John Mills als Captain Scott Schildklier als productie-apparaat Schieten de katholieken over de hele wereld te kort? D\E wereld De raadselachtige verdwijning Gevolgen van te hard of te zacht lopen OP WEG naar het VOORJAAR door BRAM VERSCHOOR V Koor de filmcamera ONDER VELE KOPJES THEE iVan „song-and-dance man" tot. filmregisseur? John Mills, die de titelrol speelt in de Engelse technicolorfïlm „Scott oj the Antarctïe" van Charles Frend. ry"' Protesten alken maken geen indruk op Kremlin MEER BLOEM VOOR WITTEBROOD 7 STERDAG 22 JANUARI 1949 PAGTNA 4 In December van verleden jaar heeft in Londen de gala-première plaats ge had van de film „Scott of the Antarc- tia". Deze film beschrijft, zoals men weet, de geschiedenis van Scott's laat ste tocht naar de Zuidpool. De regie wordt gevoerd door Charles Frend, terwijl John Mills de titelrol speelt. Met da vertolking van deze rol heeft John Mills, die hard op weg is, een van Engelands meest populaire filmsterren te worden, sterk de aandacht getrokken. Het leek ons daarom niet ondienstig, onze lezers iets meer over hem te ver tellen en derhalve hebben wij onze me dewerker in Londen opdracht gegeven eens met hem te gaan praten en hem het een en ander over zichzelf te laten vertellen. Aan het verslag, dat deze medewerker van zijn onderhoud met John Mills heeft gemaakt, ontlenen wij het volgende; Het geluk is met de dommen. Het was niet zo gemakkelijk de opdracht om John Mills te interviewen, uit te voeren. Dagen lang hadden we hem el op de hielen gezeten, maar nu eens was hij net weg voor buitenopnamen, dan weer was hij elders aan het repeteren veor een nieuw toneelstuk. Na een urenlange dooltocht deer de studio's in Elstree smaakt de thee in de eantine altijd heerlijk (een Engels man kan nu eenmaal niet zonder sld ten thee) en we zaten er net op ons ge- mak uit te blazen, toen Bunch naar bin nen gesprongen kwam. Dat zegt een Nederlandse lezer na tuurlijk mets, maar iedreen, die in Len den iets met de film te maken heeft kent Bunch, een vrolijk klein meisje ven een jaar of zeven, dat eigenlijk Juliet Mills heet. Wear Bunch is, daar is John Mills meestal niet ver te zoeken en ook nu was Bunch haar pa vopruitgerend, die, net als wij op de thee afkwam. Bij had een half uurtje niets te doen en in dat half uurtje zijn we er in ge slaagd, een beknopt relaas van zijn car rière uit hem te trekken, want John blijkt njet gemakkelijk iets over zich zelf los te laten. John Mills is geboren op 2Februari 1908 in een kjein dorp in. Suffolk. Hij Is dus bijna 41 jaar. Het kan misschien geen kwaad, als een zekere categorie bakvissen dat precies weet", constateer de ons slachtoffer. Zijn vader was wiskundeleraar aan een zeevaartschool, maar van zijn prilste jeugd af heeft hij herinneringen aan ge sprekken over toneel. Zijn moeder, wel verre van zich voor wiskunde te inte resseren, heeft nooit de tijd kunnen ver geten, toen zij nog voor haar huwe lijk als actrice ep de planken stond. Zij moedigde da oudere zuster van John, Annette, die danseres wilde worden, al tijd heimelijk aan, hqewel zyp vader meer voor de wetenschappen dan voor de kunsten voelde en tenslotte zijn va derlijk gezag liet gelden, toen John aan het einde van zijn sehooltijd óók al to neelbevliegingen kreeg. „Of ik wilde of niet", aldus John, ,.ik zou, zo al niet in de wiskunde, dan toch tenminste in de graanhandel. Mijn grootvader was namelijk lid van de Londense Korenbeurs en de graanhandel was zo'n beetje het familievak. De drie jaren, die ik op een Londens kantoor doorbracht, heb ik veel meer belangstelling gehad voor de amateur- toneelgezelschappen, die mijn vrije tijd in beslag namen, dan voor de zakeji van mijn bazen. Coward, die voor zijn genoegen op we reldreis wasen die onze repetities had bijgewoond, viel voor hem in. Coward was de eerste, die iets in mij scheen te zien en toen ik weer terug was in Londen, gaf bij mij een introductie voor C. B. Cochrane, de Londense revue-ko ning, die mij een hoofdrol gaf in de „1933 Revue" in de Adelphi. Van dat moment af ging het eigenlijk van een leien dakje. Ik "kreeg rollen in alles, wat maar op de planken werd op gevoerd, van ernstige stukken als „Ca valcade" tot revues als „Words and Mu sic" toe. Het jaar 1939 bracht ik door als Puck in de „Midzomernachtsdroom"- opvoeringen van de Old Vic' maar mijn eerste werkelijke sucees had ik als Ge orge in Steinbeck's „Of Mice ajid Men". Op onze informatie naar zijn filmwerk bekent John. dat hij in de vooroorlogse jaren in tal van films kleine rolletjes heeft gespeeld. „Meer voor de grap, om iets bij te verdienen of om meer routine te krijgen". Hij noemt namen als „Good bye, Mr. Chips", Noel Coward's films „In which we serve" en „Happy Breed" en „Waterloo Road". Die laatste films dateren trouwens uit de oorlogstijd, toen hij in 1942 wegens ziekte uit de militaire dienst was ontslagen. Maar ook toen ging zijn voornaamste belangstelling naar het toneel uit. Hij werd zelfs regisseur van het stuk „Duet voor twee handen", dat door zijn vrouw was