per jaar een bate
van 250 miltioen zullen moeten af
werpen.
Langs deze weg zal in 50 jaar de oor
logsschadeschuld zijn afgewikkeld. Als
nieuwe belastingen zijn gedacht in de
eerste plaats een huurbelasting en voorts
een belasting op onroerende goederen
met uitzondering van kerk- en school
gebouwen toebehorende aan instel
lingen van de dode hand, het registratie-
en zegelrecht, de personele belasting, de
inkomstenbelasting, de vermogensbelas
ting en de omzetbelasting.
Te New York heeft Zaterdag een hevige
sneeuwstorm gewoed, die Zondagmorgen
tiaar zee aftrok en in de stad een sneeuw
laag van 12 tot 18 centimeter, achterliet.
Ook elders in Amerika is veel sneeuw
gevallen en er werden reeds meer dan
20 slachtoffers gemeld.
Terwijl de thermometer in New York
38 gr. F. onder nul aanwees, hadden de
inwoners van Californië „te lijden" van
een warmterecord.
Ook in sommige delen van Furopa is
zeer veel sneeuw gevallen; in West-Zwit
serland boekte men zelfs een hoogte van
60 centimeter.
De Italiaanse premier, Alcide de Gas
peri, heeft aan een vertegenwoordiger
van de „Massagero" medegedeeld, dat de
Italiaanse regering niet van plan is, ver
andering te brengen in de datum der
komende verkiezing, die vastgesteld is
en blijft op 18 Februari.
Sprekend over de .rode agitatie in het
land, zeide de premier: „Welke ook de
voorwendsels voor deze agitatie zijn,
duidelijk is in ieder geval, dat ze in de
„Kominfprm" haar oorsprong vindt. Deze
toch bestuurt de communistische groepen
van Italië en Frankrijk bij hyn actie
tegen het plan-Marshall en hun voorge
nomen machtsovername in beide lan
den.
Italië beschikt intussen nog over een
gewapende macht-en déze zal de vrij
heid der kiezers tegen iedere terroris
tische aanslag verdedigen".
Robert Kendell, voorzitter van het
Amerikaans genootschap van katten-
vrienden, zal aan de functionarissen der
V N.. en Europese diplomaten in de
V. S. een plan voorleggen, 1 millioen
Amerikaanse katten- naar Europa uit te
voeren, daar het aantal katten in Europa
tengevolge van de oorlogsverwoestingen
onrustbarend verminderd en dat van
ratten en muizen dienovereenkomstig
vermeerderd is. „Ons genootschap krijgt
voortdurend aanvragen van de andere
zijde van de Atlantische Oceaan om kat
ten te sturen. Amerika zal alleen ge
selecteerde katten uitvoeren", aldus
Kendell.
i
i
Toen op Kerstmorgen onze minister-president in de voorste post ergens
voorbij Kopeng de menu's van het soldaten-Kerstontbijt zat te
signeren en alle stoottroepen over z'n schouder, een beetje geïmponeerd
toekeken, hoe hij zijn naam zette, zei er ineens een (naar men mij
vertelde): „U mag anders wel uitkijken- Exfcellentie, met Uw naam te
zetten., daar zijn wij d'r een paar jaar geledeh óók mee ingestonken.
Ik hoor het die jongen zeggen, en als U het mij nu vraagt:, dit is éen
van de béste en meest typerende opmerkingen, die ik zo het laatste
half jaar gehoord heb, naast die andere twee typerende reacties op het
demobilisatie-uitstel: „Geprolongeerd wegens overweldigend succes'
en Spoor's nieuwe lijflied is: „Give me five minutes more...."
