Naturalisme
m
de film
V
jeugdige lezerskring
UIT LIDA'S DAGBOEK...
hoe zit dat?
Kinder-
bezoek
De raadselachtige verdwijning
"t Witte doek in 1948
oor onze
gezellige uurtjes
ANG
Voor de film-camera
onder de lamp
zullen ze leven
In je mand!
OP
door BRAM VERSCHOOR
Vrijdag 31 december 1948
Paisa de beste film van
het jaar
Een scène uit de film „Paisa" van Robert
Rossellini, welke onder de filmliefhebbers
een ongekende sensatie verwekte.
Orson Welles, maker van de film
„Citizen Kane", die wellicht pas
na een jaar op haar juiste waarde
zal kunnen worden geschat.
PAGINA A
MOPPENTROMMEL
Het is een goede ge
woonte om aan het eind
van een jaar nog eens
een terugblik te werpen
op dat, - wat achter ons
ligt. Ons te bezinnen op
de bereikte resultaten en
ons af te vragen, wat in
die twaalf maanden van
voldoende, belang was, om
in onze herinnering te
blijven bewaard.
Ook ten aanzien van de
film lijkt ons dit nuttig
en nu we voor de laatste
maal in 1948 de rubriek
„Voor de Filmcamera"
gaan schrijven, kunnen wij
niet nalaten, enkele in
drukken te geven van de
belangrijkste films, welke
gedurende het afgelopen
jaar in onze bioscopen
zijn vertoond.
Het ligt geenszins in de bedbeling om
volledig te zijn. Integendeel, wij zullen
slechts enkele zeer spaarzame grepen
doen en daaruit proberen af te leiden,
welke vorderingen in 1948 zijn gemaakt
op de lange, moeizame en zo dikwijls
verlaten weg naar een autonome film
kunst.
Wat de in ons land Vertoonde films
betreft, is 1948 het jaar van het natu
ralisme geweest. Uit een schier einde
loze zee van gladde, geroutineerde mid
delmatigheid dook plotseling een Ita
liaanse film op, welke overal, waar zij
verscheen, onder de filmliefhebbers een
ongekende sensatie verwekte: „Paisa",
waarmee Roberto Rossellini een nieuwe
tsijl introduceerde, welke alom navol
ging vond. Amerika volgde met films
als .Boomerang", „The Story of G. I.
Joe", „Crossfire" en de kwasi-naturalis-
tische „Naked City", Engeland met „The
Fallen Idol" Frankrijk met „Antoine et
Antoinette" en een juweeltje als „Far-
rebique". Maar Italië spande toch de
kroon met een reeks films als „Vivere in
Pace", „Vier stappen in de wolken" en
,Een vrouw uit het volk" welke zonder
uitzondering op een hoog artistiek peil
stonden.
In al deze films wordt de illusie van
de werkelijkheid op het witte doek ver
hoogd en versterkt met een groter ge
bruik van authentieke opnamen, gemaakt
ter plaatse, waar het filmdrama zich
heet af te spelen. De kunstmatigheid
van de studio-opnamen wordt daarbij
vermeden. Bovendien is in deze films
het spel voor de camera eenvoudiger
en minder gekunsteld-
In dit opzioht heeft Italië de toon
aangegeven. Trouwens, het valt niet te
loochenen, dat Engeland, hetwelk ver
leden jaar de meeste films produceerde,
die uitmuntten door inhoud en vorm, de
eerste plaats heeft moeten afstaan aan
Italië.
derlandse
ding" is
speelfilm sinds de bevrij-
Een film als „Quai des Orfévres" ver
dient te worden gememoreerd, omdat
Henri-Georges Clouzot er in heeft ge
broken met de toneeltradities van de
Franse filmindustrie.
„Hellzapoppin'is de dwaaste film van
het jaar, „De Beste Jaren van Ons Le
ven" trok het meeste publiek, terwijl
films als „Fantasia" en „Hamlet" de
grootste opschudding veroorzaakten in
het kamp van de critici.
Tot slot rest ons nog de vermelding
van Citizen Kane" van Orson Welles,
een film, welke op eenzame hoogte bo
ven alle andere uitsteekt en welke vel
licht pas na jaren op haar juiste waarde
zal kunnen worden geschat.
Van de films, welke godsdienstige
onderwerpen behandelden, is er In het
afgelopen jaar slechts één vertoond, die
katholiek mag worden genoemd in de
eigenlijke zin van het woord: „Monsieur
Vincent", met eerbiedige toewijding ge
regisseerd door Maurice Cloche en op
ontroerend-zuivere wijze gespeeld door
Pierre Fresnay ale St. Vincentius a
Paulo.
Onder de in Nederland geproduceerde
film -is „Thuis", welke uitsluitend aan
boord van de repatriërende schepen en
in de demobilisatiekampen voor de naar
het vaderland terugkerende militairen
wordt vertoond, verreweg de beste. Veel
zwakker, maar niettemin de aandacht
Waard, is de film „Moeder des Lands",
vervaardigd bij gelegenheid van het
gouden regeringsjubileum van Koningin
Wilhelmina.
„Niet tevergeefs", het product, dat on
langs de Duivendrechtse studio's heeft
verlaten en met Kerstmis zijn tocht door
onze bioscopen is begonnen, noemen we
slechts omdat het „de eerste grote Ne-
Bij deze wel zeer summiere opsom
ming willen we het ditmaal laten. Voor
een vrijwel volledig overzicht van alle
films, welke in 1947 en 1948 in ons land
zijn vertoond, verwijzen wij naar een
Film-Jaar boek, dat door het Katholiek
Instituut voor Filmscholing is gepubli
ceerd en dat wordt uitgegeven door W.
Bergmans in Tilburg.
