Naar het NIEUWE LEVEN
L
"ft IS*'
hoe zit dat?
G
bezoek
Het geheim van de elf slagen
EEN HALVE TON VOOR EE^
MOTORBOOT
Dr MEENK'S
ezellige uren
GLASINDUSTRIE
Nieuw-Gu inea is er mee uit de nood
wegschonk:
ANG
zullen ze leven
De autoped
onder de lamp
OP
door Raymond Knotts
ZATERDAG 1 MEI 1948
PAGINA S
DE MAN, DIE VERMOGENS
Ricliard Tauber liet 2000 na
HERDENKHNIG 28 R. I. TE
DUBBELDAM
G ENEE5MIDDELEN
HOOFDPIJNPOEDERS
IN TE LEVEREN BONNEN
AARDRIJKSKUNDE
MOPPENTROMMEL
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
4
Vierambachtsstraat 49 - Tel. 32356
Jan Kruyffstraat 19 - fel. 38826
Sophlastraat 72
Oosthaven 3 - Gouda
Tel. 22232
Tel. 3629
Pater H. Geurtjens M.S.C., de bekende
oud-missionaris van Nieuw-Guinea, zendt
ons een noodkreet. De missie daar heelt
een zeewaardige motorboot hard, _ja,
meer dan hard nodig, want door het
absolute gebrek aan wegen en verkeers
middelen daar wordt het missiewerk met
alleen ten zeerste belemmerd maar soms
zelfs geheel"!am geslagen.
Wilt U voorbeelden
Pater Verhoeven, die voor het missie
werk voor Mimika bestemd is, waar in
tussen Pater Zegwaard gehèel alleen
staat voor een veel te zware taak, zit al
ineer dan een half jaar uit te zien naar
een gelegenheid om er te komen. Een
zeewaardige motorboot zou hem daar
kunnen brengen.
Pater Drager zit in de wildernis van
het Moejoe-gebied in het verre binnen
land van Nieuw Guinea. Hij 'zit.daar te
huizen in een armzalige hut. Een behoor
lijk houten huis, dat voor zijn gezondheid
en het behoud zijner spullen volstrekt
noodzakelijk Is, ligt al twee jaar pas
klaar te Tanah Merah, op een honderd
kilometer afstand. Tot daartoe is het per
toevallige gelegenheid verstuurd kunnen
worden.Maar wie brengt het op zijn
eindbestemming? Een flinke motorboot
zou dat in één dag kunnen doen.
In de dorpen, ook in 't verre binnen
land moeten katechisten geplaatst wor
den met hun gezin. Maar hoe komen die
daar? Sommigen wachten al meer dan
een half jaar. Een -flinke motorboot zou
sl weer uitkomst brengen in deze nood,
terwijl nu de scholen daar verlopen en
het gewonnen terrein'weer verloren gaat.
Op de hoofdstatie Merauke heeft de
missie grote internaten .voor jongens en
voor meisjes. Qm zoveel gretige mond
jes open te houden, is heel wat nocjjg.
Tn 't verre binnenland heeft de missie
een bloeiende landbouwschool, de trots
van Pater Verschueren. Deze zou dat
voedselprobleem voor een groot deel
kunnen oplossen. Maar dan doemt weer
het treiterend vraagstuk op van het ver-
Voer, ongeveer 300 kilometer langs de
rivier. Alléén een flinke motorboot kan
dit vraagstuk oplossen.
Ook de missionarissen op hun afgele
gen postèn zitten hopeloos vereenzaamd
en verlaten. Brieven en pakjes, die voor
hen aankomen, worden op de hoofdstatie
Merauke bezorgd. Het officieel post- en
vrachtverkeer gaat niet verder. Daarna
is men op „vriendelijke gelegenheden
aangewezen.die vaak móanden op zich
laten wachten. Men moet ondervonden
hebben, wat die verlatenheid in de een
zame wildernis betekent, om dat gemis
ie beseffen.
Zo kan het dan ook niet verder gaan,
maar... zo'n motorboot kost een halve
ton. En voor een dergelijke schuldenlast
schrokken de overheden heel begrijpelijk
terug. Onder de dwang der omstandig
heden is niettemin thans tot de aankoop
beslóten. Men deed het echter in de
overtuiging, dat de talrijke missie-
vrienden de paters niet in de steek
zouden laten. En Pater Geurtjens hoopt
4an ook, dat bij het missiehuis te Til
burg (Giro 587751 heel wat offertjes
zullen binnenkomen: voor de boot
van Nieuw Guinea!!!
Richard Tauber, wiens lied de wereld
rondging op een wijs van 500.000 per
jaar, heeft, naar thans bekend is ge
maakt aan zijn weduwe, de actrice Diana
Napier, een bedrag van in totaal
2.472 4s 7d nagelaten.
Tauber, die geen testament had laten
maken, is in Januari van dit jaar over
leden. In de loop van vijftien jaren
heeft hij verscheidene vermogens ver
diend, doch hij heeft alles weggeven.
De man, die 6.000 gulden per week ver
diende en die bovendien nog 3.000 gul
den ontving, telkens als hij in een con
cert zong, had een permanente suite in
het Maryfair hotel te Londen en placht
vijfpondsbiljetten als fooi te geven.
Een intieme vriend van hem zeide o.a.
„Hij telde nooit zijn geld na en wist
nooit hoeveel hij had uitgegeven. Hoe
wel hij nooit dronk en maar heel matig
rookte, waren altijd de beste wijnen en
de fijnste sigaren voor zijn vrienden"-
De gramofoonplaten van „Dein ist
mein ganzes Herz" (You Are My Heart's
Delight), welke Tauber tot een wereld
beroemde zanger maakten, hebben hem
meer dan eer millioen gulden opgebracht.
Hij reisde de wereld rond, het geld
om zich heen strooiend. Toen hij zich
4 jaar geleden liet naturaliseren, namen,
de nazi's meer dan 700.000 gulden in
beslag.
Hij heeft zich geen ogenblik druk ge
maakt over dit verlies, want kij reken
de er vast op, dat hij altijd weer op
nieuw geld kon. verdienen, zolang zijn
stem het zou uithouden.