Beetje vermoeide humor, nauwelijks bitter, maar vrij cynisch: de uiting
echter van een geesteshouding- die een betere garantie en een reëler
basis voor de ongelooflijkste prestaties bleek te zijn- dan vurig beleden
trouw van grote woorden over „vervulling ener edele taak", en „morele
verplichtingen" en -,hoe roemvol het nu wel geweest is om reeds in
het eerste uur aan de roepstem van het vaderland te hebben gehoor
gegeven
Het zou de regering niets liever zyn
geweest dan te komen met een rege
ling van do integrale vergoeding voor
de geleden oorlogsschade. Dit is ech
ter niet mogelijk, omdat de last, die
een integrale schadevergoeding op de
bevolking, dus ook op de minder
draagkracht: geh zou leggen, onverant
woord is. Dit feit verzet zich naast het
financieei-monelaire argument tegen
een te grote bijdrage. Wil het huidige
wetsontwerp uitgévoerd worden, dan
zal een grootscheepse overdracht van
kapitaal van bepaalde groepen naar de
getroffenen moeten plaats vinden.
Men moet goed in het oog houden, dat
het om een overdrachteprobleem gaat.
De regering Wil dit zoveel mogelijk langs
de weg van vrijwilligheid bereiken, n.l.
door het aangaan van leningen, terwijl
de belastingen de dienst van deze le
ningen moeten verzekeren, aldus ver
klaarde Prof. Lieftinck in een persconfe
rentie, waarin hij een toelichting gaf op
het Wetsontwerp Materiële Oorlogsscha
den 1947.
De practijk kent twee groepen van
molestverzekering. De eerste betreft de
zgn. premieverzekering, de tweede de
zgn. molestverzekering op onderlinge
grondslag. I
Voor de schaden welke door de zgn.
premieverzBkering niet op onderlin
ge grondslag waren gedekt, is nifti-
mer een bijdrage in uitzicht gesteld. Dit
brengt dus mede dat de verzekeraar die
de schade heeft betaald, geen Aanspraak
tegen het Riik verkrijgt.
Deze regeling wordt in het ontwerp
gesanctionneerd.
De premieverzekering was slechts van
geringe omvang. JHet betrof doorgaans
transportverzekeringen.
Veel omvangrijker en voor de oor
logsgetroffenen belangrijker, is de molest
verzekering op onderlinge grondslag. Er
bestonden op dit punt twee vormen, na
melijk de molestverzekering op onderlin
ge grondslag zonder aanvullende clausule
en de molestverzekering op onderlinge
grondslag met aanvullende clausule.
Bij de molestverzekering op onderlinge
grondslag zonder aanvullende clausule
ligt de zaak aldus:
Wanneer wordt weinig uitgekeerd
De rhaatschappy begint met aan de
hand van het totaal der erkende schaden
vast te stellen welk bedrag moet worden
uitgekeerd. Vei der stelt zij vast het be
drag van hpar maximum capaciteit,, d.w.z.
het bedrag dat zij uit de voorschotpremies
en uit de naheft'ing ten hoogste tot uit-
ker.ng kan brengen Door deling wordt
dan het percentagev vastgesteld dat af
gezien van de rijksbijdrage aan' de ge
troffen deelnemers kan worden uitge
keerd. Deze „verbintenis" van de ver
zekeraar wordt nu verminderd met het
geen de deelnemer als rijksbijdrage ont
vangt. Op deze wijze wordt de maat
schappij voor een groot deel van haai
verbintenissen bevrijd en nu heeft steeds
de bepaling gegoldeh dat ook de ver
zekerden» in dezelfde mate van hun ver
plichtingen worden bevrijd.
Waar deze opzet is gevolgd en veel
schade is geleden, zal weinig tot uit
kering komen en in het algemeen geen
omslagheffidg plaats hebben.
Het ontwerp sanctionneert deze vorm
van verzekering. Het zou onredelijk zijn
ten deze een andere weg voor te schrij
ven dan verzekerden zelf wilden inslaan
Bij de molestverzekering op onderlin
ge grondslag met aanvullende clausule
ligt de zaak geheel anders. De aanvul
lende clausule maakt het mogelijk in
ruimere mate éen omslag te heffen omdat
de verzekerden afstand hebben gedaan
van de bevrijdende werking, voor zovei
er erkend^ schade is die niet door de
rijksbijdrage wordt gedekt.
Het probleem is hier: hoe deze aanvul
lende toeslag oyer de getroffenen te ver
delen?
