Mysterieus-lugubere folklore Te veel bruutheid iu de film JO VINCENT JUBILEERT D\E wereld Het geheim van de elf slagen Kunst varia mm (F en als mens m door Raymond Knotts ZATERDAG MAART 1948 PAGINA 4 JHET MEISJE EN DE DIT VEL" Zweeds filmwerk, dat de aandacht vraagt BRAILLE-BIBLIOTHEEK WORDT TE KLEIN NIK. EEKMAN BI.T KONINGIN ELISABETH PROF. WALLERSTEPN OVER DE OPERA 'oor de filmcamera HULDE ALS KUNSTENARES DE SMAAK VAN HET PUBLIEK Tien dagen na het einde een kleurenfilm van de Olympische spelen gereed I I ffllill Jo Vincent sljooöooööoooööooöööoëöööooööö^^ Vóór hij zijn mond kon openen, Wend hem een zware slag op.zijn achter- hoofd toegebracht. éjia. Jim voelde ajja opwinding groeien, „En wat gebeurde er daarna?'9, vroeg Jurt Heeds maanden moet deze film in de Gofüex-kluis hebben gewacht op een vertoning, die haar nn eindelijk in het Haagse Studio-theater ging te beurt vallen. Zonderling, daar zi) toch in kwaliteit ver nit staat boven zo menig product van het meer courante genre. Zij betaalt weliswaar opnieuw tol aan de voorliefde der Zweedse cineasten voor. de mysterieus-lugubere „folklore" van eigen bodem. Want andermaal vormt het heksen-bijgeloof, zoals dit vooral in de Noordse landen onuitroeibaar om zich heen greep en extra stuitende vormen aannam, de terreur van deze rolprent. Men is zelfs geneigd zich een ogenblik af te vragen of dat bijgeloof eigenlijk in, het realistische filmverhaal geen voet krijgt, daar het lang niet voor elke toe schouwer duidelijk zal zijn dat deze af schuwelijke verwarring in de geesten slechts als hulpmiddel wordt gebezigd om de strijd tussen goed en kwaad in dit ondermaanse te symboliseren, een strijd, waarhij de Satan uiteindelijk het onder spit moet delven. Die overwinning van het kwade door het goede wordt ons intussen meer aan schouwelijk voorgesteld in een prachtig geënsceneerde wilde vlucht van de demo nische marskramer dan dat zij psycho logisch aannemelijk wordt gemaakt. Van het „heilig geloof aan het goede", dat méVfde liefde tussen twee mensenkinde- ren, van wie één het heksenteken draagt, over de boze macht zegeviert, is fil het navrante verhaal nauwelijks een spoor te ontdekken. En dit lijkt ons de zwakke zijde in de uitwerking der dominerende gedachte, welke mede aanleiding moet zijn om een aanbeveling der film tot vol wassenen te reserveren. Al» schier alle film» van Noordse makelij boeit ook deze dóór buitenge woon fraaie fotografie. Niet alleen om dat het daglicht zich in noordelijker streken nu eenmaal speciaal leent voor bijzondere effecten; maar ook omdat de camera met het kunstlicht te toveren weet op een wijze, die de sombere gang dezer mensenlevens met de karige muzikale illustratie extra accentueert. Onder regie van Hampe Faustman dra gen daartoe ook de vijf hoofd-executan ten een groot deel bij; vooral Gunn Walgren, die in een soort dubbel-rol met wonderlijk talent de jpnge vrouw beeldt van wier ziel voor haar geboorte een „heks" bezit nam en die nu naar twee zijden de strijd aanbindt: in zich zelve, maar ook tegen de personificatie van het kwaad, die Stig Jarrel in een wat conven tionele Mefisto-creatie nochtans met verve op het doek brengt. Ten slotte mag de stugge Mathias-figuur (de rijke boer die mede onder de vloek van de „heks" te lijden heeft) van Sven Miliander niet vergeten worden; zij geeft de film bovenal het troosteloze accent, dat de o.i. geforceerde „ontknoping" niet ver mag uit te wissen. L. H. De Braille-bibliotheek voor blinden te Grave, is veel te klein geworden. Er zijn thans plannen om het dak onge veer 5 M. omhoog te brengen om zo plaats te maken voor og twee verdie pingen. Per jaar komen er pl.m. 1200 banden in deze bibliotheek