Maandage 10 Mei zullen op initiatief
van het comité 28 R.I., waarvan het
secretariaat gevestigd is Laan van Meer-
dervoort 774 te 's-Gravenhage, de oud
strijders var dit regiment wederom te
Dubbeldam bijeenkomen. Ne samenkomst
in de Benthienkazerne te Dordrecht zal
o.ih. een krans worden gelegd bij het
monument op het kerkhof te Dubbeldam,
waarna défilé langs de graven aldaar
een een bezoek aan de graven te Moer
dijk.
BRASKAMP N.V.FABRIKANTE VAN
Ro*<k g*dur*«d<t een halve ««uw
aan da spits door de-' uitstekende
et. p. n»-<Ur, I 1.10 p. Om» y. 26 tl.
door de detaillisten voor de week
van 2 t.m. 8 Mei 1948
BLOEM: 326 ale. (1 rts.), 788 res.,
818 res. (5 rts.), 826 alg. Rts. b. G- 22
(1 rts.) Rts. b. G. 23 (2% rts.) Te verst,
no coup. C 723, Af loss. week 14—20
Dec. 1947.
SUIKER-VERSNAPERINGEN: 39
Versnap. (0.8 rts.), 42 versn. (0.4 rts.),
327 alg. 827 alg. (3 rts.), C suiker (1
i ts.)Rts. b. G. 12 (0:4 rts.I Rts. b. G. 14
(1 rts.) Te verstr. no. coup Versnap
C 724, V 725 Suiker C 726, 727.
BROOD inl. bloem-patentbloem: 325
alg. (4 rts.), 343 res. (8 rts.), 346 res.,
352 alg. (4 rts.), 354 alg. (2 rts.), 356 alg.
(16 rts.), 825 alg., 843 res., 852 alg. (4
rts., 854 alg. (2 rts.), 856 alg. D brood
(4 rts.), D brood (8 rts1.), Rts. b. G. 21
FA,. FB (4 rts.) en nw. bonnen voor
brood en Voor brood of gebak. Coup
X 236 X 265. Te verstr. no. coup
D 102- 103- 7
ROGGEMiEEL zie brood. Te ver
strekt no. coup. D 101.
SUKADE: geen inlevering. Te ver
str no coup. C 733.
GEBAKBLOEM (bakk.-banketbakk.)
325 alg.. 825 alg., rts. b. FB (1 rts.).
Coup. X 240. X 269, C 709, C 710, C 729.
C 730. Voorfde coup C 693, C 694, laatste
gelegenheid tot inlevering; Te verstr
no. coup. C 728.
GEBAK: 325 alg., 825 alg., Rts. b. FB
(1 rts.) Te verstr. no. coup. C 729 C 730
MELK: 301 melk (4 rts.), 303 melk (7
rts.), 803 melk (12 rts.), C melk (5 rts.),
Rts. b .(J. 39 (1 rts.) Te verstr.coup.
E 011.
VLEESWAREN: 336 vlees (1 rts.),
337 vlees (3 rts.), 836 vlees, 837 vlees (1
rts), D vlees (3 rts.). D vlees (2 rts.)
Rts b. G. 51 (1 rts.) Te verstr. no. coup
C 688, 689, 690. -
TABAK (detaillisten): 37 tabak, 38
tabak 41 tabak (2 rts.), Rts. b. G. 66
(1 rts.) Te verstr. no. coup. C 731, 732.
GROSSIERS EIEREN: 328 alg. (1 rts),
355 alg. (2 rts.), 828 alg,, (1 rts.), 855
alg. (2" rts.), D eieren (5 rts.), Rts. b. G
37 (1 rts) Voor C eieren (5 rts.). laatste
gelegenheid tot inlevering. Te verstr.
no. coup. G 151, 152, 153.
TEXTIEL. Detaillisten: Toew. Distex
MD 85, A. B. C. D. E, F, G. H VA 705
1 en 5 pnt. J 1 pnt. K 1 pnt. J 5 pnt.
J Res. 10 pnt. VA 804 Text. a.s. moeders
CA. 802 10 pnt. Rts. b. B. 1 en 10 pnt.
Van iedere kaart behoeven de bonnen
van gelijke waarde niet op afzonder-
lijjje opplakvellen. Minimaal 200 pnt.,
Hoedenzaken en kl. zaken minimaal
100, daarboven veelvouden van 10.
Confectiebedrijven-Corifectiontieurs.
Werkkl. bonn. gesplitst naar soort totaal
in veelv. van 300 pnt. A, H en rts. b FC
(24 pnt.) B en CL en rts. b. FD (12
pnt.) Machtigingen confectie Handels-
coup.
Handelsverlies bloem 10 pet. van
ingeleverde rantsoenen in week 1420
Dec. 1947. Aan bakkers zullen toe
wijzingen C 733 worden verstrekt op
basis van 10 pet. v. h. aantal rantsoe
nen coup. C 714, uitgereikt van 25
April t.m. 1 Mei.
Eieren inleveren in veelvouden van
100 rts.
Vleesw. inleveren in veelvouden van
10 rts.
Melk inleveren - in veelvouden van
10 rts.
Overige artikelen behoeven niet in
veelvouden van 10 rants, te worden in
geleverd.
1 rantsoen sukade is 150 gr.
Het laatste uur Aardrijkskunde. Kees
moet er even van zqehten. Een beetje
raar van binnen word je toch wel, als
iedere leraar je een hand geeft en je 't
allerbeste toewenst. Nu Veenman nog en
dan heeft hij 'de hele ploeg gehad. Zelfs
de directeur, want daar is hij in de pauze
al bij geweest.
„Morgen jongelui. Ha, die Katjang. Dat
wordt schelden doet lijden, kerel", be
groet mijnheer Veenman de klas.
De juiste stemming is er gelijk. Op
Kees' lessenaar komt hij heel gemoede
lijk zitten. „We maken er ongewone les
van ter ere van Kees, dat hij on3 niet
vergeten zal, en we.,.. Ja, wét doen we
eigenlijk", vraagt hij lachend.
Iedereen gilt wat, maar de boventoon
is: „vertellen mijnheer, hè ja vertellen",
Vragend kijkt hü Kees Laarman aan.
„Oké, Katjang?" „Oké, mijnheer", lacht
Kees gul "ij gaat gemakkelijk zitten.
