Mysterieus-lugubere folklore
Te veel bruutheid iu de film
JO VINCENT JUBILEERT
D\E
wereld
Het geheim van de elf slagen
Kunst varia
mm
(F
en als mens
m
door Raymond Knotts
ZATERDAG MAART 1948
PAGINA 4
JHET MEISJE EN DE
DIT VEL"
Zweeds filmwerk, dat de
aandacht vraagt
BRAILLE-BIBLIOTHEEK
WORDT TE KLEIN
NIK. EEKMAN BI.T KONINGIN
ELISABETH
PROF. WALLERSTEPN OVER DE
OPERA
'oor de filmcamera
HULDE ALS KUNSTENARES
DE SMAAK VAN HET
PUBLIEK
Tien dagen na het einde een
kleurenfilm van de Olympische
spelen gereed
I I ffllill
Jo Vincent
sljooöooööoooööooöööoëöööooööö^^
Vóór hij zijn mond kon openen, Wend hem een zware slag op.zijn achter-
hoofd toegebracht.
éjia. Jim voelde ajja opwinding groeien,
„En wat gebeurde er daarna?'9, vroeg Jurt
Heeds maanden moet deze film in de
Gofüex-kluis hebben gewacht op een
vertoning, die haar nn eindelijk in het
Haagse Studio-theater ging te beurt
vallen. Zonderling, daar zi) toch in
kwaliteit ver nit staat boven zo menig
product van het meer courante genre.
Zij betaalt weliswaar opnieuw tol aan
de voorliefde der Zweedse cineasten voor.
de mysterieus-lugubere „folklore" van
eigen bodem. Want andermaal vormt het
heksen-bijgeloof, zoals dit vooral in de
Noordse landen onuitroeibaar om zich
heen greep en extra stuitende vormen
aannam, de terreur van deze rolprent.
Men is zelfs geneigd zich een ogenblik
af te vragen of dat bijgeloof eigenlijk in,
het realistische filmverhaal geen voet
krijgt, daar het lang niet voor elke toe
schouwer duidelijk zal zijn dat deze af
schuwelijke verwarring in de geesten
slechts als hulpmiddel wordt gebezigd om
de strijd tussen goed en kwaad in dit
ondermaanse te symboliseren, een strijd,
waarhij de Satan uiteindelijk het onder
spit moet delven.
Die overwinning van het kwade door
het goede wordt ons intussen meer aan
schouwelijk voorgesteld in een prachtig
geënsceneerde wilde vlucht van de demo
nische marskramer dan dat zij psycho
logisch aannemelijk wordt gemaakt. Van
het „heilig geloof aan het goede", dat
méVfde liefde tussen twee mensenkinde-
ren, van wie één het heksenteken draagt,
over de boze macht zegeviert, is fil het
navrante verhaal nauwelijks een spoor te
ontdekken. En dit lijkt ons de zwakke
zijde in de uitwerking der dominerende
gedachte, welke mede aanleiding moet
zijn om een aanbeveling der film tot vol
wassenen te reserveren.
Al» schier alle film» van Noordse
makelij boeit ook deze dóór buitenge
woon fraaie fotografie. Niet alleen om
dat het daglicht zich in noordelijker
streken nu eenmaal speciaal leent voor
bijzondere effecten; maar ook omdat de
camera met het kunstlicht te toveren weet
op een wijze, die de sombere gang dezer
mensenlevens met de karige muzikale
illustratie extra accentueert.
Onder regie van Hampe Faustman dra
gen daartoe ook de vijf hoofd-executan
ten een groot deel bij; vooral Gunn
Walgren, die in een soort dubbel-rol met
wonderlijk talent de jpnge vrouw beeldt
van wier ziel voor haar geboorte een
„heks" bezit nam en die nu naar twee
zijden de strijd aanbindt: in zich zelve,
maar ook tegen de personificatie van het
kwaad, die Stig Jarrel in een wat conven
tionele Mefisto-creatie nochtans met
verve op het doek brengt. Ten slotte mag
de stugge Mathias-figuur (de rijke boer
die mede onder de vloek van de „heks"
te lijden heeft) van Sven Miliander niet
vergeten worden; zij geeft de film
bovenal het troosteloze accent, dat de
o.i. geforceerde „ontknoping" niet ver
mag uit te wissen. L. H.
