ÜINSDXC ST mwmms. Tm IN HET TEKEN VAN HERSTEL Half milliard minder tekort dan in 1948 Nadelig saldo slechts f 366 millioen '3 »r&TSUsa Uitgaven voor verschillende doeleinden Het Landbouw-Egalisatiefonds Productie-herstel nog onvoldoende Nationaal Vermogen neemt toe v__ Vergelijkend schema voor 1949 en 1948 vy Verstrekkende gevolgen voor onze f mandeel-economische positie r~ Gevaren nog niet geivekcn i verband houdt met een versnrie- ïlrtlrmnidcJag li co f t de Minister van Financiën ter begeleiding van de stukken inzake de ont werpen van wet tot vaststelling van de Rijksbegroting voor het dienstjaar 1949 de jaarlijkse millioenennota aan de Tweede Kamer overgelegd. In de inleiding gewaagt de Minister met dankbaarheid van bet feit, dat in het jaar van bet gouden regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina liet jaar ook van de overgang der koninklijke waardigheid in banden van Koningin Juliana de nota betreffende de toestand van 's Rijks finaneiën een minder somher geluid kan doen horen dan de voorafgaande jaren sedert Nederlands bevrijding het geval is geweest. De geleidelijke verbetering van de financiële toestand des lands zal weldra een stadium hebben bereikt, waarin niet alleen zoals in 1948 de Gewone Dienst een groot overschot laat, maar waarin ook de Ruitengewone Dienst I (de dienst van uitgaven van aflopend karakter uit oorlog en bezetting volgend) nagenoeg geheel uit de gewone middelen zal kunnen worden eefinanoierd. De Buitengewone Dienst II De uitgaven van de Buitengewone Dienst II (kapitaalsuitgaven) worden voor 1949 geraamd op ƒ365.640.310. waartegen over een bedrag van f 71.498.693 wegens kapitaalsinkomsten staat. Deze dienst wijst derhalve een tekort aan van f 294.141.617. lïït t" t w« S«e HU VERGETJ.I KING ONTWERP BEGROTING 1919 EN BEGROTING 1948 VERLAGING SUBSIDIE BRANDSTOFFEN Ten aanzien van de begroting van het Landbouw-Egalisatïejovds ■merkt de Minister van Financiën op, dat deze door de daarin begrepen loon- en prijspolitiek zulke verstrekkende gevolgen voor de jinancicel-economïsche toestand van Nederland heeft, dat het onmogelijk is haar te behandelen los van alle invloeden welke, onze nationale en nauw daarmede samenhangend onze internationale positie bepalen. Door de internationale verhou dingen staat ons land voor de noodzaak de binnenlandse struc tuur van het economisch leven aan te passen aan de wijzigingen welke de wereldstructuur ondergaat. In dit opzicht is spoed vereist, mede om te voorkomen, dat wij bij beëindiging van de Marshall-hulp voor een ernstige economische ineenstorting komen te. staan. De economische toestand van Nederland ontwikkelde zich niet onbevredigend, aldus de Minister in zijn slotbeschouwing. De bruto-productie-index in 1943 zal, naar verwacht wordt die van 1938 met 3 pCt. overtreffen. De productiviteit per hoofd van de bevolking bedraagt echter nog slechts 90 pCt. van die van 1938. Hierin zal door verdere aanvulling en modernisering van de industriële en agrarische outillage verbetering moeten worden gebracht. Voorwaarden voor verwezen- lijking van de Economische Unie Nationaal vemogrn met f 540 millioen toegenomen Na lezing van de Millioenennota 1940 Ml iedereen, het wel met minister Lief- 1'5, 6605 zl?n- dat de Nota „een minder er geluid kan doen horen dan de voorafgaande jaren sedert Nederlands be- 'Jip ^et geval is geweest". Een ver gelijking van de onfwerp-begroting '940 niet de vastgestelde begroting 1948 geeft ren wel zeer belangrijke vooruitgang te ten Voor de Gewone Dienst wordt een voordelig saldo becijferd van 738,99 miliioen tegen vorig jaar 311.4 millioen. npn resulfaat. dat vrijwel geheel is te danken aan de veel hogere raming der middelen ad f 3.15 milliard, want de uit- 5aven Zijn slechts enkele millloenen ■ager, Zonder een verschuiving van uit gaven van Buitengewone Dienst, f naar tie Gewone Dienst zouden de uitgaven sterker zijn teruggelopen. Hoewel lager dan het vorig jaar. is toch ook ditmaal fret nadelig saldo van de Buitengewone flenst I, welke de posten met zg „af 'onend karakter" omvat, weer aanzien lijk Op 739.89 f1036.81 millioen. Telt <te Gewone Dienst en de Buitengewone Dienst I tezamen, dan is er echter nor 'n zeer aanzienlijke verbetering te eonsta teren: er resteert vrijwel ripfi„if' (slechts 0.7 millioen), terwiii vorte j-,ar nadelig saldo nog f 7nr. A r r beliep. Er bestaat echter ook ,,,0Pn Landbouw Egalisatiefonds Dit f Ij" y„k. ,1, BV»., v.