m Wat dragen we dit najaar? Drie rode strepen DE FILMCRITIEK ONTWAPEND DE EETBARE HANEKAMMEN DIE "$-A"£E Wereld De soyeuxin de aanval mÊËÈÊÈm EEN INDISCH AVONTUUR m PAGINA '4 ,J>E KAMPIOEN MELKBOER" Danny Kaye, de volslagen idioot GERECHTEN VAN CANTHARELLEN BLIKSEM DOODT BRUIDSPAAR AANVAL OP THEE-ONDER NEMING Bén ogenblik keek Wj me ondertekend ult ElftOfia.! En hoe lang lig ik hier al?, vroeg ik verder. itUte veriaissi XWordt vervolgd). «SET- r TVxrr de filmindustrie worden op het onschuldige publiek heel wat producten losgelaten, welke met het begrip film in de goede zin van het woord niets hebben uit te staan. Vol verontwaardiging grijpt de criticus in zo'n geval naar zijn pen om deze zoveelste aanslag op de film kunst aan de kaak te stellen, of hij doet er, het vechten tegen de bierkaai moe, het zwijgen toe en negeert het hele hope loze gedoe. Hetgeen het verstandigste en gemakkelijkste is. Maar zo nu en dan komen er rolpren ten aan de markt, die zo dwaas en tege lijk amusant zijn. dat alle critiek er door tot zwijigen wordt gebracht en gesmoord ln een uitbundige schaterlach. Tot deze laatste soort behoort ook „The Kid from Brooklyn", welke hier te lande onder de titel: „De Kampioen Melkboer ln roulatie is gebracht en waarin Danny Kaye de hoofdrol vervult. Over Danny Kaye, die momenteel als de meest gevierde filmkomiek in de Ver. Btaten wordt gedoodverfd en over de manier, waarop hij Londen op stelten eette, toen hij daar eind Januari van dit Jaar een bezoek bracht, heeft onze cou rant u al uitvoerig ingelicht. De grote kracht van Danny Kaye is de pantomime, een kunst, die hij leerde in de harde leerschool van het dagelijkse leven, toen hij, nog onbekend, in het Verre Oosten Beefde temidden van een publiek, dat geen woord Engels verstond. Hond 1930 was hij niet meer dan een middelmatig caharet- tumflner in een Londens hotel. Later reisde hij in Amerika de badplaatsen af rii hield de gasten bezig, als bet regende. In die tijd zou een zomer, zoals wij thans beleven, hem van harte welkom zijn ga- Sam Goldwyn, de producer van „The Kid from Brooklyn" Danny is écht in Brooklyn geboren, waar zijn vader, een geboren Bus, kleermaker was ontdekte hem voor de film en hoewel hij hier te landenwaar tot nog toe alleen zijn „Won der Man" werd vertoond, nog niet zo bekend is, kan hij thans, zoals gezegd, als de meest populaire filmkomiek in de V.S. worden beschouwd. Het succes van Danny Kaye is zijn volslagen, zijn volmaakte idiotisme. Hij is een komiek met het iierstand van mensenkenner en de geest van een dwaas. Een onnozele gek met juist die hoeveelheid domheid, die zo sterk spreekt tot het ondeugende kind, dat diep in ons verborgen leeft. Sinds Harold Lloyd, van wiens dwaas heden wij jaren geleden uitbundig neb ben genoten, is Danny Kaye de eerste komiek, di.e tegelijk een volwassen gek en een uitbundig kind is. Tot deze ver gelijking met Harold -Lloyd komen we des te eerder, omdat deze in 1936 onder de titel „The milky way" een rolprent heeft gemaakt naar precies hetzelfde ge geven, dat ditmaal door regisseur Nor man Z. Leonard en Samuel Goldwyji m een entourage van vele mooie meisjes is gezet en overgoten met de schrilste kleu ren uit het kleurigste kinderprentenboek. In plaats /van „Kareltje" is het thans Danny Kaye, die een gelukkige, zjj het wat linkse melkboer is, fot hij betrok ken raakt in een knpkpartijtje met bokskampioen middengewicht en diens potige vriend. Danny, die nooit van vechten heeft gehouden, kent maar één Te Breda wordt een tentoonstelling gehouden van pop pen, welke het eigendom zijn van H, K. U. Prinses- Regentes Juliana ten bate van de wederopbouw van de Prinses Juliana-school. Een der inzendingen. middel tot verdediging. Het voortduren de ontwijken van de klappen van zijn onderwijz |rs en de stenen van zijn school makkers hebben hem „duiken" geleerd. Als de bokskampioen en diens^ potige kameraad op hem inslaan, „duikt hij en de potige slaat de kampioen knock-out. In de pers krijgt Danny de eer van deze daad en dan beginnen de goocheme jon gens uit de „sport"-wereld een boterham aan hem te verdienen. In een serie boks wedstrijden, waarin zijn tegenstanders worden betaald om zich tegen de plan ken te laten slaan, wordt Danny over winnaar De roem