PRINSES-KONINGIN JUIJANA r ZATERDAG Heil koningin Juliana! Bijzonderheden van de op deze pagina voorkomende illustraties; van boven naar onder te lezen Baby-foto van prinses Juliana; Prinses Juliana met haar lieve lingspop; Grootmoeder en kleinkind; Zanghulde aan de prinses tijdens haar verblijf in Katwijk; Prinses in Zeeuwse klederdracht; Gelukkige verloofden in de tuin van het paleis Noordeinde; Bruidsfoto van de prinses en de prins. door P. Hyacinth Hermans Wij zullen er nog aan moeten wennen van koningin Juliana te spreken. Zij is bijna veertig jaren prinses Juliana geweest, de naam was ons zo vertrouwd, prinses Juliana de meest beminde en populaire prinses uit ons vorstenhuis. Wat is het toch, dat deze prinses Juliana zozeer onze genegenheid deed winnen, waarin schuilt toch het wondere geheim dat deze Oranje-prinses bij haar volk zo populair doet zijn? Welke gelukkige feeën en allerwelwillendste schikgodinnen hebben toch om haar wieg gestaan? In prinses Juliana erkende ons volk een van de hemel afgebeden pand. Lang, vele jaren hebben wij op haar moeten wachten. Wij hadden een jonge stralende koningin, maar het scheen, alsof de aloude Oranje stam niet meer wilde bloeien. Acht jaar lang waren wij tot onze teleur stelling getuige van een kinderloze echt. Toen eindelijk in het najaar van 1908 ging over ons land het heuglijke gerucht van een blijde verwachting, een verwachting, die nu de gelukkige kans kreeg in vervulling te gaan. Om een gelukkige geboorte ging het gebed van heel een natie. Een koninklijk kind werd verwacht, een kind, dat heel de natie zou toebehoren. De geschenken voor de aanstaande boreling kwamen toegestroomd uit heel het land, uit de provincies, uit de kolonies. Het volk wilde zelf de uitzet verzorgen. ORANJE ZON OVER HET LAND oordeel, loven ook haar edel hart, dat altijd deel heeft in haar oordeel. Met weemoed neemt zij in 1930 afscheid van de haar zo dierbare academiestad en het zorge loze studentenleven. Nu wacht haar het grote en ernstige leven. Nederland krijgt evenals de overige wereld zijn ernstig deel in de economische crisis met de plaag van een schrikkelijke werkloosheid. Armoede en ellende beginnen te nijpen. Dan neemt prinses Juliana een edel initiatie! om de nood van haar volk tegemoet te komen. Haar hart, dat naar het schone woord van prof. Huizinga ook altijd deel had aan haar oordeel, begon nu te spreken. Op 23 November 1931 neemt prinses Juliana het initiatief tot oprichting van het Nationaal Crisiscomité, waarvan zij zelf als erevoorzitster ook de ziel wordt. Haar paleis aan de Kneuter dijk, dat zij nooit bewoonde, staat zij af voor de zetel van dit veel omvattend werk. Haar eigen jaarlijkse toelage, haar inkomen als prin ses staat zij telken jare nu geheel en al af aan dit edele doel van maatschappelijke hulpver lening. Vijf jaren lang, zolang als het Nationaal Crisiscomité heeft bestaan, heeft Juliana zich met hart en ziel er aan gegeven. Maar naast de beproevingen die haar jonge ziel moest lijden om de nood van haar volk, dat haar zo genegen is, komt nu voor haar het persoonlijk leed in eigen kring. Op 20 Maart 1934 sterft Emma de koningin moeder, die voor Juliana altijd de liefelijkste aller grootmoeders is geweest. Het Nederlandse volk weet en beseft wat de dood van deze hoog vereerde en geliefde vrouw voor rouw nete- kent in het hart van prinses Juliana. Als er treurnis leeft om het verscheiden van deze edele vorstin, niet minder is er hartelijk mede leven in de rouw van Juliana. Prinses Juliana is nu opeens weer het beklaagde kleine Juliaan- tje geworden, dat zo graag op bezoek gmg bij de lieve grootmoeder. De grootmoeder, die zo'n grote rol had gespeeld in het leven van het kleine prinsesje, en zoveel invloed had gehad op haar lieve, zacht-vrouwelijk karakter. En met ontroering herkende het Nederlandse volk een keer te meer het hem zo vertrouwde Juliaantje, dat een kleine garve viooltjes ge plukt uit haar eigen tuin ging neerleggen aan de baar der beminde grootmoeder als een af scheid voor immer. Vier maanden later, als zij voor enkele dagen ontspanning in het haar zo aantrekkelijke En geland vertoeft, sterft onverwacht