Attracties voor de Paasdagen DVE *A*E wereld V jeugdige lezerskring De Qezellige uren tovenaar m m van de door Raymond Knotts Dr MEENK'S SAHAPIRIH oor onze I ANG' l zullen ze- leven Hoofdpijn? on& onder de lamp Wat *n regen ZATERDAG 20 MAART 1938 P A G ES- A 5 WEER WAT OP TAFEL geneesmiddelen SCALDtt GRIKPPOEDIKS w 9 GENERAAL SPOOR AANGEKOMEN DERTIG IHJR IN DE TREIN Het duizendste Oostenrijkse bleekneusje DOOR DETAILLISTEN IN TE LEVEREN BONNEN Voor de week van 21 tot en met 27 Maalrt 1948 MOPPENTROMMEL OOpOOOOOOOOOÖOOOOOOOOGOODO ©OOQQOQOOOOOOOOOOOOOOOOOO© „Ze stond met een verrekijker naar de ambulance van airForsythe te kijken". (Wordt verrolgd) TfflT.-1- Het voorlichtingsbureau van de voe dingsraad meldt: Het Paasfeest is een vrolijk, kleurig feest, vol van bloemen, geverfde eieren, kuikentjes en Paashazen. Wél zijn de "laatste jaren sommige Paasgebruiken, zoals het branden van Paasvuren en het eiertikken voor kin deren mëest achterwege gebleven, maar daaraan hebben de oorlog en de schaarste aan eieren ook schuld gehad. Gelukkig ls dit jaar de eiertoewijzing wat ruimer, zodat de versierde eieren Qp onze Paas- tafel niet behoeven te ontbreken. En wannil'f we in onze gerechten geen echte eieren verwerken, gebruiken we töch'al lerlei toepasselijke Paasgarneringen, zodat op- de versierde tafel alles wèl echt Pasen ls! Hier volgen enkele recepten voor 4 personen. Paasgebakjo» 8 ronde biscuitjes, 1- crème au beur- re, anijshagelslag in verschillende kleu- ren. De biscuitjes aan de verkeerde kant besmeren, met crème au beurre; hiervan ook in het midden een soort nestje spui ten of vormen met behulp van een vork. Hierin wat anijshagelslag strooien. Crème au beurre 14 L melk, 25 g (2% eetlepel) maizena, 75 g. «5 eetlepels) suiker, 50 g (3 eetle pels) boter of margarine, zout, chocolade poeder. De melk óp één klein deel na aan de kook brengen met iets zout. Met de rest van de melk de cacao, de suiker en de maizena aanmengen, en hiermede da kokende melk binden. De vla onder af en toe roeren iets laten afkoelen. De boter door de vla roeren en deze geheel koud laten worden, waarna ze gespoten kan worden. hier en* en gebakschotels 150 g gehakt, boter of margarine, zout, peper, 2 eieren, sla of dunsel, slasaus, ra dijsjes, peterselie. Het gehakt aanmaken en vormen tot een grote, langwerpige bal. .Deze bal door bloem wentelen en in boter of margarine bruin en gaar braden. Dan het gehakt met wat slasaus bestrijken en hierop een plakje ei leggen. De plakken gehakt met ei op een scho tel schikken op sla- of dunselblaadjes en de schotel garneren met peterselie en radijs. P aas pudding 1 liter melk, 100 g suiker, 50" g cacao, 90 g. custardpoeder, 100 g. biscuitjes, 1 stijfgeklopt eiwit, paaseitjes. Het grootste gedeelte van de melk aan de kook brengen, De suiker, de cacao en het custardpoeder dooreenmengen en met de overige, koude melk aanmaken. De kokende melk binden met de aange mengde massa en hierdoor de Verkrui melde biscuitjes mengen. Dan de pud ding overdoen in een met koud water omgespoelde vorm en koud laten worden. Bij het opdienen de pudding rondom garneren met nestjes van stijfgeklopt eiwit, waarin men kleine paaseitjes legt. Hier en daar een paaskuikentje zetten. Bij geruchte verluidt, dat een boer ln de omgeving van Moordrecht, een gra- mofoon heeft opgesteld, welke in het holst van de nacht een plaat draalt van een schreeuwend varken. Tot nog toe zouden zeven ambtenaren van de C.C.D. zijn komen aansnellen cm proces-verbaal tegen hem op te maken wegens clandestiene slachting. Ze zijn allemaal ln een strategisch aangelegde beerput gevallen. BRASKAMP N.V. FABRlKANTE \iAN Han**r>8 en rtMeri»? Dm symptomen van Griep of Puttoon*» direct bestrijden mot om* bekende Gistermiddag ig om kwart voor "vier DtwBgneraal S. H. Spoor opperbevel- eI^»lvan de Nederlandse strijdkrachten in Indonesië, per vliegtuig in Nederland aangekomen. Kiespijn Snel verdreven met j Het duizendste Oostenrijkse kind van de 2.000, die dit jaar drie maanden in Nederland komen doorbréngen, is giste ren in een groep van 180 jongens en 219 meisjes via Venlo in het kinderkamp „America" bij Horst-Sevenum aange komen. Het weer was even droefgeestig ais de snuitjes van deze "peuters, die van Donderdagmorgen 10 -uur tot Vrijdag middag half vijf moesten reizen en trek ken om het eerste rustpunt op Neder landse bodem te vinden. De reis, die ook dit maal weer onder leiding van mevr. S. J. Ross en de heer F. Jpski stond, verliep zonder, incidenten. De kinderen werden per autobus van Venlo naar de twefe kampen in „America" gebracht, waar een warmte