stij'gt hem zelfs naar het hoofd, tot groot ongenoegen van zijn zuster, Vera-Ellen en zijn fiancée. Vir ginia Mayo Hoe hij tensldtte in °t ge vecht, dat'zijn ondergang had moeten zijn, toch nog overwinnaar wordt, ver klappen wü niet, maar hier en in de ver schillende bokswedstrijden bereikt Danny hoogtepunten in zijn carrière als komiek. „The Kid from Brooklyn" heeft alle eigenschappen van een show-film, welke doet denken aan de vroegere' Golddiggerg en Goldwyn Follies, maar de Goldwyn Girls zien er ditmaal minder dom uit dan vroeger, waarschijnlijk dank zij het contrast met /le onnozele Danny. Vera- Ellen danst op een manled die zelfs Gin ger Rogers jaloers zou maken, hoewel we ook van het goede wel een bettje te veel krijgen. Maar de rolprent wordt gemaakt door Danny Kaye. Filmliefhebbers doen beter deze Danny Kaye-film over te slaan. Maar volwas senen, die de zorgen van deze bewogen tijd eens hartelijk willen weglachen, zul len daarmee geen moeite hebben, als ze De Kampioen Melkboer' gaan zien. In een gebouw te Patna (Voor-Indië), waar een bruiloft werd gevierd, sloeg de bliksem in. De jonggehuwden en hun ouders werden op slag gedood. Het gebruik daar te lande wil, dat deze doden onmiddellijk worden gecremeerd. En zo geschiedde, dat de genodigden de crematie bijwoonden van mensen, die ze een uur tevoren hadden gelukgewenst. Danny Kaye, de melkboer, blijkt geen succes ah bezorger en krijgt het in beide betekenissen van het woord aan de stok" met zijn werkgever. Uit een modfcrne litteraire roman: „Jij gemene slet!" De woorden, die Jan Jansen haar in het gezicht slingerde, deden haar hart ineen krimpen. Was deze brutale ploert de man, die zij had getrouwd? Had zij hem nog lief? Had zij hem ooit lief gehad? Waarom had ze hem eigenlijk ge trouwd? Wat moet ze doen? Waarom had ze dit niet geweten? Waarom had ze het niet voorzien? Wat betekende het? Kon ze het nog langer uithouden? Wie was hij eigenlijk? Hoe was het gebeurd? Was hij het wel? Hoe was het begonnen? Wat was het, dat hij had gezegd? Waarom had ze niet geantwoord? Had het nog zin, er mee door te gaan? Was er nog iets aan te doen? Waar ging het eigenlijk om? Wat had hij bedoeld? Hoe kon ze het we ten? Was er eigenlijk iets te weten? Had hij haar nog lief? Wat was liefde? Hoe zou het aflopen? Het voorlichtingsbureau van de voe dingsraad meldt: In de vacantietijd reeds vanaf Juni kunnen wij soms, trekkend langs we gen, door bossen óf over de hei, groe pen dooier-gele, trechtervormige padde- stoeltjes zien staan. Vooral door hun aan trekkelijke kleur vragen zij de aandacht van de voorbijgangers. En terecht! Dit is de bekende eetbare cantharel, de dooierzwam of hanekam, die iedere leek kan herkennen en welke prac- tisch niet met andere, schadelijke soorten te verwisselen is. Behalve aan de kleur en de vorm kan men ze ook nog onder scheiden aan de onregelmatig gegolfde rand en de dikke plooien (de platen) die zich aan de onderzijde van de „hoed" be vinden. Hanekammen zijn niet alleen smake lijk. maar ze blijken een van de weinige paddestoel-soorten te zijn, die carotine be vatten, een stof, die in het lichaam in vi- tamifie A omgezet kan worden. Ook komt er wat eiwit in hanekammen voor: ze smaken enigszins naar kalfsvlees. Er zijn allerlei gerechten van cantha rellen te bereiden, waarvoor wij hier een tweetal recepten (voor vier personen) laten volgen. Hanekammensoep 1 liter water of bouillon, 40 g. (4 eetle pels) bloem of maizena, een klontje boter of margarine, 1 uitje, 250 g- hanekammen, wat zout, peper, peterselie, desgeteenst wat aroma en melk. De hanekammen uitzoeken, het onderste stukje van de steel afsnijden, ze wassen en in stukjes snijden. Een uitje fijnsnip- peren en dit faet de stukjes paddestoel smoren in wat boter of margarine. Na 10 minuten het water of de bouillon toevoe gen. De bloem of maizena met wat water of melk aanmengen tot een glad papje en hiermee de soep binden. Zout en peper toevoegen. De soep op smaak afmaken met wat aroma, en fijngehakte peterselie. Gesmoorde hanekammen met tomaten als groente). 