geschreven en waarin hijzelf meespeelde. Het was jaren na de oorlog, dat hij weer iets met de film te maken kreeg. Dat das in „Grote Verwachtingen", waarin hij Pip te spelen kreeg met Va lerie Hobson als Estelle. Deze film kreeg drje Qscaps van de Amerikaanse Aca demie, o.a. voor de beste fotografie. Daarna volgde „The October Man", een psychologische „thriller", waarin hij de jongeman speelt, die ten onrechte wordt verdacht, hoewel hijzelf overtuigd is van zijn schuld. Bij ons derde kopje thee vertelt Mills iets over zijn laatste film „Scott of the Antarctic;". Annette, die geen onaardige carrière begon te maken, gaf me tenslotte de moed om het kantoor er aan te geven. Zeer optimistisch begon ik met mijn baan op te zeggen en eep kamer in een pension in Lambeth tg huren. Maar hoe }k ook zocht en liep, een toneelspeler scheen men niet in me te zien en om het hoofd boven water te houden, werd ik reiziger in zeep en tandpasta. In mijn vrije uren nam ik danslessen bij Zelia Ray, die er in Maart 1929 toe leidden, dat ik werd opgenomen in het koor van de Hippodrome, waar een operette werd opgeveerd. Dat was nu niet direct Kunst met een hoofdletter ,maar enfin, ik stond OP de planken. Ik was eigenwijs genoeg om het na één show al beter te weten en samen met Qeorge Posford ,die nu als compo nist veel succes heeft, studeerden we een „song-and-dance-act" (liedje met een praatje en een dansje) in, waarmee we de eabarets onveilig maakten." Terwijl John Mills verse thee laat aanrukken, mijmeren we even over de waarheid van de uitspraak, dat, wat er in een man zit, er ook wel uitkomt, als hij maar ernstig genoeg wil. Het valt niet mee ons de John Mills van thans voor te stellen als een „song-and-dance- man" In een cabaret. De carrière van John Mills heeft zich over zonderlinge paden bewogen. Een impresario bood hem eens een baantje aan bij een troep, die naar India, Ma- lakka en China op tournee ging. Men speelde alles. Van „Hamlet" tot de mu zikale show „The Gti'I Friend" toe, - „Toen wij in Singapore met „Journey's End." zouden openen', vervolgde John, „werd één van de acteurs ziek. Noel „Ik speel de titelrol in deze Techni color-film, die na langdurige en grondi ge studie is gemaakt. De meeste voor vallen en dialogen zijn ontleend aan het hoogst dramatische dagboek, dat op Cap tain Scott is gevonden, toen men de lij ken van hem en zijn kameraden in het Zuidpoolgebied heeft gevonden. Wij heb ben ook veel inlichtingen en adviezen gehad van overlevenden in het werkelij ke Zuidpoolgebied, in Zwitserland en in Noorwegen. Charles Frend, de regisseur, koos mij voor de rol van Captain Scott, omdat ik een merkwaardige gelijkenis vertoon met deze grote en nobele figuur. Ik kan u wel zeggen, dat de rol physiek en gees telijk het uiterste van mij heeft geëist, maar ik ben erg gelukkig, dat men mij voor deze zware taak heeft gekozen". Met een brede glimlach staat John Mills op. Zijn vele plichten van produc tieleider-hoofdrolspeler roept hem. Bunch is ai weggehuppeld. Wij werken nog een beetje onze noti ties uit bij weer een volgend kopje thee en peinzen over John Mills, die moge- lijkf nog eens een groot regisseur wordt. Hoe goed een acteur ook moge zijn. bij de film komt het toch in hoofdzaak aan op de regisseur. Van „Song-and dance- man" tot filmregisseur,... wat er in een man zit, komt er wel uit, als hij maar ernstig genoeg wil De Duitse toneel- en filmspeler Erich ppnto gaat binnenkort naar Londen om met de Franse actrice Arani Rosar, de Italiaanse actrice Alida Valli en de Oos tenrijkers Paul Hoerbiger, Ernst Deutsch en Fritz Imhoff te spelen in een nieuwe film van Carol Reed, de regisseur van „Odd Man Out" en „Fallen Idol". Ook de Amerikaanse regisseur en acteur Or son Welles zal in deze film, welke tot titel krijgt „The Third Man", een rol spelen. De buitenopnamen voor de film worden op het ogenblik In Wenen ge maakt. „Goeiendag, allemaal. Het was pret tig eens onder vrienden te zijn, al wa ren het de mijne niet". Margaret Loekwoed's afscheidswoorden tot een groepje filmcritici. Het begint er naar uit te zien, dat niets Hollywood ervan zal kunnen weer houden een vervolg te maken op de film „Mrs. Mipiver". De titel zal heel aanlokkelijk luiden; „The Mtaiver $to- Het departement voor de Kunst ln Roemenië heeft de import van Westerse films in Roemenië verboden, daar deze „louter ontspanningsfilms zijn, zopder ideologische inhoud, of erger, geïnspi reerd op de burgerlijke, kapitalistische en decadente cultuur van de bezittende klasse". Maar het ergste is, dat dit von nis van het Roemeense departement nog een deel waarheid oevat ook. In Roemenië worden voortaan slechts films toegelaten, die vervaardigd zijn in Rusland of in andere „volksdemocrati- sche" landen. Wij twijfelen er niet aan, of die films zullen wèl een ideologische inhoud heb ben. Een „volksdemocratische" Ideologie, al is het dan niet bepaald een democra tische, BazeJ (K-N.P. 29—1—49) Het oudste katholieke dagblad van Zwitserland het „Vaterland" publiceert een artikel