bij. Dezer da gen kwam nog'klaar het eerste gedeel te van het boek van dr. Gorris, over „Le Sage ten Broeck", dat in braille '1 delen omvat, en het werk „Hoe Neder land groeide", dat 7 delen omvat en an derhalf millioen braillepunten. Koningin Elisabeth heeft in het paleis te Laken de te Parijs woonachtige Ne derlandse kunstschilder Nikolaas Eek man, ontvangen. De kunstenaar over handigde* bij deze gelegenheid aan Hare Majesteit een luxe-exemplaar van een nieuwe uitgave van „La legende d'Ulen- spiegel" van Charles de Coster, 'n werk dat door Eekman werd geïllustreerd ir t 20 originele gravures. Prof.' dr. Lothar Wallerstein tal voor de vereniging Nederland-Oostenrijk en de Wagnervereniging op Maandag 8 Maart, des avonds 8 uur. in het Intern. Cult. Centrum te Amsterdam een lezing houden met als onderwerp „Die Kunst der Oper". De pianist Marinus Flipse maakt thans een tournee door N. en Z. Amerika tezamen met de Franse violist Jacques Thibaud. Van 6 tot 21 Maart wordt in het Pa leis voor Schone Kunsten te Brussel een tentoonstelling gehouden van Ne derlandse stedebouwkundige plannen. Eindelijk ïs het dan zover gekomen. In een café van New York zat Maandag j.l. een meisje bij een „jukebox" (gramofoon- platenmachine), welke tegenwoordig tot het vaste meubilair van elk Amerikaans café behoort en speelde telkens en telkens weer de nieuwste schlagers „Bongo, bon go. bongo, I don 't want to leave the Congo". Toen dat zo een uur had geduurd, kon een man, Filippe Torres, die zich tot nog toe alleen met zijn eigen zaken (drinken) had bemoeid, het niet langer uitstaan. Hij trok een revolver en schoot het meisje dood. Wat de Amsterdamse musleus Vin eent, vermaard beiaard'ir van het Koninklijk Palels, heden voor vijftig jaar gewenst mag hebben voor de doch ter, die hem was geboren, wij weten het niet Maar dat een publiek, groter dan het voor hèm op heel de Dam te hoop kon lopen, jaar ln Jaak uit zou komen luisteren naar haar stem, stra lender en voller dan al de stemmen van zUn carillon te samen, dat heeft hij stellig niet durven dromen. Wie de carrière overziet, die Jo Vincent in deze eerste helft van haar leven heeft gemaakt, wordt niet enkel met respect vervuld, maar ook met een diepe genegen heid. Want men kan haar niet bewonderen als kunstenares zonder haar tevens als mens sympathy toe te Aragen. De uitzonderlijke kwaliteiten van haar stem die zuiverheid, dat stralende, gave timbre! zouden niet tot hun recht ge komen zijn, als ze niet behoord hadden aan een vrouw die een harde, serieuze werkster was en daarnaast de zonnigste, edelmoedigste persoonlijkheid, die Neder land maar kon voortbrengen. Daarom willen wij haar vandaag niet enkel huldigen als Nederlands eerste so praan, de wettige opvolgster van Mevrouw Noordewier, onmisbaar op concerten, lie deravonden, tientallen „Negende symphö- nieën", dozijnen Matthauspassionen! We willen haar tevens eren en danken om de patriottische standvastigheid die haar vijf oorlogsjaren lang het zwijgen gebo den heeft. Zwijgen valt een spontane kunstenares als baar zwaarder dan het zingen van de zwaarste partij, en het be wustzijn dat men bij het grote publiek Het is zeer moeilijk een juiste Indruk te krijgen van de smaak van 't publiek voor de films. Vijftig van de honderd mensen ongeveer gaan slechts ééns in de veertien dagen of nog minder, naar de bioscoop. Het is öiet mogelijk hun smaak te beoordelen. Over het algemeen Immers zullen zij niet geneigd zijn, mee te doen aan een onderzoek, dat wordt In gesteld naar hun mening over een be paalde film. Zij zijn geen lid van een filmclub en evenmin zullen zij er spoedig toe komen naar een film te gaan, die ze eigenlijk niet willen