Rank ontslaat opnieuw 500
employés
1
„Dance for you"
Mata Hari's Dochter
Michel van der Plas
Verrassend en overtuigend debuut
J
ZATERDAG 20 FEBRUARI 1949
PAGINA 4
Voor de filmcamera
ALGEMENE BEZORGDHEID
Maatregelen der Britse regering
hebben tot nog toe een
averechts resultaat
Irene Dunne als de moeder in de
film „I remember Mama", welke
rol haar een tweetal onderschei
dingen deed verwerven.
Loflied op het
moederschap
Een boek van Kardinaal
Mindszenty
uitgave van „Moeder".
Soooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooej
door Maurice Dekobra en Leyla Georgie
nam-
De moeilijkheden, waarin de Britse
filmindustrie op het ogenblik verkeert,
wekken algemene bezorgdheid. De toe
stand is zo dreigend geworden, dat de
Engelse regering zich genoodzaakt heeft
gezien in te grijpen en een poging te
doen financieel hulp te verlenen.
De maatregel, welke' zij daartoe bij
monde van mr. Harold Wilson, de minis
ter van handel, in het lagerhuis bekend
maakte, heeft echter een averechtse uit
werking gehad en tot nog toe valt geen
verbetering in de vooruitzichten te be
speuren.
Geruime tijd geleden reeds heeft de
Engelse regering, zoals wij toen hebben
gemeld, een stichting in het leven ge
roepen tot financiering van de film
industrie. Deze stichting zou geld lenen
aan de filmdistributiemaatschappijen,
welke op haar beurt het geld overdroe
gen aan de producenten, in wie zij ver
trouwen hadden.
De onafhankelijke filmmakers maak
ten bezwaar tegen deze methode. Zij
verklaarden, dat op die manier het geld
naar de verkeerd mensen ging.
Sindsdien heeft minister Wilson in het
lagerhuis medegedeeld, dat de stichting
tot financiering van films door de rege
ring voortaan ook geld zou lenen aan de
onafhankelijke producenten, die tevens
particulier geld kunnen inbrengen, die
een hele serie films tegelijk op stapel
kunnen zetten en niet slechts een
enkele film en die de noodzakelijke
ervaring hebben van filmen.
Van de producenten, die geld te leen
krijgen, wordt bovendien verlangd, dat
ze geen salaris zullen opnemen, aleer de
onkosten van de film zijn terugverdiend.
De mededeling van mr. Wilson in het
lagerhuis heeft een averechtse uitwer
king gehad. De onafhankelijke produ
centen stellen terstond de vraag: „Waar
moet dat particuliere geld vandaan
komen? Het is juist het gebrek aan
particuliere gelden, dat het ingrijpen
van de regering noodzakelijk heeft ge-
maakt".
Nicholas Davenport, die enige tijd ge
leden zijn ontslag heeft genomen als
directeur van de stichting, welke namens
de regering de filmindustrie zou finan
cieren om een groep onafhankelijke pro
ducenten te helpen, verklaarde: „De on
afhankelijke productie in Engeland staat
op de rand van de afgrond en ik ben
van mening, dat de mededeling van mr.
Wilson de laatste stoot is om haar er in
te doen storten".
De nood in de Britse filmindustrie
stjjgt voortdurend. J. Arthur Rank, de
filmmagnaat-meelhandelaar. heeft op
nieuw 550 employé's van zijn filmonder
nemingen ontslagen, waarmee het aantal
werklozen onder zijn tienduizend man
tellend personeel tot 2500 is gestegen. De
Rank-organisatie maakt een ernstige
crisis door en in het algemeen heeft de
Britse filmindustrie een dieptepunt sinds
1942 bereikt.
Intussen doen de filmproducenten zelf
nog een laatste poging, om 4e industrie
uit de financiële impasse te helpen.
Enkele weken geleden hebben we reeds
melding gemaakt van een door mr. Rank
gedaan Voorstel aan de filmsterren, die
tot nog toe 120.000.en meer per film
ontvingen, om zich tevreden te stellen
met bijv. 410.000,plus een aandeel in
de winst.
De producenten hebben dit voorsitel
thans voorgelegd aan de leden van Per
sonal Managers Association, een organi
satie, waarbij meer dan 300 filmacteurs
en vooraanstaande regisséurs, schrijvers
en technici zijn aangesloten.
Aan al deze prominenten is verzocht
hun goedkeuring aan dit plan te hech
ten.
De vertegenwoordigers van de sterren
hoorden de uiteenzetting aan en deelden
na een bespreking van een uur mede,
dat zij het „op welwillende wijze zou
den bestuderen" en het met hun cliënten
bespreken
„Equity", de vakorganisatie van de
acteurs, is tegen een verlaging vg® de
salarissen harer leden, tenzij haar ver
tegenwoordigers aan de filmbesprekin
gen in hoogste instantie mogen deel
nemen.
Een beslissing is tot nog toe_ niet ge
vallen, maar wel heeft de minister van
handel, mr. Wilson sindsdien in het
lagerhuis verklaard, dat het produceren
van films „tegen redelijke kosten" de
enige manier was om een einde te maken
aan de tegenwoordige filmcrisis. Op het
ogenblik zijn dan ook twee regerings
commissies bezig om een onderzoek in
te stellen naar de filmkosten.