500 g. hanekammen, enige tomaten of wat tomatenpurée, 1 uitje, 2 eetlepels boter of margarine, wat peper, zout en bloem of maizena. De hanekammen uitzoeken, het onder ste stukje van de steel afsnijden en de paddestoelen in vrij grote stukken ver delen. De tomaten pellen en in vieren snijden en deze (of de tomatenpurée) met de hanekammen in een pannetje doen. Hierbij de boter of margarine en de ge snipperde ui voegen. Het- gerecht in 18 a 20 minuten op een zacht pitje gaar laten smoren. Het yocht vervolgens binden met wat aangemengde bloem of maizena. Peper en zout naar smaak toevoegen. Het gerecht geven als groente bij aard appelen of macaroni of bij de boterham. Dinsdagavond werd bij een aanval op de fhee-onderneming „Goalpara" bij Soe- kaboemi een Nederlandse planter gedood, aldus deelde de directie van „Geo Wehry" heden mede. Deze aanval werd onder lel ding van een officier van de T.N.I. op het emplacement van ërs theeonderne ming uitgevoerd. Bij een vuurgevecht werd de planter gedood, terwijl na af loop ook de leider van de bende gedood bleek te zijn. Uit de papieren, die op deze laatste gevonden werden, bleek, dat hij officier bij de T.N.I. was en dat hij schriftelijke instructies van de republiek had om zoveel mogelijk wapens van on- dernemingen te bemachtigen. Van onze Parijse mode-medewerkster.) Al weten we nog niet hoe de lijn van de herfstcollectie zal zijn, wel is be kend, welke stoffen gelanceerd worden. De „Soyeux" schijnen een serieus of fensief te ondernemen om de zijde weer in de mode te brengen. En niet alleen zijde maar ook satijn, waarvan zowel de glimmende als de doffe kant ge bruikt wordt. Het is te begrijpen, dat de zijdefabri kanten al hun krachten inspannen om de zijde haar populariteit terug te geven. In de laatste jaren toch werden zijde en satijn steeds meer op zij gezet voor de soepele jerseys, die zo mvoi zwaar vallen. Voor een gedrapeerde japon is stellig geen enkele stof mooier dan jersey. Daar om hebben jersey en andere dunne wol len stoffen zoveel succes voor avond japonnen. Zijde en satijn konden zich zelfs voor dat deel van de avondkleding niet handhaven. Deze herfst hopen de soyeux daar ver andering in te brengen. Niet alleen wat de avondtoiletten betreft, maar ook voor namiddagjaponnen. Daarom zijn ze met tal van nieuwe gekomen. Nieuw is mis schien wat veel gezegd, daarvoor zijn ze te sterk beïnvloed door de gebrocheerde stoffen, van een zestigtal jaren terug of zelfs nog langer. Die ouderwetse zijde is modern geworden door het patroon. Met de middelen van de huidige tech niek behandeld, valt deze zijde ook niet zo stug als die, waarop ze geïnspireerd is. Is het mooi of eigenlijk lelijk? Dat zal helemaal afhangen van de manier, waar op de couturiers die zijde bewerken. Bij geen soyeux ontbreekt ze. Overal zijn ze op twee heel verschillende wijzen behandeld: Soepel vallend of wat stijf uitstaand. Bianchini-Février heeft ge brocheerd satijn, dat aan beide kantef gebruikt kan worden. Rode noppen op grijs fond of witte op zwart. Voor diner japonnen zijn op sobere wijze hier en daar metaal-noppen aangebracht tussen de andere in. Gestreept satijn, zoals in de 18e eeuw mode was, behoort ook weer tot de laat ste nieuwigheden. De strepen zijn 30 c.m. breed en in zachte kleuren, b. v. perzik- rose, turkois, lavendelblauw en oud-rose. - t v Dinertoilet van Jacques Griffe. Lorganza met noppen van Bianchini- Février (Foto: Seebergtfr) De kleuren zijn in deze volgorde geno men. Men ziet ook veel dof gebrocheerd 'satijn, maar altijd met een patroon in relief'. Zelden effen moiré, taffetas of faille, die ook meestal een noppenpatroon hebben. Tot een der laatste creaties van ge noemd huis waarvan verwacht wordt'dat het veel succes zal hebben, behoort zwart taffetas, gebrocheerd met kleine fel ge kleurde bloemetjes. Voor de wintertailleurs, die de Paris- siennes onder haar bontmantel dragen, ziet men veel effen zwart satijn, waar een wollen draad doorheen geweven is. IN-TE LEVEREN BONNEN door detaillisten in de week van 26—31 Juli 1948 Suiker/Versnap.: 014 alg. (3 rts), 012 alg (2 rts), K suiker, H 14 (1 rts), 75 versn. (0,8 rts) 78 versn H 12 (0,4 rts). Afgifte Coup C 849, C 850 Uitsluitend Versnape ringen, C 851, C 852 uitsluitend suiker. Brood/inl. Bloem Patentbloem: 047 brood, B 067, D 077, L brood, rts bon H 21, (8 rits) 015 alg, 051 alg, C 069, L brood, H 21, H 25, H 27, (4 rts) 048 brood, (2 rts) plus nieuwe bonnen voor