zien, omdat er een overdadige reclame voor wordt gemaakt. Om toch eén indruk te krijgen van de smaak van de gewone man, heeft een der meest gelezen bladen in Engeland, de „Daily Express", onder zijn lezers een onderzoek ingesteld. Het resultaat van dit onderzoek is dezer dagen gepublicee^i en al zal de smaak van het grote Engelse publiek wel enigszins afwijken van die van het Nederlandse en al zullen wel licht chauvinistische overwegingen bij de beantwoording van de door het blad ge stelde vragen een rol hebben gespeeld, toch lijkt het ons interessant, eens aan de hand van de binnengekomen antwoorden na te gaan, hoe de massa in het alge meen tegenover „de film" staat. „uit het oor, uit het Hart" is, maakte het haar niet eenvoudiger, haar principes trouw te blijven. Doch zij hield vol. Het publiek inmiddels heeft haar vol strekt niet vergeten: haar plaats in de harten van Nederland was daarvoor veel te groot! Jo Vincent is, eindelijk, op de podia weergekeerd, haar stem even stvu lend als vroeger, haar voordracht nog inniger en dieper: een nieuwe zegetocht is begonnen. Wij wensen haar ook in het belang van Neerlands muziekliefhebbers! groot succes en vele klinkende jaren toe. H. N. De eerste vraag, welke door het blad aan zijn lezers werd gesteld, luidde: „Watfe is naar uw mening de beste film vari 1947?" Antwoord: 1. „Great Expectations; 2. „The Courtneys of Curzon Street"; 3. Odd Man Out". Het typische feit doet zich voor, .dat de Britse films de Amerikaanse, nog méér dan reeds verleden jaar het geval was, hebben verdrongen. Zij bezetten negen van de twaalf eerste plaatsen, terwijl Amerika de overige drie inneemt Een film als „The Best Years of Our Lives' komt pas op de vijfde plaats, doch dit kan komen, doordat deze film tot nog toe alleen in de theaters van het Londense West End is vertoond. «I De tweede vraag luidde: „Welke acteur en welke actrice leverde naar uw mening in 1947 de beste prestatie en- in welke film?" Antwoord: Acteurs: 1. James Mason in ..Odd Man Out"; 2. John Mills in „Great Expectations"; 3. Michael Wilding in „The Courtneys of Curzon Street"; actrices: 1. Anna Neagle in „The Court neys of Curzon Street"; 2. Margaret Lockwood in „Jassy" en 3. Margaret Lockwood in „The White Unicorn". Uit een en ander blijkt, dat James Mason weer op de eerste plaats staat, hoewel hij een ernstige mededinger heeft gekregen in John Mills, die drie van de tien eerste plaatsen bezet Verrassend is de lage plaats de elfde welke Stewart Granger op de lijst inneemt en de opkomst van zijn „rivaal" als roman tische acteur. Michael Wilding, die naar de derde plaats is geklommen. Onder de actrices heeft Anna Neaglé Margaret Lockwood van de eerste plaats verdrongen als' de populairste Britse actrice. Dit is waarschijnlijk te danken aan het overweldigende succes van „The Courtneys of Curzon Street" in tegen-;te'- ling met de vrij critiscbe ontvangst., welke de nieuwste films van Margaret Lock wood ten deel viel. Het meest verrassende is evenwel de schaarsheid' van Amerikaanse namen op de beide lijstjes: slechts vier van de twintig eerste plaatsen voor een land, dat het sterren-systeem invoerde. Bing Crosby, Bob Hope of zelfs Joan Crawford, die wordt gedoodverfd als de favoriete voor Afnerika's „Oscar", worden zelfs niet genoemd. De antwoorden op de derde vraag geven misschien een verklaring voor dit ongewone" feit. Deze vraag luidde: „Geeft u, over het algemeen, de voorkeur san (a) Britse, of (b) Amerikaanse films?" Aan Britse films gaf 66 procent van de deelnemers de voorkeur, aan Ameri kaanse 21 procent, terwijl 13 procent er geen mening op na bleek te houden. In vergelijking met het vorige jaar zijn er minder mensen, die