Attracties voor de Paasdagen
DVE *A*E
wereld
V
jeugdige lezerskring
De
Qezellige uren
tovenaar
m
m van de
door Raymond Knotts
Dr MEENK'S
SAHAPIRIH
oor onze
I ANG'
l zullen ze- leven
Hoofdpijn? on&
onder de lamp
Wat *n regen
ZATERDAG 20 MAART 1938
P A G ES- A 5
WEER WAT OP TAFEL
geneesmiddelen
SCALDtt
GRIKPPOEDIKS
w 9
GENERAAL SPOOR
AANGEKOMEN
DERTIG IHJR IN DE TREIN
Het duizendste Oostenrijkse
bleekneusje
DOOR DETAILLISTEN IN TE
LEVEREN BONNEN
Voor de week van 21 tot en met
27 Maalrt 1948
MOPPENTROMMEL
OOpOOOOOOOOOÖOOOOOOOOGOODO
©OOQQOQOOOOOOOOOOOOOOOOOO©
„Ze stond met een verrekijker naar de ambulance van airForsythe te
kijken".
(Wordt verrolgd)
TfflT.-1-
Het voorlichtingsbureau van de voe
dingsraad meldt:
Het Paasfeest is een vrolijk, kleurig
feest, vol van bloemen, geverfde eieren,
kuikentjes en Paashazen.
Wél zijn de "laatste jaren sommige
Paasgebruiken, zoals het branden van
Paasvuren en het eiertikken voor kin
deren mëest achterwege gebleven, maar
daaraan hebben de oorlog en de schaarste
aan eieren ook schuld gehad. Gelukkig
ls dit jaar de eiertoewijzing wat ruimer,
zodat de versierde eieren Qp onze Paas-
tafel niet behoeven te ontbreken. En
wannil'f we in onze gerechten geen echte
eieren verwerken, gebruiken we töch'al
lerlei toepasselijke Paasgarneringen, zodat
op- de versierde tafel alles wèl echt Pasen
ls!
Hier volgen enkele recepten voor 4
personen.
Paasgebakjo»
8 ronde biscuitjes, 1- crème au beur-
re, anijshagelslag in verschillende kleu-
ren.
De biscuitjes aan de verkeerde kant
besmeren, met crème au beurre; hiervan
ook in het midden een soort nestje spui
ten of vormen met behulp van een vork.
Hierin wat anijshagelslag strooien.
Crème au beurre
14 L melk, 25 g (2% eetlepel) maizena,
75 g. «5 eetlepels) suiker, 50 g (3 eetle
pels) boter of margarine, zout, chocolade
poeder.
De melk óp één klein deel na aan de
kook brengen met iets zout. Met de rest
van de melk de cacao, de suiker en de
maizena aanmengen, en hiermede da
kokende melk binden. De vla onder af en
toe roeren iets laten afkoelen. De boter
door de vla roeren en deze geheel koud
laten worden, waarna ze gespoten kan
worden.
hier en* en gebakschotels
150 g gehakt, boter of margarine, zout,
peper, 2 eieren, sla of dunsel, slasaus, ra
dijsjes, peterselie.
Het gehakt aanmaken en vormen tot
een grote, langwerpige bal. .Deze bal door
bloem wentelen en in boter of margarine
bruin en gaar braden. Dan het gehakt
met wat slasaus bestrijken en hierop een
plakje ei leggen.
De plakken gehakt met ei op een scho
tel schikken op sla- of dunselblaadjes en
de schotel garneren met peterselie en
radijs.
P aas pudding
1 liter melk, 100 g suiker, 50" g cacao,
90 g. custardpoeder, 100 g. biscuitjes, 1
stijfgeklopt eiwit, paaseitjes.
Het grootste gedeelte van de melk aan
de kook brengen, De suiker, de cacao en
het custardpoeder dooreenmengen en met
de overige, koude melk aanmaken.
De kokende melk binden met de aange
mengde massa en hierdoor de Verkrui
melde biscuitjes mengen. Dan de pud
ding overdoen in een met koud water
omgespoelde vorm en koud laten worden.
Bij het opdienen de pudding rondom
garneren met nestjes van stijfgeklopt
eiwit, waarin men kleine paaseitjes legt.
Hier en daar een paaskuikentje zetten.
Bij geruchte verluidt, dat een boer ln
de omgeving van Moordrecht, een gra-
mofoon heeft opgesteld, welke in het
holst van de nacht een plaat draalt van
een schreeuwend varken.
Tot nog toe zouden zeven ambtenaren
van de C.C.D. zijn komen aansnellen cm
proces-verbaal tegen hem op te maken
wegens clandestiene slachting. Ze zijn
allemaal ln een strategisch aangelegde
beerput gevallen.
BRASKAMP N.V. FABRlKANTE \iAN
Han**r>8 en rtMeri»? Dm symptomen
van Griep of Puttoon*» direct
bestrijden mot om* bekende
Gistermiddag ig om kwart voor "vier
DtwBgneraal S. H. Spoor opperbevel-
eI^»lvan de Nederlandse strijdkrachten
in Indonesië, per vliegtuig in Nederland
aangekomen.
Kiespijn Snel verdreven met j
Het duizendste Oostenrijkse kind van
de 2.000, die dit jaar drie maanden in
Nederland komen doorbréngen, is giste
ren in een groep van 180 jongens en
219 meisjes via Venlo in het kinderkamp
„America" bij Horst-Sevenum aange
komen. Het weer was even droefgeestig
ais de snuitjes van deze "peuters, die van
Donderdagmorgen 10 -uur tot Vrijdag
middag half vijf moesten reizen en trek
ken om het eerste rustpunt op Neder
landse bodem te vinden.