Nivelleringssysteem verdwijnt
Tot nog toe was voorgeschreven een
zodanige verdeling, dat alle deelnemers
aan rijksbijdrage en molesttoeslag een
zelfde percentage zouden ontvangen.
Vrij algemeen is deze in de bezettings
tijd van departementswege voorge
schreven wijze van verdeling niet dc
meest juiste geoordeeld. De voorkeui
wordt gegeven aan een systeem waar
bij alle verzekerden een gelijk percen
tage van hun zuivere schade ver
krijgen, d.w.z. van dé schade na af
trek vanrijksbijdrage.
Het ontwerp bepaalt nu dat de verde
ling volgens deze algemeen beter ge
achte methode ut plaat* vinden.
Bij de gehele regeling zijn de sociaal-
economische aspecten' overheersend-. De
bedoeling van de regeling is de sociaal-
zwakkeren zoveel piogelijk tegemoet te
komen en het herstal van 't economisch
leven zoveel mogelijk te bevorderen als
in overeenstemming te brengen is met
de draagkracht van 't Nederlandse volk.
De regering wenste niet direct na de
bevrijding njet een wetsontwerp te ko
men. Zij wenste eerst een behoorlijke
periode van praktische ervaring met de
oude regelingen op te doen. Op 't ogen
blik heeft zij een beter inzicht dan eind
1645 in de totale geleden schade, alsook
in de financiële omstandigheden, waar
in ons land tengevolge van de oorlog
in het algemeen is komen te verkeren.
Het was onmogelijk de oorlogsschade-
regeling op een geheel nieuwe leest te
schoeien, ómdat een niet onbelangrijk
gedeelte van de geleden schade is afge
werkt. Een wettelijke regeling zou nooit
zo kunnen zijn, dat alle oude gevallen
opnieuw mpeten worden behandeld. De
nieuwe regeling moest dus geënt wor
den op de oude.
W ie is economisch zwak of sterk
Het grote bezwaar tegen de oude re
geling was dat er geen differentiatie was
tussen de economisch sterkeren en de
economisch zwakkeren. De bedoeling is
geweest dit element van differentiatie
een ruime plaats te geven en'de verbe
teringen slechts in zeer geringe mate ten
goede te laten komen aan de economisch
sterkeren. Het belangrijke punt is: wel
ke criteria de onderscheiding tussen bei-
da categorieën moeten aangeven. Een
van de criteria die men zou kunnen han
teren is de vermogenstoestand. Maar de
vraag wordt dan: naar welk moment?
Het belangrijke bezwaar van het ver
mogenscriterium is dat de draagkracht
van de getroffenen niet uitsluitend van
de vermogenstoestand afhankelijk is,
doch van particulieren ook van het in
komen en van bedrijven ran de renta
biliteit. Het oorlogsschade-herstel aan
onroerende goederen zal zich voorts over
een reeks van jaren uitstrekken, mis
schien wel over 10 20 jaar en daarom
is het historisch gegeten van de vermo
genspositie per 31 December 1945, welke
bevend ls in verband met de heffingen,
in hoge mate onvoldoende en onbillijk.
Op het moment, dat het herstel van de
oorlogsschade plaats vindt, kan de ver
mogenspositie sterk zijn vooruitgegaan
of achteruitgegaan. Zou men de vermo
genstoestand op dat moment gaan pei
len, dan zouden de getroffenen de positie
zoveel mogelijk gaan versluieren of het
vermogen gaan spreiden. Daarnaast zou
de belastingdienst een dergelijk karwei
niet aan kunnen. Het toekomstige ver
mogen kan dus nooit beslissend zijn voor
het vaststellen van de oorlogsschade-
bijdrage.
Op andere wijze moet dus getracht
worden aan het element van draagkracht
de betekenis toe te kennen, die er aan
toekomt. Sporen van pogingen daartoe
lopen zeer duidelijk door het gehele
wetsontwerp.