maaltijd hun wachtte. Hier in dit kamp dat georga niseerd is door de stichting „Kinderuit- zeiiding 1945" onder auspiciën van het ministerie van Sociale Zaken, werden de kinderen door leiders van het Rode Kruis overgedragen aan de zorgen van mej. J. Wüst. de directrice van het kamp, die bijgestaan wordt door 20 helpsters van haar vaste staf en 20 leden van de U.V.V. uit Middelburg en Haar lem.. Twee verpleegsters verzorgen de kinderen voorlopig. Zij worden o.m. gecontroleerd op ongedierte en scabies. Enige artsen zouden vandaag de kinderen op tuberculose onderzoeken en door lichten omdat lijders aan deze ziekte naar huis moeten worden gestuurd. Maandag gaan de kinderen naar hun pleegouders in Eindhoven en Tilburg; welke pleegouders door het Kath. Huis vestingscomité zijn uitgezocht. Huishoudzeep:- 142 alg. (1 rts.), 642 alg. (2 rts.), Rts.b. GG41 (1 rts.), Res tant 087 alg. (1 rts.), 587 alg. (2 rts.). Te verstrekken no. coup, C 661. Afloss. week 5—11 Oct. en 16—22 Nov. '48. Suiker/Versnap.: 21 Versnap. (0,8 rts.), 24 Versnap. (Ö.4 rts.), 232 alg. (3 rts.), 730 alg. (1 rts.), 732 alg. (2 rts.). 1.075 suiker (1 rts.), Rts.b. G12 (0.4 rts.), Rts.b. G14 (1 rts.), Restant 15 versnap. (0.8 rts.), 18 versnap. (0.4 ris.), 207 alg. (3 rts.). 707 alg., 709 alg., 1065 suiker (1 rts.), Te verstrekk. no. coup. Versnape ringen C 662, C 663, Suiker C 664, C 665. Koffie: 237 alg., Rts.b. G16 rts.), Te verstrekk. no. coup. C 666. Thee: 239 alg., Rts.b. G17 rts.), Restant 174 alg. (H rts.). Te verstrekk/ nVoodt23Cl6aTg. (4 rk>, 253 res (8 rts 356 res. (4 rts.), 268 al'g. (16 rts.), 269 alg. 731 alg., 753 res., 7b8 alg., 769 alg., A brood (4 rts.), A brood (8 rts.), Rts.b. G 21 (4 rts.), en nw. bonnen voor brood en voor brood of gebak. Coup. X 213, X 236. Te verstrekk. no. coup. D 089, D 090, D 091, C 672. Gebakbloem (bakkers, banketbakkers) 231 alg.. 731 alg., Rts.b. FB (1 rts.), Coup. X 142, X 240, C 651, C 652,' C 669. Laatste gelegenheid tot inlevering voor de coup. C 615, C 616, C 633, Restant 202 alg., 702 alg. (1 rts.). Te verstrekk. no. coup. C 668. Gebak: 231 alg., 731 alg.-, Rts.b. FB (1 rts.), Restant 202, 702 alg. (1 rts.)4 Te verstrekk. no. coup. C 669. Melk: 211 melk (4 rts.), 213 melk (7 rts.), 713 melk (12 rts.), 1077 melk (5 rts.), Rts.b. G39 (1 rts.). Restant: 181 melk (4rts.), 183 melk (7rts.), "683 melk (12 rts.), 1067 melk (5 rts.). Te verstr. no. coup. E022. Vleeswaren (detalll. en slagers): 246 vlees (1 rts.), 247 vlees (3 rts.), 746 vl„ 747 vlees, A vlees (3 rts.), A vlees (2. rts.), Rts.b. G 51 (1 rts.), 216 vlees (1 rts.), 217 vlees <3 rts.), 716 vlees, .717. vlees (1 rts.), 1071 vlees (3 rts.), 1076 vlees (2 rts,). Te verstrekk. no. coup.. C 688, 689, 690. Tabak (detail!.)19 tabak, 23 tabak (2 rts Rts.b. G 66 (1 rts.), 13 tabak, 14 tabak, 17 tabak (2 rts."), Te verstrekk. no. coup. C 670, 671. Eieren (grossiers): 229 üg. (2 rts.), 264 alg. (4 rts.), 729 alg. (2 rts.), 764 alg., (4 rts.). 1079 eieren, A-5 eieren (5 rtsj, Rts.b. G 37 (1 rts.). Te verstrekk. no. Coup. G146, 147, 148. Inleveren Huishoudzeep alle rantsoe nen, Brood in veelvouden van 680 rts.' Eieren- in veelvouden -van 100 rts. De rest in veelvouden van 10 rts. Textiel Detaillisten. Toewijzingen Dis- tex MD 85, A, B, C, D, E, F, G, H VA 705 1 en 5 pnt Textiel a.s. moeders CA 802 10 pnt., C 82, D 81 1 en 10 pnt. Van iedere kaart behoeven de bonnen van gelijke waarde niet op afzonderlijke op- plakveilen. Minimaal 200 punten, hoe denzaken en kleine zakeh minimaal 100. Daarboven veelvouden van 10. Confectiebedrijven/Confëctionneurs; Werkkledingbonnen, totaal in veelvou den van 300 pnt. A 24 pnt., B en C 12 pnt. H en rts.b, FC 24 pnt., L en rts.b. FD *12 pnt. Machtigingen-Confgctie Han delscoupures. Voor hen waarvoor deze week is aan gewezen: Brandstoffen, Industriekolen: Coup» B, C, D, E verbruikers. Geen vervangings toewijzingen. Brandstoffen: TA 707, 76 BV (3 rts) TB 707, 76. BV (3 rts.), WA 707 1 tm' 12e per. (1 rts.), WB 707 1 t.m. 12e per. (5 rts.).. Rantsoenbonnen 1 eenheid 1947- 1948 (1 rts.). Aan bakkers zal handelsverlies brood wórden verstrekt. De te verstrekken vergoeding voor deze week bedraagt 5 pet. van de ingeleverde rantsoenen brood. De coupure C 672, die hiervoor" wordt uitgereikt, geeft recht op het be trekken van 70 gram patentbloem per rantsoen. Een arm* jongen, voor. wie zijn ouders niets te eten en te drinken hadden, moest weg. Zijn vader zocht overal een baas voor hem, maar niemand wilde de jongen hebben. Ten lange leste vond zijn vader iemand, "ie het wel eens met hem wilde proberen; Geld kreeg hij niet, alleen