Dat de Engelse productiemaatschap
pijen haar kosten, zoveel mogelijk willen
drukken blijkt wel uit de ijver, waarmee
zij contracten proberen af te sluiten met
Edward Dmytryk, de Amerikaanse
regisseur, die in Hollywood zonder em
plooi is gekomen, omdat hij had gewei
gerd voor de commissie van onderzoek
naar on-Amerikaanse activiteiten te
verklaren, of hij al dan niet communist
was. Dmytryk is namelijk met „Obses
sie", de film, die hij in Engeland heeft
gemaakt, acht dagen eerder gereed ge
komen dan was voorzien, terwijl hij
150.000 beneden de geraamde kosten is
gebleven.
In de Engelse filmstudio's in Shep-
perton, waar men op het ogenblik bezig
is met opnamen voor „The Third Man",
heeft Orson Welles, die films als „Citi
zen Kane" en „Macbeth" heeft gemaakt
en die zichzelf dolgraag hoort praten,
zonder dat het hem een zier kan sche
len, wat hij zegt, een onderhoud toe
gestaan aan de Engelse pers:
„Hier ben ik dan eindelijk. Zeven
jaar heb ik niets anders gedaan dan
praten over mijn plannen om in Londen
te filmen.
Denk er aan, ik acteer hier en houd
me niet met regisseren op. Ik ben gek
op acteren, maar ik haat films. Waar
om? Ik kan mezelf niet uitstaan, als ik
in een spiegel kijk en een film is
niets anders dan een permanente afbeel
ding daarvan.
Ik ga nooit naar mijn films kijken,
als ze klaar zijn ik ben doods
benauwd, dat ik de dames twee rijen
achter me zal horen zeggen, wat ze
ervan denken.
Carol Reed (de regisseur onder wie
hij filmt) is een geweld-regisseur. Maar
toch verschilt hij van me Soms ga ik er
de zaak bij neerleggen en zeg: „We zijn
allemaal stapelgek. Waar doen we het
eigenlijk allemaal voor?" Reed zegt zo
iets nooit. Hij is altijd even ernstig.
Ik houd van deze rol. Als regisseur
lijm ik m'n acteurs. Ik betrapte Carol
Reed er laatst op, dat hij met mij pre
cies hetzelfde deed en het ergste was,
dat ik het leuk vond en dat ik hem nog
geloofde ook.
Carol en ik hebben één ding gemeen
we hebben allebei verschrikkelijk
veel geduld met me.
En nu ga ik weer aan mijn Werk. In
deze scène heb ik twee woorden te zeg
gen „I do". Vreselijk moeilijk....
Bonjour".
En weg was Orson Welles.
Het zijn niet alleen de financiën, die
in Engeland de filmerij in moeilijk
heden brengen. Het Britse klimaat is te
wisselvallig gebleken voor de filmster
ren uit Hollywood en daarom zal de
film, welke Ann Sheridan en Cary Grant
daar aan het maken zijn voor een Ame
rikaanse maatschappij, in Hollywood
worden afgemaakt.
Beide sterren zijn ziek geweest en het
weer krijgt daarvan de schuld.
Voor de tweede maal in negen weken
is de productie moeten worden stop
gezet Cary Grant moest verleden week
Maandag naar bed. Tevoren had Ann
Sheridan pleuritis gehad en op het
ogenblik is ze nog steeds verkouden.
De 20th Century Fox, die de film
produceert, wilde nu geen verdere risico
meer lopen. Na een bespreking kregen
de Amerikaanse regisseur Howard
Hawks en die sterren de mededeling, dat
ze zo gauw ze wilden naar huis mochten
gaan.
Cary Grant zal zich later in Holly
wood bij hen voegen, zodra hij weer
beter is. Het herhaalde uitstel heeft de
maatschappij 10.000.per dag gekost.
Slecht weer is ook oorzaak van een
vertraging van tweg weken in Duits
land, waar buitenopnamen voor de film
zijn gemaakt.
Het besluit om de film in Californië
te voltooien, zal de maatschappij er in
tussen niet van weerhouden, voort te
gaan met de productie van andere films
in Groot-Brittannië. Tyrone Power zal
eind Maart beginnen met opnamen voor
de film „The Black Rose".
„Ik veronderstel, dat jullie bet slot
zullen veranderen tegen dat ik terug
kom". Bob Hope, toen hem de sleu
tels van de stad Boston plechtig werden
overhandigd.
De actrice Irene Dunne heeft van een
vrouwenorganisatie in New York een
onderscheiding ontvangen voor de beste
moederrol in het jaar 1948, wegens haar
creatie in de film „I remember Mama"
(Ik herinner me moeder)
Bovendien heeft zij van de vereniging
van Noorse toneelschrijvers een diaman
ten kroontje ontvangen voor de bijdrage,
welke zij met deze rol heeft geleverd
tot een beter begrip van het Noorse
volkskarakter.
Zoals men weet, tekent de film „Ik
herinner me Moeder" het leven van een
Noorse familie in de Verenigde Staten
in bet begin van deze eeuw.
Maurice Chevalier zal in de herfst van
dit jaar naar Amerika gaan om er op
te treden als televisiester.
Charles Chaplin oefent zich op het
ogenblik in het zingen voor zijn volgen
de film, welke die dan ook moge zijn.
