De raadselachtige verdwijning
FILMMAGNAAT ALS DIPLOMAAT
Aandacht voor de broodmaaltijden
GEEN HOUT, GEEN KLOMPEN
door BRAM VERSCHOOR
ZATERDAG 23 OCTOBER 1948
PAGINA 4
iVoor de filmcamera
„GEEN GEVAAR VOOR
OORLOG"
ln Hollywood is de malaise
weer uitgebroken
Van Johnson, dié aan de trapeze
gaat werken in het circus van
Barnum en Bailey.
KERK IN EEN ZWEMBAD
DE DOOD VOOR JODENJAGERS
WELK BROOD
EN WAT ER OP
-meup-
Vaklieden en'kopers op een klompenheurs; met kennersblik hekeken
gaan de klompen van hand tot hand.
Oud Hollands ambacht dreigt
uit te sterven
Clandestiene houtprijzen
ióooooooooooooooooooooooooooooc^
INHOUD VAN HET VOOR
AFGAANDE:
Mr. Eric Johnston, president Van de
Bond van Filmproducenten en onge
kroonde koning van Hollywood, heeft
achtereenvolgens een bezoek gebracht
aan Stalin, Titó en Franco, met wie hij
een onderhoud heeft gehad van twee
uur over „handelsbetrekkingen en ver
betering van de diplomatieke betrek
kingen met Spanje".
Uiteindelijk kon hij het niet laten
om ook een duit te doen in het zakje
van de internationale politiek. Tegen
over -de pers verklaarde hij tenminste
na zijn laatste bezoek: „Uit de bespre
kingen, die ik met al die mensen heb
gehad, is me niets gebleken van enig
verlangen naar oorlog en ik geloof niet,
dat daar gevaar voor bestaat".
Nu we op dat pumt dus volkomen zijn
gerustgesteld, is» het misschien wel inte
ressant om eens na te gaan, wat de heer
Johnston in Europa heeft bereikt als ver
koper van Amerikaanse films. Daarom
was het tenslotte allemaal begonnen.
Ook in dit opzicht heeft Johnston succes
gehad. Rusland heeft zich bereid ver
klaard, een aantal Amerikaanse films te
kopen, die in dollars worden betaald,
terwijl er geen uitwisselingsbepaling is
gemaakt op grond waarvan de V.S. Rus
sische films moeten kopen. Wijzigingen
in de films zijn niet toegestaan. „Wij hou
den daarop de contröle". verklaarde John
ston voldaan.
In dit verband zouden wij bescheiden-
lijk willen opmerken, dat er Amerikaan
se films zijn wij denken o.a. aan een
film als „Bathing Beauty" die zonder
enige wijziging uitstekend door de Russen
houden kunnen worden gebruikt als pro
paganda tegen de decadente oppervlak
kigheid en de reactionnaire genotzucht
in het kapitalistische Amerika. En in de
door Johnston gesloten overeenkomst
staat, dat de Russen vrij zijn in de keuze
van de films, die zij wensen te kopen....
Van Moskou is mr. Eric Johnston naar
Belgrado getrokken om bij maarschalk
Tito zijn Opwachting te maken. Het resui*
taat van de besprekingen, die hij daar
heeft gevoerd, is, dat Joego-Slavië zich
in principe bereid heeft verklaard in het
komende jaar 20 tot 25 Amerikaanse films
te kopen, die in dollars bij een bank in
New York zullen worden betaald.
Na zijn snoepreisje door Europa wacht
de heer Johnston in Hollywood een min
der prettige taak. Tegen het einde van
deze maand zal hij daar een bespreking
hebben met de meest vooraanstaande
filmmagnaten om een antwoord te vin
den op de vraag, hoe het komt, dat Hol
lywood op het ogenblik de grootste crisis
in zijn geschiedenis doormaakt.
Er zijn daar momenteel meer spelers
dan ooit zonder werk. Slechts 372 ster
ren hebben een contract. In Maart van
dit jaar waren het er nog 463, het vorig
jaar 742.
Hoewel de Amerikaanse bioscopen goe
de zaken maken en slechts iets beneden
het peil van het vorige jaar blijven, is
sinds 1940 een derde van het in de stu
dio's werkzame personeel ontslagen. De
oorzaken van deze malaise liggen even
wel elders: de films kosten te veel en
er kómt niet genoeg geld binnen van de
(Foto M.G.M.)
films, die op het continent draaien. Dit
jaar zullen deze inkomsten de helft van
die van 1946 bedragen.
Voor de „extra's" is deze depressie nog
erger, omdat de maatschappijen zovéél
mogelijk eigen spelers gebruiken. Twee
jaar geleden werden dagelijks ongeveer
1200 extra's gehuurd, thans gemiddeld
400-
Hoewel men meer en betere teksten
wil hebben, werken momenteel voor de
studio's 480 tekstschrijvers tegen 6#0 in
1946.
Tegen iedere drie films, die in 1945 wer
den gemaakt, worden er nu twee gedraaid
terwijl de helft van deze productie uit
zogenaamde „korte films" bestaat.
Vele voormalige filmmensen, die dikke
salarissen ontvingen, melden zich nu bij
het bureau, dat hen tegen werkloosheid
heeft verzekerd en komen er iedere week
hun 20 dollar halen.
Sommige vooraanstaande sterren heb
ben al in maanden niet gewerkt.
De meeste waarnemers zijn van me
ning, dat de oorzaak van dit alles ligt in
de buitenlandse markt. Volgens hen kan
geen oplossing worden gevonden, tenzij
meer geld uit het buitenland binnenkomt.