De reis, die ook dit maal weer onder
leiding van mevr. S. J. Ross en de heer
F. Jpski stond, verliep zonder, incidenten.
De kinderen werden per autobus van
Venlo naar de twefe kampen in „America"
gebracht, waar een warmte maaltijd hun
wachtte. Hier in dit kamp dat georga
niseerd is door de stichting „Kinderuit-
zeiiding 1945" onder auspiciën van het
ministerie van Sociale Zaken, werden
de kinderen door leiders van het Rode
Kruis overgedragen aan de zorgen van
mej. J. Wüst. de directrice van het
kamp, die bijgestaan wordt door 20
helpsters van haar vaste staf en 20 leden
van de U.V.V. uit Middelburg en Haar
lem.. Twee verpleegsters verzorgen de
kinderen voorlopig. Zij worden o.m.
gecontroleerd op ongedierte en scabies.
Enige artsen zouden vandaag de kinderen
op tuberculose onderzoeken en door
lichten omdat lijders aan deze ziekte
naar huis moeten worden gestuurd.
Maandag gaan de kinderen naar hun
pleegouders in Eindhoven en Tilburg;
welke pleegouders door het Kath. Huis
vestingscomité zijn uitgezocht.
Huishoudzeep:- 142 alg. (1 rts.), 642
alg. (2 rts.), Rts.b. GG41 (1 rts.), Res
tant 087 alg. (1 rts.), 587 alg. (2 rts.). Te
verstrekken no. coup, C 661. Afloss. week
5—11 Oct. en 16—22 Nov. '48.
Suiker/Versnap.: 21 Versnap. (0,8 rts.),
24 Versnap. (Ö.4 rts.), 232 alg. (3 rts.),
730 alg. (1 rts.), 732 alg. (2 rts.). 1.075
suiker (1 rts.), Rts.b. G12 (0.4 rts.),
Rts.b. G14 (1 rts.), Restant 15 versnap.
(0.8 rts.), 18 versnap. (0.4 ris.), 207 alg.
(3 rts.). 707 alg., 709 alg., 1065 suiker (1
rts.), Te verstrekk. no. coup. Versnape
ringen C 662, C 663, Suiker C 664, C 665.
Koffie: 237 alg., Rts.b. G16 rts.),
Te verstrekk. no. coup. C 666.
Thee: 239 alg., Rts.b. G17 rts.),
Restant 174 alg. (H rts.). Te verstrekk/
nVoodt23Cl6aTg. (4 rk>, 253 res (8 rts
356 res. (4 rts.), 268 al'g. (16 rts.), 269 alg.
731 alg., 753 res., 7b8 alg., 769 alg.,
A brood (4 rts.), A brood (8 rts.), Rts.b.
G 21 (4 rts.), en nw. bonnen voor brood
en voor brood of gebak. Coup. X 213,
X 236. Te verstrekk. no. coup. D 089,
D 090, D 091, C 672.
Gebakbloem (bakkers, banketbakkers)
231 alg.. 731 alg., Rts.b. FB (1 rts.),
Coup. X 142, X 240, C 651, C 652,' C 669.
Laatste gelegenheid tot inlevering voor
de coup. C 615, C 616, C 633, Restant 202
alg., 702 alg. (1 rts.). Te verstrekk. no.
coup. C 668.
Gebak: 231 alg., 731 alg.-, Rts.b. FB (1
rts.), Restant 202, 702 alg. (1 rts.)4 Te
verstrekk. no. coup. C 669.
Melk: 211 melk (4 rts.), 213 melk (7
rts.), 713 melk (12 rts.), 1077 melk (5
rts.), Rts.b. G39 (1 rts.). Restant: 181
melk (4rts.), 183 melk (7rts.), "683 melk
(12 rts.), 1067 melk (5 rts.). Te verstr.
no. coup. E022.
Vleeswaren (detalll. en slagers): 246
vlees (1 rts.), 247 vlees (3 rts.), 746 vl„
747 vlees, A vlees (3 rts.), A vlees (2.
rts.), Rts.b. G 51 (1 rts.), 216 vlees (1
rts.), 217 vlees <3 rts.), 716 vlees, .717.
vlees (1 rts.), 1071 vlees (3 rts.), 1076
vlees (2 rts,). Te verstrekk. no. coup..
C 688, 689, 690.
Tabak (detail!.)19 tabak, 23 tabak
(2 rts Rts.b. G 66 (1 rts.), 13 tabak, 14
tabak, 17 tabak (2 rts."), Te verstrekk. no.
coup. C 670, 671.
Eieren (grossiers): 229 üg. (2 rts.), 264
alg. (4 rts.), 729 alg. (2 rts.), 764 alg.,
(4 rts.). 1079 eieren, A-5 eieren (5 rtsj,
Rts.b. G 37 (1 rts.). Te verstrekk. no.
Coup. G146, 147, 148.
Inleveren Huishoudzeep alle rantsoe
nen, Brood in veelvouden van 680 rts.'
Eieren- in veelvouden -van 100 rts. De
rest in veelvouden van 10 rts.
Textiel Detaillisten. Toewijzingen Dis-
tex MD 85, A, B, C, D, E, F, G, H VA
705 1 en 5 pnt Textiel a.s. moeders CA
802 10 pnt., C 82, D 81 1 en 10 pnt. Van
iedere kaart behoeven de bonnen van
gelijke waarde niet op afzonderlijke op-
plakveilen. Minimaal 200 punten, hoe
denzaken en kleine zakeh minimaal 100.
Daarboven veelvouden van 10.
Confectiebedrijven/Confëctionneurs;
Werkkledingbonnen, totaal in veelvou
den van 300 pnt. A 24 pnt., B en C 12
pnt. H en rts.b, FC 24 pnt., L en rts.b.
FD *12 pnt. Machtigingen-Confgctie Han
delscoupures.
Voor hen waarvoor deze week is aan
gewezen:
Brandstoffen, Industriekolen: Coup» B,
C, D, E verbruikers. Geen vervangings
toewijzingen.
Brandstoffen: TA 707, 76 BV (3 rts)
TB 707, 76. BV (3 rts.), WA 707 1 tm'
12e per. (1 rts.), WB 707 1 t.m. 12e per.