van dr. Karl Wiek, waarin deze commentaar geeft op de arrestatie van Kardinaal Mindszenty. Dr. Karl Wick geeft uit drukking aan zün vrees, dat de katholie ken van de gehele wereld in het geval van Kardinaal Mindszenty even weinig zullen bereiken als van Mgr. Stepinac, aartsbisschop van Zagreb. Hij ziet in de beide gevangen genomen bisschoppen de „gegeselde gerechtigheid, de met doornen gekroonde menselijke waardigheid en de aan het kruis gesla gen menselijke vrijheid". Een wereld, die zich tegenover de com munistische vernietigingstactiek terug trekt in de rol van toeschouwer, zonder ook maar één krachtige verdedigingsstel ling op te bouwen, kan met papieren pro testen geen indruk maken op 'het Krem lin. De invloed van het katholicisme in de wereld staat in geen verhouding tot zijn getalsterkte. Vooral het ontbreken van een krachtige internationale samenwer king der katholieken geeft aanleiding tot ernstige bezorgdheid. Joden, Vrijmetselaars, Socialisten en Li beralen hebben een meer uitgesproken zin voor wereldsolidariteit dan de Katholie ken, aan wie het aan gemeenschappelijke moed ontbreekt om hun geloof te belijden en daarmee in overeenstemming te hande len. Op het einde van de vorige en in het begin van deze eeuw vestigde men er de aandacht op, dat er vooral in berg streken, gelijk Zwitserland, N.-Amerika. Sumatra e.a. een groot aantal mensen leefde met een opgezwollen onderste deel van de hals ,een zgn. krop: vervol gens dat er in diezelfde streken veel kleine, achterlijke mensjes leefden (crétinlsme)-, en ten derde dat er een ziekte bekend geworden was, die de naam kreeg van Myxoedeem, welke be staat in een opzwelling van de huid. op vallende traagheid in spreken en han delen, gepaard met een toenemend dom me uitdrukking van het gezicht. Wat was daarvan de oorzaak? Het onderzoek naar de verklaring ven deze in hoge mate ongewenste versönün- selen wees in de richting van het ontbre ken van voldoende jodium in óf schild klier, het bekende orgaan, dat vóór in de hals tegen het strottenhoofd aan ligt. De aanvoer van 0.1 milligram jodium pear dag is noodzakelijk. Het uitblijven van deze wel uiterst geringe hoeveelheid is verant woordelijk voor alle boven opgenoemde onaangename verschijnselen. Het lichaam probeert deze on derpro duotie aan te vul len door vergroting van het orgaan- Van daar de krop. Met recht zegt men hier. dat een kleine oorzaak grote gevolgen heeft Proeve van verklaring Al is het menselijk lichaam beslist geen machine zoals wel duidelijk blijkt uit het feit, dat het zich zelf ontwikkelt en tot zekere hoogte uit eigen initiatief aan gerichte schade herstellen kan, toch is het er in zekere opziehten mee te ver gelijken. Wat voor een machine brandstof is, zou voor het organisme overeenkomen met voedsel. Maar goede en overvloedige brandstof kan een machine niet op gang houden, als de onderdelen niet op de juiste wijze op elkaar ingesteld zijn en de delen die beweeglijk niet elkaar veroon- den zün niet behoorlijk gesmeerd worden. Ook hierin gaat de vergelijking op. Ons lichaam moet niet alleen gevoed worden, maar de onderdelen moeten gesmeerd zijn, d.w.z. gemakkelijk en vlot funtionneren. Welnu, dit laatste moet in functionele afhankelijkheid van andere organen en het zenuwstelsel bezorgd worden door de schildklier. Zij fabriceert met behulp van die 0.1 th.gr. jodium per dag een ingewik kelde eiwitvertoindinig die door het bloed rondgevoerd wordt in het lichaam en dan zijn regulerende en stimulerende werk zaamheid uitoefent- Aldus werkende stof fen kregen de naam van Hormonen. Ont breekt nu dit hormoon, dan ondervindt het organisme de genoemde funeste ge volgen. Hier lag een praohig onderzoekingster rein open voor physioiogen en. scheikun digen. De eerste slag werd gewonnen door de Engelse prof. Murray, die een myxoe' deern-patiënte stukjes verse of licht ge braden schildklier liet eten. Het succes was verbluffend- De patiënte herstelde piet alleen van haar dodelijke zielcte, maar leefde nog 28 jaar daarna en stier!' 74 jaar oud, nadat ze de schildklieren van 870 schapen geconsumeerd had! De scheikundigen hadden echter ook niet stilgezeten en wisten de werkzame stof uit de schildklier, het thyroxine, synthetisch te bereiden. Hoewel dit niet tot in alle bijzonderheden dezelfde resul taten geeft als tabletten met gedroogde schildklier, toch was hiermee 't afdoende middel gevonden. Zelfs zonder schildklie ren geboren kinderen kunnen door gere gelde inspuitingen in leven gehouden wor- ste. Als de overigens normaal werkende schildklier te groot wordt produceert ze te veel van haar hormaan. De machine loopt dan te snel. Er ontstaat druk op de ze nuwen, te snelle hartslag en te snelle stof wisseling- Het kan zelfs zo vlug gaan, dat met thyroxine ingespoten kikkervisjes de tijd niet hadden om behoorlijk uit te groeien en zeer vlug in miniatuur kikker- tjes verande^ein. Tenslotte zij nog opgemerkt, dait een klein beetje overproductie van het schtid- klierhofmoon niet onaangenaam is- We krijgen dan, Hoskins