m
Wat dragen we dit najaar?
Drie rode strepen
DE FILMCRITIEK ONTWAPEND
DE EETBARE HANEKAMMEN
DIE "$-A"£E
Wereld
De soyeuxin de aanval
mÊËÈÊÈm
EEN INDISCH AVONTUUR
m
PAGINA '4
,J>E KAMPIOEN
MELKBOER"
Danny Kaye, de volslagen
idioot
GERECHTEN VAN
CANTHARELLEN
BLIKSEM DOODT BRUIDSPAAR
AANVAL OP THEE-ONDER
NEMING
Bén ogenblik keek Wj me ondertekend
ult ElftOfia.!
En hoe lang lig ik hier al?, vroeg
ik verder.
itUte veriaissi
XWordt vervolgd).
«SET-
r TVxrr de filmindustrie worden op het
onschuldige publiek heel wat producten
losgelaten, welke met het begrip film in
de goede zin van het woord niets hebben
uit te staan. Vol verontwaardiging grijpt
de criticus in zo'n geval naar zijn pen
om deze zoveelste aanslag op de film
kunst aan de kaak te stellen, of hij doet
er, het vechten tegen de bierkaai moe,
het zwijgen toe en negeert het hele hope
loze gedoe. Hetgeen het verstandigste en
gemakkelijkste is.
Maar zo nu en dan komen er rolpren
ten aan de markt, die zo dwaas en tege
lijk amusant zijn. dat alle critiek er door
tot zwijigen wordt gebracht en gesmoord
ln een uitbundige schaterlach.
Tot deze laatste soort behoort ook „The
Kid from Brooklyn", welke hier te lande
onder de titel: „De Kampioen Melkboer
ln roulatie is gebracht en waarin Danny
Kaye de hoofdrol vervult.
Over Danny Kaye, die momenteel als
de meest gevierde filmkomiek in de Ver.
Btaten wordt gedoodverfd en over de
manier, waarop hij Londen op stelten
eette, toen hij daar eind Januari van dit
Jaar een bezoek bracht, heeft onze cou
rant u al uitvoerig ingelicht. De grote
kracht van Danny Kaye is de pantomime,
een kunst, die hij leerde in de harde
leerschool van het dagelijkse leven, toen
hij, nog onbekend, in het Verre Oosten
Beefde temidden van een publiek, dat geen
woord Engels verstond. Hond 1930 was hij
niet meer dan een middelmatig caharet-
tumflner in een Londens hotel. Later
reisde hij in Amerika de badplaatsen af
rii hield de gasten bezig, als bet regende.
In die tijd zou een zomer, zoals wij thans
beleven, hem van harte welkom zijn ga-
Sam Goldwyn, de producer van „The
Kid from Brooklyn" Danny is écht in
Brooklyn geboren, waar zijn vader, een
geboren Bus, kleermaker was ontdekte
hem voor de film en hoewel hij hier te
landenwaar tot nog toe alleen zijn „Won
der Man" werd vertoond, nog niet zo
bekend is, kan hij thans, zoals gezegd,
als de meest populaire filmkomiek in
de V.S. worden beschouwd.
Het succes van Danny Kaye is zijn
volslagen, zijn volmaakte idiotisme. Hij
is een komiek met het iierstand van
mensenkenner en de geest van een
dwaas. Een onnozele gek met juist die
hoeveelheid domheid, die zo sterk
spreekt tot het ondeugende kind, dat diep
in ons verborgen leeft.
Sinds Harold Lloyd, van wiens dwaas
heden wij jaren geleden uitbundig neb
ben genoten, is Danny Kaye de eerste
komiek, di.e tegelijk een volwassen gek
en een uitbundig kind is. Tot deze ver
gelijking met Harold -Lloyd komen we
des te eerder, omdat deze in 1936 onder
de titel „The milky way" een rolprent
heeft gemaakt naar precies hetzelfde ge
geven, dat ditmaal door regisseur Nor
man Z. Leonard en Samuel Goldwyji m
een entourage van vele mooie meisjes is
gezet en overgoten met de schrilste kleu
ren uit het kleurigste kinderprentenboek.
In plaats /van „Kareltje" is het thans
Danny Kaye, die een gelukkige, zjj het
wat linkse melkboer is, fot hij betrok
ken raakt in een knpkpartijtje met
bokskampioen middengewicht en diens
potige vriend. Danny, die nooit van
vechten heeft gehouden, kent maar één
Te Breda wordt een tentoonstelling gehouden van pop pen, welke het eigendom zijn van H, K. U. Prinses-
Regentes Juliana ten bate van de wederopbouw van de Prinses Juliana-school. Een der inzendingen.
middel tot verdediging. Het voortduren
de ontwijken van de klappen van zijn
onderwijz |rs en de stenen van zijn school
makkers hebben hem „duiken" geleerd.
Als de bokskampioen en diens^ potige
kameraad op hem inslaan, „duikt hij en
de potige slaat de kampioen knock-out.