brood en keuzebonnen voor brood of ge bak. Coup. X 265, X 296. Afgifte Coup D 130 voor Inl. bloem, D 131 voor Patent bloem. Roggemeel: Zie brood. Afgifte Coup. D 129. Bloem: E 039, 968 res. (5 rts), 011 alg., H 22 (1 rts). Rts-bon/nen G 23 (2,5 rts) en G 22 (1 rts) laatste gelegenheid tot inlevering. Afgifte Coup. C ,847. Gebakbloem bakkers/banket/bakkers: 015 alg. H 27 (1 rts). Coup. X 300, C 833, C 834 C 854, C 855. Laatste gelegenheid inlevering Coup. X 269, C 808, C 809. Afgifte Coup. C 853. Gebak: 015 alg., H 27 (1 rts). Afgifte Coup. C 854, C 855. Vleeswaren: 045 vlees, L vlees (3 rts), L vlees (2 rts), 044, 046 vlees, H 51 (1 rts). Afgifte Coup. C 837, C 838, C 839. Tabak (detaill.): 73, 74, 77 tabak (2 rts), H 66 (1 rts.). Afgifte Coup. C 856, C 857. Eieren (gross.): L eieren (5 rts), H 37 (1 rts), 053 alg. (1 rts). Laatste gelegen heid inlevering K eieren (5.rts), 016 alg., 031 alg'. (1 rts). Afgifte Coup. G 169, G 170, G 171. Textiel/Detaillisten: Toew. Distex MD 85, A t/m H van VA 708 (1 en 5 pat.). J, K, L en M (1 prut), J en K (5 pnt.), J en K res. (10 pnt.), van VA 804, textiel a.s. moeders van CA 802 (10 pnt.). Rts- bonnen D en E 81 (1 en 10 pnt.). Afgifte hamdelscoupures textielgoederen. Confec.-bedr., confectionneurs: Werkkl.- bonnen, gesplitst naar soort, totaal in veelvouden van 300 pnt. H en rts-bonnen FC (24 pnt.), L en rts-bonnen FD (12 pnt.). Machtigingen Confectie en Handels coupures. Afgifte Confectiecoupures. F-verg.houders: Werkkl.-bonnen: „Zie boven". Brandstoffen: Detaillisten en groothan del 1 x per 14 dagen; brandst. a.s. moe ders, rts-bon 1948-49 (1 rtg), 01, 02 van TA 806 (3 rts). Afgifte Coup. Brandstof fen. Groothandel 1 x per week: Aanv.- Toew. en Coup. B, C, D en E verbrui kers, binnen 1 maand na de op de toew. vermelde vervaldatum. Afgifte ontv. bew. MD-342-09 voor brandstoffen en MD 342-10 voor ind.kolen. Inleveren brood in veelvouden van 680 rts; inlevering eieren in veelvouden van 100 rts. Van overige artikelen, alle bon- nen inleveren. Door GERT HARTEN INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE: De kapitein en commandant van de gewapende politie in het district Bila (Sumatra's Oostkust) vertelt, hoe m zijn gebied ongeregeldheden ..tussen Chinezen en Mohammedanen zijn uit gebroken, daar een kostbare met edel stenen bezette kist, waarin „de tul band van de profeet" bewaard werd, gestolen is. Er waren de laatste rija méér misdaden gepleegd (o.a. werd een vriend van de kapitein vermoord) en steeds werd een papier met drie rode strepen ter plaatse gevonden. De commandant laat versterking komen Hij .ontvangt een dele'gatie Chinezen, die vrijlating van een aan tal gearresteerde landgenoten eist. Op bepaalde voorwaarden wordt dit voor een aantal der gevangenentoe gestaan. maar de tegenpartij toont zich zeer verstoord door deze tege moetkomendheid. De moefti Si Tim- bo met zijn aanhang komt protesteren en eist, dat de overgebleven gevange nen aan hem ter bestraffing zouden worden uitgeleverd. De commandant antwoordt,«dat de gevangenen in Batavia terecht zullen staan» Een inlands meisje, Batta geheten, komt de kapitein vragen of hij in ver momming naar haar broer wil komen, die tempeldienaar- is en hem een be langrijke mededeling heeft te doen. De kapitein gaat en wordt onderweg door een vijandig gezinde inlander Tarimo geheten, bedreigd. Hij weet zich echter in veiligheid te stellen en ontvangt van de tempeldienaar waar devolle inlichtingen en de waarschu- wing, op te passen voor Tarimo. Batta gaat naar aanleiding hiervan een briefje van de kapitein naar de kazerne brengen. 9) Ik scheurde een velletje papier uit mun notitieboekje, schraef daatop in korte bewoordingen waar en wanneer ik een ontmoeting met Tarimcr had afgesproken en gaf opdracht, dat verklede soldaten, hem daar zouden arresteren. Zeg de schildwacht, dat hij het brief je aan de toean luitenant moet geven! Goed begrepen? Ze keek mij moedig en vastberaden aam Saja, toean commandant. Wee'st u maar niet bang. Ik laat me niet door spionnen vangen. O, ik ben voorzichtig en ik kan lopen, sneller dan de wind! Mooi zo, Batta, knikte ik tevreden, terwijl ik haar het briefje overhandigde: Maak dan maai1 dat je weg komt en doe je boodschap goed. Ik zal je er vijf gulden voor geven! O, vijf gulden? Zz schudde haar hoofd: Neen, niet r mij. toean. Maar geeft u dat véle geld aan mijn broer, dan zal ik.