John Mills als Captain Scott
Schildklier als productie-apparaat
Schieten de katholieken over de
hele wereld te kort?
D\E
wereld
De raadselachtige verdwijning
Gevolgen van te hard of te zacht lopen
OP WEG naar het VOORJAAR
door BRAM VERSCHOOR
V
Koor de filmcamera
ONDER VELE KOPJES THEE
iVan „song-and-dance man" tot.
filmregisseur?
John Mills, die de titelrol speelt in
de Engelse technicolorfïlm „Scott
oj the Antarctïe" van Charles
Frend.
ry"'
Protesten alken maken geen indruk op Kremlin
MEER BLOEM VOOR
WITTEBROOD
7 STERDAG 22 JANUARI 1949
PAGTNA 4
In December van verleden jaar heeft
in Londen de gala-première plaats ge
had van de film „Scott of the Antarc-
tia". Deze film beschrijft, zoals men
weet, de geschiedenis van Scott's laat
ste tocht naar de Zuidpool. De regie
wordt gevoerd door Charles Frend,
terwijl John Mills de titelrol speelt.
Met da vertolking van deze rol heeft
John Mills, die hard op weg is, een van
Engelands meest populaire filmsterren
te worden, sterk de aandacht getrokken.
Het leek ons daarom niet ondienstig,
onze lezers iets meer over hem te ver
tellen en derhalve hebben wij onze me
dewerker in Londen opdracht gegeven
eens met hem te gaan praten en hem
het een en ander over zichzelf te laten
vertellen.
Aan het verslag, dat deze medewerker
van zijn onderhoud met John Mills heeft
gemaakt, ontlenen wij het volgende;
Het geluk is met de dommen. Het was
niet zo gemakkelijk de opdracht om
John Mills te interviewen, uit te voeren.
Dagen lang hadden we hem el op de
hielen gezeten, maar nu eens was hij net
weg voor buitenopnamen, dan weer was
hij elders aan het repeteren veor een
nieuw toneelstuk.
Na een urenlange dooltocht deer de
studio's in Elstree smaakt de thee in
de eantine altijd heerlijk (een Engels
man kan nu eenmaal niet zonder sld
ten thee) en we zaten er net op ons ge-
mak uit te blazen, toen Bunch naar bin
nen gesprongen kwam.
Dat zegt een Nederlandse lezer na
tuurlijk mets, maar iedreen, die in Len
den iets met de film te maken heeft
kent Bunch, een vrolijk klein meisje
ven een jaar of zeven, dat eigenlijk
Juliet Mills heet.
Wear Bunch is, daar is John Mills
meestal niet ver te zoeken en ook nu
was Bunch haar pa vopruitgerend, die,
net als wij op de thee afkwam.
Bij had een half uurtje niets te doen
en in dat half uurtje zijn we er in ge
slaagd, een beknopt relaas van zijn car
rière uit hem te trekken, want John
blijkt njet gemakkelijk iets over zich
zelf los te laten.
John Mills is geboren op 2Februari
1908 in een kjein dorp in. Suffolk. Hij
Is dus bijna 41 jaar. Het kan misschien
geen kwaad, als een zekere categorie
bakvissen dat precies weet", constateer
de ons slachtoffer.
Zijn vader was wiskundeleraar aan
een zeevaartschool, maar van zijn prilste
jeugd af heeft hij herinneringen aan ge
sprekken over toneel. Zijn moeder, wel
verre van zich voor wiskunde te inte
resseren, heeft nooit de tijd kunnen ver
geten, toen zij nog voor haar huwe
lijk als actrice ep de planken stond.
Zij moedigde da oudere zuster van John,
Annette, die danseres wilde worden, al
tijd heimelijk aan, hqewel zyp vader
meer voor de wetenschappen dan voor
de kunsten voelde en tenslotte zijn va
derlijk gezag liet gelden, toen John aan
het einde van zijn sehooltijd óók al to
neelbevliegingen kreeg.
„Of ik wilde of niet", aldus John,
,.ik zou, zo al niet in de wiskunde, dan
toch tenminste in de graanhandel. Mijn
grootvader was namelijk lid van de
Londense Korenbeurs en de graanhandel
was zo'n beetje het familievak.
De drie jaren, die ik op een Londens
kantoor doorbracht, heb ik veel meer
belangstelling gehad voor de amateur-
toneelgezelschappen, die mijn vrije tijd
in beslag namen, dan voor de zakeji van
mijn bazen.
Coward, die voor zijn genoegen op we
reldreis wasen die onze repetities had
bijgewoond, viel voor hem in. Coward
was de eerste, die iets in mij scheen
te zien en toen ik weer terug was in
Londen, gaf bij mij een introductie voor
C. B. Cochrane, de Londense revue-ko
ning, die mij een hoofdrol gaf in de
„1933 Revue" in de Adelphi.
Van dat moment af ging het eigenlijk
van een leien dakje. Ik "kreeg rollen in
alles, wat maar op de planken werd op
gevoerd, van ernstige stukken als „Ca
valcade" tot revues als „Words and Mu
sic" toe. Het jaar 1939 bracht ik door
als Puck in de „Midzomernachtsdroom"-
opvoeringen van de Old Vic' maar mijn
eerste werkelijke sucees had ik als Ge
orge in Steinbeck's „Of Mice ajid Men".
Op onze informatie naar zijn filmwerk
bekent John. dat hij in de vooroorlogse
jaren in tal van films kleine rolletjes
heeft gespeeld. „Meer voor de grap, om
iets bij te verdienen of om meer routine
te krijgen". Hij noemt namen als „Good
bye, Mr. Chips", Noel Coward's films
„In which we serve" en „Happy Breed"
en „Waterloo Road". Die laatste films
dateren trouwens uit de oorlogstijd, toen
hij in 1942 wegens ziekte uit de militaire
dienst was ontslagen. Maar ook toen
ging zijn voornaamste belangstelling naar
het toneel uit. Hij werd zelfs regisseur
van het stuk „Duet voor twee handen",
dat door zijn vrouw was geschreven en
waarin hijzelf meespeelde.