De Braille-bibliotheek voor blinden te
Grave, is veel te klein geworden. Er
zijn thans plannen om het dak onge
veer 5 M. omhoog te brengen om zo
plaats te maken voor og twee verdie
pingen. Per jaar komen er pl.m. 1200
banden in deze bibliotheek bij. Dezer da
gen kwam nog'klaar het eerste gedeel
te van het boek van dr. Gorris, over
„Le Sage ten Broeck", dat in braille '1
delen omvat, en het werk „Hoe Neder
land groeide", dat 7 delen omvat en an
derhalf millioen braillepunten.
Koningin Elisabeth heeft in het paleis
te Laken de te Parijs woonachtige Ne
derlandse kunstschilder Nikolaas Eek
man, ontvangen. De kunstenaar over
handigde* bij deze gelegenheid aan Hare
Majesteit een luxe-exemplaar van een
nieuwe uitgave van „La legende d'Ulen-
spiegel" van Charles de Coster, 'n werk
dat door Eekman werd geïllustreerd ir t
20 originele gravures.
Prof.' dr. Lothar Wallerstein tal voor
de vereniging Nederland-Oostenrijk en
de Wagnervereniging op Maandag 8
Maart, des avonds 8 uur. in het Intern.
Cult. Centrum te Amsterdam een lezing
houden met als onderwerp „Die Kunst
der Oper".
De pianist Marinus Flipse maakt thans
een tournee door N. en Z. Amerika
tezamen met de Franse violist Jacques
Thibaud.
Van 6 tot 21 Maart wordt in het Pa
leis voor Schone Kunsten te Brussel
een tentoonstelling gehouden van Ne
derlandse stedebouwkundige plannen.
Eindelijk ïs het dan zover gekomen. In
een café van New York zat Maandag j.l.
een meisje bij een „jukebox" (gramofoon-
platenmachine), welke tegenwoordig tot
het vaste meubilair van elk Amerikaans
café behoort en speelde telkens en telkens
weer de nieuwste schlagers „Bongo, bon
go. bongo, I don 't want to leave the
Congo".
Toen dat zo een uur had geduurd, kon
een man, Filippe Torres, die zich tot nog
toe alleen met zijn eigen zaken (drinken)
had bemoeid, het niet langer uitstaan. Hij
trok een revolver en schoot het meisje
dood.
Wat de Amsterdamse musleus Vin
eent, vermaard beiaard'ir van het
Koninklijk Palels, heden voor vijftig
jaar gewenst mag hebben voor de doch
ter, die hem was geboren, wij weten
het niet Maar dat een publiek, groter
dan het voor hèm op heel de Dam te
hoop kon lopen, jaar ln Jaak uit zou
komen luisteren naar haar stem, stra
lender en voller dan al de stemmen
van zUn carillon te samen, dat heeft hij
stellig niet durven dromen.
Wie de carrière overziet, die Jo Vincent
in deze eerste helft van haar leven heeft
gemaakt, wordt niet enkel met respect
vervuld, maar ook met een diepe genegen
heid. Want men kan haar niet bewonderen
als kunstenares zonder haar tevens als
mens sympathy toe te Aragen.
De uitzonderlijke kwaliteiten van haar
stem die zuiverheid, dat stralende, gave
timbre! zouden niet tot hun recht ge
komen zijn, als ze niet behoord hadden
aan een vrouw die een harde, serieuze
werkster was en daarnaast de zonnigste,
edelmoedigste persoonlijkheid, die Neder
land maar kon voortbrengen.
Daarom willen wij haar vandaag niet
enkel huldigen als Nederlands eerste so
praan, de wettige opvolgster van Mevrouw
Noordewier, onmisbaar op concerten, lie
deravonden, tientallen „Negende symphö-
nieën", dozijnen Matthauspassionen! We
willen haar tevens eren en danken om
de patriottische standvastigheid die haar
vijf oorlogsjaren lang het zwijgen gebo
den heeft. Zwijgen valt een spontane
kunstenares als baar zwaarder dan het
zingen van de zwaarste partij, en het be
wustzijn dat men bij het grote publiek
Het is zeer moeilijk een juiste Indruk
te krijgen van de smaak van 't publiek
voor de films. Vijftig van de honderd
mensen ongeveer gaan slechts ééns in
de veertien dagen of nog minder, naar
de bioscoop.
Het is öiet mogelijk hun smaak te
beoordelen. Over het algemeen Immers
zullen zij niet geneigd zijn, mee te
doen aan een onderzoek, dat wordt In
gesteld naar hun mening over een be
paalde film. Zij zijn geen lid van een
filmclub en evenmin zullen zij er
spoedig toe komen naar een film te
gaan, die ze eigenlijk niet willen zien,
omdat er een overdadige reclame voor
wordt gemaakt.
