Oorlogsgetroffenen ontvangen 2 milliard meer Geen integrale vergoeding over de hele linie „Bataljon Zeeland" nokt af Sociaal-econorfiische overheersen aspecten Nieuw systeem van uitkering Wat de belastingverhogingen moeten opbrengen r GELOOF, DAT BERGEN VERZET Al een goeie voorbereiding voor Holland Het gaat goed DEMOBILISATIE-PROBLEMEN Onderlinge molestverzekering Gelijk percentage van de schade na aftrek rijksbijdrage V.J MAANDAG 26 JANUARI 1948 PAGINA 2 DRAAGKRACHT NIEUWE MAATSTAF Noodlottige consequentie belastingverzwaring AMERIKA VECHT TEGEN KOUDE EN WARMTE ITALIË IN FEBRUARI TER STEMBUS Verklaring van de Gasperi PLAN VOOR „KATTEN- INVASIE" Minister Lieftinck Integrale schadevergoeding zou onverantwoorde last op bevolking leggen Allemaal een onderscheiding verdiend of niemand „HET WOORD" De vergoeding yan de door particulieren geleden oorlogsschade zal in totaal 51132.000.000 eisen. Daarnaast is er 2.601.000.000 voor anderé oorlogsschade-vergoedingen nodig. Integrale vergoeding vindt niet over de gehele linie plaats. De economisch zwakkeren ontvangen meer dan de economisch sterkeren. Integrale vergoeding geschiedt voor 1 kleine eigen woning, 1 klein eigen schip of 1 klein eigen bedrijfs pand. Verbetering is aangebracht in de vergoeding van de huisraad- schade, waarvan de bijdrage in 1943 of later is vastgesteld. Aan vullende financiering wordt voorgesteld voor woningen en bedrijven. De vergoeding voor schade aan handelsvoorraden blijft ongewijzigd Financiering zal geschieden door middel van een herslellening van aanvankelijk 4 milliard. Dekking van de Dienst der leningen vindt plaats door vermoedelijk huurbelasting, belasting op* onroerend goed van instellingen van de dode hand, verhoging van registratie- en zegeb recht, personele belasting, inkomstenbelasting, vermogensbelasting'en omzetbelasting, welke tezamen 250.000.000 moeten opbrengen. BU de Tweede Kamer der Staten- Generaal is thans ingediend het wets- ontweip op de Materiële Oorlogsschaden. Het wetsontwerp gèeft echter meer dan een overzichtelijke samenvatting van het geen tot heden reeds gold. Het ontwerp kent geheel nieuwe grondslagen, welke tot uitkomsten leiden, die voor de getrof fenen belangrijke verbeteringen beteke nen. Het belang dier verbeteringen komt sterk naar voren in de Memorie van Toe lichting, waarin een vergelijking wordt gemaakt tussen het totaal van de ver plichtingen welke de Staat bij aanvaar ding van het wetsontwerp op zich neemt en de lasten welke ingevolge de bestaan de maatstaven reeds .op hem zijn gelegd. Het wetsontwerp komt tot een totaal cijfer van ƒ5.132.000.000. De geldende maatstaven bleven hier ruim 2 milliard onder en zouden tot een totale verplichting hebben geleid van 3.104.000.00G. Ondanks dezé haast astro nomische bedragen* verstrekt het wets ontwerp toch nog niet over de gehele Uin een Integrale vergoeding van de geleden schade. Een oplossing van het vraagstuk van de materiële oorlogsschade in deze sin. welke nog een 2 milliard meer zou hebben gevraagd, heeft de regering niet kannen aanvaarden. Draagkracht een nieuiiïe maatstaf De verdeling ven de 2 milliard, welke het ontwerp meer aan schadevergoeding toekent dan volgens de geldende maat staven zou worden uitgekeerd, geschiedt naar geheel nieuwe maatstaven. Volgens het geldende oorlogsschaderecht wordt bij de verdeling van de voor vergoeding van oorlogsschade beschikbare gelden in het algemeen slechts rekening gehouden met de omvang van de geleden schade. Ingevolge het ontwerp zal echter bij de verdeling van voormelde* ƒ2 milliard ook In zeer ernstige mate rekening worden gehouden met de draagkracht van de ge troffene. Het ontwerp leidt er dus toe, dat de schadevergoeding aan de economisch swakkeren vollediger zal worden gemaakt dan die aan de economisch sterkeren. In de eerste plaats is er van uit gegaan dat als de zwaarst getroffenen Jcunnen worden aangemerkt zij, die schade heb ben geleden aan een door hen zelf be woonde of gebruikte woning of bedrijfs pand (mitsgaders schip). Aan deze categorie van getroffenen kent het ontwerp een integrale vergoe ding toe. althans voor zover het betreft kleinere woningen en kleinere bedrijfs panden. Voor woningen is aangehouden een grens van bouwkosten Mei 1940 5.000, voor de bedrijfspanden bedraagt deze g-ens eveneens ƒ5000; voor woningen annex bedrijfspand ƒ8000 en voor sche- pen 9000. Deze regeling geldt uiteraard gezien de eis van het eigen -gebruik, slechts voor X woonhuis en 1 bedrijfs pand of voor 1 onroerend goed bevat tende woon- en bedrijfsruimte, of voor 1 schip. Huisraadschade-maximum en toeslagen verhoogd. In dezelfde richting vergoeding naar