Integrale vergoeding in een
groot aantal gevallen
Minister Lieftinck besprak vervolgens
de belangrijkste verbeteringen t.o.v. de
vroegere regelingen, n.l. 1. voor schade
aan één kleine eigen woning, één klein
eigen schip en één eigen bedrijfspand;
en 2. voor huisraadschade (zie elders in
deze editie). Hier treffen wij de bescher
ming aan van de eigen haardstede, ter
wijl het principe ook is toegepast op
schepen en bedrijfspanden.!
Met deze regeling zal de integrale
vergoeding in een zeer groot aantal
gevallen worden verleend. Dit geldt
met name Jen plattelande, doch ook
voor de eenvoudige arbeiderswoning
en de kleine middenstandswoning in
de stad geeft de regeling een zeer be-
vredigende oplossing. Aangenomen
wordt dat in de overgrote meerderheid
van gevallen het bezit van zo'n eigen
kleine woning samenvalt met het be
horen tot de minder draagkrachtigen.
Als begindatum is 1943 genomen, om
dat de schade, vastgesteld vóór in 1943
in het algemeen, niet onbevredigend is
afgewikkeld.
Belastingverzwaring voorkomt
inflatie
Het ligt in het voornemen leningen
te sluiten teneinde de middelen voor de
financiering der oorlogsschadevergoeding
te verkrijgen, Het wetsontwerp geeft
machtiging tot het aangaan van herstel
leningen van aanvankelijk 4 milliard.
De belastingbronnen, vermeld in het
ontwerp, zullen de f 250 millipen annuï
teit voor deze leningen, af te wikkelen
in 50 jaar, moeten verschaffen. De
lastingvoorstellen zullen nog In afzon
derlijke wetsontwerpen worden vervat.
Wat de verhoging van de omzetbelas
ting betreft, verklaarde de minister, dat
deze niet zal worden verhoogd tot het
Belgische niveau, doch een stap in deze
richting zal niet te vermijden zyn.
Onaangenaam zijn de belastingver
zwaringen ongetwijfeld, doch als men
niet op onverantwoorde wijze op een
Inflatie wil aansturen, dan kan men
niet het ene doen en het andere laten.
Het hele wetsontwerp ls slechts ver
antwoord, indien het Nederlandse volk
ook de vereiste offers wil brengen.
De Memorie van Toelichting Materiële Oorlogsschaden verklaart, dat bij
de dekkingsplannen gedacht is. aan:
1. Een huurbelasting (na een huurverhoging) f 75.000.000
2. Belasting op onroerende goederen toebehorend aan instel
lingen van de dode hand*10.000.000
3. Wijziging tarieven registratie- en zegelrecht 10.000.000
4. Personele belasting 15.000.000
5. Technische wijziging Inkomstenbelasting 10.000.000
6. 3p Opcenten op de Vermogensbelasting 15.000.000
7. Verhoging en technische wijziging omzetbelasting 115.000.000
250.000.00n
Voor 'het „Bataljon Zeeland", 2-14 R.I.,
zit het er dan eindelijk op.
Ze lopen momenteel door Batavia en
zijn daar, alweer in enkele opzichten het
Ongelukkige proefkonijn voor thuisvaren
de bataljons. In eindeloze verveling van
dagen niets doen worden ze nog bloot
gesteld aan stads-risico's, die wellicht met
enige moeite te vermijden waren geweest,
de officieren werden „ontvangen" in een
stal van een huis zonder water, zonder
meubilair en zonder licht.
Sommigen zeggen: „al een goeie voor
bereiding voor Holland waar ze en
dit is mij in tientallen gesprekken op
gevallen óók niets van (durven) ver
wachten.
Maar Padang, de laatste stad in de-
Oost, die zoveel aan hen te danken heeft
gehad, bereidde hun een onvergetelijk af
scheid; en zo zijn ze dan óók weer: dit
hebben ze enorm gewaardeerd, en ze
waren er stuk voor stuk zeer gevoelig
voor.