eten, drinken en kleren; daarvoor moest de jongen dan kokenen stoken, hakken en boenen, wassen en schrobben Nou ja, wat wil als "dag in da* uit rammelt van d9 honger Onze vriend koos hét minst slechte van de twee. zei zijn ouders gedag en ging naar zijn nieu we haas. Lang was die, wél zeker twee en een halve meter en zo mager als «en bezemsteel. Maar zijn brood was goed «n dus had de Jongen er vrede mee. Alleen, hoe langer hU er was, hoe ver velender hij hét vond. Zijn baas zag hij nooit, die zat alsmaar in een kamertje met een deur met drie sleutelgaten. Al leen bi) het eten kwam hij te voorschijn. Als hij dan later weer terug ging naar dat. geheimzinnige kamertje, probeerde de jongen wel eens gtlekum naar binnen te gluren, maar dat zat hem niet glad, want het was er aardedonker en je zag er niets. Om kort te gaan, de nieuwsgierigheid hield de jongen s nachts uit de slaap en op z'n laatst hield hij het niet langer uit. Op een stikdonkere nacht - do maan had het zeker aan zien komen en was angstig op de vlucht geslagen schoof hij zijn bed uit Zachtjes sloop hii over de gang, naar de slaapkamer van zijn baas. Evèn luisteren aan de deur. Alles voor elkaar, hoort Een duld geronk, als van Hoe bestaat het, déze week "ken ik de verjaardag-vteites op, ipjjM pantoffels af doen. Morgen heb. ik Tom M., die me nu met zijn 15e jaar wel helemaal zal ver geten. Tóch nogeen. yporkluif, Tom. Maandag isWilly jyj het feestvarken (komt door die kluif, Willy) met haar 12e jaar. Na haar gefeliciteerd te heb ben, ben ik vrij tot Pasen. I Van „De Bezige Bij'' ontving ik ook „Achter de Schermen" van H. Dore Boyl- ston. In Amerika zijp haat- boeken bij Oudere meisjes zéér in trek. Dit boek verhaalt, hoe Carol Page vja het toneel clubje van school een kansje krijgt bij een groot theater :en dan „achter de schermen" van het toneélleven 'n kijkje neemt. Hef is een interessant gegeven, zeker voor meisjes, die van toneelspelen houden. Enkele neutrale trekjes in dit overigens onschadelijk bo:ek (het onder werp zou het tegendeel doen veronder stellen), maken inderdaad voorbehoud voor rijpere meisjes noodzakelijk. Het boek heeft, naaSt Hét interessante on derwerp, het voordeel van een kalme schrijftrant, zodat dé hoofdjes der leze ressen niet gauw op "hol zullen Zijn. De prijs bedraagt 8,90y, - 3= een zaag op een knoest, bewees, dat zijn baas sliep als een marmot (zonder zaag natuurlijk). Heel voorzichtig de deur open én mi... Aha, dat was- nog eens vriendelijk, op tafel lag de bos met de drie sleutels. De jongen griste ze weg en sloop weer naar buiten. Nu eens kijken, wat er in die kamer was O, dat was nogal gemakkelijk. De slo ten waren niet even groot'en de sleutels ook niet. Een, twee, drie, nu voorzichtig duwen Zou de deur piepen 7 Ach nee, natuurlijk niet, dat had ze nooit gedaan. Hup dan maar en wild ging de deur open. Ai, wat donker, maar daar had hij op gerekend. Een kaars en lucifers zaten m zijn zak. Zo, daar was wat licht. Geen wonder, dat het er zo dónker was. er zat in «een enkele muur een raam en er lamp was er ook niet Knal..! Verschrikt draaide" de jongen zich om Lieve help, de deur was dicht en de sleutels zaten nog aan de buiten kant. Nu kon hij er niet meer uit. voor dat zijn haas kwam, die natuurlijk van de knal was wakker geworden. Daar zou wat zwaaien Nu hij er toch bij was. kon hij feitelijk net zo goed vlug even rond kijken. Vlug Üep hij naar de tafel. waar hij een kanjer van een boek zag liggen Hoe heette het Hè, las hij dat goed Ja, het stond er: „De wijze ..om te toveren". En dan met kleinere lettertjes: „Ten goede en ten kwade" Dan was zijn baas dus een tovenaarMisschien was hij er geeneens écht, was hij zomaar iets. een niets als mah. Het angstzweet brak de jongen aan alle kanten uit en ineens draaide hij zich om en holde hij naar de deur. „Help, help", brulde hij op de deur bonsend; „ik wil eruit en naar huis. Laat me los of ik ga gillen'"; helemaal vergetend, dat hij. al druk bezig was. Buiten bewoog zich niets. Radeloos rende de jongen weer naar de tafel én begon in het boek te bladeren. Dan moest hl) zichzelf er maar uit toveren. Wat was dat 7 O hemeltje, de ene regel was gewoon en de andere in heel vreemde letters en zo steeds maar door. Hij kon dus maar de helft van een bladzij lezen. Wacht eens hier iets: Verdwijnen. Even kijken. Ja, dat moest _hij hebben: „De wijsvinger zette men tegen de en dan een vreemde regel tegelijk zegge men: „Dissaparura", met het hoofd weer zo'n rare regel met de pinkDat was het, maar daar had hij niets aan. Een paar dingen moest hij maar raden. Maar ja, hjü moest