Dit boek geeft van deze films de titels
alsmede de keuringen van centrale com
missie en Katholieke Film Centrale. Bo
vendien is als nieuwigheid het crite
rium „aanbevelenswaardig" en „zeer
bijzonder" ingevoerd. Merkwaardig is
intussen, hoe weinig filmproducten voor
een aanbeveling in aanmerking zijn ge
komen-
In het voorwoord op dit boek wordt
gezegd, dat dit de eerste systematische
ordening is van de in Nederland te aan
schouwen filmproductie. Dit is echter te
veel eer geëist. De kern van dit boek is
^eds twee jaar te vinden in de kleine
keuringsboekjes, welke door de K.F C
halfjaarlijks worden uitgegeven.
Aan de belangrijkste films worden
korte beschouwingen gewijd. Dit is een
nadeel, omdat kortheid in dit geval
oppervlakkigheid betekent. Degene, die
dit boek, hetwelk op de eerste plaats
een vademecum moet zijn voor de ware
filmliefhebber, aanschaft, vraagt om ge
degen toetsingen van de films aan de
hand van vaste normen. Een ruimere
vermelding van de „onzichtbare" mede
werkers aan een film als regisseurs,
cameta-mensen en scenarioschrijvers
ware evenmin een overbodige weelde
geweest.
Ook de illustraties wekken geen on
verdeelde geestdrift omdat zij niet stuk
voor stuk instruerend of inzicht gevend
zijn. De niets-zeggende conterfeitsels
van Stewart Granger, Phyllis Calvert.
Joe E. Brown, Jennifer Jones, Judy Ca-
nova en Gary Cooper zijn om onbegrij
pelijke redenen geslopen in een hoek,
waaraan de meest dogmatische film
critici hun naam hebben willen geven.
Een volgend jaarboek zal met strengere
maatstaven moeten worden samengesteld
om het waardig te doen zijn aan de naam
van de samensteller: Katholiek Instituut
voor Filmscholing.
Niet alleen het verleden, ook de toe
komst vraagt bij de jaarswisseling onze
aandacht. Voor degenen, die zich bezig
houden met het produceren en verto
nen van films, is sinds de oorlog een
nieuw terrein Van werkzaamheid ont
sloten, dat voor het komende jaar vele
mogelijkheden opent: de televisie.
Aanvankelijk stond men nog wat aar
zelend tegenover deze nieuwigheid Er
werd zwaar gestudeerd op de moge'ijk-
heden natuurlijk uitsluitend techni
sche, commerciële en financiële,
welke de televisie bood. De resultaten
van dit onderzoek schijnen intussen niet
onbevredigend te zijn geweest. In het
over het algemeen conservatieve Enge
land heeft tenminste de Associated Bri
tish Picture Corporation Limited aan
gekondigd, dat zij aan theatertelevisie
gaat doen. Deze reusachtige maatschappij
met een kapitaal van 90.000.000 gulden
en activa ter waarde van 210.000.000. be
heert alle AB C.-bioscopen <500 stuks),
studio's in Elstree (onlangs gerestau
reerd voor een bedrag van 10 millioen
gulden) en te Welwyn, de Pathé Pictures
(productie en distributie van films), de
Pathé Equipment Ltd. en British Instruc
tional Films.
Het uiteindelijke doel is het bieden
van theatertelevisie in iedere A BC -
bioscoop. Er is een zeer aanzienlijke
som uitgetrokken voor de aankoop van
de nieuwste televisie-apparaten voor
groot beeld en voor het engageren van
televisie-deskundigen. Er zullen proeven
worden genomen met beide methoden
van theatertelevisie, namelijk de direc
te en de indirecte projectie, waarbij
het televisiebeeld eerst wordt gefilmd,
ontwikkeld, afgedrukt en via de ge
wone projectie-apparaten op het doek
wordt geworpen, dit alles binnen de 60
seconden.
In Amerika is men op het gebied van
de televisie al verder dan de Engelsen
en dat is een uitkomst voor de sterren
van het door malaise geteisterde Holly
wood, die en masse naar New-York trek
ken om hun deel op te eisen van deze
pas aangeboorde goudmijn.
Nog nauwelijks een jaar geleden had
den deze sterren er geen bezwaar tegen,
om voor niets voor de telecamera's op
te treden, teneinde ervaring op te doen,
Op de dag van vandaag, nu reeds 41
zendstations tegen elkaar opbieden voor
het recht om de filmsterren aan de
eigenaars van 620.000 ontvangapparaten
te vertonen, vragen en krijgen ze 15.000
gulden per optreden.
Rex Harrison, een der meest enthou
siaste televisie-acteurs, is van mening:
„Met Hollywood is het afgelopen. Zijn
en mijn toekomst gaan niet langer sa
men. Ik weet trouwens niet eens, of
Hollywood nog wel een toekomst heeft'
Maar Hollywood laat zich niet zo zon
der meer opzij dringen. Het gaat zelf
ook aan televisie doen. Hal Roach, Holly
wood's koning van de roomtaarten-
klucht, heeft aangekondigd, dat hij in
de toekomst alleen nog maar telefilms
zal maken. De vertoningsduur van zulk
een film is ongeveer dertig minuten, voor
de opnamen heeft men gemiddeld twee
dagen nodig.
Maandag, 21 Deo. '48
De Kerstdagen zijn weer voorbij, om
gevlogen kan ik wel zeggen. Ieder jaar
opnieuw geniet je daar méér van. Vroe
ger als heel klein meisjeom de prach
tige kribbe in de kerk, nti om het feest,
dat je hart zo licht en blij maakt. Het
is alleen zo jammer, dat iets wat heel
mooi is, ook zo gauw weer voorbij gaai.