Er is daar, in Emmahaven, een „Batal
jon Zeeland-Plein" met een gedenknaald
aangelegd, er waren afscheidsfeesten en
parades en op de kade was muziek, die
dwars de onvergetelijk mooie Emmabaai
overschalde.
En toen één van de havenkoelies dan
eindelijk de tros los smeet, klonk er ge
loei van de stoomfluiten der andere
schepen, en iedereen zei, dat het geen
„flauwe kul" was, en er was er zelfs één
die me (op garantie dat, ik z'n naam niet
noemen zou) zei, dat ie ongeveer
nou ja het scheelde werkelijk niet veel
of ie stond teteenfin, man je
snapt het wel niet, een paar van m'n
beste makkers, die achterbleven, omdat
ze van de aanvulling waren en dót moet
ik zeggen, ik heb nog nooit in m'n hele
leven zóveel kameraadschap meegemaakt
als hier in die twee jaar, en.... nou ja:
die twee jaar hebben me misschien vijf
jaar ouwer en tien jaar wijzer ge
maakt...."
En alle nuchtere Zeeuwen hingen over
de reling en zagen Emmahaven terug
wijken, en wezen naar de bergen daar
achter, waar het indertijd „barstte" van
de peloppers, en daarna weken deze ber
gen ook terug, en eindelijk de horizon.
Toen slikten ze even en liepen lang
zaam naar voren, naar de boeg om de
geweldige schuimende boeggolf te be-
wonderen, die witglinsterend openspatte
langs de flanken en ze spuwden naar be
neden en keken nog eens achterom, maaf
ec was niets meer te zien, en staken een
nieuwe „pokken-kolere-slechte Heimwee
sigaret op, en de knaap, die beweerde,
dat het z'n kouwe kleren niet geraakt
had. werd niet geloofd.
Het zit er op voor de Zeeuwen en ze
gaan „afnokken"
Na meer dan twee jaar.
Malakka, waar nóg drie Zeeuwse
graven zijn, .en daarna Priok en via de
blubber van het Transitkamp meteen ae
stellingen In, West van Batavia en daarna
de actie naar Pesing, waarover de heer
Palar in de Kamer de Nederlandse „anti
moordenaars"-stemming meende te mpe
ten inleiden, en daarna de geschiedenis
van de trein met Engels legerrrtateriaal,
die vol met T.R.I. 'juist de van actie
terugkomende Zeeuwen passeerde, terwijl
die één dode en zeven zwaar gewonden
met zich mee voerden, zodat overste van
Oort (na twee jaar: „grijze haren, een
stem schor van het kankeren en waar
schijnlijk in het nabije verschiet een
kunstgebit „wegens de opgelopen a-vita-
minose.letterlijk huilend van woede
naat de kolonel liep en zeide, dat dit
toch geen stijl van de Engelsen was om
de tegenpartij in ruil voor evacué's, wa
pens te geven, waarmee zij dan weer wer
den beschoten
Daarna werd dit weinig „diplomatieke"
bataljon teruggenomen, leverde by Spoor
en van Mook een wacht, die klonk als
een klok, zodat elke avond half Batavia
uitliep om de wachtparade te gaan be
kijken, vervolgens Tjileungsir, Pondok
Benda, Klapanoengal en daarna terugge
nomen uit West-Java voor Padang, dat
toen nog kippengaas ,op de voorgalerij
had om geen handgranaten naar binnen
te krijgen.