draagkracht werkt voorts de in het ontwerp opgenomen huisraadschaderege ling. Boven de bijdrage welke krachtens de oude regeling is toegekend, wordt op de bijdrage welke in 1943 of later is vast gesteld, een aanvullende bijdrage ver leend. welke het mogelijk zal maken dat het oorlogsslachtoffer zich in de meest voorkomende gevallen weer in zijn oude staat zal kunnen inrichten. Oude bijdrage aanvullende bijdrage wordt in deze regeling gebonden aan liet maximum van 2 X de oude bijdrage en bovendien aan het bedrag van 11.250, vermeerderd met een toeslag wegens in wonende gezinsleden. Deze toeslag be droeg tot heden 150 per gezinslid bene den 6 jaar en voor elk ouder gezinslid 250. Thans is deze toeslag gebracht op onderscheidenlijk 300 en 500. aangegane 'financieringsregeling is, ge grond in belangrijke mate een druk op de bouwkosten zal uitoefenen. .Degenen die hun bijdrage zullen aan wenden voor herstel bedrijfspanden of vervanging van bedrijfsuitrusting, zullen in het algemeen evenzeer, mits het be drijven betreft met een bedrijfsvermogen benedgn 500.000, op credieten met finan ciële faciliteiten kunnen rekenen. In deze gevallen zal op grond van'het thans in de wet neergelegde draagkrachtbeginsel, een mëer individuele methode worden gevolgd. Ter bepaling van de draagkracht zal naast de vermogenspositie de renda biliteit van het bedrijf een rol spelen. De regering acht het mogelijk aan dit systeem een zodanige toepassing te geven dat een minder goed beheer niet in ver dergaande faciliteiten 'zijn beloning zal vinden. De rendabiliteitsmogelijkheid zal zoveel mogelijk naar objectieve maat staven worden vastgesteld. Een bezwaar verbonden aan het hier besproken systeem van credieten met daaraan vast gekoppelde financiële faci liteiten, is dat er een band blijft bestaan tussen Overheid en gétroffene. bezwaar valt echter niet te ontkomen omdat omtrent de toekomstige rendabili teit van de bedrijven thans nog niets met zekerheid valt te bepalen. Er wordt even wel van uit gegaan dat die band zal wor- worden geslaakt zodra de rust in de maatschappelijke verhoudingen zal ziju hersteld. Alsdan zullen de financiële fa ciliteiten worden omgezet in een o'p dat tijdstip te bepalen aanvullende bijdrage. De Wet spreekt op dit punt van „uitge stelde bijdrage". De mogelijkheid is evenwel geopend om in bijzondere gevallen of groepen van gevallen iri plaats van de credieten met faciliteiten, \yelke, zoals gezegd, te ge legener tijd zullen uitlopen op uitgestel de bijdragen, een reeds thans, te bepaler, extra bijdrage te verlenen. Deze regeling is ook gedacht voor de bedrijfsinventaris van kleine bedrijven. Blijkens de Memorie Aanvullende hulp voor bedrijven.van Toelichting zal deze mogelijkheid Ih alle andere getallen dan de hier- voren besprokene, kunnen de getroffenen bij de ^herbouw van hun pand of, ce wederinrichting van hun bedrijf, worden ge'steund met overheidscredieten of al thans met een periodieke bijdrage in de vorm van een rentevergoeding welke het de getroffenen mogelijk zal maken op de particuliere markt een crediet op te nemen. De omvang diep credieten en de faciliteiten welke daarbij' zullen worden verleend, zullen zoveel mogelijk naar objectieve maatstaven worden bepaald. Iedere getroffene die zijn bijdrage wil besteden voor de bouw van een woning of de aankoop van een na de bevrijding gebouwde woning, niet groter dan 500 M3.. zal steeds -op zodanige faciliteiten kunnen rekenen, dat het pand op ziybzelf genomen voor hem een rendabele beleg ging wordt. Er zal worden uitgegaan van een bouw som welke ten tijde dat met de bouw zal worden begonnen, redelijk is te-ach ten. Het bedrag waarvoor de getroffene de bouw zal weten te gunnen, zal mits dien buiten beschouwing blijven. Ver wacht wordt dat het voordeel hetwelk dit systeem voor de getroffenen kan opleve ren indien zij in staat zijn te gunnen beneden' het bedrag waarop de met hen in het algemeen worden opengesteld voor die kleine bedrijven, wier fiscaal ver mogen beneden 50.000 ligt, en finan ciële steun behoeven voor de heraan- schaf van bedrijfsinventaris. Deze zullen een extra bijdrage tot maximum 100 pet. van de reeds verleende bijdrage kunnen ontvangen. Belastingverzwaring noodzakelijk Hierboven is aangegeven dat het totaal van de omvang van de verplichtingen welke uit de wet voortvloeien, moet wor den gesteld op 5.132.000000. In de me morie van Toelichting is voorts naar vo ren gebracht dat naast deze uitgav^ nog enkele soortgelijke evenzeer uiterst om vangrijke uitgaven van volkomen gelijke aard door de Staat zullen moeten worden gedaan. Deze uitgaven, welke in de eer ste plaats betreffen de