(5 rts.).. Rantsoenbonnen 1 eenheid 1947-
1948 (1 rts.).
Aan bakkers zal handelsverlies brood
wórden verstrekt. De te verstrekken
vergoeding voor deze week bedraagt 5
pet. van de ingeleverde rantsoenen
brood. De coupure C 672, die hiervoor"
wordt uitgereikt, geeft recht op het be
trekken van 70 gram patentbloem per
rantsoen.
Een arm* jongen, voor. wie zijn ouders
niets te eten en te drinken hadden, moest
weg. Zijn vader zocht overal een baas
voor hem, maar niemand wilde de jongen
hebben. Ten lange leste vond zijn vader
iemand, "ie het wel eens met hem wilde
proberen; Geld kreeg hij niet, alleen eten,
drinken en kleren; daarvoor moest de
jongen dan kokenen stoken, hakken en
boenen, wassen en schrobben
Nou ja, wat wil als "dag in da*
uit rammelt van d9 honger Onze vriend
koos hét minst slechte van de twee. zei
zijn ouders gedag en ging naar zijn nieu
we haas. Lang was die, wél zeker twee
en een halve meter en zo mager als «en
bezemsteel. Maar zijn brood was goed «n
dus had de Jongen er vrede mee.
Alleen, hoe langer hU er was, hoe ver
velender hij hét vond. Zijn baas zag hij
nooit, die zat alsmaar in een kamertje
met een deur met drie sleutelgaten. Al
leen bi) het eten kwam hij te voorschijn.
Als hij dan later weer terug ging naar
dat. geheimzinnige kamertje, probeerde
de jongen wel eens gtlekum naar binnen
te gluren, maar dat zat hem niet glad,
want het was er aardedonker en je zag
er niets.
Om kort te gaan, de nieuwsgierigheid
hield de jongen s nachts uit de slaap en
op z'n laatst hield hij het niet langer uit.
Op een stikdonkere nacht - do maan
had het zeker aan zien komen en was
angstig op de vlucht geslagen schoof
hij zijn bed uit Zachtjes sloop hii over
de gang, naar de slaapkamer van zijn
baas.
Evèn luisteren aan de deur. Alles voor
elkaar, hoort Een duld geronk, als van
Hoe bestaat het, déze week "ken ik de
verjaardag-vteites op, ipjjM pantoffels af
doen. Morgen heb. ik Tom M., die me nu
met zijn 15e jaar wel helemaal zal ver
geten. Tóch nogeen. yporkluif, Tom.
Maandag isWilly jyj het feestvarken
(komt door die kluif, Willy) met haar
12e jaar. Na haar gefeliciteerd te heb
ben, ben ik vrij tot Pasen.
I
Van „De Bezige Bij'' ontving ik ook
„Achter de Schermen" van H. Dore Boyl-
ston. In Amerika zijp haat- boeken bij
Oudere meisjes zéér in trek. Dit boek
verhaalt, hoe Carol Page vja het toneel
clubje van school een kansje krijgt bij
een groot theater :en dan „achter de
schermen" van het toneélleven 'n kijkje
neemt. Hef is een interessant gegeven,
zeker voor meisjes, die van toneelspelen
houden. Enkele neutrale trekjes in dit
overigens onschadelijk bo:ek (het onder
werp zou het tegendeel doen veronder
stellen), maken inderdaad voorbehoud
voor rijpere meisjes noodzakelijk. Het
boek heeft, naaSt Hét interessante on
derwerp, het voordeel van een kalme
schrijftrant, zodat dé hoofdjes der leze
ressen niet gauw op "hol zullen Zijn. De
prijs bedraagt 8,90y,
-
3=
een zaag op een knoest, bewees, dat zijn
baas sliep als een marmot (zonder zaag
natuurlijk). Heel voorzichtig de deur
open én mi... Aha, dat was- nog eens
vriendelijk, op tafel lag de bos met de
drie sleutels. De jongen griste ze weg
en sloop weer naar buiten. Nu eens
kijken, wat er in die kamer was
O, dat was nogal gemakkelijk. De slo
ten waren niet even groot'en de sleutels
ook niet. Een, twee, drie, nu voorzichtig
duwen Zou de deur piepen 7 Ach nee,
natuurlijk niet, dat had ze nooit gedaan.
Hup dan maar en wild ging de deur open.
Ai, wat donker, maar daar had hij op
gerekend. Een kaars en lucifers zaten
m zijn zak. Zo, daar was wat licht. Geen
wonder, dat het er zo dónker was. er
zat in «een enkele muur een raam en
er lamp was er ook niet
Knal..! Verschrikt draaide" de jongen
zich om Lieve help, de deur was dicht
en de sleutels zaten nog aan de buiten
kant. Nu kon hij er niet meer uit. voor
dat zijn haas kwam, die natuurlijk van
de knal was wakker geworden. Daar zou
wat zwaaien Nu hij er toch bij was. kon
hij feitelijk net zo goed vlug even rond
kijken. Vlug Üep hij naar de tafel. waar
hij een kanjer van een boek zag liggen
Hoe heette het Hè, las hij dat goed Ja,
het stond er: „De wijze ..om te toveren".
En dan met kleinere lettertjes: „Ten
goede en ten kwade" Dan was zijn baas
dus een tovenaarMisschien was hij er
geeneens écht, was hij zomaar iets. een
niets als mah.
Het angstzweet brak de jongen aan alle
kanten uit en ineens draaide hij zich om
en holde hij naar de deur. „Help, help",
brulde hij op de deur bonsend; „ik wil
eruit en naar huis. Laat me los of ik
ga gillen'"; helemaal vergetend, dat hij.
al druk bezig was. Buiten bewoog zich
niets. Radeloos rende de jongen weer
naar de tafel én begon in het boek te
bladeren.