Het was jaren na de oorlog, dat hij
weer iets met de film te maken kreeg.
Dat das in „Grote Verwachtingen",
waarin hij Pip te spelen kreeg met Va
lerie Hobson als Estelle. Deze film kreeg
drje Qscaps van de Amerikaanse Aca
demie, o.a. voor de beste fotografie.
Daarna volgde „The October Man", een
psychologische „thriller", waarin hij de
jongeman speelt, die ten onrechte wordt
verdacht, hoewel hijzelf overtuigd is van
zijn schuld.
Bij ons derde kopje thee vertelt Mills
iets over zijn laatste film „Scott of the
Antarctic;".
Annette, die geen onaardige carrière
begon te maken, gaf me tenslotte de
moed om het kantoor er aan te geven.
Zeer optimistisch begon ik met mijn
baan op te zeggen en eep kamer in een
pension in Lambeth tg huren. Maar hoe
}k ook zocht en liep, een toneelspeler
scheen men niet in me te zien en om
het hoofd boven water te houden, werd
ik reiziger in zeep en tandpasta. In mijn
vrije uren nam ik danslessen bij Zelia
Ray, die er in Maart 1929 toe leidden,
dat ik werd opgenomen in het koor van
de Hippodrome, waar een operette werd
opgeveerd. Dat was nu niet direct Kunst
met een hoofdletter ,maar enfin, ik stond
OP de planken.
Ik was eigenwijs genoeg om het na
één show al beter te weten en samen
met Qeorge Posford ,die nu als compo
nist veel succes heeft, studeerden we
een „song-and-dance-act" (liedje met
een praatje en een dansje) in, waarmee
we de eabarets onveilig maakten."
Terwijl John Mills verse thee laat
aanrukken, mijmeren we even over de
waarheid van de uitspraak, dat, wat er
in een man zit, er ook wel uitkomt, als
hij maar ernstig genoeg wil. Het valt
niet mee ons de John Mills van thans
voor te stellen als een „song-and-dance-
man" In een cabaret.
De carrière van John Mills heeft zich
over zonderlinge paden bewogen. Een
impresario bood hem eens een baantje
aan bij een troep, die naar India, Ma-
lakka en China op tournee ging. Men
speelde alles. Van „Hamlet" tot de mu
zikale show „The Gti'I Friend" toe, -
„Toen wij in Singapore met „Journey's
End." zouden openen', vervolgde John,
„werd één van de acteurs ziek. Noel
„Ik speel de titelrol in deze Techni
color-film, die na langdurige en grondi
ge studie is gemaakt. De meeste voor
vallen en dialogen zijn ontleend aan het
hoogst dramatische dagboek, dat op Cap
tain Scott is gevonden, toen men de lij
ken van hem en zijn kameraden in het
Zuidpoolgebied heeft gevonden. Wij heb
ben ook veel inlichtingen en adviezen
gehad van overlevenden in het werkelij
ke Zuidpoolgebied, in Zwitserland en in
Noorwegen.
Charles Frend, de regisseur, koos mij
voor de rol van Captain Scott, omdat
ik een merkwaardige gelijkenis vertoon
met deze grote en nobele figuur. Ik kan
u wel zeggen, dat de rol physiek en gees
telijk het uiterste van mij heeft geëist,
maar ik ben erg gelukkig, dat men mij
voor deze zware taak heeft gekozen".
Met een brede glimlach staat John
Mills op. Zijn vele plichten van produc
tieleider-hoofdrolspeler roept hem. Bunch
is ai weggehuppeld.
Wij werken nog een beetje onze noti
ties uit bij weer een volgend kopje thee
en peinzen over John Mills, die moge-
lijkf nog eens een groot regisseur wordt.
Hoe goed een acteur ook moge zijn. bij
de film komt het toch in hoofdzaak aan
op de regisseur. Van „Song-and dance-
man" tot filmregisseur,... wat er in een
man zit, komt er wel uit, als hij maar
ernstig genoeg wil
De Duitse toneel- en filmspeler Erich
ppnto gaat binnenkort naar Londen om
met de Franse actrice Arani Rosar, de
Italiaanse actrice Alida Valli en de Oos
tenrijkers Paul Hoerbiger, Ernst Deutsch
en Fritz Imhoff te spelen in een nieuwe
film van Carol Reed, de regisseur van
„Odd Man Out" en „Fallen Idol". Ook
de Amerikaanse regisseur en acteur Or
son Welles zal in deze film, welke tot
titel krijgt „The Third Man", een rol
spelen. De buitenopnamen voor de film
worden op het ogenblik In Wenen ge
maakt.
„Goeiendag, allemaal. Het was pret
tig eens onder vrienden te zijn, al wa
ren het de mijne niet". Margaret
Loekwoed's afscheidswoorden tot een
groepje filmcritici.
Het begint er naar uit te zien, dat
niets Hollywood ervan zal kunnen weer
houden een vervolg te maken op de
film „Mrs. Mipiver". De titel zal heel
aanlokkelijk luiden; „The Mtaiver $to-
Het departement voor de Kunst ln
Roemenië heeft de import van Westerse
films in Roemenië verboden, daar deze
„louter ontspanningsfilms zijn, zopder
ideologische inhoud, of erger, geïnspi
reerd op de burgerlijke, kapitalistische
en decadente cultuur van de bezittende
klasse". Maar het ergste is, dat dit von
nis van het Roemeense departement nog
een deel waarheid oevat ook.
In Roemenië worden voortaan slechts
films toegelaten, die vervaardigd zijn in
Rusland of in andere „volksdemocrati-
sche" landen.
Wij twijfelen er niet aan, of die films
zullen wèl een ideologische inhoud heb
ben. Een „volksdemocratische" Ideologie,
al is het dan niet bepaald een democra
tische,
BazeJ (K-N.P. 29—1—49) Het oudste
katholieke dagblad van Zwitserland het
„Vaterland" publiceert een artikel van
dr. Karl Wiek, waarin deze commentaar
geeft op de arrestatie van Kardinaal
Mindszenty. Dr. Karl Wick geeft uit
drukking aan zün vrees, dat de katholie
ken van de gehele wereld in het geval
van Kardinaal Mindszenty even weinig
zullen bereiken als van Mgr. Stepinac,
aartsbisschop van Zagreb.