vergoeding van oorlogsschade van publiekrechtelijke li chamen, en voorts uitgaven verband hou dende met de uitvoering van de Zee- en Euchtvaartverzekeringswet en van het Zeeschepenbesluit, alsmede vergoeding van defensieschade. worden in totaal ge raamd op 2.601.000.000. Het behoeft geen betoog dat het to taal van deze verplichtingen, t.w. 7.733.000.000, gedurende een lange reeks van jaren een zware belasting zal vormen voor 's Rijks schatkist. De Regering heeft het daarom noodzake lijk geoordeeld een schema te ontwer pen voor belastingverhoging en belas tingherziening, welke per jaar een bate van 250 miltioen zullen moeten af werpen. Langs deze weg zal in 50 jaar de oor logsschadeschuld zijn afgewikkeld. Als nieuwe belastingen zijn gedacht in de eerste plaats een huurbelasting en voorts een belasting op onroerende goederen met uitzondering van kerk- en school gebouwen toebehorende aan instel lingen van de dode hand, het registratie- en zegelrecht, de personele belasting, de inkomstenbelasting, de vermogensbelas ting en de omzetbelasting. Te New York heeft Zaterdag een hevige sneeuwstorm gewoed, die Zondagmorgen tiaar zee aftrok en in de stad een sneeuw laag van 12 tot 18 centimeter, achterliet. Ook elders in Amerika is veel sneeuw gevallen en er werden reeds meer dan 20 slachtoffers gemeld. Terwijl de thermometer in New York 38 gr. F. onder nul aanwees, hadden de inwoners van Californië „te lijden" van een warmterecord. Ook in sommige delen van Furopa is zeer veel sneeuw gevallen; in West-Zwit serland boekte men zelfs een hoogte van 60 centimeter. De Italiaanse premier, Alcide de Gas peri, heeft aan een vertegenwoordiger van de „Massagero" medegedeeld, dat de Italiaanse regering niet van plan is, ver andering te brengen in de datum der komende verkiezing, die vastgesteld is en blijft op 18 Februari. Sprekend over de .rode agitatie in het land, zeide de premier: „Welke ook de voorwendsels voor deze agitatie zijn, duidelijk is in ieder geval, dat ze in de „Kominfprm" haar oorsprong vindt. Deze toch bestuurt de communistische groepen van Italië en Frankrijk bij hyn actie tegen het plan-Marshall en hun voorge nomen machtsovername in beide lan den. Italië beschikt intussen nog over een gewapende macht-en déze zal de vrij heid der kiezers tegen iedere terroris tische aanslag verdedigen". Robert Kendell, voorzitter van het Amerikaans genootschap van katten- vrienden, zal aan de functionarissen der V N.. en Europese diplomaten in de V. S. een plan voorleggen, 1 millioen Amerikaanse katten- naar Europa uit te voeren, daar het aantal katten in Europa tengevolge van de oorlogsverwoestingen onrustbarend verminderd en dat van ratten en muizen dienovereenkomstig vermeerderd is. „Ons genootschap krijgt voortdurend aanvragen van de andere zijde van de Atlantische Oceaan om kat ten te sturen. Amerika zal alleen ge selecteerde katten uitvoeren", aldus Kendell. i i Toen op Kerstmorgen onze minister-president in de voorste post ergens voorbij Kopeng de menu's van het soldaten-Kerstontbijt zat te signeren en alle stoottroepen over z'n schouder, een beetje geïmponeerd toekeken, hoe hij zijn naam zette, zei er ineens een (naar men mij vertelde): „U mag anders wel uitkijken- Exfcellentie, met Uw naam te zetten., daar zijn wij d'r een paar jaar geledeh óók mee ingestonken. Ik hoor het die jongen zeggen, en als U het mij nu vraagt:, dit is éen van de béste en meest typerende opmerkingen, die ik zo het laatste half jaar gehoord heb, naast die andere twee typerende reacties op het demobilisatie-uitstel: „Geprolongeerd wegens overweldigend succes' en Spoor's nieuwe lijflied is: „Give me five minutes more...." Beetje vermoeide humor, nauwelijks bitter, maar vrij cynisch: de uiting echter van een geesteshouding- die een betere garantie en een reëler basis voor de ongelooflijkste prestaties bleek te zijn- dan vurig beleden trouw van grote woorden over „vervulling ener edele taak", en „morele verplichtingen" en -,hoe roemvol het nu wel geweest is om reeds in het eerste uur aan de roepstem van het vaderland te hebben gehoor gegeven Het zou de regering niets liever zyn geweest dan te komen met een rege ling van do integrale vergoeding voor de geleden oorlogsschade. Dit is ech ter niet mogelijk, omdat de last, die een integrale schadevergoeding op de bevolking, dus ook op de minder draagkracht: geh zou leggen, onverant woord is. Dit feit verzet zich naast het financieei-monelaire argument tegen een te grote bijdrage. Wil het huidige wetsontwerp uitgévoerd worden, dan zal een grootscheepse overdracht van kapitaal van bepaalde groepen naar de getroffenen moeten plaats vinden. Men moet goed