Dan moest hl) zichzelf er maar uit
toveren. Wat was dat 7 O hemeltje, de
ene regel was gewoon en de andere in
heel vreemde letters en zo steeds maar
door. Hij kon dus maar de helft van een
bladzij lezen.
Wacht eens hier iets: Verdwijnen. Even
kijken. Ja, dat moest _hij hebben: „De
wijsvinger zette men tegen de en dan
een vreemde regel tegelijk zegge men:
„Dissaparura", met het hoofd weer
zo'n rare regel met de pinkDat was
het, maar daar had hij niets aan.
Een paar dingen moest hij maar raden.
Maar ja, hjü moest het proberen Zo,
wijsvinger, mm.... tegen het voorhoofd
maarDat hoofd, knikken of draaien
natuurlijk. Knikken maar, want die pink
moest natuurlijk bij het knikken* uitste
ken en ergens tegen komen. Waar tegen 7
Tegen zijn borst dan maar, dan ging het
gemakkelijkst.
De jongen zette zijn wijsvinger tegen
zijn borst, knikte, zei: „Dissaparura"
en... er gebeurde niets! De hele nacht
probeerde hi) duizend en een dingen,
maar niets lukte. De volgende morgen
vond zijn baas hem steeds maar probe
rend. Hij hielp hem een handje door hem
de deur uit te schoppen, zo hard, dat hii
midden in een kilometers hoge boom
vloog. En als hij er niet uitgevallen is.
zit hij er'nog in.
„Jan, wat is bedrog?"
„Als ik blijf zitten, meester. Bedrog
is misbruik maken van een anders on
wetendheid"..
o
„Wat was die professor Zondag ver
strooid in de kerk. Hij haalde een zilve
ren rijksdaalder uit zijn portemonnaie,
gooide zijn bril op de schaal en zette
de rijksdaalder voor zijn oog".
o
Frits, na welke slag zei generaal
Wolfe, toen hij hoorde, dat zijn leger had
gewonnen, voor hij stierf: „Nu sterf ik
gelukkig"?
„Manja, ik denk na zijn laatste".
Lieve help, wat een regen I
Ik neem pappie's paraplu,
want mijn jurk kan er niet tegen
en ik wü toch uitgaan nu.
Bloempjes, lk zal je ook besehermen.
Anders word je veel te nat
en dan gaan. je kopjes hangen.
Je hebt wel genoeg gehad.
MIEP A.'(12
hoe zit dat?
Kijk eens, of de raadsels van verleden
week goed zijn opgelost: 1. zijn voet. 2.
nee moe, 3. aal, 4. Pastoor op rolschaat
sen met een pijp in de mond, 5. de bak
ker.
Met nieuwe moed aan de slag:
1. Wie hangt aan de wand en geeft
me iedere dag de hand!
2. Waarom doet de haan bij het
kraaien zijn ogen dicht?
8. Welke soorten vogels leggen geen
eieren?
4. Wie fladdert en komt toch niet
van zijn plaats?
5. Het valt van heel hoog kapot en
loopt rustig verder?
Praat de ollands
Wat raar hè, dit hoekje is net' een ka
lender en- barometer. Is het slecht w"eer
en vacantie, dan zucht ik wel eens op
gelucht, wanneer ik er een punt achter
kan zetten. Is het alleen maar vacantie
of slecht weer, dar) is de briefjesstropin
behoorlijk. Is het na lange tijd mooi
weer, dan wordt het al minder, maar o
wee, wanneer de vacantie en het mooie
weef samenvallen.
Nu zijn we pas aan het mooie weer
toé; en dus is het deze week dunnetjes.
Het kan natuurlijk, dat alles tot Pasen
wordt opgepot ,maar wacht dan nu niet
langer meer, anders kom ik er niet meer
door heen!
Ploni H. (7 j.), tja, hét is nu de tijd
van vervelende verkoudheidjes. Je bent
gelukkig weer beter, dus alle leed is
weer vergeten.... tot de volgende keer!
Dat doet die dokter reuze handig en
Vlug, voor je het in de gaten hebt, is
het al gebeurd. Ik zal nog wel eens pre
cies schrijven, hoe dat gebeurt.
Frans G. (15 j.), of er voor jou een
Wees Gegroetje wordt gebeden? Reken
maar, kerel! Een vriendinnetje is Zelfs
voor je ter H. Communie geweest! Geen
zorgeh dus, want alles komt dik voor
elkaar. Zeg, ik heb wel eens tegen die
Oom Wim van je gevoetbald! Hoe vindt
je dat? Ais. je beter bent, zal ik wel eens
een paar kanjers op je doel lossen (als
mijn benen nog willen!).
Nou, Greetje K. (11 je hebt me
aan het schrikken gemaakt. Zou je het
heus doen? Kom, ik wed als je er nog
eens oVer piekert, dat je boze bui dan
gauw over is. Je moet maar zo denken,
jongens kunnen soms erg lastig zijn. Ver
tel je me, hoe het afgelopen is?
Theo W (10 j.), welkom in ons midden.
Jammer, dat ik je vraag niet kan beant
woorden, Je weet of misschien weet
je het nog niet dat Akunai, zo maar
op papier bestaat, net als een zekere
Oom Luuk. Als je dus wilt weten, hoe
hij (Akunai) eruit ziet, zul je hem zelf
móeten tekenen!
Ha Truusje W. (12 j.), ik ben blij, dat
je dat broertje van je eindelijk in zijn
kuif hebt gegrepen. Doe je briefjes in
het vervolg gerust in één couvert. Ze
zullen elkaar niet bijten en je houdt een
dubbeltje in je spaarpot. Ik ben be
nieuwd naar je rapport, Truus.
All K. (11 j.). Je moest eens weten,
hoe. graag ik ieder zijn zin zou willen
geven. Maar dat gaat heus niet. Wel
heb ik je vraag genoteerd en als lk een
gaatje zie, zal ik je verrassen. Tot zolang
dus geduld. Als je op school je best doet,
komt die 10 er zeker, denk je niet?
