Naturalisme m de film V jeugdige lezerskring UIT LIDA'S DAGBOEK... hoe zit dat? Kinder- bezoek De raadselachtige verdwijning "t Witte doek in 1948 oor onze gezellige uurtjes ANG Voor de film-camera onder de lamp zullen ze leven In je mand! OP door BRAM VERSCHOOR Vrijdag 31 december 1948 Paisa de beste film van het jaar Een scène uit de film „Paisa" van Robert Rossellini, welke onder de filmliefhebbers een ongekende sensatie verwekte. Orson Welles, maker van de film „Citizen Kane", die wellicht pas na een jaar op haar juiste waarde zal kunnen worden geschat. PAGINA A MOPPENTROMMEL Het is een goede ge woonte om aan het eind van een jaar nog eens een terugblik te werpen op dat, - wat achter ons ligt. Ons te bezinnen op de bereikte resultaten en ons af te vragen, wat in die twaalf maanden van voldoende, belang was, om in onze herinnering te blijven bewaard. Ook ten aanzien van de film lijkt ons dit nuttig en nu we voor de laatste maal in 1948 de rubriek „Voor de Filmcamera" gaan schrijven, kunnen wij niet nalaten, enkele in drukken te geven van de belangrijkste films, welke gedurende het afgelopen jaar in onze bioscopen zijn vertoond. Het ligt geenszins in de bedbeling om volledig te zijn. Integendeel, wij zullen slechts enkele zeer spaarzame grepen doen en daaruit proberen af te leiden, welke vorderingen in 1948 zijn gemaakt op de lange, moeizame en zo dikwijls verlaten weg naar een autonome film kunst. Wat de in ons land Vertoonde films betreft, is 1948 het jaar van het natu ralisme geweest. Uit een schier einde loze zee van gladde, geroutineerde mid delmatigheid dook plotseling een Ita liaanse film op, welke overal, waar zij verscheen, onder de filmliefhebbers een ongekende sensatie verwekte: „Paisa", waarmee Roberto Rossellini een nieuwe tsijl introduceerde, welke alom navol ging vond. Amerika volgde met films als .Boomerang", „The Story of G. I. Joe", „Crossfire" en de kwasi-naturalis- tische „Naked City", Engeland met „The Fallen Idol" Frankrijk met „Antoine et Antoinette" en een juweeltje als „Far- rebique". Maar Italië spande toch de kroon met een reeks films als „Vivere in Pace", „Vier stappen in de wolken" en ,Een vrouw uit het volk" welke zonder uitzondering op een hoog artistiek peil stonden. In al deze films wordt de illusie van de werkelijkheid op het witte doek ver hoogd en versterkt met een groter ge bruik van authentieke opnamen, gemaakt ter plaatse, waar het filmdrama zich heet af te spelen. De kunstmatigheid van de studio-opnamen wordt daarbij vermeden. Bovendien is in deze films het spel voor de camera eenvoudiger en minder gekunsteld- In dit opzioht heeft Italië de toon aangegeven. Trouwens, het valt niet te loochenen, dat Engeland, hetwelk ver leden jaar de meeste films produceerde, die uitmuntten door inhoud en vorm, de eerste plaats heeft moeten afstaan aan Italië. derlandse ding" is speelfilm sinds de bevrij- Een film als „Quai des Orfévres" ver dient te worden gememoreerd, omdat Henri-Georges Clouzot er in heeft ge broken met de toneeltradities van de Franse filmindustrie. „Hellzapoppin'is de dwaaste film van het jaar, „De Beste Jaren van Ons Le ven" trok het meeste publiek, terwijl films als „Fantasia" en „Hamlet" de grootste opschudding veroorzaakten in het kamp van de critici. Tot slot rest ons nog de vermelding van Citizen Kane" van Orson Welles, een film, welke op eenzame hoogte bo ven alle andere uitsteekt en welke vel licht pas na jaren op haar juiste waarde zal kunnen worden geschat. Van de films, welke godsdienstige onderwerpen behandelden, is er In het afgelopen jaar slechts één vertoond, die katholiek mag worden genoemd in de eigenlijke zin van het woord: „Monsieur Vincent", met eerbiedige toewijding ge regisseerd door Maurice Cloche en op ontroerend-zuivere wijze gespeeld door Pierre Fresnay ale St. Vincentius a Paulo. Onder de in Nederland geproduceerde film -is „Thuis", welke uitsluitend aan boord van de repatriërende schepen en in de demobilisatiekampen voor de naar het vaderland terugkerende militairen wordt vertoond, verreweg de beste. Veel zwakker, maar niettemin de aandacht Waard, is de film „Moeder des Lands", vervaardigd bij gelegenheid van het gouden regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina. „Niet tevergeefs", het product, dat on langs de Duivendrechtse studio's heeft verlaten en met Kerstmis zijn tocht door onze bioscopen is begonnen, noemen we slechts omdat het „de eerste grote Ne- Bij deze wel zeer summiere opsom ming willen we het ditmaal laten. Voor een vrijwel volledig overzicht van alle films, welke in 1947 en 1948 in ons land zijn vertoond, verwijzen wij naar een