^-. als u dat wilt.... Tarimo doden! Nee. antwoordde ik ertnsjtig: dat verlang lk volstrekt niet. Tarimo mag niet gedood worden en allerminst door jou. Meisjeshanden mogen niet door bloed bevlekt worden. Ze boog berustend het hoofd. Saja toean commandant, mijn han den zullen rein blijven. Ik zal slechts doen, wat de toean besar en Kariromo bevelen. Nadat zij geruisloos het kleine vertrek had verlaten, zaten wij een ogenblik zwijgend tegenover elkaar. Eerst toen de sluipende voetstappen van het meisje niet meer hoorbaar waren, zei ik, onwille keurig op gedempte toon: Tarimo heeft me aangehouden, toen ik op weg was hierheen. O heer, riep de Maleier verschrikt. Hij heeft me gevraagd, wie'ik was, hoe ik heette en wat ik in het gerechtsgebouw hdd uitgevoerd. Kariromo staarde me ontsteld aan. En.... wat hebt u de tijger geant woord? Ik heb hem verteld, dat ik Sodite- romo heet, als mandoer op een plantage werkzaam ben en in het hoofdkwartier wilde spionneren, antwoordde ik, met moeite een glimlach onderdrukkend. Als al zijn rasgenoten was Karromo sterk in plastischs' benamingen: En heeft hij u geloofd? Ja. Hij liet mij de ivoren ring van de moefti's zien en beval mij hem over twge uren weer op dezelfde plaats te verwachtte. Hij was nogal vriendelijk, maar hij beloofde me toch niet veel goeds, als ik niet zou kómen. Onrustig stond de Moskeedienaar op. hij sloop behoedzaam naar de deur en luisterde enige ogenblikken in gespannen aandacht. Toen hij terugkwam, schudde hij be denkelijk het hoofd. Toean besar, zei hij fluisterend: geloof Kariromo, ik ken Tarimo, hij ver trouwt niemand. Hij achtervolgt u! Hij weet, dat u in mijn huis gevangen zit! Aangestoken door zijn onrust, stond ook ik nu van de grond op. Als dat zo is, ga ik onmiddellijk weg, Kariromo. We mogen in geen geval riskeren, dat men jou gaat verdenken en de Moefti's je op straat zetten. De man knikte aarzelend. Ja, heer, het lijkt ook mij beter, dat u nu gaat. Ik ben niet bang voor mezelf, maar voor u. Allah moge u veilig naar huis leiden! Wat ik te zeggen had, weet de toean besar nu en als ik meer te weten mocht komen, zal ik Batta naar u toe "sturen. aan. Daarna vervolgde hij op bezorgde toon: U moet uw baard meer verber gen, heer. Slechts weinige Maleiers, alleen fakirs en moefti's, dragen een baard; an deren worden verwonderd aangezien. Maar het is beter, dat de mensen u niet aanzien, anders zouden ze u misschien herkennen. Bezorgd bond hij een dikke doek om mijn hals, waarachter mijn sikje, waarop ik zo trots was, geheel schuil ging. Ook mijn hoofddoek wond hij wat vaster om mijn haar. Ik reikte hem zwijgend en dankbaar de hand, die hij onderdanig kuste. Daarna leidde hij mij zacht en voorzichtig naar buiten. Allah behoede u!, fluisterde hij. En jou!, antwoordde ik, eveneens nauwelijks verstaanbaar. Ik stond buiten; geruisloos werd de deur achter mij gesloten. De maan was inmiddels achter een dikke wolkenbank schuil gegaan, zodat er geen vijf meter zicht was. Voorzichtig tastend ging ik voorwaarts, doch ik had nog geen honderd meter' afgelegd, toen een vaal maanlicht door de wolken heen drong. Een ogenblik meende ik bij de palmgroep aan de overkant enige schim men w^ar te nemen, die mij volgden maar ik kreeg geen gelegenheid mij daar van te overtuigen, want nog geen minuut later schoof wederom een wolk voor de sikkel, waardoor de omgeving opnieuw in diepe duisternis werd gehuld. Een onbehaaglijk gevoel bekroop me. Niets werkt zo verlammend als een Egyp tische duisternis, waarin men geen weg weet. Daarbij kwam nog het zich steeds sterker aan mij opdringende gevoel te worden achtervolgd en als vanzelf dacht ik daarbij aan Tarimo, de menselijke tijger, die, naar Kariromo mij verzekerd had, 's nachts op roof uittrok. Ik bleef even staan, scherp luisterend of ik ook voetstappen hoorde, maar het bleef doodstil. Ik bevond me hier m een vrij onbekend gedeelte van de plaats en het was me dan ook een lief ding waard geweest, als ik Batta bij me had gehad, die me stellig in de kortst mogelijke tijd de weg zou hebben gewezen. Tevergeefs zocht ik naar een of ander lichtschijnsel in