„ voedselpakket met 1 De prijsstijgingen Welke i "3^e ?e ,S^ der begroting ]94d het onstellen t 7.ijn incptr^d^n. doen pen voor 1948 oplo- f 384 s li terwijl voor 1949 'boio tekort wordt geraamd van onze prijs- en subsidiepolitiek r de inmiddels ingetreden prijsdaling in agrarische sector, AlJes bij. elkaar ko- i wij rhjs voor de .genoemdp diensten een nadelig saldo van 385.5 mil- 1 en, hetgeen .962. millioen minder is dan vorig jaar. Indien men zich bij vergelijking met het vorig jaar op .laatstgenoemd cijfer zou baseren om de omvang van .de, inmiddels ingetreden verbetering aan te geven, dan zou men de werkelijkheid echter geweid aandoen. De 982 jnilljOen geven, slechts aan <je vooruitgang van de ontwerp-be- grofine 1949 t o.v. de vastgestelde begro ting 1943. Sedert het. opstellen der ramin- Sen van 1948 heeft men een beter inzicht m de zaken gekregen Enerzijds zullen tmnpletoire verhogingen nódig zén. ter- "w'ijl anderzijds bedracen on he schikt zul ten blijven en dé middelen veel te laag v aren geraamd. Houdt men met deze dri# factoren rekening, dan krijgt men Ppn juister beeld Dan val' een vergelij- Wng van het ontwerp 1949 met 1948 als vo1gt. uit: Voordelig saldo 1949 Gewone Dienst f 739 (8241 millioen nadelig saldo R.D.l 'aflopend karakter! f 740 f1087! millioen nadelig saldo Lsndb Egalisatie Fonds 365 f603! miil'iocn. of in totaal nadelig «aide 866 t 10871 millioen. Dan is de Vooruitgang 500 millioen, dus toch nog aanzienlijk, ook al neemt, men dan in aanmerking, dat het nadelig saldo 1.949 f/ 49 millioen! geflatteerd 'is< door het nog niet verwerken van de kosten van de verbetering van de salarispositie van het Rijkspersoneel Anderzijds is geen rekening gehouden met de baten uit hoofde van het inhalen van achterstand welke baten echter veel lager zullen ziin dan in 1943 f 275 mill.) Fantastisch zijp de verschillen tussen 't oorspronkelijk ge raamde tekort voor 1946 en de verm»oe- deliike uitkomst: het nadelig saldo blijkt thans 1295 millioen lager te ziin. dat voor 1947 vermoedelijk f 342.5 millioen lager. Vooral het binnenkomen van ach. terstallipe belastingen en in 1946 een lager uitgaven-totaal waren hiervan de oorzaak. Men zal zich herinneren, dat er van verschillende zijden critiek naar voren is gebracht op de t.c grote investeringen van de overheid. De president van de Ned. Bank deed bet in ziin jongste jaarvers-lag ook. De regering blijkt thans tot een be perking der investeringen te willen over gaan. terwijl ook het Centraal Plan Bu reau bij ziin berekeningen inzake bet, Nationaal Budget 1949 hiervan is uitge- gegaan., In de Buitengewone Dienst II (kapitaalsuitgaven en -ontvangsten! komt dit. schijnbaar tot uitdrukking, want bet negatief saldo is teruggelopen tot 294 (423! millioen. (Voor de berekening Van het begrotingsd-eficit behoeft men dit be drag niet in aanmerking te nemen, om dat. voor de bewuste uitgaven volgens al gemeen erkende principes mag worden geleend) Toch vragen wij ons af. of per saldo de beperking der investeringen me geheel of voor een groot deel meer sen lm is dan werkelijkheid. De vermindering van BD II komt immers geheel VQor rekening' van de uitkeringen en voor schotten aan de lagere publiekrechtelijke lichamen. Het opmerkelijke is "u,(j,at, "e lagere raming van uitgaven voor Weder opbouw en Volkshuisvesting is toe schrijven, aan het streven naar zo ruim mogelijke inschakeling d-oor gemeen en van institutionele beleggers voor de nanciering van de Won-ingwetbouw. 1 feite ig er hier dus niet van een vermin dering der investeringen sprake, doch slechts van 'n verschuiving. Tegenover de bedragen waar 't hier om gaal. vallen de beperkingen van andere overheidsinves teringen, voor zover valt na te gaan. in het niet. Militaire investeringen eisen zelfs aanzienlijk meer! De aandacht van velen zal ongetwijfeld uitgaan naar het nieuws op het gebied van de subsidie- en prijzenpolitiek. W,j vernemen, dat. de verwezenlijking van de Economische Unie -een politiek van prijssubsidies met een sterk tijdelijk en grotendeels aflopend karakter^ vraagt Hoewel een gedeeltelijke doorberekening van de subsidies (voor luxe Pr^ncten! in de begroting is opgenomen, testeert er nog altiid een directe