Hem zal hij missen. Lollige vent met
zijn bijnaam voor hem. Daar moet je
zélf voor in Indsë gewoond hebben. Nie
mand die hem „Katjang" noemt,' hij
hoopt mafcr, dat hij mijnheer Veenman in
Indië iiog eens terug zal zien. Fijn, dat
hij over een Jaar dagen weer terug gaat
naar Soerahaia, waar bij geboren is.
Vader zal blij zijn, als ze met z'n drietjes
komen straks. Zou Liësbeth het ook zo
leuk hebben op school nuKees
schrikt op. Mijnheer Veenman gaat ver
tellen.
In tijden is het in onze verjaardags
kalender'niet zo rustig geweest als deze
week. Pas Dinsdag moet ik In actie ko-v
men om twee vliegen jn een klap te
slaan. De jarigen zijn RELI V. en THEA
v. K., die resp. J3 en g jaar worden. 1
En Donderdag wordt de feestrlj al ge-
sloten, net zoals de opening gebeurde I
met twee jarige vriendinnetjes. RlA S.
wordt dan. 10 jaar en TINY R. wordt er
8. De vier jarigen kunnen het gewone
portie gelukwensen onder elkaar ver
delen.
Geboeid luisteren ze naar die prettige
stem, die hen meevoert naar de machtige
waringins, de hoge klapperbomen, de
groene sawahs. Kleine naakte jongen
tjes op hun karbouwen. Ze hóren ook de
gamelan in de dromerige maannacht Ze
luisteren naar de tokeh, die bij 7 maal
geluk aanbrengt. Ze eten rijst met hun
handen, ze drinken het sap van de klap
per, ze dromen allemaal weg
Dót moois zal Kees weer terugzien,
dót land zal hij liefhebben, omdat hij er
geboren is en zijn hart altijd bleef ha
ken naar de Indische zon. Hier zijn het
goede jaren geweest, maar tóch, Indië is
Indië en hij wil er later werken en trach
ten mee te helpen aan de opbouw van
het land, dat zó naüw aan het onze ver
bonden is. Nii lijkt alles nog duister,
maar eenmaal zal Indië weer verrijzen.
Daar is Kees van overtuigd en de laatste
regels van een oud versje staan in zijn
hart gegrift. Want 't is wóór wat die
dichter schreef:
Dan weet je opeens, dat wat je doet,
en wat je spreekt of kent,
Je toch al heb je Hollands bloed
een kind van Indië bent
Dat, waar je vader werkt en zorgt,
Je moeder waakt en bidt,
dat Indië, lief Indië,
Je hele hart bezit
A
Als Kees mijnheer Veenman een hand
geeft, moet h|j even op zijn lippen bijten.
Maan dan zegt hij branie-achtig: „Ik dank
u voor alles en als u- ook nog eens terug
gaat. Slamat datang, hoor!"
„Dag Kéés, 't Allerbeste hoor en we
schrijven .elkaar jong. Als ik de kans
krijg, kom ik ook."
Voor het laatst naar de kerk. Morgen
vertrekt hun boot en dan is alles voorbij.
Zou er in Soerabaia ook een H. Hartbeeld
op het kerkplein staan? Dat heeft hij
nog nergens gezien en daar is deze kerk
beroemd om! Fijn, dat hij er foto's van
heeft, kan hij ze in Indië laten zien.
Op het koor ziet Kees, hoe de kerk
zich vult. Voor het laatst zingt hij de
Hoogmis mee en het is net, of hij nog
nooit zo mooi gezongen heeft
Verschillende mensen kijken om. Wat
zingt die Kees vandaag bijzonder, zou
hij zo blij zijn, dat hij weggaat? Nee,
denkt Kees, dat is het niet. Want ik
houd van deze kerk en ik zal er dikwijls
naar terug verlangen. Zo mooi als alles
weer versierd is in de Meimaand. Overal
is een kerk, maar zo is er maar één,
denkt hij spijtig en die zal hij nooit ver
geten.
Langzaam, heel langzaam varen ze. De
afstand tussen de kade en het schip
wordt steeds groter.
Door een nevel van tranen ziet Kees
ze staan, familie, vrienden en bekenden.
Een paar hollen het schip na Het zijn
mijnheer Veenman met Job en Peter.
„Goede reis, Keeeeees
„Vaarwel Katjang, het ga je goed"
Mijnheer Veenman zwaait met zijn hoed
en Kees kan alleen even zijn hand op
steken.
„Dag. Tot weerziens." galmt dan zijn
schorre stem. Kees Laarman is op weg
naar Indië, het nieuwe leven tegemoet,.
M. WOERDENBACH—-SENS
Moeilijk hè, verleden week? Kijk maar
naar de oplossingen: 1 omdat er meer
witte schapen zijn; 2 de kelder; 3 ik zelf;
4 kluwen wol; 5 ge-weten.
Daar gaan we weer
1. Wat is de langste dag?
2. Wat is niets èn kun je toch zien?
3. Wat kan je beter boven dan in het
huis hebben?
4. Welke kunst is de smaakvolste?
5. Wanneer komt de soep vanzelf uit
de pot?
Tingeling TingelingOpgelet
Wie komt daar aan op zijn autoped?
Ruim baan, ruim baan,
daar komt Jaapje Visser aan.
Bellen met zijn Lel,
sturen met zijn stuur,
hij kijkt niet op of om.
want de benzine is duur
en heeft nog maar een uur
Maakt een grote reis.
Moet nog naar Parijs
KEESJE K, (9 j.)
Met veel plezier heb ik deze week
het aardige boekje van „Toon Trikkel-
bout" gelezen. De avonturen van de
kleine muis in de vreemde mensenwe
reld zijn niet alleen voor kleintjes, want
ook grotere kinderen zullen met genoe
gen lezen, hoe Toon zich dóór een massa
moeilijkheden heen slaat en zelfs grote
heldendaden verricht. Het boekje is al
geruime tijd bij „De Bezige Bij" uitgege
ven, maar zal ongetwijfeld voor velen
alsnog een aardig presentjè zijn, dat
voor 3.90 verkrijgbaar is.
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
Keesje (vol verontwaardiging): Oh.