Film-Jaar boek, dat door het Katholiek Instituut voor Filmscholing is gepubli ceerd en dat wordt uitgegeven door W. Bergmans in Tilburg. Dit boek geeft van deze films de titels alsmede de keuringen van centrale com missie en Katholieke Film Centrale. Bo vendien is als nieuwigheid het crite rium „aanbevelenswaardig" en „zeer bijzonder" ingevoerd. Merkwaardig is intussen, hoe weinig filmproducten voor een aanbeveling in aanmerking zijn ge komen- In het voorwoord op dit boek wordt gezegd, dat dit de eerste systematische ordening is van de in Nederland te aan schouwen filmproductie. Dit is echter te veel eer geëist. De kern van dit boek is ^eds twee jaar te vinden in de kleine keuringsboekjes, welke door de K.F C halfjaarlijks worden uitgegeven. Aan de belangrijkste films worden korte beschouwingen gewijd. Dit is een nadeel, omdat kortheid in dit geval oppervlakkigheid betekent. Degene, die dit boek, hetwelk op de eerste plaats een vademecum moet zijn voor de ware filmliefhebber, aanschaft, vraagt om ge degen toetsingen van de films aan de hand van vaste normen. Een ruimere vermelding van de „onzichtbare" mede werkers aan een film als regisseurs, cameta-mensen en scenarioschrijvers ware evenmin een overbodige weelde geweest. Ook de illustraties wekken geen on verdeelde geestdrift omdat zij niet stuk voor stuk instruerend of inzicht gevend zijn. De niets-zeggende conterfeitsels van Stewart Granger, Phyllis Calvert. Joe E. Brown, Jennifer Jones, Judy Ca- nova en Gary Cooper zijn om onbegrij pelijke redenen geslopen in een hoek, waaraan de meest dogmatische film critici hun naam hebben willen geven. Een volgend jaarboek zal met strengere maatstaven moeten worden samengesteld om het waardig te doen zijn aan de naam van de samensteller: Katholiek Instituut voor Filmscholing. Niet alleen het verleden, ook de toe komst vraagt bij de jaarswisseling onze aandacht. Voor degenen, die zich bezig houden met het produceren en verto nen van films, is sinds de oorlog een nieuw terrein Van werkzaamheid ont sloten, dat voor het komende jaar vele mogelijkheden opent: de televisie. Aanvankelijk stond men nog wat aar zelend tegenover deze nieuwigheid Er werd zwaar gestudeerd op de moge'ijk- heden natuurlijk uitsluitend techni sche, commerciële en financiële, welke de televisie bood. De resultaten van dit onderzoek schijnen intussen niet onbevredigend te zijn geweest. In het over het algemeen conservatieve Enge land heeft tenminste de Associated Bri tish Picture Corporation Limited aan gekondigd, dat zij aan theatertelevisie gaat doen. Deze reusachtige maatschappij met een kapitaal van 90.000.000 gulden en activa ter waarde van 210.000.000. be heert alle AB C.-bioscopen <500 stuks), studio's in Elstree (onlangs gerestau reerd voor een bedrag van 10 millioen gulden) en te Welwyn, de Pathé Pictures (productie en distributie van films), de Pathé Equipment Ltd. en British Instruc tional Films. Het uiteindelijke doel is het bieden van theatertelevisie in iedere A BC - bioscoop. Er is een zeer aanzienlijke som uitgetrokken voor de aankoop van de nieuwste televisie-apparaten voor groot beeld en voor het engageren van televisie-deskundigen. Er zullen proeven worden genomen met beide methoden van theatertelevisie, namelijk de direc te en de indirecte projectie, waarbij het televisiebeeld eerst wordt gefilmd, ontwikkeld, afgedrukt en via de ge wone projectie-apparaten op het doek wordt geworpen, dit alles binnen de 60 seconden. In Amerika is men op het gebied van de televisie al verder dan de Engelsen en dat is een uitkomst voor de sterren van het door malaise geteisterde Holly wood, die en masse naar New-York trek ken om hun deel op te eisen van deze pas aangeboorde goudmijn. Nog nauwelijks een jaar geleden had den deze sterren er geen bezwaar tegen, om voor niets voor de telecamera's op te treden, teneinde ervaring op te doen, Op de dag van vandaag, nu reeds 41 zendstations tegen elkaar opbieden voor het recht om de filmsterren aan de eigenaars van 620.000 ontvangapparaten te vertonen, vragen en krijgen ze 15.000 gulden per optreden. Rex Harrison, een der meest enthou siaste televisie-acteurs, is van mening: „Met Hollywood is het afgelopen. Zijn en mijn toekomst gaan niet langer sa men. Ik weet trouwens niet eens, of Hollywood nog wel een toekomst heeft' Maar Hollywood laat zich niet zo zon der meer opzij dringen. Het gaat zelf ook aan televisie doen. Hal Roach, Holly wood's koning van de roomtaarten- klucht, heeft aangekondigd, dat hij in de toekomst alleen nog maar telefilms zal maken. De vertoningsduur van zulk een film is ongeveer dertig minuten, voor de opnamen