srul,s'^'c levensmiddelenpakket van 212 of 20 per inwoner. De vermindering van het nadelig saldo van het Landouw Egalisatiefonds wordt een belangrijK stap pn de richting van de beperking er prijssubsidies en van de opheffing YW vele belemmerende bepalingen t.,a.v goe derencirculatie genoemd. Een der onmis bare voorwaarden voor verwezenlijking van de Econ. Unie zijn verdere stappen in laatstgenoemde richting, doch zij han gen af van buitenlandse hulp. aldus de minister Tevergeefs -speurt men echter naar mededelingen, t.a.v. de vermoede lijke gevolgen van de afschaffing der subsidies op de kosten van levensonder houd. omtrent het tempo van de reductie der subsidies en de artikelen, waarvoor zij zal gelden. Is de regering van mening, dat. de gevolgen voorlopig gecompen seerd kunnen woTden door lagere prijzen van andere artikelen, omdat een prijsda. üng bij toenemende concurrentie ver wacht mag worder.7 F,en uitvoerige dui delijke uiteenzetting Over dit vraagstuk mag o.i. niet lang meer achterwege blijven. Voor de belastingbetaler is er goed nieuws. Erkend wordt, dat een verlaging van de belastingdruk moet plaats vin den. De minister stelt zich voor reeds Begrotingspositie 1949 belangrijk verbeterd Dit, blijkt uit de volgende cijferopstel ling (de voor 1949 geraamde opbrengst van de buitengewone heffingen ad ƒ706 millioen en de daartegenover onder de uitgaven tot een gelijk bedrag geraamde buitengewone aflossing van Nationale Schuld zijn daarbij buiten beschouwing gelaten i: Uitgaven: Gewone Dienst ƒ2.417.005.514 Buitengewone Dienst I815.862.108 Middelen: Gewone Dienst ƒ3.156.000.421 Buil en gewone Dienst 76.162.570 ƒ3.232.867.620 ƒ3.232.102.091 Nadelig saldo .704.629 Hierbij wordt aangetekend dat in de ontwerp-begroting voor 1949 rekening moest worden gehouden met de nieuw wet op de financiële verhouding tussen het Rijk en de Gemeenten, waardoor de laalste 100 millioen meer ontvangen dan volgens de Oude regeling. Bij de bovenstaande vergelijking dient, men voorts in aanmerking te némen, dal de uitgaven ten laste van de Buitenge wone Dienst T voor een belangrijk dce.l, hoewel niet het staatsvermogen vermeer, derend, naar haar aard met kapitaalsuit gaven gelijk zijn te stellen, voorzover zij n.J, het nationale vermogen versterken. Dit geldt in meer of mindere mate voor de belangrijke uitgaven wegens herstel van oorlogsschade ad ƒ482 millioen, vor mende de tranché 1949 van hel grote oor logsschadeherstelplan aangekondigd bij het wetsontwerp materiële oorlogsscha den. In dat wetsontwerp wordt voor deze uit gaven een speciale dekking voorzien, n.l. jaarlijks terugkerende belastinginkomsten tot een bedrag van c». 250 millioen en. voorzover de stand der middelen daartoe noodzaakt, leningen voor het restant. Zou het systeem van het wetsontwerp mate riële oorlogsschaden reeds bij het opstel len van deze begroting hebben gegolden, dan zou het resultaat zijn geweest, dat indien de opbrengst, der voorgenomen be lastingen als baten tegenover de uitga ven voor herstel van oorlogsschade zou den zijn opgevoerd het saldo van de gewone dienst en buitengewone dienst I ƒ250 millioen gunstiger zou zijn geweest, namelijk in plaats van ƒ0.7 millioen na delig, ruim ƒ249 millioen voordelig. Hiertegenover staat echter, dat in overeenstemming met de procedure van voorafgaande jaren het nadelig saldo van 't Landbouwcgalisaticfimds Mi de raming der uitgaven zowel op de Ge wone Dienst als op de Buitengewone Dienst I buiten beschouwing is gelaten. Dit saldo bedraagt rond ƒ365 millioen. Feitelijk zou. naar het oordeel van de minister van finaneiën. dit nadelig saido ten laste van een der genoemde onderde len van de begroting moeten komen, eventueel, voorzover met de oorlogsom standigheden samenhangend en aflopend, ten laste van de buitengewone dienst I en voorzover duurzaam, ten laste van de ge- HierV fr'errnede. een begin te maken, rlo „i-f aat' echter tegenover, dat volgens j nnen van de regering ingevolge het Wetsontwerp Materiële Oorlogsschade diverse belastingen een flinke verhoging van lasten 250 millioen! zullen bete kenen. zodat per saldo de mid delen op brengst ..waarschijnlijk niet veel van de huidige raming zal afwijken" wone dienst.. Het consumptief karakter van deze uitgaven staat immers op de voorgrond. Betrek! men ook deze factor in de be schouwingen. dan