Piet S. (9 J.), ik vind het natuurlijk
reuze, dat je eindelijk over de brug
komt, maarik mis je verjaardag,
Pieterman! Nou, nou, je bent nogal in je
sas met je raadsels, zijn ze niet erg ge
makkelijk? Sommigen vinden dat wel,
zie je. Tot gauw dan maar?
Annie v. H. (12 j.), o nee, vergeten
niet, maar alleen bang, dat jij het wgs.
Wanneer je werkelijk je leven betert
(achterdochtig mannetje, hè?) ben ik al
weer dik tevreden. De moppentrommel
is ilog steeds dicht, maar het ergste heb
ben we nu wel gehad. Nog even geduld
dus.
Jopie L. (10 j.), natuurlijk vind ik dat
goed. Iedereen mag meehelpen, waarom
jij niet? Zal ik dan maar vast een lade
van mijn bureau vrijmaken? Zeg, als je
heel, heel erg je best wilt doen, moet je
eens vriendinnetjes zien te winnen. Dan
ben ik het meest in mijn schik.
Hier moeten we het deze week mee
doen. Niet erg veel, hè, maar wie weet
wat Pasen ons brengt!
OOM LUUK.
Inhoud van het voorafgaand»
Ebenezer Garnahan «n neef
Ephiriam Lattimer vestigden zich in
1851 in Freeburg en bouwden daar vlak
naast elkaar drie grote huizen. Vol
gens de legende, die in de familie van
geslacht op geslacht werd overgeleverd,
bevond zich in het huis van de Lat-
timers een familiespook, dat zijn aan
wezigheid kenbaar maakte door, elf
^'agen te geven op een metalen voor-
inis* ^et laatst waren deze slagen
Lattime^ehoord door de oude kaPitein
kapitein Jim Carnahan,
«arf bil ziteVan kapitein Lattimer, te
vnstig ziek ■a?ante' mrs- Dattimer, die
fe^veipleegstïr^en1 jr' mif?' Hancock,
etS jeugdvriend^11 v2°aeP&ne Gaines,
JhjfP
MAvi
verlóófd geweest "me^nf1111*, Zy ls
van mrs Lattimer. Lee h* ®nig? zoon
ge leeftijd na een onaangen»f£ jeUg?!;
met de regering hij wat 5? geschil
geraar, aldus vertelde jim 1 ®nstwai"
verpleegster - ln 'n rivier verdronk™
zou zijn. onnen
Het gezelschap werd plotseling opge
schrikt door het geluid van elf held?re
doordringende slagen. Het famiiie-
ipook kondigde na zestig jaar zijn aan-
ezigheid weer eens aan. Even later
herhaalde het geluid zich Iedereen
hield zich, na de fhrfk™nde ver
rassing, kalm, behalve Aggie, de huis
houdster.
Jiih vroeg aan dé verpleegster, die
reeds drie weken hier aanwezig was.
of ze "het geluid al eens eerder gehoord
had, maar ze antwoordde ontkennend.
Jim twijfelde er echter' aan of ze de
waarheid sprak.
Nachts hoorde Jim de elf slagen
weer. maan nu klonken ze luguber en
onheilspellend. De angstkreet vaii een
vrouw doorscheurde even later de stil
te van het huis.
Jim ging op onderzoek, maar werd
met een flinke klap op het achterhoofd
neergeveld. Toen hij weer bij kennis
kwam, hoorde hij, dat de verpleegster
de angstkreet geuit had omdat ze een
«pook had gezien.
De volgende dag kwam mr. Forsythe,
die met zijn oude vader hét huis der
Carnahans betrokkenhad, kennis ma
ken. Hij maakte op Jim geen erg gun
stige indruk.
Jim doorzocht een kamer, vlak naast
die, van Aggie. Deze kamer was afge
sloten en hij dacht,- <f!at de pleger van
de aanslag zich misschien daar verbor
gen had gehouden. Het onderzopk had
echter geen resultaat.
Met Aggie en Josephine ging hij per
«uto naar het dorp. Aggie vertelde on
derweg, dat ze het niet erg op de ver
pleegster, miss Hancock, begrepen ha£
Ja, ze Is -zo ontzettend nieuwsgie
rig. Toen verleden week de vader van
mr. Forsythe met een ambulancewagen
gebracht werd en op een baar naar bin
nen werd gedragen, stond miss Hancock
met een verrekijker het drama met de
oude arme man af te kijken. De oude
mr. Forsythe was natuurlijk niet te zien,
want Ifij was helemaal in dekens gepakt.
Je moet oppassen met die oude mensen,
vooral als ze ziekelijk zijn, zoals het ge
val moet zijn met mr. Forsythe senior.
En hoe zag jij, dat miss Hancock
er zoveel belangstelling voor had?
Ik was in de bibliotheek, die recht
op haar kamer uitziet. Ik zag haar voor
het raam staan, de kijker voor de ogen.
Ze was zo vol aandacht, dat ze me niet
zag. Ik ging naar haar toe en toen zei ze
dat ze de verrekijker van een vriend had
gekregen en hem nu aan het proberen
was. Ik vroeg of het ding goed werkte.
Ze gaf het mij en ik keek. Ik zag de
draagbaar vlak vóór me, maar geen spoor
van de «oude man te zien. Hij was inge
pakt als een mummie, zelfs het puntje
uft1 Z n neus kwam niet tussen de dekens
Ti'mev, 1en blik v»h verstandhouding keek
to meisje naast zich gan. Na even
verdenheuf nagêdacht> vroeg hij: Wie
te h„v,h el el£enlijk van, mij die klap
?.egevt«* Aggie?