Hoe zei Moeder dat ook vanavond? O,
ja, alles kunnen ze je ontnemen, maar
de herinnering, die houd je vast en die
is van jou alleen.
Helen, mijn oudste zus, heeft veel ver
driet gehad deze dagen. Erik, haar ver
loofde in Indonesië, heeft een auto-on
geluk gehad een goede week geleden.
„Schedelbasisfractuur, toestand levens
gevaarlijk", luidde het eerste telegram.
Vader vroeg direct een gesprek met Ba
tavia aan en kreeg dat ook enige uren
later. Hij was toen nog bewusteloos en
ze konden nog niets zeggen. Die ondraag
lijke spanning hier.
We gingen allemaal maar stilletjes onze
gang, zo luidruchtig als we Anders zijn.
Zo één ben je allen, als er een broer of
zus verdriet heeft. Ik zou gebrüld heb
ben, maar Helen hield zich goed. Soms
vertelde ze zo maar ineens herinnerin
gen uit de tijd,, toen hij nog hier was.
Je kon zien, dat haar gedachten voortdu
rend daar ver weg waren. Iedere avond
baden wij gezamenlijk een Rozenhoedje
voor hem, ik kon het niet helpen, dat
mijn stem vaak zo bibberde, Helen's ge
zichtje was zo strak en wit.
De avond vóór KerstmisMoeder
had nét verse koffie gezet, toen er ge
beld werd. Ik zag Helen schrikken. Va
der deed open en kwam met een telegram
terug. Helen beduidde hem het voor haar
open te maken. Dat ritselen van dat pa
piertje in die vertrouwde handen. Ik
omknelde met beide handen de rand van
de tafel als om steun. Zou 't goede tij
ding zijn, ofToestand gewijzigd,
nu op lijst van ernstige zieken geplaatst"
't Was, of een loodzwaar pak van ons
hart viel. Erik hóórt al zo bij ons ge
zin en we hebben deze dagen zo fel met
hen meegeleefd. Met het hoofd op tafel
snikte Helen, alsof haar hart zou breken
maar we lieten haar stil begaan op een
gebaar van Moeder- Die had het zélf ook
zo te kwaad en toen zijn Trees en ik
maar voor een extra kop koffie gaan zor
gen, zoals 't goede zusjes betaamt. Erik
was altijd een zeldzame „leut". Wat haa
ik 'm nu graag een „bakkie" gegeven,
maar dan zónder vellen, want daar krijgt
hij kippevel van. Heerlijk, dat Kerstmis
toch nog góed werd voor die twee Ja,
we zijn er nog wel niet, maar tenslotte
is Erik zo stérk als een paard en het
levensgevaar is toch in elk geval gewe
ken.
Dinsdag 28 Dec. '48.
Helen kwam gisterenavond even een
babbeltje bij me maken, zodat er van
schrijven niets meer kwam. Vandaag is
er weer een telegram gekomen. „Maak
het goed. Wens jou Helen en alle ande
ren, vooral vader en moeder zalig uit
einde en Nieuwjaar". Natuurlijk hebben
wij ook een telegram teruggestuurd, hot
zal best een bom duiten gekost hebben,
want we hebben het met zijn allen on
dertekend én ons gezin telt 8 koppen!
Leuk voor Erik, hij heeft eigenlijk al
leen óns maar, want hij is een wees en
misschien déérom, dat ïïiü hem zo graag
mogen. Wat was Helen blij, dat wij hun
verlovingsfoto boven de plano met een
takje hulst versierd hadden met Kerst
mis. Helen is een schat, o, ja Trees 'tuur-
lijk ook, en de broers zijn ook reuze
maar voor Helen heb ik altijd een zwak
gehad. Zij is eigenlijk net zo lief als
Moeder, al kan die je ook behoorlijk op
je kop timmeren, als je te laat aan tafel
komt binnen rollen, zoals ik vandaag.
Met de halve school vandaag „sliert'
gereden op de vaart, ik zag haast stér-
retjes, zo'n gang hadden we. Jammer, dat
er misschien gauw een eind aan dit
festijn komt volgens de radio, maar zo
lang er ijs isrijden maar!
Donderdag 30 Dec. '48,
Gisteren mijn enkel verstuikt op de
baan. 't Is natuurlijk verschrikkelijk kin
derachtig, maar ik „streek" het vaantje
van de pijn! Ik kwam pas bij, toen ik
ergens op een divan neergevleid lag en
de huisdokter van mijn vriendin, me uit
bundig aan iets sterks liet ruiken. De
engel heeft me in zijn auto naar huis ge
reden en daar lig ik nu met een stijf
omzwachteld been. Moeder zegt, dat ik
er wit van zie en vind het nodig, me
allerlei lekkers toe te stoppen. Gelukk'c
hoef ik niet als Pop Veenstra, om mijn
lijn te denken, want de broers schelden
nog steeds van „Bonestaak", maar dan
is Moeder uit hun „gehoor". Ik kauw en
slik dus van je welste!
Belabberde boel eigenlijk, want van
avond is er een feestelijke bijeenkomst
van onze schoolclub. Ik had ook nog iets
voorgedragen. Dat valt nu lekker in de
soep! Maar de anderen kunnen het ge
weldig en dat mis lk nu lelijk. Toch
Ik heb me suf zitten peinzen, wat of er
eigenlijk achter dat „toch" moest komen
maar ben schijnbaar „de draad" kwijt
Geen wonder, een deputatie van de fees
telingen kwam me een extra groe'
brengen, vergezeld van een massa snoep
(alweer snóep) en een snoezig schaaltje
Ziezo, er zijn wat boeken gearriveerd
en zo tussen de Kerstvisites door heb ik
er enkele gelezen. Laat ik beginnen met
drie boekjes in de eerie „Verhalen uit
ae wildernis".