In de pers krijgt Danny de eer van deze
daad en dan beginnen de goocheme jon
gens uit de „sport"-wereld een boterham
aan hem te verdienen. In een serie boks
wedstrijden, waarin zijn tegenstanders
worden betaald om zich tegen de plan
ken te laten slaan, wordt Danny over
winnaar De roem stij'gt hem zelfs naar
het hoofd, tot groot ongenoegen van zijn
zuster, Vera-Ellen en zijn fiancée. Vir
ginia Mayo Hoe hij tensldtte in °t ge
vecht, dat'zijn ondergang had moeten
zijn, toch nog overwinnaar wordt, ver
klappen wü niet, maar hier en in de ver
schillende bokswedstrijden bereikt Danny
hoogtepunten in zijn carrière als komiek.
„The Kid from Brooklyn" heeft alle
eigenschappen van een show-film, welke
doet denken aan de vroegere' Golddiggerg
en Goldwyn Follies, maar de Goldwyn
Girls zien er ditmaal minder dom uit
dan vroeger, waarschijnlijk dank zij het
contrast met /le onnozele Danny. Vera-
Ellen danst op een manled die zelfs Gin
ger Rogers jaloers zou maken, hoewel
we ook van het goede wel een bettje te
veel krijgen.
Maar de rolprent wordt gemaakt door
Danny Kaye.
Filmliefhebbers doen beter deze Danny
Kaye-film over te slaan. Maar volwas
senen, die de zorgen van deze bewogen
tijd eens hartelijk willen weglachen, zul
len daarmee geen moeite hebben, als ze
De Kampioen Melkboer' gaan zien.
In een gebouw te Patna (Voor-Indië),
waar een bruiloft werd gevierd, sloeg de
bliksem in. De jonggehuwden en hun
ouders werden op slag gedood.
Het gebruik daar te lande wil, dat deze
doden onmiddellijk worden gecremeerd.
En zo geschiedde, dat de genodigden de
crematie bijwoonden van mensen, die ze
een uur tevoren hadden gelukgewenst.
Danny Kaye, de melkboer, blijkt geen succes ah bezorger en krijgt het in
beide betekenissen van het woord aan de stok" met zijn werkgever.
Uit een modfcrne litteraire roman:
„Jij gemene slet!"
De woorden, die Jan Jansen haar in het
gezicht slingerde, deden haar hart ineen
krimpen. Was deze brutale ploert de man,
die zij had getrouwd? Had zij hem nog
lief? Had zij hem ooit lief gehad?
Waarom had ze hem eigenlijk ge
trouwd? Wat moet ze doen? Waarom had
ze dit niet geweten? Waarom had ze het
niet voorzien? Wat betekende het? Kon
ze het nog langer uithouden? Wie was hij
eigenlijk? Hoe was het gebeurd? Was hij
het wel? Hoe was het begonnen? Wat
was het, dat hij had gezegd? Waarom had
ze niet geantwoord? Had het nog zin, er
mee door te gaan? Was er nog iets aan
te doen? Waar ging het eigenlijk om?
Wat had hij bedoeld? Hoe kon ze het we
ten? Was er eigenlijk iets te weten? Had
hij haar nog lief? Wat was liefde? Hoe
zou het aflopen?
Het voorlichtingsbureau van de voe
dingsraad meldt:
In de vacantietijd reeds vanaf Juni
kunnen wij soms, trekkend langs we
gen, door bossen óf over de hei, groe
pen dooier-gele, trechtervormige padde-
stoeltjes zien staan. Vooral door hun aan
trekkelijke kleur vragen zij de aandacht
van de voorbijgangers.
En terecht! Dit is de bekende eetbare
cantharel, de dooierzwam of hanekam, die
iedere leek kan herkennen en welke prac-
tisch niet met andere, schadelijke soorten
te verwisselen is. Behalve aan de kleur
en de vorm kan men ze ook nog onder
scheiden aan de onregelmatig gegolfde
rand en de dikke plooien (de platen) die
zich aan de onderzijde van de „hoed" be
vinden.
Hanekammen zijn niet alleen smake
lijk. maar ze blijken een van de weinige
paddestoel-soorten te zijn, die carotine be
vatten, een stof, die in het lichaam in vi-
tamifie A omgezet kan worden. Ook komt
er wat eiwit in hanekammen voor: ze
smaken enigszins naar kalfsvlees.
Er zijn allerlei gerechten van cantha
rellen te bereiden, waarvoor wij hier een
tweetal recepten (voor vier personen)
laten volgen.
Hanekammensoep
1 liter water of bouillon, 40 g. (4 eetle
pels) bloem of maizena, een klontje boter
of margarine, 1 uitje, 250 g- hanekammen,
wat zout, peper, peterselie, desgeteenst
wat aroma en melk.
De hanekammen uitzoeken, het onderste
stukje van de steel afsnijden, ze wassen
en in stukjes snijden. Een uitje fijnsnip-
peren en dit faet de stukjes paddestoel
smoren in wat boter of margarine. Na 10
minuten het water of de bouillon toevoe
gen. De bloem of maizena met wat water
of melk aanmengen tot een glad papje en
hiermee de soep binden. Zout en peper
toevoegen. De soep op smaak afmaken
met wat aroma, en fijngehakte peterselie.
Gesmoorde hanekammen met
tomaten als groente).
500 g. hanekammen, enige tomaten of
wat tomatenpurée, 1 uitje, 2 eetlepels
boter of margarine, wat peper, zout en
bloem of maizena.
De hanekammen uitzoeken, het onder
ste stukje van de steel afsnijden en de
paddestoelen in vrij grote stukken ver
delen. De tomaten pellen en in vieren
snijden en deze (of de tomatenpurée) met
de hanekammen in een pannetje doen.