Sam Goldwyn heeft weer eens van
zich doen spreken. Hij heeft namelijk
verklaard, dat, naar zijn mening, zeker
een vierde van de belangrijke, door
Amerikaanse maatschappijen te vervaar
digen films in de nabije toekomst in het
buitenland zou worden opgenomen.
Waarschijnlijk om zijn woorden waar
te maken, gaat Goldwyn in Maart met
Ingrid Bergman naar Italië om er met
Roberto Rossellini een film te draaien.
Goldwyn heeft verder nog gezegd, dat
Hollywood behoefte heeft aan nieuwe
ideeën. Een overbodige verklaring. Dat
hebben we al lang kunnen constateren
aan de films, welke er vandaan komen.
,|II «Mio*
'or,
^JlU*
«lil
-iïsfffup-
In bijna iedere jaargang heeft de
Helikon-serie een verrassend, over
tuigend debuut gebracht, dat méér
was dan een belofte. Twee onzer be
langrijkste poëten deden vanuit deze
reeks hun glorieuze intocht in het
rijk der poëzie: M. Vasalis met haar
„Parken en woestijnen" en Bertus
Aafjes met „Het gevecht met de
muze". Hieraan voegde de laatste
serie een nieuwe naam toe, die van
de jonge katholieke dichter Michel
van der Plas.
gijn bundel „Dance for you" bestaat
uit twee delen: het grotere gedicht „The
greatest show you ever saw" en een
sonnetten-cyclus. Naar de vorm merk
waardige tegenstellingen: het eerste ge
dicht rijmloos, bizar van bouw en beeld,
met Engelse slagzinnen als van Ameri
kaanse filmreclames. De sonnetten zijn
streng van vorm, gaaf en met verzorg
de rijmen. In het eerste gedicht gaat de
diepe innerlijke bewogenheid vaak
schuil achter holklinkende, sterke woor
den; ze wordt er als het ware iets door
overschreeuwd, maar de nawerking is
des te sterker. In de sonnetten hebben
bewogenheid en woord dezelfde klank,
zijn tot een gave eenheid geworden. In
„The greatest show" wil de dichter met
schrille tegenstellingen en dissonanten
zeggen wat hij te zeggen heeft; in de
sonnetten doet hij het met consonanten.
Het grote gedicht wekt op het eerste
gezicht de indruk van iets gewilds, van
knap effectwerk; de sonnetten daaren
tegen hebben een zo zangerige eenvou
dige, natuurlijke toon, dat men ze ogen
blikkelijk herkent als verzen, die ge
schreven moesten worden. Maar
wie „The greatest show" aandachtig
leest, kan zich niet onttrekken aan
het aangrijpende ervan, aan de nood
kreet en. het gebed, die er zo sterk in
Michel van der Plas.
door klinken. En dan begrijpt men ook,
dat deze vorm veel minder gekozen dan
opgedrongen werd.
Het fel-bewogen en geëxalteerde
beeld: de terugkeer van Christus, tegen
de schrikwekkende achtergrond van de
moderne, vervlakte wereld, eiste deze
vorm. Het zou niet de zangerige, tere
toon van de sonnetten verdragen. Het
heeft nu iets van de harde, onverbid
delijke klank van de „Top Hit Tune
uit Godsbazuinen", waarvan het schrik
wekkende aan het einde verzacht wordt
door een gebed:
„Kom spoedig, kom toch spoedig,
kom in het licht.
En die Gij vindt op deze berg
en die U wachten deze nacht,
koester hen zacht
en laat hen vrü
want op Uw heil vertrouwen wij".
moeder gewijd; met een gevoel van
medeschuld en „van angst en laat ver
trouwen" in het openingssonnet:
Als ooit een Ark de wateren moest
ontstijgen
van het ontaarde, losgeslagen leven
en varen moest, aan nood en dood
ontheven,
dan moest het nu, lief, want de vloe
den dreigent
en het wordt laat; de wereld ligt te
hijgen
onder de zwoelte van zijn schuld.
De enkele zwakke plekken in deze
sonnetten zijn in vergelijking met de
verrassing van dit debuut van weinig
betekenis. Voorspellingen hebben geen
zin, maar dit dunne boekje rechtvaar
digt grote verwachtingen. Met belang
stelling zien we dan ook „Going my
way", de nieuwe bundel van Van der
Plas, tegemoet.
De Engelse titels doen gewild aan
en liever hadden .we er goede Neder
landse voor gezien. Waarschijnlijk
speelde bij de keuze van der Plas' voor
keur voor de Engelse en Amerikaanse
dichtkunst een rol. In verband met het
laatste moeten we nog wijzen op de
voortreffelijke vertalingen van Ameri
kaanse gedichten, die de dichter verza
melde in de bundel „I hear America
singing".
Wat wij Van der Plas toewensen is:
dat hij, zoals de titel van zijn nieuwe
bundel belooft, zijn eigen weg zal gaan.
De afmars ging in de goede richting.
Moge hij die blijven volgen.
H. R.
(N-a.v. Michel van der Plas: „Dance
for you", Helikon 40, Uitg. A. A. M.
Stols, 's-Gravenhage; „I hear America
singing", Uitg. Albani, 's-Gravenhage).