in het oog houden, dat het om een overdrachteprobleem gaat. De regering Wil dit zoveel mogelijk langs de weg van vrijwilligheid bereiken, n.l. door het aangaan van leningen, terwijl de belastingen de dienst van deze le ningen moeten verzekeren, aldus ver klaarde Prof. Lieftinck in een persconfe rentie, waarin hij een toelichting gaf op het Wetsontwerp Materiële Oorlogsscha den 1947. De practijk kent twee groepen van molestverzekering. De eerste betreft de zgn. premieverzekering, de tweede de zgn. molestverzekering op onderlinge grondslag. I Voor de schaden welke door de zgn. premieverzBkering niet op onderlin ge grondslag waren gedekt, is nifti- mer een bijdrage in uitzicht gesteld. Dit brengt dus mede dat de verzekeraar die de schade heeft betaald, geen Aanspraak tegen het Riik verkrijgt. Deze regeling wordt in het ontwerp gesanctionneerd. De premieverzekering was slechts van geringe omvang. JHet betrof doorgaans transportverzekeringen. Veel omvangrijker en voor de oor logsgetroffenen belangrijker, is de molest verzekering op onderlinge grondslag. Er bestonden op dit punt twee vormen, na melijk de molestverzekering op onderlin ge grondslag zonder aanvullende clausule en de molestverzekering op onderlinge grondslag met aanvullende clausule. Bij de molestverzekering op onderlinge grondslag zonder aanvullende clausule ligt de zaak aldus: Wanneer wordt weinig uitgekeerd De rhaatschappy begint met aan de hand van het totaal der erkende schaden vast te stellen welk bedrag moet worden uitgekeerd. Vei der stelt zij vast het be drag van hpar maximum capaciteit,, d.w.z. het bedrag dat zij uit de voorschotpremies en uit de naheft'ing ten hoogste tot uit- ker.ng kan brengen Door deling wordt dan het percentagev vastgesteld dat af gezien van de rijksbijdrage aan' de ge troffen deelnemers kan worden uitge keerd. Deze „verbintenis" van de ver zekeraar wordt nu verminderd met het geen de deelnemer als rijksbijdrage ont vangt. Op deze wijze wordt de maat schappij voor een groot deel van haai verbintenissen bevrijd en nu heeft steeds de bepaling gegoldeh dat ook de ver zekerden» in dezelfde mate van hun ver plichtingen worden bevrijd. Waar deze opzet is gevolgd en veel schade is geleden, zal weinig tot uit kering komen en in het algemeen geen omslagheffidg plaats hebben. Het ontwerp sanctionneert deze vorm van verzekering. Het zou onredelijk zijn ten deze een andere weg voor te schrij ven dan verzekerden zelf wilden inslaan Bij de molestverzekering op onderlin ge grondslag met aanvullende clausule ligt de zaak geheel anders. De aanvul lende clausule maakt het mogelijk in ruimere mate éen omslag te heffen omdat de verzekerden afstand hebben gedaan van de bevrijdende werking, voor zovei er erkend^ schade is die niet door de rijksbijdrage wordt gedekt. Het probleem is hier: hoe deze aanvul lende toeslag oyer de getroffenen te ver delen? Nivelleringssysteem verdwijnt Tot nog toe was voorgeschreven een zodanige verdeling, dat alle deelnemers aan rijksbijdrage en molesttoeslag een zelfde percentage zouden ontvangen. Vrij algemeen is deze in de bezettings tijd van departementswege voorge schreven wijze van verdeling niet dc meest juiste geoordeeld. De voorkeui wordt gegeven aan een systeem waar bij alle verzekerden een gelijk percen tage van hun zuivere schade ver krijgen, d.w.z. van dé schade na af trek vanrijksbijdrage. Het ontwerp bepaalt nu dat de verde ling volgens deze algemeen beter ge achte methode ut plaat* vinden. Bij de gehele regeling zijn de sociaal- economische aspecten' overheersend-. De bedoeling van de regeling is de sociaal- zwakkeren zoveel piogelijk tegemoet te komen en het herstal van 't economisch leven zoveel mogelijk te bevorderen als in overeenstemming te brengen is met de draagkracht van 't Nederlandse volk. De regering wenste niet direct na de bevrijding njet een wetsontwerp te ko men. Zij wenste eerst een behoorlijke periode van praktische ervaring met de oude regelingen op te doen. Op 't ogen blik heeft zij een beter inzicht dan eind 1645 in de totale geleden schade, alsook in de financiële omstandigheden, waar in ons land tengevolge van de oorlog in het algemeen is komen te verkeren. Het was onmogelijk de oorlogsschade- regeling op een geheel nieuwe leest te schoeien, ómdat een niet onbelangrijk gedeelte van de geleden schade is afge werkt. Een wettelijke regeling zou nooit zo kunnen zijn, dat alle oude gevallen opnieuw mpeten worden behandeld. De nieuwe regeling moest dus geënt wor den op de oude. W ie is economisch zwak of sterk Het grote bezwaar tegen de oude re geling was dat er geen differentiatie was tussen de economisch sterkeren en