Om toch eén indruk te krijgen van de
smaak van de gewone man, heeft een
der meest gelezen bladen in Engeland, de
„Daily Express", onder zijn lezers een
onderzoek ingesteld. Het resultaat van dit
onderzoek is dezer dagen gepublicee^i
en al zal de smaak van het grote Engelse
publiek wel enigszins afwijken van die
van het Nederlandse en al zullen wel
licht chauvinistische overwegingen bij de
beantwoording van de door het blad ge
stelde vragen een rol hebben gespeeld,
toch lijkt het ons interessant, eens aan de
hand van de binnengekomen antwoorden
na te gaan, hoe de massa in het alge
meen tegenover „de film" staat.
„uit het oor, uit het Hart" is, maakte het
haar niet eenvoudiger, haar principes
trouw te blijven. Doch zij hield vol.
Het publiek inmiddels heeft haar vol
strekt niet vergeten: haar plaats in de
harten van Nederland was daarvoor veel
te groot! Jo Vincent is, eindelijk, op de
podia weergekeerd, haar stem even stvu
lend als vroeger, haar voordracht nog
inniger en dieper: een nieuwe zegetocht
is begonnen.
Wij wensen haar ook in het belang
van Neerlands muziekliefhebbers!
groot succes en vele klinkende jaren toe.
H. N.
De eerste vraag, welke door het blad
aan zijn lezers werd gesteld, luidde: „Watfe
is naar uw mening de beste film vari
1947?"
Antwoord: 1. „Great Expectations; 2.
„The Courtneys of Curzon Street"; 3.
Odd Man Out".
Het typische feit doet zich voor, .dat de
Britse films de Amerikaanse, nog méér
dan reeds verleden jaar het geval was,
hebben verdrongen. Zij bezetten negen
van de twaalf eerste plaatsen, terwijl
Amerika de overige drie inneemt Een
film als „The Best Years of Our Lives'
komt pas op de vijfde plaats, doch dit
kan komen, doordat deze film tot nog toe
alleen in de theaters van het Londense
West End is vertoond.
«I
De tweede vraag luidde: „Welke acteur
en welke actrice leverde naar uw mening
in 1947 de beste prestatie en- in welke
film?"
Antwoord: Acteurs: 1. James Mason in
..Odd Man Out"; 2. John Mills in „Great
Expectations"; 3. Michael Wilding in
„The Courtneys of Curzon Street";
actrices: 1. Anna Neagle in „The Court
neys of Curzon Street"; 2. Margaret
Lockwood in „Jassy" en 3. Margaret
Lockwood in „The White Unicorn".
Uit een en ander blijkt, dat James
Mason weer op de eerste plaats staat,
hoewel hij een ernstige mededinger heeft
gekregen in John Mills, die drie van de
tien eerste plaatsen bezet Verrassend is
de lage plaats de elfde welke
Stewart Granger op de lijst inneemt en
de opkomst van zijn „rivaal" als roman
tische acteur. Michael Wilding, die naar
de derde plaats is geklommen.
Onder de actrices heeft Anna Neaglé
Margaret Lockwood van de eerste plaats
verdrongen als' de populairste Britse
actrice. Dit is waarschijnlijk te danken
aan het overweldigende succes van „The
Courtneys of Curzon Street" in tegen-;te'-
ling met de vrij critiscbe ontvangst., welke
de nieuwste films van Margaret Lock
wood ten deel viel.
Het meest verrassende is evenwel de
schaarsheid' van Amerikaanse namen op
de beide lijstjes: slechts vier van de
twintig eerste plaatsen voor een land, dat
het sterren-systeem invoerde. Bing
Crosby, Bob Hope of zelfs Joan Crawford,
die wordt gedoodverfd als de favoriete
voor Afnerika's „Oscar", worden zelfs niet
genoemd.
De antwoorden op de derde vraag
geven misschien een verklaring voor dit
ongewone" feit. Deze vraag luidde: „Geeft
u, over het algemeen, de voorkeur san
(a) Britse, of (b) Amerikaanse films?"
Aan Britse films gaf 66 procent van de
deelnemers de voorkeur, aan Ameri
kaanse 21 procent, terwijl 13 procent er
geen mening op na bleek te houden.
In vergelijking met het vorige jaar zijn
er minder mensen, die de voorkeu
geven aan Britse films, doch het aantal
personen, dat de voorkeur bleek te geven
aan Amerikaanse producten bleek nog
meer te zijn geslonken.