de verspreid staande woningen; het leek wel, of de gehele omgeving was uit gestorven. Voetje voor voetje ging *k weer voorwaarts, tot ik eindelijk het grillige licht van een fakkel ontwaarde, welke vrij snel naderbij kwam. Het bleken enige mannne te zijn, die. zwijgend naast elkaar yoorUiepen. Ik meende hen met een vriendelijke groet voorbij te kunneh gaan, amaar plotselin-, versperden zij mij de vfeg, terwijl de man, die de fakkel droeg, mij/bij het licht daarvan nauwkeurig opnam, up hetzelfde ogenblik bromde een stem, welke ik kende en die mij in niet geringe mate vérontrustte: Soditeromo? Het was niemand anders dan Tarimo, die daar voor mij stond en ik staarde hem aan als een geest. Tarimo?, vroeg ik op mijn beurt. Saja, je kent me; jij bent het, die lk loeW Apa'loe maoe?. vroeg ik, enigszins g6—Sljfheb op de afgeschroken plaats op je gewacht, maar je bent niet versche- rv y, eb ie de ivoren ring laten zien, V 4. héb mün bevel niet opgevolgd. De gelovigen hebben de boeddhistenhon den en de Europeanen de oorlog ver- Waard. maar ook tegen verraders wordt de_kWafromkveertel je me allemaal din- sen die ik allang weet?, vroeg ik. me zo goed mogelijk beheersend: Ik ben op weg naar de afgesproken plaats. Hoe wel we pas over twee uur afgesproken hadden, zou ik misschien wel eerder zijn gekomen, als m«n meisje me met had 0PDehbetde'mannen, die Tarimo verge zelden en om mü heen waren gaan staan, la^teSoditeromo, zei de Maleier drei gend: Je kunt eerder de profeet bedrie- gen dan mij, Tarimo Verwaande schurk, dacht ik, maar ik wachtte mij wel dit hardop te wag»- Ik vertrouw je met, Soditeromo. vervolgde hij. toen ik bleef zwijgen: Ik gelast je mij te volgen en te bewijzen, dat ie de waarheid hebt gesproken! De situatie was nu vrijwel hopeloos en ik overlegde snel, dat misschien slechts een brutaal optreden mij nog zou kun nen redden. Heimelijk tastte ik naar het mes, dat ik onder mijn goed had ver borgen en schreeuwde. Ik denk er niet aan mee te gaan. Probeer niet me aan te raken! Wil je me beletten een opdracht uit te voeren, die mij door een hogere dan jij bent, gegeven werd? Een" ogenblik scheen het, of mijn woor den indruk maakten. Tarimo aarzelde even en ook de beide andere mannen gingen een stap achteruit. Daarop zei hij Toon me de ring, die je door een hogere gegeven is! Als je die laat zien, zal ik je laten gaan en eerlijk bekennen, dat Tarimo zich voor het eerst m zijn leven heeft vergist" jk jaat je de rmg met zien en jij hebt niet het recht mij langer op te hou den, trachtte ik hem te overbluffen. Ik zal de taak, die mij is opgedragen, ten uitvoer brengen. Laat me door, anders zal ik mij bij de moefti over je beklagen! klagen! Mijn vervolger staarde mij aan en zweeg, terwijl ziin heide metgezellen achter' mijn rug post vatten. Plotseling, vóór ik er op bedacht was, wierpen zij met zeldzame behendigheid een grote zak over mijn hoofd, zodat ik mij vrijwel niet meer kon bewegen. Schreeuwend van machteloze woede trachtte ik mij uit de zak te bevrijden, maar mijn wanho pige pogingen werden in de kiem ge smoord: een zoetige, weeë lucht drong zich aan mij op en maakte mij volko men-weerloos. Ik voelde nog, hoe ik als een zoutzak door krachtige handen werd opgetild en gedragen..,. Toen verloor ik het be wustzijn. XV. Hoe lang lk in deze toestand verkeerd had, wist ik niet, maar het leek of er dajea W|ggp toea i* SfcÜSiRS#l zware oogleden opslaande, in een zwart, grijnzend gelaat keek, dat zich over mij heen had gebogen. TarimoTarimokrijste een heese stem: Hij leeftHij leeft Ik hoorde hoe een stoel omver werd gewropen; enige voorwerpen vielen op de grond, wapens kletterden en onmid dellijk naarna verdrongen zich enige ge stalten rond mijn legerstede. Ik zag af schuwelijk' zwarte gezichten met van betelsap druipende monden en vals loensende ogen, die mij onafgebroken aanstaarden Het was of deze walgelijke koppen steeds naderbij kwamen en als ontwakend uit een benauwde droom vloog ik overeind. „Pegi Andjing" (Ga weg honden!), schreeuwde ik, en inderdaad had dit tot geyolg, dat de zwarte massa althans enige schreden achteruit week. Dit bracht me tot het besef, dat ik niet droomde en het schonk me tevens gelegenheid mijn om geving eens op te nemen. Een vluchtige blik