de economisch zwakkeren. De bedoeling is geweest dit element van differentiatie een ruime plaats te geven en'de verbe teringen slechts in zeer geringe mate ten goede te laten komen aan de economisch sterkeren. Het belangrijke punt is: wel ke criteria de onderscheiding tussen bei- da categorieën moeten aangeven. Een van de criteria die men zou kunnen han teren is de vermogenstoestand. Maar de vraag wordt dan: naar welk moment? Het belangrijke bezwaar van het ver mogenscriterium is dat de draagkracht van de getroffenen niet uitsluitend van de vermogenstoestand afhankelijk is, doch van particulieren ook van het in komen en van bedrijven ran de renta biliteit. Het oorlogsschade-herstel aan onroerende goederen zal zich voorts over een reeks van jaren uitstrekken, mis schien wel over 10 20 jaar en daarom is het historisch gegeten van de vermo genspositie per 31 December 1945, welke bevend ls in verband met de heffingen, in hoge mate onvoldoende en onbillijk. Op het moment, dat het herstel van de oorlogsschade plaats vindt, kan de ver mogenspositie sterk zijn vooruitgegaan of achteruitgegaan. Zou men de vermo genstoestand op dat moment gaan pei len, dan zouden de getroffenen de positie zoveel mogelijk gaan versluieren of het vermogen gaan spreiden. Daarnaast zou de belastingdienst een dergelijk karwei niet aan kunnen. Het toekomstige ver mogen kan dus nooit beslissend zijn voor het vaststellen van de oorlogsschade- bijdrage. Op andere wijze moet dus getracht worden aan het element van draagkracht de betekenis toe te kennen, die er aan toekomt. Sporen van pogingen daartoe lopen zeer duidelijk door het gehele wetsontwerp. Integrale vergoeding in een groot aantal gevallen Minister Lieftinck besprak vervolgens de belangrijkste verbeteringen t.o.v. de vroegere regelingen, n.l. 1. voor schade aan één kleine eigen woning, één klein eigen schip en één eigen bedrijfspand; en 2. voor huisraadschade (zie elders in deze editie). Hier treffen wij de bescher ming aan van de eigen haardstede, ter wijl het principe ook is toegepast op schepen en bedrijfspanden.! Met deze regeling zal de integrale vergoeding in een zeer groot aantal gevallen worden verleend. Dit geldt met name Jen plattelande, doch ook voor de eenvoudige arbeiderswoning en de kleine middenstandswoning in de stad geeft de regeling een zeer be- vredigende oplossing. Aangenomen wordt dat in de overgrote meerderheid van gevallen het bezit van zo'n eigen kleine woning samenvalt met het be horen tot de minder draagkrachtigen. Als begindatum is 1943 genomen, om dat de schade, vastgesteld vóór in 1943 in het algemeen, niet onbevredigend is afgewikkeld. Belastingverzwaring voorkomt inflatie Het ligt in het voornemen leningen te sluiten teneinde de middelen voor de financiering der oorlogsschadevergoeding te verkrijgen, Het wetsontwerp geeft machtiging tot het aangaan van herstel leningen van aanvankelijk 4 milliard. De belastingbronnen, vermeld in het ontwerp, zullen de f 250 millipen annuï teit voor deze leningen, af te wikkelen in 50 jaar, moeten verschaffen. De lastingvoorstellen zullen nog In afzon derlijke wetsontwerpen worden vervat. Wat de verhoging van de omzetbelas ting betreft, verklaarde de minister, dat deze niet zal worden verhoogd tot het Belgische niveau, doch een stap in deze richting zal niet te vermijden zyn. Onaangenaam zijn de belastingver zwaringen ongetwijfeld, doch als men niet op onverantwoorde wijze op een Inflatie wil aansturen, dan kan men niet het ene doen en het andere laten. Het hele wetsontwerp ls slechts ver antwoord, indien het Nederlandse volk ook de vereiste offers wil brengen. De Memorie van Toelichting Materiële Oorlogsschaden verklaart, dat bij de dekkingsplannen gedacht is. aan: 1. Een huurbelasting (na een huurverhoging) f 75.000.000 2. Belasting op onroerende goederen toebehorend aan instel lingen van de dode hand*10.000.000 3. Wijziging tarieven registratie- en zegelrecht 10.000.000 4. Personele belasting 15.000.000 5. Technische wijziging Inkomstenbelasting 10.000.000 6. 