slaat de balans weer naar de andere zijde door en resulteert een nadelig saldo van ƒ365 millioen min .f ,24,9 rp.ijl.ipen is f '116 millioen. In bovenstaande uiteenzetting is er geen rekening mede gehouden, dat de uitgaven voor herstel van oorlogsschade, voorzover de.f 250 millioen te boven gaande, zoals reeds is opgemerkt, zouden worden gefi nancierd uit leningen. Onder de huidige conjunctuur, nu de belastinginkomsten uitzonderlijk rijke lijk vloeien, vrrdienl het stellig aanbe veling. zo merkt de minister van finan eiën op, ten aanzien van zodanige finan ciering terughoudendheid te betrachten en een zo groot mogeljjk deel van de uitgaven, die met kapitaalsuitgaven zijn gelijk te stellen, uit de lopende midde len te dekken. En dit temeer, daar de schuldaflossing tot een minimum is be perkt, n.l. tot een bedrag van ,f 77.7 millioen en geen afschrijving op de reële staatsaetiva in rekening is ge bracht. Overigens wordt hierbij nog aangete kend. dat in overweging is om tegenover de be.lastingverzwaring. die uit het oor- .Ipgsschadeherstelplan voortvloeit, een aantal tegemoetkomingen te stellen in de algemene belastingdruk, zodat de midde- lénoptiréngsl per saldo'waarschijnlijk niet veel van de thans opgestelde raming zal afwijken. Hierbij dient echter onmiddellijk te worden opgemerkt, dat de kapitaalsuitga ven bij definitie en afgezien van finan ciële conjunctuurpolitiek door lenings- gelden mogen worden gedekt. In het kader ener financiële conjunctuur- politiek zou kunnen worden gesteld, dat ditmaal zelfs de kapitaalsuitgaven uit de belastingopbrengsten zouden moeten wor den gedekt Een dergelijke fiscale politiek zou echter een zo zware last op het be drijfsleven leggen omdat kapitaal- dienst. en herstel tezamen een te groot offer vereisen dat het herstel niet be reikt zou worden. Een vergelijking met de vastgestelde Begroting voor 1948 wijst uit dat het na delig saldo van de Gewone Dienst en de Buitengewone Dienst l tezamen toen werd geraamd op ƒ725.415.360. Het thans zoveel gunstiger eindresul taat is voor een belangrijk deel een ge volg van de omstandigheid dat het voor 1949 verantwoord kan worden geacht de middelen f 440 millioen hoger te ramen dan voor 1948. Daarnaast zijn de uit gaven 285 millioen lager gesteld. Het nadelig saldo van het Landbouw- egalisatiefonds kwam op de Begroting vap Het gaat er nti maar om wie enerzijds profiteert en wie anderzijds getroffen wordt. De ruw werkende omzetbelasting treft be drijven met grote vaste lasten in ongemo tiveerd sterke omvang. Het is dringend gewenst, dat aan dit vraagstuk eens aan dacht wordt besteed. Tprecht wordt de betalingsbalans neg steeds de zwakke stee van onze economie l i, verdere •ning,de eventuele ^tlih vèrteer en Duitóland in het economisch het economisch herstel van J' kunnen bewerkstelligen bij het ve gere prijsniveau dan voor de ooi g. waarop wij nu liggen en de passieve structuur van onze handelsbalans, waar door het passiefsaldo op een zoveel hoger niveau ligt dan voor de oorlog. Het Plan bureau meent, van wet. doch waarop is deze mening gebaseerd? Het Nederlandse volk zou hierover gaarne eens een nadere motivering vernemen. Het toenemen van de geldhoeveelheid jij Nederland, nadat de geldzuivering had plaats gevonden, heeft menigeen kopzor gen berokkend Verheugend is het, dat de nieuwe begroting per saldo geen in flatiedreiging van betekenis meer z,al op leveren. Dat de deflatoire tendenties zelfs enigermate de overhand zullen krijgen, wordt zelfs niet onmogelijk geacht Maar een versnelling van het, tempo van db geldzuivering om op deze mogelijk heid vooruit 'e lopen acht de minist.er ongewenst. Resumerend kan men zeggen, dat de Millioenen Nota in het- teken van herstel staat doch dat grote moeilijkheden nog moeten worden opgelost. Van een ver groting der consumptie zal geeri sprake kunnen ziin Integendeel soberheid in de consumptieve sfeer en opvoering der be sparingen. resp. vermindering van de nog plaats vindende ontsparingen, is drin gend gewenst, o.a, om de vereiste inves teringen nodig voor de doorvoering van het industrialisataeprogram tot stand te brengen en het deficit van de betalings balans te helpen reduceren. Rekening houdende met a) de te ver wachten suppletoirs verhogingen op grond van wel of besluit en op grona van te laag gebleken