Z. K. H. prins Hendrik, die haar een vader was boven alles. Als zij in de vroege morgen op de pier van de Hoek van Holland haar bedroefde moe der omhelst, weet Juliana, dat zij de geliefde vader nooit meer levend in de armen zal slui ten. De rouw van het Nederlandse volk om prins Hendrik concentreert zich naast koningin Wil- helmina wel het allermeest om de zwaar ge troffen nu vaderloze prinses Juliana. Het Ne derlandse volk, dat zich meer dan ooit tot plicht rekent in genegenheid en aanhankelijkheid aan Juliai^ te vergoeden, wat deze nu als kind aan vaderliefde moet ontberen. En meer dan ooit sluit de band der aanhankelijkheid van het Ne derlandse volk zich rond de kleine kring der twee eenzaam levende vrouwen, moeder en dochter in het witte paleis. Prinses Juliana weet de nagedachtenis van haar trouwe vader niet beter te eren dan da delijk zijn lege plaats in te nemen op de voor zitterszetel van het „Rode Kruis", dat zijn liefste levenswerk was geweest. Twee en een half jaar gingen nu in stil ge dragen rouw voorbij. Tot opeens op die verras sende 9 September 1936 de uitbundige vreugde loslaaide over Juliana's verloving. De verloving, zo lang heimelijk gewenst en afgebeden. De oude Oranjeliefde om Juliana brandde weer los als een hooglaaiend vreugdevuur, op nieuw vierde Juliana's populariteit hoog tij, als eens op de dag van haar blijde geboorte, als eens op het reddend ogenblik op het Malie veld in 1918, als eems op de heuglijke data van haar meerderjarigheid en van haar vijf en twintigste verjaardag. Juliana! Juliana verloofd! Met wie? Och voor Juliana alleen was de eerste vreugde, de jube lende uitgelatenheid. Toen sprak zij die andere morgen van 10 September tot ons allen als één grote familie, met die lieve melodieuse stem: „Wij hebben elkaar in liefde gevonden, wij hebben elkaar in liefde verstaan: hier komt Prins Bernhard"... En voor ons, voor heel het Nederlandse volk kwam deze ons onbekende prins Bernhard van LippeBiesterfeld. Hij kwam, hij zag, hij overwon.... omdat hij prinses Juliana veroverd had. 't Werd brui loft om Juliana en prins Bernhard. Een stralende bruiloft, waarop heel Neder land zich als gast voelde, 't Was immers de bruiloft van Juliana, en voor haar leefden de gelukwensen op aller lippen. Die zomer van 1937 bereidde de spontane Juliana haar trouwe volk weer een nieuwe ver rassing. Toen het jonge prinsenpaar goed en wel van zijn huwelijksreis was teruggekeerd, en te zamen met H. M. de koningin een eerste bezoek bracht aan Amsterdam, trok 't algemeen de aan dacht, dat de geliefde Juliana bij het uitgaan een zekere voorzichtigheid betrachtte en zich zeer ontzag. In haar radio-dankwoord aan de burgerij van Amsterdam gaf de prinses hiervoor de verrassende verklaring, dat zij zich in die dagen had moeten ontzien „wegens verheugen de gezondheidsredenen". Ook hier gold „demi mot suffit". Het duidde op een toekomstige blijde gebeurtenis, en het Nederlandse volk was even verheugd als dank baar, dat het door Juliana weer zo delicaat in vertrouwen werd genomen. Ging met Juliana zelf alles zeer voorspoedig, één ogenblik werd ieders hart met schrik ge slagen, toen aan de aanstaande vader prins Bernhard op een Novembermorgen van dat jaar bij Amsterdam een ernstig auto-ongeluk over kwam, dat zich in den beginne zeer zorg wekkend deed aanzien. Heel het volk zag met diepe zorg het jonge levensgeluk van zijn ge liefde Juliana bedreigd. Maar gelukkig bracht prins Bernhards sterke, jonge gestel hem er weer fortuinlijk bovenop. Had de prinsès in deze bange dagen zorgzaam aan de sponde vertoefd yan haar gemaal, die in het Burgergasthuis werd verpleegd, op Nieuwjaarsdag 1938 keerde zij naar het paleis van Soestdijk terug, waar zij enkele dagen later door prins Bernhard geheel hersteld werd ge volgd. Dagen en dagen van verwachting en span ning. Tot in de morgen van 31 Januari Juliana het leven schonk aan een flinke dochter, die Beatrix zou genoemd worden. Weer een prinses, maar net was wel het heer lijkste geschenk voor de gelukkige grootmoeder H. M. koningin Wilhelmina in het veertigste jubeljaar van haar gezegende regering. De toekomst van het Oranjehuis