ze beschrijft, typen die snel en energiek handelen., ma gere mensen met scherpe gelaatstrekken, golvend haar, grote glanzende ogen, een goed gebif en een regelmatige mond. Ze beginnen vroeg, werken met' onvermoei bare energie door, gaan laat naar bed en ontwerpen in bed reeds de plannen voor de volgende dag. A. S. te houden aan het voorschrift, dat ln iedere plaats 25 pet beschikbaar moet worden gesteld. Op deze wijze hoopt de regering, 'dat de bloemverstrekking beter aap de vraag naar wittebrood zal aanpas sen en dat de bestaande misstanden zui len verdwijnen. De bakkers zijn evenwel wettelijk ver plicht steeds in voldoende mate gewoon brood beschikbaar te hebben, zowel in de winkel als bij bezorging aan huis, zo dat memand gedwongen wordt het uit de aard der zaak duurdere wittebrood tegen zijn wil te kopen. Op de naleving van dit voorschrift, alsmede op de handhaving van de kwa liteit van het gewone brood zal streng worden toegezien. De minister van Landbouw neeft in dertijd maatregelen K''rotten, om een zekere hoeveelheid wittebloem beschik baar te stellen voor het z.g witte-brood. Als proef is toen genomen een percen tage van 25 van de totale hoeveelheid meel en bloem voor brood, waarmee men dacht aan de vraag te hebben vol daan. Nadien is wel gebleken, dat de vraag in het algemeen groter was, al Is dit plaats- en streeksgewijs zeer ver schillend. Deze grotere vraag, waaraan lang niet overal kon worden voldaan, heeft aan leiding gegeven tot ongewenste misstan den, bijv. tot het euvel van het uitzeven van de voor het gewone brood bestemde bloem. De minister heeft nu besloten met ingang van Maandag 24 Januari witte bloem ip ruimere mate ter beschik king te stellen en tevens niet meer vast en tot behoorlijke ontwikkeling ko men. De heer R. Qlprent, wereldberoemd Ne derlands filmproducent van de eerste gro te Nederlandse Bach-film in kleuren (voorlopige titel: „Zingende Zielen") geeft blijk van een even grote zin voor reali teit als gevoel voor humor. „Ik ben van mening", aldus deelde hij pa de vijfde borrel tijdens een perscon ferentie in Hotel „Veei" aan de rond hem verzamelde filmjournalisten mede, „dat al die films over grote componisten en muzikanten veel lolliger zouden zijn, als de productie-formule een beetje werd ge wijzigd." „Als de meester achter zijn piano gaat zitten, zouden de tonen, welke uit zijn in strument komen, dio van een trombone moeten zijn. Daaruit zou duidelijk blij ken, dat het niet echt de acteur is, die speelt Een violist zou het geluid moeten voortbrengen van een dorpsharmonie en een cellist dat van een piccolo. Doe-1e ogen dicht e- stal je deze vernieuwing voor. Het zou -n ieder geval een heel stuk van de verveling verdrijven." Wanneer wij van elke kalenderdag de gemiddelde temperatuur bepalen uit ne waarnemingen van b.v. 100 jaren, blijkt dat de winter gemiddeld zijn dieptepunt omstreeks 20 Januari bereikt. Nu zegt deze datum lang niet alles: tijdens de beruchte winter van twee jaar geleden b-v- moest de ergste koude op 22 Januari nog komen en Februari was toen heel wat kouder dan de eerste maand van het jaar. Maar en is iets in deze dagen. dat d® hunger moed zal kunnen geven. Het dieptepunt van de winter hebben wij gehad en wjj zijn dus op weg naar het voorjaar, al is die weg in Februari meestal nog moeizaam en wijst de kalender in de regel Maart aan, voordat de temperatuur wat sneller omhoog gaat. In de laatste paar dagen is de temperatuur wat lager geweest dan in het begin van deze week. De aangevoerde lucht kwam ook vanochtend nog uit het Noordelijk deel van de Atlantische Oceaan, terwijl eerder in deze week de aanvoer uit Zuidelijker regionen had plaats gevonden. De depressie-activiteit boven Scandinavië werd daarbij de oorzaak van een vrij zware storm, die in het Noorden van het land tijdens windstoten orkaan-kracht bereikte. Zo werd op vliegveld Groningen niet minder dan 105 km- Per uur gemeten tijdens een zware bui, waaruit behalve regen ook hagel viel en tevens enig onweer werd waargenomen. In de afgelopen nacht is de luchtdruk vooral in Scandinavië belangrijk gestegen, zodat daar van depressies bijna niets meer is terug te vinden. De wind bij ons nam dientengevolge snel af en tijdens opklaringen kwam op vele plaatsen nachtvorst voor, terwijl alleen op vliegveld Twente ook - tzinrlav «111 tr-xxrarv) T-Tof IX73S V3D Romanbijvoegsel Ons De detective Arie Arends heeft een zeer raadselachtige zaak te* hand ge nomen. De heer Karei van Bemmelen te Arnhem heeft namelijk zijn hulp in geroepen, doch blijkt spoorloos ver dwenen te zijn. Z'n neef, Ferdinand van Bemmelen, ls onder vreemde om standigheden overleden. Bij het onderzoek maakt Arends kennis met de figuren rond de beide van Bemmelens, n.l. dr. Meertens; de huishoudster van de oude heer en z'n broer Hans van Bemmelen, toneelcriti cus in Den Haag. Deze drie personen worden later vermoord. Verder zijn er de vrouw van Ferdinand van Bemme len en de zuster van Karei, mevrouw de Zwart te Deventer. Onder bedrieglijke voorwendsels