Mgr. dr. H. A. Poels overleden
Gong Slagen
EEN PRIESTER DIE IN HEERLEN
'N STANDBEELD VERDIEND
Onze kippen nog achter het
ministeriële gaas
BLOEMENCORSO in Amsterdam
SOMBERE ACHTERGROND VAN
DE JAARBEURS
Schuman kan
weer naar huis
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN
Trouwe vrienden
aan het sterfbed
Leider en werker
Waar blijven de
eieren
Een pracht stunt van
kwekerij en handel
De verhouding tussen import en export
zeer ongunstig
Drie crises in
zes weken
70ste JAARGANG
WOENSDAG 8 SEPTEMBER 1948
Na. 30718
Gisterenavond tussen kwart
voor negen en negen uur is in
liet missiehuis van de Medische
Missiezusters te Imstenrade Mgr.
dr. H. A. Poels overleden.
Mgr. Poels, wiens gezondheids
toestand de laatste maanden steeds
achteruitgaande was, kreeg Zater
dag j.l. een zeer ernstige inzinking
die in de loop van de Dinsdag
middag tot onmiddellijk stervens
gevaar toenam.
Nog gisterenmiddag kwamen
enkele trouwe vrienden van Mgr.
Poels aan het sterfbed, die de
overledene nog herkende.
Onder hen bevond zich Z.H. Bxe.
Mgr. Dr. G. Lemmens, Bisschop
van Roermond, de hoofdaalmoeze
nier Roncken, Pater Jacobs, Pater
Remigius Die ter en en de heer Jan
Maenen.
Juist heden zou het 57 jaar ge
leden zijn, dat de overledene tot
priester werd gewijd.
met kop en schouders hoven
omgeving
Wetenschappelijk man
Sociaal iverker
Geestelijk leider
Prinsesjes opgetogen
(Van onze redacteur).
Studenten brachten groet
aan Prinses Margaret
EEN EI OP DE BONNENLIJST
ZIE IK TE ZWART
DE KANTOREN zijn gevestigd te Rotterdam,
Kortenaerstraat 1, telefoon 25270; te Schiedam,
Broersvest 8, telefoon 68804.
Giro-nummer 9095 ten name van „De Maasbode-
Stichting" Rotterdam.
De abonnementsprijs bedraagt 3.45 per kwar
taal, 1.15 per maand, 30 ct. per week.
Directeur: J. KUIJPERS.
Hoofdredactie: Prof. Dr. ST. TESSER O.P.
LEO J. M. HAZELZET.
Algemeen Redacteur: H. A. PAALVAST.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
DE ADVERTENTIE-PRIJS op gewone kolom
breedte bedraagt 15 ct. per millimeter hoogte.
Ingezonden Mededelingen op redactionele kolom
breedte 30 ct. per millimeter hoogte.
Contract-tarieven te gen gereduceerde prijs op
aanvrage bij de administratie of bij de adverten-
tie-bureaux verkrijgbaar.
KAMPIOENEN tot 20 woorden 1.Ieder
woord meer 5 ct. Maximum 50 woorden. Uitslui
ten bij vooruitbetaling.
CVan onze Limburgse redacteur).
Nu is de grote Limburger van ops
heengegaan. Dr. Poels is niet meer.
Katholiek Nederland verliest in hem
een man, wiens betekenis te vergelijken
valt met die van Schaepman enAriëns,
Met hem ontvalt ons een vroom en
onbaatzuchtig priester, een man met
een buitengewoon scherpzinnig ver
stand en gevoelig hart en een geeste
lijk leider van formaat, die de rich,
ting van onze sociale ontwikkeling
tientallen van jaren heeft bepaald,
In de tachtig lange jaren die God hem
°P deze wereld geschonken heeft, heeft
Poels een rusteloos leven geleid, waarin
hij de rijkdom van zijn gaven voor het
geestelijk en maatschappelijk welzijn van
zijn medemensen heeft uitgebuit.
waaThi?11,^ „bru Cht hij door te Venray,
Tot »rLI6'?"1 ,1868 geboren was.