Deze boekjes „Loki de wolf", „Raja,
de olifant" en „Pieko. de bever" werden
uitgegeven door „De Neóerlandsche Pad.
vinders" te Den Haag. Het zy-n aantrek
kelijke werkjes met vlotte tekeningen
en ze geven stuk voor stuk avonturen
en spanning uit de dierenwereld. Voor
jongens en meisjes van 1014 jaar
ende hele familie.
Voor meisjes van 16 jaar en ouder
volgt dan „Colette, domptcuse" door
i Adrie Groeneveld. Colette is leeuwen,
i temster en hogeschoolrijdster en haar
avonturen bieden de gelegenheid eens
j achter de schermen van het harde cir
cusleven te gluren. Verschenen bij „De
Sleutel''. Haarlem-Antwerpen.
Tot slot is er voor kinderen van 1215
jaar het boek „De kinderen van dc
lichtwachter", eveneens van „De Sleu
tel". Op gezellige wijze vertelt de schrij
ver over het leven op en rond de Zui-
zee (voordat zij IJselmeer heette), over
de Friese meren, gevaarlijke ijswin-
ters. e.d.
met fruit (dat maakt een heleboel zoetig
heid weer góed). Niemand anders dan
juffrouw ten Hope, de pas benoemde
voorz.lster van onze club, overhandigde
mij al dit schoons met een serie beste
wensen, 't Was echt knus en ik was heel
stiekempjes o zo gevleid, dat ze extra
aan me gedacht hadden. Een mens wil
nu eenmaal góed gedaan zijn..1
Vrijdag, 31 Dec. '48.
Moeder, Helen en Trees zijn de hele
middag al onzichtbaar. Af en toe wagen
de jongens een formele overval in „het
sperrgebiet", in dit geval onze keuken en
gappen dan listig een paar bruine bak
sels, zo heet uit de pan! Want natuurlijk
is het vanavond oliebollen-fuif. Als ik zo
doorga, zal ik er geen één meer lusten
vrees ik, want iedere keer opnieuw be
zwijk ik voor zo'n zalig knappend gevai
en de tél ben ik allang kwijt
Vader zit knus bij me, helemaal weg
in de krant. Ik heb alleen maar interesse
voor de jeugd-rubriek, waar Oom Luuk
zijn scepter zwaait, voor Gradus en voor
't weerbericht. Vader zit natuurlijk zwaar
in de politiek, dat interesseert me nog
geen klap.
Vreemd gedoe eigenlijk zon laatste
dag van 't jaar. Ik kan nu straks niet
mee naar 't Lof ook. Fijne gewoonte, orr.
altijd met z'n allen de laatste dag van
het jaar God te dénken voor al het lieve
en goede, dat Hij ons schonk. Bijna had
den we Erik moeten afstaan. Hoe velen
zullen er vanavond herdacht worden, de
oogst van het hele jaar, hoeveel vrou
wen, moeders, meisjes, die hen nooit meer
zullen terugzien. Ik denk aan dat mas
sale gebed voor hen in de Kerstnacnt,
dat onze pastoor met ons bad voor hen,
zo ver weg- Wie of waar jullie ook zijn,
moge 1949 jullie allen daar kracht.
móed, sterkte geven en als het móet
overgave aan Zijn wil.
Vader streek even liefkozend over mijn
pruik. Zou hij het voelen, dat lk aan al
die mannen en jongens daar dacht?
Rijk ben ik, dat ik hier woon, dat lk
zo'n fijn stel ouders, broers en zussen
heb, waar je op aan kunt.
1948.... je bent góed voor me gewees.,
ik dénk je voor alles. Moge God ons al
lemaal hier en jullie daar in Indonesië
in 't nieuwe jaar zegenen en bijstaan....
M. WOERDENBAGCH—SENS.
L
Alle begin is moeilijk" en dat geldt
ook voor de verjaardagsvisites. Daarom
begin ik het nieuwe jaar maar kalmpjes
met vier jarigen De eerste is Bart v. A.,
cüe Zondag aan zijn 9e jaar begint.
Jopie de J. doet het zelfde op Woens
dag en (het wordt eentonig, maar het
is nu eenmaal zo) het zelfde geldt op
dezelfde dag voor Gerda v. D.!
Hang D. sluit Zaterdag de rij, als hij
8 jaar wordt. Voor het viertal de beste
wensen.
Laatst vond Jetje
in haar bedje
Minet de katl
O, jou stoute, sto»te poes!
'k Zal je krijgen en zeg 't aan Moes!
En als die je hier dan ziet.
krijg je vast je melkje *iiet!
Kom eruit! Toe gauw, toe gauw!
Neeroep nu maar niet: „Miauw".
Ofzal je het dan nooit meer doen?
Niet? Geef me dan maar 'n zoen
en danmars, in je eigen bed.
in je mand, verstaan Minet?
Marijke E. (7 jaar).
Onderwijzer tot Bartje: „En, had jij
ook een mooi-verlichte kerstboom thuis?
Bartje: „Ja, mijnheer".
Onderwijzer: „Zaten er veel kaarsjes
in?"
Bartje: „Nou, niet zo erg veel, mijn
heer, maar de boom is in de fik gevlo
gen!"
Bezoeker (in de dorpsherberg): „Heb
je geen muziek-automaat?"
Herbergier: „Zeker! Als U een dubbel
tje in de chocolade-automaat gooit en
U geeft de chocolade aan mijn zoontje,
speelt hij voor U op z'n mondharmonica"
„Zo zo, Jan, op jacht geweest?"
„Ja hoor, ik heb twee eenden gescho.
ten".
„Waren ze wild?"
„Nee, maar de boer wel!"
Ja, de laatste keer in het oude jaar. is
dit rubriekje ook Weer present. Voor één
keer maar, want een vriendje stuurde me
wat raadsels, maar voor volgende week
heb ik er meer nodig.