Pa. Kijk ns, wat een dierenbeul. Die
man in dat rijtuig iegt zijn koffer op
de bank, m plaats flat hij hem in zijn
hand hoüdt; En - het arme paard heeft
toch al zoveel te trekken
jan (tegen zijn neefje): „Beh. Wij
hebbem een burgemeester en die heeft
een kettihg om zijn hals. Lekker".
Neefje: „Oh, onze burgemeester is
allang getemd en die mag vrij rondlopen".
Piet: „En hoe gaat het met je kleine
broertje?" -
Wim: „Fijri joh. Hij loopt al drie
maanden".
Pietje: „Nou, dan zal-d-ie ook een aar
dig eindje wegzijnT*
Het gaat niet zo best. Er komen wel
weer genoeg briefjes, maar nog steeds
krijg ik geen moppen genoeg binnen. Ook
mijn versjes raken langzamerhand op.
Opsturen hpor, want anders komen er
geen moppen e.n versjes meer. Zou
iemand dat willen?
Verder een geruststelling voor een paar
bezorgde vriendinnetjes. Nee hoor, ik
ben nog kiplekker, maar een mens heeft
nu eenmaal vacantie nodig en dit jaar
Wil ik er eens vroeg bij zijn. Twee we
ken lang ben ik er niet (na volgende
weèk), maar de zaken blijven draaien,
hoor. Ik zal er voor zorgen, dat alles
van te voren al klaar is. Tevreden?
KITTIE H. (10 j.), ik ben heus blij,
weer zo gauw wat van je te horen. Schei
uit over die schoonmaak, ik kan geen
borstel of kwast meier zienHallo,
als je Corrie kunt overhalen, zal ik in
mijn sas zijn. Doe je best, hoorTrou
wens, al die broertjes en zusjes van je,
daar zit toch ook wel een klantje voor
me bij.
WILLY B. (13 j.), iedere dag gebeuren
er toch telkens andere dingen om je
heen. Heus, de kunst is alleen maar ze
te zien. Let 'ns op, dan zul je verbaasd
staan. Ha, heerlijk hè, als je zo de wind
door je haren voelt schuiven. Maar...,
als je een jonge dame wilt zijn, kun je
niet zonder een hoed. Is het 'n mooie?
BRAM B, (10 J.), 'n eindje terug
schreef ik over de srjhoonmaak, hè.
Nu, daarna heb ik gevoetbald 'en, eerlijk
het een is al net zo erg als het ander,
is eerlijk, het een is al net zo erg als
het ander. Werkelijk, Bram. welp zijn is
veel gemakkelijker. Hoe zit het met al
die andere welpen? Niets voor me bij?
"KAREL J. (12 j.), zo, zo, dat is nu
een van de fijnste dingen, die je had
kunnen doen. Je had al veel eerder
moeten schrijven, vooral zo'n leuke brief.
Ik heb hem thuis voorgelezen en er is
gegierd van het lachen. Vooral dat ver
haal over die kleverige pannekoek was
kostelijk. Probeer tens er een verhaal
over te maken, joh
JO B. (11 j,), vast en zeker lees je
dit hoekje niet erg best. Anders had je
geweten, dat er een zomerpuzzle in de
pen zit om van te smullen. Ga dus maar
vast in .training. La, la, ik mis in je
rapport een cijfer voor rekenen. Heb je
er misschien wat tegen, dat ik het weet?
Kom op, ik heb ook niet altijd een 10
gehad
LENIE K. (11 j.)dat is nog eens een
aardig idee van het ruilen van die prent
briefkaarten. Zo krijg je'n aardige verza
meling. Ga je ook nog eens in je vacan
tie bij je vriendinnetje op bezoek, want
dan moet je mij eens een kaart sturen.
Ik heb er ook al aardig wat uit verschil
lende hoekjes,
LIESJE S. (14 j.), natuurlijk ben ik
met een kantje al tevreden Bovendien
had je toch nog een aardig- nieuwtje
over TJnitrix. Ja, je ziet zeker wel, dat
ik bij jullie goed thuis ben. Ik ben er
dan ook diverse keertjes, geweestMis
schien zie ik je,nóg wel eens in volle
actie
RIKA S. (13 j.), ik ben maar blij, dat
niet iedereen me met moppen vergeet,
anders zou ik al gauw de trommel in
een hoek kunnen gooien. Als jullie op
bezoek gaan, krijg ik natuurlijk enthou
siaste verhalen, hè? Denk erom, ais je
me vergeet, zal ik het eens laten spoken
THEA v. d. G. (12 j.), ik heb niet
zoveel verstand van breien en zo, maar
ik geloof graag, dat het mooi is. Ik denk
wel, dat dat zieke meisje er 'plezier van
zal hebben. Fijn hoor,-om haar eens een
cadeautje te sturen, want dat Op bed lig
gen is altijd erg. Hoor ik er nog eens
wat ovèr?
TRUUS B. (l0 j.), kijk, dat is nog eens
aardig. Was je erg in je sas? Ik maak
altijd graag kennis met niéuwe vrien
dinnetjes, vooral.... als er zoveel broer
tjes en zusjes zijn. Wil je je best eens
voor ine doen? Waar was die opvoering
voor? Je schrijft toch zeker nog gauw
eens?
Met dit tiental moeten we het van de
week weer doen, anders neem ik teveel
ruimte in beslag. Tot volgende week
dus,
OOM LUUK.
3000000000000000000000000000000000000000000000000000000C
Ons Romanbijvoegsel
)OOOOOOOOO©O0OOOOi
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOeOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO'
een kamer dood aantroffen.
Inhoud van het voorafgaande:
Ebenezer Carnahan en zijn neef,
Ephirlam Lattimer vestigden zich in
1851 in Freeburg en bouwden daar vlak
naast elkaar drie grote huizen. Vol
gens de legende, die in de familie van
geslacht op geslacht werd overgeleverd,
bevond zich in het huis van de Lat-
timers een familiespook, dat zijn aan
wezigheid kenbaar maakte door elf
slagen te geven op een metalen voor
werp. Het laatst waren deze slagen
in 1861 gehoord door de oude kapitein
Lattimer.