Tot vpr hiti+rT i00° geooren was.
sen als tn onH stonden de Poel
en ondernemende zaken-
P Jonge
Henri echter tot het priesterschap zf
studies te Rolduc, Roermond ware?
zo schitterend, dat de Bisschop hem
na zijn priesterwijding, die hii 9
b„ 1891 t, Maastricht SS* vS??;
universiteit van Leuven bestemde, waar
hij Schriftuur moest gaan volgem Een
kapelaansbenoeming in een Maastrichtse
volksbuurt zou hem liever zijn geweest
maar daar werd natuurlijk niet naar
gevraagd. Poels pakte zijn boeken bij
elkaar en vertrok naar de plaats van
zijn bestemming, waar hij zich in de
colleges van prof. van Hoonacker door
zijn intelligentie zozeer onderscheidde,
dat deze beroemde hoogleraar verklaarde,
nooit zo'n scherpzinnig student onder zijn
gehoor te hebben gehad.
Na zijn promotie op het proefschrift
Examen critique de l'histotre du Sanc-
tuaire de l'Arche, waarin hij zleh ff'
verweerde tegen de opvat'tingen,
Leidse School, doceerde de jonge -
gedurende twee jaar Schriftuur aa
Scholasticaat der Missionarissen van net
H. Hart te Borgerhout bij Antwerpen, ttij
schreef verder een tweetal wetenschap
Pelijke werkjes, getiteld: „De oorsprong
van de Pentateuch" en „Critiek en Tra
ditie of de Bijbel der Roomschen
Schaepman was over het eerste boekje
zo te spreken, dat hij aan zijn studenten
van Rijsenburg verklaarde in lange tijd
niet meer zo'n bloemrijk en pittig proza
gelezen te hebben. In Rome had zijn
naam zo'n goede klank gekregen, dat
Paus Leo XIII hem tot lid van de Pau
selijke Bijbelcommissie benoemde.
Na vijf jaar kapelaan in Venlo te zijn
geweest, aanvaardde hij in het jaar
1904 de eervolle benoeming tot profes
sor in de Schriftuurwetenschappen aan
de Katholieke Universiteit van Washing
ton. Iedere zomer stak hij trouw d<
Atlantische Oceaan over om in Limburg
op vacantie te gaan. Daar zag hij hoe
de kolenmijnen zich steeds uitbreidden;
hij hoorde er over de moeilijkheden, die
de huisvesting van talrijke nieuwe ar
beidskrachten met zich meebracht
overwoog de gevaren, welke de in
dustriële ontwikkeling voor de ongerep
te bevolking van Zuid-Limburg opleverde
Na zes jaar was bij hem de overtuiging
gerijpt, dat zijn roeping niet op weten
schappelijk gebied, maar op maatschap
pelijk terrein lag en daarom stelde hij
zijn bisschop voor de hoogleraarstoga
maar voor goed op te bergen. Monseig
neur had er geen bezwaar tegen, dat
hij in Amerika ontslag nam en benoem
de hem in 1910 tot Rector van Welten.
een dorp onder de rook van Heerlen,
waar de zielzorg destijds geen zware
eisen stelde, zodat hij tijd in overvloed
had om zich met sociale kwesties bezig
De jaren van zijn eerste Odyssee wa
ren voorbij. De tweede zou dertig jaar
later aanvangen, toen hij in 1940 voor
zijn gezondheid in België verbleef. Daar
moest hij in de maand Mei voor de bin
nenrukkende Duitsers de vlucht nemen:
hij week naar het onbezet gebied van
Frankrijk uit en wist later veilig naar
Zwitserland te ontkomen, waar hij tot
na de oorlog is gebleven.
Tussen beide omzwervingen in valt da
belangrijkste periode van zijn leven, die
hij in het hart van de mijnstreek heeft
doorgebracht, waar hij de geestelijke
leider en vader van de arbeiders is
geweest. Zijn invloed was zo groot, dat
men hem wel eens de ongekroonde ko
ning van Limburg heeft genoemd.