Hij ziet in de beide gevangen genomen
bisschoppen de „gegeselde gerechtigheid,
de met doornen gekroonde menselijke
waardigheid en de aan het kruis gesla
gen menselijke vrijheid".
Een wereld, die zich tegenover de com
munistische vernietigingstactiek terug
trekt in de rol van toeschouwer, zonder
ook maar één krachtige verdedigingsstel
ling op te bouwen, kan met papieren pro
testen geen indruk maken op 'het Krem
lin.
De invloed van het katholicisme in de
wereld staat in geen verhouding tot zijn
getalsterkte. Vooral het ontbreken van
een krachtige internationale samenwer
king der katholieken geeft aanleiding tot
ernstige bezorgdheid.
Joden, Vrijmetselaars, Socialisten en Li
beralen hebben een meer uitgesproken zin
voor wereldsolidariteit dan de Katholie
ken, aan wie het aan gemeenschappelijke
moed ontbreekt om hun geloof te belijden
en daarmee in overeenstemming te hande
len.
Op het einde van de vorige en in het
begin van deze eeuw vestigde men er
de aandacht op, dat er vooral in berg
streken, gelijk Zwitserland, N.-Amerika.
Sumatra e.a. een groot aantal mensen
leefde met een opgezwollen onderste
deel van de hals ,een zgn. krop: vervol
gens dat er in diezelfde streken veel
kleine, achterlijke mensjes leefden
(crétinlsme)-, en ten derde dat er een
ziekte bekend geworden was, die de
naam kreeg van Myxoedeem, welke be
staat in een opzwelling van de huid. op
vallende traagheid in spreken en han
delen, gepaard met een toenemend dom
me uitdrukking van het gezicht. Wat
was daarvan de oorzaak?
Het onderzoek naar de verklaring ven
deze in hoge mate ongewenste versönün-
selen wees in de richting van het ontbre
ken van voldoende jodium in óf schild
klier, het bekende orgaan, dat vóór in de
hals tegen het strottenhoofd aan ligt. De
aanvoer van 0.1 milligram jodium pear dag
is noodzakelijk. Het uitblijven van deze
wel uiterst geringe hoeveelheid is verant
woordelijk voor alle boven opgenoemde
onaangename verschijnselen. Het lichaam
probeert deze on derpro duotie aan te vul
len door vergroting van het orgaan- Van
daar de krop. Met recht zegt men hier.
dat een kleine oorzaak grote gevolgen
heeft
Proeve van verklaring
Al is het menselijk lichaam beslist geen
machine zoals wel duidelijk blijkt uit
het feit, dat het zich zelf ontwikkelt en
tot zekere hoogte uit eigen initiatief aan
gerichte schade herstellen kan, toch is
het er in zekere opziehten mee te ver
gelijken. Wat voor een machine brandstof
is, zou voor het organisme overeenkomen
met voedsel. Maar goede en overvloedige
brandstof kan een machine niet op gang
houden, als de onderdelen niet op de
juiste wijze op elkaar ingesteld zijn en de
delen die beweeglijk niet elkaar veroon-
den zün niet behoorlijk gesmeerd worden.
Ook hierin gaat de vergelijking op. Ons
lichaam moet niet alleen gevoed worden,
maar de onderdelen moeten gesmeerd zijn,
d.w.z. gemakkelijk en vlot funtionneren.
Welnu, dit laatste moet in functionele
afhankelijkheid van andere organen en
het zenuwstelsel bezorgd worden door de
schildklier. Zij fabriceert met behulp van
die 0.1 th.gr. jodium per dag een ingewik
kelde eiwitvertoindinig die door het bloed
rondgevoerd wordt in het lichaam en dan
zijn regulerende en stimulerende werk
zaamheid uitoefent- Aldus werkende stof
fen kregen de naam van Hormonen. Ont
breekt nu dit hormoon, dan ondervindt
het organisme de genoemde funeste ge
volgen.
Hier lag een praohig onderzoekingster
rein open voor physioiogen en. scheikun
digen.
De eerste slag werd gewonnen door de
Engelse prof. Murray, die een myxoe'
deern-patiënte stukjes verse of licht ge
braden schildklier liet eten. Het succes
was verbluffend- De patiënte herstelde
piet alleen van haar dodelijke zielcte,
maar leefde nog 28 jaar daarna en stier!'
74 jaar oud, nadat ze de schildklieren van
870 schapen geconsumeerd had!
De scheikundigen hadden echter ook
niet stilgezeten en wisten de werkzame
stof uit de schildklier, het thyroxine,
synthetisch te bereiden. Hoewel dit niet
tot in alle bijzonderheden dezelfde resul
taten geeft als tabletten met gedroogde
schildklier, toch was hiermee 't afdoende
middel gevonden. Zelfs zonder schildklie
ren geboren kinderen kunnen door gere
gelde inspuitingen in leven gehouden wor-
ste. Als de overigens normaal werkende
schildklier te groot wordt produceert ze te
veel van haar hormaan. De machine loopt
dan te snel. Er ontstaat druk op de ze
nuwen, te snelle hartslag en te snelle stof
wisseling- Het kan zelfs zo vlug gaan, dat
met thyroxine ingespoten kikkervisjes de
tijd niet hadden om behoorlijk uit te
groeien en zeer vlug in miniatuur kikker-
tjes verande^ein.
Tenslotte zij nog opgemerkt, dait een
klein beetje overproductie van het schtid-
klierhofmoon niet onaangenaam is- We
krijgen dan, Hoskins ze beschrijft,
typen die snel en energiek handelen., ma
gere mensen met scherpe gelaatstrekken,
golvend haar, grote glanzende ogen, een
goed gebif en een regelmatige mond. Ze
beginnen vroeg, werken met' onvermoei
bare energie door, gaan laat naar bed en
ontwerpen in bed reeds de plannen voor
de volgende dag.