Aesie nrnm ,'n iftbreker, antwoordde
weest moeten zijn'? anders ge-
Tnsenhino "J.n? Jk deed het met
Josephine evenmin 7.if v?
niet hebben gedaan en van P i
kan ik het ook moeilük miSS HarPock
,„ai ik ar Li 1J. aannemen, hoe-
wei..v \K,.fr heiemaal niet Bek
ctoan te kiiken nle l.ëeK
stRsn to kijkon, als Achteraf ?nn Kinirön
dat ze het wèl gedaan heef? J
jim lachte en zei: jv Sp1oof t
Aggife, dat n vrouw een klap fou kunnln
uitdelen, die zó hard aankwam! Maar iets
anders: wat denk je van het spook, dat
miss Hancock beweert gezien te hebben"
Heb je daar al over na gedacht, Aggie?
Het, spook, viel Aggie heftig uit! Ik
geloof helemaal niet aan een spook. Hoog-
sténs is missHancock zelf een spook
Wat denk je dan van haar bewering*'
Heeft ze zich wat wijs gemaakt?
Niet zichzelf, maar ze probeerde
ons wat wijs te maken, -meende Aggie.
Plotseling stapte ze van het onderwerp
al en vroeg; Wil je bij de winkel van
Claussen stoppen, Jim? Ik moet daar
'n paar boodschappen doen. Intussen
kunnen jullie een ritje in de omgeving
gaan maken. Over pngeveer 'drie kwartier
ben ik hier klaar. Laten we afspreken,
dat je me tegen twaalf uur bij de Mid-
denstandsbank weer ophaalt.
Aggie stapte uit de auto en Jim zette
de motor weer aan en koos met in
stemming van Josephine de richting
van de rivier. Het landschap was hier
Ifeuvelachtig en geboeid keek het meisje
naar de rijke natuur. Jim was in gedach
ten verzonken. Haast automatisch stuurde
hij de auto over de slingerende wegen,
heuvel op, heuvel af. Plotseling verbrak
hij het stilzwijgen.
Jo, zei hij: h<je ben Jh er destijds
eigenlijk bjj gekomen, je met Lee te
/verloven?
Hij keek het meisje vragend aan en
tzag, dat haar gezicht Pijnlijk vertrok.
Ze kreeg daarna een kleur en antwoordde
kort: Omdat ik van hem hield.
Neen, dat deed je hiet, zei Jim op
besliste topn: Je hield van mij.
Josephine leunde nu voorover en keek
Jim recht in de ogen. Plotseling begon
haar mond te beven en drupten er tranen
uit haar ogen.
Waarom moeten we daar weer over
beginnen?, zei- ze schreiend: Waarom
'®i aat oude leed weer naar boven halen?
w®t voor nut heeft dat?
Maar met klem herhaalde Jim: Je
hield van mij!
uN®®n!. riep hét meisje uit: Neen! Ik
neb het korte tijd gedaeht, maar ik ver
giste me. Ik bemerkte dat, toen ik de
^„Ze,uWaar°P Dee na zijn dienstweige-
b®hand"elde, scherp veroordeelde. Je
JXl?j tegen oorlog was en lk kon.
f van een m,an' een ander
volgen b etten alin elgen inzichten te
T Het waren geen „inzichten" van
^Üf/„an W?ord(ie Jim: HU was bang. Zijn
zogenaamde principiële houding ontstond
i?ende oorlog al verklaard was.
y.°°rdlen had hij nimmer over zijn prin-
cipes gesproken, maar nu ineens weer-
7f hem, z'n plicht jegens het va-
aerland te doen. We zijn allemaal tegen
oonog, Josephine, ik even goed als jij,
maaj; er zijn situaties, waarop we ons niet
aan onze plicht mogen onttrekken.
Laat ons niet langer over Lee pra-
ten, smeekte Josephine? Ik hield van hem
Pijnig me nu niet, mat al dat oude weer
eens aan te raken.
Maar begrijp dan toch, J0, dat ik
je hóud en steeds van je gehouden
heb. Ik heb al vele jaren moeten laten
voorbij gaan zonder iets té kunnen zeg
gen, mapr nu kan 'en wil. ik niet langer
zwijgen. Volgens mijn vaste overtuiging
heb jij altijd van mij gehouden en waren
je gevoelens voor Lee louter gebaseerd
op medelijden. Waarom moet je blijven
volharden in deze fout? We moesten alles'
wat gepasseerd is overboord gooien en
samen het leven opnieuw, beginnen. Ik
smeek je, Josephine, trouw met mij!
Het njeisje begon heftiger te wenen
en snikkend riep ze uit: Neen! Neen! -
lk wil niet met je trouwen. Ik houd van
Lee en niet van jou. Ikehwil
leven voor de herinnering aan hem en
nooR zal een ander zijn plaats kunnen
innemen,
Maar daft is toch -Verspilde liefde,
Jo, redeneerde Jim: En bovendien: Lee
was op geen stukken na de man, die je je
in dromtn v&n hem gevormd had. Je
hebt hem deugden toegedicht, die hn ab
soluut niet bezat. Ik kende Lee door en
door. Hij was niet eerlijk en daarom gaf
ik geen cent voor zijn zogenaamde prin
cipes en heb ik ze zo heftig bestreden.
Hij is nu dood en ik wil dus liever niets
kwaads van hem zeggen. Maar ik ver
zeker je, dat je desillusie heel groot zou
zijn geweest, als je werkelijk met hem
getrouwd'zou zijn.
Ik vind het heel erg gemeen van je,
Jim, dat je iemand die dood is, in een
kwaad daglicht stelt. Ikik,...
Laten we geen ruzie maken, Jo
sephine. Ik had gehoopt, dat wat er tus
sen ons stond, door de tijd zou zijn weg
genomen, maar dat blijkt nu niet het
geval te zijn.
Hij keek op zijn horloge en vervolgde:
Het loopt tégen twaalf uur. We gaan
terug naar de stad om Aggie op te ha
len.
De huishoudster stond al te wachten.
Kom, we gaan nu gauw thuis koffie
drinken. Je zult wel trek hebben, Jim,
zei ze vrolijk.