En intussen kondigt de „Hollywood Re
porter" aan, dat de uitgaven voor 1949
opnieuw met 25% zullen worden be
snoeid....-
Naar verluidt, is Hollywood zelfs zo
erg aan het bezuinigen, dat in een
nieuwe film het sextet uit „Lucia di
Lammermoor" zal worden vervangen
door een quintet!
De tot werkloosheid gedoemde sterren
in Hollywood zullen met des te meer
afgunst vernemen, dat de 9-jarige Bobby
Henrey, die met zijn eerste film „The
Fallen Idol" Engelands nieuwste film
ster is geworden, 30.000 pönd sterling
krijgt, als hij in nog vier films optreedt.
Het desbetreffende contract is dezer da
gen gesloten tussen zijn ouders en Lon
don Films, de maatschappij van Sir
Alexander Korda.
Toen de blonde Bobby dit nieuws van
zijn moeder hoorde, was het eerste wat1
hij zei: „Wat een vreselijke hoop post
zegels zou ik daarvan kunnen kopen".
Maar voorlopig zal daarvan niets kun
nen komen, want hij krijgt pas de be
schikking over dit reusachtige bedrag, als
hij 21 is.
Voor zijn eerste film heeft Bobby 3.000
pond gekregen. De film was nog nauwe
lijks vertoond, of zijn ouders kregen al
telegrammen uit Hollywood, dat blijk
baar toch nog niet genoeg werkloos rond
wandelende acteurs heeft.
Bobby's ouders gingen echter op deze
aanbiedingen niet in- In plaats daarvan
tekenden zij het contract mot London
Films, hetgeen betekent, dat hun zoontje
voor de eerstvolgende drie jaren onder
dak is.
„Ze denken", aldus verklaarde Bobby's
moeder, „dat zijn stem tot 1951 goed zal
blijven. Het jaar daarna gaat hij naar
Eton".
Mrs. Henrey is Fransaise van geboorte
haar man is Engels. Bobby spreekt beide
talen «loeiend. Zijn volgende film zal
waarschijnlijk worden gemaakt op de
boerderij van zijn grootouders in Norman-
dië.
De mannen van de Rank-onganisatie zijn
er helemaal niet gesticht over, dat de
kleine Bobby Henrey met het nieuws over
zijn contract van 30.000 pond op de voor
pagina's van de dagbladen is terecht ge
komen. Zij waren namelijk net bezig met
het opstellen van een perscommuniqué
over hun eigen wonderkind John Howard
Davies uit de film „Oliver Twist". Diens
reis naar Amerika is afgelast in verband
met de Joodse boycot tegen deze Dic-
kens-film. In plaats daarvan zal hij nog
deze winter bij Rank een nieuwe film
maken.
a a
„Het succes klopte niet op m'n deur
de critici Wèl, Groucho Marx over
zijn mislukte eerste poging om een
ernstig toneelstuk te schrijven.
De talenten van Bing Croshy zijn ve
lerlei- Behalve dat hij „croont", is hy
financieel betrokken bij de productie van
de nieuwste verbeterde muizenval en van
een electrische liasseer-machine,welke
elk van haar 40.000 liassen binnen 10 se
conden aflevert.
Lijkt ons nuttiger dan als zingende
kapelaan te fungeren.
Het circus Mlkkenie, dat op het ogen
blik voorstellingen geeft in Amsterdam,
zal een voorname rol spelen in eên grote
film, die de regisseur prof. Harald Bralt
van plan is het volgende jaar te makan.
Bratt, die momenteel in ons land ver
toeft, heeft een bezoek aan Mikkenie ge
bracht om zich op de hoogte te stellen
van de inrichting van een modern circus
en van hetgeen er wordt geboden.
Vóór de oorlog heeft hij tal van grote
films gemaakt, waaronder „Die Insein"
met Bassermann en „Negentig minuten
oponthoud" met' Harry Peel.
Thans werkt hij aan een film van Luis
Trenker, getiteld „Bergsymphonie", waar
voor opnamen in Zwitserland, Italië en
Tirol worden gemaakt. Als deze film vol
tooid is, gaat hij naar Rio de Janeiro om
daar in opdracht van de filmmaatschappij
„Astra" de film „Het licht van Rio" te
draaien. Vervolgens komt de film aan de
beurt, waarin het circus Mikkenie een
voorname rol zal spelen. Prof. Bratt ver
klaarde, dat het Nederlandse circus de
meest geschikte achtergrond is voor zijn
film en voegde er aan toe, dat hij spe
ciale plannen heeft met de dierentemmer
Gilbert Houcke en zijn tijgers.
Circusfilms schijnen weer in de mode
te komen. In Hollywood gaan geruchten,
dat Van Johnston (De witte Klippen van
Dover, Twee meisjes en een matroos),
deze winter gedurende tien dagen aan
de trapeze zal werken in het benoemde
circus van Barnum en Bailey. Waarschijn
lijk om zich voor te bereiden op een cir-
ousfilm, waarin hij zal moeten optreden-
m
Door het Engelse dagblad „Daily Ex
press" is een „Film Tribunal" ingesteld,
dat een prijs van 1.000 pond sterling zal
toekennen aan de regisseur van de Beste
Film van het Jaar. De filmjournalisten,
die lid zyn van dit „tribunaal", namelijk
Miss C. A. Lejeune van de „Observer"
en Leonard Mosley van de „Daily Ex
press", hgjpben drie in September te
Londen vertoonde films aanbevolen voor
plaatsing op de „korte lijst" van 14 films
(5 Britse, 4 Franse, 3 Amerikaanse en 2
Italiaanse), die het tribunaal heeft opge
steld van de dit jaar gedraaide films,
welke voor de prijs in aanmerking komen.