Het aantal, dat er geen bepaalde
mening «P nahoudt, bleek daarentegen
sterk toegenomen. Dit zou bunnen wij
zen op een algemene daling van de
belangstelling en het zou eveneens de
daling van de ontvangsten der bioscopen
kunnen verklaren.
Er zijn meer vrouwen dan mannen, die
de voorkeur geven aan Britse films. On
danks de veronderstelling, dat zij graag
in een droomwereld zouden willen leven,
zijn het de dames, die verklaren van de
Britse films te houden, omdat „zij meer
levensecht zijn dan die van Hollywood"
Een scène uit. de nmtr het verhaal van Dickens vervaardigde film Great
Expectations''', welke door het Engelse publiek als beste film van 194,
is aangewezen.
James Mason in „Odd Man OuC'
welke rol aanleiding wasdat hij tot
de beste acteur van 1947 werd
gehozen.
De laatste vraag luidde: „Wat is uw
mening over misdaad en bruutheid in
de films? Vindt u, dat er (a) te veel
van ls. of (b) dat er niet meer van is
dan noodzakelijk?"
Deze vraag werd door 49 procent met
„te veel" beantwoord, 38 procent ant
woordde „niet nfeer dan noodzakelijk",
terwijl 13 procent geen oordeel had.
'De mening van de mannen was vrijwel
gelijkelijk verdeeld, doch de vrouwen
waren bijna algemeen van oordeel, dat
er te veel sadisme is in de films.
Tot slot is uit het onderzoek gebleken,
dat 38 procent van de Britse bevolking
eenmaal per maand of nog minder naar
de bioscoop-gaat: 13 procent gaat eens in
de veertien dagen, 31 procent eenmaal
per week, 15 procent tweemaal per week
en de laatste 3 procent van de bevolking
gaat driemaal per week
Als de zaken slecht gaan, wordt de
klant koning. Dat is weer eens gebleken
in Hollywood, waar men bij de ver
vaardiging van de weinige nieuwe films,
die op stapel staan, meer dan ooit reke
ning houdt met de gevoeligheden van het
boven alles belangrijke Amerikaanse pu
bliek. In de nieuwe versie van „De Drie
Musketiers" bijvoorbeeld, zai geen kardi
naal Richelieu voorkomen. Dat wordt nu
„een hoge regeringspersoon", omdat de
katholieken er wellicht aanstoot aan zou
den nemen, een kardinaal als intrigent te
zien uitgebeeld
„Going my way" is in Hollywood ge
maakt, toen er nog geen sprake was van
malaise. De heren hebben Bing Croshy
toen ongetwijfeld tot kapelaan gebombar
deerd omdat de katholieken wellicht zo
graag een soutane op het witte doek
zien. Als we, hu het mis is in Hollywood
in dit vejrband denken, aan Bob Hope,
de Marx Brothers. Danny Kaye, Bud
Abbott en Lou Castello, breekt het angst
zweet ons uit.
„Mijn collega's van de film-afdeling
van het Ministerie van Voorlichting wa
ren alleraardigste mannen en vrouwen.
Ik veronderstel dat de meesten van hen
reeds vóór de oorlog hun kost verdien
den, maar ik kan onmogelijk begrijpen
hoeGerald Kersh, die onder de titel
„Clean. Bright and Slightly Oiled" zijn
memoires schreef over zijn belevenissen
in Londen gedurende de oorlog,
The Olympic Games of 1948 Film
Comp. Ltd." een door mr. Rank in het
leven geroepelf filmmaatschappij, zal bin
nen tien dagen na het einde van de
Olympische Spelen een complete kleuren
film van tien actes klaar hebben.
In 1936 deed Hitler's „filmunit" 'we
geloven vast, dat Herr Goebbels daar
een ander en beter woord voor had
Red.) er zes maanden over om een zwart
wit film van de Olympische Spelen in
Berlijn te maken.
Camera-mensen en technici zullen op
slaan in Wembley hun tenten, waar ze
de beschikking zullen hebben over hun
eigen donkere kamers, werkplaatsen,
laboratoria en geluidsstudio's.
De film wordt geproduceerd door
Castleton Knight, onder wiens leiding de
'-'eurenfilm van het, huwelijk van prinses
Elizabeth en Philip Mountbatten. de
Victory Parade en „De Slag om Arnhem"
werden gemaakt.
