De raadselachtige verdwijning FILMMAGNAAT ALS DIPLOMAAT Aandacht voor de broodmaaltijden GEEN HOUT, GEEN KLOMPEN door BRAM VERSCHOOR ZATERDAG 23 OCTOBER 1948 PAGINA 4 iVoor de filmcamera „GEEN GEVAAR VOOR OORLOG" ln Hollywood is de malaise weer uitgebroken Van Johnson, dié aan de trapeze gaat werken in het circus van Barnum en Bailey. KERK IN EEN ZWEMBAD DE DOOD VOOR JODENJAGERS WELK BROOD EN WAT ER OP -meup- Vaklieden en'kopers op een klompenheurs; met kennersblik hekeken gaan de klompen van hand tot hand. Oud Hollands ambacht dreigt uit te sterven Clandestiene houtprijzen ióooooooooooooooooooooooooooooc^ INHOUD VAN HET VOOR AFGAANDE: Mr. Eric Johnston, president Van de Bond van Filmproducenten en onge kroonde koning van Hollywood, heeft achtereenvolgens een bezoek gebracht aan Stalin, Titó en Franco, met wie hij een onderhoud heeft gehad van twee uur over „handelsbetrekkingen en ver betering van de diplomatieke betrek kingen met Spanje". Uiteindelijk kon hij het niet laten om ook een duit te doen in het zakje van de internationale politiek. Tegen over -de pers verklaarde hij tenminste na zijn laatste bezoek: „Uit de bespre kingen, die ik met al die mensen heb gehad, is me niets gebleken van enig verlangen naar oorlog en ik geloof niet, dat daar gevaar voor bestaat". Nu we op dat pumt dus volkomen zijn gerustgesteld, is» het misschien wel inte ressant om eens na te gaan, wat de heer Johnston in Europa heeft bereikt als ver koper van Amerikaanse films. Daarom was het tenslotte allemaal begonnen. Ook in dit opzicht heeft Johnston succes gehad. Rusland heeft zich bereid ver klaard, een aantal Amerikaanse films te kopen, die in dollars worden betaald, terwijl er geen uitwisselingsbepaling is gemaakt op grond waarvan de V.S. Rus sische films moeten kopen. Wijzigingen in de films zijn niet toegestaan. „Wij hou den daarop de contröle". verklaarde John ston voldaan. In dit verband zouden wij bescheiden- lijk willen opmerken, dat er Amerikaan se films zijn wij denken o.a. aan een film als „Bathing Beauty" die zonder enige wijziging uitstekend door de Russen houden kunnen worden gebruikt als pro paganda tegen de decadente oppervlak kigheid en de reactionnaire genotzucht in het kapitalistische Amerika. En in de door Johnston gesloten overeenkomst staat, dat de Russen vrij zijn in de keuze van de films, die zij wensen te kopen.... Van Moskou is mr. Eric Johnston naar Belgrado getrokken om bij maarschalk Tito zijn Opwachting te maken. Het resui* taat van de besprekingen, die hij daar heeft gevoerd, is, dat Joego-Slavië zich in principe bereid heeft verklaard in het komende jaar 20 tot 25 Amerikaanse films te kopen, die in dollars bij een bank in New York zullen worden betaald. Na zijn snoepreisje door Europa wacht de heer Johnston in Hollywood een min der prettige taak. Tegen het einde van deze maand zal hij daar een bespreking hebben met de meest vooraanstaande filmmagnaten om een antwoord te vin den op de vraag, hoe het komt, dat Hol lywood op het ogenblik de grootste crisis in zijn geschiedenis doormaakt. Er zijn daar momenteel meer spelers dan ooit zonder werk. Slechts 372 ster ren hebben een contract. In Maart van dit jaar waren het er nog 463, het vorig jaar 742. Hoewel de Amerikaanse bioscopen goe de zaken maken en slechts iets beneden het peil van het vorige jaar blijven, is sinds 1940 een derde van het in de stu dio's werkzame personeel ontslagen. De oorzaken van deze malaise liggen even wel elders: de films kosten te veel en er kómt niet genoeg geld binnen van de (Foto M.G.M.) films, die op het continent draaien. Dit jaar zullen deze inkomsten de helft van die van 1946 bedragen. Voor de „extra's" is deze depressie nog erger, omdat de maatschappijen zovéél mogelijk eigen spelers gebruiken. Twee jaar geleden werden dagelijks ongeveer 1200 extra's gehuurd, thans gemiddeld 400- Hoewel men meer en betere teksten wil hebben, werken momenteel voor de studio's 480 tekstschrijvers tegen 6#0 in 1946. Tegen iedere drie films, die in 1945 wer den gemaakt, worden er nu twee gedraaid terwijl de helft van deze productie uit zogenaamde „korte films" bestaat. Vele voormalige filmmensen, die dikke salarissen ontvingen, melden zich nu bij het bureau, dat hen tegen werkloosheid heeft verzekerd en komen er iedere week hun 20 dollar halen. Sommige vooraanstaande sterren heb ben al in maanden niet gewerkt. De meeste waarnemers zijn van me ning, dat de oorzaak van dit alles ligt in de buitenlandse markt. Volgens hen kan geen oplossing worden gevonden, tenzij meer geld uit het buitenland binnenkomt. En intussen kondigt de „Hollywood Re porter" aan, dat de uitgaven voor 1949 opnieuw met 25% zullen worden be snoeid....