het proberen Zo, wijsvinger, mm.... tegen het voorhoofd maarDat hoofd, knikken of draaien natuurlijk. Knikken maar, want die pink moest natuurlijk bij het knikken* uitste ken en ergens tegen komen. Waar tegen 7 Tegen zijn borst dan maar, dan ging het gemakkelijkst. De jongen zette zijn wijsvinger tegen zijn borst, knikte, zei: „Dissaparura" en... er gebeurde niets! De hele nacht probeerde hi) duizend en een dingen, maar niets lukte. De volgende morgen vond zijn baas hem steeds maar probe rend. Hij hielp hem een handje door hem de deur uit te schoppen, zo hard, dat hii midden in een kilometers hoge boom vloog. En als hij er niet uitgevallen is. zit hij er'nog in. „Jan, wat is bedrog?" „Als ik blijf zitten, meester. Bedrog is misbruik maken van een anders on wetendheid".. o „Wat was die professor Zondag ver strooid in de kerk. Hij haalde een zilve ren rijksdaalder uit zijn portemonnaie, gooide zijn bril op de schaal en zette de rijksdaalder voor zijn oog". o Frits, na welke slag zei generaal Wolfe, toen hij hoorde, dat zijn leger had gewonnen, voor hij stierf: „Nu sterf ik gelukkig"? „Manja, ik denk na zijn laatste". Lieve help, wat een regen I Ik neem pappie's paraplu, want mijn jurk kan er niet tegen en ik wü toch uitgaan nu. Bloempjes, lk zal je ook besehermen. Anders word je veel te nat en dan gaan. je kopjes hangen. Je hebt wel genoeg gehad. MIEP A.'(12 hoe zit dat? Kijk eens, of de raadsels van verleden week goed zijn opgelost: 1. zijn voet. 2. nee moe, 3. aal, 4. Pastoor op rolschaat sen met een pijp in de mond, 5. de bak ker. Met nieuwe moed aan de slag: 1. Wie hangt aan de wand en geeft me iedere dag de hand! 2. Waarom doet de haan bij het kraaien zijn ogen dicht? 8. Welke soorten vogels leggen geen eieren? 4. Wie fladdert en komt toch niet van zijn plaats? 5. Het valt van heel hoog kapot en loopt rustig verder? Praat de ollands Wat raar hè, dit hoekje is net' een ka lender en- barometer. Is het slecht w"eer en vacantie, dan zucht ik wel eens op gelucht, wanneer ik er een punt achter kan zetten. Is het alleen maar vacantie of slecht weer, dar) is de briefjesstropin behoorlijk. Is het na lange tijd mooi weer, dan wordt het al minder, maar o wee, wanneer de vacantie en het mooie weef samenvallen. Nu zijn we pas aan het mooie weer toé; en dus is het deze week dunnetjes. Het kan natuurlijk, dat alles tot Pasen wordt opgepot ,maar wacht dan nu niet langer meer, anders kom ik er niet meer door heen! Ploni H. (7 j.), tja, hét is nu de tijd van vervelende verkoudheidjes. Je bent gelukkig weer beter, dus alle leed is weer vergeten.... tot de volgende keer! Dat doet die dokter reuze handig en Vlug, voor je het in de gaten hebt, is het al gebeurd. Ik zal nog wel eens pre cies schrijven, hoe dat gebeurt. Frans G. (15 j.), of er voor jou een Wees Gegroetje wordt gebeden? Reken maar, kerel! Een vriendinnetje is Zelfs voor je ter H. Communie geweest! Geen zorgeh dus, want alles komt dik voor elkaar. Zeg, ik heb wel eens tegen die Oom Wim van je gevoetbald! Hoe vindt je dat? Ais. je beter bent, zal ik wel eens een paar kanjers op je doel lossen (als mijn benen nog willen!). Nou, Greetje K. (11 je hebt me aan het schrikken gemaakt. Zou je het heus doen? Kom, ik wed als je er nog eens oVer piekert, dat je boze bui dan gauw over is. Je moet maar zo denken, jongens kunnen soms erg lastig zijn. Ver tel je me, hoe het afgelopen is? Theo W (10 j.), welkom in ons midden. Jammer, dat ik je vraag niet kan beant woorden, Je weet of misschien weet je het nog niet dat Akunai, zo maar op papier bestaat, net als een zekere Oom Luuk. Als je dus wilt weten, hoe hij (Akunai) eruit ziet, zul je hem zelf móeten tekenen! Ha Truusje W. (12 j.), ik ben blij, dat je dat broertje van je eindelijk in zijn kuif hebt gegrepen. Doe je briefjes in het vervolg gerust in één couvert. Ze zullen elkaar niet bijten en je houdt een dubbeltje in je spaarpot. Ik ben be nieuwd naar je rapport, Truus. All K. (11 j.). Je moest eens weten, hoe. graag ik ieder zijn zin zou willen geven. Maar dat gaat heus niet. Wel heb ik je vraag genoteerd en als lk een gaatje zie, zal ik je verrassen. Tot zolang dus geduld. Als je op school je best doet, komt die 10 er zeker, denk je niet? Piet S. (9 J.), ik vind het natuurlijk reuze, dat je eindelijk over de brug komt, maarik mis je verjaardag, Pieterman! Nou, nou, je bent nogal in je sas met je raadsels, zijn ze niet erg ge makkelijk? Sommigen vinden dat wel, zie je. Tot gauw dan maar? Annie v. H. (12 j.), o nee, vergeten niet, maar alleen bang, dat jij het wgs. Wanneer je werkelijk je leven betert (achterdochtig