ramingen (teza men ad 556 millioen), b! de onbescluk' blijvende bedragen 456 mlltioen) en c) de hogere raming der belastingop brengster in 1948 (ruim 450 millioen, na aftrek van uitkeringen aan hel ge meentefonds en aan het in te stellen provinciefonds ad resp. f 230 en 20 millioen! geeft een vergelijking van de ontwerp-begroting 1940 met de gecorri geerde begroting 1943 hel volgende beeld (afgerond in millioenen guldens) Omschrijving Begroting Ontwerpbe- 1948 groting 1949 Gewone Dienst. Uitgaven Middelen Voordelig saldo 2367 3191 824 Buitengewone Dienst I Uitgaven 1141 Middelen 54 Nadelig saldo 1087 Gewone Dienst en Bui tengewone Dienst I Uitgaven 3508 Middelen 3245 Nadelig saldo Nadelig saldo Land bouw-Egalisatiefonds Buitengew Uitgaven Middelen Dienst II 263 602 865 479 50 429 2417 3136 739 816 78 740 3233 3232 365 368 365 72 294 Saldo Volgens dit overzicht wijst de ontwerp begroting V' or 1949 dus wat het totaal der uitgaven betreft, een budgetverbete ring aan van 025 millioen. Dit resul taat is bereikt door een lagere raming der uitgaven ten laste van de Gewone en Buitengewone Dienst I ad 275 mil lioen, een lagere raming van het nadelig 1948 voor met ƒ498.235.000 (het werkelijk nadelig saldo van dit fonds zal echter vol gens een thans opgestelde berekening ongeveer 602 millioen belopen) tegen over een raming voor 1949 ad 364.833.000. Een bijzondere omstandigheid waar mede bij éen vergelijking van de begro tingen 1948 en 1949 terdege rekening moet worden gehouden, is. dat in de ontwerp begroting voor 1949 niet onbelangrijke verschuivingen van uitgaven van de Bui tengewone Dienst I naar de Gewone Dienst hebben plaats gevonden, Deze be droegen alleen al voor oorlog ƒ75 mil lioen en voor marine ca. 20 millioen. Het saldo van de Buitengewone Dienst II was voor 1948 op 423.015.484 geraamd, tegenover f 294.141 617 voor 1949. Categorieën Nationale Schuld Buitenlandse Dienst roiitie en Justitie Onderwijs. K. en W. Herstel oorlogsschade 1) Militaire uitgaven Waterstaat Verkeer (IN MILLIOENEN GULDENS) Gew. dienst Buit.gew. d. I Gew. Dienst Buit.gew. d. II (uitg.v. afl. en buitengew. (kapitaals- Uitgaven t. bevordering v. handel en nijverh niet opge nomen bij een der andere categorieën Uitg. t. bevordering v Land bouw en Visseij, niet opge nomen bij een der andere categorieën Distributie-, controle- en prijsbeh. apparaat Prijssubsidies, excl. Land- bouwegal. fonds Sociale voorzieningen Volkshuisvesting Ov-erzeese Geb.dln Alg. uitkeringen aan gem. en prov Goederen, best. v. doorveik. Bestuurskosten. niet opge nomen bij een der andere categorieën Pensioenen Wachtgelden, non-activi teitswedden, e.d Totaal Landbouw-egal. fonds karakter) Dienst I uitgaven) 1948 1949 1948 1949 1948 1949 1948 1949 558 544 17 52 575 596 32 34 1 1 33 35 125 173 46 29 171 202 3 5 295 337 1 0 296 337 6 8 58 52 610 491 668 543 1 0 409 497 240 137 649 634 45 123 71 73 71 73 67 73 16 17 1 17 17 4 8 16 12 - 16 12 28 19 19 19 0 0 19 19 54 64 48 55 15 3 63 58 10 8 48 24 49 30 97 54 50 18 50 18 332 346 39 39 371 385 1 1 20 31 "l 2 21 33 248 54 2 1 9 10 11 11 200 LL' 200 12 '12 117 115 0 1 117 116 5 3 57 71 57 71 4 16 3 4 19 2427 2417 1091 816 3518 32.33 472 366 498 365 498 365 2427 2417 1589 1181 4016 3598 472 366 saldo van het Landbouw-Egalisatiefonds ad 237 millioen en een vermindering der uitgaven op de Buitengewone Diens'. II ad 113 millioen. De middelen zijn volgens de tabel voor 1949 in totaal 9 millioen hoger geraamd dan voor 1948 nader verwacht mag worden. Hierbij dient echter te worden bedacht, dat m de 3.245 millioen middelen voor 1948 een bedrag van per saldo 275 millioen is begrepen wegens het inhalen van de achterstand in de directe belastingen en dat bij de raming voor 1949 feen reke ning is gehouden met een bedrag wegens het inhalen van achterstand. Het. beeld van de 'uitgaven der ont- werp-begroting voor 1949 is in zoverre onvolledig, dat het om technische rede nen nog niet mogelijk was. daarbij re kening te houden met de kosten van verschillende maatregelen ter verbete ring van de salarispositie van het Rijks personeel, waartoe reeds is of alsnog zal worden besloten. Deze maatregelen betreffen: a. Verhoging van de bijdrage van het rijk aan het Algemeen Burgerlijk Pen sioenfonds van 5,5 pet. tot 6,1 pet.: b. Verlaging van het verhaal voor eigen pensioen van 