- Naar verluidt, is Hollywood zelfs zo erg aan het bezuinigen, dat in een nieuwe film het sextet uit „Lucia di Lammermoor" zal worden vervangen door een quintet! De tot werkloosheid gedoemde sterren in Hollywood zullen met des te meer afgunst vernemen, dat de 9-jarige Bobby Henrey, die met zijn eerste film „The Fallen Idol" Engelands nieuwste film ster is geworden, 30.000 pönd sterling krijgt, als hij in nog vier films optreedt. Het desbetreffende contract is dezer da gen gesloten tussen zijn ouders en Lon don Films, de maatschappij van Sir Alexander Korda. Toen de blonde Bobby dit nieuws van zijn moeder hoorde, was het eerste wat1 hij zei: „Wat een vreselijke hoop post zegels zou ik daarvan kunnen kopen". Maar voorlopig zal daarvan niets kun nen komen, want hij krijgt pas de be schikking over dit reusachtige bedrag, als hij 21 is. Voor zijn eerste film heeft Bobby 3.000 pond gekregen. De film was nog nauwe lijks vertoond, of zijn ouders kregen al telegrammen uit Hollywood, dat blijk baar toch nog niet genoeg werkloos rond wandelende acteurs heeft. Bobby's ouders gingen echter op deze aanbiedingen niet in- In plaats daarvan tekenden zij het contract mot London Films, hetgeen betekent, dat hun zoontje voor de eerstvolgende drie jaren onder dak is. „Ze denken", aldus verklaarde Bobby's moeder, „dat zijn stem tot 1951 goed zal blijven. Het jaar daarna gaat hij naar Eton". Mrs. Henrey is Fransaise van geboorte haar man is Engels. Bobby spreekt beide talen «loeiend. Zijn volgende film zal waarschijnlijk worden gemaakt op de boerderij van zijn grootouders in Norman- dië. De mannen van de Rank-onganisatie zijn er helemaal niet gesticht over, dat de kleine Bobby Henrey met het nieuws over zijn contract van 30.000 pond op de voor pagina's van de dagbladen is terecht ge komen. Zij waren namelijk net bezig met het opstellen van een perscommuniqué over hun eigen wonderkind John Howard Davies uit de film „Oliver Twist". Diens reis naar Amerika is afgelast in verband met de Joodse boycot tegen deze Dic- kens-film. In plaats daarvan zal hij nog deze winter bij Rank een nieuwe film maken. a a „Het succes klopte niet op m'n deur de critici Wèl, Groucho Marx over zijn mislukte eerste poging om een ernstig toneelstuk te schrijven. De talenten van Bing Croshy zijn ve lerlei- Behalve dat hij „croont", is hy financieel betrokken bij de productie van de nieuwste verbeterde muizenval en van een electrische liasseer-machine,welke elk van haar 40.000 liassen binnen 10 se conden aflevert. Lijkt ons nuttiger dan als zingende kapelaan te fungeren. Het circus Mlkkenie, dat op het ogen blik voorstellingen geeft in Amsterdam, zal een voorname rol spelen in eên grote film, die de regisseur prof. Harald Bralt van plan is het volgende jaar te makan. Bratt, die momenteel in ons land ver toeft, heeft een bezoek aan Mikkenie ge bracht om zich op de hoogte te stellen van de inrichting van een modern circus en van hetgeen er wordt geboden. Vóór de oorlog heeft hij tal van grote films gemaakt, waaronder „Die Insein" met Bassermann en „Negentig minuten oponthoud" met' Harry Peel. Thans werkt hij aan een film van Luis Trenker, getiteld „Bergsymphonie", waar voor opnamen in Zwitserland, Italië en Tirol worden gemaakt. Als deze film vol tooid is, gaat hij naar Rio de Janeiro om daar in opdracht van de filmmaatschappij „Astra" de film „Het licht van Rio" te draaien. Vervolgens komt de film aan de beurt, waarin het circus Mikkenie een voorname rol zal spelen. Prof. Bratt ver klaarde, dat het Nederlandse circus de meest geschikte achtergrond is voor zijn film en voegde er aan toe, dat hij spe ciale plannen heeft met de dierentemmer Gilbert Houcke en zijn tijgers. Circusfilms schijnen weer in de mode te komen. In Hollywood gaan geruchten, dat Van Johnston (De witte Klippen van Dover, Twee meisjes en een matroos), deze winter gedurende tien dagen aan de trapeze zal werken in het benoemde circus van Barnum en Bailey. Waarschijn lijk om zich voor te bereiden op een cir- ousfilm, waarin hij zal moeten optreden- m Door het Engelse dagblad „Daily Ex press" is een „Film Tribunal" ingesteld, dat een prijs van 1.000 pond sterling zal toekennen aan de regisseur van de Beste Film van het Jaar. De filmjournalisten, die lid zyn van dit „tribunaal", namelijk Miss C. A. Lejeune van de „Observer" en Leonard Mosley van de „Daily Ex press", hgjpben drie in September te Londen vertoonde films aanbevolen voor plaatsing op de „korte lijst" van 14 films (5 Britse, 4 Franse, 3 