Hierbij de boter of margarine en de ge
snipperde ui voegen. Het- gerecht in 18 a
20 minuten op een zacht pitje gaar laten
smoren. Het yocht vervolgens binden met
wat aangemengde bloem of maizena.
Peper en zout naar smaak toevoegen.
Het gerecht geven als groente bij aard
appelen of macaroni of bij de boterham.
Dinsdagavond werd bij een aanval op
de fhee-onderneming „Goalpara" bij Soe-
kaboemi een Nederlandse planter gedood,
aldus deelde de directie van „Geo Wehry"
heden mede. Deze aanval werd onder lel
ding van een officier van de T.N.I. op
het emplacement van ërs theeonderne
ming uitgevoerd. Bij een vuurgevecht
werd de planter gedood, terwijl na af
loop ook de leider van de bende gedood
bleek te zijn. Uit de papieren, die op deze
laatste gevonden werden, bleek, dat hij
officier bij de T.N.I. was en dat hij
schriftelijke instructies van de republiek
had om zoveel mogelijk wapens van on-
dernemingen te bemachtigen.
Van onze Parijse mode-medewerkster.)
Al weten we nog niet hoe de lijn van
de herfstcollectie zal zijn, wel is be
kend, welke stoffen gelanceerd worden.
De „Soyeux" schijnen een serieus of
fensief te ondernemen om de zijde weer
in de mode te brengen. En niet alleen
zijde maar ook satijn, waarvan zowel
de glimmende als de doffe kant ge
bruikt wordt.
Het is te begrijpen, dat de zijdefabri
kanten al hun krachten inspannen om de
zijde haar populariteit terug te geven. In
de laatste jaren toch werden zijde en
satijn steeds meer op zij gezet voor de
soepele jerseys, die zo mvoi zwaar vallen.
Voor een gedrapeerde japon is stellig
geen enkele stof mooier dan jersey. Daar
om hebben jersey en andere dunne wol
len stoffen zoveel succes voor avond
japonnen. Zijde en satijn konden zich
zelfs voor dat deel van de avondkleding
niet handhaven.
Deze herfst hopen de soyeux daar ver
andering in te brengen. Niet alleen wat
de avondtoiletten betreft, maar ook voor
namiddagjaponnen. Daarom zijn ze met
tal van nieuwe gekomen. Nieuw is mis
schien wat veel gezegd, daarvoor zijn ze
te sterk beïnvloed door de gebrocheerde
stoffen, van een zestigtal jaren terug of
zelfs nog langer. Die ouderwetse zijde is
modern geworden door het patroon.
Met de middelen van de huidige tech
niek behandeld, valt deze zijde ook niet
zo stug als die, waarop ze geïnspireerd is.
Is het mooi of eigenlijk lelijk? Dat zal
helemaal afhangen van de manier, waar
op de couturiers die zijde bewerken.
Bij geen soyeux ontbreekt ze. Overal
zijn ze op twee heel verschillende wijzen
behandeld: Soepel vallend of wat stijf
uitstaand. Bianchini-Février heeft ge
brocheerd satijn, dat aan beide kantef
gebruikt kan worden. Rode noppen op
grijs fond of witte op zwart. Voor diner
japonnen zijn op sobere wijze hier en
daar metaal-noppen aangebracht tussen
de andere in.
Gestreept satijn, zoals in de 18e eeuw
mode was, behoort ook weer tot de laat
ste nieuwigheden. De strepen zijn 30 c.m.
breed en in zachte kleuren, b. v. perzik-
rose, turkois, lavendelblauw en oud-rose.
- t v
Dinertoilet van Jacques Griffe.
Lorganza met noppen van Bianchini-
Février
(Foto: Seebergtfr)
De kleuren zijn in deze volgorde geno
men.
Men ziet ook veel dof gebrocheerd
'satijn, maar altijd met een patroon in
relief'. Zelden effen moiré, taffetas of
faille, die ook meestal een noppenpatroon
hebben.
Tot een der laatste creaties van ge
noemd huis waarvan verwacht wordt'dat
het veel succes zal hebben, behoort zwart
taffetas, gebrocheerd met kleine fel ge
kleurde bloemetjes.
Voor de wintertailleurs, die de Paris-
siennes onder haar bontmantel dragen,
ziet men veel effen zwart satijn, waar een
wollen draad doorheen geweven is.
IN-TE LEVEREN BONNEN
door detaillisten in de week van
26—31 Juli 1948
Suiker/Versnap.: 014 alg. (3 rts), 012 alg
(2 rts), K suiker, H 14 (1 rts), 75 versn.
(0,8 rts) 78 versn H 12 (0,4 rts). Afgifte
Coup C 849, C 850 Uitsluitend Versnape
ringen, C 851, C 852 uitsluitend suiker.
Brood/inl. Bloem Patentbloem: 047
brood, B 067, D 077, L brood, rts bon H
21, (8 rits) 015 alg, 051 alg, C 069, L
brood, H 21, H 25, H 27, (4 rts) 048
brood, (2 rts) plus nieuwe bonnen voor
brood en keuzebonnen voor brood of ge
bak. Coup. X 265, X 296. Afgifte Coup
D 130 voor Inl. bloem, D 131 voor Patent
bloem.