de voorkeu geven aan Britse films, doch het aantal personen, dat de voorkeur bleek te geven aan Amerikaanse producten bleek nog meer te zijn geslonken. Het aantal, dat er geen bepaalde mening «P nahoudt, bleek daarentegen sterk toegenomen. Dit zou bunnen wij zen op een algemene daling van de belangstelling en het zou eveneens de daling van de ontvangsten der bioscopen kunnen verklaren. Er zijn meer vrouwen dan mannen, die de voorkeur geven aan Britse films. On danks de veronderstelling, dat zij graag in een droomwereld zouden willen leven, zijn het de dames, die verklaren van de Britse films te houden, omdat „zij meer levensecht zijn dan die van Hollywood" Een scène uit. de nmtr het verhaal van Dickens vervaardigde film Great Expectations''', welke door het Engelse publiek als beste film van 194, is aangewezen. James Mason in „Odd Man OuC' welke rol aanleiding wasdat hij tot de beste acteur van 1947 werd gehozen. De laatste vraag luidde: „Wat is uw mening over misdaad en bruutheid in de films? Vindt u, dat er (a) te veel van ls. of (b) dat er niet meer van is dan noodzakelijk?" Deze vraag werd door 49 procent met „te veel" beantwoord, 38 procent ant woordde „niet nfeer dan noodzakelijk", terwijl 13 procent geen oordeel had. 'De mening van de mannen was vrijwel gelijkelijk verdeeld, doch de vrouwen waren bijna algemeen van oordeel, dat er te veel sadisme is in de films. Tot slot is uit het onderzoek gebleken, dat 38 procent van de Britse bevolking eenmaal per maand of nog minder naar de bioscoop-gaat: 13 procent gaat eens in de veertien dagen, 31 procent eenmaal per week, 15 procent tweemaal per week en de laatste 3 procent van de bevolking gaat driemaal per week Als de zaken slecht gaan, wordt de klant koning. Dat is weer eens gebleken in Hollywood, waar men bij de ver vaardiging van de weinige nieuwe films, die op stapel staan, meer dan ooit reke ning houdt met de gevoeligheden van het boven alles belangrijke Amerikaanse pu bliek. In de nieuwe versie van „De Drie Musketiers" bijvoorbeeld, zai geen kardi naal Richelieu voorkomen. Dat wordt nu „een hoge regeringspersoon", omdat de katholieken er wellicht aanstoot aan zou den nemen, een kardinaal als intrigent te zien uitgebeeld „Going my way" is in Hollywood ge maakt, toen er nog geen sprake was van malaise. De heren hebben Bing Croshy toen ongetwijfeld tot kapelaan gebombar deerd omdat de katholieken wellicht zo graag een soutane op het witte doek zien. Als we, hu het mis is in Hollywood in dit vejrband denken, aan Bob Hope, de Marx Brothers. Danny Kaye, Bud Abbott en Lou Castello, breekt het angst zweet ons uit. „Mijn collega's van de film-afdeling van het Ministerie van Voorlichting wa ren alleraardigste mannen en vrouwen. Ik veronderstel dat de meesten van hen reeds vóór de oorlog hun kost verdien den, maar ik kan onmogelijk begrijpen hoeGerald Kersh, die onder de titel „Clean. Bright and Slightly Oiled" zijn memoires schreef over zijn belevenissen in Londen gedurende de oorlog, The Olympic Games of 1948 Film Comp. Ltd." een door mr. Rank in het leven geroepelf filmmaatschappij, zal bin nen tien dagen na het einde van de Olympische Spelen een complete kleuren film van tien actes klaar hebben. In 1936 deed Hitler's „filmunit" 'we geloven vast, dat Herr Goebbels daar een ander en beter woord voor had Red.) er zes maanden over om een zwart wit film van de Olympische Spelen in Berlijn te maken. Camera-mensen en technici zullen op slaan in Wembley hun tenten, waar ze de beschikking zullen hebben over hun eigen donkere kamers, werkplaatsen, laboratoria en geluidsstudio's. De film wordt geproduceerd door Castleton Knight, onder wiens leiding de '-'eurenfilm van