Amerikaanse en 2 Italiaanse), die het tribunaal heeft opge steld van de dit jaar gedraaide films, welke voor de prijs in aanmerking komen. Een van die drie films is „Monsieur Vin cent", geregisseerd door Maurice Cloche, met Pierre Fresnay in de hoofdrol als de H. Vincentius van Paulo. De apostolische gemeente te Hilversum heeft de overdekte zweminrichting aan de Badhuislaan aldaar aangekocht, ten einde ln dit gebouw een lïerk te vestigen, waaraan deze gemeente dringend behoefte heeft. Het zwembad was sinds 1 Septem ber j.l. gesloten, aangezien de installatie moest worden Vernieuwd en de onkosten zo hoog bleken, dat een lonende exploi tatie ni^t meer mogelijk was. De verbou wingsplannen zijn reeds door de gemeen telijke overheid goedgekeurd. Het Amsterdams B. G. veroordeelde he den wederom twee leden der colonne Henneicke conform de eis tot de dood straf. Het waren de 31-jarige boekhouder B. Vlugt en de 42-jarige tabakswerker Chr. Bout. Het voorlichtingsbureau van de voe dingsraad meldt: De warme maaltijd wordt in de meeste gezinnen als het voornaamste onderdeel van de voeding beschouwd. Maar toch is het zeker van belang, dat ook aan een goede samenstelling en daarmee aan dc voedingswaarde van de broodmaaltijden aandacht wordt besteed. Om te beginnen is daar de vraag,"welk brood wij moeten kiezen. Bruin brood is zeer voedzaam en geeft spoediger "een verzadigd gevoel dan spierwit wittebrood. Het is goed om, zo niet al het brood, in ieder geval een gedeelte in de vorm van bruin brood te nemen. Dit is n.l. rijker aan vitaminen en voedingszouten en het is nog goedkoper bovendien! Ook rogge brood bevat meer vitaminen en voedings zouten dan het echte wittebrood. Een ander vraagstuk is, wat we op de boterham zullen geven. Jams en andere zoete broodbeleggingen zijn artikelen, waar we wegens de smaak misschien zeer op gesteld zijn, maar die uit voedingsoog punt weinig waarde hebben, daar zij vrij wel geen beschermende stoffen bevatten. Huishoudstroop is daaronder nog één van de beste, wegens haar rijkdom aan voe dingszouten; ook is zij voordeliger dan jam. De eiwitrijke belegsels, zoals kaas en vleeswaren, kunnen we niet vaak bij de broodmaaltijden geven, uitgezonderd bloedworst en leverworst die bonvrij zijn. Een vleessmaak geeft ook gistextract, dat dun op de boterham gesmeerd wordt. Een potje van dit smeersel lijkt duur, maar komt niet onvoordelig uit, omdat men er wegens de zeer pittige smaak maar weinig van nodig heeft. Bovendien is het rijk aan vitamine B. Vooral op bruin brood wordt het door velen gewaardeerd. Maar een prachtige eiwitrijke belegging vormt vis in allerlei variaties. Haring kennen we in de vorm van zoute en zure haring en gestoomde en gerookte bokking. Ook is er gerookte en gestoomde makree!, sprot, zeehaan en schar in de handel. Verschillende soorten vis kan men voorts gebakken kopen of tot vlskoekjes ver werkt. Ook garnalen en mosselen komen als eiwitrijk belegsel in aanmerking. Ten slotte ls melk, bij de boterham gedronken of ln de vorm van pap of yoghurt gege ten een eiwitrijke aanvulling. Nog te weinig gebruikt worden over het algemeen de vitaminenrijke broodbe- leggingen, groente en fruit, die zoveel mo gelijk bij ied'-e broodmaaltijd gegeten behoren te worden. Voor deze tijd zijn dat komkommer en tomaat met peper en zout of slasaus, groentenslaatjes, appel-, peer- en rozebottelmoes. Ook kan men heel smakelijke ragout maken van zelf- gezochte hanekgmmen. Maar al is de broodmaaltijd ook voor beeldig samengesteld, hij komt niet tot zijn recht, als we er niet een ogenblik rustig de tijd voor nemen. Vooral het ontbijt komt er in dat onzicht bij velen al te karig af. Wie goed en rustig heeft ontbeten, kan de hele dag beter werken, dan wie in zenuwachtige haast zijn maal tijden naar binnen speelt! (Van onze correspondent). Wanneer het in herfsttooi gestoken gebladerte van het Rijssens Schwarz- wald en de kale lanen van »t Oude Weldam en Twickel een naderende winter voorspellen, verbreekt sterker - dan ooit het gebrom van de klompen boormachines de stilte van het lande lijke dorpje Enter. Er breekt dan een drukke tijd aan voor de klompenma kers, die to de Oorlogsjaren en daar voor een onbezorgd bestaan leidden. Thans dreigen er echter donkere wol ken boven dit Nederlandse klompen centrum. Schaarste aan grondstoffen en duurte aan prijzen nopen de Twent se klompenmakers hun bedrijven te sluiten en op ander gebied hun bo terham te gaan verdienen. De tijd, dat de klompenmaker zijn pro duct 's avonds mee naar huis nam om het daar bij het knappende haardvuur af te werken is reeds lang voorbij.