heeft men gemiddeld twee dagen nodig. Maandag, 21 Deo. '48 De Kerstdagen zijn weer voorbij, om gevlogen kan ik wel zeggen. Ieder jaar opnieuw geniet je daar méér van. Vroe ger als heel klein meisjeom de prach tige kribbe in de kerk, nti om het feest, dat je hart zo licht en blij maakt. Het is alleen zo jammer, dat iets wat heel mooi is, ook zo gauw weer voorbij gaai. Hoe zei Moeder dat ook vanavond? O, ja, alles kunnen ze je ontnemen, maar de herinnering, die houd je vast en die is van jou alleen. Helen, mijn oudste zus, heeft veel ver driet gehad deze dagen. Erik, haar ver loofde in Indonesië, heeft een auto-on geluk gehad een goede week geleden. „Schedelbasisfractuur, toestand levens gevaarlijk", luidde het eerste telegram. Vader vroeg direct een gesprek met Ba tavia aan en kreeg dat ook enige uren later. Hij was toen nog bewusteloos en ze konden nog niets zeggen. Die ondraag lijke spanning hier. We gingen allemaal maar stilletjes onze gang, zo luidruchtig als we Anders zijn. Zo één ben je allen, als er een broer of zus verdriet heeft. Ik zou gebrüld heb ben, maar Helen hield zich goed. Soms vertelde ze zo maar ineens herinnerin gen uit de tijd,, toen hij nog hier was. Je kon zien, dat haar gedachten voortdu rend daar ver weg waren. Iedere avond baden wij gezamenlijk een Rozenhoedje voor hem, ik kon het niet helpen, dat mijn stem vaak zo bibberde, Helen's ge zichtje was zo strak en wit. De avond vóór KerstmisMoeder had nét verse koffie gezet, toen er ge beld werd. Ik zag Helen schrikken. Va der deed open en kwam met een telegram terug. Helen beduidde hem het voor haar open te maken. Dat ritselen van dat pa piertje in die vertrouwde handen. Ik omknelde met beide handen de rand van de tafel als om steun. Zou 't goede tij ding zijn, ofToestand gewijzigd, nu op lijst van ernstige zieken geplaatst" 't Was, of een loodzwaar pak van ons hart viel. Erik hóórt al zo bij ons ge zin en we hebben deze dagen zo fel met hen meegeleefd. Met het hoofd op tafel snikte Helen, alsof haar hart zou breken maar we lieten haar stil begaan op een gebaar van Moeder- Die had het zélf ook zo te kwaad en toen zijn Trees en ik maar voor een extra kop koffie gaan zor gen, zoals 't goede zusjes betaamt. Erik was altijd een zeldzame „leut". Wat haa ik 'm nu graag een „bakkie" gegeven, maar dan zónder vellen, want daar krijgt hij kippevel van. Heerlijk, dat Kerstmis toch nog góed werd voor die twee Ja, we zijn er nog wel niet, maar tenslotte is Erik zo stérk als een paard en het levensgevaar is toch in elk geval gewe ken. Dinsdag 28 Dec. '48. Helen kwam gisterenavond even een babbeltje bij me maken, zodat er van schrijven niets meer kwam. Vandaag is er weer een telegram gekomen. „Maak het goed. Wens jou Helen en alle ande ren, vooral vader en moeder zalig uit einde en Nieuwjaar". Natuurlijk hebben wij ook een telegram teruggestuurd, hot zal best een bom duiten gekost hebben, want we hebben het met zijn allen on dertekend én ons gezin telt 8 koppen! Leuk voor Erik, hij heeft eigenlijk al leen óns maar, want hij is een wees en misschien déérom, dat ïïiü hem zo graag mogen. Wat was Helen blij, dat wij hun verlovingsfoto boven de plano met een takje hulst versierd hadden met Kerst mis. Helen is een schat, o, ja Trees 'tuur- lijk ook, en de broers zijn ook reuze maar voor Helen heb ik altijd een zwak gehad. Zij is eigenlijk net zo lief als Moeder, al kan die je ook behoorlijk op je kop timmeren, als je te laat aan tafel komt binnen rollen, zoals ik vandaag. Met de halve school vandaag „sliert' gereden op de vaart, ik zag haast stér- retjes, zo'n gang hadden we. Jammer, dat er misschien gauw een eind aan dit festijn komt volgens de radio, maar zo lang er ijs isrijden maar! Donderdag 30 Dec. '48, Gisteren mijn enkel verstuikt op de baan. 't Is natuurlijk verschrikkelijk kin derachtig, maar ik „streek" het vaantje van de pijn! Ik kwam pas bij, toen ik ergens op een divan neergevleid lag en de huisdokter van mijn vriendin, me uit bundig aan iets sterks liet ruiken. De engel heeft me in zijn auto naar huis ge reden en daar lig ik nu met een stijf omzwachteld been. Moeder zegt, dat ik er wit van zie en vind het nodig, me allerlei lekkers toe te stoppen. Gelukk'c hoef ik niet als Pop Veenstra, om mijn lijn te denken, want de broers schelden nog steeds van „Bonestaak", maar dan is Moeder uit hun „gehoor". Ik kauw en slik dus van je welste! Belabberde boel eigenlijk, want van avond is er een feestelijke bijeenkomst van onze schoolclub. Ik had ook nog iets voorgedragen. Dat valt nu lekker in de soep! Maar de anderen kunnen het ge weldig en dat mis lk nu lelijk. Toch Ik heb me suf