mannetje, hè?) ben ik al weer dik tevreden. De moppentrommel is ilog steeds dicht, maar het ergste heb ben we nu wel gehad. Nog even geduld dus. Jopie L. (10 j.), natuurlijk vind ik dat goed. Iedereen mag meehelpen, waarom jij niet? Zal ik dan maar vast een lade van mijn bureau vrijmaken? Zeg, als je heel, heel erg je best wilt doen, moet je eens vriendinnetjes zien te winnen. Dan ben ik het meest in mijn schik. Hier moeten we het deze week mee doen. Niet erg veel, hè, maar wie weet wat Pasen ons brengt! OOM LUUK. Inhoud van het voorafgaand» Ebenezer Garnahan «n neef Ephiriam Lattimer vestigden zich in 1851 in Freeburg en bouwden daar vlak naast elkaar drie grote huizen. Vol gens de legende, die in de familie van geslacht op geslacht werd overgeleverd, bevond zich in het huis van de Lat- timers een familiespook, dat zijn aan wezigheid kenbaar maakte door, elf ^'agen te geven op een metalen voor- inis* ^et laatst waren deze slagen Lattime^ehoord door de oude kaPitein kapitein Jim Carnahan, «arf bil ziteVan kapitein Lattimer, te vnstig ziek ■a?ante' mrs- Dattimer, die fe^veipleegstïr^en1 jr' mif?' Hancock, etS jeugdvriend^11 v2°aeP&ne Gaines, JhjfP MAvi verlóófd geweest "me^nf1111*, Zy ls van mrs Lattimer. Lee h* ®nig? zoon ge leeftijd na een onaangen»f£ jeUg?!; met de regering hij wat 5? geschil geraar, aldus vertelde jim 1 ®nstwai" verpleegster - ln 'n rivier verdronk™ zou zijn. onnen Het gezelschap werd plotseling opge schrikt door het geluid van elf held?re doordringende slagen. Het famiiie- ipook kondigde na zestig jaar zijn aan- ezigheid weer eens aan. Even later herhaalde het geluid zich Iedereen hield zich, na de fhrfk™nde ver rassing, kalm, behalve Aggie, de huis houdster. Jiih vroeg aan dé verpleegster, die reeds drie weken hier aanwezig was. of ze "het geluid al eens eerder gehoord had, maar ze antwoordde ontkennend. Jim twijfelde er echter' aan of ze de waarheid sprak. Nachts hoorde Jim de elf slagen weer. maan nu klonken ze luguber en onheilspellend. De angstkreet vaii een vrouw doorscheurde even later de stil te van het huis. Jim ging op onderzoek, maar werd met een flinke klap op het achterhoofd neergeveld. Toen hij weer bij kennis kwam, hoorde hij, dat de verpleegster de angstkreet geuit had omdat ze een «pook had gezien. De volgende dag kwam mr. Forsythe, die met zijn oude vader hét huis der Carnahans betrokkenhad, kennis ma ken. Hij maakte op Jim geen erg gun stige indruk. Jim doorzocht een kamer, vlak naast die, van Aggie. Deze kamer was afge sloten en hij dacht,- <f!at de pleger van de aanslag zich misschien daar verbor gen had gehouden. Het onderzopk had echter geen resultaat. Met Aggie en Josephine ging hij per «uto naar het dorp. Aggie vertelde on derweg, dat ze het niet erg op de ver pleegster, miss Hancock, begrepen ha£ Ja, ze Is -zo ontzettend nieuwsgie rig. Toen verleden week de vader van mr. Forsythe met een ambulancewagen gebracht werd en op een baar naar bin nen werd gedragen, stond miss Hancock met een verrekijker het drama met de oude arme man af te kijken. De oude mr. Forsythe was natuurlijk niet te zien, want Ifij was helemaal in dekens gepakt. Je moet oppassen met die oude mensen, vooral als ze ziekelijk zijn, zoals het ge val moet zijn met mr. Forsythe senior. En hoe zag jij, dat miss Hancock er zoveel belangstelling voor had? Ik was in de bibliotheek, die recht op haar kamer uitziet. Ik zag haar voor het raam staan, de kijker voor de ogen. Ze was zo vol aandacht, dat ze me niet zag. Ik ging naar haar toe en toen zei ze dat ze de verrekijker van een vriend had gekregen en hem nu aan het proberen was. Ik vroeg of het ding goed werkte. Ze gaf het mij en ik keek. Ik zag de draagbaar vlak vóór me, maar geen spoor van de «oude man te zien. Hij was inge pakt als een mummie, zelfs het puntje uft1 Z n neus kwam niet tussen de dekens Ti'mev, 1en blik v»h verstandhouding keek to meisje naast zich gan. Na even verdenheuf nagêdacht> vroeg hij: Wie te h„v,h el el£enlijk van, mij die klap ?.egevt«* Aggie? Aesie nrnm ,'n iftbreker, antwoordde weest moeten zijn'? anders ge- Tnsenhino "J.n? Jk deed het met Josephine evenmin 7.if v? niet hebben gedaan en van P i kan ik het ook moeilük miSS HarPock ,„ai ik ar Li 1J. aannemen, hoe- wei..v \K,.fr heiemaal niet Bek ctoan te kiiken nle l.