-Mo derne copiëer- en boormachines heb ben de „uitrander" en handboor verdron gen en als het moet, kan men tegen woordig op een paar nieuwe klompen wachten. Een productie van 800 exem plaren per dag was vóór en in de oorlog geen zeldzaamheid. De laatste tijd is dit anders geworden. De klompenmaker van nu is bly als hij aan 't einde van de week een drie hon derd klompjes op z'n rek heeft staan. Hij zou wel méér willen maken, doch gebrek aan hout heeft zijn productie aan banden gelegd. Het staat er dan ook niet best voor in de Nederlandse klompenindustrie. Het hakplan van het Staatsbosbeheer van 70.000 kubieke meter kon dit jaar niet worden gehandhaafd en leverde slechts 50.000 kubieke meter op. Er zijn vol doende populieren en in wat mindere mate wilgen in ons land om de Neder landse klompenmarkt van hout te voor zien. Deze zijn echter in het bezit van particulieren, die er clandestiene prij zen voor vragen Om zijn bedrijfje aan het draaien te houden is de klompenma ker wel verplicht deze te accepteren.' Van een winstmarge op het product kan zodoende geen sprake meer zijn en versoheidene klompenmakers ln Enter hebben zich dan ook genoodzaakt gezien de boor- en zaagmachine stop to zetten en ln de Twentse textielfabrie ken of elders hun bestaan te gaan zoe ken. De firma H. ter Hofsté ln Enter, een der oudste klompenfabrieken van ons land, heeft ook de productie stop moe ten zetten en is er toe overgegaan in het bedrijf schoenen te gaan fabri ceren. Op deze manier is het prachtige klompenmakersvak, een van Hollands oudste ambachten, langzaam aan het uitsterven. En wat erger is: de Belgische klompenindustrie wordt hiermede de weg vrijgemaakt om de Nederlandse markt met haar producten te overstro men. Met angst en vreze zien de klom penmakers dan ook het moment aan breken, waarop de Economische Unie met België een feit wordt....! Reeds van oudsher bestaat er tussen. Nederland en België een felle en ge duchte concurrentiestrijd. Niet in het minst echter door hun betere produc ten van de Brabantse en Twentse klom penmakers wisten de Nederlanders steeds aan de spits te blijven. Het is echter de vraag of de Nederlandse klompenindustrie in dezev crisistijd deza superioriteit zal kunnen blijven behou den en vooral in de komende winter maanden aan de grote vraag naar hou ten Schoeisel zal kunnen voldoen. In klompenmakerskringen heerst da mening, dat wanneer Staatsbosbeheer tot vordering van het particuliere hout- bezit zal overgaan, er een belangrijke stap zal zijn gezet op de weg naar da oplossing van de vele moeilijkheden van het ogenblik en op de vergadering van de Nederlandse Bond voor Klom penmakers, welke vandaag in Apeldoorn wordt gehouden, zal daarover zeker wel een hartig woordje worden gesproken. Ons Romanbijvoegsel KORTE De detective Arie Arends krijgt uit Arnhem .van een zekere heer K. vaD Bemmelen een briefje, waarin hem dringend verzocht wordt om een onder houd. 's Avonds leest hij in de krant, dat de heer van Bemmelen spoorloos verdwenen is. Samen met de schrijver van het verhaal begeeft Arends zicb naar Arnhem. Hij verneemt daar van de huighoudster van van Bemmelen, dat laatstgenoemde ongehuwd was en zich in zekere welstand verheugen mocht, vooral omdat hij vaak erfenis sen kreeg. Tevens verneemt hij, dat een neef, Ferdinand van Bemmelen, de Zondag tevoor plotseling gestorven is. Arends en zijn vriend gaan een be- zoe"k brengen aan de dokter van de oude heer van Bemmelen, in de hoop, van hem bizonderheden te vernemen. Maar de dokter komt zelfs niet thuis om te eten en blijkt op mysterieuze manier met zijn auto te zijn veronge lukt. De twee vrienden gaan hem in het ziekenhuis bezoeken. De dokter vertelt, dat hij door een onbekende was uitgenodigd om naar een bepaalde weg te komen. Daar gebeurde het ongeluk. De beide vrienden gaan naar de plaats des onheils. Na het wrak te hebben bekeken, begint Arends samen met zijn vriend de band van het rech tervoorwiel los te maken, waarin een revolverkogel gevonden wordt. Men heeft dus blijkbaar dr. Meertens uit de weg willen ruimen. De grota vraag is: waarom? Ook Waldhof, de boekhouder van het Effectenkantoor van Bemmelen, krijgt een bezoek van de detective. Hjj ver telt, dat zijn overleden patroon wel eens zaken deed met de verdwenen oude heer van Bemmelen. Er was een apart dossier voor deze transacties, maar dit was spoorloos verdwenen. 