In 1021 was kapitein Jim Carnahan,
een kleinzoon van kapitein Lattimer, te
gast by zyn tante, mrs.; Lattimer, die
ernstig ziek was. Op een' heerlijke mil
de Octoberavond zat hij aan tafel met
Aggie, de huishoudster, miss Hancock,
een verpleegster, en Josephine Gaines,
een jeugdvriendin van Jim. Zij is
verloofd geweest met de enige zoon
van mrs Lattimer, Lee, die op Jeugdi
ge leeftijd na een onaangenaam geschil
met de regering hij Was dienstwei
geraar, aldus vertelde Jim tegen de
verpleegster in 'n rivier verdronken
zou zUn.
Het gezelschap werd plotseling opge
schrikt door het geluid van elf heldere
doordringende slagen.
's Nachts hoorde Jim de elf slagen
weer, maar nu klonken ze luguber en
onheilspellend. De angstkreet van een
vrouw doorscheurde even later de stil.
te van het huis.
Tim Cine op onderzoek, maar werd
meteen flinke klap op het achterhoofd
neergeveld. Toen hij weer hy kennis
kwam, hoorde hij, dat de verpleegster
de angstkreet geuit had omdat
spook had gezien.
De volgende dag kwam mr. Forsyte,
die met zijn oude vader het huls de
Carnahans betrokken had, kennis ma
ken. Hij maakte op Jim geen erg gun
stige indruk.
Na een autotocht met Aggie en Jo
sephine kreeg Jim de mededeling, dal
de verpleegster, miss Hancock, verdwe
nen was.
Op haar kamer vonden ze een foto
van mr. Forsythe, die 'op Jim's vraag
antwoordde, het meisje nimmer eer
der te hebben gezien.
Dr. Strathers vond de volgende mor
gen achter het huis het lyk van een
onbekende man. Korte tijd later werd
de verpleegster in het washok gevon
den, getroffen door een revolverkogel.
Detective Guinan heeft beide myste
rieuze gevallen in onderzoek genomen
Hij vernam, dat Aggie het eerst in he+
washok aanwezig was.
In een wasmachine vond Guinan de
revolver waarmede de verpleegster
werd geschoten, doch volgens ver
klaringen van de politiedokter pas
toen ze reeds een half uur- eerder over
leden was tengevolge van een wond
op het achterhoofd.
's Nachts zagen Jim en Guinan in
de gang een spookachtige gedaante van
een ia het wit geklede man, die tij
later in
Het bleek Lee Lattimer te zyn.
Ze hoorden een kleine kreet en keken
naar de deuropening. De verpleegster
stond daar en had de* afschrikwekkende
gedaante op de grond gezien Ze staarde
er verschrikt naar en keek 'daarna vra
gend Jim Carnahan aan.
Kapitein, zei ze met angstige stem:
Zal de dokter gauw hier zijn?
Zonder twijfel wel, antwoordde Jim:
Hü was op het moment niet thuis, maar
ze zouden hem waarschuwen en ik '-en
dr. Strathers té goed om te weten, dat hij
zonder verwijl hierheen zal komen.
Toch ben ik bang, dat ik niet lan
ger kan wachten, verklaarde de ver
pleegster ernstig: Ik zal miss JUsephine
een spuitje moeten geveff Ze is name
lijk weer by kennis gekomen, maar ze is
vreselyk onrustig. In afwachting van de
komst van de dokter wil ik haar een in
jectie geven, zodat ze rustig gaat slapen.
Jim was van deze mededeling niet wei
nig geschrokken. Hy was zó vol aan
dacht bezig geweestmet het onderzoek
van deze kamer, dat hij niet op-geluiden
in het huis had gelet. Maar nu hij zyn
oren spitste, hoorde hy uit de kamer
van Josephine opgewonden kreten en
snikken. Deze laatste en grootste
schok was al te veel geweest voor het
arme meisje en ze was helemaal van
streek.
Doe maar wat nodig is, zuster, zei
hij: Er zit op 't moment niets anders op.
De verpleegster verliet de kamer weer.
Even later bedaarden de kreten uit de
kamer van Josephine.
Nu bepaalde Jim zijn aandacht weer
tot de vraag die hem al enige minuten
lang gekweld had vóór de verpleegster
de kamer was binnengekomen.
Zou het niet het beste zijn, Guinan
dat je zo gauw mogelyk Aggie hierheen
laat komen? Zij kan ons waarschijnlijk
belangrijke mededelingen doen over
Lee. Ik twijfel er niet aan, of ze zai
zelfs in staat zijn om het hele geval op
te helderen of ons minstens belangrijke
aanwijzingen te geven. We verknoeien
op deze manier onze tijd. Met Aggie hier
te verhoren, zullen we heel wat spoe
diger tot resultaat komen, denk ik.
Rustig antwoordde de detective: O,
Aegie zal gauw genoeg hier zyn. Ik heb
Zoëven aan het bureau al opdracht ge
geven dat een agent haar hierheen moet
brengen. Wil jij zo goed zyn Jim, nu
naar beneden te gaan om hen op te
wachten? Dan ga ik intussen zoeken
naar vingerafdrukken.
Jim voldeed aan dit verzoek en ver
liet de kamer. Bij die van Josephine luis
terde hy even. Het was er volkomen
stil, alleen de rustige ademhaling van
het meisje was hoorbaar. Ze was na de
injectie blijkbaar gaan slapen.
Agent Dibrowsky stond nog stee cis
voor de kamer van tante Sarah. Hij had
blykbaar geen voet meer durven verzet
ten na de bedreigingen van detective
Guinan. Hy keek met zijn triestige ogen
Jim ua, ala bedelend om sympathie en
medelijden Neen, Dibrowsky was niet
erg op zijn gemak.
In andere gevallen zou Jim wellicht
een hartelyk en opwekkend woo je
hebben gesproken, rfiaar nu was hij al
te zeer vervuld met eigen oorgen.
XXI
Drie jaar lang had Jim in de veronder
stelling geleefd, dat zijn neef Lee dood
was. Ondanks het feit, dat hy het nooit
met Lee s meningen was eens geweest
en diens houding toen de oorlog uitbrak
laakte, had hij van zijn neef gehouden.
Ze hadden immers zoveel heerlijke her
inneringen aan hun jeugd, toén zij samen
met Josephine kattekwaad uithaalden,
Jim had dan ook altijd als hij sedertdien
bij tante Sara logeerde het gevoel, er iets
te missen en eerst langzamerhand had
hij zich aan dit gemis gewend.