4.5 pet. tot 2 pet.; c. Verhoging van de garantielonen voor gehuwden met 200 s jaars: d. Vervanging van de geïncorporeerde tijdelijke toelage van 5—10 pet. op wen den tot 3000 door een geïncorporeerde tijdelijke toelage op alle wedden; e. Vervallen van de 5 pet. ongehnwden- aftrek; Herziening militaire salarissen. Daarenboven zal het budget, voor 1949 nog worden beiast mei de kosten van de overige maatregelen, begrepen in de technische herziening van het bezoldi gingsbesluit. Het is niet mogelijk voor deze kosten thans reeds een raming op te stellen. Hierbij dient in aanmerking te wor den genomen, dat verschillende der hier voor genoemde maatregelen ook voor 1948 zullen gelden, zodat de begroting voor dat jaar daarvoor suppletoir zal moeten worden verhoogd. Voorts bestaat het voornemen een wettelijke regeling In het leven te roe pen op grond waarvan arbeidscontrae- tanten, die ten minste twee Jaren in rijksdienst zijn en ook overigens aan bepaalde voorwaarden voldoen, recht op pensioen zullen verkrijgen. Naar een zeer globale raming zullen de bovengenoemde maatregelen een be drag van pl.m. 49 millioen vergen. Met een aanzienlijke vermindering van het -.ubsidie op brandstoffen ten behoeve van de verbruikers is voor 1949 rekening gehouden. Ten opzichte van 1948 betekent dit een verminde ring van f 32 millioen. De raming voor 1948 van het Fonds voor de Prijspolitiek ad f 50 millioen (waarin de brandstoffen-subsidie ad f 40 millioen is begrepen) zal nog be langrijk moeten worden verhoogd. Op grond -van bovenstaande overwe gingen is het noodzakelijk onze landbouw politiek te richten op een zo groot mo gelijke dollarbesparing door een voor zichtige importpolitiek. zonder echter de verhoging van de arbeidsproductiviteit door betere voeding uit het oog te ver liezen. Tegelijkertijd vraagt de verwezenlij- Een belangrijke stap wordt gedaan in de richting van een beperking van de politiek der prijssubsidies en van de opheffing van vele belemmerende bepalingen t.a.v. de goederencireulatie. Niettegenstaande een gedeeltelijke doorberekening van de subsidies in de begroting is opgenomen, blijft er altijd nog een directe subsidie op het levensmiddelenpakket van 212 millioen of 20 per inwoner, waarvan ruim de helft voor de melksector. Het tekort van het Landbouw-Egalisatiefonds loopt terug tot 365 (vorig jaar 602) millioen. Nederland heeft de primeur van de staatsbalans. Niettegenstaande een passief van 19 milliard wordt deze situatie niet al te onbevredigend ge noemd. Reeds dit jaar zal een begin worden gemaakt met een aantal tegemoet komingen in de algemene belastingdruk. Het totaal van de Staatsschuld is van 23.9 milliard per 30 Juni 1947 teruggelopen tot 23.5 milliard per 30 Juni 1948. De noodzakelijkheid wordt erkend om de investeringen in de overheids sector zoveel mogelijk te beperken. Het Nationaal Plan Bureau acht een deflatoir proces voorlopig heilzaam; eerst wanneer het excessieve vormen zou aannemen zouden tegenmaat regelen gewenst worden. De ontwerpbegroting 1949 zal per saldo geen inflatoire dreiging van be tekenis meer opleveren; het is niet onmogelijk te achten dat in 1949 de deflatoire tendenties zelfs enigermate de overhand zullen krijgen. Het wordt ongewenst geacht om thans het tempo van dg afwikkeling der geldzuivering te versnellen. De betalingsbalans is de zwakke stee van onze huidige nationale economie. Naar een verbetering moet worden gestreefd. De opbrengst van de V.A.B. en Heffing Ineens zal in 1949 900 millioen belopen. Dit bedrag zal worden aangewend voor buitengewone aflossing van de Staatsschuld. king van de Nederland." Belgisch-Luxem burgse Economische Unie, in het kader van het streven naar wederzijdse aan passing, een politiek van prijssubsidies met een sterk tijdelijk en grotendeels af lopend karakter. Tenslotte bestaat er een nauw verband tussen het opheffen, waar mogelijk, vs-i rantsoeneringen en de subsidiepolitiek. Bij het opstellen van een algemene richtlijn bij de reductie der subsidies is uitgegaan van de gedachte, dat voor verschillende producten, welker con sumptie als een zekere luxe moet wor den beschouwd en welker voortbren ging in hoge mate de beschikbaarneM van buitenlandse koopkracht behoeft, de werkelijke koslpri> aan de consu menten zal moeten worden doorbere kend, echter met dien verstande, dat