6). Waarom? Was er een speciale re den toe? Ik meen, waardoor dacht u er aan? Doordat mevrouw me er gisteren naar gevraagd heeft. Wanneer hebt u het voor het laatst gezien? In elk geval voor mijnheer stierf, want het was de laatste keer, dat' er geen aantekening, moest worden bijge voegd. Mijnheer had voor twintigdui zend gulden aandelen Philips van zijn oom ontvangen, om die te verkopen. En dat ging alles buiten de boe ken om? Ja. want mijnheer rekende dan, voor zover ik weet, nooit enige courta ge. Hij hielp zijn oom belangeloos en wilde daarom geen opname in da boek houding. Dat zou maar geknoei over en weer geven en een hoop gezeur met de zei hij dikwijle, Wat dacht u toen u vernam, dat de oude heer spoorloos verdwenen was? Ik? Waldhof keek enigszins ont hutst op. Ik "heb vrijwel niet aan de oude heer gedacht, want ik was vol van de jonge mijnheer, die pais "was overleden en mij met een massa '.vers liet zitten. Ik moest opeens op eigen houtje met de klanten overleggen, ze, omdat ik immers niet wist, wat me vrouw van plan was, aan de lijn hou den, terwijl ik toch ook zoneter hun uit-' drukkelijke opdracht niets voor hen mocht óf kon doen. Maar waarom vraagt u dat zo? Is er iets niet in orde op kan toor? Is er iets met die aantekeningen, met dat dossier van Bemmelen, niet In orde? Zod u dan bijgeval weten, waar dat gebleven is? Helaas' antwoordde mijn vriend vragelijk theatraal; „wij weten er niets van Wij kenden zelfs het bestaan ervan niet, vóór u er ons over vertelde. Maar nu wij van het bestaan wel weten, komt het ons voor, van zeer groot belang te zijn en zeker zou u er goed aan doen, indien u probeerde, het terug te vinddh, O, dat heb ik al grondig genoeg ge probeerd. Ik heb vreselijk het land, wanneer er iets weg geraakt is; dan zoek ik net zolang, tot ik het gevonden heb of tenminste weet, waar het ls. Dat heb Ik nu ook gedaan, dat wil zeggen, ik weet niet waar het is, ik heb het niet kunnen vinden. En u was de enige, die met alle kantoorzaken volkomen op de hoogte was? Beter nog dan mijnheer *lf, ant woordde Waldhof. Ja, maar de enige? Ik bedoel, bui ten u en mijnheer zou dus niemand dat dossier hebben kunnen vinden? Niemand wist er het bestaan van, behalve natuurlijk de oude heer van Bemmelen. Maar waar het was, wist die niét. Dus dat wist, buiten u .alleen uw patroon. Dan kan hij alleen ook het heb ben meegenomen. Wat heel goed ver klaard zou zijn, indien hij na verkoop zijn oom verantwoording heeft afge legd. Is u daar iets van bekend? Ik wist van die transacties alleen door het bestaan van dat dossier. Zo, zo. Wij zijn in ieder geval iets wijzer geworden, hernam Arie, de ver legenheid van Walhof negerend: We hebben nu althans lets van het bestaan van een doisier en van een min of meer regelmatige afwikkeling van zaken tus sen uw patroon en zijn verdwenen oom. Een dossier, dat kort vóór de verdwij ning en het sterfgeval nog door u ge- gien is, mèt een aantekening van ont vangst van twintigduizend gulden Phi- Upi-aandelen. Mijnheer Waldhof, ik dank u voor uw bereidwilligheid, ons een en te delea Mijn vriend stond op, ik volgde zijn voorbeeld. Pas nu, nu wij op het punt stonden te vertrekken en wij nog steels onze namen niet hadden genoemd, scheen het tot Waldhof door te dringen, dat hij op zijn minst erg gul met inlichtingen was geweest. Hij stond 'bedremmeld "Voor ons, tussen ons en de gangdeur, handen wrijvend en aarzelend, iets te zeggen. Dan vond hij hiertoe toch de moed, al haperde zijn stem. De heren komen van....? Soms heeft Arie Arends er onredelijk plezier in iemand met een motffci vol tanden te laten staan. Ook nu gaf hij op de onvoltooide vraag geen antwoord, doch keek de kantoorbdiende aan, alsof hij op de voltooiing wachtte. Van de nieuwe eigenaar?, vulde Waldhof aan, ofschoon hij dit vermoe delijk niet had willen zeggen, omdat het te duidelijk onjuist was. Hij wist echter niet anders öok; hij had er op gere kend, dat een halve vraag voldoende zou zijn geweest. Van de politie, verklaarde myn vriend- De politie?, herhaalde Waldhof. Ik dacht, dat ik hem zag verbleken; Wat heeft de politie met ons te maken? Neem me niet kwalijk dat ik dit vraag, maar ik begrijp niet, waarom u dan hier komt. U hebt me zelf verteld, dat er een dossier, waarin aantekeningen over twintig duizen gulden voorkomen, plot seling verdwenen is en u vindt het vreemd dat de politie zich daarmee zou bemoeien? Het lijkt mij vreemder, in dien ze dat niet zou doen. Maar zoals u zelf zeidé, wist-u daar nog niets van, voordat u hier kwam, pareerde Waldhof, zeer terecht. Hij steeg in mijn achting door deze opmer king, waarbij hij de verkapte domheids verklaring terugkaatste op Arie Arends zelf. Nee, daar hebt u gelijk aan. Maar we wisten wèl iets anders. Dat ar iemand gestorvèn, iemand verdwenen en iemand bijna vermoord i», zei