ëeK stRsn to kijkon, als Achteraf ?nn Kinirön dat ze het wèl gedaan heef? J jim lachte en zei: jv Sp1oof t Aggife, dat n vrouw een klap fou kunnln uitdelen, die zó hard aankwam! Maar iets anders: wat denk je van het spook, dat miss Hancock beweert gezien te hebben" Heb je daar al over na gedacht, Aggie? Het, spook, viel Aggie heftig uit! Ik geloof helemaal niet aan een spook. Hoog- sténs is missHancock zelf een spook Wat denk je dan van haar bewering*' Heeft ze zich wat wijs gemaakt? Niet zichzelf, maar ze probeerde ons wat wijs te maken, -meende Aggie. Plotseling stapte ze van het onderwerp al en vroeg; Wil je bij de winkel van Claussen stoppen, Jim? Ik moet daar 'n paar boodschappen doen. Intussen kunnen jullie een ritje in de omgeving gaan maken. Over pngeveer 'drie kwartier ben ik hier klaar. Laten we afspreken, dat je me tegen twaalf uur bij de Mid- denstandsbank weer ophaalt. Aggie stapte uit de auto en Jim zette de motor weer aan en koos met in stemming van Josephine de richting van de rivier. Het landschap was hier Ifeuvelachtig en geboeid keek het meisje naar de rijke natuur. Jim was in gedach ten verzonken. Haast automatisch stuurde hij de auto over de slingerende wegen, heuvel op, heuvel af. Plotseling verbrak hij het stilzwijgen. Jo, zei hij: h<je ben Jh er destijds eigenlijk bjj gekomen, je met Lee te /verloven? Hij keek het meisje vragend aan en tzag, dat haar gezicht Pijnlijk vertrok. Ze kreeg daarna een kleur en antwoordde kort: Omdat ik van hem hield. Neen, dat deed je hiet, zei Jim op besliste topn: Je hield van mij. Josephine leunde nu voorover en keek Jim recht in de ogen. Plotseling begon haar mond te beven en drupten er tranen uit haar ogen. Waarom moeten we daar weer over beginnen?, zei- ze schreiend: Waarom '®i aat oude leed weer naar boven halen? w®t voor nut heeft dat? Maar met klem herhaalde Jim: Je hield van mij! uN®®n!. riep hét meisje uit: Neen! Ik neb het korte tijd gedaeht, maar ik ver giste me. Ik bemerkte dat, toen ik de ^„Ze,uWaar°P Dee na zijn dienstweige- b®hand"elde, scherp veroordeelde. Je JXl?j tegen oorlog was en lk kon. f van een m,an' een ander volgen b etten alin elgen inzichten te T Het waren geen „inzichten" van ^Üf/„an W?ord(ie Jim: HU was bang. Zijn zogenaamde principiële houding ontstond i?ende oorlog al verklaard was. y.°°rdlen had hij nimmer over zijn prin- cipes gesproken, maar nu ineens weer- 7f hem, z'n plicht jegens het va- aerland te doen. We zijn allemaal tegen oonog, Josephine, ik even goed als jij, maaj; er zijn situaties, waarop we ons niet aan onze plicht mogen onttrekken. Laat ons niet langer over Lee pra- ten, smeekte Josephine? Ik hield van hem Pijnig me nu niet, mat al dat oude weer eens aan te raken. Maar begrijp dan toch, J0, dat ik je hóud en steeds van je gehouden heb. Ik heb al vele jaren moeten laten voorbij gaan zonder iets té kunnen zeg gen, mapr nu kan 'en wil. ik niet langer zwijgen. Volgens mijn vaste overtuiging heb jij altijd van mij gehouden en waren je gevoelens voor Lee louter gebaseerd op medelijden. Waarom moet je blijven volharden in deze fout? We moesten alles' wat gepasseerd is overboord gooien en samen het leven opnieuw, beginnen. Ik smeek je, Josephine, trouw met mij! Het njeisje begon heftiger te wenen en snikkend riep ze uit: Neen! Neen! - lk wil niet met je trouwen. Ik houd van Lee en niet van jou. Ikehwil leven voor de herinnering aan hem en nooR zal een ander zijn plaats kunnen innemen, Maar daft is toch -Verspilde liefde, Jo, redeneerde Jim: En bovendien: Lee was op geen stukken na de man, die je je in dromtn v&n hem gevormd had. Je hebt hem deugden toegedicht, die hn ab soluut niet bezat. Ik kende Lee door en door. Hij was niet eerlijk en daarom gaf ik geen cent voor zijn zogenaamde prin cipes en heb ik ze zo heftig bestreden. Hij is nu dood en ik wil dus liever niets kwaads van hem zeggen. Maar ik ver zeker je, dat je desillusie heel groot zou zijn geweest, als je werkelijk met hem getrouwd'zou zijn. Ik vind het heel erg gemeen van je, Jim, dat je iemand die dood is, in een kwaad daglicht stelt. Ikik,... Laten we geen ruzie maken, Jo sephine. Ik had gehoopt, dat wat er tus sen ons stond, door de tijd zou zijn weg genomen, maar dat blijkt nu niet het geval te zijn. Hij keek op zijn horloge en vervolgde: Het loopt tégen twaalf uur. We gaan terug naar de stad om Aggie op te ha len. De huishoudster stond al te wachten. Kom, we gaan nu gauw thuis koffie drinken. Je zult wel trek hebben, Jim, zei ze vrolijk. Neen, ik ga niet mee terug, ant woordde Jim: Ik moet hier iemand spre ken. Als Josephine Ynijn plaats achter het stuur wil overnemen, neem ik hier af scheid van jullie. Ik weet niet precies, hoe laat ik terug ben, dus wacht niét op mij met het eten. Hij stapte de auto uit en Josephine nam plaats achter het stuur, John ging op zoek naar een ijzerwaren winkel. Hij toonde de bediende de sleu tel dié Aggie