zitten peinzen, wat of er eigenlijk achter dat „toch" moest komen maar ben schijnbaar „de draad" kwijt Geen wonder, een deputatie van de fees telingen kwam me een extra groe' brengen, vergezeld van een massa snoep (alweer snóep) en een snoezig schaaltje Ziezo, er zijn wat boeken gearriveerd en zo tussen de Kerstvisites door heb ik er enkele gelezen. Laat ik beginnen met drie boekjes in de eerie „Verhalen uit ae wildernis". Deze boekjes „Loki de wolf", „Raja, de olifant" en „Pieko. de bever" werden uitgegeven door „De Neóerlandsche Pad. vinders" te Den Haag. Het zy-n aantrek kelijke werkjes met vlotte tekeningen en ze geven stuk voor stuk avonturen en spanning uit de dierenwereld. Voor jongens en meisjes van 1014 jaar ende hele familie. Voor meisjes van 16 jaar en ouder volgt dan „Colette, domptcuse" door i Adrie Groeneveld. Colette is leeuwen, i temster en hogeschoolrijdster en haar avonturen bieden de gelegenheid eens j achter de schermen van het harde cir cusleven te gluren. Verschenen bij „De Sleutel''. Haarlem-Antwerpen. Tot slot is er voor kinderen van 1215 jaar het boek „De kinderen van dc lichtwachter", eveneens van „De Sleu tel". Op gezellige wijze vertelt de schrij ver over het leven op en rond de Zui- zee (voordat zij IJselmeer heette), over de Friese meren, gevaarlijke ijswin- ters. e.d. met fruit (dat maakt een heleboel zoetig heid weer góed). Niemand anders dan juffrouw ten Hope, de pas benoemde voorz.lster van onze club, overhandigde mij al dit schoons met een serie beste wensen, 't Was echt knus en ik was heel stiekempjes o zo gevleid, dat ze extra aan me gedacht hadden. Een mens wil nu eenmaal góed gedaan zijn..1 Vrijdag, 31 Dec. '48. Moeder, Helen en Trees zijn de hele middag al onzichtbaar. Af en toe wagen de jongens een formele overval in „het sperrgebiet", in dit geval onze keuken en gappen dan listig een paar bruine bak sels, zo heet uit de pan! Want natuurlijk is het vanavond oliebollen-fuif. Als ik zo doorga, zal ik er geen één meer lusten vrees ik, want iedere keer opnieuw be zwijk ik voor zo'n zalig knappend gevai en de tél ben ik allang kwijt Vader zit knus bij me, helemaal weg in de krant. Ik heb alleen maar interesse voor de jeugd-rubriek, waar Oom Luuk zijn scepter zwaait, voor Gradus en voor 't weerbericht. Vader zit natuurlijk zwaar in de politiek, dat interesseert me nog geen klap. Vreemd gedoe eigenlijk zon laatste dag van 't jaar. Ik kan nu straks niet mee naar 't Lof ook. Fijne gewoonte, orr. altijd met z'n allen de laatste dag van het jaar God te dénken voor al het lieve en goede, dat Hij ons schonk. Bijna had den we Erik moeten afstaan. Hoe velen zullen er vanavond herdacht worden, de oogst van het hele jaar, hoeveel vrou wen, moeders, meisjes, die hen nooit meer zullen terugzien. Ik denk aan dat mas sale gebed voor hen in de Kerstnacnt, dat onze pastoor met ons bad voor hen, zo ver weg- Wie of waar jullie ook zijn, moge 1949 jullie allen daar kracht. móed, sterkte geven en als het móet overgave aan Zijn wil. Vader streek even liefkozend over mijn pruik. Zou hij het voelen, dat lk aan al die mannen en jongens daar dacht? Rijk ben ik, dat ik hier woon, dat lk zo'n fijn stel ouders, broers en zussen heb, waar je op aan kunt. 1948.... je bent góed voor me gewees., ik dénk je voor alles. Moge God ons al lemaal hier en jullie daar in Indonesië in 't nieuwe jaar zegenen en bijstaan.... M. WOERDENBAGCH—SENS. L Alle begin is moeilijk" en dat geldt ook voor de verjaardagsvisites. Daarom begin ik het nieuwe jaar maar kalmpjes met vier jarigen De eerste is Bart v. A., cüe Zondag aan zijn 9e jaar begint. Jopie de J. doet het zelfde op Woens dag en (het wordt eentonig, maar het is nu eenmaal zo) het zelfde geldt op dezelfde dag voor Gerda v. D.! Hang D. sluit Zaterdag de rij, als hij 8 jaar wordt. Voor het viertal de beste wensen. Laatst vond Jetje in haar bedje Minet de katl O, jou stoute, sto»te poes! 'k Zal je krijgen en zeg 't aan Moes! En als die je hier dan ziet. krijg je vast je melkje *iiet! Kom eruit! Toe gauw, toe gauw! Neeroep nu maar niet: „Miauw". Ofzal je het dan nooit meer doen? Niet? Geef me dan maar 'n zoen en danmars, in je eigen bed. in je mand, verstaan Minet? Marijke E. (7 jaar). Onderwijzer tot Bartje: „En, had jij ook een mooi-verlichte kerstboom thuis? Bartje: „Ja, mijnheer". Onderwijzer: „Zaten er veel kaarsjes in?" Bartje: „Nou, niet zo erg veel, mijn heer, maar de boom is in de fik gevlo gen!" Bezoeker (in de dorpsherberg): „Heb je geen muziek-automaat?" Herbergier: „Zeker! Als U een dubbel tje in de chocolade-automaat gooit en U geeft de chocolade aan mijn zoontje, speelt hij voor U op z'n mondharmonica" „Zo zo, Jan, op jacht geweest?" „Ja hoor, ik heb twee eenden gescho. ten". „Waren ze wild?" „Nee, maar de boer wel!" Ja, de laatste keer in het oude jaar. is dit rubriekje ook Weer present. Voor één keer maar, want een vriendje stuurde me wat raadsels, maar voor volgende week heb ik er meer nodig. Daar gaan we dan weer. 1 Hoe trek je 45 van 45 af en houd je 45 over? 2. Achter mijn eerste lettergreep rennen veel jongens. Mijn tweede drukt zwaar. Mijn geheel heeft iedere lucht ballon nodig om te stijgen. 