Een van die drie films is „Monsieur Vin
cent", geregisseerd door Maurice Cloche,
met Pierre Fresnay in de hoofdrol als
de H. Vincentius van Paulo.
De apostolische gemeente te Hilversum
heeft de overdekte zweminrichting aan
de Badhuislaan aldaar aangekocht, ten
einde ln dit gebouw een lïerk te vestigen,
waaraan deze gemeente dringend behoefte
heeft. Het zwembad was sinds 1 Septem
ber j.l. gesloten, aangezien de installatie
moest worden Vernieuwd en de onkosten
zo hoog bleken, dat een lonende exploi
tatie ni^t meer mogelijk was. De verbou
wingsplannen zijn reeds door de gemeen
telijke overheid goedgekeurd.
Het Amsterdams B. G. veroordeelde he
den wederom twee leden der colonne
Henneicke conform de eis tot de dood
straf. Het waren de 31-jarige boekhouder
B. Vlugt en de 42-jarige tabakswerker
Chr. Bout.
Het voorlichtingsbureau van de voe
dingsraad meldt:
De warme maaltijd wordt in de meeste
gezinnen als het voornaamste onderdeel
van de voeding beschouwd. Maar toch is
het zeker van belang, dat ook aan een
goede samenstelling en daarmee aan dc
voedingswaarde van de broodmaaltijden
aandacht wordt besteed.
Om te beginnen is daar de vraag,"welk
brood wij moeten kiezen. Bruin brood is
zeer voedzaam en geeft spoediger "een
verzadigd gevoel dan spierwit wittebrood.
Het is goed om, zo niet al het brood, in
ieder geval een gedeelte in de vorm van
bruin brood te nemen. Dit is n.l. rijker
aan vitaminen en voedingszouten en het
is nog goedkoper bovendien! Ook rogge
brood bevat meer vitaminen en voedings
zouten dan het echte wittebrood.
Een ander vraagstuk is, wat we op de
boterham zullen geven. Jams en andere
zoete broodbeleggingen zijn artikelen,
waar we wegens de smaak misschien zeer
op gesteld zijn, maar die uit voedingsoog
punt weinig waarde hebben, daar zij vrij
wel geen beschermende stoffen bevatten.
Huishoudstroop is daaronder nog één van
de beste, wegens haar rijkdom aan voe
dingszouten; ook is zij voordeliger dan
jam.
De eiwitrijke belegsels, zoals kaas en
vleeswaren, kunnen we niet vaak bij de
broodmaaltijden geven, uitgezonderd
bloedworst en leverworst die bonvrij zijn.
Een vleessmaak geeft ook gistextract, dat
dun op de boterham gesmeerd wordt. Een
potje van dit smeersel lijkt duur, maar
komt niet onvoordelig uit, omdat men er
wegens de zeer pittige smaak maar weinig
van nodig heeft. Bovendien is het rijk
aan vitamine B. Vooral op bruin brood
wordt het door velen gewaardeerd.
Maar een prachtige eiwitrijke belegging
vormt vis in allerlei variaties. Haring
kennen we in de vorm van zoute en zure
haring en gestoomde en gerookte bokking.
Ook is er gerookte en gestoomde makree!,
sprot, zeehaan en schar in de handel.
Verschillende soorten vis kan men voorts
gebakken kopen of tot vlskoekjes ver
werkt. Ook garnalen en mosselen komen
als eiwitrijk belegsel in aanmerking. Ten
slotte ls melk, bij de boterham gedronken
of ln de vorm van pap of yoghurt gege
ten een eiwitrijke aanvulling.
Nog te weinig gebruikt worden over
het algemeen de vitaminenrijke broodbe-
leggingen, groente en fruit, die zoveel mo
gelijk bij ied'-e broodmaaltijd gegeten
behoren te worden. Voor deze tijd zijn
dat komkommer en tomaat met peper en
zout of slasaus, groentenslaatjes, appel-,
peer- en rozebottelmoes. Ook kan men
heel smakelijke ragout maken van zelf-
gezochte hanekgmmen.
Maar al is de broodmaaltijd ook voor
beeldig samengesteld, hij komt niet tot
zijn recht, als we er niet een ogenblik
rustig de tijd voor nemen. Vooral het
ontbijt komt er in dat onzicht bij velen
al te karig af. Wie goed en rustig heeft
ontbeten, kan de hele dag beter werken,
dan wie in zenuwachtige haast zijn maal
tijden naar binnen speelt!
(Van onze correspondent).
Wanneer het in herfsttooi gestoken
gebladerte van het Rijssens Schwarz-
wald en de kale lanen van »t Oude
Weldam en Twickel een naderende
winter voorspellen, verbreekt sterker
- dan ooit het gebrom van de klompen
boormachines de stilte van het lande
lijke dorpje Enter. Er breekt dan een
drukke tijd aan voor de klompenma
kers, die to de Oorlogsjaren en daar
voor een onbezorgd bestaan leidden.
Thans dreigen er echter donkere wol
ken boven dit Nederlandse klompen
centrum. Schaarste aan grondstoffen
en duurte aan prijzen nopen de Twent
se klompenmakers hun bedrijven te
sluiten en op ander gebied hun bo
terham te gaan verdienen.
De tijd, dat de klompenmaker zijn pro
duct 's avonds mee naar huis nam om
het daar bij het knappende haardvuur
af te werken is reeds lang voorbij.-Mo
derne copiëer- en boormachines heb
ben de „uitrander" en handboor verdron
gen en als het moet, kan men tegen
woordig op een paar nieuwe klompen
wachten. Een productie van 800 exem
plaren per dag was vóór en in de oorlog
geen zeldzaamheid. De laatste tijd is dit
anders geworden.