3p Opcenten op de Vermogensbelasting 15.000.000 7. Verhoging en technische wijziging omzetbelasting 115.000.000 250.000.00n Voor 'het „Bataljon Zeeland", 2-14 R.I., zit het er dan eindelijk op. Ze lopen momenteel door Batavia en zijn daar, alweer in enkele opzichten het Ongelukkige proefkonijn voor thuisvaren de bataljons. In eindeloze verveling van dagen niets doen worden ze nog bloot gesteld aan stads-risico's, die wellicht met enige moeite te vermijden waren geweest, de officieren werden „ontvangen" in een stal van een huis zonder water, zonder meubilair en zonder licht. Sommigen zeggen: „al een goeie voor bereiding voor Holland waar ze en dit is mij in tientallen gesprekken op gevallen óók niets van (durven) ver wachten. Maar Padang, de laatste stad in de- Oost, die zoveel aan hen te danken heeft gehad, bereidde hun een onvergetelijk af scheid; en zo zijn ze dan óók weer: dit hebben ze enorm gewaardeerd, en ze waren er stuk voor stuk zeer gevoelig voor. Er is daar, in Emmahaven, een „Batal jon Zeeland-Plein" met een gedenknaald aangelegd, er waren afscheidsfeesten en parades en op de kade was muziek, die dwars de onvergetelijk mooie Emmabaai overschalde. En toen één van de havenkoelies dan eindelijk de tros los smeet, klonk er ge loei van de stoomfluiten der andere schepen, en iedereen zei, dat het geen „flauwe kul" was, en er was er zelfs één die me (op garantie dat, ik z'n naam niet noemen zou) zei, dat ie ongeveer nou ja het scheelde werkelijk niet veel of ie stond teteenfin, man je snapt het wel niet, een paar van m'n beste makkers, die achterbleven, omdat ze van de aanvulling waren en dót moet ik zeggen, ik heb nog nooit in m'n hele leven zóveel kameraadschap meegemaakt als hier in die twee jaar, en.... nou ja: die twee jaar hebben me misschien vijf jaar ouwer en tien jaar wijzer ge maakt...." En alle nuchtere Zeeuwen hingen over de reling en zagen Emmahaven terug wijken, en wezen naar de bergen daar achter, waar het indertijd „barstte" van de peloppers, en daarna weken deze ber gen ook terug, en eindelijk de horizon. Toen slikten ze even en liepen lang zaam naar voren, naar de boeg om de geweldige schuimende boeggolf te be- wonderen, die witglinsterend openspatte langs de flanken en ze spuwden naar be neden en keken nog eens achterom, maaf ec was niets meer te zien, en staken een nieuwe „pokken-kolere-slechte Heimwee sigaret op, en de knaap, die beweerde, dat het z'n kouwe kleren niet geraakt had. werd niet geloofd. Het zit er op voor de Zeeuwen en ze gaan „afnokken" Na meer dan twee jaar. Malakka, waar nóg drie Zeeuwse graven zijn, .en daarna Priok en via de blubber van het Transitkamp meteen ae stellingen In, West van Batavia en daarna de actie naar Pesing, waarover de heer Palar in de Kamer de Nederlandse „anti moordenaars"-stemming meende te mpe ten inleiden, en daarna de geschiedenis van de trein met Engels legerrrtateriaal, die vol met T.R.I. 'juist de van actie terugkomende Zeeuwen passeerde, terwijl die één dode en zeven zwaar gewonden met zich mee voerden, zodat overste van Oort (na twee jaar: „grijze haren, een stem schor van het kankeren en waar schijnlijk in het nabije verschiet een kunstgebit „wegens de opgelopen a-vita- minose.letterlijk huilend van woede naat de kolonel liep en zeide, dat dit toch geen stijl van de Engelsen was om de tegenpartij in ruil voor evacué's, wa pens te geven, waarmee zij dan weer wer den beschoten Daarna werd dit weinig „diplomatieke" bataljon teruggenomen, leverde by Spoor en van Mook een wacht, die klonk als een klok, zodat elke avond half Batavia uitliep om de wachtparade te gaan be kijken, vervolgens Tjileungsir, Pondok Benda, Klapanoengal en daarna terugge nomen uit West-Java voor Padang, dat toen nog kippengaas ,op de voorgalerij had om geen handgranaten naar binnen te krijgen. Drie graven in Malakka, elf op Tjillli- tan, zes in Padang.en „hopen geluk" wantr op 't erekerkhof van de T-Brigade in Semarang liggen b.v. van het stoot troepenbataljon 46 gesneuveldenmaar de Zeeuwen hadden daarnaast ook noE meer dan honderd gewonden en afge- keurden, die nu reeds terug naar Ne land zijn Een bataljonssterkte, Aie iee ónder de helft was, compagnieën^(137man normaal) die met nog geen 60 u rukten, pelotons (37 man), die een uitrukkende sterkte van.... negen man hadden. Geen enkele dag op rust Prac*'sch' 'ets wat 'geen* enkel geallieerd leger zó heeft ge presteerd. een tijd lang volkomen onder voed en door gebrek aan verse groenten en fruit practise!) allen min of meer lijdend aan a-vitaminose, teleurgesteld door de aanvankelijk slechte regeling der delegaties, het zeer vaak volkomen onvol doende materiaal, de allef-beschamendste „Welfare", die met efficientere krachten en minder malversaties waarschijnlijk tenminste althans de sigaretten voorzie ning kwalitatief en kwantitatief iets beter had kunnen maken, down door het onbe grip in Nederland en de politieke agitatie, de vage beloften, waaraan iedereen zich toch telkens weer vastklampte, de teleur stelling over 't opgeschoven demobilisatie schema En eindelijk.vermoeid door de hitte vaxf njeer dab zevenhonderd vijftig een tonig harde tropendagen, in vele opzich ten uitzichtsloos doordat zij niet eens door politieke controversen de hun opge dragen taak