Maar nu bleek plotseling, dat Lee niet
dood was geweest en zich die drie jaren
in het huis had schuilgehouden. Hoevele
malen was Jim niet langs de kamer ge-
lonen waarin Lee verborgen was! Lee
had geleefd, ja, maar met als een vrij
man, maar als een dode..,, afgesneden
van de buitenwereld.
Had Tim geweten, dat Lee nog in leven
wa< dan zou hij na het einde van de
oorl'qg met uitgestoken hand naar zijn
neef zijn toegegaan en hem hebben voor
geteld dat fl het oude vergeven en ver
aten zou worden en ze als goede vnen-
'oiIÏbTS ÏS herkend, toen
GuTneïInVi °f «J
gang zagen. Jim zou da:n h<^hen u tge
roepen: Lee. Ik ben het, Jim. Loop
niet weg! We moeten samen eens praten
en alles zal dan in orde k°men.
Maar nu was het daar te iaat^voor. Hy
hód Lee niet herkend en nu was de jon
S Jim" kon deze gedachte nog njSf hv'tl
maal verwerken en ze vervulde zyn hart
met eeh pynlijk gevoel van leed. E i vo »-
al de gedachte aan Josephine benauwde
Hij ging naar de bibliotheek en liet
zich in een fauteuil neervallen, om zijn
zenuwen wat de kalmeren stak ny| een
sigaret op. Zonder iets te zien, staarde
hij voor zich uit. Gedachten woelden door
zijn hoofd, gedachten aan oude en nieuwe
gebeurtenissen, aan oud en nieuw ver
driet
Jim had gedurende de oorlog op de
slagvelden heel wat meegemaakt, doch
wat hij hier de laatste drie dagen had
beleefd, was hem te veel. Zeker, hij had
wel afschuwelijker dingen gezien, maar
de gebeurtenissen van de laatste dagen
waren zo mysterieus, zo spookachtig-
vreemd. Wat stak er achter defce misda
den? Wie had ze bedreven? Zouden er
nog meer volgen?
Juist deze onzekerheid gaf iets drei
gends en onbehaaglijks. Men wist niet,
uit welke richting men het gevaar moest
duchten, want het kon overal vandaan
komen. Men wist ook niet, wie men wan
trouwen moest. Strikt genomen was ieder
der personen, die in of nabij dit huis
woonden, in staat de misdaden te hebben
bedreven. Maar bij gebrek aan sporen
was het nog niet mogelijk geweest, een
definitieve vingerwijzing naar een be
paald iemand te vinden,
Jim trachtte zijn gedachten te ordenen.
Kort nadat hij hier was aangekomen, zat
hij met Aggie, Josephine en de verpleeg
ster aan tafel/Plotseling hoorden ze de
geheimzinnige gongslagen, eerst elf maal
en daarna nog eens elf maal. Tegen mid
dernacht had hij d#g°ngslagen weer ge
hoord en was de gang op gegaan, waar
een onbekende aanvaller hem een slag
op het hoofd had toegebracht.
Zouzou het Lee geweest zyn, die
deze slag had gegeven?
Neen, dat vond Jim niet, erg aanne
melijk. Dat moest een ander hebben ge
daan. Maar waarschijnlijk was Lee wel
in de gang en had miss Hancock hem
voor een spook aangezien. Ze had toen
een vreselijke kreet geuit; nu, dat was
geen wonder, want Lee met zijn witte
gelaat, holle ogen en lange baardstoppels
was zeer zeker angstaanjagend, vooral in
een donkere gang bij het lichtje van een
zaklantaarn.
Behalve Lee en Jim waren er dus in
de gang: miss Hancock en de onbekende
aanvaller. Jim maakte hieruit de gevolg
trekking, dat miss Hancock de aanvaller
moest hebben gekend. Waarschijniyk
stonden ze samen in de gang te praten
toen ze gestoord werden door de spook
achtige Lee. De verpleegster gaf toen een
gil. Later trachtte ze te ontkennen, dat
er een vierde persoon in de gang aan-
wezig was geweest.
De volgende morgen had Aggie hem
de kamer naast de hare getoond, na eerst
ervoor te hebben gezorgd, alle sporen te
verwijderen, die er op konden wijzen dat
de kamer wèl bewoond werd. Het was
aldus meende Jim nu wel duidelijk,
dat zij in deze kamer Lee verscholen had
gehouden.
O, had Aggie maar eerlijk gezegd wat
er aan de hand w», dan zou er veel
onheil voorkomen kunnen zijn. Maar
Aggle durfde dat natuurlijk niet, omdat
ze wist hoe Jim zyn neef altijd als een
lafaard had beschouwd en bang was, dat
hij hem aan de autoriteiten zou uitleve
ren.
Diezelfde morgen was hy met Aggie en
Josephine naar het dorp geweest en in
tussen bleek miss Hancock spoorloos ver
dwenen te zijn. Dat dit zonder vooropge
zet plan gebeurd was, bleek wel uit het
feit, dat het meisje haar verpleegsters
uniform had aangehouden en daar enkel
een jas overheen had gedaan. Niemand
had haar het huis zien verlaten. Jim had
in de kelder haar zakdoekje gevonden,
niet ver van de plaats, waar later het
stoffelyk overschot van het meisjej werd
ontdekt.
En miss Hancock had een onbegrype-
lyk briefje geschreven aan de man, die
van het dak gevallen was, na eerst met
een scherp voorwerp een steek te hebben
ontvangen. Wat had dat briefje te bete
kenen? En in welke connectie met de on
bekende man stond de verpleegster?
Jim kon zichzelf op deze vragen geen
antwoord geven en met een zucht ging
hij verder met het rangschikken van de
gebeurtenissen der laatste dagen. Maar
ook toen stuitte hij weer op vragen, waar
op hij het antwoord moest schuldig bly-
ven. Wat zocht de onbekende man op het
dak? Door wie werd hij gestoken?
In ieder geval was het duidelijk, dót
miss Hancock en de onbekende man op
een of andere manier in contact stonden
met elkaar. Dat ze allebei vermoord wer
den. wettigde het vermoeden dat zij één
en dezelfde vijand achtervolgden en door
deze genadeloos om het. leven werden
gébracht. Maar die -i.vyand" mooit dan i
wel iemand zijn, die zy beiden een diepe
haat toedroegen en die het van zyn kant
niet durfde wagen, dadeloos af te wach
ten. Daarom had hy de eerste de beste
gelegenheid te baat genomen om hen het
zwijgen voorgoed op te leggen.