De klompenmaker van nu is bly als hij
aan 't einde van de week een drie hon
derd klompjes op z'n rek heeft staan.
Hij zou wel méér willen maken, doch
gebrek aan hout heeft zijn productie
aan banden gelegd.
Het staat er dan ook niet best voor
in de Nederlandse klompenindustrie. Het
hakplan van het Staatsbosbeheer van
70.000 kubieke meter kon dit jaar niet
worden gehandhaafd en leverde slechts
50.000 kubieke meter op. Er zijn vol
doende populieren en in wat mindere
mate wilgen in ons land om de Neder
landse klompenmarkt van hout te voor
zien. Deze zijn echter in het bezit van
particulieren, die er clandestiene prij
zen voor vragen Om zijn bedrijfje aan
het draaien te houden is de klompenma
ker wel verplicht deze te accepteren.'
Van een winstmarge op het product
kan zodoende geen sprake meer zijn
en versoheidene klompenmakers ln
Enter hebben zich dan ook genoodzaakt
gezien de boor- en zaagmachine stop to
zetten en ln de Twentse textielfabrie
ken of elders hun bestaan te gaan zoe
ken.
De firma H. ter Hofsté ln Enter, een
der oudste klompenfabrieken van ons
land, heeft ook de productie stop moe
ten zetten en is er toe overgegaan in
het bedrijf schoenen te gaan fabri
ceren.
Op deze manier is het prachtige
klompenmakersvak, een van Hollands
oudste ambachten, langzaam aan het
uitsterven. En wat erger is: de Belgische
klompenindustrie wordt hiermede de
weg vrijgemaakt om de Nederlandse
markt met haar producten te overstro
men. Met angst en vreze zien de klom
penmakers dan ook het moment aan
breken, waarop de Economische Unie
met België een feit wordt....!
Reeds van oudsher bestaat er tussen.
Nederland en België een felle en ge
duchte concurrentiestrijd. Niet in het
minst echter door hun betere produc
ten van de Brabantse en Twentse klom
penmakers wisten de Nederlanders
steeds aan de spits te blijven. Het is
echter de vraag of de Nederlandse
klompenindustrie in dezev crisistijd deza
superioriteit zal kunnen blijven behou
den en vooral in de komende winter
maanden aan de grote vraag naar hou
ten Schoeisel zal kunnen voldoen.
In klompenmakerskringen heerst da
mening, dat wanneer Staatsbosbeheer
tot vordering van het particuliere hout-
bezit zal overgaan, er een belangrijke
stap zal zijn gezet op de weg naar da
oplossing van de vele moeilijkheden
van het ogenblik en op de vergadering
van de Nederlandse Bond voor Klom
penmakers, welke vandaag in Apeldoorn
wordt gehouden, zal daarover zeker wel
een hartig woordje worden gesproken.
Ons Romanbijvoegsel
KORTE
De detective Arie Arends krijgt uit
Arnhem .van een zekere heer K. vaD
Bemmelen een briefje, waarin hem
dringend verzocht wordt om een onder
houd. 's Avonds leest hij in de krant,
dat de heer van Bemmelen spoorloos
verdwenen is. Samen met de schrijver
van het verhaal begeeft Arends zicb
naar Arnhem. Hij verneemt daar van
de huighoudster van van Bemmelen,
dat laatstgenoemde ongehuwd was en
zich in zekere welstand verheugen
mocht, vooral omdat hij vaak erfenis
sen kreeg. Tevens verneemt hij, dat
een neef, Ferdinand van Bemmelen, de
Zondag tevoor plotseling gestorven is.
Arends en zijn vriend gaan een be-
zoe"k brengen aan de dokter van de
oude heer van Bemmelen, in de hoop,
van hem bizonderheden te vernemen.
Maar de dokter komt zelfs niet thuis
om te eten en blijkt op mysterieuze
manier met zijn auto te zijn veronge
lukt. De twee vrienden gaan hem in
het ziekenhuis bezoeken. De dokter
vertelt, dat hij door een onbekende was
uitgenodigd om naar een bepaalde weg
te komen. Daar gebeurde het ongeluk.
De beide vrienden gaan naar de
plaats des onheils. Na het wrak te
hebben bekeken, begint Arends samen
met zijn vriend de band van het rech
tervoorwiel los te maken, waarin een
revolverkogel gevonden wordt. Men
heeft dus blijkbaar dr. Meertens uit de
weg willen ruimen. De grota vraag is:
waarom?
Ook Waldhof, de boekhouder van het
Effectenkantoor van Bemmelen, krijgt
een bezoek van de detective. Hjj ver
telt, dat zijn overleden patroon wel
eens zaken deed met de verdwenen oude
heer van Bemmelen. Er was een apart
dossier voor deze transacties, maar dit
was spoorloos verdwenen.
6).
Waarom? Was er een speciale re
den toe? Ik meen, waardoor dacht u er
aan?
Doordat mevrouw me er gisteren
naar gevraagd heeft.
Wanneer hebt u het voor het laatst
gezien?
In elk geval voor mijnheer stierf,
want het was de laatste keer, dat' er
geen aantekening, moest worden bijge
voegd. Mijnheer had voor twintigdui
zend gulden aandelen Philips van zijn
oom ontvangen, om die te verkopen.
En dat ging alles buiten de boe
ken om?