A. S.
te houden aan het voorschrift, dat ln
iedere plaats 25 pet beschikbaar moet
worden gesteld. Op deze wijze hoopt de
regering, 'dat de bloemverstrekking beter
aap de vraag naar wittebrood zal aanpas
sen en dat de bestaande misstanden zui
len verdwijnen.
De bakkers zijn evenwel wettelijk ver
plicht steeds in voldoende mate gewoon
brood beschikbaar te hebben, zowel in
de winkel als bij bezorging aan huis, zo
dat memand gedwongen wordt het uit
de aard der zaak duurdere wittebrood
tegen zijn wil te kopen.
Op de naleving van dit voorschrift,
alsmede op de handhaving van de kwa
liteit van het gewone brood zal streng
worden toegezien.
De minister van Landbouw neeft in
dertijd maatregelen K''rotten, om een
zekere hoeveelheid wittebloem beschik
baar te stellen voor het z.g witte-brood.
Als proef is toen genomen een percen
tage van 25 van de totale hoeveelheid
meel en bloem voor brood, waarmee
men dacht aan de vraag te hebben vol
daan. Nadien is wel gebleken, dat de
vraag in het algemeen groter was, al Is
dit plaats- en streeksgewijs zeer ver
schillend.
Deze grotere vraag, waaraan lang niet
overal kon worden voldaan, heeft aan
leiding gegeven tot ongewenste misstan
den, bijv. tot het euvel van het uitzeven
van de voor het gewone brood bestemde
bloem. De minister heeft nu besloten
met ingang van Maandag 24 Januari
witte bloem ip ruimere mate ter beschik
king te stellen en tevens niet meer vast
en tot behoorlijke ontwikkeling ko
men.
De heer R. Qlprent, wereldberoemd Ne
derlands filmproducent van de eerste gro
te Nederlandse Bach-film in kleuren
(voorlopige titel: „Zingende Zielen") geeft
blijk van een even grote zin voor reali
teit als gevoel voor humor.
„Ik ben van mening", aldus deelde hij
pa de vijfde borrel tijdens een perscon
ferentie in Hotel „Veei" aan de rond hem
verzamelde filmjournalisten mede, „dat
al die films over grote componisten en
muzikanten veel lolliger zouden zijn, als
de productie-formule een beetje werd ge
wijzigd."
„Als de meester achter zijn piano gaat
zitten, zouden de tonen, welke uit zijn in
strument komen, dio van een trombone
moeten zijn. Daaruit zou duidelijk blij
ken, dat het niet echt de acteur is, die
speelt Een violist zou het geluid moeten
voortbrengen van een dorpsharmonie en
een cellist dat van een piccolo. Doe-1e
ogen dicht e- stal je deze vernieuwing
voor. Het zou -n ieder geval een heel stuk
van de verveling verdrijven."
Wanneer wij van elke kalenderdag de gemiddelde temperatuur bepalen
uit ne waarnemingen van b.v. 100 jaren, blijkt dat de winter gemiddeld
zijn dieptepunt omstreeks 20 Januari bereikt. Nu zegt deze datum lang
niet alles: tijdens de beruchte winter van twee jaar geleden b-v- moest
de ergste koude op 22 Januari nog komen en Februari was toen heel wat
kouder dan de eerste maand van het jaar. Maar en is iets in deze dagen.
dat d® hunger moed zal kunnen geven. Het dieptepunt van de winter hebben
wij gehad en wjj zijn dus op weg naar het voorjaar, al is die weg in
Februari meestal nog moeizaam en wijst de kalender in de regel Maart
aan, voordat de temperatuur wat sneller omhoog gaat. In de laatste paar
dagen is de temperatuur wat lager geweest dan in het begin van deze
week. De aangevoerde lucht kwam ook vanochtend nog uit het Noordelijk
deel van de Atlantische Oceaan, terwijl eerder in deze week de aanvoer
uit Zuidelijker regionen had plaats gevonden. De depressie-activiteit boven
Scandinavië werd daarbij de oorzaak van een vrij zware storm, die in het
Noorden van het land tijdens windstoten orkaan-kracht bereikte. Zo werd
op vliegveld Groningen niet minder dan 105 km- Per uur gemeten tijdens
een zware bui, waaruit behalve regen ook hagel viel en tevens enig
onweer werd waargenomen.
In de afgelopen nacht is de luchtdruk vooral in Scandinavië belangrijk
gestegen, zodat daar van depressies bijna niets meer is terug te vinden.
De wind bij ons nam dientengevolge snel af en tijdens opklaringen kwam
op vele plaatsen nachtvorst voor, terwijl alleen op vliegveld Twente ook
- tzinrlav «111 tr-xxrarv) T-Tof IX73S V3D
Romanbijvoegsel
Ons
De detective Arie Arends heeft een
zeer raadselachtige zaak te* hand ge
nomen. De heer Karei van Bemmelen
te Arnhem heeft namelijk zijn hulp in
geroepen, doch blijkt spoorloos ver
dwenen te zijn. Z'n neef, Ferdinand
van Bemmelen, ls onder vreemde om
standigheden overleden.
Bij het onderzoek maakt Arends
kennis met de figuren rond de beide
van Bemmelens, n.l. dr. Meertens; de
huishoudster van de oude heer en z'n
broer Hans van Bemmelen, toneelcriti
cus in Den Haag. Deze drie personen
worden later vermoord. Verder zijn er
de vrouw van Ferdinand van Bemme
len en de zuster van Karei, mevrouw
de Zwart te Deventer.
Onder bedrieglijke voorwendsels
worden Arends en de verteller door
iemand, die zich Krefeld noemt, naar
Arnhem gelokt en aldaar overvallen.
Ze brengen het er levend af en zetten
het onderzoek verbeten voort. Volgens
mevrouw van Bemmelen heet de man
die zich Krefeld noemde in werkelijk
heid van Balen.
Een krantenbericht meldt, dat da
heer Karei van Bemmelen plotseling
weer in Arnhem was opgedoken.