Neen, ik ga niet mee terug, ant
woordde Jim: Ik moet hier iemand spre
ken. Als Josephine Ynijn plaats achter het
stuur wil overnemen, neem ik hier af
scheid van jullie. Ik weet niet precies,
hoe laat ik terug ben, dus wacht niét op
mij met het eten.
Hij stapte de auto uit en Josephine
nam plaats achter het stuur,
John ging op zoek naar een ijzerwaren
winkel. Hij toonde de bediende de sleu
tel dié Aggie hem gegeven had en vroeg,
hoe lang het zóu duren om daar een copie
van te maken.
Twintig minuten, antwoordde de be-
diende.
Mooi zo!, prees Jim voldaan: Over
'n minuut of twintig kom ik dé beide
sleutels dan even halen.
Hü verliet de winkel en ging naar het
kantoor van „Het nieuwsblad van Free
burg", waai* eeri vriend van hem redac
teur was. Hij besteeg de houten trap en
ging een klein, stoffig kamertje binnen,
waar, achter een bureau zijn vriénd als
een razende copie zat te tikken.
Hallo Ed, groette Jim de jongeman,
die eerst nu van zijn werk opkeek. En
thousiast beantwoordde hij met een we
dergroet.
Prettig je weer eens te zien. Ik wist,
dat je in Freeburg was. Ja, ja, er kan
niemand hier in |dit ellendige dorp aan
komen, of de krant weet het. Vertel me
eens, hoe gaat het met je tante, mrs.
Lattimer?
Heel slecht. Ik geloof met, dat ze
er nog bovenop komt. Maar luister eens,
Ed, kun je me ook wat knipsels bezor
gen over die geschiedenis van destijds
met mijn neef Lee Lattimer?
Zeker kan ik dat.
De redacteur drukte op een knopje
en een bediende kwam binnen. Hij kreeg
opdracht, de gevraagde knipsels bijeen
te zoeken, een werkje, dat veel minder
tijd in beslag nam dan Jim gevreesd had.
Binnen/vijf minuten zat hij al* over eer,
hele stapel krantenknipsels gebogen, die
weliswaar stoffig waren, maar waaraan
niet één schakel van het drama met Lee
Lattimer ontbrak. De kranten hadden zich
destijds verwoed op het voor en tegen
van het drama geworpen en vooral de
ontknoping namelijk het verdrin
ken van Lee had grote belangstelling
in de pers verwekt.
-Jim n»m de knipsels vluchtig en toch
nauwkeurig door. Een ervan was van een
krant uit Chicago. Het droeg als datum
3 Juni 1918 en-de grote kop luidde: „De
veelomstreden Lattimer verdronken". In
Juni 1918 was Jim aan het front in Frank
rijk en hij had dit krantenartikel dus niet
gelezen. Met grote belangstelling las hij!
„De dienstweigenaar Lattimer, die
liever zijn luxe leventje zonder zorg en
gevaar voortzette dan zijn plicht jegens
net Vaderland tezamen mét duizenden
van zijn landgenoten te vervullen, be
de Mississippi opgehaald. Waarschijn
Hjk heeft het vijf dagen in het water
gelegen en het was dan ook niet te
identificeren. Dank zij het vinden van
enkele papieren, van een ring en hor
loge, die de moeder van de drenkeling
zéér beslist herkende, heeft men toch
kunnen vaststellen, dat men met Lee
Lattimer, die reeds enige dagen ver
mist werd, te doen had. De overjas
en hoed van het slachtoffer werden op
ongeveer vijf kilometer van de plaats,
waar de drenkeling werd opgehaald
gevonden.
Jim las ook alle andere knipsels, fiet
bleek, dat ongeveer 'n week vóór Lee
Lattimer verdronk, door de regering een
verzoek werd afgewezen om Lattimer's
bezwaren te erkennen en hem vrij te
stellen van bestraffing. De hoogste auto
riteiten te Washington hadden zich met
het geval bezig gehouden, maar eensge
zind was men van oordeel, dat Lattimer
gestraft moest worden. Daarom waren
enige kranten van mening, dat het mo
gelijk was, dat de wanhopige man een
eind aan z'n leven had gemaakt. Hij
wist, dat er naar hem gezocht werd en de
laatste tijd was hij dan ook zwervend.
Vermoedelijk had hij de kracht niet dit
bestaan nog langer voort te slepen en be
zat hp niet de moed, zich ter beschikking
van de overhéid te stellen.
Jirn zuchtte,Roen hij de stapel papieren
had doorgekeken. Hij dankte zijn vriend
voor de inzage en verliet het gebouw,
Jn de ijzerhandel de sleutels te gaan
naien. De copie was zó meesterlijk ver
vaardigd, dat er nauwelijks verschil tus-
Se?r beide sleutels te zien was.
Voldaan begaf Jim zich op weg naar
het huis van zijn tante, een lange wan-
deiing. die hem echter goed deed'na wat
er de laatste vier en twintig uur gebeurd
was.
Nauwelijks had hij de hulsdeur achter
zich gesloten, of Josephine snelde" hem
tegemoet. Haar gelaat was doodsbleek en
ding optreden getuigde van opwin-
riep ze hem toe: Er is iets ge
beurd. Miss Hancock is plotseling ver
dwenen.
Verdwenen?, vroeg Jim verbaasd:
Waarheen?
Dat weten we juist niet. Ze li er
niet meer en heeft geeh boodschap ach
tergelaten.
Wanneer is ze weggegaan?
Toen wij- met de auto naar hét dori#
waren. Ze heeft tante Sarah hulpeloos
achtergelaten. Er was niemand in het
hele huis toen Aggie en ik terug kwamen.
En hoe is het met tante Sarah?
vroeg Jim onthutst, waarschijnlijk bang,
dat de verpleegster met haar onverant
woordelijk optreden de toestand van de
oude dame verergerd zou hebben.