leek ver zekerd. Dubbel verzekerd nog, toen de gelukkige Juliana een jaar later op 5 Augustus 1939 an dermaal het leven schonk aan een prinses, die gedoopt werd met de zoete naam van Irene. Beatrix, de gelukdragende, Irene, de vrede brengende. Maar de beide zoveel belovende symbolische namen zouden helaas toch het dreigend nade rend onheil niet meer mogen* bezweren. Voorjaar 1939 algehele mobilisatie uit voor zorg voor de dingen, die konden gaan gebeu ren, voorjaar 1940 ons schone en weer zo voor spoedige vaderland door een meedogenloze vijand overrompeld, overweldigd en bezet. Koningin Wilhelmina op de vlucht, het geluk kige prinselijke gezin uit elkaar geslagen. Onze geliefde Juliana in verre ballingschap, geschei den van haar jonge gemaal en van haar altijd zorgzame koninklijke moeder, met haar kinde ren zwervend over de wereld. Betekende dit nu het diep-tragisch einde van een onvergelijkelijk schone koningsdroom? Maar al werden de zo vertrouwde koninklijke namen ook geschrapt, de kleur van het histo rische oranje verboden, al mocht geen Wilhel mus meer worden gezongen, diep in ons hart leefde toch het bemoedigende lied: „Mijn schilt ende betrouwen Sijt ghij, o Godt mijn Heer". Het verdrukte en verweesde Nederlandse volk werd zijn vorstenhuis niet ontrouw. Nog werd dn het verre Ottawa een derde Oranjespruit geboren, en de clandestiene foto s van Juliana s drie kinderen gingen heimelijk van hand tot hand. 't Deed de hoop leven. Na vijf jaren van zware verdrukking daagde de glorieuze ochtend van de bevrijding. De vijand werd smadelijk verjaagd en het lang gesmoorde Oranje-boven golfde weer als een laaiende welkomstgroet de terugkerende vor stinnen tegemoet. 'tWerd 1948, koningin Wilhelmina Jubileert in vrede en vrijheid haar vijftigste regerings jaar. Maar bet feest wordt tegelijk een afscheid, want de bedaagde koningin moe en verzwakt door de zware zorgen der laatste tien jaren wil nu haar kroon overdragen aan Juliana, haar dochter. Bijna veertig jaren is Juliana onze gehelde en vereerde prinses geweest, nu juicht en jubelt een gelukkig volk haar toe: kind hun reeds vooruit. We hoorden van haar prettig onderwijs met andere kinderen in één klasse samen, eerste onderwijs, dat zo goed verzorgd bleek naar de adviezen van de populaire meester Jan Ligt- hart. We hoorden van haar zingen bij Catharina van Rennes en Hanna Verbena. Toen kwamen Juliaantje was pas 9 jaar oud de donkere dagen van 1918. De in het zwaar beproefde Europa losgebroken revolutie- koorts bedreigde ook een ogenblik de aloude troon der Oranje's. Maar het trouwe volk liep te hoop, stond als een vaste wal, een onneembare vesting op het Haagse Malieveld rond het onaantastbare kind van Oranje, zijn Juliaantje. Onbewust nog was het Juliaantje, die mede Nederland en Oranje redde. Na de poging tot revolutie kwam de dreiging van een mogelijke annexatie van Limburg én Zeeuwsch-Vlaanderen. Limburg en Zeeland kwamen naar Den Haag om hun aanhankelijk heid aan Oranje, hun liefde aan Juliaantje te betuigen. 't Was het gezegende populaire kind, dat alle gevaren scheen te bezweren. Het kind Juliaantje reisde met de koninklijke moeder en haar vader naar alle provincies. Juliaantje werd overal het zegel voor de trouw aan Oranje, de hoeksteen van de hechtheid van het vaderland. Stevig en voorspoedig groeide Juliaantje op onder de genegenheid van haar trouwe volk, even stevig en voorspoedig als de Oranjebomen, die ter ere van haar geboorte waren neer- geplant. Lanen, straten en parken, kanalen en sluizen, bruggen en boten, klokken en kerken werden genegen en eerbiedig naar haar geliefde naam genoemd. Op een goede dag was de kleine Juliana uit gegroeid tot een flink en fris jong meisje, het jaar 1927 zag haar, achttien jaar oud, grond wettelijk meerderjarig geworden. Juliaantje was nu officieel prinses Juliana geworden, maar in het diepst van aller hart bleef ze toch Juliaantje geheten. En weer herleefde te harer eer de uitbundige Oranjevreugd in stad en lénd als gelijk vóór achttien jaren op de heuglijke dag van haar geboorte. Juliana kreeg nu een eigen huis en hof houding, een eigen inkomen, een eigen paleis, waar ze