Daar gaan we dan weer.
1 Hoe trek je 45 van 45 af en houd je
45 over?
2. Achter mijn eerste lettergreep rennen
veel jongens. Mijn tweede drukt
zwaar. Mijn geheel heeft iedere lucht
ballon nodig om te stijgen.
3. Welk land schuilt in 3 delen van de
ze zin: „Pa gaf les aan Tana
4. En welk in drie van deze zin: „Wil
ly en Kees hebben gewed, hoe groot
ons land is"?
5. En welk in twee van deze zin: „Ja,
de koekepan moet ik hebben, Riet'
OOOOGOOGGOGOGOOGGGGOOOGGO©
GGGOOOGOOGOOOOGOOOOOGOGOOO
Wil je geloven, dat ik zin heb mijn
bed in de gang bij de brievenbus te zet
ten? De briefkaarten met oplossingen
kunnen soms amper tegelijk door de
gleuf en het is langzamerhand een res
pectabel stapeltje geworden. Fijn hoor,
dat de animo zo groot was en ik vind'
het heerlijk al die bekende en onbekende
namen te lezen.
Alleen.... het brengt je wel eens tot
peinzen, hé? Want zo'n prijsvraag oplos
sen en opschrijven kost toch tijd, niet?
leder kind heeft die tijd gehad en dat is
nu juist altijd hetja, ik zeg het
het smoesje, dat ze allemaal hebben,
nooit eens te schrijven. Geen tijd, veel
huiswerk, moeder helpen, enfin noem
maar op. Kijk, het geheim is natuurlijk,
dat er nu iets te verdienen valt en anders
niet. Hoe jullie me helpt door me te
schrijven, begrijpen er niet veel. Mis
schien nu om me een plezier te doen?
Kees H. (12 j.), dat is me een moei
lijke vraag! Zie je, maak ik een groepje
van 12 jaar, dan moet "ik ook jongens
van 9, 10, 11 enz. een kans geven. En de
meisjes niet te vergeten! Ik kan het dus
werkelijk niet doen, maar zal je naam
onthouden, als een ander vriendje zoiets
vraagt!
Joop M. (14 j.), ik vind er niets geks
aan', je kunt het maar leuk vinden! Be
dankt, kerel, voor je uitgebreide col.
lectie mopjes, gedichtjes en raadsels.
Wat betreft je gedichtje-s dan met het
voornemen, want ik vond ze er niet bij!
In de volgende brief dan maar!
Nellie M. (9 j.), zo, dus nu je geheu
gen weer opgefrist is kan ik weer op je
rekenen? Reken maar niet, dat ik je ver
jaardag zou hebben vergeten, dan ken Je
me nog niet! Keurige cijfers, Nellie. Denk
erom. dat je dat handwerken nog eens
speciaal aanpakt, want dat heb je later
hard nodig, hoor.
Marinus B. (11 j.), heb je daar wel
adem genoeg voor? Als ik mijn stijve
spieren een enkele maal nog wel eens in
voetbalkledij verborgen heb, zoek ik
maar gauw een rustig plaatsje op. Het is
een mooi rapport kerel, alleen dat schrij
ven, hè? Speciaal oefenen maar, in brie
ven aan mij b.v.!.
Wim de L. (10 j), fijn, dat je nu ook
eens aan het schrijven slaat. En nu vol
houden. hoor, want dat is meestal het
moeilijkst. Ik heb nu drie broers onder
de klapperbomen, dus we zijn met zijn
tweëen goed vertegenwoordigd, hè? Ben
je ook zo trots op ze, ik wel hoor!
Jopie G. (11 J.). maak je maar geen
zorgen, want alle oplossingen zitten in
een grote doos. Ja, dat weet ik niet zo
gauw en 1 hangt af van de hoeveelheid
oplossingen. Laat Miep ook nog maar
gauw haar kansje wage», dat mag gerust.
Annic de B. (9 j.)welgeteld vijftien
maanden geleden, nietwaar? Maar goed,
zand erover en met nieuwe moed op
nieuw begonnen. Van dat feest hoef je
me heus niets te vertellen, want ik ben
er zelf geweest. Had je dat maar gewe
ten, hè?
En dat is dan de laatste post van het
jaar. Tot besluit natuurlijk „Een Zalig
Nieuwjaar!" voor alle kleine en grote
lezers en lezeressen van
OOM LUUK.
VWJQOQGGGGQOGGGGGGGGGGGGGOGGGOGGOGGGGGOGQQGOGGOGGGQGGOGGQQGGGGGGGGGGGGGGGGOGGGGGGGGGGQGQGOOQGOQQGGGCTOOfyi'^
Romanbijvoegsel
KORTE INHOUD VAN HET VOOR
AFGAANDE.
De detective Arie Arends krijgt uit!
Arnhem van een zekere heer K. van
Bemmelen een briefje, waarin hem
dringend verzocht wordt om een onder
houd. 's Avonds leest hij de krant,
dat de heer van Bemmelen spoorloos
verdwenen is. Samen met de schrijver
van het verhaal begeeft Arends zich
naar Arnhem. Hij verneemt daar v%n
de huishoudster van van Bemmelen.
dat laatsgenoemde ongehuwd was en
zich in zekere welstand verheugen
mocht, vooral omdat hij vaak erfenis
sen kreeg. Tevens verneemt hij, dat
een neef, Ferdinand van Bemmelen, de
Zondag tevoor plotseling gestorven is.