Kon.... het Lee zijn geweest? Lee had
inderdaad wel iets te verbergen. De re
gering was immers van mening, dat de
gezochte deserteur verdronken was en
had daarom van verdere ver volgiri g moe -
ten afzien. Als iemand ontdekt had, dat
Lee nog leefde en mep trachtte hem te
chanteren, ja, dan werd de zaak voor Lee
wel heel erg gevaarlyk endan zou de
enige manier om de dreiging^af te wenden
een of meerdere moorden zijn....
Maar Jim wierp deze gedachten van
zich af. Hij kon zich zijn neef niet als
een koelbloedige moordenaar voorstellen.
Hij kon niet aannemen, dat de jongeman,
met wie hjj was opgegroeid en zyn hele
jeugd had doorgebracht, in staat zou zijn
geweest de verpleegster een slag op het
hoofd toe te brengen, haar naar het was
hok te slepen en daar een schot door de
slaap te geven om de indruk te wekken,
dat het meisje de hand aan zichzelf had
geslagen.
In ieder geval scheen Aggie wél van
mening te zijn geweest, dat Lee de moor
den bedreven had. Jim herinnerde zich
tenminste de verschrikte blik van de huis
houdster, toen ze de dode man by de
keuken zag liggen. En later was Aggie
het eerste in het washok. Ze zag daar de
revolver op de grond en in een wanhopige
poging om Lee te redden,' beging ze de
fout om de revolver op te rapen en in de
wasmachine te stoppen. De moordenaar
wie het dan ook was had deze re
volver met opzet laten liggen om de zelf
moord-theorie aannemelyk te maken,
maar deze opzet was door Aggie's optre
den mislukt. De arme ziel bedoelde het
zo goed eit bracht zichzelf erdoor in de
grootste moeilijkheden.
De onbekende man en miss Hancock
kenden elkaar en hadden hier waarschijn
lijk een ontmoeting voorbereid. Met welk
doel? Er was niet veel te stelen in het
huis van tante Sarah, want de oude dame
had weinig van haar juwelen en andere
bezittingen in huis, doch had ze voor het
merendeel in een banksafe geplaatst.
Maar hoe vreemd, dat er daarentegen
voor zulk een grote waarde aan juwelen
in het bezit van miss Hancock werd aan
getroffen. Voor byna veertigduizend dol
lars! Gestolen? Neen, dat was nauwelyks
aan te nemen, wa^t dan zou de dame toch
al heel nonchalant zijn omgesprongen
met gestolen voorwerpen, die gemakke
lijk te achterhalen waren, hetgeen voor
haar een langdurige gevangenisstraf zou
hebben betekend. Niet gestolen dus.
Maarals miss Hancock zó welgesteld
was, dat <ze zich een dergelyke luxe kon
veroorloven, waarom had ze dan een be
trekking als verpleegster aanvaard? Het
zware werk was toch niet erg begerens
waardig voor een meisje, dat in weelde
baadde.
Jim pijnigde en pijnigde zijn hersenen
met al deze vragen, maar hij kwam er
geen stap verder mee. Vooral de rol van
de mooie jonge verpleegster was hem
allerminst duidelijk.
Maar dat Lee de verpleegster zou heb
ben vermoord, neen, dat kon hij bij na
dere beschouwing zeer beslist niet aan
nemen. Lee had het meisje immers nog
nooit gezien en hij had dus geen enkel
motief om wraakgevoelens tegen haar te
koesteren, terwijl ook andere redenen,
welke hem ertoe zouden hebben kunnen
drijven haar uit de vjeg te ruimen, moei
lijk te bedenken waren.
XXII
Allengs kwam Jim tot deze conclusie:
Lee moest, hoewel hij geheel buiten het
openbare leven stond, iemand in de weg
hebben gestaan. Waarom en wie, dat
bleef voorlopig, een vraagteken. Maar
goed. die „iemand" nam het besluit, Lee
te doden, zodat hij nimmer meer iets i
van hem zou hebben te vrezen. Er zou
boyendien geen haan naar kraaien, want
officieel was Lee immers reeds drie jaar
geleden om het leven gekomen. De on
bekende moordenaar had zich voorge
nomen, Lee na de aanslag weg te slepen
en te begraven en daarmee zou de zaak
geheel van de baan zijn geweest. Om
een of andere reden misschien Werd
hy door Guinan en Jim gestoord kreeg
hij daar geen kans meer toé.
De opzet was listig. Als Lee door Aggie
vermist werd, zou zij dat niet aan de
politie kunnen doorgeven, omdat ze daar
mede zou bekennen dat zij en haar mees
teres zich hadden schuldig gemaakt aan
het verbergen van een deserteur en .het
moedwillig verstrekken van valse inlich
tingen aan de autoriteiten.
En zelfs in geval Aggie de moed zou
hebben gehad pm wèl naar de politie
te gaan, dan zou de moordenaar daar
door nog geen enkel risico lopen. De
politie zou immers denken, dat Aggie
malende was. Had niet het hele dorp
de begrafenis van Lee Lattimer bijge
woond? En waren er niet in alle dag
bladen foto's verschenen van het moment,
waarop de kist waarin de stoffelijke
resten van Lee Lattimer werden veron
dersteld te rusten in het graf werd
neergelaten?
Neen, niemand zou de mededelingen
van de oude vrouw geloven en de moor
denaar zou dus geen énkele kans op
ontmaskering hebben gelopen.
Deze redenering bracht Jim op een
andere vraag. Wiens stoffelyk overschot
had er in de kist gelegen, nu achteraf
bleek dat het in geen geval dat van Lee
Lattimer was geweest? En hoe had de
zaak zich toegedragen, dat men op het
juiste tijdstip een in ontbinding verke
rend lijk, dat niet meer te identificeren
was, had gevonden. Was dat boze opzet
geweest?
Jim dacht lang over deze vraag na,
maar aangezien een bevestigend ant
woord erop zou betekenen, dat Lee koel
bloedig een moord had bedreven om
zichzelf voor gerechteiyke vervolging te
vrijwaren, kon hy niet aannemen, dat de
gang van zaken zich inderdaad zó had
toegedragen.