Maar dil vergeet ik nooit: die gouden morgen
toen bommen vielen waar de kind'ren zongen;
*die jongen op het puin, die bleke jongen:
hij zag het vuur het leven tergen, worgen
en had zijn hoofd achter zijn arm verborgen;
„Het moet ophouden", gilde hij; bedwongen
viel hij, zoals een steen, en stenen sprongen
rondom, als dansend om doods donker orgel.
Toen dit kind stierf werd het in mij geboren;
als zwanger ga ik om met deze dracht,
dagelijks groeit hij, dagelijks groeit zijn klacht:
hoort gij het niet ol wilt gij het niet horen 1
„Het moet ophouden", schreit hij, en, verloren
in puin als hij, sus ik hem Iedere nacht...
In zijn sonnetten
doet de jonge dich
ter zich evenzeer
kennen als iemand,
die ernstig nadenkt
over deze „tijd van
leed en van vergel
ding", en over zijn
verhouding met
God. Hij wil niet
diepzinnig zijn,maar
fceeft eenvoudig en
zonder pose zijn
zieleroerselen en re
acties weer: vol me
dedogen in de ver
zen 10 t.m. 12 en in
het overgenomen ge
dicht; met tedere
dankbaarheid en lief
de in de prachtige
sonnetten aan zijn
Dezer dagen verscheen in Zwitserland
een boek van de hand van Kardinaal
Josef Mindszenty, Prins-Primaat van Hon
garije, dat tot nu toe buiten Hongarije
nagenoeg ombekend bleef.
In korte tijd werd het boek in Hongarije
tot een volksboek in de beste zin en na
tuurlijk vonden de nieuwe machthebbers
hierin reden om het boek op hun poli
tieke index te plaatsen, het in beslag te
nemen en het verspreiden of het bezit er
van strafbaar te stellen.
Het boek, dat ons de priester en de mens
Mindszenty ten voeten uit openbaart, is
één loflied op het moederschap, één wijs
en vaderlijk gesprek over het hoge geheim
van moeder en kind.
In een voorwoord vertelt de kardinaal
hoe hij reeds 40 jaar geleden in de laat
ste klas van het Gymnasium een opstel
schreef over het thema: „Vreugden en zor
gen van moeder". Leerling Mindszenty
schreef toen zes bladzijden en de leraar
schreef er onder: „Echt doorvoeld, goed
werk! Uitstekend!"
In de eerste jaren van zijn priester
praktijk zond de auteur zijn toen tot hon
derd bladzijden uitgewerkte opstel in voor
een prijsvraag en mocht er een bekroning
voor ontvangen.
Enkele jaren geleden groeide het werk
tot zijn huidige omvangrijke en boeiende
In de vertaling van Henk Kuitenbrou
wer verschijnt zeer binnenkort bij de Uit
geverij D. Fontein te Utrecht een volledb
3000000000000000000000000000000^^
Ons Romanbijvoegsel
Ik?
Korte inhoud van het voorafgaande:
Sir John Sanderson, hoofd van de
Britse Geheime Dienst, krijgt bericht,
dat er een nieuwe Duitse spion boven
Engeland is afgeworpen. Zijn pleeg
dochter Brinda biedt hem haar mede
werking aan voor het opsporen van de
spion.
Terwijl hij met haar zit te praten,
weerklinken er buiten schoten. Men
komt Sir John vertellen, dat zijn naaste
medewerker, kapitein Kenley. is neer
geschoten. Na nog enkele woorden te
hebben gefluisterd, sterft hij.
Het blijkt, dat Brinda niets ver
moedend de moordenaar van Ken
ley in haar auto heeft laten mee
rijden- Daarom moet ze de volgende
dag op het bureau van de Geheime
Dienst de foto's van alle spionnen
komen bekijken, in de hoop dat zij in
een van hen de moordenaar zal her
kennen
3)
Brinda behoefde haar voogd slechts
aan te zien. om te weten, dat hij nog
steeds door zorgen gekweld werd.
Een ogenblikje kind, en hij krab
belde zijn handtekening onder een docu
ment: Het spijt me, dat ik je hierin
moet betrekken, maar wij kunnen geen
enkele mogelijkheid laten voorbijgaan,
vervolgde hij, terwijl hij opstond: Ga
maar mee
Brinda volgde hem in een soort ge
welfde kamer, die werd afgesloten met
een zware ijzeren deur.
Geen nieuws van de....?
Ze aarzelde het woord uit te spreken.
De moordenaar vulde Sanderson
aan: Neen, nog niet en ik ben bang, dal
we lelijk bedot zijn, tenzij jij hem hier
in deze dossiers kunt vinden.
Hij wees naar enkele rijen kasten
In deze kasten, Brinda. bevinden
zich de foto's en bijzonderheden van
ongeveer 90% van Engeland's meest ge
vaarlijke vijanden. Sommigen van hen,
en het spijt me het te moeten zeggen,
zijn zelf Engelsen. Maar ik twijfel er
geen ogenblik aan, dat de man, die jij
moet hebben, een Duitser is; dus kun
nen we ongeveer de helft er van bui
ten beschouwing latenNu moet je me
eerst eens een duidelijke persoonsbe
schrijving van de man geven, als je dat
tenminste kunt.