vermochten uit te voeren, een feit, waartegen de voosheid van veel woorden en onwaarachtigheden weinig vermocht: „Onderscheidingen?Nee, ik heb geen één vent voorgedragen?" antwoordt de bataljons-commandant, „we zijn alle maal op tijd moedig geweest en alle- maal zijn we bang geweest en we heb ben het alleméèl verdiend of niemand; uitzonderingen geeft maar schele ogen.... Zelf schijn ik als reserve-officier voor onafgebroken trouwe dienst voorgedra gen te zijn geweest voor het „jenever- kruis". maar - Holland weer op zn best: .dat kón niet, schreven ze terug, want ik was. nog niet voor de commissie- Koot geweest en ik moest eerst nog uit gezuiverd wordendat moet je óók nog horen, na twee jaar tropen...." En momenteel zitten ze dan een beetje wantrouwig naar de kalender te kijken en hebben zich er eerst wel degelijk van vergewist, dat de „Johan van Olden- barneveldt" inderdaad in Priok ligt, en zoals Adri Hartog' uit Tholen me zei: „Jonge, ik geloof het niet. voor we echt véren, nee, we moeten eerst de golf van Aden'gepasseerd zijnnee, ik zal het je nóg sterker vertellen: we moeten eerst bij Moeder achter de kachel zit ten, dan geloof ik het pas.,.." Dit deden zo'n kleine drie jaar O.V.W.- schap. Ze deden echter nog m£èr. Ik had, toen ik met de Zeeuwen in contact kwam, weer het geluk'van een paar héle beste ontmoetingen en mocht U nu in Holland pater L. van de Vrande (M.S.C.) ont moeten, weer heel doodgewoon in een zwarte soutane, ik durf er een borrel onder verwedden, dat ie het na twee minuten al over zijn Zeeuwen heeft (geef die verloren borrel dan maar aan hèm) en hU kin U veel meer over hen vertellen dan ik, want z'n jeep („als het benzineblik ging rammelep wist ik dat ik vijf-en-dertig mUl reed, als ólles ram melde, zat ik tegen de vijftighepft er meer dan twintig duizend mijl „tropen- zielzorg-ritten opzitten in. het kleine Padanggebied. „Ze hebben hier allemaal een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel ge kregen", vertelde hij me, „zowel In het erkennen der rechten van anderen als in het erkend willen zien van eigen rech tenZe gingen als kinderen weg, maar hét zijn nu mannen geworden de godsdienstige overtuiging heeft bij velen aan diepte gewonnenWat de verhouding tot het andere geslacht be treft: er is geen reden om de loftrompet uitbundig te laten schallen, er zijn er inderdaad verongelukt, maar evenmin moeten we eindeloze klaagliederen aan heffen.... hun kijk op het leven is ook op dit punt reeël geworden, en som migen, die één «keer een ongeluk gehad hebben, zyn er beslist beter van ge wórdenzij zijn zeker niet slechter dan de gemiddelde jongen in Nederland op dit jiuntJa en verder: we zijn dan eindelijk allemaal naar het schijnt voor Holland gepromoveerd tot een „pro bleem"...." Dokter Koot, die in Indië blijft, stelde het zo: „Deze jongens zijn lichamelijk en geestelijk pioniers geweest, maar per soonlijk ben ik bang, dat hun omschake ling toch wel even moeilijkheden zal opleveren „En de gezondheidstoestand, dokter?" „Nou, die twee jaar hebben physiek voortdurend nêt het menselijk mogelijke van hen geëist en- vaak mèèr. Zef zijn moe en de verzorging is Tiier en daar slecht geweest, doordat er te weinig geld tegen aangesmeten is, een bezuini gingstactiek, die, zoals bijna, altijd achteraf nog duurder bleek. Wat b.v. mijn dienst betreft: Wij waren dolblij als we met een actie oude medische Jappen- voorreien buitmaakten, en met het in vliegen van behoorlijk vitaminerijk, voed sel is pas begonnen toen ze aï ziek wéren „Denkt U dat er voor velen nog blij- "vende gevolgen in Nederland zullen zijn?" „Voor de mensen die hier arrroebe- dysenterie hebben gehad en mijnworm of chronische malaria is het helemaal niet uitgesloten, dat daar inderdaad iets van blijft hangenEen eerste eis is dan ook, dat ze nogmaals grondig gekeurd worden in Nederland. De keuringsartsen in Nederland krijgen van o®s allemaal de medische zeer gedetailleerde „records" van elke man. Het mooiste zou zijn, dat bij .de eindkeuring een soort marge zou worden opengelaten voor 'degenen, die nu weliswaar „gezond" de dienst verlaten, maar voor wie, zoals ik reeds eerder zei, het helemaal niet uitgesloten is, dat zij later nog nadelige gevolgen zullen onder vinden. Een dergelijke politiek zou recht vaardiger zijn dan het uitsluiten van elk toekomstig beroep op het Rjjk om ver goeding, nadat de keurende g'eneesheer in Nederland heeft verklaard, dat de demo- bilisant de dienst gezond verlaten heeft. „Over het algemeen hebben de jongens van dit bataljon", vertelde mij de officier van sociale dienst, luitenant P. Herweye*. „geen enkele verwachting van Neder land...." Ze beweren: „Van al die voorbereidingen voor onze terugkeer, waar ze daar zo hoog van opgeven, komt toch weer geen donder terecht U moet dit mêer zien als een soort „afweertactiek", een soort „geestelijke- zelfbeveiftging-op voorhand" tegen teleur stellingen die hun in het verleden al9 O.V.W.