worden Arends en de verteller door iemand, die zich Krefeld noemt, naar Arnhem gelokt en aldaar overvallen. Ze brengen het er levend af en zetten het onderzoek verbeten voort. Volgens mevrouw van Bemmelen heet de man die zich Krefeld noemde in werkelijk heid van Balen. Een krantenbericht meldt, dat da heer Karei van Bemmelen plotseling weer in Arnhem was opgedoken. Arends gaat ogenblikkelijk met zijn vriend op onderzoek uit. De jonge we duwe van Ferdinand van Bemmelen ontvangt hem en vertelt, dat haar oom inderdaad gezond en wel is terugge keerd, na een weekje in Far ijs te hebben doorgebracht. Arends vraagt de oude heer te spreken en na een half uur op zich te hebben laten wachten, verscheen deze ook. Erg veel vertrouwen in de verklarin gen van de oude heer blijkt A. A. echter niet te hebben en weer alleen met zijn vriend, tracht hij de hele geschiedenis nog eens te reconstrueren, om aldus een conclusie te kunnen trekken. 19). En van <Balen-Krefeld Zou die niet met de moord op Karei begonnen zijn? Trouwens dit hele ge val lijkt zo door-en-door een familie-ge schiedenis. alles interne kwesties, dat van Balen er eigenlijk helemaal niet ln past. Een tweede Samuël, prees ik iro nisch, Shakespeare citerend: Een wijze rechter. Er wordt een aantal moorden begaan, doch de moordenaar heeft er niets mee te maken. Vergeet niet, dat van Bemmelen een medeplichtige gehad moet hebben, antwoordde hij, in heit minst niet ge belgd: Waarom zou die medeplichtige van Bemmelen niet zijn Omdat die over de grens was, toen jij de haven induikelde. Het is duister, herhaalde A. A.: Maar er moet licht te zien zijn, ergens. Het moet inderdaad van 'n andere kant gezien worden. We kijken nog steeds te gen blinde muren, die wellicht zij- of achtermuren zijn, terwijl de voorgevel overdadig veel vensters heeft, waar men duidelijk door kan zien. Vergeef me de ietwat gezochte vergelijking, maar ik. meen, het zo het begte te tekenen. Re capituleer, beste jongen, laten we nog maals alle détails op hun beurt in ogen schouw nemen. We deden zulks, doch voorzover mij betrof zonder resultaat. Doch ook toen ik daar zeker van was, sprak ik nog niet. Ik keek eens naar mijn vriend, die naar het plafond tuurde, waar de rook van zijn sigaartje vervluchtigde. Het duurde bijna een kwartier, voor dat hij het gesprek hervatte. Maar de zaken van Ferdinand wa ren niet zo in de war, zei hij: Verdik keme, wat vreesde Karei van Bemme len dan, toen hij verdween? Nadat de man, van wie hij misschien 'n aanslag op zijn leven verwachtte, zelf was over leden Dat de moord op zijn neef uit zou komen, veronderstelde ik, ten einde raad. Hij moet, wanneer hij zijn neef vreesde in die mate, stellig overwogen hebben, dat hij rust krijgen zou met de dood van Ferdinand, erkende A. A.: Maar hij ging pas naar het huis van zijn neef, toen deze gestorven was en zelfs toen kwam hij er niet. Dat was dan ook niet meer nodig. Overigens, A. A. negeerde mijn dwaze opmerking: was je conclusie nog zo gek niet. Hij rookte een poosje zwijgend. Dat hij vandaag loog, staat als een paal boven water, hernam hij, even daarna: Dan kan hij natuurlijk ook ge logen hebben met de verklaring, dat die zaken nogal meevielen en de nicht er een behoorlijke som voor ontving, in dat geval echter liegt mevrouw van Bemmelen gemoedelijk méé, zelfs voor, want zij vertelde ons al éérder, dat ze de zaken had overgedaan. Welke reden kan Zij hebben, ons een rad voor ogen te draalen Tenzij met haar oom onder één hoedje schuilt. Natuurlijk, dat is de oplossing, spot te ik: Die twee hebben samen uitge maakt, dat zij mettertijd de hele oogst zal binnenhalen, wanneer de natuur hem uit zijn podagralijden verlost. Ik stak de draak met het vruchteloze gepieker van mijn vriend. Ten dele deed ik dit, omdat ik er geen uitweg uit zag en het me dwaasheid leek, er nu direct nog verder over te tobben. Voor een ander deel echter uit gewoonte. Het verleden had namelijk toen reeds bewezen, dat juist mij soms zelfs ietwat tergende opmerkingen A.A.'s inzicht plotseling konden verhelderen. In zulk een geval barstte hij gewoonlijk plotse ling uit met een overdreven loftuiging op mijn schranderheid. Eigenlijk ver wachtte ik ook nu iets dergelijks, of neen, ik hóópte het. Het is volslagen onzin, erkende hii echter tam: Ik weet het zo goed als jij. Doch nemen we even aan, dat die twee beiden liegen wat dan? Je liegt een paspoortstempel niet in elkaar. Dat zeg je, omdat we vasthouden aan twee medeplichtigen en van Bemme len dan niet debet kan zijn aan jouw over rompelende slaap op de kade beste jonsen. Het zou gemakkelijker worden, wanneer we de grenzen wat verder uit zetten an meer medeplichtigen aanna men. Doch «r was tot dusver geen aan leiding, aan het optreden van een bende misdadiger» te geloven. Integendeel. Neen Bram. de zaak blijft duister. En wij zwammen in de ruimte, zei ik. Eerlijk ben je misschien, vriende lijk niet, antwoordde hij: Maar ik kan het nu eenmaal niet laten. Je zou kun nen zeggen, dat e enstem me influistert datjk het bijna