Op de Broadway heeft men de mond
vol over een besluit van Hollywood om
de muziek van een moderne componist
en niet die van Beethoven te gebruiken
in, een film over het leven van Beet-
hovan. De reden? De originele muziek
„zou wel eems te „zwaar" kunnen
Ons Romanbijvoegsel
Inhoud van het voorafgaands;
Ebenezer Carnahan en zijn neef
Ephiriam Lattimer vestigden zich in
1851 in Freebürg en bouwden daar vlak
naast elkaar drie grote huizen. Vol
gens de legende, die in de familie van
geslacht op geslacht werd overgeleverd,
bevond zich in het huis van de Lat-
timers een familiespook, dat zijn aan
wezigheid kenbaar maakte door elf
slagen te geven op een metalen voor
werp. Het laatst waren deze slagen
ln 1861 gehoord door de oude kapitein
Lattimer.
In 1921 was kapitein Jim Carnahan,
•en kleinzoon van kapitein Lattimer, te
gast bij zijn tante, mrs. Lattimer, die
ernstig ziek was. Op een heerlijke mil
de Octoberavond zat hij aan tafel met
Aggie, de huishoudster, miss Hancock,
een verpleegster, en Josephine Gaines,
een jeugdvriendin van Jim. Zij is
verloofd-geweest met de enige zoon
van mrs Lattimer, Le®, die op jeugdi
ge leeftijd na een onaangenaam geschil
met de regering hij was dienstwei
geraar, aldus vertelde Jim tegen de
verpleegster ïn 'n rivier verdronken
zou zijn.
Het gezelschap werd plotseling opge
schrikt door het geluid van elf heldere
doordringende slagen. Hetfamilie-
spook kondigde na zestig jaar zijn aan
wezigheid weer eens aan! Even later
herhaalde het geluid zich Iedereen
hield zich, na de schrik van de ver
rassing, kalm, behalve Aggie, de huis
houdster.
Jim vroeg aan de verpleegster, die
reeds drie weken hier aanwezig was.
of ze het geluid al eens eerder gehoord
had, maar ze antwoordde ontkehnend.
Jim twijfelde er echter' aan of ze de
waarheid sprak.
's Nachts hoorde Jim de elf slagen
weer, maar nu klonken ze luguber en
onheilspellend. De angstkreet van een
vrouw doorscheurde even later de stil
te van het huis.
3.
IV
Jim holde op de deur toe en trok die
open. Tot zijn grote verwondering was
het in de gang volslagen donker. Hij
wist, dat er de laatste tijd voortdurend
twee lampen brandden ten behoeve van
miss Hancock, de verpleegster, die uiter
aard nog niet zó goed thuis was in het
grote oude huis, dat ze in het donker
de weg zonder ongelukken (zou .kunnen
vinden. De ene lamp was vlak bij de
kamer van tante Sarah, de andere achter
aan de gang, vlak bij de trap.
Hoe dan ook, de lampen brandden nu
niet en Jim kon geen halrve meter voor
zich uit zien in de roetzwarte duistenis.
Aarzelend bleef hij stilstaan. Wat moest
bij doen?
Opeens boorde het scherpe licht van
•en zaklantaarn door de duisternis. Vóór
Jim echter kon zien wie de eigenaar van
deze lantaarn was, werd dg. straal rgcht
'rr Wtyl'upc '"vtr
op zijn ogen gericht, zodat het licht hem
verblindde.
Onwillekeurig bracht Jim zijn rechter
hand omhoog, teneinde zijn ogen te be
schermen. Hij voelde zich allerminst op
zijn gemak. Het was hem, alsof achter zijn
rug gevaar dreigde. Was daar misschien
ook iemand? Wat moest hij doen, zich
omkerenen kijken of zijn vermoeden
juist was? Maar daarmee zou hij de per
soon met het licht uit het oog verliezen.
Hij wilde vragen, wie daar was en wat
men wilde. Maar vóór hij zijn mond kon
openen, werd hem een zware slag toege
bracht op zqn achterhoofd.
Hij viel met een zware plof op de vloer
neer. Zijn hoofd deed vreselijk pijn, maar
hij raakte niet buiten bewustzijn. Het
drong dus tot hem door, dat iemand over
hem heen sprong en haastig in de rich
ting van de trap liep. Daarna was het
even stil, tot er' ergens het geluid van
het sluiten van een deur klorik.