-ers zeker niet bespaard zijn ge bleven. En bovendien, in Nederland zyn ze stukken te laat met de voorbereiding voor de demobilisatie begonnen. Dat nu bij ons bataljon ongeveer 50 pet. der terugkerende jongens reeds geplaatst ia en 25 pet. waarschyniyk eveneens weer onmiddellijk in Nederland aan de slag zal kunnen, terwyi over de rest nog onderhandeld wordt met onze diverse plaafsingsagenten, is nu niet direct te danken aan een officieel Initiatief In het Moederland, noch aan de voorlichting van bverhefdswege, die zeer tekort ge schoten is, doordat de voornaamste factor, de beroepsvoorlichting, weinig paedago- gisch is geweest. Men vermeldde in de soldatenbladen wel steeds alle eisen voor bepaalde vak ken, salarisschalen etc., maar een nauw keurige omschrijving van de sociale veiligheidsfactoren bleef b.v. meestal achterwege. Voorzover Ik weet zijn wy het eniga bataljon, dat zijn sociale dienst zo heeft opgevat, zijn wij bovendien ook het enige, dat de opvanging in'de burger maatschappij zélf uit Indië ter. hand heeft genomen, en als U dan rékent, dat do luitenant Verhagen en ik onafgebroken voor. één bataljon samen meer dan negen maanden bezig zyn geweest, dan ben ik, eerlijk gezegd, wel een beetje huiverig voor al die bataljons, die hier hebben gespeculeerd op de officiële Overheids activiteit in Nederland". J. W. HOFWIJlt In de samenstelling van de commissie- kinderbijslag voor zelfstandigen, op ver zoek Van het Partybestuur der K.V.P. ingesteld door het Centrum voor Staat kundige Vorming, is een wyziging geko men, daar de heer mr. A. C. M. v. d. Ven geen deel van de commissie zal uitma ken. In zyn plaats zijn benoemd de heren mr. J. B. M. Laudy en V. W. A. v. Uden. Victor Sjöström als Knut Berg en Ludde Gentzei als de fanatieke kleer maker Petter in de Zweedse film „Het Woord' Zweedse verfilming van Kaj Munk's toneelstuk „Ordef Kaj Munk, de bekende Deense predi kant en schryver, dp moedige geestelijke strijder tegen de overweldigers van zijn vaderland, werd in Januari 1944 laf hartig door de Duitsers vermoord. En met deze misdaad gaven de Nazis blijk een juist inzicht te hebben in de bedrei ging, die voor hen stak in het met kracht van een geloof uitgesproken woord. Want Kaj Munk was geen onder gronds strijder. Zijn verweer tegen de terreur en de onmenselijke maatregelen van de Duitse bezetter was de moedige en rechtstreekse getuigenis van de preek stoel af. Zyn preken uit die periode, die thans ook in Nederland vertaald en ge bundeld zyn, vormen een stuk verzets literatuur van grote waarde en meer dan historische betekenis. Vier jaar na zijn dood wordt nu de verfilming van Kaj Munk's bekends lp toneelspel „Ordet" in NederlanÜ getoond. Munk heeft in zyn spel tegenover de kleingelovigheid, de wankelmoedigheid van de hedendaagse'Christen, het bran dend geloof, van de enkeling geplaatst. Het geloof, dat bergen verzet en tot wonderen in staat is. Zyn drama speelt zich af in het gezin van Knut Berg, een oude. vroipe boer, die door zijn eigen zinnigheid en zijn autoritair optreden zyn volwassen zoons van zich dreigt te vervreemden.' Enige rampen, die de fa milie treffen, breken zijn harde trots en als tenslotte zyn zoon, de dominee, die peripden van twijfel en godsdienst waanzin heeft doorgemaakt, door zijn volstrekt vertrouwen op Gods goedheid de vrouw van zijn broer tot leven op wekt, eindigt de film in een verzoe ning ven de tegenstrijdige stromingen, die dit verhaal doorkruisen. Wy geloven niet, dat' de film aan het oorspronkelijke spel van Kaj Munk alle recht doet wedervaren. Zij is ver brokkeld en hier en daar te fragmen tarisch, maar zy is tenminste in da vloed van oppervlakkige amusements producten een ernstige poging om een diep godsdienstig gegeven in' een begrij pelijke vorm te herscheppen. Dat de regisseur Gustav Molander daarbij overvloedig steunt op de indi viduele prestaties van de spelers, met name van Victor Sjöström, als de oude boer Berg, en dat de gehele film te luidruchtig is en tè weinig de stilte en de ingekeerdheid bezit, die het onder werp vereist, zijn fouten, die men gaarne minder zwaar wil tellen om de goede opzet en de goede bedoeling, die er uit spreken. Achttienjarigen en ouderen, die ieta anders zoeken in de oioscoop dair ver strooiing en vermaak, zy deze film aanbevolen. C. B.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 2