het, huwelijk van prinses Elizabeth en Philip Mountbatten. de Victory Parade en „De Slag om Arnhem" werden gemaakt. Op de Broadway heeft men de mond vol over een besluit van Hollywood om de muziek van een moderne componist en niet die van Beethoven te gebruiken in, een film over het leven van Beet- hovan. De reden? De originele muziek „zou wel eems te „zwaar" kunnen Ons Romanbijvoegsel Inhoud van het voorafgaands; Ebenezer Carnahan en zijn neef Ephiriam Lattimer vestigden zich in 1851 in Freebürg en bouwden daar vlak naast elkaar drie grote huizen. Vol gens de legende, die in de familie van geslacht op geslacht werd overgeleverd, bevond zich in het huis van de Lat- timers een familiespook, dat zijn aan wezigheid kenbaar maakte door elf slagen te geven op een metalen voor werp. Het laatst waren deze slagen ln 1861 gehoord door de oude kapitein Lattimer. In 1921 was kapitein Jim Carnahan, •en kleinzoon van kapitein Lattimer, te gast bij zijn tante, mrs. Lattimer, die ernstig ziek was. Op een heerlijke mil de Octoberavond zat hij aan tafel met Aggie, de huishoudster, miss Hancock, een verpleegster, en Josephine Gaines, een jeugdvriendin van Jim. Zij is verloofd-geweest met de enige zoon van mrs Lattimer, Le®, die op jeugdi ge leeftijd na een onaangenaam geschil met de regering hij was dienstwei geraar, aldus vertelde Jim tegen de verpleegster ïn 'n rivier verdronken zou zijn. Het gezelschap werd plotseling opge schrikt door het geluid van elf heldere doordringende slagen. Hetfamilie- spook kondigde na zestig jaar zijn aan wezigheid weer eens aan! Even later herhaalde het geluid zich Iedereen hield zich, na de schrik van de ver rassing, kalm, behalve Aggie, de huis houdster. Jim vroeg aan de verpleegster, die reeds drie weken hier aanwezig was. of ze het geluid al eens eerder gehoord had, maar ze antwoordde ontkehnend. Jim twijfelde er echter' aan of ze de waarheid sprak. 's Nachts hoorde Jim de elf slagen weer, maar nu klonken ze luguber en onheilspellend. De angstkreet van een vrouw doorscheurde even later de stil te van het huis. 3. IV Jim holde op de deur toe en trok die open. Tot zijn grote verwondering was het in de gang volslagen donker. Hij wist, dat er de laatste tijd voortdurend twee lampen brandden ten behoeve van miss Hancock, de verpleegster, die uiter aard nog niet zó goed thuis was in het grote oude huis, dat ze in het donker de weg zonder ongelukken (zou .kunnen vinden. De ene lamp was vlak bij de kamer van tante Sarah, de andere achter aan de gang, vlak bij de trap. Hoe dan ook, de lampen brandden nu niet en Jim kon geen halrve meter voor zich uit zien in de roetzwarte duistenis. Aarzelend bleef hij stilstaan. Wat moest bij doen? Opeens boorde het scherpe licht van •en zaklantaarn door de duisternis. Vóór Jim echter kon zien wie de eigenaar van deze lantaarn was, werd dg. straal rgcht 'rr Wtyl'upc '"vtr op zijn ogen gericht, zodat het licht hem verblindde. Onwillekeurig bracht Jim zijn rechter hand omhoog, teneinde zijn ogen te be schermen. Hij voelde zich allerminst op zijn gemak. Het was hem, alsof achter zijn rug gevaar dreigde. Was daar misschien ook iemand? Wat moest hij doen, zich omkerenen kijken of zijn vermoeden juist was? Maar daarmee zou hij de per soon met het licht uit het oog verliezen. Hij wilde vragen, wie daar was en wat men wilde. Maar vóór hij zijn mond kon openen, werd hem een zware slag toege bracht op zqn achterhoofd. Hij viel met een zware plof op de vloer neer. Zijn hoofd deed vreselijk pijn, maar hij raakte niet buiten bewustzijn. Het drong dus tot hem door, dat iemand over hem heen sprong en haastig in de rich ting van de trap liep. Daarna was het even stil, tot er' ergens