Gelukkig goed, stelde Josephine
hem gerust: Ze was -natuurlijk vreselijk
zenuwachtig toen Aggie en ik thuis
kwamen.
Had zé. dan gemerkt, dat de ver
pleegster er niet meer was.
Ja. Ze was toevallig wakker en
had wel 'n half uur lang om miss Han
cock gebeld. Er kwam echter niemand
en daardoor heeft tante zich meer op
gewonden dan haar toestand verdragen
kan. Ik heb ogenblikkelijk dr. Strathers
opgebeld. Hij kan over enkele ogen
blikken hier zijh.
Nauwelijks had het meisje jjit gezegd,
of er hield een auto voor het .huis
stil en de dokter belde aan.
Josephine opende snel de deur en al
vorens de dokter gelegenheid had, een
groet uit te spreken, vroeg ze: Heeft
u misschien miss Hancock ergens heen
gestuurd, dokter?
ik? Neen, hoe komt u daar bij?,
antwoordde de dokter verwonderd: Is
zeweg?
Ja, ze is Spoorloos verdwenen, be
vestigde Jim: Ze heeft zelfs geen bood
schap achter gelaten. Ik vind haar ge-
h««ft niet meer bang te zijn voor het drag hoogst onverantwoordelijk, dokter,
front Jojuist ontvingen wij namelijk Ze moet toch heel goed hebben geweten,
het bericht, dat Lattimer verdronken dat mrs. Lattimer geen moment buiten
te. Zijn stoffelijk overschot werd uit I verpleging kan?
Zo is het inderdaad, stamelde de
dokter: Als ze er werkelijk tussen uit
getrokken >g, zoals u meent dat het ge
val is dan is haar gedrag zeer te la
ken. Maar.,., we mógen niet te voor
barig zijp met een veroordeling. Ik zal
eerst even naar mrs. Lattimei* gaan
en daarna zullen we het hele huis eens
doorzoeken. Miss Hancock is een buiten
gewoon deskundige en toegewijde ver
pleegster en het zou best kunnen, dat
naar zelf iets overkomen is. Ik kan
werkelijk moeilijk aannemen, dat ze de
«eke hulpeloos in de steek heeft gela
ten. Maar we zullen dadelijk dus naar
haar gaan zoeken, nietwaar kapitein Car
nahan?
Uitstekend, dokter, antwoordde Jim.
Dr. Strathers ging naar de ziekenka
mer en zonder z'n terugkeer af te wach
ten, toog Jim zelf op onderzoek uit
H)j ging allereerst naar de zolder, ge
wapend met een zaklantaarn. De zolder
stond vol met koffers en kisten. Jim
veronachtzaamde geen enkel detail, ma?r
er was geen spoor van miss Hancock te
ontdekken. Ook onderzocht hij nauwkeu
rig de stof die wel enkele millimeters
dik op vloer en voorwerpen rustte
maar absoluut nergens afdrukken van
voeten of hadden vertoonde. Er was' hier
de laatste dagen beslist niemand geweest.
Nu was de kelder aan de beurt. Hier
Kwamen de huisgenoten echter voortdu
rend. zodat stofsporen geen bewijs zou
den leveren. Nauwkeurig zocht Jim iede
re centimeter af. Plotseling ontdekte hij
op de grond een donker propje. Hij
raapte het op: een donkere dameszak
doek.
Juist was Josephine naar beneden ge
komen. Jim toonde haar het zakdoeki»
en vroeg: Is het van jou?
Neen, antwoordde het meisje.
Herken je dit zakdoekje wel?
Ja. Het is er een van miss Han
cock
IX
~üm ging weer naar boven en bereikte
de tweede verdieping juist op het tijdstip,
dat dr. Strathers de ziekenkamer verliet.
Hij klampte de dokter aan en stelde hem
de vraag, die hem zozeer bezig hield
dokter? U ZUSter Hancock heel erg goed,
Dr. Strathers streek met z'n rechterhand
over de kin en antwoordde bedachtzaam:
Persoonlijk ken ik haar eigenlijk helemaal
met, behalve dan van de enkele keren
dat ik haar hier aantrof. Maar ze werd
mij vanuit Chicago met zoveel nadruk
aanbevolen, dat ik volkomen vertrouwen
m haar stelde. Haar getuigschriften wa
ren werkelijk voortreffelijk. Ze moet een
prima ervaring hebben opgedaan, onder
andere gedurende de oortog, toen ze
hoofdzuster was jn een der grootste zie
kenhuizen van Chicago.
Merkte u iets bizonders aan haar op,
toen u haar voor de laatste maal hier ont
moette?, vroeg Jim: Deed ze misschien
erg opgewonden of nerveus? Of gebeurde
er iets bizonders?
Neen, er gebeurde beslist niets, ver
zekerde dr. Strathers nadrukkelijk: Alleen
hoorde ik een vreemd geluid. Het klonk,
alsof ér slagen op een gong werden ge
geven. Het geluid kwam alleen van -heel
ver af, maar het was erg doordringend.
De dokter knikte, alsof hij de juistheid
van zjjn woorden met nadruk wilde beves
tigen. Daarna vervolgde hij: Ik vroeg
aan miss Hancock wat dat voor een
vreemd geluid was, maar ze antwoordde,
dat ze het niet wist. Ze huiverde 'n beetje
en ik vroeg haar, of ze misschien ge
schrokken was. Ze zei: „Waarvan zou ik
nu geschrokken moeten zijn?" en glim
lachte zo onbekommerd en iTolijk als ze
nog nimmer geglimlacht had. Ik dacht
In ieder geval is ze verdwenen, on
derbrak Jim haastig: We moeten iets
ondernemen. Het lijkt mij het beste, dat
we haar eigendommen eens naspeuren.
Misschien kan dat ons iets verde* helpen.
Wilt u zo vriendelijk zijn, dokter, met mij
mee te «aait naar haar kamer?