Poels was er diep van overtuigd, dat
een bloeiend godsdienstig leven een
zekere maatschappelijke welstand als
onontbeerlijke voedingsbodem veronder
stelt. De eerste hervormingen, die hij
ondernam, waren dan ook niet direct
van godsdienstige, maar van economische
aard' v°ornaamste vraagstuk waar
aan hij de eerste jaren zijn zorgen ge
wijd heeft, was dat der huisvesting. ïn
1911 richtte hij de Woningbouwmaat-
■schappij „Ons Limburg" op, een sociale
instelling, die door de bouw van duizen
den uitstekende en smaakvolle woningen
het vraagstuk der huisvesting in de loop
der jaren afdoende heeft opgelost. Sta
tistieken hebben bewezen, dat de ar
beiders nergens in Nederland zulke
mooie, gezonde en practische ééngezins
woningen hebben als in de mijnstreek.
De Duitsers, immer overtuigd, dat het
nergens ter wereld beter kan zijn dan
„bei uns", keken er hun ogen op uit en
toen na vier jaar de Amerikanen kwa
men, konden zij niet geloven, dat in al
die vriendelijke huizen met mooie tuin
tjes er voor, eenvoudige mijnwerkers
woonden.
Toch kwam er heel wat wat zakelijk
beleid aqn te pas om het zo voor elkaar
te krijgen. Want een bouwvereniging, die
slechts de sociale bedoeling heeft de
werkman een ruime woning te geven
tegen een huurprijs, welke aan zijn
weekloon is aangepast, moet over flinke
kapitaal-reserves beschikken. Hier heeft
Poels een oplossing voor gevonden, wel
ke alleen maar uitgedacht kon worden
door iemand, die van huis uit een flinke
dosis handelsgeest had meegekregen. Hij
begreep, dat hij zijn doel slechts op grote
schaal verwezenlijken kon, wanneer de
woningcomplexen op goedkope grond
werden gezet. Daarom richtte hij twee
jaar later de N.V. Bouwgrondmaatschap
pij „Tijdig" op, welke in heel Zuid-
Limburg „tijdig" gronden moest aanko
pen. Het is bekend, dat deze instelling
met haar aan- en verkopen zo voordelig
geboerd heeft, dat ze de benodigde gron
den niet alleen voordelig in haar bezit
kreeg, maar ze meermalen met winst van
de hand kon doen, wanneer ze door ves
tiging van nieuwe mijnzetels enz. in
waarde meer dan verdubbeld waren;
met het gewonnen kapitaal konden dan
weer nieuwe huizen worden gezet.
Ieder gezin een eigen woning en geen
vreemden in huis: dat was zijn beginsel.
Van het kostgangerssysteem met zijn na
sleep van morele verwording wilde hij
natuurlijk niets weten en daarom richtte
hij voor ongehuwde arbeiders Gezellen-
huizen op, waar ze een behoorlijke ka
mer en keuken vonden. En dan was er
nog een categorie waarover zijn goede
hart zich ontfermde, de zwervers, die
met veters en vuurmakers langs de' hui
zen leurden. Ook hen zag hij liever in
een fatsoenlijk kosthuis dan in een ver
dacht logement ondergebracht en daarom
gaf hij hun met behulp van een wel
doener een gebouw, dat een naam droeg,
die aan duidelijkheid niets te wensen
overliet: Het Goede Kosthuis.
Zo was Ftoels: een door en door sociaal
voelend priester, die voor de stoffelijke
verbetering van zijn mensen alles over
had. Zijn rijke erfenis gaf hij er voor
weg. De arbeiders hielden van hem; zij
volgden hem trouw en wisten, dat zij in
moeilijke omstandigheden op hun hoofd
aalmoezenier konden rekenen. Voerde
hij het woord, dan hingen zij aan zijn
lippen, wat hij te zeggen had, was altijd
belangrijk. Hij was een schitterend rede
naar, die zijn taal als een meester ver
zorgde, maar nooit een blad voor zijn
mond nam, waarvoor de beroemde Nood
kistrede van 1917 een welsprekend be
wijs vormt. Tegen liberalisme, kapitalis
me, marxisme, nationaal-socialisme en
communisme, kortom tegen alle „ismen"
die het Katholicisme trachtten weg te
dringen uit de harten der mensen, ver
weerde hij zich met scherpzinnigheid,
felheid en verbetenheid, die zijn figuur
iets martiaals gaven. Daarmede heeft hij
gelukkig bereikt, dat de mijnstreek zo
wel onder- als bovengronds zwart is ge
bleven en niet rood is geworden!