mijn vriend, terwijl hij goedig in het' gAioht van de bediende keek. Ik kende die goedigheid; ik wist dat hij juist nu scherp speurdenaar reacties. Die "rëactie was anders, dan hij waar schijnlijk had verwacht. Waldhof werd boos. Een mooie boel, zei hij: Niet alleen raak ik mijn betrekking, mijn bestaan kwijt, maar bovendien komt daar no een politiezaak ook bij te pas, die het me natuurlijk niet makkelijker zal ma ken, den ander baantje te vinden. Wat tóch al niet mee zou vallen in deze tijd. Bijna vermoord? Wie is er bijna vermoord? Dat heeft u in de krant kunnen lezen, antwoordde Arie eerlijk, doch sluw. Ik lees geen krant. Dat ls toch al lemaal sensatie- Het leven is soms sensationeel, leraarde Arie Arends. Nauwelijks had hij dit gezegd, of hij werd in het gelijk gesteld. Terwijl deze laatste .zinnen gewi-jeld werden, waren wij de kamer uit gegaan het kleine por taal door, naar dr voordeur, die mijn vriend, juist toen hij zijn kwalificatie van het leven ten beste gaf, opende Op ditzelfde ogenblik floot er iets langs, neen, over ons hoofden en ketste een nijdig slagje ergens in het portaaltje. Ho!, zei Arie: Ziet u wel? De krant is er niets bij. Hij rukte de deur wagenwijd open en stond met één geweldige stap op de stoep, doch tegenover een steile heiling, waar boven een weg liep. voordat eet bosachtig terrein begon. Dat is hier prachtig uitgekiend:, zei hij: U woont hier zeldzaam geschikt om stilletjes te worden doodgeschoten. De dader ligt natuurlijk al op het kerkhof. Het kerkhof? Moscowa? Dat ligt daar vlak achter, bibberde Waldhof, die achter mij weg gekropen stond, uit angst, dat er nog meer geschoten zou worden. Kijk eens aan, dat is de tweede keer, dat ik zo maar voor d® vui?1 Yf®® waarheden als koeien spreek, grinnik e Arie: - Het leven is sensationeel en de dader ligt op het kerkhof. Iets 8"der« moet echter hier liggen. ,Dat.„r 5, waarheid, die ik evenwel me®r a clusie geef. Kom. doe de deur nog e dicht, Bram, en laten we zoeken. Het floot over onze hoofden, het kwam van boven, ginds, van de helling en het ketste acnter ons met een nijdig slagje. Dat moet dan zijn in de keukendeur, maar die is van glas, Of tegen de kalk van de muur, maar dat zou meer ritseling ver oorzaakt hebben, als de kalk omlaag stoof. Of wel in de trap. Wel, laat ons daar beginnen. Zeker zes tr "0f,g- Wel, stommerd, hoe kan dat. Dan zou dat ding een bocht omhoog hebben moeten maken want het kwam al van zoveel hoger. Het moet integendeel veel dich terbij en veel lager zijn, wil het een rechte baan beschreven hebben. Open de deur, Bram, opdat we ons tyd be sparen. Zie je Een lijn van boven aan de helling, over ons hoofd, eindigt niet hoog, doch laag, ongeveer op deze hoogte. Nou, mensen, wat zei ik. Toch in het hout. In de paal van de trapleuning. Het moet maar een haartje gescheeld hebben of we waren er een van drieén geweest. Hij praatte snel. Hij wilde ons ofwel inderdaad uitleggen, wat er eigenlijk ge beurd was, ofwel afleiden. Hi) had zijn zakmes, waaraan een stevige priem zat, reeds te voorschijn gehaald en peuterde in het gat onder aan de paal, die de trap leuning in heit portaal afsloot. Waldhof stond er beteuterd bij, terwijl Arie splin ters uittrok. s Het duurt te lang, zei hij, in zich zelf: Bram, haal jij dat ding er uit en u, mijnheer Waldhof, moet me eens zeggen, waar ik hier vlakbij kan telefoneren. Hiernaast. Mijn buurman heeft de vertegenwoordiging van een fabriek in verduurzaamde levensmiddelen.- Hij heeft telefoon. Dadelijk dan. Deze karot? Hij was alweer buiten, weès naar rechts. Doch Waldhof schudde van neen en Arie belde reeds links aan. Ik peuterde verder in de leuningpaal, slaagde er, nadat ik een behoorlijk gat had gemaakt, in, een verwrongen kogel uit het hout te trekken. Ik had hem nog niet helemaal vrij, toen Arie reeds weer ■terug kwam. Hij, stond toe te zien, ter wijl ik het" gezochte aam het daglicht bracht. Zo, zei hij: Lijkt die op de andere^ Bram? Of niet? Je zou zeggen.... Dat er verband bestaat, nietwaar En als ik verband zoek, doen de mensen of ik niet goed snik ben. Kom Bram, we verlaten deze ongastvrije stad. E-n u. mijnheer Waldhof, behoeft niet bang te zijn. Deze kogel was voor mij bestemd. U loopt geen enkel gevaar. Wij liepen de strdat uit, - sloegen de hoek om en zagen de brede weg, waar over de tram ons hierheen gebracht had. Er kwam juist een wagen de hoogte af- gesuisd; we hoorden het zware, electri- scha remmen bij een halte. Die gaat naar het station, Arie, merkte ik op. Wij ook, maar te voet, antwoordde hij. Ik wou nog even bij mevrouw Groe- newegen aanwippen om haar