3. Welk land schuilt in 3 delen van de ze zin: „Pa gaf les aan Tana 4. En welk in drie van deze zin: „Wil ly en Kees hebben gewed, hoe groot ons land is"? 5. En welk in twee van deze zin: „Ja, de koekepan moet ik hebben, Riet' OOOOGOOGGOGOGOOGGGGOOOGGO© GGGOOOGOOGOOOOGOOOOOGOGOOO Wil je geloven, dat ik zin heb mijn bed in de gang bij de brievenbus te zet ten? De briefkaarten met oplossingen kunnen soms amper tegelijk door de gleuf en het is langzamerhand een res pectabel stapeltje geworden. Fijn hoor, dat de animo zo groot was en ik vind' het heerlijk al die bekende en onbekende namen te lezen. Alleen.... het brengt je wel eens tot peinzen, hé? Want zo'n prijsvraag oplos sen en opschrijven kost toch tijd, niet? leder kind heeft die tijd gehad en dat is nu juist altijd hetja, ik zeg het het smoesje, dat ze allemaal hebben, nooit eens te schrijven. Geen tijd, veel huiswerk, moeder helpen, enfin noem maar op. Kijk, het geheim is natuurlijk, dat er nu iets te verdienen valt en anders niet. Hoe jullie me helpt door me te schrijven, begrijpen er niet veel. Mis schien nu om me een plezier te doen? Kees H. (12 j.), dat is me een moei lijke vraag! Zie je, maak ik een groepje van 12 jaar, dan moet "ik ook jongens van 9, 10, 11 enz. een kans geven. En de meisjes niet te vergeten! Ik kan het dus werkelijk niet doen, maar zal je naam onthouden, als een ander vriendje zoiets vraagt! Joop M. (14 j.), ik vind er niets geks aan', je kunt het maar leuk vinden! Be dankt, kerel, voor je uitgebreide col. lectie mopjes, gedichtjes en raadsels. Wat betreft je gedichtje-s dan met het voornemen, want ik vond ze er niet bij! In de volgende brief dan maar! Nellie M. (9 j.), zo, dus nu je geheu gen weer opgefrist is kan ik weer op je rekenen? Reken maar niet, dat ik je ver jaardag zou hebben vergeten, dan ken Je me nog niet! Keurige cijfers, Nellie. Denk erom. dat je dat handwerken nog eens speciaal aanpakt, want dat heb je later hard nodig, hoor. Marinus B. (11 j.), heb je daar wel adem genoeg voor? Als ik mijn stijve spieren een enkele maal nog wel eens in voetbalkledij verborgen heb, zoek ik maar gauw een rustig plaatsje op. Het is een mooi rapport kerel, alleen dat schrij ven, hè? Speciaal oefenen maar, in brie ven aan mij b.v.!. Wim de L. (10 j), fijn, dat je nu ook eens aan het schrijven slaat. En nu vol houden. hoor, want dat is meestal het moeilijkst. Ik heb nu drie broers onder de klapperbomen, dus we zijn met zijn tweëen goed vertegenwoordigd, hè? Ben je ook zo trots op ze, ik wel hoor! Jopie G. (11 J.). maak je maar geen zorgen, want alle oplossingen zitten in een grote doos. Ja, dat weet ik niet zo gauw en 1 hangt af van de hoeveelheid oplossingen. Laat Miep ook nog maar gauw haar kansje wage», dat mag gerust. Annic de B. (9 j.)welgeteld vijftien maanden geleden, nietwaar? Maar goed, zand erover en met nieuwe moed op nieuw begonnen. Van dat feest hoef je me heus niets te vertellen, want ik ben er zelf geweest. Had je dat maar gewe ten, hè? En dat is dan de laatste post van het jaar. Tot besluit natuurlijk „Een Zalig Nieuwjaar!" voor alle kleine en grote lezers en lezeressen van OOM LUUK. VWJQOQGGGGQOGGGGGGGGGGGGGOGGGOGGOGGGGGOGQQGOGGOGGGQGGOGGQQGGGGGGGGGGGGGGGGOGGGGGGGGGGQGQGOOQGOQQGGGCTOOfyi'^ Romanbijvoegsel KORTE INHOUD VAN HET VOOR AFGAANDE. De detective Arie Arends krijgt uit! Arnhem van een zekere heer K. van Bemmelen een briefje, waarin hem dringend verzocht wordt om een onder houd. 