Roggemeel: Zie brood. Afgifte Coup.
D 129.
Bloem: E 039, 968 res. (5 rts), 011 alg.,
H 22 (1 rts). Rts-bon/nen G 23 (2,5 rts)
en G 22 (1 rts) laatste gelegenheid tot
inlevering. Afgifte Coup. C ,847.
Gebakbloem bakkers/banket/bakkers: 015
alg. H 27 (1 rts). Coup. X 300, C 833,
C 834 C 854, C 855. Laatste gelegenheid
inlevering Coup. X 269, C 808, C 809.
Afgifte Coup. C 853.
Gebak: 015 alg., H 27 (1 rts). Afgifte
Coup. C 854, C 855.
Vleeswaren: 045 vlees, L vlees (3 rts),
L vlees (2 rts), 044, 046 vlees, H 51 (1
rts). Afgifte Coup. C 837, C 838, C 839.
Tabak (detaill.): 73, 74, 77 tabak (2 rts),
H 66 (1 rts.). Afgifte Coup. C 856, C 857.
Eieren (gross.): L eieren (5 rts), H 37
(1 rts), 053 alg. (1 rts). Laatste gelegen
heid inlevering K eieren (5.rts), 016 alg.,
031 alg'. (1 rts). Afgifte Coup. G 169,
G 170, G 171.
Textiel/Detaillisten: Toew. Distex MD
85, A t/m H van VA 708 (1 en 5 pat.).
J, K, L en M (1 prut), J en K (5 pnt.),
J en K res. (10 pnt.), van VA 804, textiel
a.s. moeders van CA 802 (10 pnt.). Rts-
bonnen D en E 81 (1 en 10 pnt.). Afgifte
hamdelscoupures textielgoederen.
Confec.-bedr., confectionneurs: Werkkl.-
bonnen, gesplitst naar soort, totaal in
veelvouden van 300 pnt. H en rts-bonnen
FC (24 pnt.), L en rts-bonnen FD (12
pnt.). Machtigingen Confectie en Handels
coupures. Afgifte Confectiecoupures.
F-verg.houders: Werkkl.-bonnen: „Zie
boven".
Brandstoffen: Detaillisten en groothan
del 1 x per 14 dagen; brandst. a.s. moe
ders, rts-bon 1948-49 (1 rtg), 01, 02 van
TA 806 (3 rts). Afgifte Coup. Brandstof
fen. Groothandel 1 x per week: Aanv.-
Toew. en Coup. B, C, D en E verbrui
kers, binnen 1 maand na de op de toew.
vermelde vervaldatum. Afgifte ontv.
bew. MD-342-09 voor brandstoffen en MD
342-10 voor ind.kolen.
Inleveren brood in veelvouden van 680
rts; inlevering eieren in veelvouden van
100 rts. Van overige artikelen, alle bon-
nen inleveren.
Door GERT HARTEN
INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE:
De kapitein en commandant van de
gewapende politie in het district Bila
(Sumatra's Oostkust) vertelt, hoe m
zijn gebied ongeregeldheden ..tussen
Chinezen en Mohammedanen zijn uit
gebroken, daar een kostbare met edel
stenen bezette kist, waarin „de tul
band van de profeet" bewaard werd,
gestolen is. Er waren de laatste rija
méér misdaden gepleegd (o.a. werd
een vriend van de kapitein vermoord)
en steeds werd een papier met drie
rode strepen ter plaatse gevonden.
De commandant laat versterking
komen Hij .ontvangt een dele'gatie
Chinezen, die vrijlating van een aan
tal gearresteerde landgenoten eist.
Op bepaalde voorwaarden wordt dit
voor een aantal der gevangenentoe
gestaan. maar de tegenpartij toont
zich zeer verstoord door deze tege
moetkomendheid. De moefti Si Tim-
bo met zijn aanhang komt protesteren
en eist, dat de overgebleven gevange
nen aan hem ter bestraffing zouden
worden uitgeleverd.
De commandant antwoordt,«dat de
gevangenen in Batavia terecht zullen
staan»
Een inlands meisje, Batta geheten,
komt de kapitein vragen of hij in ver
momming naar haar broer wil komen,
die tempeldienaar- is en hem een be
langrijke mededeling heeft te doen. De
kapitein gaat en wordt onderweg
door een vijandig gezinde inlander
Tarimo geheten, bedreigd. Hij weet
zich echter in veiligheid te stellen en
ontvangt van de tempeldienaar waar
devolle inlichtingen en de waarschu-
wing, op te passen voor Tarimo.
Batta gaat naar aanleiding hiervan
een briefje van de kapitein naar de
kazerne brengen.
9)
Ik scheurde een velletje papier uit mun
notitieboekje, schraef daatop in korte
bewoordingen waar en wanneer ik een
ontmoeting met Tarimcr had afgesproken
en gaf opdracht, dat verklede soldaten,
hem daar zouden arresteren.
Zeg de schildwacht, dat hij het brief
je aan de toean luitenant moet geven!
Goed begrepen?
Ze keek mij moedig en vastberaden aam
Saja, toean commandant. Wee'st u
maar niet bang. Ik laat me niet door
spionnen vangen. O, ik ben voorzichtig
en ik kan lopen, sneller dan de wind!