de consumenten te allen tijde binnen de rantsoenen de goedkope levensmid delen kunnen betrekken. De wisselende prijsverhoudingen in het buitenland mak^n het noodzakelijk de prijzen der geïmporteerde grondstof fen in overeenstemming te brengen me-, de binnenlandse richtprijzen. Daardoor zijn bij de grote quantiteiten geïmpor- teerde granen aanzienlijke bedragen als importoeslag benodigd (totaal 154 mil lioen). In dit verband zij er op gewezen, dat het niet tot stand komen van hei Wheat-agreement een extra verlies van pl.m. 50 millioen ten gevolge heeft. Weliswaar i» een gedeeltelijke door berekening der subsidies in de begro ting opgenomendoch er blijft nog altijd een directe subsidie op het le vensmiddelenpakket van 212 millioen of wel 20 per inwoner, waarvan ruim de helft aan de melksector moet wor den toegerekend. naast een ingrijpende wijziging in het j beleid een 1er oorzaken is van de lagere ramingen der uitgaven ten laste van het Landbouw-Egalisatiefonds. Totaal-generaal 2427 1) Inbegrepen uitgaven welke niet vallen onder die. waarvoor in het wetsont werp op de materiële oorlogsschaden (gedrukte stukken, zitting 1947-1948-705! een speciale dekkingsregeling is voorzien. standigheden kunnen voordoen, zo wel aan de uitgaven- als aan de midde lenzijde welke het begrotingsbee'd belangrijk wijzigen. Een vergelijking mei oorsp. orkelijk vastgestelde begrotingen kan derhalve niet anders dan onvolledig zijn. Bij deze vergelijking met de aanvan kelük vastg'stelde begroting 1948 wordt in de nota opgemerkt, dat na hei vast stellen der begrotingsontwerpen. welke In hoofdzaak zijn gebaseerd op ramingr gegevens, afkomstig uit de eerste lieif: van het kalenderjaar, voorafgaande aan het begrotingsjaar, zich tal van om- Na te hebben gereleveerd, dat de. reeds in het vorig Jaar uitgesproken verwachting van een niet onbevredi gende. ontwikkeling van de economi sche toestand van Nederland, wat de binnenlandse verhoudingen aangaat, bevestiging vindt in de huidige omstan digheden, neemt de minister enkele on derdelen van het economische leven in beschouwing. De bruto-productie-index in 1948 zal, naar wordt verwacht, die van 1938 met 3 pCt. overtreffen. Dit betekent echter nog geen volledig herstel van het. productie niveau van vóór de oorlog, omdat de be volking sedert 1938 met ca. 13 pCt. is toe genomen, zodat bij een evenredige ver meerdering de productie-index tot 113 moest zijn gestegen. De productiviteit per hoofd van de bevolking bedraagt nog slerhts 90 pf t. van die van 1938. Hierin zal in hoofd zaak door verdere aanvulling en mo dernisering van de industriële en agra rische outillage verbetering moeten worden gebracht; doch ook de arbeids inspanning z,al moeten Morden ver hoogd. Over het geheel is de voorraad- positie der industrie bevredigend, mis schien zelfs op verschillende plaatsen overvloedig. Vervolgens beziet de minister de situ atie der industriële productie naar enkeie der meest belangrijke bedrijfstakken m constateert daarbij, dat niet alle bran ches in voldoende mate tot de bereikte vooruitgang hebben kunnen bijdragen, o.m. is dit het geval ten aanzien van de bouwnijverheid, die met verschillende moeilijkheden, waarvan de onvoldoende materiaalvoorziening er slechts één van is, te kampen heeft gehad. Ook de pro- ductieindice. van de grafische industrie, de steen kolen mijnbouw, van de agrari sche sector, de houtvoortbrenging en van de kledingindustrie bleven in meer of mindere mate bij de aigemene neiging tot verbetering achter. He wereld marktprijzen liggen over het algemeen nog op een hoog niveau. Al mogen voor het ogenblik de om vangrijke voorraden nog geen gevaren inhouden, niet uit het oog mag worden verloren, dat prijsdalingen en daarmee verbonden verliezen uit voorraadposi- ties. niet kunnen 11'tHlliven Niettemin is in de h- - t«: reeds een prijsdaling v.aiu iciuUeiar, vielke De vermindering van het nadelig saldo van dit fonds weerspiegelt onder meer een belangrijke stap in de richting van een beperking van de politiek der prijs subsidies en van opheffing van vele be lemmerende bepalingen ten aanzien van de goederencireulatie. Verdergaande stappen op dit laatste gebied zijn in ver band met de dev iezenpositie in hoge mate afhankelijk van de omvang der bui tenlandse hulpverlening, die in de ko mende tijd zal kunnen