Waar was Lee de laatste drie dagen
geweest? In geen geval voortdurend ip
de kamer naast die van Aggie, want di,e
had Jim immers zelf onderzocht.
Zou het geluid van de gongslagen iets
te maken hebben met het komen en
gaan van Lee? Het was wel merkwaar
dig, dat de elf slagen gehoord werden
kort voordat miss Hancock Lee in de
gang had gezien. Eveneens had men de
slagen vernomen, kort voor Guinan en
Jim de spookachtige gedaante hadden
gezienDat was té merkwaardig om
toevallig te kunnen zyn.
Maarwat hadden die slagen eigen
lijk te betekenen? Waar kwam het geluid
vandaan? Bracht Lee het voort met het
doel, de sfeer in het huis 'n beetje spook
achtig te maken en zodoende ongewenste
belangstelling af te weren?
Neen, dat zou wel niet, want Lee had
zelf wel kunnen begrijpen, dat hij er
hoogstens mee zou kunnen bereiken, be
paalde mensen nieuwsgierig te maken en
daardoor eerder aandacht te trekken
dan af te weren.
En ook was het wel heel merkwaardig,
dat zestig jaar geleden volgens het fanu-
lieboek precies dezelfde geluiden ge
hoord werden
Jim meende zich vaag te herinneren,
wel eens eerder een soortgeiyk geluid
te hebben gehoord. Hij zocht zijn herin
nering af. Waar was dat geweest? In
ieder geval buiten dit huis. Op het
slagveld? In Frankrijk? Op reis....
En inpens wist hij het weer. Hy zag
weer voor zich, hoe hij op het schip dat
hem naar Frankryk bracht vlak bij de
machinekamer stond en plotseling werd
opgeschrikt door het geluid van trillend
metaal. Hij keek om en zag, dat er een
matroos de ijzeren trap op klom. Met
zijn zware schoenen op het dunne ijzer
veroorzaakte de man een helder geluid, I
dat wel iets weg had van slagen op een
gong
Dat was het dus! Het geluid van de
zogenaamde gong was plets anders ge
weest dan dat iemand een verborgen
Ijzeren trap op- of afklauterde. Vanzelf
sprekend was dat Lee geweest! Lee had
hier in dit huis een verborgen schuil
plaats, die bereikt kon worden via een
yzeren ladder. Deza schvAlplaats bestond
dus reeds tydens het ieven van groot-
vader Lattimer en was zestig jaar ge
leden voor het laatst gebruikt. Vandaar
dat het geluid toen voor de laatste maal
gehoord werd.
Jim herinnerde zich, dat Lee en hij
als kleine jongens dikwyls verhalen had-
den gefantaseerd over een geheime
schuilplaats in dit grote huls. Ze hadden
uiteraard nimmer geloofd, dat er wer
kelijk een was en ze haddefi er ook
nooit een ontdekt.
Maar .er wós er wel degeiyk een!
Lee had die op een of andere manier
gevonden en had haar met medeweten
van zyn moeder en Aggie ingericht om
r.11 verbergen tegen achtervolging.
i nH. e,n i?an kwam hij via de yzeren
ladder het huis binnen en dan klonken
de elf geheimzinnige gongslagen. Aggie
en tante Sarah waren allebei tamelijk
i?--' ,&y kadde, dus de slagen waar-
schynlyk nimmer vernomen en hem dus
ook met gewaarschuwd.
Maar toen miss Hancock, Josephine en
Jim aan het diner de slagen plotseling
noorden en Aggie hun verwarring zag,
begreep ze ogenblikkelijk wat er aan de
hand waj. Vandaar haar plotselinge
schrik.
Alg uit een droom ontwaakte Jim. Hy
meende de sleutel tot het drama te heb
ben gevonden. Opgewonden sprong hy op
uit zijn stoel, teneinde Guinan op de
hoogte te brengen van zyn belangrijke
ontdekking.
Maar toen hy de deur van de biblio
theek had bereikt, hoorde hy juist buiten
een auto stilhouden. Daarna hoerde hij
enkele stemmen en voetstappen naar de
huisdeur toekomen.
Snel ging Jim naar de hal en wierp
de buitendeur open. Hij zag Aggie over
het grintpad naderby komen. Ze liep
tussen twee geüniformeerde agenten in
en twee rechercheurs wandelden achter
paar. Een vijfde man herkende Jim als
de politiedokter.
Jim zag, hoe opgewonden Aggie was
en hij had diep medelyden met haar. Hy
wist, dat ze dolveel gehouden h.ad van
Lee en de schok, die haar te wachten
stond, moest vreselijk voor haar zijn.
Ja, Lee was altyd de lieveling van
Aggie geweest. Hoe moest het tegen de
onkreukbare rechtschapenheid van deze
vrouw heben gestreden, hem als misda
diger te hebben moeten verbergen. Noch
tans had ze dit gedaan, uit liefde voor
Lee.... En nu zou ze dadelijk te weten
komen, dat al haar opofferingen tever
geefs waren gewéest en dat Lee het
slachtoffer van een lafhartige moord
aanslag was geworden.
Het groepje was nu vlak by de buiten
deur. Jim wilde juist Aggie een harte
lijke groet toeroepen, toen de vrouw op
de grond neerviel. Jim holde op haar toe
om haar overeind te helpen. Ook de
beide mannen naast haar schoten toe.
Heb je je bezeerd Aggie?, vroeg
Jim, menend dat de vrouw gestruikeld
was. Maar Aggie antwoordde niet. Ze
hing krachteloos in Jim's armen en haar
hoofd viel voorover op de borst.
Zonder iets aan de agenten te vragen,
nam Jim de oude vrouw in zijn armen
en droeg haar het huis binnen. Hij vrees
de, dat Agg:e door emoties was over
meesterd en daardoor het bewustzijn had
verloren. Hy legde haar in de bibliot
theek op een divan. De dokter onder
zocht haar.
Wilt U zo vriendelyk zijn een glas
water voor haar te halen?, vroeg hij
aan Jim. Daarna nam hij Aggie's pols in
de hand en telde.
(Wordt vervolgd.)