Mooi zo, Batta, knikte ik tevreden,
terwijl ik haar het briefje overhandigde:
Maak dan maai1 dat je weg komt en
doe je boodschap goed. Ik zal je er vijf
gulden voor geven!
O, vijf gulden?
Zz schudde haar hoofd: Neen, niet
r mij. toean. Maar geeft u dat véle
geld aan mijn broer, dan zal ik.^-. als
u dat wilt.... Tarimo doden!
Nee. antwoordde ik ertnsjtig: dat
verlang lk volstrekt niet. Tarimo mag
niet gedood worden en allerminst door
jou. Meisjeshanden mogen niet door bloed
bevlekt worden.
Ze boog berustend het hoofd.
Saja toean commandant, mijn han
den zullen rein blijven. Ik zal slechts
doen, wat de toean besar en Kariromo
bevelen.
Nadat zij geruisloos het kleine vertrek
had verlaten, zaten wij een ogenblik
zwijgend tegenover elkaar. Eerst toen de
sluipende voetstappen van het meisje
niet meer hoorbaar waren, zei ik, onwille
keurig op gedempte toon: Tarimo heeft
me aangehouden, toen ik op weg was
hierheen.
O heer, riep de Maleier verschrikt.
Hij heeft me gevraagd, wie'ik was, hoe
ik heette en wat ik in het gerechtsgebouw
hdd uitgevoerd.
Kariromo staarde me ontsteld aan.
En.... wat hebt u de tijger geant
woord?
Ik heb hem verteld, dat ik Sodite-
romo heet, als mandoer op een plantage
werkzaam ben en in het hoofdkwartier
wilde spionneren, antwoordde ik, met
moeite een glimlach onderdrukkend. Als
al zijn rasgenoten was Karromo sterk in
plastischs' benamingen:
En heeft hij u geloofd?
Ja. Hij liet mij de ivoren ring van
de moefti's zien en beval mij hem over
twge uren weer op dezelfde plaats te
verwachtte. Hij was nogal vriendelijk,
maar hij beloofde me toch niet veel
goeds, als ik niet zou kómen.
Onrustig stond de Moskeedienaar op.
hij sloop behoedzaam naar de deur en
luisterde enige ogenblikken in gespannen
aandacht.
Toen hij terugkwam, schudde hij be
denkelijk het hoofd.
Toean besar, zei hij fluisterend:
geloof Kariromo, ik ken Tarimo, hij ver
trouwt niemand. Hij achtervolgt u! Hij
weet, dat u in mijn huis gevangen zit!
Aangestoken door zijn onrust, stond ook
ik nu van de grond op.
Als dat zo is, ga ik onmiddellijk
weg, Kariromo. We mogen in geen geval
riskeren, dat men jou gaat verdenken en
de Moefti's je op straat zetten.
De man knikte aarzelend.
Ja, heer, het lijkt ook mij beter, dat
u nu gaat. Ik ben niet bang voor mezelf,
maar voor u. Allah moge u veilig naar
huis leiden! Wat ik te zeggen had, weet
de toean besar nu en als ik meer te weten
mocht komen, zal ik Batta naar u toe
"sturen.
aan. Daarna vervolgde hij op bezorgde
toon: U moet uw baard meer verber
gen, heer. Slechts weinige Maleiers, alleen
fakirs en moefti's, dragen een baard; an
deren worden verwonderd aangezien.
Maar het is beter, dat de mensen u niet
aanzien, anders zouden ze u misschien
herkennen.
Bezorgd bond hij een dikke doek om
mijn hals, waarachter mijn sikje, waarop
ik zo trots was, geheel schuil ging. Ook
mijn hoofddoek wond hij wat vaster om
mijn haar.
Ik reikte hem zwijgend en dankbaar
de hand, die hij onderdanig kuste. Daarna
leidde hij mij zacht en voorzichtig naar
buiten.
Allah behoede u!, fluisterde hij.
En jou!, antwoordde ik, eveneens
nauwelijks verstaanbaar.
Ik stond buiten; geruisloos werd de
deur achter mij gesloten.
De maan was inmiddels achter een
dikke wolkenbank schuil gegaan, zodat
er geen vijf meter zicht was. Voorzichtig
tastend ging ik voorwaarts, doch ik had
nog geen honderd meter' afgelegd, toen
een vaal maanlicht door de wolken heen
drong. Een ogenblik meende ik bij de
palmgroep aan de overkant enige schim
men w^ar te nemen, die mij volgden
maar ik kreeg geen gelegenheid mij daar
van te overtuigen, want nog geen minuut
later schoof wederom een wolk voor de
sikkel, waardoor de omgeving opnieuw
in diepe duisternis werd gehuld.
Een onbehaaglijk gevoel bekroop me.
Niets werkt zo verlammend als een Egyp
tische duisternis, waarin men geen weg
weet. Daarbij kwam nog het zich steeds
sterker aan mij opdringende gevoel te
worden achtervolgd en als vanzelf dacht
ik daarbij aan Tarimo, de menselijke
tijger, die, naar Kariromo mij verzekerd
had, 's nachts op roof uittrok.