Hij wist. dat hij op zijn arbeiders reke
nen kon. Toen ik hem twintig jaar gele
den op een meeting te Sittard hoorde
spreken, riep hij uit: „Nergens rust het
Kruis van Jesus Christus zo veilig als in
de armen van onze arbeiders!" Deze
woorden zijn me bijgebleven alsof ik ze
gisteren pas gehoord heb. Als Poels zo
iets zei, was het geen holle fraze; hij
sprak er zijn eerlijkeVovertuiging mee
uit; hij wist wat zijn mannen waard wa
ren, omdat hij hen in de standorganisa-
satie zelf gevormd had. In hun Commu
niqué van 1916 hebben de Bisschoppen
de opvatting, die hij met Henri Hermans
verdedigde, als juist bevestigd. Daarom
zal zijn naam altijd aan de standsorgani
saties verbonden blijven, waarin katho
lieken tot lekenapostelen gevormd wor
den, die alle gebieden met de ware
christelijke geest moeten doordringen.
De hele winter door liet hij overal
vergaderingen houden waarop goede
sprekers sociale en godsdienstige vraag
stukken voor zijn arbeiders op bevatte
lijke wijze behandelden. Iedere Zaterdag
verzamelde hij in Heerlen zijn mannen
voor een gemoedelijke praatavond om
zich heen. En in de eerste dagen van
Augustus werd jaarlijks te Rolduc de
Sociale Studieweek gehouden, waarheen
ministers, hoogleraren en sociale werkers
gingen om zich enige dagen te verdiepen
in de voornaamste vraagstukken van de
dag.
Poels was er met hart en ziel van
doordrongen, dat de blijde boodschap het
enige stelsel is, dat in staat mag worden
geacht de mensen voor tijd en eeuwig
heid gelukkig te maken. In deze over
tuiging heeft hij aangetoond, dat de na
tuur niet zonder de bovennatuur kan;
dat er naast boortorens en mijnschachten
kerktorens moeten oprijzen; dat de mens
zonder God niet tevreden kan leven en
dat ook in de eeuw van de techniek het
Christendom een allesbeheersende factor
H. M. Koningin Juliana heeft Dinsdagavond, vergezeld van Z. K. H. Prins Bernhard, het gala-concert in het
Concertgebouw bijgewoond. Ook de Koninklijke gasten waren aanwezig. Van links naar rechts: Prinses Martha
van Noorwegen, Prins Jan van Luxemburg, Prinses Margaret Rose van Engeland, Kroonprins Gustaaf van
Zweden, Koningin-Moeder Elizabeth van België, H. M. Koningin JulianaZ. K. H. Prins Bernhard en Prins
Olav van
Noorivegen.
blijft, die niet straffeloos kan worden
uitgeschakeld.
Onze mijnstreek mag aan de gehele
wereld ten voorbeeld worden gesteld.
Want terwijl industrie en ongeloof in alle
fabriekscentra hand in hand gaan, bleef
de Limburgse bevolking onder de rook
onzer kolenmijnen gehecht aan de Kerk.
Daardoor is zijn werk van geheel enige
betekenis in de wereld.
Deze grote man, die met kop en schou
der boven zijn omgeving uitstak en met
de visie van een profeet zijn tijd ver
vooruit was, heeft het mogelijk gemaakt,
dat de bevolking van de mijnstreek aan
Koning Christus trouw gebleven is; dat
in dat mooie land de kerken 's Zondags
stampvol zijn; dat er overal scholen
staan, die over gebrek aan kinderen geen
klagen hebben; dat verreweg de meeste
mijnwerkers het godsdienstig en zedelijk
verval buiten hun keurige woningen
hebben gehouden. Dat is de betekenis
van deze man, van wie zijn bisschop ver
klaarde: „Wie aan Poels raakt, raakt
aan mij!" In Heerlen komt hem een
standbeeld toe. Maar onvergankelijker
dan een monument van brons is de vlam
van de eeuwige liefde, die onder zijn
machtige invloed in talrijke onsterfelijke
zielen brandende gebleven is.