Brinda voldeed aan zijn verzoek en
trachtte in haar herinnering elk detail
terug te roepen van haar ontmoeting
met de spion. Toen ze klaar was knikte
Sir John ernstig.
Helemaal niet slecht. Ongeveer een
meter tachtig, slank figuur, blond, ge
spierd. gewicht ongeveer 190 leef
tijd tussen de dertig en n
dit zal ons zoeken aanmerkelijk verge
makkelijken.
Hij liet zijn vingers snel langs de
laden gaan en trok er een uit.
Ga zitten, kind. We zullen beginnen
misschien hebben we
met deze foto's,
geluk.
Het waren er heel wat; foto's van
jonge en oude mannen, meisjes en ge
rimpelde oude vrouwen, maar de man.
die ze van Watford naar Londen gere
den had, was er niet bij.
Ze was reeds een uur bezig, toen
Richard Malden, luitenant van de ko
ninklijke marine bij Sir John werd aan
gediend De kolonel kende de knappe,
jonge radio-technicus van de vloot door
de reputatie, die hij genoot en liet hem
direct binnen komen.
Mijnheer, begon Malden: Ik ver
onderstel, dat U bekend is met het feit,
dat ik werkzaam ben op het natuurwe
tenschappelijk laboratorium in Camber-
well
Inderdaad Malden.
Toen ik vanochtend het laborato
rium binnenging, deed ik een ontstellen
de ontdekking. In de electrische trans
formator vond ik n.l. een tijdbom, af
gesteld om 10 minuten later te explode
ren Als ik hem niet bij toeval gevonden
had, zou het hele gebouw in de lucht
zijn gevlogen.
Dat is een ernstige zaak- Hebt U
Scotland Yard daarvan in kennis ge
steld
Nog niet. Ik vond het beter, U er
eerst over te raadplegen.
Dat is inderdaad juist, want Scot
land Yard is er nog niet op ingesteld,
de kwestie van de vijfde colonnes behan
delen.
Wat bedoelt ,U met die vijfde co
lonnes
Dat is de nieuwe naam voor ae
vijandelijke agenten, die binnen onze
grenzen opereren. Ik ben bang, dat we
nog heel dikwijls' met hen in aanraking
zullen komen, vóór deze oorlog ten einde
is.
Wel, ik hoop van niet. Het is een
verontrustende gedachte' te weten, dat
er kerels zijn, die je de lucht in willen
laten vliegen. Maar wat ik zeggen wil
de. Sir John, er liep vannacht een
vreemde snuiter bij ons rond, die ik toe
vallig nog al aandachtig heb opgenomen.
Denkt U, dat ik hem in dat beroemde
spionnenmuseum van U zal kunnen vin
den
Het is altijd de moeite waard, om
het te proberen, zei Sir John.
Gaat U maar met me mee. dan zul
len we eens zien.
Sir John vergezelde Malden naar het
heiligdom, waar Brinda aandachtig over
een stel foto's gebogen zat.
Mag ik je voorstellen aan luitenant
Richard Malden, Brinda? Juffrouw
Brinda Duncan. U kunt hier Uw gang
gaan. Veel succes
En Sir John liet hen alleen.
Brinda!, riep de nieuwaangeko-
mene met een stralende glimlach uit
Dlck
HOOFDSTUK 6.
Alle mensenriep de jonge luite
nant uit. terwijl hij haar bewonderend
aanzag: Wat ben jij veranderd.
Brinda beantwoordde zijn blik.
Maar jij ook luitenant Malden.
Ik sta werkelijk perplex Brinda.
Hoe lang is het nu geleden, sinds we
elkaar het laatst zagen?
Zes jaar, zei Brinda met glinste
rende ogen: Om precies te zijn, 6 jaar
min drie maanden. Ik was toen zestien
Weet jij je, dan niets meer te her
inneren?
Och ja, natuurlijk. JU kent een
nichtje van Sir John of ie's gelijks.
Ik was het haast vergeten.
Dat is sterk, zei Brinda, terwijl
zo zich wat onzeker voelde onder de
voortdurende blik van zijn scherpe grijs
groene ogen. Haar arm te«en
een bak met genummerde fotos, die
en ju
Negentien, geloof ik, vulde Malden
aan.
Jij was een vrolijke kerel en je
zag ef aardig uit en alle meisjes van
Cartwright College waren dol op je.
Malden kreeg een kleur: Nu neem
je me in 't ootje, Brinda. Je weet dat
het niet waar is. want jullie moesten
niets van me hebben.
Ik toch wel, zei Brinda, terwijl ze
hem recht in de ogen zag.
Hè; wat bedoel je?
Jij wist heel goed, dat ik gek op
je was, Dick Malden, antwoorde Brinda.
Maar jij was een onmogelijke kerel; 'n
echte vervelende vent. Je maakte aller
lei afspraakjes, vergat ze en kwam dan
aan met het smoesje, dat je druk bezig
was geweest op het laboratorium.
Malden trok zijn wenkbrauwen op.
Ja, en dat was de waarheid! Ik
deed mijn best om die studiebeurs, die
een zekere mijnheer Carver beschik
baar had gesteld, te krijgen. Het kan
dus best zijn, dat ik een weinig ver
strooid was.