Arends gaat ogenblikkelijk met zijn
vriend op onderzoek uit. De jonge we
duwe van Ferdinand van Bemmelen
ontvangt hem en vertelt, dat haar oom
inderdaad gezond en wel is terugge
keerd, na een weekje in Far ijs te
hebben doorgebracht. Arends vraagt de
oude heer te spreken en na een half
uur op zich te hebben laten wachten,
verscheen deze ook.
Erg veel vertrouwen in de verklarin
gen van de oude heer blijkt A. A. echter
niet te hebben en weer alleen met zijn
vriend, tracht hij de hele geschiedenis
nog eens te reconstrueren, om aldus
een conclusie te kunnen trekken.
19).
En van <Balen-Krefeld
Zou die niet met de moord op Karei
begonnen zijn? Trouwens dit hele ge
val lijkt zo door-en-door een familie-ge
schiedenis. alles interne kwesties, dat
van Balen er eigenlijk helemaal niet ln
past.
Een tweede Samuël, prees ik iro
nisch, Shakespeare citerend: Een wijze
rechter. Er wordt een aantal moorden
begaan, doch de moordenaar heeft er
niets mee te maken.
Vergeet niet, dat van Bemmelen
een medeplichtige gehad moet hebben,
antwoordde hij, in heit minst niet ge
belgd: Waarom zou die medeplichtige
van Bemmelen niet zijn
Omdat die over de grens was, toen
jij de haven induikelde.
Het is duister, herhaalde A. A.:
Maar er moet licht te zien zijn, ergens.
Het moet inderdaad van 'n andere kant
gezien worden. We kijken nog steeds te
gen blinde muren, die wellicht zij- of
achtermuren zijn, terwijl de voorgevel
overdadig veel vensters heeft, waar men
duidelijk door kan zien. Vergeef me de
ietwat gezochte vergelijking, maar ik.
meen, het zo het begte te tekenen. Re
capituleer, beste jongen, laten we nog
maals alle détails op hun beurt in ogen
schouw nemen.
We deden zulks, doch voorzover mij
betrof zonder resultaat. Doch ook toen
ik daar zeker van was, sprak ik nog
niet. Ik keek eens naar mijn vriend, die
naar het plafond tuurde, waar de rook
van zijn sigaartje vervluchtigde.
Het duurde bijna een kwartier, voor
dat hij het gesprek hervatte.
Maar de zaken van Ferdinand wa
ren niet zo in de war, zei hij: Verdik
keme, wat vreesde Karei van Bemme
len dan, toen hij verdween? Nadat de
man, van wie hij misschien 'n aanslag
op zijn leven verwachtte, zelf was over
leden
Dat de moord op zijn neef uit zou
komen, veronderstelde ik, ten einde
raad.
Hij moet, wanneer hij zijn neef
vreesde in die mate, stellig overwogen
hebben, dat hij rust krijgen zou met de
dood van Ferdinand, erkende A. A.:
Maar hij ging pas naar het huis van zijn
neef, toen deze gestorven was en zelfs
toen kwam hij er niet.
Dat was dan ook niet meer nodig.
Overigens, A. A. negeerde mijn
dwaze opmerking: was je conclusie nog
zo gek niet.
Hij rookte een poosje zwijgend.
Dat hij vandaag loog, staat als een
paal boven water, hernam hij, even
daarna: Dan kan hij natuurlijk ook ge
logen hebben met de verklaring, dat die
zaken nogal meevielen en de nicht er
een behoorlijke som voor ontving, in
dat geval echter liegt mevrouw van
Bemmelen gemoedelijk méé, zelfs voor,
want zij vertelde ons al éérder, dat ze
de zaken had overgedaan. Welke reden
kan Zij hebben, ons een rad voor ogen
te draalen Tenzij met haar oom onder
één hoedje schuilt.
Natuurlijk, dat is de oplossing, spot
te ik: Die twee hebben samen uitge
maakt, dat zij mettertijd de hele oogst
zal binnenhalen, wanneer de natuur hem
uit zijn podagralijden verlost.
Ik stak de draak met het vruchteloze
gepieker van mijn vriend. Ten dele
deed ik dit, omdat ik er geen uitweg uit
zag en het me dwaasheid leek, er nu
direct nog verder over te tobben. Voor
een ander deel echter uit gewoonte.
Het verleden had namelijk toen reeds
bewezen, dat juist mij soms zelfs ietwat
tergende opmerkingen A.A.'s inzicht
plotseling konden verhelderen. In zulk
een geval barstte hij gewoonlijk plotse
ling uit met een overdreven loftuiging
op mijn schranderheid. Eigenlijk ver
wachtte ik ook nu iets dergelijks, of
neen, ik hóópte het.
Het is volslagen onzin, erkende hii
echter tam: Ik weet het zo goed als jij.
Doch nemen we even aan, dat die twee
beiden liegen wat dan?
Je liegt een paspoortstempel niet in
elkaar.
Dat zeg je, omdat we vasthouden
aan twee medeplichtigen en van Bemme
len dan niet debet kan zijn aan jouw over
rompelende slaap op de kade beste
jonsen. Het zou gemakkelijker worden,
wanneer we de grenzen wat verder uit
zetten an meer medeplichtigen aanna
men. Doch «r was tot dusver geen aan
leiding, aan het optreden van een bende
misdadiger» te geloven. Integendeel.
Neen Bram. de zaak blijft duister.
En wij zwammen in de ruimte,
zei ik.
Eerlijk ben je misschien, vriende
lijk niet, antwoordde hij: Maar ik kan
het nu eenmaal niet laten. Je zou kun
nen zeggen, dat e enstem me influistert
datjk het bijna te pakken heb. Waaneer
het je te erg verveelt, ga je maar vast
naar b$d.
Het verdeelt me niet, al maakt het me
moe. Ook dit had de ervaring me ge
leerd, dat, wanneer A. A. eenmaal zo
ver was, hij ook verder kwam.