's Avonds leest hij de krant, dat de heer van Bemmelen spoorloos verdwenen is. Samen met de schrijver van het verhaal begeeft Arends zich naar Arnhem. Hij verneemt daar v%n de huishoudster van van Bemmelen. dat laatsgenoemde ongehuwd was en zich in zekere welstand verheugen mocht, vooral omdat hij vaak erfenis sen kreeg. Tevens verneemt hij, dat een neef, Ferdinand van Bemmelen, de Zondag tevoor plotseling gestorven is. Arends en zijn vriend gaan een be zoek brengen aan de dokter van de oude heer van Bemmelen, Maar de dokter komt zelfs niet thuis om te eten en blijkt op mysterieuze manier met zijn auto te zijn veronge lukt. De twee vrienden gaan hem In het ziekenhuis bezoeken. De dokter vertelt, dat hij door een onbekende was uitgenodigd om naar een bepaalde weg te komen. Daar gebeurde het ongeluk. Men heeft dius blijkbaar dr. Meertens uit de weg willen ruimen. De grote vraag is: waarom? De beide vrienden gaan naar Arnhem om mevrouw Groenewegen, de huis houdster van de vermiste, te gaan on dervragen. Zij vinden het lijk van de huishoudster die vermoord werd. Bij onderzoek van het bureau van de vermiste, wordt een brief van Hans van Bemmelen gevonden, waarin deze zijn broer om geld vroeg. Tenslotte wordt een bezoek ge bracht aan de familie de Zwart In Deventer. Mevrouw de Zwart is een zuster van Hans en Karei van Bem melen. Thuisgekomen, vertelt de moeder ven Arends, dat een vreemde beswe ker, M enige tijd op ham te hebben gewacht, was weggegaan maar later op de avond nog zou terugkeren. De man, die zich Krefeiü noemt, komt inderdaad terug en vertelt een vreemd verhaal: hij zou de verdwenen heer van Bemmelen hebben gezien. De volgende dag gaan A.A., zijn vriend en Krefeld door donkere straat jes van Arnhem op zoek. Daar over valt Krefeld hen plotseling. Arends weet zich in de rivier te redden en de verteller raakt bewusteloos. Na dit avontuur laten ze zich per auto thuis brengen, waar ze een en ander bespreken en conclusies proberen te trekken. Later komt het bericht, dat dr. Meer tens in zijn huis werd neergeschoten. Daar A. A. vreest, dat Hans van Bem melen in Den Haag het volgende slacht offer zal zijn, besluit hij. hem te gaan waarschuwen. De toneelcriticus wil echter van geen bescherming horen. Des avonds wordt hij voor zijn woning neergeschoten. Nu gaat A. A. de weduwe van Ferdi nand van Bemmelen waarschuwen. 16) Waarom Natuurlijk zoek ik een oplossing, ik zal blij zijn, wanneer ik die gevonden heb. Maar dan voor goed voor een poosje althans, niet gaan zwerven alsjeblieft met mijn huis hier achter me. Dan zou ik toch telkens weer in deze leegte moeten terugkeren. Neen, daar begin ik liever niet aan. Of ik moet eerst weten, hoe ik het daarna oplos. Werd hij op straat neergescnoten, zegt u? Maar hij leek me zo'n gemoedelijke man, helemaal niet iemand, om een vijand te hebDen. Kwam hij wel eens bij u? Ik ontmoette hem weieens bij oom Karei, o, niet zo vaak. We zijn niet fami lieziek geloof ik. Ik geloof ook niet, dat hij een vijand had. zei A. A. Neen? Dat zei ik al. Maar hij had eer, broer, die naar de mening van sommige mensen zeer welge steld moet zijn geweest. Zoals u een oom hebt gehad. Of iadiea u denffc aan de mogelijkheid van een terugkeer: zoals u een oom hebt. En wat wilt u daér nu weer mee Dat ik die moord onheilspellend vind voor ieder, die tot de familie van Karei van Bemmelen behoort. Ook voor u dus. Daarom wilde ik u in overweging geven niet alleen te blijven wonen. O op den duur blijf ik natuurlijk O, dus u zoekt toch nog wel?, vroeg ze gretig. Natuurlijk, totdat ik die sleutel heb Goddank. Stel je voor, dat je zou moeten blijven leven met dat raadsel van oom Karei. Zijn broer Hans was er vast van overtuigd, dat hij vandaag of morgen heel gewoon terugkomt en ook zijn zuster, mevrouw Zwart, erkende een dergelijke niet alleen. Ik zei u al, dat ik bezig ben, mogelijkheid, troostte mijn vriend. een oplossing te zoeken. En dacht u nu....? Maar mijnheer Arends, waarom maakt u mij bang Omdat ik gegronde reden heb, te vrezen, dat daar aanleiding te over voor is. Indien dit alles gaat om de nalaten schap van uw oom Karei Is oom Karei dan dóód Dat weten we met. Doch er moet een doel achter de serie misdaden ste ken en het meest voor de hand lig gende is natuurlijk de nalatenschap van uw oom. U hebt gelijk, ik moet meer onder de mensen. Als ik daarover moet gaan tobben, word ik gek, denk ik. Lieve genade, oom Hans vermoord en u denkt. dat lkJa, ik moet die oplossing zien te vinden, het gaat zo het gaat. Zo spoedig mogelijk. Ik probeer nu, mijn huis te verkopen. Daar moet ik natuur lijk het oog op houden. En dan een plaats zoeken, waar ik mijn inboedel kan op slaan. Ik was ook niet van plan. hier te blijven zitten. Ik zei het u al direct, dat ik een uitweg zoek, al een poosje. Het kantoor heb ik gelukkig kunnen overdoen. Ze was blijkbaar overstuur. Ze schreide weliswaar niet, doch ze zei dingen, die ze reeds gezegd had en die overlf waren. Dit lag niet in haar karakter, althans niet in de lijn. die ze wenste te volgen. Bij onze vorige ontmoetingen had ze de indruk van grote zelfstandigheid gewekt. Ik vond het mijn plicht u te waar schuwen, hernam A. A: Ik had ook de aanslag op uw oom Hans voorzien, wij hebben hem gisterenavond nota bene zien neerschieten. En nu ik