te pakken heb. Waaneer het je te erg verveelt, ga je maar vast naar b$d. Het verdeelt me niet, al maakt het me moe. Ook dit had de ervaring me ge leerd, dat, wanneer A. A. eenmaal zo ver was, hij ook verder kwam. Het pwt van uitgang zoeven was, aan te nemen, dat de kous af is, her nam hij: Onmogelijk is dat niet, wanneer van Balen voor zijn medewerking een maal wordt schadeloos gesteld. En dat kan natuurlijk. Iemand kan hem raison van zoveel per stuk een viertal moor den redelijk vergoeden. Iemand moet er dan zijn, die schokt. Die iemand moet in het geheel geïnteresseerd zijn en geld hebben. De enige die daarvoor in aan merking komt, is en blijft onze hinkende Karei van Bemmelen, die dan dus de ge dode om een of andere reden het zwij gen wilde laten opleggen. Ja. daarmee zijn we begonnen met onze beschouwin gen. Is er nadien volstrekt geen nieuw perspectief geopend? Neen, geen enkel Als dat beroerde paspoort er niet was, zou ik Karei verdenken van heel wat meer dar alleen van wat jokkernij. Doch dat paspoort is door de politie gezien. En de bron waaruit we dat verno men hebben is Ja, mevrouw van Bemmelen. Een twijfelachtige bron, wou je zeggen? Is ze wellicht ook. Doch dit loog ze niet, want juist op die paspoortstempels be' rust hun beider momentele rust. Ver geet niet, dat juist zij ons tenslotte het eerst attent maakte op de mogelijkheid, haar oom te verdenken. Zou ze dat ook gedaan hebben, in dien ze niet tegelijkertijd die mogeijk- heid wegvagen kon? vroeg ik. Waarschijnlijk niet In het gunstige geval, nl. als ze ons niet bedroog al niet, omd^t ze er dan zelf niet aan ge dacht zou hebben. Maar hoe dan ook, Karei was in Parijs. Te deksel, waarom ging hij er heen? Wat duivel had hij op die galij te maken? citeerde ik. Bij Molière gaat het niet om mis daad, doch wei om oplichterij. Er is meer verwantschap dan je zo oppervlakkig verdenken zou. Die galij werd gescha pen, om er geld uit te kloppen, hier zou dan Parijs die rol vervuld moeten heb ben, peinsde A. A.; En dan zijn we we derom op het punt van uitgang, namelijk bij de vraag: waarom verdween van Bemmelen Geef jij me nou eens netjes antwoord daarop, dan ga ik morgen de Arnhemse politie een beetje wijzerma- ken Ben je er zo zeker van, dat die vraag alle andere tevens beantwoordt? Mijn vermoeden daaromtrent grenst althans zeer nauw aan zekerheid, beves tigde hij. Ik kan je helaas niet helpen. Dan moesten we toch verder gezoek maar uitstellen tot morgen, besloot hij zuchtend. Het ging hem zichtbaar aap het hart, de oplossing, die hij zo dichtbij voelde, te verschuiven naar later. Doch we kwa men geen stap verder, dan dat zelfde punt van uitgang en nadat we nog een klein half uur vruchteloos waren afge dwaald, nam ik inderdaad afscheid van hem voor de nacht, die reeds enige tijd geleden had ingezet. Ik ging naar bed. Maar ik sliep niet. Ik wist, dat ook A- A. nog wakker was. Ik wist dat hij in zün kamer zat, ris zoeven, toen ik hem verliet. Dat hij het ene sigaartje na het andere opstak en de rook nakeek en peinsde. Had hij me naar bed gestuurd? Leidde ik hem te veel af bij zijn ge- peins? Of wilde hij myn voorbeeld vol gen, doch werd bij van ogenblik tot ogenblik weerhouden, omdat die verve- lende oplossing, het geloof deze te zullen vinden, hem parten speelde? Onwaarschünlijk was dit laatste niet, want ook mü wilden de nu reeds zo vaak op verschillende wijzen door elkaar ge slingerde gebeurtenissen niet uit het hoofd. Ook ik stond telkens weer voor datzelfde punt van uitgang: waarom ver dween van Bemmelen? Nu A A. dit de kapitale vraag genoemd had, wélke hij zag als sleutel voor alle raadsels, liet die vraag mü niet met rust. Ik had net zo goed bü mü'n vriend in de kamer kunnen blüven zitten, want de slaap wilde niet komen. Ik luisterde of ik A. A. hoorde lopen, doch alles bleef stil. Sliejj ik toen toch in? Of verwekte de eentonigheid van mün gedachten het ge, voel van gedachteloosheid, dat zozeer op slaap gelijkt? Ik weet dit niet. Ik weet. dat ik plotseling rechtop in het bed zat, omdat ik iets hoorde. Voetstappen, die mijn kamer naderden, die er vóór stil hielden. De deur werd zachtjes geopend en het licht dat ik had uitgedaan, werd aangeknipt. De hand bleef bü de scha, keiaar. Indien ik geslapen had zou ze stellig ogenblikkelük opnieuw de duister nis' hebben doen vallen. Doch zoals ik zei: ik zat rechtop in bed. A. A., die op de drempel stond, kon zonder zich te ver waten. mij uit de slaap te halen, het licht laten branden. Zo zo, zei hü- En goed gerust? Hoe laat is het? Even over half twee. Dan lig ik nog geen uur in bed, con, sta teerde ik. Neen, maar ook in minder ty'd kan je goed rusten, hernam hü- Waarom zit je zo rechtop? De slaap puilt je de ogen uit Dat komt van dat verwenste licht. Ik lag in het donker. Ik ben pas gaan Natuurlijk bestaat ook het andere uiter zitten, toen ik jou naar mün kamer hoor de komen. Heb je wat? Hij verkeerde in eep buitengewoon te vreden stemming. Hü grimlachte vrijwel onafgebroken. Hoe bedoel je?, vroeg hü zoetsappig. Ik