Ja. want mijnheer rekende dan,
voor zover ik weet, nooit enige courta
ge. Hij hielp zijn oom belangeloos en
wilde daarom geen opname in da boek
houding. Dat zou maar geknoei over en
weer geven en een hoop gezeur met de
zei hij dikwijle,
Wat dacht u toen u vernam, dat
de oude heer spoorloos verdwenen
was?
Ik? Waldhof keek enigszins ont
hutst op. Ik "heb vrijwel niet aan
de oude heer gedacht, want ik was vol
van de jonge mijnheer, die pais "was
overleden en mij met een massa '.vers
liet zitten. Ik moest opeens op eigen
houtje met de klanten overleggen, ze,
omdat ik immers niet wist, wat me
vrouw van plan was, aan de lijn hou
den, terwijl ik toch ook zoneter hun uit-'
drukkelijke opdracht niets voor hen
mocht óf kon doen. Maar waarom vraagt
u dat zo? Is er iets niet in orde op kan
toor? Is er iets met die aantekeningen,
met dat dossier van Bemmelen, niet In
orde? Zod u dan bijgeval weten, waar
dat gebleven is?
Helaas' antwoordde mijn vriend
vragelijk theatraal; „wij weten er niets
van Wij kenden zelfs het bestaan ervan
niet, vóór u er ons over vertelde. Maar
nu wij van het bestaan wel weten, komt
het ons voor, van zeer groot belang te
zijn en zeker zou u er goed aan doen,
indien u probeerde, het terug te vinddh,
O, dat heb ik al grondig genoeg ge
probeerd. Ik heb vreselijk het land,
wanneer er iets weg geraakt is; dan
zoek ik net zolang, tot ik het gevonden
heb of tenminste weet, waar het ls. Dat
heb Ik nu ook gedaan, dat wil zeggen,
ik weet niet waar het is, ik heb het niet
kunnen vinden.
En u was de enige, die met alle
kantoorzaken volkomen op de hoogte
was?
Beter nog dan mijnheer *lf, ant
woordde Waldhof.
Ja, maar de enige? Ik bedoel, bui
ten u en mijnheer zou dus niemand dat
dossier hebben kunnen vinden?
Niemand wist er het bestaan van,
behalve natuurlijk de oude heer van
Bemmelen. Maar waar het was, wist die
niét.
Dus dat wist, buiten u .alleen uw
patroon. Dan kan hij alleen ook het heb
ben meegenomen. Wat heel goed ver
klaard zou zijn, indien hij na verkoop
zijn oom verantwoording heeft afge
legd. Is u daar iets van bekend?
Ik wist van die transacties alleen
door het bestaan van dat dossier.
Zo, zo. Wij zijn in ieder geval iets
wijzer geworden, hernam Arie, de ver
legenheid van Walhof negerend: We
hebben nu althans lets van het bestaan
van een doisier en van een min of meer
regelmatige afwikkeling van zaken tus
sen uw patroon en zijn verdwenen oom.
Een dossier, dat kort vóór de verdwij
ning en het sterfgeval nog door u ge-
gien is, mèt een aantekening van ont
vangst van twintigduizend gulden Phi-
Upi-aandelen. Mijnheer Waldhof, ik dank
u voor uw bereidwilligheid, ons een en
te delea
Mijn vriend stond op, ik volgde zijn
voorbeeld. Pas nu, nu wij op het punt
stonden te vertrekken en wij nog steels
onze namen niet hadden genoemd, scheen
het tot Waldhof door te dringen, dat hij
op zijn minst erg gul met inlichtingen
was geweest. Hij stond 'bedremmeld
"Voor ons, tussen ons en de gangdeur,
handen wrijvend en aarzelend, iets te
zeggen. Dan vond hij hiertoe toch de
moed, al haperde zijn stem.
De heren komen van....?
Soms heeft Arie Arends er onredelijk
plezier in iemand met een motffci vol
tanden te laten staan. Ook nu gaf hij
op de onvoltooide vraag geen antwoord,
doch keek de kantoorbdiende aan, alsof
hij op de voltooiing wachtte.
Van de nieuwe eigenaar?, vulde
Waldhof aan, ofschoon hij dit vermoe
delijk niet had willen zeggen, omdat het
te duidelijk onjuist was. Hij wist echter
niet anders öok; hij had er op gere
kend, dat een halve vraag voldoende zou
zijn geweest.
Van de politie, verklaarde myn
vriend-
De politie?, herhaalde Waldhof. Ik
dacht, dat ik hem zag verbleken; Wat
heeft de politie met ons te maken? Neem
me niet kwalijk dat ik dit vraag, maar
ik begrijp niet, waarom u dan hier komt.
U hebt me zelf verteld, dat er een
dossier, waarin aantekeningen over
twintig duizen gulden voorkomen, plot
seling verdwenen is en u vindt het
vreemd dat de politie zich daarmee zou
bemoeien? Het lijkt mij vreemder, in
dien ze dat niet zou doen.
Maar zoals u zelf zeidé, wist-u daar
nog niets van, voordat u hier kwam,
pareerde Waldhof, zeer terecht. Hij
steeg in mijn achting door deze opmer
king, waarbij hij de verkapte domheids
verklaring terugkaatste op Arie Arends
zelf.
Nee, daar hebt u gelijk aan. Maar
we wisten wèl iets anders. Dat ar
iemand gestorvèn, iemand verdwenen en
iemand bijna vermoord i», zei mijn
vriend, terwijl hij goedig in het' gAioht
van de bediende keek. Ik kende die
goedigheid; ik wist dat hij juist nu
scherp speurdenaar reacties.
Die "rëactie was anders, dan hij waar
schijnlijk had verwacht. Waldhof werd
boos.