Ik bleef even staan, scherp luisterend
of ik ook voetstappen hoorde, maar het
bleef doodstil. Ik bevond me hier m een
vrij onbekend gedeelte van de plaats en
het was me dan ook een lief ding waard
geweest, als ik Batta bij me had gehad,
die me stellig in de kortst mogelijke tijd
de weg zou hebben gewezen. Tevergeefs
zocht ik naar een of ander lichtschijnsel
in de verspreid staande woningen; het
leek wel, of de gehele omgeving was uit
gestorven. Voetje voor voetje ging *k
weer voorwaarts, tot ik eindelijk het
grillige licht van een fakkel ontwaarde,
welke vrij snel naderbij kwam.
Het bleken enige mannne te zijn, die.
zwijgend naast elkaar yoorUiepen. Ik
meende hen met een vriendelijke groet
voorbij te kunneh gaan, amaar plotselin-,
versperden zij mij de vfeg, terwijl de
man, die de fakkel droeg, mij/bij het
licht daarvan nauwkeurig opnam, up
hetzelfde ogenblik bromde een stem,
welke ik kende en die mij in niet geringe
mate vérontrustte: Soditeromo?
Het was niemand anders dan Tarimo,
die daar voor mij stond en ik staarde
hem aan als een geest.
Tarimo?, vroeg ik op mijn beurt.
Saja, je kent me; jij bent het, die
lk loeW
Apa'loe maoe?. vroeg ik, enigszins
g6—Sljfheb op de afgeschroken plaats op
je gewacht, maar je bent niet versche-
rv y, eb ie de ivoren ring laten zien,
V 4. héb mün bevel niet opgevolgd.
De gelovigen hebben de boeddhistenhon
den en de Europeanen de oorlog ver-
Waard. maar ook tegen verraders wordt
de_kWafromkveertel je me allemaal din-
sen die ik allang weet?, vroeg ik. me
zo goed mogelijk beheersend: Ik ben op
weg naar de afgesproken plaats. Hoe
wel we pas over twee uur afgesproken
hadden, zou ik misschien wel eerder zijn
gekomen, als m«n meisje me met had
0PDehbetde'mannen, die Tarimo verge
zelden en om mü heen waren gaan staan,
la^teSoditeromo, zei de Maleier drei
gend: Je kunt eerder de profeet bedrie-
gen dan mij, Tarimo
Verwaande schurk, dacht ik, maar ik
wachtte mij wel dit hardop te wag»-
Ik vertrouw je met, Soditeromo.
vervolgde hij. toen ik bleef zwijgen: Ik
gelast je mij te volgen en te bewijzen,
dat ie de waarheid hebt gesproken!
De situatie was nu vrijwel hopeloos en
ik overlegde snel, dat misschien slechts
een brutaal optreden mij nog zou kun
nen redden. Heimelijk tastte ik naar het
mes, dat ik onder mijn goed had ver
borgen en schreeuwde. Ik denk er
niet aan mee te gaan. Probeer niet me
aan te raken! Wil je me beletten een
opdracht uit te voeren, die mij door een
hogere dan jij bent, gegeven werd?
Een" ogenblik scheen het, of mijn woor
den indruk maakten. Tarimo aarzelde
even en ook de beide andere mannen
gingen een stap achteruit. Daarop zei
hij Toon me de ring, die je door een
hogere gegeven is! Als je die laat zien,
zal ik je laten gaan en eerlijk bekennen,
dat Tarimo zich voor het eerst m zijn
leven heeft vergist"
jk jaat je de rmg met zien en jij
hebt niet het recht mij langer op te hou
den, trachtte ik hem te overbluffen. Ik
zal de taak, die mij is opgedragen, ten
uitvoer brengen. Laat me door, anders
zal ik mij bij de moefti over je beklagen!
klagen!
Mijn vervolger staarde mij aan en
zweeg, terwijl ziin heide metgezellen
achter' mijn rug post vatten. Plotseling,
vóór ik er op bedacht was, wierpen zij
met zeldzame behendigheid een grote
zak over mijn hoofd, zodat ik mij vrijwel
niet meer kon bewegen. Schreeuwend
van machteloze woede trachtte ik mij uit
de zak te bevrijden, maar mijn wanho
pige pogingen werden in de kiem ge
smoord: een zoetige, weeë lucht drong
zich aan mij op en maakte mij volko
men-weerloos.
Ik voelde nog, hoe ik als een zoutzak
door krachtige handen werd opgetild en
gedragen..,. Toen verloor ik het be
wustzijn.
XV.
Hoe lang lk in deze toestand verkeerd
had, wist ik niet, maar het leek of er
dajea W|ggp toea i* SfcÜSiRS#l
zware oogleden opslaande, in een zwart,
grijnzend gelaat keek, dat zich over mij
heen had gebogen.
TarimoTarimokrijste een
heese stem: Hij leeftHij leeft
Ik hoorde hoe een stoel omver werd
gewropen; enige voorwerpen vielen op
de grond, wapens kletterden en onmid
dellijk naarna verdrongen zich enige ge
stalten rond mijn legerstede. Ik zag af
schuwelijk' zwarte gezichten met van
betelsap druipende monden en vals
loensende ogen, die mij onafgebroken
aanstaarden Het was of deze walgelijke
koppen steeds naderbij kwamen en als
ontwakend uit een benauwde droom
vloog ik overeind.