overtuigde me, dat ik me in het kleine, muffe vertrek van een inlander bevond. Ik lag op een hoop vuile matten en dekens en om mij heen stond een groep Maleiers, gewapend met lanzen en messen. Niet ver van mij a stond een ruwe tafel, waaraan slechts een enkele man zat. Nu kwam hij overeind en als op com mando weken de anderen uiteen om hem gelegenheid te geven te passeren. Nog vóór hij mij genaderd was, herkende ik hem reeds: het was mijn doodsvijand, Tarimo! Luid en scherp klonk zijn stem, toen hij vroeg: Soditeromo, kan je me verstaan? Kun je horen, wat ik zeg? Wat wil je van een weerloze? Laffe schurk! Spreek en martel me niet! Ik steunde van machteloze woede en Tarimo scheen dit voldoende antwoord op zijn vraag te vinden, want grijnzend vervolgde hij: De taal die je spreekt is niet van een geknechte Maleier, Sodi teromo, je spreekt als een heerser en ge bieder, als een blanke toean en ik moet zeggen, dat je in brutaliteit niet voor hem onderdoet. Saja! Je bent zeer slim Soditeromo en je hebt me weten te be driegen,- mij, Tarimo, die reeds aan het ruisen der bladeren hoort, wie hem tege moet fcomt. Je hebt de grote Tarimo ge leerd, dat hij zich ook kan vergissen. Ik heb een ogenblik geloofd, dat je werke lijk een mandoer was, een Maleier, maar toen de kleur van mijn volk van je huid week, herkende ik jou! En er zijn er maar weinigen, dte je niet kennen. Ook ik, de grote Tarimo, ken je. Saja! Maar ik moet toegeven, dat ik een ogenblik niet geweten heb, dat ikmet de com mandant der politie te doen had! De anderen, waren, geleidelijk weer naar de deur geweken, waarschijnlijk unt een soort eerbied tegenover hun aan voerder, die nu alleen in zijn schilder achtige, maar vrij verwaarloosde kleaij met fonkelende ogen bij mijn legersteae stond. In de brede sjerp om zijn mi<aae staken verschillende wapens en behaiv enige/dolken zag ik het blauwachtige staal van een revolver glinsteren in het daglicht, dat in een brede streep door de geopende deur stroomde. t Waar ben ik, Tarimo?, Vroeg ik, zachtjes steunend, want ik voelde me, of ik na een zware operatie voor het eerst uit een narcotische slaap ontwaakte. In het gebied van de tijger, toean commandant!, luidde het weinig gerust stellende antwoord; Onder zijn heer schappij leeft ook Tarimo. En Tarimo voelt zich meer aangetrokken tot dit bloeddorstige roofdier dan tot de brutale Twee nachten en twee dagen. - Wat?! Verschrikt richtte ik me enigszins op. Twee nachten en twee dagen? Bezorgd dacht ik plotseling aan de mensen, die ik had achter gelaten en die bij alle moeilijkheden waarvoor zij reeds geplaatst waren, nu ook nog naar mij moesten zoeken. Ik vervloektl mijn licht- i< i ij Hij nam mijn beschuldiging nogal kalm op, speelde wat met de .wapens in zijn gordel als om mij tot voorzichtigheid ta manen en haalde zijn schouders op. Wel, je zult jezelf kunnen overtui gen. Ook de gevangen Chinezen, heboen Slap viel ik op mijn stoel terug. Minachtend schu^ey'nrnnoJ oofd' eerst na enige diepe halen te vervolgen: Een speelbal voor ie Europeanen ia Waarom Hm.... omdat jij een be. deze vorst, een harlekijn. Wat zou het je scherming vormt voor mij en mijn baten als hij wist, dat je mijn gevangene sen Toboe lata, ze zullen me nati bent? Dacht je, dat hij je met zijn nen soldaten zou komen bevrijden? moesten zoeKen. ik vervioeKte mijn ucnx- j slap viel jk- stuei terug, zipnige handelwijze, welke" er toe had Louter fantasie; steunde ik. En aan geleid, dat ik mij nu totaal weerloos in deze gedachte klemde ik mij vast als een handen van onze tegenstanders bevond, drenkeling aan een stroohalm. die zich daardoor beduidend sterker zou- Met zijn spottende grijns vermaakte den wanen. de Maleier zich over mijn wanhoop en Tarimo, fluisterde ik mat; ik heb kwasi medelijdend zei hij: Je lijdt on- dors.t der de waarheid, toean commanrant en Onmiddellijk nam hij een fles, welke ik kan met je meevoelen. Maar eens on de tafel stond en goot de inhoud in moest je het toch vernemen en of dat nu een glas vandaag is of morgen, maakt niets uit. Drink, heer! Op de tafel lag,een kris. Onwillekeurig Gretig bracht ik het glas naar mijn tastten mijn vingers naar het scherpe lippen en ik bemerkte, dat het heerlijke wapen. Ach, dacht ik, als ik maar wat verfrissende