hoef niet te vragen, of je iets hebt, wat je hindert, zei ik: Ik bedoel natuurlijk, heb je iets gevonden? Ik geloof het wel, Bram, het is eigenlyk zo simpel Dat we daar niet eer der op gekomen zijn, is eenvoudig een raadsel! Wellicht 't grootste raadsel van alle raadsels, die deze geschiedenis ons heeft opgegeven. En? Wat en? Morgen gaap we naar Arnhem om de politie wat wijzer te maken. Jawel, maar, wat is je punt van aankomst? In tegenstelling met dat van uit gang, meen je? Dat hoor je morgen- Kom je alleen hierheen, om me dit te vertellen? Me dunkt ,zei hij. Het is zeker belangrijk genoeg, erkende ik: Maar iik wou tooh graag het nóg belangrijkere. Wat een woord, wat een woord, beste jongen: belangrükere! Tja, dat krijg Je morgen- Er ontbreekt nog een kleinigheid aan, zie je. En die is? De bevestiging Loop naar de maan, verwenste ik- Ik loop naar mün slaapkamer. Welterusten, hoor. - De bevestiging dacht ik .toen ik me uitstrekte. Met de bevestiging staat of valt de ganse theorie, die A. A in eenzaamheid moest hebben opge. bouwd. Ja, maar wanneer mün vriend eenmaal zó over een avontuur sprak, was het zeer spoedige einde altijd abso luut gegarandeerd. Ik dwong mezelf, te denken aan iets heel anders.. Ik dacht aan mün eigen werk. En sliep in. de temperatuur, gemeten op manshoogte, onder nul kwam. Het was van ochtend als gevolg van deze grote verandering in Scandinavië dan ook zeer de vraag, of de nieuwe depressie, die toen de barometers op IJsland en Ierland deed dalen, de kans krijgt door te breken naar het Oostefl. in iede? geval zal zij zich onder deze omstandigheden in vertraagd tempo verder verplaatsen, zodat de weersverbetering, die vanochtend is begonnen langer zal duren dan zich aanvankelijk liet aanzieïl. Nu zich belang rijke veranderingen in de lndhtdrukverdelipg bezig zijn te voltrekken, is pbg niet te zeggen, welk weer zij uiteindelijk tot gevolg zullen hebben, maar het is niet uitgesloten, dat ookhet weer bü ons belangrijk zal veranderen HOOFDSTUK XXVI. De kous ls af- Aan het hoofdbureau van politie was het, dat we ons de volgende dag het eerst vervoegden, toen we, voor de laatste maal in verband met de zaak van Bemmelen te Arnhem waren aan gekomen. Mün vriend maakte zich bekend en verzocht de büstand van een drietal rechercheurs, die hem werd toegevoegd, nadat hü verzekerd had, een opzienbarende arrestatie te zullen doen verrichten. Het ging niet gemak kelijk, want de politie laat niet gaarne zomin trouwens als enige andere instantie op haar terrein liefhebbe ren. Doch zoals gezegd, het ging en mün vriend deed, alsof hü óe, om de er in betuigde twijfel minder vleiende, opmerkingen niet hoorde. De drie heren, die ons vergezelden legden al spoedig hun meerderheidshou ding af. A. A. kan nu eenmaal voor komend zijn. We wandelden naar de Zypendaalseweg. De ons beschikbaar gestelde auto had mijn vreind afgeslagen, omdat we daarmee te vroeg sensatie zouden verwekken. Evenals de dag tevoren werden we toegelaten door mevrouw van Bemmelen. Er zijn nog een paar dingen, die ik uw oom noodzakelijk vragen moest, begon A, A. Maar ik beloof u dat we het niet te lang zullen maken. Maak u dus geen zorgen over de rust van uw oom. Deze heren wilden de toelichting graag mee aanhoren- Het gaat werkelük om iets van geen belang. Dan mag ik u wel even voorgaan. Oom is in zün eigen kamer. Kunt u ons dan niet beter recht streeks bü hem brengen?, sloeg A. A, voor. Ik zal u toch even moeten aankon- digen. Zoals u wilt. Doch ik meende, u daardoor de tijd, Ve onze onverwachte komst u kost. te bekorten. Het valt niet niet mee, alles alleen te doen, herinnerde hij haar aan haar klacht van gisteren. Ik zal even zeggen, dat u er bent, antwoordde ze. Ze wilde ons in het portaal achterlaten, doch A. A. wenkte de politiemannen, dat ze hem moesten volgen, terwijl hij naast mevrouw van Bemmelen naar dje kamer van yan Bemmelen liep- Ze keek hem va»ter zijde enigszins bevreemd aan., doch omdat hij onbevangen praatte wis- ze waar schijnlijk niet, wat ze thans nog ln zou kunnen brengen tegen ons gezelschap. Voordat ze aan de deur kon kloppen, werd deze reeds aan de binnenzüde geopend en Karei van Berpmelen trad ons een schrede tegemoet, Wat heeft dit te betekenen? vroeg hü, Zijn priemenden blik gericht op mijn vriend, nadat hü ons groepje m zijn geheel had overzien- Ik zou gaarne een kleine toelichting hebben op ons gesprek van gisteren, antwoordde A. A. En deze heren, van de politie wilden die ook graag horen. Komt u binnen, zei hij. Hij wendde zich om en ging ons voor, de kamer in. A. A. volgde hem op de voet. Ondanks zijn trekkende linkerbeen bewoog Karei van Bemmelen zich kwiek Hij stond bij zün schrijfbureau, toen wjj allen waren binnengetreden. Ook mevrouw was mee binnen gegaan en keek van de één naar de ander. Er lag onthutst, voorzichtig wantrouwen in haar blik. Laat ik U een sigaar presenteren, begon Karei van Bemmelen, terwijl by een lade van het bureau opentrok. Pardon, ik ben tezeer aan mijn eigen merk gehecht, viel A A. snel in: Laat u die sigaren maar rustig staan Ik zie u liever met niets in de handen Dat klonk al niet insinuerend meer. doch rondweg beledigend. Maar dat is tochhernam van Bemmelen. HÜ schoof de lade echter 1» en liet haar slechts een kiertje open. Dat is «Heen maar een arrestatie- münheer van Bemmelen, verklaarde Arte Arends. Wilt u deze heer in hech-ems nemen op mijn beschuldiging a"®" voudige moord, heren? Pas op' at mevrouw de kamer niet uitgaan- Nog voor hij had uHge!Pr,n' had hü een revolver, die ik plotseling in zün hand zag, op do heer des huizes gericht. Ik ben geen scherpschutter, zei hü grimmig, maar missen op zon korte af stand is vrüwel uitgesloten. Werkelük, u doet verstandig, dat u die lade maar links iaat ligSeIj- Het Staat trouwens te bezien of u roet een pistool even goed overweg kan, als met een geweer. Wat praat u voor nonsens? Ik dacht, dat u schrander genoeg was. om in te zien wanneer het spelletje verloren is, antwoordde A. A. U hebt trouwens gehoord, waarvan ik u be schuldigd. De rechercheurs hadden nog geen ge baar gemaakt, om van Bemmelen te grijpen, doch twee hunner stonden nu weerszijden van hem. De derde zorgde er voor. dat zijn nicht de kamer niet kon verlaten. Ik heb het gehoord,ja. U schijnt wel büzonder in de war te zijn, dat u nüj daarvan beschuldigd, nadat u giste ren zo duidelijk is gezegd, waar ik de laatste twee maanden heb doorgebracht, zei van Bemmelen. En waarvoor u zelfs het bewüs van een deugdelijk afgestempeld paspoort aan de politie hebt laten zien? Neen, dat is me niet ontgaan, doch ik ben ook volstrekt niet in de war. Die paspoorten- historie zal te züner tijd wel worden geopenbaard en ik vermoed, dat ik er een aardig theorietje over kan geven, Misschien had u mil iets langer kunnen misleiden, indien u slechts een redelijker verklaring had bedacht voor d« ver dwijning zeven weken geleden. Ik heb me de hele nacht moe gedacht over de vraag: waarom verdween van Bemmelen. En ik vond er tenslotte slechts een enkel antwoord pp. En dat is? U weet dus, waarom ik zo hals over kop vertrok? Van Bemmelen verdween omdat men hem liet verdwijnen. En men liet hem daarna weer terug keren ook? vroeg hÜ- Mynheer van Bemmelen keerde terug, toen hij de kust voldoende gezui- verd aohtte, antwoordde mijn vriend. U spreekt in raadsels. U veronder stelt in mü een ingewüde, doch ik kan die raadsels niet oplossen. De neren be grijpen er dus stellig in het geheel niets van. Hij keek de politiemannen aan. als om hun een oordeel te ontlokken over de geestestoestand van Arie Arends, Natuurhjk niet. Maar ik zal het hun even duidelijk maken. Wilt u intussen zo vriendetijk zij® van het bureau weg te gaan? Wie geeft u het recht, mij in müb eigen huis voor te schrijven, wat ik te doen heb? Heren, laiten we er geen bioscoop scène van laten komen, verzocht A.A.: Het is werkelijk beter, dat u hem de boeien aandoet. Ik neem de volle ver antwoording op mü voor het geval, dat ik mü vergissen zou. Indien hy verwacht had, dat van Bem melen zou trachten zich te verzetten» vergistte bü zich. De heer bij het schrijf bureau Stak beide handen vooruit. Boeit u mij, heren. Voldoet aan het verzoek van deze idioot. Het zal u stellig bü gelegenheid tot promotie strek- k De rechercheurs aarzelden. Ze wflden niet de kans lopen, een formidabele fla ter te slaan, doch de stellige zekerheid van myn vriend liet hun toch niet koud. Inplaats van een overredende houding aan te nemen, trad A.A. zelf handelend °P- Hij haalde een stel boeien uit zyn jaszak en legde ze rond de polsen van van Bemmelen. Ik zie niet in, waarom men niet aan zyn verzoek zou voldoen, zei hü: Tja. u vindt het vreemd, dat ik beweer dat van Bemmelen gedwongen werd te ver dwijnen, terwijl van Bemmelen, nadat hü de kust vrij achtte terugkeerde. Ik sprak over twee van Bemmelens. De ene heette Karei, de tweede heette Ferdi nand. Hoe haalde hij de onzin bij elkaar? Ferdinand, die tien tegen één een nor male dood gestorven was? Doch ik zag de gezichten van van Bemmelen en me vrouw. Van hem drukte het kwalük verholen woede uit, van naar schrik. Ik zal heel in het kort een uiteen zetting geven, hernam Arie Arends: op dat de heren van de politie weten, met wie ze te doen hebben. Als u aan het slot nog lust gevoelt te ontkennen, gaat u rustig uw gang. Ferdinand van Bemmelen leidde een effectenkantoor, dat verre van floreerde. Karei van Bemmelen, zijn oom. zat er warmpjes in en gaf hem een tamelijk grote som in bewaring. Oom wilde daar voor echter „ehoorlijke garantie, on" derpand vermoedelyk, dat hem werd toegezegd. Dat echter niet kon women gegeven Geharrewar over en weer. Oom die voor zijn bezit neeft moeten werken en dus karaktervast is, staat op zijn stukken; neef verkeert in een moeilijk heid, waaruit hem niets dan een won der zou kunnen redden. Jf, toch, de dood van oom zou hem helpen. Zou hem zelfs ruimschoots helpen, want voorkomen, dat de toevertrouwde som geld later nooit zou worden opgevraagd. (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1949 | | pagina 4