hem gegeven had en vroeg, hoe lang het zóu duren om daar een copie van te maken. Twintig minuten, antwoordde de be- diende. Mooi zo!, prees Jim voldaan: Over 'n minuut of twintig kom ik dé beide sleutels dan even halen. Hü verliet de winkel en ging naar het kantoor van „Het nieuwsblad van Free burg", waai* eeri vriend van hem redac teur was. Hij besteeg de houten trap en ging een klein, stoffig kamertje binnen, waar, achter een bureau zijn vriénd als een razende copie zat te tikken. Hallo Ed, groette Jim de jongeman, die eerst nu van zijn werk opkeek. En thousiast beantwoordde hij met een we dergroet. Prettig je weer eens te zien. Ik wist, dat je in Freeburg was. Ja, ja, er kan niemand hier in |dit ellendige dorp aan komen, of de krant weet het. Vertel me eens, hoe gaat het met je tante, mrs. Lattimer? Heel slecht. Ik geloof met, dat ze er nog bovenop komt. Maar luister eens, Ed, kun je me ook wat knipsels bezor gen over die geschiedenis van destijds met mijn neef Lee Lattimer? Zeker kan ik dat. De redacteur drukte op een knopje en een bediende kwam binnen. Hij kreeg opdracht, de gevraagde knipsels bijeen te zoeken, een werkje, dat veel minder tijd in beslag nam dan Jim gevreesd had. Binnen/vijf minuten zat hij al* over eer, hele stapel krantenknipsels gebogen, die weliswaar stoffig waren, maar waaraan niet één schakel van het drama met Lee Lattimer ontbrak. De kranten hadden zich destijds verwoed op het voor en tegen van het drama geworpen en vooral de ontknoping namelijk het verdrin ken van Lee had grote belangstelling in de pers verwekt. -Jim n»m de knipsels vluchtig en toch nauwkeurig door. Een ervan was van een krant uit Chicago. Het droeg als datum 3 Juni 1918 en-de grote kop luidde: „De veelomstreden Lattimer verdronken". In Juni 1918 was Jim aan het front in Frank rijk en hij had dit krantenartikel dus niet gelezen. Met grote belangstelling las hij! „De dienstweigenaar Lattimer, die liever zijn luxe leventje zonder zorg en gevaar voortzette dan zijn plicht jegens net Vaderland tezamen mét duizenden van zijn landgenoten te vervullen, be de Mississippi opgehaald. Waarschijn Hjk heeft het vijf dagen in het water gelegen en het was dan ook niet te identificeren. Dank zij het vinden van enkele papieren, van een ring en hor loge, die de moeder van de drenkeling zéér beslist herkende, heeft men toch kunnen vaststellen, dat men met Lee Lattimer, die reeds enige dagen ver mist werd, te doen had. De overjas en hoed van het slachtoffer werden op ongeveer vijf kilometer van de plaats, waar de drenkeling werd opgehaald gevonden. Jim las ook alle andere knipsels, fiet bleek, dat ongeveer 'n week vóór Lee Lattimer verdronk, door de regering een verzoek werd afgewezen om Lattimer's bezwaren te erkennen en hem vrij te stellen van bestraffing. De hoogste auto riteiten te Washington hadden zich met het geval bezig gehouden, maar eensge zind was men van oordeel, dat Lattimer gestraft moest worden. Daarom waren enige kranten van mening, dat het mo gelijk was, dat de wanhopige man een eind aan z'n leven had gemaakt. Hij wist, dat er naar hem gezocht werd en de laatste tijd was hij dan ook zwervend. Vermoedelijk had hij de kracht niet dit bestaan nog langer voort te slepen en be zat hp niet de moed, zich ter beschikking van de overhéid te stellen. Jirn zuchtte,Roen hij de stapel papieren had doorgekeken. Hij dankte zijn vriend voor de inzage en verliet het gebouw, Jn de ijzerhandel de sleutels te gaan naien. De copie was zó meesterlijk ver vaardigd, dat er nauwelijks verschil tus- Se?r beide sleutels te zien was. Voldaan begaf Jim zich op weg naar het huis van zijn tante, een lange wan- deiing. die hem echter goed deed'na wat er de laatste vier en twintig uur gebeurd was. Nauwelijks had hij de hulsdeur achter zich gesloten, of Josephine snelde" hem tegemoet. Haar gelaat was doodsbleek en ding optreden getuigde van opwin- riep ze hem toe: Er is iets ge beurd. Miss Hancock is plotseling ver dwenen. Verdwenen?, vroeg Jim verbaasd: Waarheen? Dat weten we juist niet. Ze li er niet meer en heeft geeh boodschap ach tergelaten. Wanneer is ze weggegaan? Toen wij- met de auto naar hét dori# waren. Ze heeft tante Sarah hulpeloos achtergelaten. Er was niemand in het hele huis toen Aggie en ik terug kwamen. En hoe is het met tante Sarah? vroeg Jim onthutst, waarschijnlijk bang, dat de verpleegster met haar onverant woordelijk optreden de toestand van de oude dame verergerd zou hebben. Gelukkig goed, stelde Josephine hem gerust: Ze was -natuurlijk vreselijk zenuwachtig toen Aggie en ik thuis kwamen. Had zé. dan gemerkt, dat de