meen, nog meer aanslagen te kunnen voorspellen, voel ik me niet vrij, voordat ik gezorgd heb. dat men maatregelen kan treffen. Van hier gaan we naar de tante van uw man, mevrouw Zwart, om ook haar te waarschuwen. En dan hoop ik. dat er niets gebeurt, vóór ik de sleutel van de opeenhoping ven raadsels gevonden heb. Maar als hij terugkomt, zal men dan ook hem niet naar het leven staan? Daar zullen we dan beter over trach ten te waken, dan wij konden over dat van uw oom Hans, beloofde A. A. O, alstublieft, alstublieft. En u denkt dus, dat ik liever vandaag dan morgen hier weg moet? Het lijkt me veiliger, antwoordde hl— Ik heb natuurlijk wel een.vriendin, waar ik vannacht heen kan gaan. O, laat me er toch zó niet over denken, het wordt zo werkelijk met al dat gepraat! Ik kan bij die vrienden wel een paar nachten terecht en dan overdag hier zijn, dan is er toch ook het meisje en als het helemaal moet, vraag lk, of mijn vriendin dan met me meekomt. Er kunnen men sen komen, om het huis te zien, weet u? En dan moet er toch iemand zijn. Tenzij ik een papier voor het raam zet, waar ik ben en dat men het daar bevragen kan Doet u dat liever niet. Laat niet te veel weten, waar u heengaat. Ik hoop, dat er spoedig geen reden tot onrust meer zal zijn, doch vooreerst is het werkelijk beter, zo stil mogelijk onder vrienden le blijven. Dat zal ik dan doen, ik zal aanstonds opbellen, vragen of ze me kunnen heb ben vanavond. Niet te laat, drong A. A. aan. Neen, dadelijk. Ik l :doel: niet te laat gaan van avond. Liever in de volle drukte van de middag wanneer er veel mensen buiten zijn. Toen uw oom Hans werd getroffen, was er vrijwel niemand meer op straat en zeker heeft niemand de moordenaar gezien. Alsof hij ervan overtuigd was, haar nu wel voldoende bang gemaakt te hebben, zodat ze stellig niet alleen zou blijven, stond hij op en keek op zijn horloge, waarna hij het hoofd hief met een rukje, dat zijn verrassing over het tijdverlies te kennen gat Mevrouw van Bemmelen begeleidde ons naar de straatdeur en vergezelde ons een klein stukje de voortuin door. Ik keek de zonnige Velperweg over, terwijl mijn vriend nog enige woorden met me vrouw van Bemmelen wisselde. Er gleed een lage auto aan, vrijwel geruisloos, een wagen die zeer grote snelheid moest kunnen ontwikkelen, doch nu als het ware in wandelgang ging. Aan het stuur zat een elegante heer, die iets bekends had. Ik v-oeg me af, waar ik hem eerder ontmoet had. Ik wendde me tot A. A om hem te vragen, of hij de bestuurder soms herkende Ik behoefde het niet te vragen Ik zag' het. aan de fonkeling in zijn ogen. Krefeld, zei hij. Tegelijkertijd keken we naar mevrouw van Bemmelen, het mogelijk volgende slachtoffer van de scherpschutter. Dat wasbegon A. A. terwijl hij naar de weg wilde snellen. Elke poging, om Krefeld te achterha len, was echter bij voorbaat vruchteloos, want de wagen had de snelheid zeer snel opgevoerd. A. A. stond dan ook dadelijk weer stil. Dat was Krefeld, de man. die naar alle waarschijnlijkheid een der beste schutters van Nederland is en gister avond uw oom neerschoot. Terwijl hij sprak, zag ik aan zijn ogen, dat hij iets anders dacht. Hij staarde mevrouw van Bemmelen aan Wat hebt u?, vroeg hij Als u er niet geweest was. had hij mij dus nu Ik zou niet graag beweren, dat hij u thans iets zou hebben gedaan. Maar voordat ik u verklaarde, wie hij was, keek u al zoenzo eigenaardig. Ik zou bijna zeggen, alsof u reeds iets van die man verwachtte. Ik herkende hem. antwoordde ze: Hij kwam vroeger, dat is al maanden ge leden, vaak bij mijn man en hij heeft mij, och, laat ik daar niet over praten. Maar hij heet geen Krefeld. Daar twijfelde ik ook niet aan, zei mijn vriend: Natuurlijk heeft hij ons zijn ware naam niet genoemd. Hoe luidt die? Van Balen. Neem u dan bijzonder in acht voor Van Balen, besloot A. A.: En bel direct uw vrienden op, dat u een poosje bij hen komt logeren Uw adres hoor ik wel gaarne te gelegener tijd. U kunt het mij even schrijven, ja? Reeds voordat wij het hekje bereikt hadden, was zij het huis weer binnen gegaan, stellig rechtstreeks naar de tele foon. En nu. naar Deventer. Als we die kerel daar weer voor de deur zien, zul len we hem niet nog eens laten ont komen Gelukkig, zei ik. Wat Is er gelukkig? Dat we nu ook eens van ontkomen kunnen spreken, met niet onszelf tot onderwerp, antwoordde lk. In Deventer zagen we de auto niet. Ik zeg dit maar dadelijk, om de lezer niet overbqdig in spanning te houden. We spraken er mevrouw Zwart niet persoon lijk, want A. A. vroeg niet naar haar, doch naar haar man. Hij wilde stellig niet nog eens zoveel vrees wekken, als hij mevrouw van