limonade was. Nadat ik het sterker was. Ik zou geen moment aar ze- in één teug had leeg gedronken, gaf ik len hem het mes in de horst te stoten, het glas met een zucht terug. Maar tenslotte zou ik ook daarmee nog Ik dank je, Tarimo! niets hebben gewonnen. Doden staan nu Zwijgend zette de spion fles en glas eenmaal niet meer op en mijnsoldaten op tafel. Ik volgde al zijn bewegingen, niet en mijn officieren niet. Alleen ik monsterde zijn krachtige, buigzame ge- ben nog in 1®yen- Jk alleen! Vaster om- stalte, zijn energiek, scherp gesneden'ge-1klemde?mijn hand de dolk en als in een laat en ik begreep, dat ik hier een tegen- droom stond ik op, Tarimo het wapen stander had gevonden, die ver boven zijn toereikend. rasgenoten uitstak. Hier.... pak aan! Stooit toe! Geef De koele drank had me goed gedaan, mij de rest, schreeuwde ik. Langzaam keerden mijn krachten terug. Hij nam de kris inderdaad aan, maar Nog enigszins slap en duizelig kwam ik wierp hem verachtelijk weer op tafel, overeind en strompelend en tastend be- Jou doden? Neen! Jouw leven is reikte ik tenslotte de stoel, waarop héilig. zoëven nog de vriend van de tijger Heilig? Tarimo -had gezeten. Verbaasd keek ik h^ aam Tarimo, wendde ik mij opnieuw tot Saja, to'kte h«-Je hebt je^leven ge- de Maleier, die mij in mijn hulpeloosheid waagd voor mag',- mos" enigszins spottend had gadegeslagen: Hoe- kee. ^ee g g g je doden, ver is het naar Negri Lama? En waa om h®P Pe d« anderen, mijn Een uur, toean commandant. vP^hri^en'toch eren dan. gedood?. Wil je niet een boodschap daarheen Zij toch eveneens hun leven veil zenden, dat ik leef? V°°r de heiligdommen van de Neen* I „„j Noch- Dat is zo, gaf hij toe: Maar de om- Vlijmscherp klonk dit antwoord Noc standigheden het noodzakelijk_ tans waagde ik, een nieuwe P«d d. Zij vormden een hindernis voor onze -Wees dan tenminste zo goea wraak. Wij zouden die" Chinese honden ja te laten weten dat d>nog landers nooit in handen hebben gekregen. Een honende lach verwrong i WaarQm hQudt Je mjj dan nog ge. "I Hahaha! De radja, de knecht van Va^arom? de blanke overheersers. Omstandig stak hij een sigaret op, om Minachtend schudde hij hert hoofd. s - ----- - baten als hij wist, dat je mijn gevangene sen Toboe iata, ze zullen me natuurlijk bent? Dacht je, dat nij je met zijn tin- vervolgen, blanke soldaten van de oor- nen soldaten zou komen bevrijden? logsschepen zullen opduiken om niet al- Hulpeloos probeerde ik voor het laatst leen mij, maar ook jou te zoeken. Bah, de hem te vermurwen. Laat dan de schild- radja en de moefti s zullen natuurlijk wacht voor het gebouw weten, dat ik nog voor het geweld buigen, alle schuld op in leven ben. mij schuiven en me verraden! Mij mo- Wederom dat irriterende, honende la- gen de moeti's alleen als ze me nodig chen en dat meewarige hoofdschudden, hebben om hun aanzien te verhogen; an- Dan echter richtte Tarimo zich op en ddts verwensen ze me en gaan me uit terwijl hij met zijn vlakke hand op de de weg. wapens in zijn gordel sloég, zei hij met HlJ maalkte een verachtelijke handba- verheffing van stem: De schildwacht.... weging- is dood en met hem alle soldaten en offi- Nee, van dat soort kerkdienaars be- cieren. Zelfs het gerechtsgebouw is een feer, lk geen dank, want ik, ik alleen prooi der vlammen geworden! Saja! strijd oprecht voor de profeet! In naam Ontzet staarde ik hem aan; ik wei- vaa Mohammed leef ik met de tijger in gerde te geloven, wat hij me daar met het oerwoud en ik breek er slechts uit, veel pathos en een zekere zelfgenoeg- alsJkiln Allah's naam wraak mag nemen, zaamheid meedeelde en toch sloeg de Waderom blies hij, als om zijn woorden angst mij om.het hart bij de gedachte, kracht b.j te zetten enige dikke rook- dat zijn woorden waarheid zouden kunnen wolken de lucht m. Daarna wierp hij de bevatten rest van zijn sigaret meteen woeden u - Jeliegt!, schreeuwde ik, overeind gebaar op de grond en trapte er met zijn springend. Dreigend trad ik op hem toe, voet op. im-m» nn niet beseffend, dat deze houding onder Zwijgend liep hjj het kleine vertrek op de gegeven omstandigheden gelijk stond met een poging tot zelfmoord: Je liegt, en neer om tenslotte met een ruk voor my te blijven staan.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 4