Een mooie boel, zei hij: Niet alleen
raak ik mijn betrekking, mijn bestaan
kwijt, maar bovendien komt daar no
een politiezaak ook bij te pas, die het
me natuurlijk niet makkelijker zal ma
ken, den ander baantje te vinden. Wat
tóch al niet mee zou vallen in deze
tijd. Bijna vermoord? Wie is er bijna
vermoord?
Dat heeft u in de krant kunnen
lezen, antwoordde Arie eerlijk, doch
sluw.
Ik lees geen krant. Dat ls toch al
lemaal sensatie-
Het leven is soms sensationeel,
leraarde Arie Arends.
Nauwelijks had hij dit gezegd, of hij
werd in het gelijk gesteld. Terwijl deze
laatste .zinnen gewi-jeld werden, waren
wij de kamer uit gegaan het kleine por
taal door, naar dr voordeur, die mijn
vriend, juist toen hij zijn kwalificatie
van het leven ten beste gaf, opende
Op ditzelfde ogenblik floot er iets langs,
neen, over ons hoofden en ketste een
nijdig slagje ergens in het portaaltje.
Ho!, zei Arie: Ziet u wel? De krant
is er niets bij.
Hij rukte de deur wagenwijd open en
stond met één geweldige stap op de
stoep, doch tegenover een steile heiling,
waar boven een weg liep. voordat eet
bosachtig terrein begon.
Dat is hier prachtig uitgekiend:, zei
hij: U woont hier zeldzaam geschikt om
stilletjes te worden doodgeschoten. De
dader ligt natuurlijk al op het kerkhof.
Het kerkhof? Moscowa? Dat ligt
daar vlak achter, bibberde Waldhof, die
achter mij weg gekropen stond, uit angst,
dat er nog meer geschoten zou worden.
Kijk eens aan, dat is de tweede
keer, dat ik zo maar voor d® vui?1 Yf®®
waarheden als koeien spreek, grinnik e
Arie: - Het leven is sensationeel en de
dader ligt op het kerkhof. Iets 8"der«
moet echter hier liggen. ,Dat.„r 5,
waarheid, die ik evenwel me®r a
clusie geef. Kom. doe de deur nog e
dicht, Bram, en laten we zoeken. Het
floot over onze hoofden, het kwam van
boven, ginds, van de helling en het ketste
acnter ons met een nijdig slagje. Dat
moet dan zijn in de keukendeur, maar
die is van glas, Of tegen de kalk van de
muur, maar dat zou meer ritseling ver
oorzaakt hebben, als de kalk omlaag
stoof.
Of wel in de trap. Wel, laat ons daar
beginnen. Zeker zes tr "0f,g- Wel,
stommerd, hoe kan dat. Dan zou dat
ding een bocht omhoog hebben moeten
maken want het kwam al van zoveel
hoger. Het moet integendeel veel dich
terbij en veel lager zijn, wil het een
rechte baan beschreven hebben. Open
de deur, Bram, opdat we ons tyd be
sparen. Zie je Een lijn van boven aan
de helling, over ons hoofd, eindigt niet
hoog, doch laag, ongeveer op deze hoogte.
Nou, mensen, wat zei ik. Toch in het
hout. In de paal van de trapleuning. Het
moet maar een haartje gescheeld hebben
of we waren er een van drieén geweest.
Hij praatte snel. Hij wilde ons ofwel
inderdaad uitleggen, wat er eigenlijk ge
beurd was, ofwel afleiden. Hi) had zijn
zakmes, waaraan een stevige priem zat,
reeds te voorschijn gehaald en peuterde
in het gat onder aan de paal, die de trap
leuning in heit portaal afsloot. Waldhof
stond er beteuterd bij, terwijl Arie splin
ters uittrok. s
Het duurt te lang, zei hij, in zich
zelf: Bram, haal jij dat ding er uit en u,
mijnheer Waldhof, moet me eens zeggen,
waar ik hier vlakbij kan telefoneren.
Hiernaast. Mijn buurman heeft de
vertegenwoordiging van een fabriek in
verduurzaamde levensmiddelen.- Hij heeft
telefoon.
Dadelijk dan. Deze karot?
Hij was alweer buiten, weès naar
rechts. Doch Waldhof schudde van neen
en Arie belde reeds links aan.
Ik peuterde verder in de leuningpaal,
slaagde er, nadat ik een behoorlijk gat
had gemaakt, in, een verwrongen kogel
uit het hout te trekken. Ik had hem nog
niet helemaal vrij, toen Arie reeds weer
■terug kwam. Hij, stond toe te zien, ter
wijl ik het" gezochte aam het daglicht
bracht.
Zo, zei hij: Lijkt die op de andere^
Bram? Of niet?
Je zou zeggen....
Dat er verband bestaat, nietwaar
En als ik verband zoek, doen de mensen
of ik niet goed snik ben. Kom Bram,
we verlaten deze ongastvrije stad. E-n u.
mijnheer Waldhof, behoeft niet bang te
zijn. Deze kogel was voor mij bestemd.
U loopt geen enkel gevaar.
Wij liepen de strdat uit, - sloegen de
hoek om en zagen de brede weg, waar
over de tram ons hierheen gebracht had.
Er kwam juist een wagen de hoogte af-
gesuisd; we hoorden het zware, electri-
scha remmen bij een halte.
Die gaat naar het station, Arie,
merkte ik op.
Wij ook, maar te voet, antwoordde
hij. Ik wou nog even bij mevrouw Groe-
newegen aanwippen om haar te waar
schuwen. zoals ik de dokter gewaar
schuwd heb. En een beetje frisse lucht
mag je na al die benauwenis wel hebben,
dacht ik.