het geluid van het sluiten van een deur klorik. De bewoners van het huis hadden ech ter de zware plof gehoord en van 'n paar kanten klonken nu angstige vrouwen stemmen. Er werd een lamp aangedraaid en Jim zag nu, dat Aggie en Josephine zich over hem heenbogen. Ze spraken op gewonden tegen elkaar en Josephine die als hulpverpleegster enige ervaring had betastte zijn benen om te zien ot hij misschien gestruikeld was en iets ge broken had. Jim draaide het hoofd om en zag nu tegen de muur de verpleegster staan. Het gelaat van het meisje was even bleek als haar smetteloze uniform. Op zeer scherpe toon richtte Jim zich tot de verpleegster en vroeg: Wie gaf mij die slag? Een -slag?, herhaalde het meisje: Datdat moet dan^het sppook hebben gedaan. Ons spook is zo bloeddorstig niet, antwoordde Jim half spottend, half be schuldigend. Hij bracht nu zijn rechter arm omhoog en bevoelde voorzichtig zijn s MBfM hoofd. Gelukkig geen bloed! Daarna ging hij, met behulp van Aggie en Josephine, overeind staan. Hij liep onzeker enkele stappen verder, maar wees de, hulp van de beide vrouwen af, zeggend, dat hij zich weer goed voelde. Hij ging naar zijn kamer terug en het eerste wat hij deed was, zijn dienstrevolver uit zijn koffer te halen. Toen hij vanmiddag na aam komst zijn koffer had nagekeken, had hij tot, zijn grote verwondering gezien, dat zijn oppasser de dienstrevolver tus- sen de kleren had i gelegd. Hij had zich voorgenomen de man te zeggen, dat hij dat voortaan ?iet meer mocht doen. Waar zou hij dat ding tijdens een logeerpartij voor nodig kunnen hebben? Maar nu dankte hü in stilte zijn trou we oppasser, die er onbewust voor ge zorgd had, dat zün kapitein thans min of meer veilig op onderzoek kon uitgaan door het donkere huis, waar sinds de laatste urén zulke mysterieuze dingen ge beurden. Met de revolver in de hand doorzocht Jim de beide slaapkamers aan de achter kant van het huis. Hij wist, dat ze onge bruikt waren en er was dan ook niets verdachts te inden. Maar overtuigd voel de Jim zich allerminst. Toen hij zo juist op de grond 'van de gang lag, hoorde hü immers een deur dichtslaan. Voorzichtig ging j verder en nu kwam hü voor de kamer van Aggie. Jim wist, dat Aggie, Josephine en de verpleegster op dat moment bij tante. Sarah waren, bang 3at de ziekevrouw geschrokken was van de kreet of het lawaai in de gang. Vermoedelijk was dat ook het ge val en waren z- nu bezig tante wat te kalmeren. Dgt zou waarschijnlijk nog wel enkele minuten duren. Jim nam het besluit even een blik te werpen in de kamer van de huishoudster. Hij opende de deur en stak het ,'icht aan. Er was niemand te zien. Het raam stond open en de gordijnen werden langzaam heen en weer bewogen door de koele avondwind. De kamer was heel bescheiden gemeu bileerd, doch zag er netjes opgeruimd en keurig verzorgd uit. Er was absoluut niets, dat; in strijd was met de welbeken de ordelijkheid van de huishoudster, dus daaruit meende Jim te mogen conclude ren, dat de onbekende aanvaller niet in deze kamer zijn toevlucht had gezocht Voor alle zekerheid keek hij nog even onder het bed, maar er was inderdaad niemand. Nu nog snel een blik in de kasten! Hij opende er een, die vol hing met Aggie's kleren. Op de vloer stonden haar schoe nen keurig op een rijtje. Ook hier had niets of niemand de ordelqkheid van Ag gie verstoord. Jim haalde de schouders op. Hier was niets te vinden. Hij wilde de kamer weer verlaten, toen zijn aandacht getrokken werd door een tussendeur, die Aggie': kamer vermoedelijk met een andere slaap kamer verbond. Met snelle stappen ging Jim er» op af. Hij greep de knop beet en wilde die omdraaien, maar de deur was op slot. Hij <had niet anders