Bemmelen had inge boezemd, althans niet bij het mogelijke slachtoffer zelf. Mijnheer Zwart luisterde rustig, naar wat mijn vriend over de opeenvolging van misdaden en de voor de hand lig gende gevolgtrekkingen zeide. Toen deze was uitgesproken, antwoordde hij: Het is niet gemakkelijk, en dat is maar gelukkig ook, om uw opvattingen te delen Ik zal echter ongetwijfeld uw raad öpvolgen en mijn vrouw, zoveel mogelijk zonder dat zij dit bemerkt aan gevaar onttrekken. Hopelijk is het echter overbodig. Ik geef toe dat de misdaden in serie wijzen op verband met onze broer Karei en dat er, in dit verband, inderdaad nog ernstige dingen kunnen gebeuren. In ieder geval dank lk u hartelijk voor uw komst. Hebt u nog, geen vermoeden, wie de dader kan zijn? Een zekere van Balen, zei mijn vriend: Die naam kregen we vanmiddag in Arnhem van uw nicht, mevrouw van Bemmelen Hij vertélde, hoe de auto juist by ons vertrek 't huis passeerde. We zijn er niet veel verder door. Van Balen is een tamelijk algemene naam. Maar we hebben de auto bij dag licht gezien en ofschoon hij geen exclu sieve kleur tfd, ik zou hem toch zeker herkennen. Dat is iéts gewonnen. Op de saaie reis van Deventer naar Dordrecht herinnerde ik Arie Arends aan z'n verklaring over 't belang van onze kennismaking met de bewuste auto. „Oh" zei hij: „van Balen is alles behal ve een idioot Tenzij wij over drie dagen begraven worden, heeft die auto ofwel binnen die tijd een andere kleur ofwel een andere bezitter. Ik maakt me geen enkele illusie over nonchalance van de man die weet, dat ik niet rusten zal voordat hij niet meer in die auto kan zitten. HOOFDSTUK XXIII. Er gebeurt niets. De volgende morgen vertrok ik naar huis. om het werk, dat zich natuurlijk gedurende die paar weken afwezigheid had opgestapeld, enigszins in te halen. Ik was destijds wel niet direct gebonden, ik schreef als los medewerker voor diver se bladen artikelen over criminologie, maar ik moest daar toch niet te lange onderbrekingen in laten ontstaan. Bovendien, zoals A. A. uitdrukkelijk verklaard had, was het einde van de ge schiedenis van Bemmelen nog niet in zicht en dus zou mijn verblijf in Dor drecht wie weet hoe lang hebben kun nen duren, indien ik het per sé wilde afwachten. Ik kwam overeen, dat ik i mijn vriend voorlopig «Ut weekeind. wanneer hij althans niet van huis was, zou bezoeken. Hij zou mij dan op de hoogte kunnen houden, van wat er in de onderhavige kwestie aan belangrijks voorviel. Ik had de eerste dag mijn handen vol aan correspondentie; er waren twee ver zoeken van tijdschriften, om mijn belofte van een detectiveverhaal in te lossen die die avond mijn geest totaal in beslag na men. Ik scbifte uit de ontelbare gege. vens, die ik trouw verzamel, juist zoveel, dat ik voldoende stof had voor de beide tijdschriften De volgende dag verdiepte ik me er in, stelde een kort overzichte lijk exposé op. De derde dag begon ik te schrijven. Maar het vlotte niet, lang niet zoals anders, wanneer ik me met plezier aan mijn taak kan geven. De zaak van Bem melen nam me te zeer in beslag en het scheelde warempel niet veel, of ik had die als onderwerp voor een gedocumen teerde beschouwing over de psychologie van de misdadiger gebruikt Gelukkig ontging het me niet, dat juist documen tatie ons ontbrak, terwijl we de misda diger bovendien nog niet kenden. Met deze conclusie was ik precies aangeland bij de werkmethode, die Arie Arends steeds verdedigt en waarmee hij tot dusver immer succes had geboekt. Ik kreeg daardoor het vermoeden, dai mijn vriend méér wist, dan hij wilde zeggen. Of neen, dit is niet nauwkeu rig uitgedrukt: dat hij meer vermoed de, dan hij wilde mededelen en dat zijn vermoeden uiteindelijk zou blijken op waarheid te berusten, terwijl het pas beredeneerd zou kunnen worden, nadat de feiten die waarheid aan het licht zou den hebben gebracht. Ook dit was m volkomen overeenstemming met wat A.A. bij vroegere avonturen zo ongeveer over zijn positie had gezegd. Al met al begon ik zo gretig naar de Zaterdag, wanneer ik hem weer zou ontmoeten, uit te zien, dat er van mijn artikelen niets terecht kwam. Toen ik aan het einde van de week het resultaat van mijn arbeid overzag, constateerde ik, dat ik eigenlijk alleen wat correspondentie behoorlijk had afgedaan- Ik zat die Za terdag reeds bijtijds in de trein naar Dordrecht. En?, was mijn eerste vraag aan A. A., dadelijk nadat ik hem met een handzwaai had gegroet. Wat en? Wel, van Bemmelen? O. Nou, je weet het. Je was Zon dag immers bij mijn ontmoeting met de beide mogelijk bedreigde dames? - Dus nadien niets? (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1948 | | pagina 4