echter nooit zou gaan wonen, omdat ze kind bleef bij vader en moeder thuis. Prinses Juliana kreeg nu zitting in de Raad van State en werd daar de frisse Oranjebloem tussen de vergrijsde en verknochte hoogste dienaars der Kroon. Van die dag af zou zij ook deelnemen aan de plechtige opening van de Staten-Gene- raal, meerijden in de gouden koets; de jaar lijkse staatsievolle stoet zou er opnieuw in aan trekkelijkheid door winnen. In hetzelfde jéar trok prinses Juliana als studente naar Leiden, ging wonen onder de vissers van Katwijk, waar zij dankbaar voor de jaren van haar verblijf een monument stichtte ter nagedachtenis aan de Ejdens de oor logsjaren omgekomen koene zeelieden. Juliana's studententijd in Leiden. Een nieuwe populariteit, Juliana student met de studenten, die men gemoedelijk met „je" en „jij" mocht aanspreken. Dan volgt haar promotie tot ere lid van het corps, Juliana gearmd met haar studiegenoten in vrolijke optocht door de straten van de oude sleu telstad. Daar was ze alleen de door allen geroemde en geliefde „lieve Ju liana", doctor in de letteren en wijsbegeerte, en de promotors prij zen haar volko men verdiend om haar studies, haar studiezin, haar Wiegen zonder tal, wiegen als een droom, maar de eerste wieg, waarin het kindeke zuu komen te rusten, zou dezelfde wieg zijn, die eens de koningin-moeder, de gelukkige Emma, cue nu grootmoeder ging worden, zelve had toebereid voor haar eigen Wilhelmientje, die nu op haar beurt moeder zou zijn. Dagen van spanning hielden ons in dichte drommen vol innig meeleven rond het koninklijk paleis aan het Noordeinde. Want het was bepaald dat in de Residentie de geboorte zou plaats hebben. Zou het een prinsje worden, of een prinsesje klein? Het één was ons al even welkom als het ander. Eindelijk de morgen van 30 April 1909. In de vroege ochtend tegen 7 uur begonnen over het gespannen land blijde klokken te beieren. De geboorteklok van prinses Juliana. Maar wij wisten nog maar alleen, dat het een prinsesje was, de ongelijke kanonschoten, 51 in getal, hadden over het Malieveld weer klonken. Geen prins kon blijder verwacht zijn dan dit prinsesje werd welkom geheten. Van die eerste vroege Aprilmorgen af was prinses Juliana al populair, nog voor iemand haar had gezien. Een prinsesje, weer zou het een prinsesje zijn, zoals wij zo lang ook in haar koninklijke moeder hadden geëerd en gevierd. Een prinsesje blank en blond. O, die wondere, onvergetelijke dag van dertig April 1909. Plotseling was heel ons land in Oranje ge toverd, men zong van Oranje en danste Oranje. Het leek alsof heel ons volk, groot en klein, van een onzichtbare champagnebron van vreug de en geestdrift had gedronken. Herauten trokken door de stad om den volke kond te doen van de blijde geboorte van de prinses van Oranje-Nassau. Op de 1ste Mei 1909, op die Meidag, toen het traditionele rood der demonstratie maar kwalijk door het jubelend Oranje kon breken, werd ten overstaan van mr. de Wilde, wethouder van de burgerlijke stand der gemeente 's-Gra- venhage, officieel aangifte gedaan van de ge boorte der prinses, die genoemd zou worden Juliana, Louise, Emma, Marie, Wilhelmina, prinses van Oranje-Nassau. - hertogin van Mecklenburg. Op de 5de Juni 1909 werd Juliana in de gouden koets ten doop gereden naar de Wilhel- mina-kerk aan de Nassaulaan, waar haar vele namen nog eens plechtig zouden worden her haald. Juliana, de kroonprinses, erfgename van de troon der Oranje's, maar kroonprinses zouden wij haar toch nooit noemen. Prinses Juliana zou officieel en deftig haar naam luiden, maar in de liefde van dp volks mond zou zij voor altijd „Juliaantje" heten. Juliaantje, het kind van staat, het kind van het land, het kind van heel de natie. Het volk leefde en waakte rond Juliaantje, het zag bijna met jaloerse ogen naar de vriendelijke zuster Marting, die Juliaantje in haar armen mocht dragen en haar eerste kleine pasjes begeleiden mocht. Van dag tot dag, van jaar tot jaar, volgden wij haar voorspoedige ontwikkeling, waar de koningin en de prins, haar moeder en haar vader, zich vertoonden, ging de jubel voor het

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 7