Ik legde me er bij neer. Hij had gelijk,
de frisse lucht deed me goed, nu we
de gloeiende weg afliepen en ons bijna
niet hoefden in te spannen, om tamelijk
vlug toch vooruit te komen. Ik herinner
de me, hoe hij me opeens dat mes in de
handen had geduwd en zelf naar buiten
was gesprongen, om te telefoneren.
Wie moest jij plotseling opbellen?,
vroeg ik.
Hij grinnikte, terwijl hij mij van ter
zijde aankeek.
Men zal mij niet verwijten, -dat ik
ook maar de kleinste mogelijkheid over
het hoofd zie, Brammetje, zei hij: De
enigen die wisten waar wij heen waren
gégaan, waren dokter Meertens en me
vrouw van Bemmelen. Ik belde mevrouw
van Bemmelen, die was thuis. Ik belde
het ziekenhuis, de dokter ligt nog te bed.
Gek, zei ik: Hoe wou je nou, dat
één van die twee....
Dat zei ik toch al Alleen zij wis
ten waar we waren, want aan het bed
van de dokter heb ik dit adres gekre
gen en gezegd, dat wij dadelijk met
Waldhof zouden gaan praten.
Maar je bent op straat al direct be
gonnen, met de eerste de beste voorbij
ganger de weg te vragen naar de Ber-
aan een agent, later aan iemand op het
Willemsplein, voor we overstapten op de
tram en tenslotte stak je je licht nog
op bij de trambestuurder.
Eigenlijk heb je gelijk, bromde Arie.
Dat eigenlijk is bepaald complimen
teus, zei ik.
Enfin, we weten nu, als we dat ten
minste nog niet wisten, dat er iemand
is, die met alle geweld wil beletten, dat
wij iets te weten komen. Het klinkt niet
mooi, maar het is klaar als een klontje.
Iets in verband met dat bewuste
dossier
Misschien wel, wie .zal het zeggen
Misschien ook wel niet. Het kan nog
van alles worden.
We volgden de tramrails, doch ik mop
perde niet over de wandeling, die we
hadden kunnen vermijden. Arie wist de
weg heel goed en het duurde korter
dan ik verwacht had, vóór we voor het
huis van de oude heer van Bemmelen
op de Zypendaalseweg stonden.
Arie belde. Wij wachtten op de stoep.
We kekeri de weg op, de weg over naar
het park Sonsbeek. En we wachtten. We
wachtten zo lang, totdat we er ongedul
dig van werden en Arie nogmaals aan
belde. Ook nu wachtten we. Vergeefs.
Ook toevallig, dat je juist nu hier
heen wilt om te waarschuwen en je
treft niemand thuis, zei ik.
Ik dacht, dat jij het geloven aan, het
toeval wel langzamerhand had afgeleerd,
bromde Arie, die voor de derde maal
belde.
Dat zeg je, alsof je dit verwacht had.
Verwacht niet. Maar de mogelijk
heid er van erkend, ja, dalt wel. Waar
om niet?
Dus zou haar ietc overkomen kun
nen zijn?, vroeg ik.
Kunnen wel. Maar ik zou er niets
op verwedden. Men kan niet weten. Eén
ding kunnen we weten: dat we niet lan
ger behoeven te bellen, Bram. Het is
best mogelijk, dat mevrouw Groenewe
gen alleen maar even uit is om een
boodschap. Maar dat horen we dan wel,
als we van huis uiit straks nog even op
bellen.
Het eerste, wat Arie deed, toen we
thuis waren, was het nummer van mijn
heer van Bemmelen in Arnhem aanvra
gen, Het duurde eeh tijdje, vóór er aan
sluiting kwam. Toen Arie de hoorn had
opgenomen om te informeren bij me
vrouw Groenewegen, werd hem echter
door de juffrouw van de telefooncentrale
medegedeeld, dat er in Arnhem geen ge
hoor werd gegeven.
Wat moet je daar nou weer mee
beginnen vroeg Arie me: Is dit een
complicatie óf een vereenvoudicim.fi
vöorz?:1itigd 231 leren' boordde
Dat is een verstandig woord. We
zullen ons niet op zijwegen laten lok
ken, door die huishoudster na te zetten,
indien ze de benen genomen heeft,
Geloof jij dat dan
Ik noem maar iets. Ze kam ook wel
stiekem overleden zijn in dat ledige
huis.
HOOFDSTUK X
Een ongevoelige oom.
De volgende dag was een Zondag en
omdat Arie bij de zaak van Bemmelen
niet zoveel dreigende gevaren vermoed
de, dat hy op een totaal ongelegen tijd
stip bij iemand wilde aankloppen, stelde
hij het bezoek, dat wij aan de broer
van de verdwenen heer wilden brengen,
uit tot 's Maandags.
Die Zondag brachten wij door, alsof
ik werkelijk vacantie had. Ofschoon we
natuurlijk telkens weer over hetzelfde
onderwerp begonnen te spreken. Tegen
de avond hadden we, wat we wisten,
reeds van zovele kanten beschouwd, dat
cr geen kwestie van nog een nieuw ge
zichtspunt kon zijro. We hadden het dood-
O -w - -i >-*■VZC, i ir-1 - j
nard Sweerslaan. Dat heb je gevraagd ®fePraat. Maar we waren dan ook geko-
J ^v, I--.) w, «liici AC HiÉ» nn» il,
men tot enkele conclusies, die we als
het ware onder elkaar ïoteerden, om
er, bij wat later komen kon, steeds re
kening mede te houden.