Nee. dat bedoel ik niet. zei Brinda
en de herinnering aan haar gekrenkte
trots deed haar stem trillen: Het kan
mij niet' sobelen. dat je verstrooid was,
wanneer het je studie betrof, Dick, maar
de laatste keer, toen 'e je afspraak met
mij brak. toen was niet je studie de
oorzaak daarvan. Dat was roet die dans
avond in Eton Hall, Dick.
Werkelijk?, vroeg Malden, haar
verwonderd aankijkend: Een dansavond"
En om welke reden zou ik niet met jou
daarheen gegaan zijn?
Als ik het je nog vertellen moet
Omdat er... een ander meisje was.
Dat is niet waar
Het is wél waar. Je ziet, dat mijn
geheugen beter is dan dat van jou,
Dick. Ik zou je zelfs haar naam kunnen
noemen. Kijk echter maar uiet zo be
dremmeld. Het is allemaal al zo lang
geleden en ik voel nu echt niets meer
voor j Je bent in Amerika geweest,
is 't niet?
Jaeh, zeker.
Malden was niet weinig opgelucht,
dat het gesprek een andere wending
Er zijn zeer goede technische scho
len daar, vervolgde hij zelfverzekerder,
Na verloop van tijd liet mijn vader me
evenwel terug komen en nam ik dienst
bij de vloot, omdat hij vertelde, dat,
er oorlog zou komen, en de oude heer
heeft nog gelijk gehad ookMaar wat
heb jij al die tijd nog meer gedaan
dan op te groeien tot zo'n schoonheid?
Ik bedoel, wat spook je hier uit? Je
werkt toch niet bij de Geheime Dienst
op de grond viel.
Oh! riep ze verschrik* ult.
Samen bukten ze zich, o® ne foto s,
die verstrooid over de gron,d lagen' °P
te rapen. Toen ze opstonden, raakte
Brinda's gezicht bijna het gebruinde ge
laat van de vloot-officier. Plots sloot
zijn sterke hand zich om haar pols.
Brinda, ik was het niet vergeten
Ei was een andere reden waarom ik je
destijds niet afhaalde en ik was een
dwaas.
Even leunde ze tegen hem aan, maar
ze herstelde zich en trok haar arm te-
Onzin, Dick, zei ze vlug: Het doet
er niets toe; het is al z° lang geleden.
We waren toen nog schoolvrienden. Toe,
help me even met deze foto s
Dat is goed, zei hij met een onver
schillig gezicht.
Terwijl ze hem van terzijde aanzag,
moest Brinda toegeven, dat hij de laat
ste jaren nog aantrekkelijker geworden
was. dan hij destijds op school reeds
was. Hij zag er nog altijd uit als een
professor, wat te wijten was aan zun
strenge uiterlijk zijn hoge voorhoofd
en zijn wilskrachtige kin. Maar hu had
een grappige mond en lag een jon
gensachtige grijns op zijn gezioht. Ze
kon zich nog heel goed herinneren, hoe
dat genoegzaam jongmens haar in haar
jeugdige naïeveteit had aangetrokken,
toen zij op de deftige Academie van
Cartwright was en Dick een student
was van een van de beste particuliere
middelbare scholen.
Zij huiverde, toen zij er aan terug
dacht en de herinnering aan die avond,
die zo'n desillusie voor haar werd, toen
zij de werkelijke reden ontdekte, waar
om Dick zich niet aan zijn afspraak met
baar gehouden had, die toen van zo ge
weldig groot belang scheen te zijn, deed
haar nog pijn. Ze had hem die avond
steeds voor zich gezien, gebogen over
kaarten en blauwdrukken in het natuur
wetenschappelijk laboratorium. En in
plaats daarvan was hij gaan dansen met
haar schoolvriendin, de knappe Lady
Gladys Mountwyn, erfgename van de
Zijn gezicht had nóg altijd dezelfde
intelligente, ontwapenende aantrekkings
kracht als toen hij 19 was.
Ik zoek een kerel, die probeerde
me in de lucht te laten vliegen.
Jou in de lucht laten vliegen? Wat
onvriendelijk
Ja, nogal hè? Het had tenminste
niet veel gescheeld, zei hij met enige
scherpte in zijn stem: Ik ving één glimp
van hem op en nu vertrouw ik er maar
op, dat ik zijn foto hier zal vinden.
Maar vertel me eens, waarom zou
iemand jou in de lucht willen laten
vliegen?
Wel. eigenlijk was de aanslag niet
rechtstreeks op mij bedoeld, maar op
mijn laboratorium, op mijn uitvinding,
weet je. Maar Sir John zal je er wel
over verteld hebben.
Brinda glimlachte fijntjes. Ze kon zich
niet herinneren, dat Sir John de laatste
vier en twintig uur haar iets verteld had
over de interne aangelegenheden van de
Geheime Dienst.
Hoe bedoel je dat?
En hij vertelde haar zonder aarzelen
over de Z-straal.
Het is iets geweldigs, wanneer we
haar productief kunnen maken. Daarom
had het ook geen zin, de boel nu reeds
op te blazen.
Hun gesprek werd onderbroken door
een van Sir John's secretarissen.
Luitenant Malden! Lord Mountwyn
heeft zojuist gebeld. Hij vraagt, of U de
belangrijke gebeurtenissen te zijnen huize
vanavond niet wilt vergeten.
Vlug wendde Brinda zich tot hem.