Er heerst sinds lang enige beroering
in de pluimveehouderswereld. Men be
grijpt daar helemaal niet waarom de
Minister van Landbouw nog zo halsstar
rig vasthoudt aan al die beperkende be
palingen rond de kippenhouderij.
Wil onze pluimveestapel nog een be
tekenende bron van inkomsten voor onze
landbouwbedrijven blijven uitmaken,
dan zal Nederland als voorheen grote
hoeveelheden eieren moeten gaan expor
teren. Kan ons land dat niet, dan kan
het zijn kippen als inkomstenbron van
betekenis wel afschrijven. De binnen
landse afname is immers niet zó groot,
dat zelfs de huidige grootte van de pluim-
veestapel verantwoord is. Maar om op
grote schaal te exporteren, zullen onze
pluimveehouders goedkoper moeten pro
duceren en zij kunnen dit doen, wanneer
minister Mansholt de beperkende bepa
lingen laat schieten, omdat men dan bij
een uitgebreide pluimveestapel per een
heid product lagere productiekosten zal
verkrijgen.
Slechts één bezwaar zal er dan nog
overblijven. Immers, wanneer de pluim
veestapel zonder meer zal worden vrijge
geven, loopt men kans, dat de grote
landbouwbedrijven die evengoed zonder
kippen kunnen bestaan, zich een groot
aantal kippen zullen aanmeten, waar,
door het kleine bedrijf in de knel zal
komen. Ook zullen dan de zogenaamde
kippenfarms weer als paddestoelen uit
de grond verrijzen. Daarom zullen er
vooralsnog maatregelen moeten blijven
kuikentoewijzing die het kleine be
drijf het eerste van deze uitbreiding zul
len doen profiteren.
Ook wat de eierhandel en eierdistri-
butie betreft, deze kunnen zonder be
zwaar worden vrijgelaten. De eierpro-
ductie zal in de komende periode groot
genoeg zijn om aan de binnenlandse
vraag te voldoen zonder dat de consu
mentenprijs zal stijgen.
Nu de zaken zo staan begrijpen we niet,
waar onze eieren blijven.
Opnieuw was gisterenmiddag de Dam
het centrum van een feestelijke, fleu
rige demonstratie. De kwekers en bloe
menhandelaren van Aalsmeer, Rijns
burg en Amsterdam lieten met een
prachtig bloemencorso hun Koningin
zien, tot wat zij in staat zijn.
Méér dan honderd met bloemen en
planten getooide personen- en vracht
auto's trokken voorbij het paleis, waar
de Koningin met de drie oudste prinses
jes veel genoegen beleefden van dit
schouwspel. Van de wagens uit wordt ge
zwaaid en steeds weer antwoorden de ko
ningin en haar dochtertjes: Beatrix vol
spanning kijkend, Irène moeder vragend
naar bijzonderheden en de kleine Mar
griet in sprakeloze bewondering. Af en
toe hangt Irène moeder om de hals om
haar iets te vragen, terwijl Beatrix zelfs
eenmaal naar binnen holt om de nurse er
bij te halen. Het is een aardig en onge
dwongen schouwspel waarvan het pu
bliek met volle teugen geniet.
En onderwijl trekken de wagens maar
voorbij, een ongekende pracht van kleur
en vorm torsend, prachtige grote toeven
van anjers of van rozen in de meest
tere kleuren, kronen in alle variaties en
kleuren.
De Dam is weer volgelopen. Waar blij
ven die mensen toch steeds vandaan ko
men? Want niet alleen de Dam is vol.
al de straten rondom zijn weer gevuld
met een grote menigte. En als het konink
lijk gezin op het balcon komt barst het
gejuich en gejubel weer los en heft men
het „Oranje boven, leve de Juliaan" weer
aan.