Het pwt van uitgang zoeven was,
aan te nemen, dat de kous af is, her
nam hij: Onmogelijk is dat niet, wanneer
van Balen voor zijn medewerking een
maal wordt schadeloos gesteld. En dat
kan natuurlijk. Iemand kan hem raison
van zoveel per stuk een viertal moor
den redelijk vergoeden. Iemand moet er
dan zijn, die schokt. Die iemand moet
in het geheel geïnteresseerd zijn en geld
hebben. De enige die daarvoor in aan
merking komt, is en blijft onze hinkende
Karei van Bemmelen, die dan dus de ge
dode om een of andere reden het zwij
gen wilde laten opleggen. Ja. daarmee
zijn we begonnen met onze beschouwin
gen. Is er nadien volstrekt geen nieuw
perspectief geopend? Neen, geen enkel
Als dat beroerde paspoort er niet was,
zou ik Karei verdenken van heel wat
meer dar alleen van wat jokkernij. Doch
dat paspoort is door de politie gezien.
En de bron waaruit we dat verno
men hebben is
Ja, mevrouw van Bemmelen. Een
twijfelachtige bron, wou je zeggen? Is
ze wellicht ook. Doch dit loog ze niet,
want juist op die paspoortstempels be'
rust hun beider momentele rust. Ver
geet niet, dat juist zij ons tenslotte het
eerst attent maakte op de mogelijkheid,
haar oom te verdenken.
Zou ze dat ook gedaan hebben, in
dien ze niet tegelijkertijd die mogeijk-
heid wegvagen kon? vroeg ik.
Waarschijnlijk niet In het gunstige
geval, nl. als ze ons niet bedroog
al niet, omd^t ze er dan zelf niet aan ge
dacht zou hebben. Maar hoe dan ook,
Karei was in Parijs. Te deksel, waarom
ging hij er heen?
Wat duivel had hij op die galij te
maken? citeerde ik.
Bij Molière gaat het niet om mis
daad, doch wei om oplichterij. Er is meer
verwantschap dan je zo oppervlakkig
verdenken zou. Die galij werd gescha
pen, om er geld uit te kloppen, hier zou
dan Parijs die rol vervuld moeten heb
ben, peinsde A. A.; En dan zijn we we
derom op het punt van uitgang, namelijk
bij de vraag: waarom verdween van
Bemmelen Geef jij me nou eens netjes
antwoord daarop, dan ga ik morgen de
Arnhemse politie een beetje wijzerma-
ken
Ben je er zo zeker van, dat die
vraag alle andere tevens beantwoordt?
Mijn vermoeden daaromtrent grenst
althans zeer nauw aan zekerheid, beves
tigde hij.
Ik kan je helaas niet helpen.
Dan moesten we toch verder gezoek
maar uitstellen tot morgen, besloot hij
zuchtend.
Het ging hem zichtbaar aap het hart,
de oplossing, die hij zo dichtbij voelde, te
verschuiven naar later. Doch we kwa
men geen stap verder, dan dat zelfde
punt van uitgang en nadat we nog een
klein half uur vruchteloos waren afge
dwaald, nam ik inderdaad afscheid van
hem voor de nacht, die reeds enige tijd
geleden had ingezet.
Ik ging naar bed.
Maar ik sliep niet. Ik wist, dat ook
A- A. nog wakker was. Ik wist dat hij
in zün kamer zat, ris zoeven, toen ik
hem verliet. Dat hij het ene sigaartje na
het andere opstak en de rook nakeek en
peinsde. Had hij me naar bed gestuurd?
Leidde ik hem te veel af bij zijn ge-
peins? Of wilde hij myn voorbeeld vol
gen, doch werd bij van ogenblik tot
ogenblik weerhouden, omdat die verve-
lende oplossing, het geloof deze te zullen
vinden, hem parten speelde?
Onwaarschünlijk was dit laatste niet,
want ook mü wilden de nu reeds zo vaak
op verschillende wijzen door elkaar ge
slingerde gebeurtenissen niet uit het
hoofd. Ook ik stond telkens weer voor
datzelfde punt van uitgang: waarom ver
dween van Bemmelen? Nu A A. dit de
kapitale vraag genoemd had, wélke hij
zag als sleutel voor alle raadsels, liet die
vraag mü niet met rust. Ik had net zo
goed bü mü'n vriend in de kamer kunnen
blüven zitten, want de slaap wilde niet
komen. Ik luisterde of ik A. A. hoorde
lopen, doch alles bleef stil.
Sliejj ik toen toch in? Of verwekte de
eentonigheid van mün gedachten het ge,
voel van gedachteloosheid, dat zozeer op
slaap gelijkt? Ik weet dit niet. Ik weet.
dat ik plotseling rechtop in het bed zat,
omdat ik iets hoorde. Voetstappen, die
mijn kamer naderden, die er vóór stil
hielden. De deur werd zachtjes geopend
en het licht dat ik had uitgedaan, werd
aangeknipt. De hand bleef bü de scha,
keiaar. Indien ik geslapen had zou ze
stellig ogenblikkelük opnieuw de duister
nis' hebben doen vallen. Doch zoals ik
zei: ik zat rechtop in bed. A. A., die op de
drempel stond, kon zonder zich te ver
waten. mij uit de slaap te halen, het
licht laten branden.
Zo zo, zei hü- En goed gerust?
Hoe laat is het?
Even over half twee.
Dan lig ik nog geen uur in bed, con,
sta teerde ik.
Neen, maar ook in minder ty'd kan
je goed rusten, hernam hü-
Waarom zit je zo rechtop? De slaap
puilt je de ogen uit
Dat komt van dat verwenste licht.
Ik lag in het donker. Ik ben pas gaan
Natuurlijk bestaat ook het andere uiter
zitten, toen ik jou naar mün kamer hoor
de komen. Heb je wat?
Hij verkeerde in eep buitengewoon te
vreden stemming. Hü grimlachte vrijwel
onafgebroken.
Hoe bedoel je?, vroeg hü zoetsappig.
Ik hoef niet te vragen, of je iets
hebt, wat je hindert, zei ik: Ik bedoel
natuurlijk, heb je iets gevonden?