„Pegi Andjing" (Ga weg honden!),
schreeuwde ik, en inderdaad had dit tot
geyolg, dat de zwarte massa althans enige
schreden achteruit week. Dit bracht me
tot het besef, dat ik niet droomde en het
schonk me tevens gelegenheid mijn om
geving eens op te nemen.
Een vluchtige blik overtuigde me, dat
ik me in het kleine, muffe vertrek van
een inlander bevond. Ik lag op een hoop
vuile matten en dekens en om mij heen
stond een groep Maleiers, gewapend met
lanzen en messen. Niet ver van mij a
stond een ruwe tafel, waaraan slechts een
enkele man zat.
Nu kwam hij overeind en als op com
mando weken de anderen uiteen om hem
gelegenheid te geven te passeren. Nog
vóór hij mij genaderd was, herkende ik
hem reeds: het was mijn doodsvijand,
Tarimo!
Luid en scherp klonk zijn stem, toen
hij vroeg:
Soditeromo, kan je me verstaan?
Kun je horen, wat ik zeg?
Wat wil je van een weerloze? Laffe
schurk! Spreek en martel me niet!
Ik steunde van machteloze woede en
Tarimo scheen dit voldoende antwoord
op zijn vraag te vinden, want grijnzend
vervolgde hij: De taal die je spreekt
is niet van een geknechte Maleier, Sodi
teromo, je spreekt als een heerser en ge
bieder, als een blanke toean en ik moet
zeggen, dat je in brutaliteit niet voor
hem onderdoet. Saja! Je bent zeer slim
Soditeromo en je hebt me weten te be
driegen,- mij, Tarimo, die reeds aan het
ruisen der bladeren hoort, wie hem tege
moet fcomt. Je hebt de grote Tarimo ge
leerd, dat hij zich ook kan vergissen. Ik
heb een ogenblik geloofd, dat je werke
lijk een mandoer was, een Maleier, maar
toen de kleur van mijn volk van je huid
week, herkende ik jou! En er zijn er
maar weinigen, dte je niet kennen. Ook
ik, de grote Tarimo, ken je. Saja! Maar
ik moet toegeven, dat ik een ogenblik
niet geweten heb, dat ikmet de com
mandant der politie te doen had!
De anderen, waren, geleidelijk weer
naar de deur geweken, waarschijnlijk
unt een soort eerbied tegenover hun aan
voerder, die nu alleen in zijn schilder
achtige, maar vrij verwaarloosde kleaij
met fonkelende ogen bij mijn legersteae
stond. In de brede sjerp om zijn mi<aae
staken verschillende wapens en behaiv
enige/dolken zag ik het blauwachtige
staal van een revolver glinsteren in het
daglicht, dat in een brede streep door de
geopende deur stroomde. t
Waar ben ik, Tarimo?, Vroeg ik,
zachtjes steunend, want ik voelde me, of
ik na een zware operatie voor het eerst
uit een narcotische slaap ontwaakte.
In het gebied van de tijger, toean
commandant!, luidde het weinig gerust
stellende antwoord; Onder zijn heer
schappij leeft ook Tarimo. En Tarimo
voelt zich meer aangetrokken tot dit
bloeddorstige roofdier dan tot de brutale
Twee nachten en twee dagen.
- Wat?!
Verschrikt richtte ik me enigszins op.
Twee nachten en twee dagen?
Bezorgd dacht ik plotseling aan de
mensen, die ik had achter gelaten en die
bij alle moeilijkheden waarvoor zij reeds
geplaatst waren, nu ook nog naar mij
moesten zoeken. Ik vervloektl mijn licht-
i< i ij
Hij nam mijn beschuldiging nogal kalm
op, speelde wat met de .wapens in zijn
gordel als om mij tot voorzichtigheid ta
manen en haalde zijn schouders op.
Wel, je zult jezelf kunnen overtui
gen. Ook de gevangen Chinezen, heboen
Slap viel ik op mijn stoel terug.
Minachtend schu^ey'nrnnoJ oofd' eerst na enige diepe halen te vervolgen:
Een speelbal voor ie Europeanen ia Waarom Hm.... omdat jij een be.
deze vorst, een harlekijn. Wat zou het je scherming vormt voor mij en mijn
baten als hij wist, dat je mijn gevangene sen Toboe lata, ze zullen me nati
bent? Dacht je, dat hij je met zijn
nen soldaten zou komen bevrijden?
moesten zoeKen. ik vervioeKte mijn ucnx- j slap viel jk- stuei terug,
zipnige handelwijze, welke" er toe had Louter fantasie; steunde ik. En aan
geleid, dat ik mij nu totaal weerloos in deze gedachte klemde ik mij vast als een
handen van onze tegenstanders bevond, drenkeling aan een stroohalm.
die zich daardoor beduidend sterker zou- Met zijn spottende grijns vermaakte
den wanen. de Maleier zich over mijn wanhoop en
Tarimo, fluisterde ik mat; ik heb kwasi medelijdend zei hij: Je lijdt on-
dors.t der de waarheid, toean commanrant en
Onmiddellijk nam hij een fles, welke ik kan met je meevoelen. Maar eens
on de tafel stond en goot de inhoud in moest je het toch vernemen en of dat nu
een glas vandaag is of morgen, maakt niets uit.