Prins George van Griekenland en
prins Aschwin dineerden voor het gala
concert gisteravond op het Dampaleis;
de Scandinavische vorstelijke gasten en
erf-groothertog Jan van Luxemburg ge
bruikten het diner in de grote eetzaal
van het Amstelhotel en Prinses Marga
ret dineerde ditmaal op haar eigen ka
mer.
Nauwelijks was voor Prinses Margaret
de soep opgediend, of plotseling weer
klonk op het water van de Amstel een
luid hoorngeschal. De prinses spoedde
zich naar het venster en zag een twaalf
tal studenten, staande in twee aan elkan
der gekoppelde motorbootjes, aan haar
apartement voorbijvaren, luide de trom
pet stekend en zwaaiend. Het was een
groet der studenten met hun fraaie witte
pluimen op de chacots, die Prinses Mar
garet daags te voren bij het paleis had
geïnspecteerd. Enthousiast wuifde de
prinses terug en de studenten, aangemoe
digd door dit succes, maakten rechtsom
keert en voeren nogmaals met hoornge
schal aan het raam van de prinses voor
bij. Weer hnderbrak prinses Margaret
haar diner en weer verscheen zij voor
het venster van haar kamer in het Am
stelhotel .Bijna nog enthousiaster dan de
eerste maal zwaaide zij de studenten toe.
In het Amstel Hotel te Amsterdam poseerden de twaalf koninklijke gasten
bij de inhuldigingsplechtigheden van Koningin Juliana.
lste rij: Gravin Athlone, Kroonprinses Martha van Noorwegen, Kroon
prinses Louise van Zweden, Prinses Margaret Rose, Prinses Margarete
van Denemarken
2de rij: Prins Aschivin, Kroonprins Gustaaf Adolf van Zweden, Kroon
prins Olav van Noorivegen, Erf groothertog Jan van Luxemburg.
3de rij: Graaf van Athlone, Kroonprins Axel van Denemarken, Prins
George van Griekenland.
(Van onze Utrechtse redacteur)
Somber ziet de economische achter
grond, waartegen thans de Jaarbeurs
te Utrecht gehouden wordt, er uit en
de directeur, mr. J. Milius heeft naar
het illustre voorbeeld van de grote
Churchill, die er allerminst van hield
de dingen mooier te doen schijnen dan
zy in werkelijkheid zijn, ons nuchter
en eerlijk de harde realiteit voor ogen
gehouden. Men heeft dit reeds in een
deel van onze vorige edities kunnen
lezen, doch het is zeker van belang
enkele punten uit deze voortreffelijke
rede nader te beschouwen.
Allereerst dah over de zeer ongunsti
ge positie van onze betalingsbalans, die
een belangrijk gat vertoont, voral in
de dollarsector.
In ideologisch, sociaal, economisch en
financieel opzicht verschilt de huidige
wereld immers maar weinig van «en die
in oorlog is gewikkeld. Een ernstig en
weinig bemoedigend woord, dat zeker
tot de conclusie moet leiden, zoals de
heer Miliïis die gaf. dat alle pogingen
tot vergroting van de spaarzin en de pro
ductieve ambities bij de jongere gene
ratie volkomen illusoir zijn, zolang er
gebrek aan vertrouwen in de toekomst
blijft.
Zijn wij door de toestand in, het alge
meen na de oorlog diep teleurgesteld
en kwamen wij op velerlei terrein cultu
reel zowel als econom. met onze verwach
tingen bedrogen uit, wij hoorden thans
onomwonden verklaren, dat de onmid
dellijk na de oorlog allerwegen gepropa
geerde politiek van „export ordie" meer
en meer is vastgelopen. Toenemende in
dustrialisatie van de kopende landen en
uitbreiding van het aantal bilaterale ver
dragen versperren de weg naar een ge
zonde ontwikkeling en het liquidatie
proces van de oorlog wordt daardoor in
belangrijke mate vertraagd- Ziet men de
Nederlandse handelsbalans, dan blijkt de
verhouding tussen import en export ge
durende de eerste 6 maanden van 1948
zeer ongunstig. De import bedroeg n.l,
436 millioen gulden, terwijl de export
slechts 240 milioen gulden bedroeg en
derhalve 196 millioen gulden van de im
port niet door export werd gedekt.