We 'wisten dat er iemand gestorven
cn iemand verdwenen was, dat er een
poging tot moord werd gedaan, op dokter
Meertens zowel' als op Arie Arends
Voorts wisten we, dat Ferdinand kort'
vóór zijn dood twintig mille had ontvan
gen in aandelen, van zijn 0om Karei.
Dit laatste wisten we echter uitsluitend
uit de mond van Waldhof en konden we
alleen maar aannemen, door niet aan
de boekhouder te twijfelen. Bleef aldus
één punt, Waarover nog nadere gegevens
moesten worden verkregen. We wisten,
dat mevrouw van Bemmelen het kantoor
van haar man had overgedaan en dat uit
dit kantoor een dossier, waarin aanteke
ningen ovér, transacties tussen oom en
neef, verdwenenwas. Voorbehoud als
boveri. We wisten, dat de huishoudster
van Karei van Bemmelen niet opende,
wanneer er gebeld en niet luisterde wan
neer er getelefoneerd werd. Tenslotte
wisten we, dat Waldhof ontslagen zou
worden.
Wat betreft de overwogen mogelijk
heden, die waren zo velé, dót hét te ver
zou voeren, ze alle hier op te sommen.
Een keus doen eruit, zou echter onbillijk
zijn, want ofwel zou ik die nemen, welke
latre bleken min of meer juist geweest te
zijn en dan liep ik dius vooruit op het
werk van mijn vriend; ofwel ik zou an
dere noemen, die naderhand verkeerd
zijn gebleken en door deze te vermelden
zou ik myn lezers op een dwaalspoor
brengen. Ik laat het dus bij de opsomming
van datgene, wat wij wisten. Dat dit per
saldo bedroevend weinig was, loopt, na
dat het zo is neergeschreven, nog eens te
meer in het oog.
Van de bewuste broer Hans, ln Den
Haag, wisten we niet meer dan zijn adres
en dus, toen we er 's Maandags om tegen
elf uur aanbelden, waren we nog vol
strekt niet zeker, dat we hem thuis zou
den treffen. Immers om elf uur is vrij
wel Iedereen aan zijn werk.
Mijnheer Hang van Bemmelen was er
echter wèL Hij bleek half en half te ren
tenieren en voor de andere helft iets to
verdienen aan het recenseren van toneel- -
voorstellingen. Of hy met kennis van
zaken oordeelde, konden we niet. direct
vaststellen en was voor ons trouwens ook
niet belangrijk. Dat hij zich in acteurs
kringen thuis moest voelen, bleek echter
dadeiyk uit zijn uiterlijk. Uit zyn gebaren
vooral ook. Hy zag er zeer gesoigneerd
uit en rook zwakjes naar parfum; hij
rookte met gracieuse gebaren zachtgeu-
rende sigaretten en de vouw van zyn
pantalon was messcherp. Vooral bleek
hij bekend in kunstenaarskringen, door
de manier, waarop hy sprak. Hy liet geen
gelegenheid voorby gaan, om iets over
een acteur of over een toneelstuk op tc
merken.
Hy ontving ons in een ruime zitkamer
waar wij wegzonken in diepe fauteuil*
met tussen ons een rooktafeltje. Onze
gastheer wist nog volstrekt niet, met welk
doel we kwamen. Hy ontving dus dik-
wyls onaangemeld bezoek van nog onbe
kende lieden. Hij deed althans, alsof dit
iets heel gewoons voor hem was. Hy
vroeg ook niet dadelijk naar ons doel.
Pas na'enige luchtige opmerkingen over
het weer, over de politieke constellatie,
over de kunst van de dag, kwam hij met
da vraag-: Waarmee kan ik u van dienst
zijn, heren?
Met ons iets te vertellen over uw
broer, antwoordde Arie; Ik had eigenlyk
de vage hoop, hem bij u aan te treffen,
maar dat is niet het geval, begrijp ik.
Waarom begrijpt u dat? We-hebben
nog niet over hem gesproken.
bent zo verknocht aan de krant,
als ik het zo eens mag uitdrukken, dat
u stellig het berichtje over de verdwij
ning van uw broer gelezen hebt. En dat u
even stellig nadere inlichtingen, welis
waar niet aan het opgegeven adres, aan
de politie, maar dan toch aan de krant
verstrekt zou hebben, indien dit u moge-
lyk geweest ware.
Mijnheer van Bemmelen lachte min
zaam.
Ja, ik werkelijk al heel spoedig een
kennis aan de krant opbellen, wanneer
ik een geruchtmakend nieuwtje voor hem
wist. Ik wist het dus niet; ik weet het
nog niet, waar mijn broer uithangt. Dit
klinkt wat onverschillig, doch onver
schillig ben ik in het geheel niet. Alleen:
ik geloof niet, dat hij in zeven sloten te
gelijk loopt en we gingen nogal weinig
met êlkaar om. Ik voor mij denk. dat hij
vandaag of morgen weer gewoon boven
water komt, dus waarom zou ik me dan
zongen om' hem maken? Maar als ik u
vragen mag, in welke kwaliteit zie ik u
hier?
Arie stelde zidhzelv-e voor als detective
en verklaarde in het -kort, waarom wij Bij
hem gekomen waren. Toen hij de moge
lijkheid veronderstelde, dat Karei van
Bemmelen door een misdaad uit de weg
zou zijn geruimd, glimlachte onze gast
heer twijfelzuchtig; toen Arie daarna ver
telde, dat op dokter Meertens een aan
slag was gedaan en dat ook ons een kogel
over het hoofd gevlogen had, verstarde
de glimlach echter.
(Wordt vervolgd).