De bewoners van het huis hadden ech
ter de zware plof gehoord en van 'n paar
kanten klonken nu angstige vrouwen
stemmen. Er werd een lamp aangedraaid
en Jim zag nu, dat Aggie en Josephine
zich over hem heenbogen. Ze spraken op
gewonden tegen elkaar en Josephine
die als hulpverpleegster enige ervaring
had betastte zijn benen om te zien ot
hij misschien gestruikeld was en iets ge
broken had.
Jim draaide het hoofd om en zag nu
tegen de muur de verpleegster staan. Het
gelaat van het meisje was even bleek
als haar smetteloze uniform.
Op zeer scherpe toon richtte Jim zich
tot de verpleegster en vroeg: Wie gaf
mij die slag?
Een -slag?, herhaalde het meisje:
Datdat moet dan^het sppook hebben
gedaan.
Ons spook is zo bloeddorstig niet,
antwoordde Jim half spottend, half be
schuldigend. Hij bracht nu zijn rechter
arm omhoog en bevoelde voorzichtig zijn
s
MBfM
hoofd. Gelukkig geen bloed! Daarna ging
hij, met behulp van Aggie en Josephine,
overeind staan. Hij liep onzeker enkele
stappen verder, maar wees de, hulp van
de beide vrouwen af, zeggend, dat hij
zich weer goed voelde. Hij ging naar zijn
kamer terug en het eerste wat hij deed
was, zijn dienstrevolver uit zijn koffer
te halen. Toen hij vanmiddag na aam
komst zijn koffer had nagekeken, had
hij tot, zijn grote verwondering gezien,
dat zijn oppasser de dienstrevolver tus-
sen de kleren had i gelegd. Hij had zich
voorgenomen de man te zeggen, dat hij
dat voortaan ?iet meer mocht doen. Waar
zou hij dat ding tijdens een logeerpartij
voor nodig kunnen hebben?
Maar nu dankte hü in stilte zijn trou
we oppasser, die er onbewust voor ge
zorgd had, dat zün kapitein thans min
of meer veilig op onderzoek kon uitgaan
door het donkere huis, waar sinds de
laatste urén zulke mysterieuze dingen ge
beurden.
Met de revolver in de hand doorzocht
Jim de beide slaapkamers aan de achter
kant van het huis. Hij wist, dat ze onge
bruikt waren en er was dan ook niets
verdachts te inden. Maar overtuigd voel
de Jim zich allerminst. Toen hij zo juist
op de grond 'van de gang lag, hoorde hü
immers een deur dichtslaan.
Voorzichtig ging j verder en nu kwam
hü voor de kamer van Aggie. Jim wist,
dat Aggie, Josephine en de verpleegster
op dat moment bij tante. Sarah waren,
bang 3at de ziekevrouw geschrokken
was van de kreet of het lawaai in de
gang. Vermoedelijk was dat ook het ge
val en waren z- nu bezig tante wat te
kalmeren. Dgt zou waarschijnlijk nog wel
enkele minuten duren.
Jim nam het besluit even een blik te
werpen in de kamer van de huishoudster.
Hij opende de deur en stak het ,'icht aan.
Er was niemand te zien. Het raam stond
open en de gordijnen werden langzaam
heen en weer bewogen door de koele
avondwind.
De kamer was heel bescheiden gemeu
bileerd, doch zag er netjes opgeruimd en
keurig verzorgd uit. Er was absoluut
niets, dat; in strijd was met de welbeken
de ordelijkheid van de huishoudster, dus
daaruit meende Jim te mogen conclude
ren, dat de onbekende aanvaller niet in
deze kamer zijn toevlucht had gezocht
Voor alle zekerheid keek hij nog even
onder het bed, maar er was inderdaad
niemand.
Nu nog snel een blik in de kasten! Hij
opende er een, die vol hing met Aggie's
kleren. Op de vloer stonden haar schoe
nen keurig op een rijtje. Ook hier had
niets of niemand de ordelqkheid van Ag
gie verstoord.
Jim haalde de schouders op. Hier was
niets te vinden. Hij wilde de kamer weer
verlaten, toen zijn aandacht getrokken
werd door een tussendeur, die Aggie':
kamer vermoedelijk met een andere slaap
kamer verbond. Met snelle stappen ging
Jim er» op af. Hij greep de knop beet en
wilde die omdraaien, maar de deur was
op slot. Hij <had niet anders verwacht
maar berekende, dat de kamer achter
dezedeur ook een toegang in de gang
moest hebben. Die was waarschijnlijk niet
op slot.