De verkopersmarkt raakt verzadigd en
meer en meer gaan de kopers bepalen,
welke producten kunnen worden afgezet,
Dergelijke moeilijkheden doen zich b.v.
bij de textielindustrie voor. Ook m Bel
gië zijn deze moeilijkheden reeds gere
zen, waar zich ondanks het gunstige sei
zoen een stijgende werkloosheid manifes
teert. Van 4 tot 10 Juli 1948 werden hier
gemiddeld per dag 68.600 volledig en
ruim 52.000 gedeeltelijk of toevallig
werklozen geregistreerd, hetwelk een
stijging van 11.000 met de week daar
voor betekent. De verhoging van dit
werkloosheidscijfer werd vooral aange
troffen in de groepen textiel, bouwbe
drijf en landbouw.
Het aantal gebeel werklozen in Neder
land bedroeg per 31 Juli ongeveer 22.000
en slaat dus vooralsnog een vrij goed fi
guur.
De bittere toon des heren Milius, toen
hij het had over het uitblijven van de
toestemming der regering om de bouw
plannen te verwezenlijken, laat zich. ge
zien de toenemende internationale be
tekenis van de Jaarbeurs begrijpen. Te
meer als men hoort, dat in de twee jaren
die inmiddels ongebruikt zijn gebleven,
de kosten voor de bouw enige millioenen
guldens gestegen zijn-
Wat nu het beeld van de Jaarbeurs
zelf betreft, bij onze eerste rondwande
ling hebben wij reeds kunnen constate
ren, dat dit er zeer aantrekkelijk uit ziet.
Op de bonnenlijst v&n a.s. Donderdag
komt een bon voor alle leeftijdsgroepen
voor, die recht geeft op het kopen van
een ei. Deze eieren zullen op vele plaat
sen niet aanstonds voorhanden zijn, aam
gezien de bevoorradig van de handel in
hoofdzaak in de eerste dagen van de
volgende week zal geschieden en wel
met koelhuiseieren, waarvan de prijs 2
cent hoger is dan die van verse eieren,
tengevolge van de kosten van opslag en
extra bewerking.
„Overal ter wereld spreekt men over
het opvoeren van de productie als
enig middel om de levensstandaard
te verhogen en ten bate van de export.
Allemaal loffelijk onder deze omstan
digheden, maar zullen over 5 of 6 jaar
drastische maatregelen worden geno
men om de productie te verlagen?
Zal de P.B.O. tegen die tijd sterk
genoeg zijn, om eventueel een 5-urige
werkdag in te voeren, als blijkt dat
bij een 8-urige overproductie ontstaat
en tengevolge daarvan grote werk
loosheid? Bij mij rijst alweer het
bange voorgevoel, dat ik over enkele
jaren moet gaan stempelen. De werk
loosheid zal weer moeten worden op
gelost als zij er eenmaal is. Ik volg
de aansporing tot productiviteit, maar
zo'n beetje met het gevoel, waar
mede ik in Duitsland massagraven
moest maken vanwege de luchtbombar-
dementen_ Kan er dan van arbeids
vreugde 'nog sprake zijn? Zie ik het
misschien te zwart in?"
Tot zover het eerste gedeelte van een
brief van een inzender. Want er zijn
nog meer meningen en vragen bij ons
gedeponeerd, waarop we een volgende
maal nog hopen terug te komen.
Het vergaat deze .verker als an
deren voor en met hem. Ondanks
het feit van onderproductie, hetwelk
toegegeven wordt, beklemt de angst
voor de gesel der werkloosheid alweer
vele harten. Schijver wijst nog op
een voorbeeld in eigen omgeving
terzake van een snelle bouw van bin
nenschepen. Zes en twintig schepen per
jaar. Waar moet dat over zes jaar naar
toe?
Het is allen bekend, dat er reeds een
commissie werkzaam is, die de voor
uitzichten op werkloosheid reeds onder
de loupe neemt.