Ik geloof het wel, Bram, het is
eigenlyk zo simpel Dat we daar niet eer
der op gekomen zijn, is eenvoudig een
raadsel! Wellicht 't grootste raadsel van
alle raadsels, die deze geschiedenis ons
heeft opgegeven.
En?
Wat en? Morgen gaap we naar
Arnhem om de politie wat wijzer te
maken.
Jawel, maar, wat is je punt van
aankomst?
In tegenstelling met dat van uit
gang, meen je? Dat hoor je morgen-
Kom je alleen hierheen, om me dit
te vertellen?
Me dunkt ,zei hij.
Het is zeker belangrijk genoeg,
erkende ik: Maar iik wou tooh graag
het nóg belangrijkere.
Wat een woord, wat een woord,
beste jongen: belangrükere! Tja, dat
krijg Je morgen- Er ontbreekt nog een
kleinigheid aan, zie je.
En die is?
De bevestiging
Loop naar de maan, verwenste ik-
Ik loop naar mün slaapkamer.
Welterusten, hoor.
- De bevestiging dacht ik .toen ik
me uitstrekte. Met de bevestiging staat
of valt de ganse theorie, die A. A
in eenzaamheid moest hebben opge.
bouwd. Ja, maar wanneer mün vriend
eenmaal zó over een avontuur sprak,
was het zeer spoedige einde altijd abso
luut gegarandeerd. Ik dwong mezelf, te
denken aan iets heel anders.. Ik dacht
aan mün eigen werk. En sliep in.
de temperatuur, gemeten op manshoogte, onder nul kwam. Het was van
ochtend als gevolg van deze grote verandering in Scandinavië dan ook
zeer de vraag, of de nieuwe depressie, die toen de barometers op IJsland
en Ierland deed dalen, de kans krijgt door te breken naar het Oostefl. in
iede? geval zal zij zich onder deze omstandigheden in vertraagd tempo
verder verplaatsen, zodat de weersverbetering, die vanochtend is begonnen
langer zal duren dan zich aanvankelijk liet aanzieïl. Nu zich belang
rijke veranderingen in de lndhtdrukverdelipg bezig zijn te voltrekken, is
pbg niet te zeggen, welk weer zij uiteindelijk tot gevolg zullen hebben,
maar het is niet uitgesloten, dat ookhet weer bü ons belangrijk zal
veranderen
HOOFDSTUK XXVI.
De kous ls af-
Aan het hoofdbureau van politie
was het, dat we ons de volgende dag
het eerst vervoegden, toen we, voor
de laatste maal in verband met de zaak
van Bemmelen te Arnhem waren aan
gekomen. Mün vriend maakte zich
bekend en verzocht de büstand van
een drietal rechercheurs, die hem werd
toegevoegd, nadat hü verzekerd had,
een opzienbarende arrestatie te zullen
doen verrichten. Het ging niet gemak
kelijk, want de politie laat niet gaarne
zomin trouwens als enige andere
instantie op haar terrein liefhebbe
ren. Doch zoals gezegd, het ging en
mün vriend deed, alsof hü óe, om de
er in betuigde twijfel minder vleiende,
opmerkingen niet hoorde.
De drie heren, die ons vergezelden
legden al spoedig hun meerderheidshou
ding af. A. A. kan nu eenmaal voor
komend zijn. We wandelden naar de
Zypendaalseweg. De ons beschikbaar
gestelde auto had mijn vreind afgeslagen,
omdat we daarmee te vroeg sensatie
zouden verwekken.
Evenals de dag tevoren werden we
toegelaten door mevrouw van Bemmelen.
Er zijn nog een paar dingen, die
ik uw oom noodzakelijk vragen moest,
begon A, A. Maar ik beloof u dat we
het niet te lang zullen maken. Maak u
dus geen zorgen over de rust van uw
oom. Deze heren wilden de toelichting
graag mee aanhoren- Het gaat werkelük
om iets van geen belang.
Dan mag ik u wel even voorgaan.
Oom is in zün eigen kamer.
Kunt u ons dan niet beter recht
streeks bü hem brengen?, sloeg A. A,
voor.
Ik zal u toch even moeten aankon-
digen.
Zoals u wilt. Doch ik meende, u
daardoor de tijd, Ve onze onverwachte
komst u kost. te bekorten. Het valt niet
niet mee, alles alleen te doen, herinnerde
hij haar aan haar klacht van gisteren.
Ik zal even zeggen, dat u er bent,
antwoordde ze. Ze wilde ons in het
portaal achterlaten, doch A. A. wenkte
de politiemannen, dat ze hem moesten
volgen, terwijl hij naast mevrouw van
Bemmelen naar dje kamer van yan
Bemmelen liep- Ze keek hem va»ter
zijde enigszins bevreemd aan., doch omdat
hij onbevangen praatte wis- ze waar
schijnlijk niet, wat ze thans nog ln zou
kunnen brengen tegen ons gezelschap.
Voordat ze aan de deur kon kloppen,
werd deze reeds aan de binnenzüde
geopend en Karei van Berpmelen trad
ons een schrede tegemoet,
Wat heeft dit te betekenen? vroeg
hü, Zijn priemenden blik gericht op mijn
vriend, nadat hü ons groepje m zijn
geheel had overzien-
Ik zou gaarne een kleine toelichting
hebben op ons gesprek van gisteren,
antwoordde A. A. En deze heren, van
de politie wilden die ook graag horen.
Komt u binnen, zei hij.
Hij wendde zich om en ging ons voor,
de kamer in. A. A. volgde hem op de
voet. Ondanks zijn trekkende linkerbeen
bewoog Karei van Bemmelen zich kwiek
Hij stond bij zün schrijfbureau, toen
wjj allen waren binnengetreden. Ook
mevrouw was mee binnen gegaan en
keek van de één naar de ander. Er
lag onthutst, voorzichtig wantrouwen in
haar blik.
Laat ik U een sigaar presenteren,
begon Karei van Bemmelen, terwijl by
een lade van het bureau opentrok.
Pardon, ik ben tezeer aan mijn
eigen merk gehecht, viel A A. snel in:
Laat u die sigaren maar rustig staan Ik
zie u liever met niets in de handen
Dat klonk al niet insinuerend meer.
doch rondweg beledigend.