Drink, heer! Op de tafel lag,een kris. Onwillekeurig
Gretig bracht ik het glas naar mijn tastten mijn vingers naar het scherpe
lippen en ik bemerkte, dat het heerlijke wapen. Ach, dacht ik, als ik maar wat
verfrissende limonade was. Nadat ik het sterker was. Ik zou geen moment aar ze-
in één teug had leeg gedronken, gaf ik len hem het mes in de horst te stoten,
het glas met een zucht terug. Maar tenslotte zou ik ook daarmee nog
Ik dank je, Tarimo! niets hebben gewonnen. Doden staan nu
Zwijgend zette de spion fles en glas eenmaal niet meer op en mijnsoldaten
op tafel. Ik volgde al zijn bewegingen, niet en mijn officieren niet. Alleen ik
monsterde zijn krachtige, buigzame ge- ben nog in 1®yen- Jk alleen! Vaster om-
stalte, zijn energiek, scherp gesneden'ge-1klemde?mijn hand de dolk en als in een
laat en ik begreep, dat ik hier een tegen- droom stond ik op, Tarimo het wapen
stander had gevonden, die ver boven zijn toereikend.
rasgenoten uitstak. Hier.... pak aan! Stooit toe! Geef
De koele drank had me goed gedaan, mij de rest, schreeuwde ik.
Langzaam keerden mijn krachten terug. Hij nam de kris inderdaad aan, maar
Nog enigszins slap en duizelig kwam ik wierp hem verachtelijk weer op tafel,
overeind en strompelend en tastend be- Jou doden? Neen! Jouw leven is
reikte ik tenslotte de stoel, waarop héilig.
zoëven nog de vriend van de tijger Heilig?
Tarimo -had gezeten. Verbaasd keek ik h^ aam
Tarimo, wendde ik mij opnieuw tot Saja, to'kte h«-Je hebt je^leven ge-
de Maleier, die mij in mijn hulpeloosheid waagd voor mag',- mos"
enigszins spottend had gadegeslagen: Hoe- kee. ^ee g g g je doden,
ver is het naar Negri Lama? En waa om h®P Pe d« anderen, mijn
Een uur, toean commandant. vP^hri^en'toch eren dan. gedood?.
Wil je niet een boodschap daarheen Zij toch eveneens hun leven veil
zenden, dat ik leef? V°°r de heiligdommen van de
Neen* I
„„j Noch- Dat is zo, gaf hij toe: Maar de om-
Vlijmscherp klonk dit antwoord Noc standigheden het noodzakelijk_
tans waagde ik, een nieuwe P«d d. Zij vormden een hindernis voor onze
-Wees dan tenminste zo goea wraak. Wij zouden die" Chinese honden
ja te laten weten dat d>nog landers nooit in handen hebben gekregen.
Een honende lach verwrong i WaarQm hQudt Je mjj dan nog ge.
"I Hahaha! De radja, de knecht van Va^arom?
de blanke overheersers. Omstandig stak hij een sigaret op, om
Minachtend schudde hij hert hoofd. s - ----- -
baten als hij wist, dat je mijn gevangene sen Toboe iata, ze zullen me natuurlijk
bent? Dacht je, dat nij je met zijn tin- vervolgen, blanke soldaten van de oor-
nen soldaten zou komen bevrijden? logsschepen zullen opduiken om niet al-
Hulpeloos probeerde ik voor het laatst leen mij, maar ook jou te zoeken. Bah, de
hem te vermurwen. Laat dan de schild- radja en de moefti s zullen natuurlijk
wacht voor het gebouw weten, dat ik nog voor het geweld buigen, alle schuld op
in leven ben. mij schuiven en me verraden! Mij mo-
Wederom dat irriterende, honende la- gen de moeti's alleen als ze me nodig
chen en dat meewarige hoofdschudden, hebben om hun aanzien te verhogen; an-
Dan echter richtte Tarimo zich op en ddts verwensen ze me en gaan me uit
terwijl hij met zijn vlakke hand op de de weg.
wapens in zijn gordel sloég, zei hij met HlJ maalkte een verachtelijke handba-
verheffing van stem: De schildwacht.... weging-
is dood en met hem alle soldaten en offi- Nee, van dat soort kerkdienaars be-
cieren. Zelfs het gerechtsgebouw is een feer, lk geen dank, want ik, ik alleen
prooi der vlammen geworden! Saja! strijd oprecht voor de profeet! In naam
Ontzet staarde ik hem aan; ik wei- vaa Mohammed leef ik met de tijger in
gerde te geloven, wat hij me daar met het oerwoud en ik breek er slechts uit,
veel pathos en een zekere zelfgenoeg- alsJkiln Allah's naam wraak mag nemen,
zaamheid meedeelde en toch sloeg de Waderom blies hij, als om zijn woorden
angst mij om.het hart bij de gedachte, kracht b.j te zetten enige dikke rook-
dat zijn woorden waarheid zouden kunnen wolken de lucht m. Daarna wierp hij de
bevatten rest van zijn sigaret meteen woeden u
- Jeliegt!, schreeuwde ik, overeind gebaar op de grond en trapte er met zijn
springend. Dreigend trad ik op hem toe, voet op. im-m» nn
niet beseffend, dat deze houding onder Zwijgend liep hjj het kleine vertrek op
de gegeven omstandigheden gelijk stond
met een poging tot zelfmoord: Je liegt,
en neer om tenslotte met een ruk voor
my te blijven staan.