Drie graven in Malakka, elf op Tjillli-
tan, zes in Padang.en „hopen geluk"
wantr op 't erekerkhof van de T-Brigade
in Semarang liggen b.v. van het stoot
troepenbataljon 46 gesneuveldenmaar
de Zeeuwen hadden daarnaast ook noE
meer dan honderd gewonden en afge-
keurden, die nu reeds terug naar Ne
land zijn
Een bataljonssterkte, Aie iee
ónder de helft was, compagnieën^(137man
normaal) die met nog geen 60 u rukten,
pelotons (37 man), die een uitrukkende
sterkte van.... negen man hadden. Geen
enkele dag op rust Prac*'sch' 'ets wat
'geen* enkel geallieerd leger zó heeft ge
presteerd. een tijd lang volkomen onder
voed en door gebrek aan verse groenten
en fruit practise!) allen min of meer
lijdend aan a-vitaminose, teleurgesteld
door de aanvankelijk slechte regeling der
delegaties, het zeer vaak volkomen onvol
doende materiaal, de allef-beschamendste
„Welfare", die met efficientere krachten
en minder malversaties waarschijnlijk
tenminste althans de sigaretten voorzie
ning kwalitatief en kwantitatief iets beter
had kunnen maken, down door het onbe
grip in Nederland en de politieke agitatie,
de vage beloften, waaraan iedereen zich
toch telkens weer vastklampte, de teleur
stelling over 't opgeschoven demobilisatie
schema
En eindelijk.vermoeid door de hitte
vaxf njeer dab zevenhonderd vijftig een
tonig harde tropendagen, in vele opzich
ten uitzichtsloos doordat zij niet eens
door politieke controversen de hun opge
dragen taak vermochten uit te voeren,
een feit, waartegen de voosheid van veel
woorden en onwaarachtigheden weinig
vermocht:
„Onderscheidingen?Nee, ik heb
geen één vent voorgedragen?" antwoordt
de bataljons-commandant, „we zijn alle
maal op tijd moedig geweest en alle-
maal zijn we bang geweest en we heb
ben het alleméèl verdiend of niemand;
uitzonderingen geeft maar schele ogen....
Zelf schijn ik als reserve-officier voor
onafgebroken trouwe dienst voorgedra
gen te zijn geweest voor het „jenever-
kruis". maar - Holland weer op zn
best: .dat kón niet, schreven ze terug,
want ik was. nog niet voor de commissie-
Koot geweest en ik moest eerst nog uit
gezuiverd wordendat moet je óók
nog horen, na twee jaar tropen...."
En momenteel zitten ze dan een beetje
wantrouwig naar de kalender te kijken
en hebben zich er eerst wel degelijk van
vergewist, dat de „Johan van Olden-
barneveldt" inderdaad in Priok ligt, en
zoals Adri Hartog' uit Tholen me zei:
„Jonge, ik geloof het niet. voor we echt
véren, nee, we moeten eerst de golf van
Aden'gepasseerd zijnnee, ik zal het
je nóg sterker vertellen: we moeten
eerst bij Moeder achter de kachel zit
ten, dan geloof ik het pas.,.."
Dit deden zo'n kleine drie jaar O.V.W.-
schap.
Ze deden echter nog m£èr. Ik had, toen
ik met de Zeeuwen in contact kwam,
weer het geluk'van een paar héle beste
ontmoetingen en mocht U nu in Holland
pater L. van de Vrande (M.S.C.) ont
moeten, weer heel doodgewoon in een
zwarte soutane, ik durf er een borrel
onder verwedden, dat ie het na twee
minuten al over zijn Zeeuwen heeft
(geef die verloren borrel dan maar aan
hèm) en hU kin U veel meer over hen
vertellen dan ik, want z'n jeep („als het
benzineblik ging rammelep wist ik dat
ik vijf-en-dertig mUl reed, als ólles ram
melde, zat ik tegen de vijftighepft
er meer dan twintig duizend mijl „tropen-
zielzorg-ritten opzitten in. het kleine
Padanggebied.
„Ze hebben hier allemaal een sterk
ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel ge
kregen", vertelde hij me, „zowel In het
erkennen der rechten van anderen als in
het erkend willen zien van eigen rech
tenZe gingen als kinderen weg,
maar hét zijn nu mannen geworden
de godsdienstige overtuiging heeft bij
velen aan diepte gewonnenWat de
verhouding tot het andere geslacht be
treft: er is geen reden om de loftrompet
uitbundig te laten schallen, er zijn er
inderdaad verongelukt, maar evenmin
moeten we eindeloze klaagliederen aan
heffen.... hun kijk op het leven is ook
op dit punt reeël geworden, en som
migen, die één «keer een ongeluk gehad
hebben, zyn er beslist beter van ge
wórdenzij zijn zeker niet slechter
dan de gemiddelde jongen in Nederland
op dit jiuntJa en verder: we zijn
dan eindelijk allemaal naar het schijnt
voor Holland gepromoveerd tot een „pro
bleem"...."