verwacht maar berekende, dat de kamer achter dezedeur ook een toegang in de gang moest hebben. Die was waarschijnlijk niet op slot. Snel verliet Jim Aggie's kamer en hij vond inderdaad de deur naar welke hij zocht. Maar ook deze bleek gesloten te Zou hier misschien iets zijn» dat in ver band stond met de geheimzinnigheden van de laatste uren? Zou hier de onbe kende aanvaller zich misschien verscho len hebben? Doe deze deur open, anders schiet ik het slot kapot!, riep hij op bevelende toon. Maar hij kreeg geen antwoord. Hij riep nogmaals: Open ogenblik kelijk deze deur. Ik ga na de derde tel schieten, dus ik waarschuw u. Een.... twee Plotseling hoorde hij achter zich een zwak geluid en daar hij niet veel zin had om zich een tweede keer een slag op bet achterhoofd te laten toebrengen, keerde hij zich met een ruk om. Gerust gesteld zag hij, dat het niemand anders dan Aggie was. De vrouw keek hem met grote, verstrikte ogen aan en half hui lend riep ze uit: Wat is er aan de hand, Jim? Wat doe je hier? Ik ben er zeker van, dat de kerel die mij neersloeg zich in deze kamer verborgen houdt, antwoordde Jim, op de deur wyzend: Ik wil de kamer binnen om hem te pakken te krijgen. O, is het dat, zei Aggie met een zucht van verlichting: Dan kan ik je volkomen geruststellen, hoor Jim. Er is beslist nie mand in die kamer. Ze wordt al jaren lang niet meer gebruikt. Maar waarom is ze dan afgesloten?, wierp Jim tegen. - Dat weet ik niet precies, antwoord de Aggie schouderophalend: Ze is. ge sloten, omdat...,ze leeg is. Heb je een sleutel?, vroeg Jim. Een sleutel? Maar wai. bezielt je toch, beste jongen?, antwoordde de oude vrouw ongeduldig: Er ol natuurlijk hier of daar wel een sleutel van de kamer zijn. Maar waarom vraag je dat eigenlijk? Ik verzoek je dringend, Aggie, mij ogenblikkelijk die sleutel te geven, Geven? Neen, neen, nu niet, pro testeerde Aggie: We zijn allemaal wat opgewonden en hebben rust nodig. Mor gen hebben we nog tijd genoeg om dat ding op te zoeken. Ik zal mijn best doen maar nu wil ik beslist gaan slapen. Jim gaf toe, hoewel met tegenzin. Goed. We stellen het onderzoek dan wel even uit tot morgenochtend. Toen hij zijn pnderzoekingstocht voort- Zétte, bedaqht Jim, dat het heel goe mogelijk kon zijn, dat Aggie geluk en dat alleen opgewondenheid he achterdacht had geb 'acht. Het ko immers beet zijn dat de kamer aljaren lang niet meer gebruikt werd? En dat men zo'n stofnest afgesloten lue d wei dat was eigenlijk allerminst vreemd. Maar ondanks deze "J?®1" de Jim diep in zich> e kamer iets met het mysterie te maken had en hij was er zekér van, dat hy niet gerust zou zijn vóór hü me* een nauwkeurig onderzoek geheel overtuigd had. Intussen doorzocht hij de kamers op de benedenverdieping. Het enige merkwaar dige dat hii opmerkte was, dat de keu kendeur open stond. Hij wist dat niet een der huisgenoten zelfs in haast zou hebben nagelaten de deur te sluiten. Waarschijn lijk was dus iemand in paniekstemming door deze deur gevlucht. Maar hoe was die persoon dan het huis binnengekomen? Jim onderzocht de ven sters, maar die waren aan de binnenzijde gesloten. Hij kwam dus tot de zepr on aangename conclusie, dat de indringer een sleutel van de buitendeur in zijn be zit moest hebben., Aggie was ondanks haar verlangen naar rust Jim op de voet gevolgd en Josephine, die op verzoek van de ver pleegster de ziekenkamer verlaten had, kwam het tweetal achterop. Is tante Sarah geschrokken?, vroeg Jim. Gelukkig niet, antwoordde Josephine: Ze is zelfs - niet helemaal wakker ge worden van het lawaai. Alles wat ze zei, was: „Ik dacht dat daar iemand hoorde gillen", maar verder scheen ze niets te hebben gemerkt. Alleen beklaag ik me over