te waar schuwen. zoals ik de dokter gewaar schuwd heb. En een beetje frisse lucht mag je na al die benauwenis wel hebben, dacht ik. Ik legde me er bij neer. Hij had gelijk, de frisse lucht deed me goed, nu we de gloeiende weg afliepen en ons bijna niet hoefden in te spannen, om tamelijk vlug toch vooruit te komen. Ik herinner de me, hoe hij me opeens dat mes in de handen had geduwd en zelf naar buiten was gesprongen, om te telefoneren. Wie moest jij plotseling opbellen?, vroeg ik. Hij grinnikte, terwijl hij mij van ter zijde aankeek. Men zal mij niet verwijten, -dat ik ook maar de kleinste mogelijkheid over het hoofd zie, Brammetje, zei hij: De enigen die wisten waar wij heen waren gégaan, waren dokter Meertens en me vrouw van Bemmelen. Ik belde mevrouw van Bemmelen, die was thuis. Ik belde het ziekenhuis, de dokter ligt nog te bed. Gek, zei ik: Hoe wou je nou, dat één van die twee.... Dat zei ik toch al Alleen zij wis ten waar we waren, want aan het bed van de dokter heb ik dit adres gekre gen en gezegd, dat wij dadelijk met Waldhof zouden gaan praten. Maar je bent op straat al direct be gonnen, met de eerste de beste voorbij ganger de weg te vragen naar de Ber- aan een agent, later aan iemand op het Willemsplein, voor we overstapten op de tram en tenslotte stak je je licht nog op bij de trambestuurder. Eigenlijk heb je gelijk, bromde Arie. Dat eigenlijk is bepaald complimen teus, zei ik. Enfin, we weten nu, als we dat ten minste nog niet wisten, dat er iemand is, die met alle geweld wil beletten, dat wij iets te weten komen. Het klinkt niet mooi, maar het is klaar als een klontje. Iets in verband met dat bewuste dossier Misschien wel, wie .zal het zeggen Misschien ook wel niet. Het kan nog van alles worden. We volgden de tramrails, doch ik mop perde niet over de wandeling, die we hadden kunnen vermijden. Arie wist de weg heel goed en het duurde korter dan ik verwacht had, vóór we voor het huis van de oude heer van Bemmelen op de Zypendaalseweg stonden. Arie belde. Wij wachtten op de stoep. We kekeri de weg op, de weg over naar het park Sonsbeek. En we wachtten. We wachtten zo lang, totdat we er ongedul dig van werden en Arie nogmaals aan belde. Ook nu wachtten we. Vergeefs. Ook toevallig, dat je juist nu hier heen wilt om te waarschuwen en je treft niemand thuis, zei ik. Ik dacht, dat jij het geloven aan, het toeval wel langzamerhand had afgeleerd, bromde Arie, die voor de derde maal belde. Dat zeg je, alsof je dit verwacht had. Verwacht niet. Maar de mogelijk heid er van erkend, ja, dalt wel. Waar om niet? Dus zou haar ietc overkomen kun nen zijn?, vroeg ik. Kunnen wel. Maar ik zou er niets op verwedden. Men kan niet weten. Eén ding kunnen we weten: dat we niet lan ger behoeven te bellen, Bram. Het is best mogelijk, dat mevrouw Groenewe gen alleen maar even uit is om een boodschap. Maar dat horen we dan wel, als we van huis uiit straks nog even op bellen. Het eerste, wat Arie deed, toen we thuis waren, was het nummer van mijn heer van Bemmelen in Arnhem aanvra gen, Het duurde eeh tijdje, vóór er aan sluiting kwam. Toen Arie de hoorn had opgenomen om te informeren bij me vrouw Groenewegen, werd hem echter door de juffrouw van de telefooncentrale medegedeeld, dat er in Arnhem geen ge hoor werd gegeven. Wat moet je daar nou weer mee beginnen vroeg Arie me: Is dit een complicatie óf een vereenvoudicim.fi vöorz?:1itigd 231 leren' boordde Dat is een verstandig woord. We zullen ons niet op zijwegen laten lok ken, door die huishoudster na te zetten, indien ze de benen genomen heeft, Geloof jij dat dan Ik noem maar iets. Ze kam ook wel stiekem overleden zijn in dat ledige huis. HOOFDSTUK X Een ongevoelige oom. De volgende dag was een Zondag en omdat Arie bij de zaak van Bemmelen niet zoveel dreigende gevaren vermoed de, dat hy op een totaal ongelegen tijd stip bij iemand wilde aankloppen, stelde hij het bezoek, dat wij aan de broer van de verdwenen heer wilden brengen, uit tot 's Maandags. Die Zondag brachten wij door, alsof ik werkelijk vacantie had. Ofschoon we natuurlijk telkens weer over hetzelfde onderwerp begonnen te spreken. Tegen de avond hadden we, wat we wisten, reeds van zovele kanten beschouwd, dat cr geen kwestie van nog een nieuw ge zichtspunt kon zijro. We hadden het dood- O -w - -i >-*■VZC, i ir-1 - j nard Sweerslaan. Dat heb je gevraagd ®fePraat. Maar we waren dan ook geko- J ^v, I--.) w, «liici AC HiÉ» nn» il, men tot enkele conclusies, die we als het ware onder elkaar ïoteerden, om er, bij wat later komen kon, steeds re kening mede te houden. We 'wisten dat er iemand gestorven cn iemand