Maar dat is tochhernam van
Bemmelen. HÜ schoof de lade echter 1»
en liet haar slechts een kiertje open.
Dat is «Heen maar een arrestatie-
münheer van Bemmelen, verklaarde Arte
Arends. Wilt u deze heer in hech-ems
nemen op mijn beschuldiging a"®"
voudige moord, heren? Pas op' at
mevrouw de kamer niet uitgaan-
Nog voor hij had uHge!Pr,n' had
hü een revolver, die ik plotseling in
zün hand zag, op do heer des huizes
gericht.
Ik ben geen scherpschutter, zei hü
grimmig, maar missen op zon korte af
stand is vrüwel uitgesloten. Werkelük,
u doet verstandig, dat u die lade maar
links iaat ligSeIj- Het Staat trouwens te
bezien of u roet een pistool even goed
overweg kan, als met een geweer.
Wat praat u voor nonsens?
Ik dacht, dat u schrander genoeg
was. om in te zien wanneer het spelletje
verloren is, antwoordde A. A. U hebt
trouwens gehoord, waarvan ik u be
schuldigd.
De rechercheurs hadden nog geen ge
baar gemaakt, om van Bemmelen te
grijpen, doch twee hunner stonden nu
weerszijden van hem. De derde zorgde
er voor. dat zijn nicht de kamer niet
kon verlaten.
Ik heb het gehoord,ja. U schijnt
wel büzonder in de war te zijn, dat u
nüj daarvan beschuldigd, nadat u giste
ren zo duidelijk is gezegd, waar ik de
laatste twee maanden heb doorgebracht,
zei van Bemmelen.
En waarvoor u zelfs het bewüs
van een deugdelijk afgestempeld paspoort
aan de politie hebt laten zien? Neen, dat
is me niet ontgaan, doch ik ben ook
volstrekt niet in de war. Die paspoorten-
historie zal te züner tijd wel worden
geopenbaard en ik vermoed, dat ik er
een aardig theorietje over kan geven,
Misschien had u mil iets langer kunnen
misleiden, indien u slechts een redelijker
verklaring had bedacht voor d« ver
dwijning zeven weken geleden. Ik heb
me de hele nacht moe gedacht over de
vraag: waarom verdween van Bemmelen.
En ik vond er tenslotte slechts een enkel
antwoord pp.
En dat is? U weet dus, waarom ik
zo hals over kop vertrok?
Van Bemmelen verdween omdat
men hem liet verdwijnen.
En men liet hem daarna weer terug
keren ook? vroeg hÜ-
Mynheer van Bemmelen keerde
terug, toen hij de kust voldoende gezui-
verd aohtte, antwoordde mijn vriend.
U spreekt in raadsels. U veronder
stelt in mü een ingewüde, doch ik kan
die raadsels niet oplossen. De neren be
grijpen er dus stellig in het geheel niets
van.
Hij keek de politiemannen aan. als
om hun een oordeel te ontlokken over
de geestestoestand van Arie Arends,
Natuurhjk niet. Maar ik zal het hun
even duidelijk maken. Wilt u intussen
zo vriendetijk zij® van het bureau weg
te gaan?
Wie geeft u het recht, mij in müb
eigen huis voor te schrijven, wat ik te
doen heb?
Heren, laiten we er geen bioscoop
scène van laten komen, verzocht A.A.:
Het is werkelijk beter, dat u hem de
boeien aandoet. Ik neem de volle ver
antwoording op mü voor het geval, dat
ik mü vergissen zou.
Indien hy verwacht had, dat van Bem
melen zou trachten zich te verzetten»
vergistte bü zich. De heer bij het schrijf
bureau Stak beide handen vooruit.
Boeit u mij, heren. Voldoet aan
het verzoek van deze idioot. Het zal u
stellig bü gelegenheid tot promotie strek-
k De rechercheurs aarzelden. Ze wflden
niet de kans lopen, een formidabele fla
ter te slaan, doch de stellige zekerheid
van myn vriend liet hun toch niet koud.
Inplaats van een overredende houding
aan te nemen, trad A.A. zelf handelend
°P- Hij haalde een stel boeien uit zyn
jaszak en legde ze rond de polsen van
van Bemmelen.
Ik zie niet in, waarom men niet aan
zyn verzoek zou voldoen, zei hü: Tja.
u vindt het vreemd, dat ik beweer dat
van Bemmelen gedwongen werd te ver
dwijnen, terwijl van Bemmelen, nadat
hü de kust vrij achtte terugkeerde. Ik
sprak over twee van Bemmelens. De ene
heette Karei, de tweede heette Ferdi
nand.
Hoe haalde hij de onzin bij elkaar?
Ferdinand, die tien tegen één een nor
male dood gestorven was? Doch ik zag
de gezichten van van Bemmelen en me
vrouw. Van hem drukte het kwalük
verholen woede uit, van naar schrik.
Ik zal heel in het kort een uiteen
zetting geven, hernam Arie Arends: op
dat de heren van de politie weten, met
wie ze te doen hebben. Als u aan het
slot nog lust gevoelt te ontkennen, gaat
u rustig uw gang.
Ferdinand van Bemmelen leidde een
effectenkantoor, dat verre van floreerde.
Karei van Bemmelen, zijn oom. zat er
warmpjes in en gaf hem een tamelijk
grote som in bewaring. Oom wilde daar
voor echter „ehoorlijke garantie, on"
derpand vermoedelyk, dat hem werd
toegezegd. Dat echter niet kon women
gegeven Geharrewar over en weer. Oom
die voor zijn bezit neeft moeten werken
en dus karaktervast is, staat op zijn
stukken; neef verkeert in een moeilijk
heid, waaruit hem niets dan een won
der zou kunnen redden. Jf, toch, de
dood van oom zou hem helpen. Zou
hem zelfs ruimschoots helpen, want
voorkomen, dat de toevertrouwde som
geld later nooit zou worden opgevraagd.
(Wordt vervolgd)