miss Han cock. bromde Aggie: Die stond not te 1 beven en te klagen alsof zij de zieke was- Het is te begrijpen, dat ze geschrokken was, maar ze had zich toch flink moeten houden. Is me dat een verpleegster! Miss Hancock had blijkbaar het ge sprek afgeluisterd. Ze stond boven aan de trap en riep: U heeft gelijk, miss Ag gie, Ik schaam me voor mijn onbeheerst gedrag en ik vraag u beleefd excuus. Vanzelfsprekend beloof ik u, dat ik mij voortaan beter bedwingen zal. Maar ik kon er heus niets aan doen. Ik..ik. Heeft miss Hancock dan die vrese- lijke kreet geuit?, vroeg Jim verwonderd. Ja, beaamden zowel Josephine als Aggie. O, kapitein, verdedigde de verpleeg ster zich: Ik verzeker u, dat ik er niets aan kon doen. U gelooft niet in spoken, maar....ik zag er een en dat gaf me zo 'n schok, da| ik onwillekeurig die angstkreet uitte. De bevende, angstige toon van miss Hancock's stem, kwam Jim echt en on geforceerd voor. Hij ging enkele stappen naar haar toe en vroeg rustig: Wa-^ zag u het spook? En hoe zag het er uit. MiSs Hancock huiverde bij de herinne ring aan wat gebeurd was. Ze probeerde zich" echter kalm te houden en begon ie vertellen. Ik ging naar beneden. Het was hele maal donker en ik wilde een knopje van het licht zoeken. Maar plotseling hoorde ik de elf slagen wper klinken. Ik bleef stijf van schrik stil staan. Weet u. van middag ben ik niet erg geschrokken, maar nu ik helemaal alleen was in de donkere, doodstille gang, klonk het ge luid heel anders, veel angstwekkender. Plotseling zag ik iets wits. Het was ner gens vandaan gekomen, maar ineens zag ik het, verrezen uit. het niets. Het meisje beefde en het duurde en kele ogenblikken voor ze zich hersteld had. Hoe zag de gedaante er uit?, vroeg Jim. Als een man, maar dan helemaal wit, helemaal. En het spook .had een lichtje en op het witte gelaat zag ik baardstoppels. O, het was ijzig om te zien. En zijn ogen straalden zo afschu- welyk. Miss Hancock had deze laatste woorden' gefluisterd. Plotseling liet ze zich vallen in een stoel. Ze boog het hoofd voorover en begon te snikken. V Na enkele minuten verminderde de hef tigheid van de snikken. De beide vrou wen en Jim hadden toegekeken zonder iets te zeggen. Nu haalde het meisje haar zakdoek tevoorschijn en droogde haar wangen. Ze keek Jim aan en zei wederom op verdedigende toon: Ik gaf een gil, maar kon het echt niet helpen. - En het spook of wat Het ook was hief de handen op en het lichtje ging plotseling uit. Het spijt me, dat ik me zozeer door mijn schrik heb laten leiden. En wat gebeurde er daarna, miss Hancock?, vroeg Jim, ,hen naar boven gevlucht als in een afschuwelijke droom. Het enige wat ik weet is, dat ik u boven op de gang f.a8 staan. Ergens vandaan scheen een itcnl in uw richting. Ik bleef doodstil staan. Het lichtje ging weer uit en even laer viel u op de grond neer. Ik weet, f'at ik me aangesteld heb, mr, Carnahan, rnaar y dat geeft niets, stelde Jim het meisje gerust: Het is heel goed te be grijpen, dat u vreselijk schrok. Men ziet per slot niet- iedere dag een spook. Maar vertel me eens: wie was er nog meer boven op de gang? Het meisje scheen door deze vraag zeer geschrokken. Wat?, riep ze luider uit dan nodig was: Wie er nog meer boven was? Ik begrijp niet wat u bedoelt, kapitein. Dat zal ik u dan uitleggen, ging Jim verder: Er moet iemand in uw ge zelschap zijn geweest ófer waren twee spoken. U mc niet vergeten, dat vóór mij iemand me de ogen verblindde met zijn zaklantaarn en dat ongeveer ge lijktijdig iemand mij van achteren een hevige slag toebracht. Er moeten duS 'twéé mensen aan het werk zijn geweest- yiil duidelijk, zou ik zeggen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 4