Arends en zijn vriend gaan een be
zoek brengen aan de dokter van de
oude heer van Bemmelen,
Maar de dokter komt zelfs niet thuis
om te eten en blijkt op mysterieuze
manier met zijn auto te zijn veronge
lukt. De twee vrienden gaan hem In
het ziekenhuis bezoeken. De dokter
vertelt, dat hij door een onbekende was
uitgenodigd om naar een bepaalde weg
te komen. Daar gebeurde het ongeluk.
Men heeft dius blijkbaar dr. Meertens
uit de weg willen ruimen. De grote
vraag is: waarom?
De beide vrienden gaan naar Arnhem
om mevrouw Groenewegen, de huis
houdster van de vermiste, te gaan on
dervragen.
Zij vinden het lijk van de huishoudster
die vermoord werd.
Bij onderzoek van het bureau van de
vermiste, wordt een brief van Hans van
Bemmelen gevonden, waarin deze zijn
broer om geld vroeg.
Tenslotte wordt een bezoek ge
bracht aan de familie de Zwart In
Deventer. Mevrouw de Zwart is een
zuster van Hans en Karei van Bem
melen.
Thuisgekomen, vertelt de moeder
ven Arends, dat een vreemde beswe
ker, M enige tijd op ham te hebben
gewacht, was weggegaan maar later
op de avond nog zou terugkeren.
De man, die zich Krefeiü noemt,
komt inderdaad terug en vertelt een
vreemd verhaal: hij zou de verdwenen
heer van Bemmelen hebben gezien.
De volgende dag gaan A.A., zijn
vriend en Krefeld door donkere straat
jes van Arnhem op zoek. Daar over
valt Krefeld hen plotseling. Arends
weet zich in de rivier te redden en de
verteller raakt bewusteloos.
Na dit avontuur laten ze zich per
auto thuis brengen, waar ze een en
ander bespreken en conclusies proberen
te trekken.
Later komt het bericht, dat dr. Meer
tens in zijn huis werd neergeschoten.
Daar A. A. vreest, dat Hans van Bem
melen in Den Haag het volgende slacht
offer zal zijn, besluit hij. hem te gaan
waarschuwen. De toneelcriticus wil
echter van geen bescherming horen.
Des avonds wordt hij voor zijn woning
neergeschoten.
Nu gaat A. A. de weduwe van Ferdi
nand van Bemmelen waarschuwen.
16)
Waarom Natuurlijk zoek ik een
oplossing, ik zal blij zijn, wanneer ik die
gevonden heb. Maar dan voor goed voor
een poosje althans, niet gaan zwerven
alsjeblieft met mijn huis hier achter me.
Dan zou ik toch telkens weer in deze
leegte moeten terugkeren. Neen, daar
begin ik liever niet aan. Of ik moet
eerst weten, hoe ik het daarna oplos.
Werd hij op straat neergescnoten, zegt
u? Maar hij leek me zo'n gemoedelijke
man, helemaal niet iemand, om een
vijand te hebDen.
Kwam hij wel eens bij u?
Ik ontmoette hem weieens bij oom
Karei, o, niet zo vaak. We zijn niet fami
lieziek geloof ik.
Ik geloof ook niet, dat hij een
vijand had. zei A. A.
Neen? Dat zei ik al.
Maar hij had eer, broer, die naar de
mening van sommige mensen zeer welge
steld moet zijn geweest. Zoals u een oom
hebt gehad. Of iadiea u denffc aan de
mogelijkheid van een terugkeer: zoals u
een oom hebt.
En wat wilt u daér nu weer mee
Dat ik die moord onheilspellend
vind voor ieder, die tot de familie van
Karei van Bemmelen behoort. Ook voor
u dus. Daarom wilde ik u in overweging
geven niet alleen te blijven wonen.
O op den duur blijf ik natuurlijk
O, dus u zoekt toch nog wel?, vroeg
ze gretig.
Natuurlijk, totdat ik die sleutel heb
Goddank. Stel je voor, dat je zou
moeten blijven leven met dat raadsel van
oom Karei.
Zijn broer Hans was er vast van
overtuigd, dat hij vandaag of morgen heel
gewoon terugkomt en ook zijn zuster,
mevrouw Zwart, erkende een dergelijke
niet alleen. Ik zei u al, dat ik bezig ben, mogelijkheid, troostte mijn vriend.
een oplossing te zoeken. En dacht u
nu....? Maar mijnheer Arends, waarom
maakt u mij bang
Omdat ik gegronde reden heb, te
vrezen, dat daar aanleiding te over voor
is. Indien dit alles gaat om de nalaten
schap van uw oom Karei
Is oom Karei dan dóód
Dat weten we met. Doch er moet
een doel achter de serie misdaden ste
ken en het meest voor de hand lig
gende is natuurlijk de nalatenschap van
uw oom.
U hebt gelijk, ik moet meer onder
de mensen. Als ik daarover moet gaan
tobben, word ik gek, denk ik. Lieve
genade, oom Hans vermoord en u denkt.
dat lkJa, ik moet die oplossing
zien te vinden, het gaat zo het gaat. Zo
spoedig mogelijk. Ik probeer nu, mijn
huis te verkopen. Daar moet ik natuur
lijk het oog op houden. En dan een plaats
zoeken, waar ik mijn inboedel kan op
slaan. Ik was ook niet van plan. hier
te blijven zitten. Ik zei het u al direct,
dat ik een uitweg zoek, al een poosje.
Het kantoor heb ik gelukkig kunnen
overdoen.
Ze was blijkbaar overstuur. Ze schreide
weliswaar niet, doch ze zei dingen, die
ze reeds gezegd had en die overlf
waren. Dit lag niet in haar karakter,
althans niet in de lijn. die ze wenste te
volgen. Bij onze vorige ontmoetingen had
ze de indruk van grote zelfstandigheid
gewekt.