ver pleegster er niet meer was. Ja. Ze was toevallig wakker en had wel 'n half uur lang om miss Han cock gebeld. Er kwam echter niemand en daardoor heeft tante zich meer op gewonden dan haar toestand verdragen kan. Ik heb ogenblikkelijk dr. Strathers opgebeld. Hij kan over enkele ogen blikken hier zijh. Nauwelijks had het meisje jjit gezegd, of er hield een auto voor het .huis stil en de dokter belde aan. Josephine opende snel de deur en al vorens de dokter gelegenheid had, een groet uit te spreken, vroeg ze: Heeft u misschien miss Hancock ergens heen gestuurd, dokter? ik? Neen, hoe komt u daar bij?, antwoordde de dokter verwonderd: Is zeweg? Ja, ze is Spoorloos verdwenen, be vestigde Jim: Ze heeft zelfs geen bood schap achter gelaten. Ik vind haar ge- h««ft niet meer bang te zijn voor het drag hoogst onverantwoordelijk, dokter, front Jojuist ontvingen wij namelijk Ze moet toch heel goed hebben geweten, het bericht, dat Lattimer verdronken dat mrs. Lattimer geen moment buiten te. Zijn stoffelijk overschot werd uit I verpleging kan? Zo is het inderdaad, stamelde de dokter: Als ze er werkelijk tussen uit getrokken >g, zoals u meent dat het ge val is dan is haar gedrag zeer te la ken. Maar.,., we mógen niet te voor barig zijp met een veroordeling. Ik zal eerst even naar mrs. Lattimei* gaan en daarna zullen we het hele huis eens doorzoeken. Miss Hancock is een buiten gewoon deskundige en toegewijde ver pleegster en het zou best kunnen, dat naar zelf iets overkomen is. Ik kan werkelijk moeilijk aannemen, dat ze de «eke hulpeloos in de steek heeft gela ten. Maar we zullen dadelijk dus naar haar gaan zoeken, nietwaar kapitein Car nahan? Uitstekend, dokter, antwoordde Jim. Dr. Strathers ging naar de ziekenka mer en zonder z'n terugkeer af te wach ten, toog Jim zelf op onderzoek uit H)j ging allereerst naar de zolder, ge wapend met een zaklantaarn. De zolder stond vol met koffers en kisten. Jim veronachtzaamde geen enkel detail, ma?r er was geen spoor van miss Hancock te ontdekken. Ook onderzocht hij nauwkeu rig de stof die wel enkele millimeters dik op vloer en voorwerpen rustte maar absoluut nergens afdrukken van voeten of hadden vertoonde. Er was' hier de laatste dagen beslist niemand geweest. Nu was de kelder aan de beurt. Hier Kwamen de huisgenoten echter voortdu rend. zodat stofsporen geen bewijs zou den leveren. Nauwkeurig zocht Jim iede re centimeter af. Plotseling ontdekte hij op de grond een donker propje. Hij raapte het op: een donkere dameszak doek. Juist was Josephine naar beneden ge komen. Jim toonde haar het zakdoeki» en vroeg: Is het van jou? Neen, antwoordde het meisje. Herken je dit zakdoekje wel? Ja. Het is er een van miss Han cock IX ~üm ging weer naar boven en bereikte de tweede verdieping juist op het tijdstip, dat dr. Strathers de ziekenkamer verliet. Hij klampte de dokter aan en stelde hem de vraag, die hem zozeer bezig hield dokter? U ZUSter Hancock heel erg goed, Dr. Strathers streek met z'n rechterhand over de kin en antwoordde bedachtzaam: Persoonlijk ken ik haar eigenlijk helemaal met, behalve dan van de enkele keren dat ik haar hier aantrof. Maar ze werd mij vanuit Chicago met zoveel nadruk aanbevolen, dat ik volkomen vertrouwen m haar stelde. Haar getuigschriften wa ren werkelijk voortreffelijk. Ze moet een prima ervaring hebben opgedaan, onder andere gedurende de oortog, toen ze hoofdzuster was jn een der grootste zie kenhuizen van Chicago. Merkte u iets bizonders aan haar op, toen u haar voor de laatste maal hier ont moette?, vroeg Jim: Deed ze misschien erg opgewonden of nerveus? Of gebeurde er iets bizonders? Neen, er gebeurde beslist niets, ver zekerde dr. Strathers nadrukkelijk: Alleen hoorde ik een vreemd geluid. Het klonk, alsof ér slagen op een gong werden ge geven. Het geluid kwam alleen van -heel ver af, maar het was erg doordringend. De dokter knikte, alsof hij de juistheid van zjjn woorden met nadruk wilde beves tigen. Daarna vervolgde hij: Ik vroeg aan miss Hancock wat dat voor een vreemd geluid was, maar ze antwoordde, dat ze het niet wist. Ze huiverde 'n beetje en ik vroeg haar, of ze misschien ge schrokken was. Ze zei: „Waarvan zou ik nu geschrokken moeten zijn?" en glim lachte zo onbekommerd en iTolijk als ze nog nimmer geglimlacht had. Ik dacht In ieder geval is ze verdwenen, on derbrak Jim haastig: We moeten iets ondernemen. Het lijkt mij het beste, dat we haar eigendommen eens naspeuren. Misschien kan dat ons iets verde* helpen. Wilt u zo vriendelijk zijn, dokter, met mij mee te «aait naar haar kamer?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 5