Inzender heeft echter volkomen gelijk,
wanneer hij door zijn vragen sugge
reert: Er moet iets gebeuren. Er moe
ten zekerheden komen. Een goed
geleide productie. Niet nu jagen en
over 5 jaar zeggen: Ga thans maar weer
naar huis. En al komt dan volgens
Drees het z.g. stempelen niet terug, het
gedoemd zijn tot werkloos toezien blijft
fataal.
Een antwoord dat min of meer af
doende is, is in enkele regels en zelfs
in een rapport van 200 bladzijden niet
te geven.
We zijn op de eerste plaats in handen
der Goddelijke Voorzienigheid. Daar
naast hebben we als volk en als volke
ren een gemeenschap op te bouwen.
Daarvoor zijn nodig: planning, veel ver
stand, nog veel meer overleg, nationaal
en internationaal (Benelux!), regelin
gen, voorlichting, richting geven met
zoveel mogelijk uitsluiting van het_ ver
derfelijke zuiver winstbejag en het over
mensen heenlopende egoïsme en met
zoveel mogelijk sociale zekerheid voor
individu en gezin.
Men begrijpt, dat met deze enkele
volzinnen de zaak niet „rond" is.
Zeker is, dat een vakorganisatie met
volwaardige leden in de goede richting
vooral in haar toekomstige taak, die
we in deze hoek al meer hebben aan
geduid, een stuk kan meewerken.
Zie ik het misschien te zwart in?
vroeg de inzender in zijn brief. We zou
den er geen volmondig ja op durven
zeggen. Tegelijk voegen we er echter
aan toe: Preek geen wanhoopstexnming,
maar werk mee en houd vast aan ge
zonde en goed voorbereide plannen-
HENK VAN DER MAZE-
Verschillende hoge buitenlandse gasten waren gisteren aanwezig op een
lunch aan de Canadese ambassade te Den Haag. Prinses Margaret Rose
in een opgetvekt gesprek met mevrouw Dupuy, de echtgenote van de
Canadese ambassadeur.
(Telefonisch van onze Parijse
correspondent).
Voor de derde keer in zes weken
heeft Frankrijk een ministeriële crisis.
Het was voorzien dat dit tweede gou-
vemement-Schuman geen lang leven
beschoren zou zijn, maar dat het, na
twee dagen bewind, onmiddellijk bij
zijn verschijnen voor de assemblée
nationale zou worden weggezonden,
had toch niemand verwacht. Met 395
tegen 289 stemmen weigerde de as
semblee haar vertrouwen aan het
tweede kabinet-Schuman.
Schumans ernstige waarschuwing:
„Als wij niet de ernst van dit ogenblik
inzien, dan weet ik niet, waar wij naar
toe gaan", werd in de wind geslagen.
De R.P.S. en de rechterzijde stemden
tegen onder het voorwendsel, dat „men
de politiek van Reynaud losliet" en de
communisten, „omdat men deze politiek
trouw bleef".
Geen dezer partijen wilde de heer
Schuman ook maar de gelegenheid ge
ven, mede te delen, welke maatregelen
zijn regering wilde nemen, om het land
uit zijn moeilijkheden te redden.
President Auriol is gisteravond in al
lerijl uit Rambouillet teruggekomen en
ving hedenochtend om 9 uur zijn be
sprekingen aan.
Herriot heeft gisteravond laat te ken
nen gegeven, zijn ontslag te nemen als
president van het uitvoerend comité der
radicale partij, omdat veel radicalen te
gen de regering hebben gestemd. Men
spreekt er van, nu een „ministerie van
nationale redding" samen te stellen,
maar hoe dit mogelijk zal zijn met deze
assemblée ziet niemand. Ontbinding, de
enige oplossing, zou natuurlijk uiterst
gevaarlijk zijn en wil men ten koste van
alles nog vermijden. Deze crisis is veel
ernstiger dan de vorige. De tijd dringt,
de afgrond gaapt, maar de partijen den
ken slechts aan eigen belang, niet aan
dat van het vaderland.
Vandaag is gedeeltelijk staking door
de C.G.T. gedecreteerd in sommige ge
meentelijke diensten, maar de metro en
autobussen rijden.