worden verkre gen. Hoe ruimer deze wordt verleend, des te sneller en vollediger zal op deze weg kunnen worden voortgegaan, waarmede dan tevens een der onmisbare voorwaar den wordt vervuld voor de verwezenlij king van de Economische Unie met Bel gië en Luxemburg. Hierbij zal nauwgezet rekening wor- nister het Nederlandse volk op tot he sparing en uiterste zuinigheid in de consumptieve sfeer en voor wat de pro ductiebedrijven betreft tot matigheid in de winstuitkeringen en voorzichtig heid bü het aanhouden van voorraden, gezien het daaraan verbonden prijs- risico. De financiële toestand laat zijns inziens toe deze oproep thans te doen vergezeld gaan van de aankondiging van enkele fis cale maatregelen, die hierop zullen aan sluiten. Een bemoedigend teken is, dal aan de, interiiig van het nationale vermogen 'n einde is gekomen. Uit berekeningen van het Centraal Planbureau bRikt, dat in 1948 voor een bedrag van f 540 millioen meer is geproduceerd dan verbruikt, zo dat het nationaal vermogen met dit be drag is toegenomen. Het Centraal Planbureau verwacht dat de nationale productie over 1949 circa f 13 milliard zal bedragen, terwijl de toene- neming van het nationaal vermogen ruwi- weg op het dubbele van 1948 is te stellen. Ondanks de gunstige factoren, welke zijn te onderkennen verheelt de minister zich niet, dat ook thans de gevaren voor ppg.e. financiële en economische verhou dingen met voorgoed zijn geweken: niet alleen in dier voege, dat nog steeds ecu latente dreiging aanwezig is, maar ook in die zin, dat het herstel der financieel- economische verhoudingen nog slechts naar een evenwicht tendeert, een even wicht, dat niet meer dan labiel is. Een belangrijke moeilijkheid ligt o.a. daarin, dat paarmate de buitenlandse schuld als negatieve component van het nationale vermogen toeneemt, daartegen over de in omvang eveneens toenemende positieve componenten gezamenlijk een dusdanig rendement in deviez.cn zullen moeten afwerpen, dat hierdoor de groeien de lasten in deviezen, welke uit de aan den gehouden met de gevolgen daar- j het buitenland verschuldigde rente van voor de kosten van levensonder- boud. terwijl op het gebied van dc ioon- en prijspolitiek de instandhouding van sociaal gerechtvaardigde en economisch verantwoorde loon- en prysnormen zal worden bevorderd. Na in het kort het nog bestaande ongun stige versenil tussen in- en uilvoer, als mede de pogingen, om binnen het raam van de aan het Marshall-plan deelnemen de landen, ter oplossing van de ook voor Nederland belangrijke problemen van het Europese handelsverkeer, te komen tot een veelzijdig betalingsverkeer, in zijn slotbeschouwing te hebben betrokken, spreekt de munster de overtuiging uit. dat van de hulpverlening ïhgëvólgé het Marshallplan alleen een resultaat'van blij vende waarde wordt bereikt, wanneer de besteding wordt gericht, niet alleen op datgene wal bevorderlijk is om de ar beidsproductiviteit in stand te houden, maar in het bijzonder op alles wat er toe kan dienen om de industrialisatie krachtig te bevorderen, de landbouw technisch te verbeteren en de productiekosten in het algemeen door rationalisatie te doen da len. Evenals het vorig jaar rorpt de mi- aflossing voortvloeien, zullen kunnen worden gedekt. Bovendien moet worden erkend, r' t het herstel van de gewenste welvaar - verhoudingen binnen enkele .ia ren z i nopen tot verlaging van belastingdruk, waarmede de minister zich dan o- 'r voorstelt reeds dit jaar een begin ie maken. Slechts door voortgaande beperking van rijksuitgaven, door liquidatie van instan ties voor oorlogs- en crisiseeonomie. door 1 afsnijding van wat. binnen het mud n een verantwoord en eonstructief beleid maar even kan warden gemist en door uiterste rationaliteit in datgene wat moet blijven verricht, is de vereiste stabiliteit in de binnenlandse politiek te bereiken; een stabiliteit, waarbij de financiële draagkracht van ons volk niet wordt over spannen. maar anderdeels toch wordt op gebracht wat voor voortgang van het her stel onmisbaar is te achten. Dit streven vereist niet alleen de een drachtige vastberadenheid van het kabi net. het vereist ook de overtuigende me dewerking van alle ambtenaren van hooï tot laag en niet minder het vertrouwen en de steun der volksvertegenwoordiging.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 3