verdwenen was, dat er een poging tot moord werd gedaan, op dokter Meertens zowel' als op Arie Arends Voorts wisten we, dat Ferdinand kort' vóór zijn dood twintig mille had ontvan gen in aandelen, van zijn 0om Karei. Dit laatste wisten we echter uitsluitend uit de mond van Waldhof en konden we alleen maar aannemen, door niet aan de boekhouder te twijfelen. Bleef aldus één punt, Waarover nog nadere gegevens moesten worden verkregen. We wisten, dat mevrouw van Bemmelen het kantoor van haar man had overgedaan en dat uit dit kantoor een dossier, waarin aanteke ningen ovér, transacties tussen oom en neef, verdwenenwas. Voorbehoud als boveri. We wisten, dat de huishoudster van Karei van Bemmelen niet opende, wanneer er gebeld en niet luisterde wan neer er getelefoneerd werd. Tenslotte wisten we, dat Waldhof ontslagen zou worden. Wat betreft de overwogen mogelijk heden, die waren zo velé, dót hét te ver zou voeren, ze alle hier op te sommen. Een keus doen eruit, zou echter onbillijk zijn, want ofwel zou ik die nemen, welke latre bleken min of meer juist geweest te zijn en dan liep ik dius vooruit op het werk van mijn vriend; ofwel ik zou an dere noemen, die naderhand verkeerd zijn gebleken en door deze te vermelden zou ik myn lezers op een dwaalspoor brengen. Ik laat het dus bij de opsomming van datgene, wat wij wisten. Dat dit per saldo bedroevend weinig was, loopt, na dat het zo is neergeschreven, nog eens te meer in het oog. Van de bewuste broer Hans, ln Den Haag, wisten we niet meer dan zijn adres en dus, toen we er 's Maandags om tegen elf uur aanbelden, waren we nog vol strekt niet zeker, dat we hem thuis zou den treffen. Immers om elf uur is vrij wel Iedereen aan zijn werk. Mijnheer Hang van Bemmelen was er echter wèL Hij bleek half en half te ren tenieren en voor de andere helft iets to verdienen aan het recenseren van toneel- - voorstellingen. Of hy met kennis van zaken oordeelde, konden we niet. direct vaststellen en was voor ons trouwens ook niet belangrijk. Dat hij zich in acteurs kringen thuis moest voelen, bleek echter dadeiyk uit zijn uiterlijk. Uit zyn gebaren vooral ook. Hy zag er zeer gesoigneerd uit en rook zwakjes naar parfum; hij rookte met gracieuse gebaren zachtgeu- rende sigaretten en de vouw van zyn pantalon was messcherp. Vooral bleek hij bekend in kunstenaarskringen, door de manier, waarop hy sprak. Hy liet geen gelegenheid voorby gaan, om iets over een acteur of over een toneelstuk op tc merken. Hy ontving ons in een ruime zitkamer waar wij wegzonken in diepe fauteuil* met tussen ons een rooktafeltje. Onze gastheer wist nog volstrekt niet, met welk doel we kwamen. Hy ontving dus dik- wyls onaangemeld bezoek van nog onbe kende lieden. Hij deed althans, alsof dit iets heel gewoons voor hem was. Hy vroeg ook niet dadelijk naar ons doel. Pas na'enige luchtige opmerkingen over het weer, over de politieke constellatie, over de kunst van de dag, kwam hij met da vraag-: Waarmee kan ik u van dienst zijn, heren? Met ons iets te vertellen over uw broer, antwoordde Arie; Ik had eigenlyk de vage hoop, hem bij u aan te treffen, maar dat is niet het geval, begrijp ik. Waarom begrijpt u dat? We-hebben nog niet over hem gesproken. bent zo verknocht aan de krant, als ik het zo eens mag uitdrukken, dat u stellig het berichtje over de verdwij ning van uw broer gelezen hebt. En dat u even stellig nadere inlichtingen, welis waar niet aan het opgegeven adres, aan de politie, maar dan toch aan de krant verstrekt zou hebben, indien dit u moge- lyk geweest ware. Mijnheer van Bemmelen lachte min zaam. Ja, ik werkelijk al heel spoedig een kennis aan de krant opbellen, wanneer ik een geruchtmakend nieuwtje voor hem wist. Ik wist het dus niet; ik weet het nog niet, waar mijn broer uithangt. Dit klinkt wat onverschillig, doch onver schillig ben ik in het geheel niet. Alleen: ik geloof niet, dat hij in zeven sloten te gelijk loopt en we gingen nogal weinig met êlkaar om. Ik voor mij denk. dat hij vandaag of morgen weer gewoon boven water komt, dus waarom zou ik me dan zongen om' hem maken? Maar als ik u vragen mag, in welke kwaliteit zie ik u hier? Arie stelde zidhzelv-e voor als detective en verklaarde in het -kort, waarom wij Bij hem gekomen waren. Toen hij de moge lijkheid veronderstelde, dat Karei van Bemmelen door een misdaad uit de weg zou zijn geruimd, glimlachte onze gast heer twijfelzuchtig; toen Arie daarna ver telde, dat op dokter Meertens een aan slag was gedaan en dat ook ons een kogel over het hoofd gevlogen had, verstarde de glimlach echter. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 4