Dokter Koot, die in Indië blijft, stelde
het zo: „Deze jongens zijn lichamelijk en
geestelijk pioniers geweest, maar per
soonlijk ben ik bang, dat hun omschake
ling toch wel even moeilijkheden zal
opleveren
„En de gezondheidstoestand, dokter?"
„Nou, die twee jaar hebben physiek
voortdurend nêt het menselijk mogelijke
van hen geëist en- vaak mèèr. Zef zijn
moe en de verzorging is Tiier en daar
slecht geweest, doordat er te weinig
geld tegen aangesmeten is, een bezuini
gingstactiek, die, zoals bijna, altijd
achteraf nog duurder bleek. Wat b.v. mijn
dienst betreft: Wij waren dolblij als we
met een actie oude medische Jappen-
voorreien buitmaakten, en met het in
vliegen van behoorlijk vitaminerijk, voed
sel is pas begonnen toen ze aï ziek
wéren
„Denkt U dat er voor velen nog blij-
"vende gevolgen in Nederland zullen
zijn?"
„Voor de mensen die hier arrroebe-
dysenterie hebben gehad en mijnworm
of chronische malaria is het helemaal
niet uitgesloten, dat daar inderdaad iets
van blijft hangenEen eerste eis is
dan ook, dat ze nogmaals grondig gekeurd
worden in Nederland. De keuringsartsen
in Nederland krijgen van o®s allemaal
de medische zeer gedetailleerde „records"
van elke man. Het mooiste zou zijn, dat
bij .de eindkeuring een soort marge zou
worden opengelaten voor 'degenen, die
nu weliswaar „gezond" de dienst verlaten,
maar voor wie, zoals ik reeds eerder zei,
het helemaal niet uitgesloten is, dat zij
later nog nadelige gevolgen zullen onder
vinden. Een dergelijke politiek zou recht
vaardiger zijn dan het uitsluiten van elk
toekomstig beroep op het Rjjk om ver
goeding, nadat de keurende g'eneesheer in
Nederland heeft verklaard, dat de demo-
bilisant de dienst gezond verlaten heeft.
„Over het algemeen hebben de jongens
van dit bataljon", vertelde mij de officier
van sociale dienst, luitenant P. Herweye*.
„geen enkele verwachting van Neder
land...." Ze beweren: „Van al die
voorbereidingen voor onze terugkeer,
waar ze daar zo hoog van opgeven, komt
toch weer geen donder terecht
U moet dit mêer zien als een soort
„afweertactiek", een soort „geestelijke-
zelfbeveiftging-op voorhand" tegen teleur
stellingen die hun in het verleden al9
O.V.W.-ers zeker niet bespaard zijn ge
bleven.
En bovendien, in Nederland zyn ze
stukken te laat met de voorbereiding
voor de demobilisatie begonnen. Dat nu
bij ons bataljon ongeveer 50 pet. der
terugkerende jongens reeds geplaatst ia
en 25 pet. waarschyniyk eveneens weer
onmiddellijk in Nederland aan de slag
zal kunnen, terwyi over de rest nog
onderhandeld wordt met onze diverse
plaafsingsagenten, is nu niet direct te
danken aan een officieel Initiatief In het
Moederland, noch aan de voorlichting
van bverhefdswege, die zeer tekort ge
schoten is, doordat de voornaamste factor,
de beroepsvoorlichting, weinig paedago-
gisch is geweest.
Men vermeldde in de soldatenbladen
wel steeds alle eisen voor bepaalde vak
ken, salarisschalen etc., maar een nauw
keurige omschrijving van de sociale
veiligheidsfactoren bleef b.v. meestal
achterwege.