Ik vond het mijn plicht u te waar
schuwen, hernam A. A: Ik had ook de
aanslag op uw oom Hans voorzien, wij
hebben hem gisterenavond nota bene
zien neerschieten. En nu ik meen, nog
meer aanslagen te kunnen voorspellen,
voel ik me niet vrij, voordat ik gezorgd
heb. dat men maatregelen kan treffen.
Van hier gaan we naar de tante van uw
man, mevrouw Zwart, om ook haar te
waarschuwen. En dan hoop ik. dat er
niets gebeurt, vóór ik de sleutel van de
opeenhoping ven raadsels gevonden heb.
Maar als hij terugkomt, zal men dan
ook hem niet naar het leven staan?
Daar zullen we dan beter over trach
ten te waken, dan wij konden over dat
van uw oom Hans, beloofde A. A.
O, alstublieft, alstublieft. En u denkt
dus, dat ik liever vandaag dan morgen
hier weg moet?
Het lijkt me veiliger, antwoordde
hl— Ik heb natuurlijk wel een.vriendin,
waar ik vannacht heen kan gaan. O, laat
me er toch zó niet over denken, het
wordt zo werkelijk met al dat gepraat!
Ik kan bij die vrienden wel een paar
nachten terecht en dan overdag hier zijn,
dan is er toch ook het meisje en als het
helemaal moet, vraag lk, of mijn vriendin
dan met me meekomt. Er kunnen men
sen komen, om het huis te zien, weet u?
En dan moet er toch iemand zijn. Tenzij
ik een papier voor het raam zet, waar ik
ben en dat men het daar bevragen kan
Doet u dat liever niet. Laat niet te
veel weten, waar u heengaat. Ik hoop, dat
er spoedig geen reden tot onrust meer
zal zijn, doch vooreerst is het werkelijk
beter, zo stil mogelijk onder vrienden le
blijven.
Dat zal ik dan doen, ik zal aanstonds
opbellen, vragen of ze me kunnen heb
ben vanavond.
Niet te laat, drong A. A. aan.
Neen, dadelijk.
Ik l :doel: niet te laat gaan van
avond. Liever in de volle drukte van de
middag wanneer er veel mensen buiten
zijn. Toen uw oom Hans werd getroffen,
was er vrijwel niemand meer op straat
en zeker heeft niemand de moordenaar
gezien.
Alsof hij ervan overtuigd was, haar nu
wel voldoende bang gemaakt te hebben,
zodat ze stellig niet alleen zou blijven,
stond hij op en keek op zijn horloge,
waarna hij het hoofd hief met een rukje,
dat zijn verrassing over het tijdverlies te
kennen gat
Mevrouw van Bemmelen begeleidde
ons naar de straatdeur en vergezelde ons
een klein stukje de voortuin door. Ik
keek de zonnige Velperweg over, terwijl
mijn vriend nog enige woorden met me
vrouw van Bemmelen wisselde. Er gleed
een lage auto aan, vrijwel geruisloos,
een wagen die zeer grote snelheid moest
kunnen ontwikkelen, doch nu als het
ware in wandelgang ging. Aan het stuur
zat een elegante heer, die iets bekends
had. Ik v-oeg me af, waar ik hem eerder
ontmoet had. Ik wendde me tot A. A
om hem te vragen, of hij de bestuurder
soms herkende Ik behoefde het niet te
vragen Ik zag' het. aan de fonkeling in
zijn ogen.
Krefeld, zei hij.
Tegelijkertijd keken we naar mevrouw
van Bemmelen, het mogelijk volgende
slachtoffer van de scherpschutter.
Dat wasbegon A. A. terwijl
hij naar de weg wilde snellen.
Elke poging, om Krefeld te achterha
len, was echter bij voorbaat vruchteloos,
want de wagen had de snelheid zeer snel
opgevoerd.
A. A. stond dan ook dadelijk weer stil.
Dat was Krefeld, de man. die naar
alle waarschijnlijkheid een der beste
schutters van Nederland is en gister
avond uw oom neerschoot.
Terwijl hij sprak, zag ik aan zijn ogen,
dat hij iets anders dacht. Hij staarde
mevrouw van Bemmelen aan
Wat hebt u?, vroeg hij
Als u er niet geweest was. had hij
mij dus nu
Ik zou niet graag beweren, dat hij
u thans iets zou hebben gedaan. Maar
voordat ik u verklaarde, wie hij was,
keek u al zoenzo eigenaardig.
Ik zou bijna zeggen, alsof u reeds iets
van die man verwachtte.
Ik herkende hem. antwoordde ze:
Hij kwam vroeger, dat is al maanden ge
leden, vaak bij mijn man en hij heeft mij,
och, laat ik daar niet over praten. Maar
hij heet geen Krefeld.
Daar twijfelde ik ook niet aan, zei
mijn vriend: Natuurlijk heeft hij ons zijn
ware naam niet genoemd. Hoe luidt die?
Van Balen.
Neem u dan bijzonder in acht voor
Van Balen, besloot A. A.: En bel direct
uw vrienden op, dat u een poosje bij
hen komt logeren Uw adres hoor ik wel
gaarne te gelegener tijd. U kunt het mij
even schrijven, ja?
Reeds voordat wij het hekje bereikt
hadden, was zij het huis weer binnen
gegaan, stellig rechtstreeks naar de tele
foon.
En nu. naar Deventer. Als we die
kerel daar weer voor de deur zien, zul
len we hem niet nog eens laten ont
komen
Gelukkig, zei ik.
Wat Is er gelukkig?
Dat we nu ook eens van ontkomen
kunnen spreken, met niet onszelf tot
onderwerp, antwoordde lk.