Snel verliet Jim Aggie's kamer en hij
vond inderdaad de deur naar welke hij
zocht. Maar ook deze bleek gesloten te
Zou hier misschien iets zijn» dat in ver
band stond met de geheimzinnigheden
van de laatste uren? Zou hier de onbe
kende aanvaller zich misschien verscho
len hebben?
Doe deze deur open, anders schiet
ik het slot kapot!, riep hij op bevelende
toon. Maar hij kreeg geen antwoord.
Hij riep nogmaals: Open ogenblik
kelijk deze deur. Ik ga na de derde tel
schieten, dus ik waarschuw u. Een....
twee
Plotseling hoorde hij achter zich een
zwak geluid en daar hij niet veel zin
had om zich een tweede keer een slag
op bet achterhoofd te laten toebrengen,
keerde hij zich met een ruk om. Gerust
gesteld zag hij, dat het niemand anders
dan Aggie was. De vrouw keek hem met
grote, verstrikte ogen aan en half hui
lend riep ze uit: Wat is er aan de
hand, Jim? Wat doe je hier?
Ik ben er zeker van, dat de kerel
die mij neersloeg zich in deze kamer
verborgen houdt, antwoordde Jim, op de
deur wyzend: Ik wil de kamer binnen
om hem te pakken te krijgen.
O, is het dat, zei Aggie met een zucht
van verlichting: Dan kan ik je volkomen
geruststellen, hoor Jim. Er is beslist nie
mand in die kamer. Ze wordt al jaren
lang niet meer gebruikt.
Maar waarom is ze dan afgesloten?,
wierp Jim tegen.
- Dat weet ik niet precies, antwoord
de Aggie schouderophalend: Ze is. ge
sloten, omdat...,ze leeg is.
Heb je een sleutel?, vroeg Jim.
Een sleutel? Maar wai. bezielt je
toch, beste jongen?, antwoordde de oude
vrouw ongeduldig: Er ol natuurlijk hier
of daar wel een sleutel van de kamer zijn.
Maar waarom vraag je dat eigenlijk?
Ik verzoek je dringend, Aggie, mij
ogenblikkelijk die sleutel te geven,
Geven? Neen, neen, nu niet, pro
testeerde Aggie: We zijn allemaal wat
opgewonden en hebben rust nodig. Mor
gen hebben we nog tijd genoeg om dat
ding op te zoeken. Ik zal mijn best doen
maar nu wil ik beslist gaan slapen.
Jim gaf toe, hoewel met tegenzin.
Goed. We stellen het onderzoek dan wel
even uit tot morgenochtend.
Toen hij zijn pnderzoekingstocht voort-
Zétte, bedaqht Jim, dat het heel goe
mogelijk kon zijn, dat Aggie geluk
en dat alleen opgewondenheid he
achterdacht had geb 'acht. Het ko
immers beet zijn dat de kamer aljaren
lang niet meer gebruikt werd? En dat
men zo'n stofnest afgesloten lue d wei
dat was eigenlijk allerminst vreemd.
Maar ondanks deze "J?®1"
de Jim diep in zich> e kamer iets
met het mysterie te maken had en hij
was er zekér van, dat hy niet gerust zou
zijn vóór hü me* een nauwkeurig
onderzoek geheel overtuigd had.
Intussen doorzocht hij de kamers op de
benedenverdieping. Het enige merkwaar
dige dat hii opmerkte was, dat de keu
kendeur open stond. Hij wist dat niet een
der huisgenoten zelfs in haast zou hebben
nagelaten de deur te sluiten. Waarschijn
lijk was dus iemand in paniekstemming
door deze deur gevlucht.
Maar hoe was die persoon dan het huis
binnengekomen? Jim onderzocht de ven
sters, maar die waren aan de binnenzijde
gesloten. Hij kwam dus tot de zepr on
aangename conclusie, dat de indringer
een sleutel van de buitendeur in zijn be
zit moest hebben.,
Aggie was ondanks haar verlangen
naar rust Jim op de voet gevolgd en
Josephine, die op verzoek van de ver
pleegster de ziekenkamer verlaten had,
kwam het tweetal achterop.
Is tante Sarah geschrokken?, vroeg
Jim.
Gelukkig niet, antwoordde Josephine:
Ze is zelfs - niet helemaal wakker ge
worden van het lawaai. Alles wat ze zei,
was: „Ik dacht dat daar iemand hoorde
gillen", maar verder scheen ze niets te
hebben gemerkt.