Dus ik zal je spoedig weer terugzien'
Ben jij daar dan ook vanavond?,
vroeg Malden.
Ja, Ik zie Gladys bijna nooit meer
tegenwoordig, maar Sandy, Sir John be
doel ik wil, dat ik met hem mee ga. Hij
en Lord Mountwyn moeten elkaar over
zaken spreken geloof ik.
- Dat is reusachtig! Ik zal op je wach
ten, om je te verwelkomen, zei hij, hoe
wel er iets gereserveerds was in zijn
stem.
Brinda keek hem aam, terwijl zij een
onprettig voorgevoel kreeg Maar dat kon
toch niet waar zijn- De rijke, eerzuchtige
Lady Gladys en Dick, de jonge vlootoffi-
cier het oude, maar verarmde geslacht
Malden?Het was alsof ze een klap
in haar gezicht kreeg.
Vind jij het niet ongehoord: er is
een verlovimgsfuif vanavond en ik weet
niet eens met wie Gladys gaat trouwen.
Maar dat weet jij nat;uurlijk wel? vroeg
ze onverschillig.
Malden boog.
Sta me toe je aan hem voor te stel
len: Richard Malden tot Uw dienst.
Het kostte Brinda moeite te glimlachen,
en er was geen vreugde in haar hart
slechts plotselinge eenzaamheid en een
groeiend gevoel van spijt.
Malden onderwierp een der foto's aan
een onderzoek.
Deze lijkt wel iets op de kerel, die
ik bij ons in de buurt zag rondscharrelen,
maar toch niet precies. Nee, ik kan mij
niets ergers indenken, dan dat er thans
een bom op het laboratorium zou zijn. Het
zou ons onderzoek minstens een jaar ver
tragen en, wie weet, dan zou de oorlog wel
eens afgelopen kunnen zijn.
En de vijand opnieuw om vrede
smeken?
Malden fronste de wenkbrauwen en zijn
gezicht kteeg een sombere uitdrukking.
üaar ben ik niet zo zeker van. De
moffen zijn goede technici en er zal heel
wat voor nodig zijn, om hen er onder te
krijgen.
En zal die Z-straal van jou daarbij
van groot belang zijn?
't Is te hopen, maar dat moeten wij
afwachten, 't Is een machtig wapen, maar
het is nog lang niet volmaakt en het is
juist mijn taak haar te perfectionnerem.
een taak die niet gemakkelijk is.
Malden zuchtte diep en vervolgde toen"
Als ik maar Iemand had kunnen vlo
den, die er zich financiëel voor wuae
interesseren, dan zouden wij de CKJi
nu misschien al gewonnen hebben.
De regering had dat toeh
loen?
Dick zag haar verbaasd aan.
De regering?, herhaalde hu bit
terheid in zijn stem. Jij weettochzekcr
even goed als ik. dat de Britse regering
het de laatste twintig jaar geloofd
Hoofdstuk 7-
Een ogenblik overwoog Brinda, om niet
naar de Mountwyns te gaan. Nu begreep
ze, waarom Lady Gladys, nadat ze lang
niet meer bij elkaar waren gekomen,
haar op deze min of meer intieme bijeen-
Mountwyn-millloeneR, de dochter van komst had uitgenodigd. Het wa, niet alleen
dezelfde Lord Mountwyn, die we reeds omdat p^ountwyn en Sir John elkaar
kennen van de ontmoeting met Sir John. moesten spreken maar het was kennelijk
even nadat Keüey vermoord werd. Lady Gladys' bedoeling, ora haar er aan te
Malden was blijkbaar eveneens met j herinneren: dat de dochter van Lord
zijn eigen gedachten bezjg geweest, want Mountwyn tenslotte de overwinning had
plotseling vroeg hij haar: Werk Jebehaald.
met Sir John samen bij de Geheime' jjet zal geweldig zijn, wanneer jij
Dienst, Brinda? Of, wanneer dit niet zo daar vanavond bent, merkte Dick niet
is, wat doe je hier dan eigenlijk? erg t&ctvol op: Net als vroeger. We mogen
Iets in haar waarschuwde Brinda op toch op je rekenen zeker?
haar woorden te passen. Brinda aarzelde even.
Tegen jou praten, geloof ik, glim- Ja natuurlijk. Ik kan Sandy toch
lachte ze; En jij? niet in de steek laten.
Er kwam een harde en koele uidruWimg
in zijn CigeB: Wanneer
dig iets voor zijn land «J? doen, dan moet
hij de zaak zelf bekosti^. of iemand
anders daarvoor bereid zien te vinden.
Ze werden opnieuw gestoord door de
zelfde man, die enige ogenbhkken gele
den de boodschap van Lord Mountwyn
had overgebracht. Ditmaal werd de me
dedeling echter met meer klem gedaan.
Wat een strop, kon Dick niet nalaten
uit te roepen: Zeker weer iets aan de
hand op het lab.
Ik hoop.--.-'
Zal wel in® s ernstigs zijn, dat wil
zeggen: geen bommen mee-. Maar ik zal
er toch even heen moeten, hoezeer het mij
ook spijt- In ieder geval, en hij zag te*''
recht in de ogen, ontmoeten we elkaar
vanavond weer.
Ja.