In Deventer zagen we de auto niet. Ik
zeg dit maar dadelijk, om de lezer niet
overbqdig in spanning te houden. We
spraken er mevrouw Zwart niet persoon
lijk, want A. A. vroeg niet naar haar,
doch naar haar man. Hij wilde stellig
niet nog eens zoveel vrees wekken, als
hij mevrouw van Bemmelen had inge
boezemd, althans niet bij het mogelijke
slachtoffer zelf.
Mijnheer Zwart luisterde rustig, naar
wat mijn vriend over de opeenvolging
van misdaden en de voor de hand lig
gende gevolgtrekkingen zeide. Toen deze
was uitgesproken, antwoordde hij:
Het is niet gemakkelijk, en dat is
maar gelukkig ook, om uw opvattingen
te delen Ik zal echter ongetwijfeld uw
raad öpvolgen en mijn vrouw, zoveel
mogelijk zonder dat zij dit bemerkt
aan gevaar onttrekken. Hopelijk is het
echter overbodig. Ik geef toe dat de
misdaden in serie wijzen op verband
met onze broer Karei en dat er, in dit
verband, inderdaad nog ernstige dingen
kunnen gebeuren. In ieder geval dank lk
u hartelijk voor uw komst. Hebt u nog,
geen vermoeden, wie de dader kan zijn?
Een zekere van Balen, zei mijn
vriend: Die naam kregen we vanmiddag
in Arnhem van uw nicht, mevrouw van
Bemmelen
Hij vertélde, hoe de auto juist by ons
vertrek 't huis passeerde.
We zijn er niet veel verder door.
Van Balen is een tamelijk algemene
naam. Maar we hebben de auto bij dag
licht gezien en ofschoon hij geen exclu
sieve kleur tfd, ik zou hem toch zeker
herkennen. Dat is iéts gewonnen.
Op de saaie reis van Deventer naar
Dordrecht herinnerde ik Arie Arends
aan z'n verklaring over 't belang van
onze kennismaking met de bewuste
auto.
„Oh" zei hij: „van Balen is alles behal
ve een idioot Tenzij wij over drie dagen
begraven worden, heeft die auto ofwel
binnen die tijd een andere kleur ofwel
een andere bezitter. Ik maakt me geen
enkele illusie over nonchalance van de
man die weet, dat ik niet rusten zal
voordat hij niet meer in die auto kan
zitten.
HOOFDSTUK XXIII.
Er gebeurt niets.
De volgende morgen vertrok ik naar
huis. om het werk, dat zich natuurlijk
gedurende die paar weken afwezigheid
had opgestapeld, enigszins in te halen. Ik
was destijds wel niet direct gebonden, ik
schreef als los medewerker voor diver
se bladen artikelen over criminologie,
maar ik moest daar toch niet te lange
onderbrekingen in laten ontstaan.
Bovendien, zoals A. A. uitdrukkelijk
verklaard had, was het einde van de ge
schiedenis van Bemmelen nog niet in
zicht en dus zou mijn verblijf in Dor
drecht wie weet hoe lang hebben kun
nen duren, indien ik het per sé wilde
afwachten. Ik kwam overeen, dat ik
i mijn vriend voorlopig «Ut weekeind.
wanneer hij althans niet van huis was,
zou bezoeken. Hij zou mij dan op de
hoogte kunnen houden, van wat er in de
onderhavige kwestie aan belangrijks
voorviel.
Ik had de eerste dag mijn handen vol
aan correspondentie; er waren twee ver
zoeken van tijdschriften, om mijn belofte
van een detectiveverhaal in te lossen die
die avond mijn geest totaal in beslag na
men. Ik scbifte uit de ontelbare gege.
vens, die ik trouw verzamel, juist zoveel,
dat ik voldoende stof had voor de beide
tijdschriften De volgende dag verdiepte
ik me er in, stelde een kort overzichte
lijk exposé op. De derde dag begon ik
te schrijven.
Maar het vlotte niet, lang niet zoals
anders, wanneer ik me met plezier aan
mijn taak kan geven. De zaak van Bem
melen nam me te zeer in beslag en het
scheelde warempel niet veel, of ik had
die als onderwerp voor een gedocumen
teerde beschouwing over de psychologie
van de misdadiger gebruikt Gelukkig
ontging het me niet, dat juist documen
tatie ons ontbrak, terwijl we de misda
diger bovendien nog niet kenden.
Met deze conclusie was ik precies
aangeland bij de werkmethode, die Arie
Arends steeds verdedigt en waarmee hij
tot dusver immer succes had geboekt.
Ik kreeg daardoor het vermoeden, dai
mijn vriend méér wist, dan hij wilde
zeggen. Of neen, dit is niet nauwkeu
rig uitgedrukt: dat hij meer vermoed
de, dan hij wilde mededelen en dat
zijn vermoeden uiteindelijk zou blijken
op waarheid te berusten, terwijl het pas
beredeneerd zou kunnen worden, nadat
de feiten die waarheid aan het licht zou
den hebben gebracht. Ook dit was m
volkomen overeenstemming met wat
A.A. bij vroegere avonturen zo ongeveer
over zijn positie had gezegd. Al met al
begon ik zo gretig naar de Zaterdag,
wanneer ik hem weer zou ontmoeten,
uit te zien, dat er van mijn artikelen
niets terecht kwam. Toen ik aan het
einde van de week het resultaat van
mijn arbeid overzag, constateerde ik, dat
ik eigenlijk alleen wat correspondentie
behoorlijk had afgedaan- Ik zat die Za
terdag reeds bijtijds in de trein naar
Dordrecht.
En?, was mijn eerste vraag aan
A. A., dadelijk nadat ik hem met een
handzwaai had gegroet.
Wat en?
Wel, van Bemmelen?
O. Nou, je weet het. Je was Zon
dag immers bij mijn ontmoeting met de
beide mogelijk bedreigde dames?
- Dus nadien niets?
(Wordt vervolgd)