Alleen beklaag ik me over miss Han
cock. bromde Aggie: Die stond not te
1 beven en te klagen alsof zij de zieke was-
Het is te begrijpen, dat ze geschrokken
was, maar ze had zich toch flink moeten
houden. Is me dat een verpleegster!
Miss Hancock had blijkbaar het ge
sprek afgeluisterd. Ze stond boven aan de
trap en riep: U heeft gelijk, miss Ag
gie, Ik schaam me voor mijn onbeheerst
gedrag en ik vraag u beleefd excuus.
Vanzelfsprekend beloof ik u, dat ik mij
voortaan beter bedwingen zal. Maar ik
kon er heus niets aan doen. Ik..ik.
Heeft miss Hancock dan die vrese-
lijke kreet geuit?, vroeg Jim verwonderd.
Ja, beaamden zowel Josephine als
Aggie.
O, kapitein, verdedigde de verpleeg
ster zich: Ik verzeker u, dat ik er niets
aan kon doen. U gelooft niet in spoken,
maar....ik zag er een en dat gaf me
zo 'n schok, da| ik onwillekeurig die
angstkreet uitte.
De bevende, angstige toon van miss
Hancock's stem, kwam Jim echt en on
geforceerd voor. Hij ging enkele stappen
naar haar toe en vroeg rustig: Wa-^
zag u het spook? En hoe zag het er uit.
MiSs Hancock huiverde bij de herinne
ring aan wat gebeurd was. Ze probeerde
zich" echter kalm te houden en begon ie
vertellen.
Ik ging naar beneden. Het was hele
maal donker en ik wilde een knopje van
het licht zoeken. Maar plotseling hoorde
ik de elf slagen wper klinken. Ik bleef
stijf van schrik stil staan. Weet u. van
middag ben ik niet erg geschrokken,
maar nu ik helemaal alleen was in de
donkere, doodstille gang, klonk het ge
luid heel anders, veel angstwekkender.
Plotseling zag ik iets wits. Het was ner
gens vandaan gekomen, maar ineens zag
ik het, verrezen uit. het niets.
Het meisje beefde en het duurde en
kele ogenblikken voor ze zich hersteld
had.
Hoe zag de gedaante er uit?, vroeg
Jim.
Als een man, maar dan helemaal
wit, helemaal. En het spook .had een
lichtje en op het witte gelaat zag ik
baardstoppels. O, het was ijzig om te
zien. En zijn ogen straalden zo afschu-
welyk.
Miss Hancock had deze laatste woorden'
gefluisterd. Plotseling liet ze zich vallen
in een stoel. Ze boog het hoofd voorover
en begon te snikken.
V
Na enkele minuten verminderde de hef
tigheid van de snikken. De beide vrou
wen en Jim hadden toegekeken zonder
iets te zeggen. Nu haalde het meisje
haar zakdoek tevoorschijn en droogde
haar wangen. Ze keek Jim aan en zei
wederom op verdedigende toon: Ik
gaf een gil, maar kon het echt niet helpen. -
En het spook of wat Het ook was
hief de handen op en het lichtje ging
plotseling uit. Het spijt me, dat ik me
zozeer door mijn schrik heb laten leiden.
En wat gebeurde er daarna, miss
Hancock?, vroeg Jim,
,hen naar boven gevlucht als in
een afschuwelijke droom. Het enige wat
ik weet is, dat ik u boven op de gang
f.a8 staan. Ergens vandaan scheen een
itcnl in uw richting. Ik bleef doodstil
staan. Het lichtje ging weer uit en even
laer viel u op de grond neer. Ik weet,
f'at ik me aangesteld heb, mr, Carnahan,
rnaar y
dat geeft niets, stelde Jim het
meisje gerust: Het is heel goed te be
grijpen, dat u vreselijk schrok. Men ziet
per slot niet- iedere dag een spook. Maar
vertel me eens: wie was er nog meer
boven op de gang?
Het meisje scheen door deze vraag
zeer geschrokken.
Wat?, riep ze luider uit dan nodig
was: Wie er nog meer boven was? Ik
begrijp niet wat u bedoelt, kapitein.
Dat zal ik u dan uitleggen, ging
Jim verder: Er moet iemand in uw ge
zelschap zijn geweest ófer waren
twee spoken. U mc niet vergeten, dat
vóór mij iemand me de ogen verblindde
met zijn zaklantaarn en dat ongeveer ge
lijktijdig iemand mij van achteren een
hevige slag toebracht. Er moeten duS
'twéé mensen aan het werk zijn geweest-
yiil duidelijk, zou ik zeggen.