O. K.!, en met een olijke glinstering
in zijn ogen vertrok hij.
Brinda keerde terug naar d,c °s, en
bijzonderheden, die me.n va.n Seheime
agenten, het kolossale, geheimzinnige, on-
geuniformeerde leger, die m Engeland
bekend waren, had verzameld en die Sir
John, als chef van de Geheime Dienst
moest opsporen en ontmaskeren, vóór zij
door moord, sabotage Of het stelen van
jongste diefstallen door die geheimzinnige
belangrijk0 srtaatepapieren zoals de
Aiax van de lijst yen geheime Engelse
agenten Engeland m het hart konden
treffen..
Het viel haar echter opeeais erg moei
lijk, haar aandacht te bepalen bij de bon
te processie van gecatalogiseerde kaarten,
die aan haar oog voorbijtrok. Er was
steeds dat andere gezicht, het sterke, ge
bruinde, zwaarmoedige gelaat van Dick
Malden met de grijs-groene ogen, het in
telligente hoge voorhoofd, de ferme mond
en de stoere kin, die er zo wilskrachtig
uit kon zien, als er niet dat onverwachte,
jongensachtige kuiltje in was geweest.
Magr ook het beeld van Lady Gladys,
mooi, slank en blond het echte type
van de Engelse schoonheid trok aan
haar voorbij; het echte type, dat wil zeg
gen, wanneer men niet naar haar volle
rode lippen keek, die een vreemde tegen
stelling vormden met haar koele, uitdruk
kingloze ogen.
Het was Hitler geweest .die, toen hij
Gladys in een restaurant in Muenchen
twee jaar geleden f, "ff
Arische schoonheid bij uitstek ge
noemd had-
Maar Gladys was er aan gewend, dat
men haar complimentjes maakte en dat
meestal door mannen met méér roman
tische ervaring, dan de fuehrer van het
Derde Rijk. Lord Mountwyn s dochter
had hier trouwens nooit over te kiagen
gehad, want zelfs toen zij nog op het
Cartwright College was, een instituut,
dat bekend stond om zijn uitstekende
opvoeding, had zij het weten klaar te
spelen speciale gunsten te verkrijgen.
En het was daar, dat zij en Brinda
met elkaar waren bevriend geweest, 'n
vriendschap, die was blijven bestaan,
totdat Dick ten tonele versoheen. Brin
da was nooit afgunstig geweest op Gla
dys' afkomst en fortuin, maar thans,
terwijl ze haar vrij hopeloze speurtocht
in de dossiers met bijzonderheden en
foto's van buitenlandse agenten voort
zette een speurtocht naar een gezicht,
dat zij nauwelijks gezien had was
zij inwendig woedend op haar vroegere
schoolvriendin.
Wat deed het er eigenlijk toe? Gladys
was misschien niet beter dan Dick ver
diende.
Ze kon echter de gedachte aan de
knappe, jonge vlootofficier en de koele
ijzige schoonheid van Gladys Mountwyn
niet kwijt raken.
Naarmate het beeld vervaagde, ver
schilde het toch niet veel van de wer
kelijkheid, die zij des avonds te aan
schouwen kreeg, toen zij in gezelschap
van Sir John op het landgoed van Lord
Mountwyn, dat buiten Londen lag, arri
veerde. Want, hoewel ze Diek en üiaays
tussen de vroege gasten opmerkte, zag
zij hen later o*P de avonu, toen zij de
voile salon binnentrad, niet meer in el
kanders gezelschap.
jj! plaats daarvan stond Malden al
leen, terwijl hy opmenrzaam de bezoe-
Kers gadesloeg en Giaoys, die aan de
andere zijde van de salon stond, s cue en
m druk gesprek gewikkeld met een an
dere gast. een donkere, indrukwekkend
uitziende, lange en siaruce man, me met
zijn donkere ogen een sanerp conwast
vormde met Gladys met haar blonde
haren.
Lord Mountwyn, die met enige gas
ten had staan praten, kwam op nen af.
Goede avond kolonel juurouw
Duncan. Waar is voor de drommei die
dochter van me? Het doet me n groot
genoegen u hier te zien, koionel: ik neb
iets zeer belangrijks met u te bespreken.
Hij wenkte naar een bediende in li
vrei en gaf hem opdracht miss Giauys
te gaan zoeken.
Natuurlijk kent u al deze mensen,
kolonel, bekenden en oude vrienden en
de rest: bijna allemaal kameraden van
Malden, vervolgde hij daarna vrien
delijk.
Terwijl hij sprak, zag Brinda het ver
trek rond, om de aanwezigen op te ne
men. De dames waren prachtig gekleed,
zoais gemtuKeiijK was op ae wc.„-„e
partijtjes in oorlogstijd. ze droegen
schitterende robes en kostbare juwelen.
Onder de aanwezige heren waren er
vele in keurige uniformen, alhoewel
minder, dan men zou verwachten in de
tweede maand van een wereldoorlog.
Dit was echter ongetwijfeld een gevoig
van de vreemde opvatting, die er in de
hogere kringen van de Britse upper ten
heerste, dat deze hele „onplezierige" ge
schiedenis spoedig en zonder veel moei
lijkheden een einde zou nemen, ver
moedelijk wel door een of ander knap
opgezet diplomatiek verdrag.
(Wordt vervolgd)