Voorzover Ik weet zijn wy het eniga
bataljon, dat zijn sociale dienst zo heeft
opgevat, zijn wij bovendien ook het
enige, dat de opvanging in'de burger
maatschappij zélf uit Indië ter. hand heeft
genomen, en als U dan rékent, dat do
luitenant Verhagen en ik onafgebroken
voor. één bataljon samen meer dan negen
maanden bezig zyn geweest, dan ben ik,
eerlijk gezegd, wel een beetje huiverig
voor al die bataljons, die hier hebben
gespeculeerd op de officiële Overheids
activiteit in Nederland".
J. W. HOFWIJlt
In de samenstelling van de commissie-
kinderbijslag voor zelfstandigen, op ver
zoek Van het Partybestuur der K.V.P.
ingesteld door het Centrum voor Staat
kundige Vorming, is een wyziging geko
men, daar de heer mr. A. C. M. v. d. Ven
geen deel van de commissie zal uitma
ken. In zyn plaats zijn benoemd de heren
mr. J. B. M. Laudy en V. W. A. v. Uden.
Victor Sjöström als Knut Berg en Ludde Gentzei als de fanatieke kleer
maker Petter in de Zweedse film „Het Woord'
Zweedse verfilming van Kaj Munk's
toneelstuk „Ordef
Kaj Munk, de bekende Deense predi
kant en schryver, dp moedige geestelijke
strijder tegen de overweldigers van zijn
vaderland, werd in Januari 1944 laf
hartig door de Duitsers vermoord. En
met deze misdaad gaven de Nazis blijk
een juist inzicht te hebben in de bedrei
ging, die voor hen stak in het met
kracht van een geloof uitgesproken
woord. Want Kaj Munk was geen onder
gronds strijder. Zijn verweer tegen de
terreur en de onmenselijke maatregelen
van de Duitse bezetter was de moedige
en rechtstreekse getuigenis van de preek
stoel af. Zyn preken uit die periode, die
thans ook in Nederland vertaald en ge
bundeld zyn, vormen een stuk verzets
literatuur van grote waarde en meer
dan historische betekenis.
Vier jaar na zijn dood wordt nu de
verfilming van Kaj Munk's bekends lp
toneelspel „Ordet" in NederlanÜ getoond.
Munk heeft in zyn spel tegenover de
kleingelovigheid, de wankelmoedigheid
van de hedendaagse'Christen, het bran
dend geloof, van de enkeling geplaatst.
Het geloof, dat bergen verzet en tot
wonderen in staat is. Zyn drama speelt
zich af in het gezin van Knut Berg, een
oude. vroipe boer, die door zijn eigen
zinnigheid en zijn autoritair optreden zyn
volwassen zoons van zich dreigt te
vervreemden.' Enige rampen, die de fa
milie treffen, breken zijn harde trots
en als tenslotte zyn zoon, de dominee,
die peripden van twijfel en godsdienst
waanzin heeft doorgemaakt, door zijn
volstrekt vertrouwen op Gods goedheid
de vrouw van zijn broer tot leven op
wekt, eindigt de film in een verzoe
ning ven de tegenstrijdige stromingen,
die dit verhaal doorkruisen.
Wy geloven niet, dat' de film aan het
oorspronkelijke spel van Kaj Munk
alle recht doet wedervaren. Zij is ver
brokkeld en hier en daar te fragmen
tarisch, maar zy is tenminste in da
vloed van oppervlakkige amusements
producten een ernstige poging om een
diep godsdienstig gegeven in' een begrij
pelijke vorm te herscheppen.
Dat de regisseur Gustav Molander
daarbij overvloedig steunt op de indi
viduele prestaties van de spelers, met
name van Victor Sjöström, als de oude
boer Berg, en dat de gehele film te
luidruchtig is en tè weinig de stilte en
de ingekeerdheid bezit, die het onder
werp vereist, zijn fouten, die men
gaarne minder zwaar wil tellen om de
goede opzet en de goede bedoeling, die
er uit spreken.
Achttienjarigen en ouderen, die ieta
anders zoeken in de oioscoop dair ver
strooiing en vermaak, zy deze film
aanbevolen. C. B.